Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. 2. Voorstel. Agenda nr. 6

Transcriptie

1 Raadsvoorstel Agenda nr. 6 Onderwerp: Vaststelling Brabantbrede verordening VTH Soort: Kaderstellend Opsteller: J.G. van der Kant Portefeuillehouder: L.J.M. van de Moosdijk Zaaknummer: SOM/2016/ Documentnummer: SOM/2016/ Datum: 22 juni Samenvatting Op 14 april 2016 is de wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving, verder VTH) in werking getreden. Op basis van artikel 5.4. van deze wet, moet de gemeenteraad, gehoord Gedeputeerde Staten, bij verordening regels stellen over de Wabo VTH taken die bij AmvB zijn aangewezen en welke in ieder geval door de Omgevingsdienst worden uitgevoerd (de basistaken). Burgemeester en wethouders dienen er zorg voor te dragen dat de regels voor de taken van de Omgevingsdienst uniform zijn op het niveau van de met die taken belaste Omgevingsdienst. Voor de overige Wabo VTH taken (achterblijvende taken) geldt op grond van art van deze wet een zorgplicht voor een goede uitvoeringskwaliteit. Een Brabantse werkgroep (18 gemeenten, Omgevingsdiensten en Provincie) stelde een Brabantbrede Modelverordening op en verzoekt gemeenten in Brabant deze modelverordening vast te stellen. 2. Voorstel Wij stellen u voor om; 1. in te stemmen met de Verordening Kwaliteit Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving Omgevingsrecht Someren het kwaliteitsniveau als bedoeld in artikel 5 lid 1 van de Kwaliteitscriteria 2.1 voor vergunningverlening, toezicht en handhaving krachtens de Wabo (hierna Kwaliteitscriteria 2.1) vast te stellen als richtsnoer;

2 3. het kwaliteitsniveau als bedoeld in artikel 5 lid 2 van het Brabantbrede Bodemniveau zoals omschreven in de Handreiking Verordening Kwaliteit Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving Omgevingsrecht (bijlage 5) vast te stellen als minimum niveau. 4. jaarlijks beschikbaar te stellen voor de jaarlijkse monitoring, dit is vooruitlopende hierop opgenomen in de meerjarenbegroting 3. Inleiding 3.1 Aanleiding, achtergrond Op 14 april 2016 is de wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving, verder VTH) in werking getreden. Op basis van artikel 5.4. van deze wet, moet de gemeenteraad, gehoord Gedeputeerde Staten, bij verordening regels stellen over de Wabo VTH taken die bij AmvB zijn aangewezen en welke in ieder geval door de Omgevingsdienst worden uitgevoerd (de basistaken). Gelet op deze wetgeving moeten de raden van de gemeenten een verordening vaststellen om er voor te zorgen dat de VTH taken op een adequaat niveau worden uitgevoerd. 3.2 Centrale vraag De gemeenteraad wordt gevraagd; 1. In te stemmen met de Verordening Kwaliteit Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving Omgevingsrecht Someren Om het kwaliteitsniveau als bedoeld in artikel 5 lid 1 de Kwaliteitscriteria 2.1 voor vergunningverlening, toezicht en handhaving krachtens de Wabo (hierna Kwaliteitscriteria 2.1) (bijlage) vast te stellen als richtsnoer; 3. Om het kwaliteitsniveau als bedoeld in artikel 5 lid 2 het Brabantbrede Bodemniveau zoals omschreven in de Handreiking Verordening Kwaliteit Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving Omgevingsrecht (bijlage 2) vast te stellen als minimum niveau /jr beschikbaar te stellen voor de jaarlijkse monitoring via de meerjarenbegroting. 