Locatie specifiek beleid Peuteropvang Springplank/ BSO Springplank De Verbinding B.V. Patty van den Biggelaar

Transcriptie

1 Locatie specifiek beleid Peuteropvang Springplank/ BSO Springplank De Verbinding B.V. Patty van den Biggelaar

2 Inhoud Inleiding Algemeen Openingstijden Pedagogische visie Uitgangspunten Gordon methode Pedagogisch doelstellingen Emotionele veiligheid Persoonlijke competentie Sociale competentie Waarden en normen Gezondheid en veiligheid Diversiteit Beroepskrachten Stagiaires Pauzes Extra ondersteuning Overleg Verzorging Voedselbereiding Eten en warm eten Warm eten Verschonen en zindelijkheid. 16 Locatie specifiek beleid peuteropvang en BSO Springplank. Pagina 2

3 4.5 Zieke kinderen Spelen en leren Dagritme Vrij spelen Buitenspelen Kring Thema's Activiteiten Activiteiten met de basisschool Verjaardagen VVE beleid Ouders Intake Wenprocedure Overdracht Oudergesprekken Overdracht van peuteropvang naar de baisschool Extra opvang Klachtencommissie De ruimte De groepsruimte De keuken De verschoontafel De hal Buitenspeelruimte 27 Locatie specifiek beleid peuteropvang en BSO Springplank. Pagina 3

4 8. Overige Poetsen Calamiteiten Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Vakanties Huisregels Vier ogen principe Stamgroepen en het verlaten van de groep..29 Locatie specifiek beleid peuteropvang en BSO Springplank. Pagina 4

5 Inleiding: U heeft nu het Locatie specifiek beleid van BSO en peuteropvang op de Springplank in Sint - Oedenrode, voor u. Hierin staat het specifiek beleid beschreven wat de leidsters en de stagiaires op deze locatie hanteren. Het beleid van de Verbinding is hierin verwerkt. Het uitgebreide plan is te lezen via de website; Locatie specifiek beleid peuteropvang en BSO Springplank. Pagina 5

6 1. Algemeen BSO en peuteropvang de Springplank is gevestigd binnen de muren van basisschool de Springplank in Sint-Oedenrode BSO en Peuteropvang Springplank is een locatie die bestaat uit 2 groepen. De peuteropvang met kinderen in de leeftijd van 2 jaar en 4 maanden t/m 4 jaar, deze groep bestaat uit 16 kindplaatsen. De BSO groep bestaat uit kinderen in de leeftijd van 4 jaar t/m 12 jaar. De BSO groep zou kunnen uitgroeien naar dertig kindplaatsen. Op dit moment zijn er op maandag en dinsdag meer dan 20 kinderen aanwezig. Op de dagen dat er meer dan 20 kinderen op de BSO zijn werken we met tafelgroepen. We werken met 3 tafelgroepen: 1 groep met kinderen uit groep 1,2 en 3, 1 groep met de kinderen uit groep 4,5 en 6, en 1 groep met kinderen uit groep 7 en 8. De tafelgroep met kinderen uit groep 7 en 8 zit in de hal. Bregje is het aanspreekpunt voor de kinderen tot 7 jaar, Yvonne is het aanspreekpunt voor de kinderen vanaf 7 jaar. De peuteropvang en BSO werken nauw samen met Basisschool Springplank. 1.1 Openingstijden De openingstijden van Peutergroep de Springplank zijn van uur tot uur. De peuteropvang is geopend op dinsdag en donderdag. De peuteropvang wordt aangeboden op twee dagdelen. Op deze dagen zijn dezelfde leidsters aanwezig zodat de kinderen zich veilig en geborgen kunnen voelen. Kinderen kunnen komen vanaf 2,4 tot 4 jaar. De groep bestaat uit maximaal zestien kinderen De openingstijden van de BSO zijn op maandag, dinsdag en donderdag van 15:00 tot 18:30. Op woensdag en vrijdag is onze BSO gesloten, opvang vindt dan plaats op BSO de Boerderij aan het Cathalijnepad. De voorschoolse opvang is van maandag t/m vrijdag van 7:30 tot 8:30. Tijdens de vakanties vindt er de gehele dag opvang plaats op de BSO. De BSO gaat dan open om 7:30 en sluit om 18:15. Als er weinig kinderen op de BSO zijn kan er besloten worden om 2 locaties samen te voegen. In dat geval sluit onze BSO aan bij BSO de Boerderij aan het Cathalijnepad. Locatie specifiek beleid peuteropvang en BSO Springplank. Pagina 6