3.3 Relatie met eerder gestelde kaders en wetgeving Het nieuwe VTH-stelsel is vanaf 2010 samen door alle provincies en gemeenten opgebouwd. Het bevat een landelijk dekkend stelsel van 29 omgevingsdiensten. Bij deze diensten vinden de uitvoering en de handhaving van de Wabo taken plaats. Daarnaast bevat de wet afspraken over de kwaliteitsverbetering waar de provincies en gemeenten als bevoegd gezag verantwoordelijk voor zijn. De provincies en gemeenten hebben afgesproken om - zoals de wet opdraagt - een verordening kwaliteit vast te stellen. Voor een goede uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) zijn door VNG, IPO en het Rijk (I&M) landelijke kwaliteitseisen ontwikkeld en deze zijn overgenomen in de modelverordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht die is ontwikkeld door VNG en IPO. Provincies en gemeenten zijn samen verantwoordelijk voor de kwaliteit van de VTH-taken. Met de vastgelegde kwaliteitscriteria 2.1 zijn er afspraken gemaakt over de minimale kwaliteit van de uitvoering. Dit geldt zowel voor de taken die worden uitgevoerd door een regionale uitvoeringsdienst als voor die taken die gemeenten, provincies, waterschappen en rijksdiensten in eigen beheer uitvoeren. De kwaliteitscriteria 2.1 bevatten criteria voor kritieke massa, inhoud en proces. Kritische massa criteria geven aan welke capaciteit, kennis en ervaring tenminste in een organisatie aanwezig moet zijn om de 2/9

3 VTH-taken goed uit te voeren. De nu voorliggende verordening gaat uitsluitend over dat laatste onderdeel: de kritieke massa. In juli 2015 gaven IPO en VNG de Modelverordening Kwaliteit Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving Omgevingsrecht uit. In deze modelverordening worden de reeds bestaande Kwaliteitscriteria 2.1 (zgn basistaken) als criteria genoemd voor de vergunningverlening het toezicht en de handhaving krachtens de WABO (verder Kwaliteitscriteria). 4. Probleemstelling (huidige situatie) 4.1 Landelijke wetgeving Het nieuwe VTH-stelsel is vanaf 2010 samen door alle provincies en gemeenten opgebouwd. Het bevat een landelijk dekkend stelsel van 29 omgevingsdiensten. Bij deze diensten vinden de uitvoering en de handhaving van de Wabo plaats. Daarnaast bevat de wet afspraken over de kwaliteitsverbetering waar de provincies en gemeenten als bevoegd gezag verantwoordelijk voor zijn. De provincies en gemeenten spraken af om - zoals de wet opdraagt - een verordening kwaliteit vast te stellen. Voor een goede uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) zijn door VNG, IPO en het Rijk (I&M) landelijke kwaliteitseisen ontwikkeld en deze zijn overgenomen in de modelverordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht die is ontwikkeld door VNG en IPO. Provincies en gemeenten zijn samen verantwoordelijk voor de kwaliteit van de VTH-taken, maar de provincie heeft wel de regie. Met de vastgelegde kwaliteitscriteria 2.1 zijn er afspraken gemaakt over de minimale kwaliteit van de uitvoering. Dit geldt zowel voor de taken die worden uitgevoerd door een regionale uitvoeringsdienst als voor VTH-taken die gemeenten, provincies, waterschappen en rijksdiensten in eigen beheer uitvoeren. De kwaliteitscriteria 2.1 bevatten criteria voor kritieke massa, inhoud en proces. Kritische massa criteria geven aan welke capaciteit, kennis en ervaring tenminste in een organisatie aanwezig moet zijn om de VTH-taken goed uit te voeren. De verordening gaat uitsluitend over de kritieke massa. Een gemeente of provincie is niet verplicht om de modelverordening van VNG en IPO te volgen; een gemeente zou het bijvoorbeeld wenselijk kunnen vinden om meer waarborgen voor een goede kwaliteit in haar verordening te regelen dan aanwezig zijn in de modelverordening. Om nu te voorkomen dat de omgevingsdiensten met tal van uiteenlopende eisen worden geconfronteerd, zijn gemeenten en provincie verplicht om hun (ontwerp-)verordeningen met elkaar af te stemmen in het verband van de omgevingsdienst en op dat niveau een gelijk speelveld te bewerkstelligen. De verordening dient met de inwerkingtreding van de wet vastgesteld te zijn. Voor de niet-basistaken krijgen de gemeente een zorgplicht (artikel 5.5 Wabo). Volgens het voorgestelde artikel 5.5 dragen gemeenten en provincies zorg voor een goede kwaliteit van de uitvoering en handhaving van alle andere taken dan de taken die behoren tot het basistakenpakket van de omgevingsdiensten. Op welke wijze invulling aan deze zorgplicht wordt gegeven, bepaalt de gemeente Someren zelf. De verordening vormt het kader voor de kwaliteit van de Wabo-taken door de gemeenten en in opdracht daarvan handelende (omgevings)diensten. De verordening drukt de commitment uit van de gemeenteraad aan kwaliteit. Binnen Brabant is de ambitie uitgesproken om een Brabantbrede verordening vast te stellen voor alle Wabo VTH taken. 3/9