7 2. Pedagogische visie: Wij werken op de groep met dezelfde pedagogische visie als De Verbinding. Hieronder staat beschreven wat dit inhoudt. 2.1 Uitgangspunten: Het bieden van veiligheid en geborgenheid, zodat het kind zich thuis voelt. Het stimuleren van de kinderen door projectmatig werken, een duidelijke dagstructuur en het scheppen van ontwikkelingsmogelijkheden. De eigen identiteit van het individuele kind staat centraal binnen de groepsbenadering. Het professioneel verzorgen van de kinderen. 2.2 Gordon methode: Bij de Verbinding werken wij met de Gordon methode. Een uitgebreide handleiding van deze methode is te vinden in de GGD - map. Nieuwe leidsters en stagiaires worden hier altijd op gewezen. De belangrijkste punten uit de methode zijn de ikboodschappen. Wij gebruiken deze dan ook om te communiceren met zowel kinderen, collega's als ouders. Belangrijk hierbij is om mensen met respect te behandelen en in hun waarde te laten. Dit wordt met deze methode gedaan. Specifiek naar de kinderen wil dit zeggen dat wij ze positief benaderen, ik - boodschappen geven en een actieve luisterhouding hebben ten opzichte van de kinderen. 2.3 Pedagogische doelstellingen: De Verbinding wil een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van kinderen tot mondige, zelfstandige en onafhankelijke mensen met een eigen persoonlijkheid. Door het aanbieden van veelzijdige speelmogelijkheden wordt de ontwikkeling van de kinderen gestimuleerd. Hierdoor leren kinderen zelfstandig te functioneren en hun eigen individuele mogelijkheden te ontdekken, met respect voor anderen en in harmonie met zichzelf en hun omgeving. Voor een optimale ontwikkeling heeft een kind een omgeving nodig die veilig is en waar groei mogelijk is. Als een kind zich emotioneel veilig voelt, kan het zich openstellen voor andere kinderen en de wereld om zich heen. Er is ruimte voor persoonlijke groei en ontwikkeling. In het pedagogisch handelen, sluiten de pedagogisch medewerkers van kinderopvang, peuteropvang en buitenschoolse opvang aan bij de vier pedagogische doelen van Marianne Riksen-Walraven (hoogleraar op de leerstoel Theorievorming en empirisch onderzoek op het gebied van de kinderopvang) en voegen er nog twee belangrijke pedagogische doelstellingen aan toe. Locatie specifiek beleid peuteropvang en BSO Springplank. Pagina 7

8 De Verbinding wil alle kinderen het volgende bieden: Emotionele veiligheid. Stimuleren van persoonlijke competentie. Stimuleren van sociale competentie. Overbrengen van waarden en normen. Gezondheid en veiligheid. Respect voor diversiteit. In het algemeen pedagogisch beleid van de Verbinding is de verdere uitwerking van deze pedagogische doelen te vinden. We willen in dit locatie specifiek beleid voorbeelden toevoegen van de pedagogische doelen uit de dagelijkse praktijk van onze peuteropvang en BSO Emotionele veiligheid: Het bieden van emotionele veiligheid staat als eerste doel, omdat een onveilig klimaat het realiseren van andere doelstellingen in de weg staat. Het is belangrijk om kinderen emotionele veiligheid te bieden. We bieden de kinderen een sfeer van geborgenheid en een veilige, vertrouwde en stimulerende omgeving. Hoe wij zorgen voor een veilig klimaat wordt hieronder uitgelegd aan de hand van een aantal factoren. Het contact tussen de pedagogisch medewerker en de kinderen. We werken met vaste pedagogisch medewerkers op de groepen, dit draagt bij aan een gevoel van veiligheid. Dit zorgt ervoor dat de kinderen de leidsters goed kennen en andersom. Een kind weet dan wie het kan vertrouwen en de leidster weet hoe zij het kind kan begeleiden en stimuleren. De leidsters kennen de kinderen bij naam en gedragen zich sensitief en responsief. Soms komt het voor dat er een vaste leidster niet aanwezig is. Er wordt dan gezorgd voor een invalskracht. Zij wordt voorgesteld aan het kind en de vaste leidster geeft het kind het vertrouwen dat ook de invalskracht fijn met ze komt spelen en goed voor ze zal zorgen. Indien er inval nodig is wordt dit tijdig met de ouders gecommuniceerd door middel van en het whiteboard op de gang. Iedere leidster werkt aan een band met elk kind individueel door persoonlijk contact te maken met het kind. We gaan in gesprek met een kind op ooghoogte zitten en we kijken de kinderen aan als ze met ze praten. Het kind krijgt de mogelijkheid om te knuffelen en op schoot te zitten. Op de BSO geven het kind de mogelijkheid 1 op 1 een gesprek met ons aan te gaan of bijvoorbeeld een gezelschapsspel te doen. Daarnaast geven we het kind positieve aandacht door het kind positief te benaderen en te complimenteren. We laten het kind merken dat we trots zijn door te reageren op een spelend kind of een mooi werkje wat het kind heeft gemaakt. Door op de hoogte te zijn van de leefwereld van het kind kunnen wij een band opbouwen. Tijdens de overdracht met ouders bespreken we dingen die er in de Locatie specifiek beleid peuteropvang en BSO Springplank. Pagina 8

9 leefwereld van het kind spelen, bijvoorbeeld wanneer een kind in het weekend ergens naartoe is geweest. Zo kunnen wij daar gedurende de dag eens op terug komen en deze herkenbare dingen aandragen. Dat geeft het kind een vertrouwd gevoel en een gevoel van herkenbaarheid. Proberen in te spelen op de behoeften van het kind is ook belangrijk voor een veilig klimaat. Door te kijken en luisteren naar het kind, zowel naar de verbale als de nonverbale signalen, erachter komen wat het kind op dat moment nodig heeft of waarom het kind op dat moment iets niet wil doen. Wat zijn op dat moment de behoeften van het kind en in hoeverre kunnen wij inspelen op de behoeften van het kind? Bijvoorbeeld een kind wil niet samenspelen terwijl hij/zij dat altijd goed doet. Samen met het kind proberen we er dan achter te komen waarom hij niet wil samenspelen. Als er dan uitkomt dat hij een beetje ruzie heeft spelen we daarop in. Echter betekent inspelen op de behoeften van het kind niet dat we de wensen van het kind zoals zij die zelf kenbaar maken altijd (direct) inwilligen. Wij vinden het belangrijk dat een kind zich in zijn of haar eigen tempo kan ontwikkelen. Dus we kijken naar het kind zelf, wat heeft het kind nodig, waar is het kind heel goed in of waar moeten we het kind nog meer stimuleren. Voor ons is het belangrijk dat een kind zichzelf kan zijn. De kinderen krijgen ruimte voor eigen initiatief. Ze mogen vrij spelen en eigen materiaal uitkiezen. Wanneer het kind lijkt vast te lopen begeleiden wij het kind hierbij. We kijken naar het kind en bieden het kind spel- en speelmateriaal aan. Als blijkt dat het kind bijvoorbeeld een bepaalde puzzel al goed zelfstandig kan maken, bieden wij een moeilijke puzzel aan. Op de BSO helpen we de kinderen ook met werk van school, dit kan in een klein groepje gebeuren of 1 op 1. Het contact tussen pedagogisch medewerkers en de ouders Wij vinden het belangrijk om goed contact met de ouders te onderhouden. Voor kinderen tot 1 jaar geldt dat wij een overdrachtschriftje bijhouden als ouders dat fijn vinden. Daarnaast streven wij ernaar om elke ouder te spreken tijdens de breng- en haalmomenten. (zie hoofdstuk 6). Het contact tussen pedagogisch medewerkers onderling Als leidsters hebben wij een voorbeeldfunctie voor de kinderen. Wij kunnen kinderen laten zien hoe je op een goede manier met elkaar omgaat. Bijvoorbeeld door een collega gezondheid te wensen als ze niest of als je iets vraagt of krijgt alsjeblieft of dankjewel te zeggen. Aan de oudere kinderen op de BSO proberen we te laten zien wat goed samenwerken is. Ook al zijn er soms verschillende meningen en interesse, toch kan er samen een doel worden behaald. Structuur in de dag en aangeboden activiteiten: Door een vast dagritme creëren wij een gevoel van veiligheid voor de kinderen. De kinderen kunnen aan de dagritmekaarten van de methode Uk en Puk zien wat we gaan doen. Daarnaast werken wij met thema s en activiteiten die aansluiten bij de belevingswereld van het kind. De thema s komen uit de methode Uk en Puk of Locatie specifiek beleid peuteropvang en BSO Springplank. Pagina 9

10 hebben te maken met jaargetijden of feestdagen. De thema s en activiteiten worden via een vaste structuur aangeboden waarbij pop Puk een leidraad is. En zeker niet onbelangrijk voor het kind is het vieren van zijn of haar verjaardag. Ook dit gebeurt volgens een vaste structuur. (zie hoofdstuk 5 voor onder andere het dagritme, uitleg over het werken met thema s en verjaardagen.) Op de peuteropvang werken we in samenwerking met de Springplank school met logo3000. We hebben hier praatplaten en woordwebben voor die we dagelijks behandelen. In de BSO hebben de kinderen vrije tijd en mogen ze zelf beslissen hoe ze deze tijd willen benutten. We proberen de kinderen uit te dagen en te stimuleren met de activiteiten die we aanbieden maar het is de keuze van het kind om wel of niet deel te nemen aan de aangeboden activiteiten. Ook op de BSO werken we thema gericht en besteden we aandacht een de feestdagen en seizoenen. Wij handelen consequent en voorspelbaar voor de kinderen. Door zo veel mogelijk uit te uitleggen wat er gaat gebeuren of waarom iets wel of niet mag, weet het kind wat het kan verwachten en wat er van hem of haar verwacht wordt. Hierdoor worden situaties voorspelbaar en overzichtelijk voor het kind. Een kindvriendelijke omgeving Voor het gevoel van veiligheid is het belangrijk dat de kinderen kunnen spelen in een overzichtelijk, duidelijk ingedeelde ruimte. Daarom hebben wij onze ruimte onderverdeeld in hoeken, zoals een poppenhoek. Door een vaste indeling is de groepsruimte voor het kind veilig en vertrouwd. We zorgen daarnaast ook voor nieuwe uitdagingen door materiaal aan te passen of te vervangen en een thematafel in te richten Persoonlijke competentie Met persoonlijke competentie bedoelen wij emotionele vrijheid, veerkracht, zelfstandigheid, nieuwsgierigheid, zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit. Deze kenmerken zijn belangrijk en onderling nauw verbonden. Jonge kinderen gaan op zoek naar ervaringen en de grenzen van hun kunnen. Hieronder wordt beschreven hoe wij het kind helpen bij de persoonlijke ontwikkeling. Stimuleren en motiveren bij persoonlijke ontwikkeling Wij stimuleren en motiveren het kind bij de persoonlijke ontwikkeling door bijvoorbeeld het kind zelf te laten ontdekken en zelf te laten ervaren wat het wel of niet kan. Een voorbeeld is een kind dat nieuwe kleren ontdekt voor de pop en deze kleren probeert aan te doen. Een ander voorbeeld is een kind dat op de BSO voor de 1 e keer een nieuw gezelschapsspel uitprobeert en na even spelen de spelregels zelf kan toepassen. In elke situatie schatten we in wat het kind kan en laten hem of haar dat ontdekken en ervaren tot op zekere hoogte. We geven het kind de ruimte om fouten te maken en zelf te ontdekken hoe het misschien anders kan of waarom het fout gaat. Door middel van vragen stellen laten we ze hier zelf over nadenken en zo kunnen ze ontdekken of het een juiste aanpak Locatie specifiek beleid peuteropvang en BSO Springplank. Pagina 10