4 5. Doelstelling (gewenste situatie) De doelstelling is om op het gebied van de fysieke leefomgeving (WABO taken) het adequaat kunnen uitvoeren van de vergunningverlening, toezicht en de handhaving door het toepassen van de kwaliteitscriteria 2.1 en het vaststellen van de Verordening Kwaliteit Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving Omgevingsrecht Someren Hierdoor voldoen we tevens aan de gestelde wetgeving Wet algemene bepalingen Omgevingsrecht welke op 14 april 2016 in werking is getreden. 6. Mogelijke oplossingen en effecten 6.1 Brabantbrede verordening en Brabants Bodemniveau Binnen de provincie Brabant is de ambitie uitgesproken om een Brabantbrede verordening vast te stellen voor alle Wabo VTH taken. Sinds de zomer 2015 is er een werkgroep aan de gang met het opzetten van zo n Brabantbrede Verordening. Deze werkgroep bestaat uit 18 gemeenten, de Provincie en de Omgevingsdiensten. De gemeente Helmond is namens de Peelgemeenten hierin vertegenwoordigd. Voorafgaand aan elke bijeenkomst bij de Provincie is er een afzonderlijk afstemmingsoverleg met de Peelgemeenten. Verder is nog afstemming gezocht met de gemeente Eindhoven. De Provincie voert de regie voert over deze Verordening. Buiten kijf staat dat de gemeenteraad haar eigen verordening vaststelt. Deze Brabantbrede Verordening is klaar en de werkgroep vraagt nu aan de gemeenten om deze vast te stellen. De Brabantbrede verordening wijkt enigszins af van het landelijk model. Het betreft hier het bundelen van taken binnen één medewerker. Hierdoor is het niet nodig om voor elke deeltaak (constructie, bouwfysica, bouwakoestiek, etc.) een afzonderlijke medewerker beschikbaar te hebben. Hierdoor kunnen wij met de huidige formatie toe. Met de Brabantbrede Verordening wordt een gelijk speelveld bereikt dat ervoor zorgt dat alle basistaken in Brabant op niveau van Kwaliteitscriteria 2.1 worden uitgevoerd en dat de uniforme spelregels van toepassing zijn voor afwijking tot een bodemniveau. Om deze Brabantbrede explainmodules en spelregels voor het bodemniveau toe te kunnen passen is een handreiking opgesteld. Deze handreiking geeft een toelichting op de Brabantbrede explainmodules en de spelregels voor het bodemniveau. In de provincie Noord- Brabant is in de Brabantbrede Verordening Kwaliteit Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving Omgevingsrecht gekozen voor 3 verschillende kwaliteitsniveaus: de kwaliteitscriteria 2.1.; het Basisniveau (explainmodules) en; het Bodemniveau. 6.2 Somerense Verordening en Kwaliteitsniveau Om te weten hoever de gemeente Someren nu staat heeft een extern bureau, MasterMeester, ons ondersteund bij het uitvoeren van de Kwaliteitsmeting. MasterMeester is vanaf 2010 al betrokken bij advisering, zowel richting Provincie, Rijk als gemeenten m.b.t. de Kwaliteitscriteria. MasterMeester neemt steeds de op- en aanmerkingen mee richting Provincie en Rijk om zo te komen tot kwaliteitscriteria waar gemeenten ook achter kunnen staan. In 2013 deed MasterMeester de nulmeting en gelet op haar expertise vroegen we of zij ons bij wilden staan bij het uitvoeren van de kwaliteitsmeting. MasterMeester heeft de gemeente Someren getoetst op bovengenoemde 3 niveaus. Een belangrijke vraag in deze rapportage naar aanleiding van de bovengenoemde kwaliteitsniveaus is: 4/9

5 De Brabantbrede Verordening heeft betrekking op de basistaken, de thuistaken en de verzoektaken. Daarnaast is er in de Handreiking Verordening Kwaliteit Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving Omgevingsrecht een bodemniveau aangegeven voor heel Brabant. Dit Brabantbrede bodemniveau is benoemd in artikel 5.2. van de Brabantbrede Verordening en kan gezien worden als een gezamenlijk explain met spelregels voor de kritieke massa. 6.3 Toepassen comply or explain -regel van de verordening Indien de gemeente Someren door het bodemniveau zakt dan kan de gemeente Someren de comply or explain - regel toepassen. De comply or explain - regel betekent dat er in principe voldaan moet worden aan de kwaliteitscriteria, maar dat daar gemotiveerd van afgeweken mag worden. Voorbeelden die in de toelichting op de modelverordening worden genoemd zijn: indien een organisatie een hoger kwaliteitsniveau wil bereiken, een eigen kwaliteitssysteem heeft of meer tijd nodig heeft om te voldoen aan het gewenste kwaliteitsniveau. De gemeente Someren kan er voor kiezen om gebruik te maken van explain indien gemeente Someren van mening is dat ondanks het niet (volledig) voldoen aan de criteria de kwaliteit niet te wensen overlaat. De gemeente dient, richting provincie, aan te geven waarom de criteria niet toegepast zijn of konden worden en hoe wel voor de gestelde kwaliteit wordt gezorgd. Deze uitleg moet zo zijn dat de provincie deze accepteert Toepassen van de kwaliteitsdoelen in de verordening In de verordening zijn 3 verplichte kwaliteitsdoelen opgenomen: Dienstverlening: de manier waarop (in communicatie, snelheid, service) de organisatie met belanghebbenden (aanvragers, omgeving klagers, etc.) omgaat. Uitvoeringskwaliteit van producten en diensten: de mate waarin een product voldoet aan de juridische doelen (zoals geformuleerd in de relevante wet- en regelgeving en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur) en bijdraagt aan de omgevingsdoelen. Ook wel aangeduid als de inhoudelijke kwaliteit. Financiën: de inzet van middelen in relatie tot de kwaliteit van de geleverde diensten/producten De gemeente Someren heeft de keuze om de verordening uit te breiden met andere kwaliteitsdoelen. 6.5 Inrichten horizontale verantwoording De samenleving verwacht van de overheid een professionele kwaliteit van de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Daardoor kunnen gedeputeerde staten en colleges van burgemeester en wethouders, evenals provinciale staten en gemeenteraden, beter sturen op kwaliteit van de uitvoering. Op verschillende plaatsen is deze horizontale verantwoording geregeld (in artikel 3 van de verordening), in de begrotingscyclus en volgens de verantwoordingsverplichting van de omgevingsdiensten (zoals geregeld in de gemeenschappelijke regelingen). 6.6 Het onderzoek (bijlage 2) De raad heeft juiste informatie nodig om te kunnen beoordelen of het goed gaat. Deze input dient te komen van het college van B&W. Voordat de raad een oordeel kan vormen is dus inzicht nodig. Om dit inzicht te verkrijgen en de bovenstaande vragen te beantwoorden, heeft MasterMeester de opdracht als volgt uitgevoerd. Samen met de heer Van der Kant, de heer Maessen en mevrouw Van Mil van de betrokken afdelingen zijn alle 26 deskundigheidsgebieden (kritieke massa) doorlopen om de gemeente van advies te voorzien in hoeverre ze voldoen aan de verschillende niveaus binnen de Brabantbrede Verordening VTH. 5/9