11 of beslissing was. Bij jongere kinderen leggen we uit en geven we het goede voorbeeld. Spelenderwijs leren kinderen hun persoonlijke competentie te vergroten. Wij bieden verschillende materialen aan en dagen het kind uit om nieuwe activiteiten te doen. Tijdens het uitvoeren van een activiteit motiveren wij het kind en we laten het kind trots zijn op het eindresultaat. Dit doen we door met de kinderen bezig te zijn, verbaal en non-verbaal te ondersteunen zoals een complimentje geven of een aai over het hoofd of een dikke duim. Dit helpt het kind om zelfvertrouwen op te bouwen. Persoonlijke competentie De activiteiten die we aanbieden in de peuteropvang en BSO zijn erg variërend. We proberen zo veel mogelijk om de verschillende interesse gebieden bij de kinderen aan bod te laten komen. We bieden sportieve activiteiten aan, technische, taal, creatieve, zintuiglijke en kookactiviteiten. Ook stimuleren we zoveel mogelijk de eigen inbreng van de kinderen en het vrije spel. Door middel van de verschillende, uitdagende hoeken proberen we kinderen te stimuleren in hun vrije spel. Ook hebben de groepsruimtes plekken waar de kinderen hun rust kunnen pakken. We proberen als Pm er aan te sluiten bij de leermomenten van de kinderen. We observeren de spelmomenten van de kinderen en laten kinderen in eerste instantie zelf probleemsituaties oplossen mochten deze zich voordoen. Als we merken dat er behoefte is aan hulp van ons zullen we samen met de kinderen zoeken naar oplossingen. Het kind is bij ons onderdeel van een groep. En in relatie met andere kinderen kan het kind ook werken aan zijn of haar persoonlijke ontwikkeling. Onderdeel zijn van een groep vraagt verschillende vaardigheden van het kind, zoals delen, samen spelen, op je beurt wachten. Dat soort vaardigheden leert het kind spelenderwijs door in een groep te zijn. Alle ervaringen en waarnemingen van het kind en hoe wij daar als leidster op reageren zijn gekoppeld aan de taalontwikkeling. Door onder andere dingen te benoemen waar het kind naar wijst of door met het kind een gesprek aan te gaan of vragen te stellen stimuleren wij de taalontwikkeling Sociale competentie Met de sociale competentie bedoelen wij de kennis en vaardigheden op het gebied van samen spelen, andere kinderen helpen, op je beurt wachten, voor jezelf opkomen, om kunnen gaan met conflictsituaties, rekening houden met elkaar, etc. Hieronder wordt beschreven hoe wij het kind helpen bij de sociale ontwikkeling. Stimuleren en motiveren van de sociale ontwikkeling Bovengenoemde sociale vaardigheden leert het kind in interactie met andere kinderen en met de leidsters. Ons doel als leidsters hierbij is om deze interactie tussen de kinderen te versterken en te verbeteren. We laten het kind zelf contact Locatie specifiek beleid peuteropvang en BSO Springplank. Pagina 11

12 zoeken met andere kinderen en wanneer het kind hierin vastloopt helpen en stimuleren wij het kind hierbij. Door groepsactiviteiten aan te bieden in grote en kleine groepen stimuleren wij en moedigen wij de kinderen aan om contact te maken met elkaar en samen iets te ondernemen. Tijdens een dergelijke groepsactiviteit blijft er ook altijd aandacht voor elk individueel kind. We stellen ons zelf steeds vragen, zoals hoe gaat het kind om met de groep, waar gaat het goed en waar heeft het kind moeite mee. Hier spelen wij op in door bijvoorbeeld een kind wat niet tot nauwelijks in contact komt met andere kinderen te begeleiden en stimuleren. Hoe wij het kind stimuleren is afhankelijk van de situatie en de behoefte van het kind. Soms is het goed om een groepsactiviteit te doen of te zorgen dat een kind mee kan spelen met een groepje kinderen. Soms heeft een kind juist behoefte aan individueel spel en daar houden we dan ook rekening mee door het kind alleen te laten spelen of een activiteit aan te bieden aan tafel, zodat het kind een moment voor zichzelf heeft. Op de peuteropvang hebben we kinderen in de leeftijd van 2 t/m 4 jaar. Een vaardigheid zoals elkaar helpen komt hier regelmatig aan bod. De grotere kinderen vinden het leuk om de kleinere kinderen te helpen en het goede voorbeeld te geven. Dit stimuleren wij dan ook. Dit passen we ook toe op de BSO. De oudere BSO kinderen zetten bijvoorbeeld soms een speurtocht met vragen uit voor de jongere kinderen. Conflictsituaties laten wij de kinderen zoveel mogelijk zelf proberen op te lossen. Vaak komt het kind direct naar ons toe als een ander kind iets heeft afgepakt bijvoorbeeld. Een van de leidsters gaat dan met het kind mee naar het andere kind en helpt hen in de communicatie om aan te geven wat het kind wel en niet fijn vindt en wat hij of zij graag zou willen. Hierdoor leert het kind verschillende vaardigheden, zoals voor zichzelf opkomen, benoemen wat hij of zij wel en niet fijn vindt en dingen zelf oplossen. Wanneer het kind huilt, vragen wij het andere kind of hij of zij weet en ziet wat er aan de hand is en waarom het kind moet huilen. Zo leert het kind zich verplaatsen in een ander Waarden en normen Het hebben van waarden en normen en het overdragen hiervan vinden wij belangrijk. Veel van deze waarden en normen hebben te maken met het omgaan met elkaar, rekening houden met elkaar, respect hebben voor elkaar, delen met elkaar, wachten op je beurt, etc. Hieronder is beschreven hoe wij onze waarden en normen overdragen. Overdragen van waarden en normen Een norm die wij op de groep hanteren is dat we ieder kind als gelijkwaardig en waardevol zien. Door open te staan voor diversiteit en in te gaan op dingen die voor een kind anders kunnen zijn, laten wij dit zien. Een voorbeeld een kind dat nog niet zo goed kan praten, mag ook iets zeggen in de kring. Of een kind dat een andere huidskleur heeft, mag ook spelen met die blokken. Locatie specifiek beleid peuteropvang en BSO Springplank. Pagina 12