6 Daarbij is gebruik gemaakt van de uitkomsten van de eerder in 2013 en 2014 ingevulde zelfevaluatietool en opgesteld verbeterplan. Deze gegevens zijn op 3 mei 2016 door MasterMeester geactualiseerd. Deze kwaliteitsmeting VTH heeft betrouwbare gegevens opgeleverd om een advies op te kunnen stellen ter onderbouwing van de vast te stellen Brabantbrede Verordening VTH (zie bijlage 3). Het blijkt dat de gemeente Someren op 23 van de 26 deskundigheidsgebieden voldoet aan de kwaliteitscriteria 2.1 (of hoger) en 3 deskundigheidsgebieden aan Brabant Bodemniveau. Dit komt mede omdat de gemeente Someren vanaf 2010 voortvarend aan de gang is gegaan om te kunnen voldoen aan de kwaliteitscriteria. Denk hierbij aan; het wegzetten van een 16-tal deskundigheidsgebieden bij de ODZOB. het jaarlijks opzetten en ondertekenen van een werkprogramma, waarin de deskundigheidsgebieden zijn opgenomen, met de ODZOB en het beschikbaar stellen van voldoende gelden hiervoor om de taken uit te voeren het laten volgen van opleidingen door de medewerkers waardoor de medewerkers steeds op de hoogte zijn en blijven van de nieuwste wet en regelgeving waardoor de kwaliteit van de uit te voeren taken geborgd is. De gemeente Someren heeft 16 deskundigheidsgebieden belegd bij de ODZOB waarvan er 6 deskundigheidsgebieden als basistaak zijn belegd: 1. Vergunningverlening Milieu 2. Toezicht en handhaving Milieu 3. Toezicht en handhaving Bodem 4. Ketentoezicht 5. Boa s 6. Luchtkwaliteit Deze basistaken moeten uitgevoerd worden conform de kwaliteitscriteria 2.1. Dit houdt in dat de Odzob en de bedrijven die zaken voor de Odzob in deze uitvoeren ook aan die voorwaarden moeten voldoen. Dit is nog niet door Odzob schriftelijk bevestigd. We gaan er hierbij van uit dat de Odzob aan deze voorwaarden voldoen. 6.7 Resultaten onderzoek Aan de hand van de resultaten van de meting constateren we dat de gemeente Someren vooralsnog een gering aantal acties moet ondernemen om de kwaliteitsborging optimaal te realiseren. De geringe acties hebben betrekking op onderstaande deskundigheidsgebieden: 1 Vergunningverlening Bouwen en RO (2) Dit deskundigheidsgebied past net binnen het Brabantbrede bodemniveau op de factor frequentie. Daarvoor geldt de Brabantse spelregel dat de organisatie in ieder geval 2 medewerkers dient te beschikken die voor 1/3 van hun tijd bezig zijn met de activiteiten van dit deskundigheidsgebied. Gemeente Someren behaalt voor activiteit 4 de frequentie eis van 2 x 1/3 niet. 5. Beoordelen melding voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van bouwwerken a. beoordelen eventuele monumentale status, situatie beschermd stads,- en dorpsgezicht en andere geldende kaders; b. beoordelen wanneer specialisten (slopen, monumenten e.a.) moeten worden ingeschakeld; 6/9

7 c. opstellen conceptbesluit op basis van integrale afweging van (eventuele) bijdragen van jurist en specialisten (o.a. sloop en asbest en monumentenzorg); d. inhoudelijk input leveren voor vooroverleg, overleg adviseurs en beoordelen zienswijzen en bezwaren. Het werkaanbod op deze activiteit is minimaal en tot op heden is hierover nog een discussie met de ODZOB over het inrichten van het basistakenpakket. Deze activiteit dient binnen de overheid te worden georganiseerd en mag niet worden uitbesteed aan een marktpartij. Gemeente Someren voldoet wel aan deskundigheidsgebied 17 Sloop en Asbest. Vooralsnog voldoet de organisatie dus ook aan VV Bouwen en RO zonder dat er frequentie is toegekend aan activiteit 4. Tot dat er duidelijkheid is ontstaan met de ODZOB is besloten deze activiteit nog niet te beoordelen. De gemeente Someren heeft aangegeven de resultaten van de afspraken met de ODZOB omtrent de invulling van het basistakenpakket nauwlettend volgen en de organisatie hier indien nodig op in te richten. 2 Toezicht en handhaving Bouwen en RO (4) Dit deskundigheidsgebied past net binnen het Brabantbrede bodemniveau op de factor opleiding. De gemeente Someren streeft ernaar om ook op niveau van Kwaliteitscriteria 2.1 te voldoen op dit deskundigheidsgebied. Dat wil zeggen dat bij het invullen van de vacature T&HH Bouw de medewerker moet beschikken over de specialistische opleiding ABW I en II. Eveneens zal in de bestaande samenwerking met Asten beoordeelt worden of ook die toezichthouders voldoen. 3 Bouwfysica complex (13) Voor dit deskundigheidsgebied bepaalt de gemeente Someren intern of er sprake is van een complexe situatie. Om de kwaliteit te waarborgen bij het deskundigheidsgebied Bouwfysica complex dient de organisatie over minimaal 2 deskundige medewerkers te beschikken in bezit van een relevante HBOopleiding. Deze medewerkers voeren tevens activiteiten uit voor deskundigheidsgebied VV Bouwen en RO. Zij zijn aangewezen om te beoordelen of er sprake is van een complexe of eenvoudige situatie. Zodra een complexe situatie zich voordoet met betrekking tot Bouwfysica complex wordt deze belegd bij een externe partij die voldoet aan de KC 2.1. Gemeente Someren wil hierover afspraken maken met de ODZOB. (verwacht wordt dat dit zich zeer zelden voor zal doen) 6.8 Monitoring van kwaliteitsniveau gemeente Someren Op basis van de verordening dient jaarlijks gerapporteerd te worden of voldaan wordt aan de verordening c.q. kwaliteitscriteria. Om het inzicht te blijven behouden zal MasterMeester jaarlijks een meting uit voeren. Daarbij is het belangrijk om de medewerkers die met de activiteiten van de deskundigheidsgebieden bezig zijn, jaarlijks te meten aan de deskundigheidstabellen van de criteria. Het is de nl. de taak en verantwoordelijkheid van de gemeente Someren om te zorgen dat de gemeente aan de kwaliteitseisen blijft voldoen. Het monitoren is hierbij van cruciaal belang. Het monitoren is een complexe aangelegenheid en vraagt specifieke kennis. We stellen dan ook voor in te stemmen met externe ondersteuning voor de jaarlijkse monitoring. De kosten hiervoor bedragen ca /jr en kan worden opgenomen in de meerjarenbegroting. De monitoring vindt voor het eerst plaats in 2 e helft /9

8 6.9 Conclusie Zoals uit het voorgaande blijkt hoeft de gemeente Someren slechts enkele acties uit te voeren om te kunnen voldoen aan de regels gesteld in de Handreiking van de Brabantbrede Verordening. Hiervoor krijgt de gemeente de tijd tot uiterlijk Gelet hierop wordt dan ook voorgesteld om de Brabantbrede Verordening integraal over te nemen en vast stellen als Verordening Kwaliteit Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving Omgevingsrecht Someren 2016 (verder Verordening) In artikel 5.1 en 2 van de Verordening wordt aan Burgemeester en Wethouders de verplichting opgelegd om een kwaliteitsniveau vast te stellen. Voor de uitvoering van de Wabo VTH taken in Someren is het niet altijd mogelijk en niet altijd nodig (gezien het werkaanbod) om te voldoen aan eisen gesteld in de Kwaliteitscriteria 2.1. Het Brabantse Bodemniveau halen we voor die onderdelen in ieder geval wel en hiermee voldoen we aan de eis van de provincie. Op grond hiervan wordt voorgesteld om de Kwaliteitscriteria 2.1. te hanteren als richtsnoer voor het kwaliteitsniveau en het Brabantse bodemniveau te hanteren als minimumniveau. Er zal een balans gevonden moeten worden tussen de vereiste capaciteit die nodig is om te voldoen aan de Kwaliteitscriteria 2.1. en een realistisch, betaalbaar kwaliteitsniveau dat is afgestemd op het actuele werkaanbod waarbij het minimumniveau (Brabantbrede bodemniveau) wordt gehaald. Ter verduidelijking is de Kwaliteitsmeting (bijlage 2) toegevoegd. Jaarlijks zal er monitoring van het kwaliteitsniveau plaatsvinden en het resultaat zal aan de gemeenteraad worden voorgelegd. 7. Consequenties van de oplossingen 7.1 Financiële aspecten De kosten voor de jaarlijkse monitoring bedragen ca per jaar en kan worden opgenomen in de meerjarenbegroting. Verder zullen de medewerkers steeds bij moeten blijven in de ontwikkelingen. Hier zal opleiding voor nodig zijn, in principe passend binnen het bestaande opleidingsbudget. 7.2 Juridische aspecten Wanneer we niet voldoen aan de wettelijk gestelde eisen kan de Provincie sancties richting Someren opleggen ( bijv. stellen dat de gemeente de betreffende taken verplicht weg moet zetten bij de ODZOB.) Verder zal het Rijk, wanneer veel gemeenten achterblijven, de kwaliteitscriteria via wetgeving vastleggen. 