13 Daarnaast vinden wij het ook belangrijk dat kinderen goed omgaan met dieren, natuur en materialen. Voor dieren hoor je lief te zijn, blaadjes hoor je niet van de boom af te trekken en materialen dienen gebruikt te worden waar ze voor gemaakt zijn, dus met een blokje hoor je niet te gooien. Wij hebben verschillende normen en waarden die ook verbonden zijn met onze huisregels. Deze leven wij na en we wijzen de kinderen daarop. Als leidsters zijn wij van belang bij het overbrengen van de normen en waarden. Wij geven het goede voorbeeld. Wanneer een kind de bij ons geldende normen en waarden niet naleeft, gaan wij in gesprek met het kind en proberen we het kind uit te leggen waarom die bepaalde waarde of norm van belang is. Een voorbeeld, het kind gooit met blokjes. We vragen het kind wat hij of zij aan het doen is en waarom hij of zij dat doet. We luisteren naar het kind en leggen uit wat niet mag en ook wat we dan wel verwachten. In het voorbeeld zou het dus zijn dat we uitleggen dat we niet met blokjes mogen gooien, ze kunnen dan kapot gaan of ze komen op een ander kind en dat doet pijn. Als alternatief bieden we aan dat als het kind graag wil gooien, dan mag het straks buiten met de bal gooien. We straffen de kinderen alleen in het herhaaldelijk begaan van fouten. Ook bij het straffen kijken we naar de behoefte van het kind. Voor sommige kinderen is het goed om ze even uit de situatie te halen, voor andere juist niet. Sommige kinderen krijgen een time-out, andere meteen een gesprek. Ook bij het belonen wordt gekeken naar de behoefte van het kind. Belonen kan doormiddel van een compliment, het geven van een sticker, het krijgen van extra computertijd etc Gezondheid en veiligheid Een gezonde en veilige omgeving zorgt ervoor dat kinderen zich op een goede manier kunnen ontwikkelen. Daarom vinden wij dat erg belangrijk op onze groep. Bij gezondheid valt te denken aan wassen van de handen, hygiënisch omgaan met materialen, tegengaan van verbranden van de huid, omgaan met ziekte, etc. Bij veiligheid hoort onder andere het aanwezig zijn van giftige stoffen, de veiligheid van materiaal, veiligheid bij het slapen, etc. (zie hoofdstuk 8) Diversiteit Wij staan open voor alle kinderen, ongeacht hun achtergrond. Voor ons is het belangrijk dat elk kind zich thuis voelt bij ons en daar besteden we dan ook veel aandacht aan. Wij leren kinderen respect te hebben voor zichzelf door het kind zijn eigen behoeftes en emoties te laten herkennen en verwoorden, eigen keuzes te laten maken, zelfvertrouwen te laten ontwikkelen en voor zichzelf op te leren komen. Dit doen wij op de manier zoals bij de bovenstaande doelstellingen naar voren is gekomen. Daarnaast leren we het kind ook respect te hebben voor elkaar en andere mensen in hun omgeving door verschillen te benoemen en te laten zien dat iedereen anders en uniek is, maar daarom net zo leuk en lief. Het is goed dat kinderen zien dat niet alles voor iedereen vanzelfsprekend is of alles net zo makkelijk gaat. Een Locatie specifiek beleid peuteropvang en BSO Springplank. Pagina 13

14 voorbeeld, een kind op de groep dat nog niet goed (Nederlands) praat. We leggen de andere kinderen uit wat het kind wel en niet kan en bedenken samen met de kinderen hoe we elkaar kunnen helpen om toch zoveel mogelijk samen te kunnen doen. 3. Beroepskrachten Op de peuteropvang en de BSO werken we met vaste medewerkers. De pedagogisch medewerkers van de peuteropvang zijn: Bregje Reichert- van der Vorst, zij is in het bezit van een diploma SPW 3. Yvonne Vos zij is in het bezit van een diploma als onderwijsassistent niveau 4. Bij de BSO werken: Bregje Reichert-van der Vorst zie hierboven, Yvonne Vos zie hierboven en Felicia van der Schans, Felicia heeft het diploma SPH. Hieronder in de schema s is te zien welke pedagogisch medewerker werkzaam is op welke dag. Peuteropvang: Dinsdag Bregje Reichert Yvonne Vos Donderdag Bregje Reichert Yvonne vos Bregje Reichert en Yvonne Vos beginnen om uur en eindigen in de Peuteropvang om uur. BSO Maandag Dinsdag Donderdag Bregje Reichert Bregje Reichert Bregje Reichert Yvonne vos Yvonne Vos Yvonne Vos Felicia van der Schans Felicia van der Schans Bregje Reichert begint in de BSO om uur en eindigt om uur. Yvonne Vos begint in de BSO om uur en eindigt om uur. Felicia begint om 14:30 en werkt tot 17:00. Omdat we altijd met 2 personen sluiten wordt er niet afgeweken van het beroepskracht-kind ratio. Het kan voorkomen dat een pedagogisch medewerker een dag eerder stopt met werken, dit gebeurt alleen in goed overleg met Patty en alleen als er voldoende kinderen naar huis zijn. Wanneer er 10 kinderen of minder zijn kan een pm er met uitzondering eerder weg. Voor 18:00 zijn er altijd 2 pedagogisch medewerkers. Locatie specifiek beleid peuteropvang en BSO Springplank. Pagina 14

15 3.1 stagiaires Op de groep kunnen stagiaires aanwezig zijn. Vaak is dit één stagiaire per dag. Deze stagiaires komen op vaste dagen voor een langere periode. Dit zorgt ervoor dat zij de kinderen leren kennen en deze vertrouwd kunnen worden met hen. Voor de stagiaires gelden dezelfde regels en protocollen als voor de leidsters. Bij het begin van de stage worden stagiaires hierop gewezen en krijgen zij het stageboekje mee met informatie over de organisatie. Daarnaast wordt hen gewezen op het VOG en op de GGD map. Patty heeft de eerste contacten met de stagiaires. Zij voert de kennismakingsgesprekken en geeft daarin informatie over De Verbinding en wijst hen op de regels. De stagiaires worden verdeeld over de locaties en per locatie wordt er één medewerkster aangewezen als stagebegeleidster. Die medewerkster voert de gesprekken met de stagiaire over het leerproces en heeft contact met school. 3.2 Pauzes Zowel leidsters en stagiaires hebben in de ochtend recht op 10 minuten koffie pauze. Koffie/ thee wordt gedronken op de groep. Er mag geen thee los op de tafel staan. Deze pauze is s morgens en s middags. Tussen uur en uur hebben de pedagogisch medewerkers een uur pauze. Deze pauze hebben ze op de groep of ze mogen wanneer de groep dit toestaat een uurtje weg van de groep. Hierin dienen de leidsters wel rekening te houden met het vier ogen principe. Dit houdt in dat op ieder moment van de dag iemand moet mee kunnen kijken. Wanneer de school open is, dus niet in de vakantie, is dat geen probleem. De gordijnen dienen dan open te zijn zodat er altijd iemand binnen kan kijken. In de vakantie periode moet men echter altijd met twee personen zijn op deze locatie. 3.3 extra ondersteuning Het komt voor dat er één leidster aanwezig is op het dagcentrum. Dit kan zijn omdat de tweede leidster nog niet aanwezig is of omdat de groepssamenstelling het toelaat dat er maar één leidster op de groep staat. Wanneer er zich een situatie voordoet waarin extra ondersteuning nodig is, kan er altijd een beroep gedaan worden op Patty en/of Sarina. Zij kunnen in enkele minuten op de locatie aanwezig zijn. Daarnaast mogen we gebruik maken wanneer dit nodig is van de BHV-ers die werkzaam zijn binnen openbare basisschool de Springplank. Zie ook 8.2 calamiteiten. 3.4 overleg Eén keer per maand vindt er met ons en een directielid (Patty van den Biggelaar) overleg plaats op kantoor. In dit overleg worden verschillende zaken besproken, zoals het beleid, de protocollen, risico inventarisatie en algemene vragen of opmerkingen met betrekking tot het werk op de groep. Dit overleg wordt gehouden na peuteropvang tijd en voor BSO tijd. Locatie specifiek beleid peuteropvang en BSO Springplank. Pagina 15

16 4. Verzorging 4.1 Voedselbereiding Al het voedsel wordt (voor)bereid in de keuken. Voor de voedselbereiding gelden de regels die in de protocollenmap beschreven staan. 4.2 Eten en warm eten: Er zijn drie eet moment per dag. Dit is namelijk het fruit, het middag eten en het avond eten. Voor het fruit en de lunch zorgt De Verbinding en voor het avondeten zorgen de ouders zelf. Eten doen wij altijd gezamenlijk aan tafel. Vooraf worden altijd de handen van de kinderen gewassen. Ook na het eten worden de handen en monden van de kinderen gewassen. In principe wordt dit gedaan met een washand die bij ieder kind vernieuwd wordt. Wij streven ernaar om de kinderen zoveel mogelijk te stimuleren om hun fruit, boterham en avondeten op te eten. Hierbij kijken wij echter wel naar het kind. Is het kind misschien niet helemaal fit, vindt het kind wat het te eten krijgt niet lekker of is het kind de leidster aan het uitproberen zijn vragen die wij ons hierbij stellen. Aan tafel gelden enkele regels. Zo dienen de kinderen aan tafel te blijven zitten totdat zij hun fruit, boterham of avondeten op hebben. 4.3 Warm eten: Voor het warm eten in de avond zorgen de ouders zelf. Ouders dienen voordat de kinderen warm eten krijgen bij De Verbinding een overeenkomst te ondertekenen. In de overeenkomst staat aangeven dat ]wanneer kinderen ziek worden van het warm eten De Verbinding daarvoor niet aansprakelijk kan worden gesteld. Ouders dienen er zelf voor te zorgen dat het warm eten op een goede manier van thuis naar de BSO gebracht wordt. Wanneer eten is ingevroren dienen ouders dit naar de BSO te brengen in een daarvoor bestemde diepvries tas. 4.4 verschonen Wij hebben een vast verschoningsmoment, namelijk: Na het kringetje Natuurlijk zullen wij zodra wij merken dat een kind ontlasting in de luier heeft of een volle luier heeft deze direct verschonen. Tijdens het verschonen letten wij altijd op de hygiëne en werken wij volgens de regels en protocollen die in de ggd-map beschreven staan. Locatie specifiek beleid peuteropvang en BSO Springplank. Pagina 16