7.3 Risico s en kansen Wanneer we niet voldoen aan de wettelijk gestelde eisen kan de Provincie sancties richting Someren opleggen. Verder zal het Rijk, wanneer veel gemeenten achterblijven, de kwaliteitscriteria via wetgeving vastleggen. Wanneer we wel voldoen aan de eisen dan kunnen we alle uitvoerende taken op het gebied van Vergunningverlening Toezicht en Handhaving Omgevingsrecht adequaat uitvoeren. Met het vaststellen van de Verordening laten we de bevolking ook zien dat we Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving serieus nemen en die maatregelen treffen opdat we de bevolking hierin zo goed mogelijk kunnen helpen. 8/9

9 Ook krijgen we binnen Brabant eenheid in de Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving omdat het merendeel van de gemeenten de Brabantbrede Verordening vaststellen. 8. Communicatie en participatie Wanneer uw raad de Verordening Kwaliteit Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving Omgevingsrecht Someren 2016 vaststelt moet deze op de gebruikelijke wijze gepubliceerd worden 9. Planning Jaarlijks zal er onder verantwoordelijkheid van wethouder L. J. M. van de Moosdijk een kwaliteitsmeting plaatsvinden binnen de organisatie om te bepalen of we nog steeds voldoen aan de wettelijke eisen. De resultaten van deze meting zullen door het college aan uw raad worden voorgelegd. Burgemeester en wethouders van Someren, de secretaris, de burgemeester, Drs. A.P.M. de Kok A.P.M. Veltman Bijlagen: O NO Brabantbrede Verordening Kwaliteit Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving X Omgevingsrecht Someren 2016 Handreiking behorende bij de Brabantbrede Verordening Kwaliteit X Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving Omgevingsrecht Someren 2016 Kwaliteitsonderzoek uitgevoerd door Master Meester X 9/9

10 Besluit gemeenteraad Titel: Vaststellen Verordening Kwaliteit Vergunningverlening, Toezicht en handhaving Omgevingsrecht Someren 2016 Bijlage: Wetstechnische informatie Zaaknummer: SOM/2016/ Documentnummer: SOM/2016/ Datum besluit: 21 juli 2016 De raad van de gemeente Someren; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 juni 2016; overwegende dat: - gemeenten, provincies en de gemeenschappelijke diensten die in hun opdracht werken, zich bij de zorg voor een gezonde en veilige fysieke leefomgeving met oog voor de maatschappelijke functies daarvan, waar die zorg gestalte krijgt in de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving van het omgevingsrecht, voor de gezamenlijke opgave gesteld zien om in landelijk verband de kwaliteit van deze uitvoering en handhaving te bevorderen, te borgen en te beoordelen; - het met het oog daarop wenselijk is om regels vast te stellen, in onderlinge afstemming op het niveau van omgevingsdiensten ODBN, OMWB en ODZOB, door de deelnemende gemeenten en provincie; - het richtsnoer voor de kwaliteitsbevordering de in landelijke samenwerking opgestelde kwaliteitscriteria zijn die op basis van technische en maatschappelijke ontwikkelingen, indien daartoe aanleiding is, met betrokken partijen in landelijke afstemming zullen worden aangepast; gelet op de artikelen 5.4, eerste lid, 5.5 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 149 van de Gemeentewet; gehoord gedeputeerde staten; b e s l u i t : vast te stellen de Verordening Kwaliteit Vergunningverlening, Toezicht en handhaving Omgevingsrecht Someren 2016 * *