17 Hierbij valt te denken aan het wassen van de handen en het reinigen van het verschoningskussen. zindelijkheid Als wij merken dat kinderen hieraan toe zijn, of op verzoek van de ouders, beginnen wij met zindelijkheidstraining. Dit alles gebeurt te allen tijde in overleg met ouders. Middelen die wij hiervoor gebruikten zijn de vissenkom en boekjes. Wij hebben een boek over zindelijkheid wat regelmatig met het kind gelezen wordt. Op deze manier blijft het kind geïnteresseerd in zindelijkheid en krijgt het enig idee wat het inhoud. De vissenkom is het beloningssysteem dat wij gebruiken. Als een kind op het toilet plast mag het een sticker plakken in de vissenkom. De volgende stappen worden ondernomen in het traject om een kind zindelijk te maken: Als een kind een droge luier heeft tijdens het verschonen word het kind enthousiast gemaakt om op de wc te zitten. Komt er een plas/poep dan wordt het kind beloond met een sticker. De volgende stap is om het kind regelmatig op het toilet te zetten om succeservaringen te krijgen. Hierbij is het belangrijk om de kinderen enthousiast te maken en ze te belonen. Heeft het kind regelmatig succeservaringen dan wordt de luier uitgedaan. Plassen of poepen kinderen dan op het toilet mogen zij weer een sticker plakken. Hierbij wordt gestreefd om kinderen zelf aan te laten geven wanneer ze naar het toilet moeten, maar is het ook nog steeds van belang om als leidster de kinderen regelmatig even op het toilet te laten zitten. Als het kind gedurende de dag geen luier meer aan heeft en het aantal ongelukjes tot een minimum is gereduceerd zijn wij van mening dat een kind zindelijk is. De periode van zindelijk worden wordt dan ook afgesloten door de vissenkom mee naar huis te geven. Bij alle stappen is het van belang om kinderen erbij te betrekken om mededelingen te doen naar ouders. Bijvoorbeeld als ze geplast hebben op het toilet of geen luier aangehad hebben. Op deze manier bouwen zij trots op voor wat ze doen. 4.5 zieke kinderen Bij twijfel of kinderen ziek zijn wordt altijd de temperatuur gecontroleerd. Bij een temperatuur hoger dan 38 graden nemen wij altijd contact op met de ouders. Wij informeren hen over de gemoedstoestand van het kind en samen word gekeken naar het volgend handelen. Wij zijn van mening dat ieder kind anders is en dat ouders zelf in staat zijn om in te schatten wat het beste voor hun kind is, daarom is er geen vaste temperatuur dat kinderen perse naar huis moeten. Kinderen mogen blijven indien zij een paracetamol krijgen. Wanneer kinderen paracetamol krijgen dienen ouders hiervoor een document te hebben ondertekend Locatie specifiek beleid peuteropvang en BSO Springplank. Pagina 17

18 en mits zij niet zodanig de aandacht van de leidsters opeisen dat het ten koste gaat van andere kinderen. Bij constateren van verhoging of koorts houden wij kinderen altijd extra in de gaten en bieden wij ze extra drinken aan om hun vocht op peil te houden. 5. Spelen en Leren 5.1 Dagritme Voorschoolse opvang: uur komen de kinderen van de BSO in de voorschoolse opvang op het kinderdagverblijf. Ymke, Manon of Yvonne ontvangt deze kinderen. Tot uur zijn er vijf tot zeven kinderen van de BSO in opvang. De kinderen worden in de ochtend bezig gehouden met passende activiteiten. Ymke, Manon of Yvonne brengen de kleinere kinderen naar de klassen, de grotere kinderen lopen zelf naar de klassen. Dagritme peuteropvang de Springplank: uur: Kinderen worden gebracht door de ouders. Ouders kunnen in het kort aangeven hoe het met het kind gaat. Zijn er nog aandachtspunten moet de leiding ergens op letten? uur uur: Kinderen mogen vrij spelen. Hieronder wordt verstaan dat ze zelf mogen kiezen wat ze willen gaan doen. Soms biedt de pedagogisch medewerker de kinderen spelmateriaal aan. In het aanbieden van spelmateriaal kan gedacht worden aan het aanbieden van ontwikkelingsgericht materiaal. We mogen gebruik maken van het spelmateriaal van de groep beneden. De pedagogisch medewerkers observeren de kinderen en bieden hulp, in spelvorm, in de persoonlijk ontwikkelingen van de kinderen uur uur: Kinderen krijgen fruit. De pedagogisch medewerksters maken het fruit van de kinderen schoon. Dit fruit wordt meegegeven vanuit thuis. Kinderen kunnen dan zelf bepalen wat ze willen eten. Bij het fruit eten wordt er een verhaal voorgelezen. Dit verhaal wordt uitgewerkt in een project. Bij deze kring hangen de pictogrammen waarin wordt aangegeven wat de kinderen die dag gaan doen. Kinderen weten door naar het dagprogramma te kijken wat er van hen verwacht wordt en wanneer. Locatie specifiek beleid peuteropvang en BSO Springplank. Pagina 18

19 10.00 uur uur: Kinderen gaan werken aan tafel, project uitwerken. Bij het uitwerken van een project gaan we van allerlei gebieden van de kinderen stimuleren. Zo stimuleren we de grove motoriek, de fijne motoriek de sociaal emotionele motoriek en de cognitieve motoriek uur uur: Kinderen mogen buiten spelen, wanneer het weer dat toelaat. Kinderen van de peuteropvang mogen gebruik maken van de buitenruimte van de school. Het kan in de activiteitenplanning voorkomen dat er gebruik gemaakt kan worden van het schoolplein buiten de hekken van de peuteropvang. De pedagogisch medewerkers dragen zorg dat de omgeving van de kinderen gewaarborgd worden uur uur: Kinderen gaan in de kring, ze krijgen een koekje en drinken. Tijdens de kring komt puk en wordt er samen met Puk een koekje getoverd. Tijdens deze kring worden er liedjes aangeboden aan de kinderen uur uur: Kinderen worden opgehaald door hun ouders en gaan naar huis. Wanneer ouders hun kind ophalen zorgen we voor een goede overdracht. De pedagogisch medewerker ontvangt de ouders en verteld hoe het die dag gegaan is met hun kind. Je kunt dan denken aan eten, drinken en spelen. Maar daarnaast informeert de leidsters de ouders ook naar de ontwikkeling van het kind. Wat zijn aandachtspunten. Wat kan een kind al heel goed, maar waar moet het zich nog in ontwikkelen. Dit Schema is een leidraad voor de pedagogisch medewerksters. Het belangrijkste is dat de pedagogisch medewerksters zo goed mogelijk proberen aan te sluiten bij de mogelijkheden en wensen van het individuele kind met daarbij structuur en duidelijkheid. Dagritme BSO de Springplank: Op BSO de Springplank wordt met het volgende dagritme gewerkt uur: Kinderen worden gebracht door de ouders uur uur: Kinderen mogen vrij spelen. Kinderen worden door Ymke, Anouk, Manon of Yvonne naar de klassen gebracht gebracht uur: Kinderen zitten in de klas uur: Kinderen komen binnen en krijgen fruit en drinken. Er wordt even gepraat over van alles wat de kinderen bezig houd of meegemaakt hebben. Nieuwe kinderen worden voorgesteld. Soms wordt er een verjaardag gevierd. Locatie specifiek beleid peuteropvang en BSO Springplank. Pagina 19