11 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a) wet: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; b) betrokken wetten: de wet en de wetten, bedoeld in artikel 5.1 van de wet, voor zover bij of krachtens de genoemde wetten is bepaald dat hoofdstuk 5 van de wet van toepassing is; c) kwaliteitscriteria: de in landelijke samenwerking tussen bevoegde gezagen ontwikkelde en beschikbaar gestelde kwaliteitscriteria voor vergunningverlening, toezicht en handhaving inzake de beschikbaarheid en de deskundigheid van organisaties die met de uitvoering en handhaving van de betrokken wetten zijn belast; d) uitvoering: vergunningverlening; e) bodemniveau: de spelregels zoals verwoord in de Handreiking bij Brabantbrede Verordening kwaliteit Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving Omgevingsrecht versie 1, 10 maart 2016, opgesteld door de Brabantse werkgroep en welke breed gedragen wordt door gemeenten, provincie en omgevingsdiensten. Artikel 1.2 Reikwijdte Deze verordening is van toepassing op de uitvoering en handhaving van de betrokken wetten door of in opdracht van burgemeester en wethouders. Hoofdstuk 2. Kwaliteit Artikel 2.1 Betrokkenheid van de raad De gemeenteraad ziet toe op de hoofdlijnen van het beleid voor de kwaliteit van de uitvoering en handhaving van de betrokken wetten in het licht van de voor de gemeente vastgestelde beleidskaders voor de fysieke leefomgeving. Artikel 2.2 Kwaliteitsdoelen 1. Burgemeester en wethouders beoordelen de kwaliteit van de uitvoering en handhaving van de betrokken wetten in het licht van daarvoor door hen krachtens artikel 7.2, eerste lid, van het Besluit omgevingsrecht gestelde doelen. 2. De doelen, waar deze gestalte krijgen in de uitvoering en handhaving van de betrokken wetten, bedoeld in artikel 2, hebben in ieder geval betrekking op: a. de dienstverlening; b. de uitvoeringskwaliteit van diensten en producten; c. de financiën. Artikel 2.3 Kwaliteitsborging 1. Burgemeester en wethouders stellen de kwaliteitscriteria voor de kwaliteit van uitvoering en handhaving vast, alsmede de daaruit voortvloeiende uitvoeringskaders. 2. Het kwaliteitsniveau voor uitvoering en handhaving is minimaal gelijk aan het bodemniveau voor de kwaliteit van uitvoering en handhaving. 3. Op de uitvoering en handhaving van de betrokken wetten door of in opdracht van burgemeester en wethouders zijn de in het eerste lid bedoelde kwaliteitscriteria van toepassing. 4. Over de naleving van de kwaliteitscriteria doen burgemeester en wethouders jaarlijks mededeling aan de gemeenteraad. 5. Voor zover de kwaliteitscriteria niet zijn of niet konden worden nageleefd, doen burgemeester en wethouders daarvan gemotiveerd opgave. 2/4

12 Hoofdstuk 3 Slotbepalingen Artikel 3.1 Inwerkingtreding en citeertitel 1. Deze verordening treedt in werking na bekendmaking. 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Kwaliteit Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving Omgevingsrecht Someren Aldus besloten in de vergadering van de raad van de gemeente Someren, de raadsgriffier, de voorzitter, J. Laurens Janse-Oostdijk A.P.M. Veltman 3/4

13 BIJLAGE BIJ VERORDENING Wetstechnische informatie Onderwerp Antwoord/ tip Overheidsorganisatie Gemeente Someren (verplicht) Officiële naam van de regeling Verordening Kwaliteit Vergunningverlening, Toezicht en handhaving (verplicht) Omgevingsrecht Someren 2016 Citeertitel Verordening Kwaliteit Vergunningverlening, Toezicht en handhaving Omgevingsrecht Someren 2016 Versie geldig tot (= vervaldatum) Vastgesteld door de gemeenteraad Gezien het voorstel van het 14 juni 2016 college d.d. Onderwerp of categorie Ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer (verplicht) Opmerkingen Wettelijke grondslag Wet algemene Bepalingen Omgevingsrecht en gemeentewet Gedelegeerde regelgeving Aard van de wijziging Het gaat om een nieuwe regeling Datum inwerkingtreding (datum inwerkingtreding nog invullen) (verplicht) Terugwerkende kracht Datum ondertekening 21 juli 2016 Bron verplichte elektronische op (publicatiedatum nog invullen) bekendmaking (GVOP) Bron bekendmaking t Contact, (datum bekendmaking nog invullen) (dienstverleningsafspraak naar de burgers) Kenmerk voorstel Dat wordt nu nog niet gebruikt in Someren. Is nu onbekend. 4/4