20 uur: Er worden afspraken met kinderen gemaakt voor wat betreft de activiteiten Er is activiteiten programma waarin de ontwikkelingsgebieden van de kinderen gestimuleerd worden. Kinderen mogen daaraan deelnemen maar hoeven dit niet. Ze zijn al de gehele dag op school geweest en daarom mogen ze doen wat ze willen uur uur: sommige kinderen krijgen om uur krijgen kinderen een warme maaltijd als ze bv naar sporten gaan. Ouders kiezen daar zelf voor. Wij warmen het eten op uur uur: Kinderen worden opgehaald door hun ouders. Er is een mondelinge overdracht. Dit Schema is een leidraad voor de pedagogisch medewerksters. Het belangrijkste is dat de pedagogisch medewerksters zo goed mogelijk proberen aan te sluiten bij de mogelijkheden en wensen van het individuele kind met daarbij structuur en duidelijkheid. Vakantie opvang: Tijdens de vakanties vindt er de gehele dag opvang plaats op de BSO. De BSO gaat dan open om 7:30 en sluit om 18:15. Als er weinig kinderen op de BSO zijn kan er besloten worden om 2 locaties samen te voegen. In dat geval sluit onze BSO aan bij BSO de Boerderij op het Cathalijnepad. Een dagschema van een dag in de vakantie ziet er als volgt uit: 7.30 uur 9.00 uur Kinderen worden naar de BSO gebracht en mogen vrij spelen uur 9.30 uur Er wordt een actriviteit voorbereid en uitgelegd. En er wordt een begin gemaakt aan een activiteit uur 9.45 uur We gaan gezamenlijk fruit eten. Het fruit wordt door ons verzorgd. We schillen verschillende soorten fruit en de kinderen kunnen zelf een keuze maken van het fruit dat ze willen eten uur uur Er wordt verder gewerkt aan de activiteit, kinderen mogen tijdens of na de activiteit zelf vrij spelen. Ook wordt er opgeruimd en de tafels worden gedekt uur uur We gaan lunchen met de kinderen. De lunch wordt door ons verzorgd. Verschillende soorten hartig en zoet beleg worden op tafel gezet. Er zijn ook verschillende soorten zuivel die de kinderen kunnen drinken: melk, chocomelk en yoghi uur uur Tijd om even uit te rusten. De kinderen kunnen even een film kijken of een boekje lezen, kinderen die willen mogen ook even computeren. Natuurlijk mag er ook vrij worden Locatie specifiek beleid peuteropvang en BSO Springplank. Pagina 20

21 gespeeld. De pedagogisch medewerkers ruimen de lunch op en er wordt pauze genomen uur uur Er wordt verder gewerkt aan een activiteit of er wordt een nieuwe activiteit uitgelegd. Als er in de ochtend nog niet is buiten gespeeld gebeurd dit in de middag uur uur De kinderen krijgen een koekje en wat ranja aangeboden. We gaan gezellig met zijn alle aan tafel zitten uur uur Vrij spelen en de kinderen worden opgehaald. 5.2 vrij spelen In de groepsruimte mogen de kinderen vrij spelen. Er zijn open kasten waar zij zelf speelgoed uit mogen pakken. Daarnaast is er speelgoed dat in afgesloten bakken staat. Dit wordt door de leidsters aangeboden aan de kinderen. Het speelgoed is er voor de kinderen om te spelen maar daarnaast heeft het ook een stimulerende functie. Zo hebben wij voor ieder ontwikkelingsgebied speelgoed om de ontwikkeling van het kind te stimuleren. Kinderen worden vrij gelaten in hun spel maar indien de leidster merkt dat een kind dit nodig heeft worden de kinderen hierin begeleid. Hierbij wordt naar ieder kind specifiek gekeken wat de behoefte zijn en welk speelgoed daarbij past. Ook in de hal voor de BSO ruimte, de gymzaal, het schoolplein en de mediatheek wordt er vrij gespeeld door de kinderen. Ook kan het voorkomen dat er activiteiten in deze ruimte worden uitgevoerd, dit staat dan omschreven in de activiteitenkalender. De stamgroep is voor alle kinderen de BSO ruimte. Wel hebben de kinderen van groep 7 en 8 hun stamtafel in de hal. 5.3 buitenspelen Mits het weer het toelaat worden kinderen gestimuleerd om buiten te spelen. Buiten mogen de kinderen vrij spelen. Hieronder verstaan we spelen in de zandbak met zandbakspeelgoed, gebruik maken van het speeltoestel of van de tafeltennistafel. Wel worden hier duidelijke afspraken over gemaakt met de PM ers. Stagiaires mogen niet alleen met de kinderen van het schoolplein af. Er is voor de kinderen vanaf groep 3 een buitenspeelcontract. Hierin staat welke afspraken er zijn gemaakt met de ouders en kinderen. Ouders kunnen hierin aangeven of hun kind(eren) even zonder toezicht mogen buitenspelen, of ze ergens anders dan het schoolplein mogen spelen en of kinderen zelf naar een vereniging of naar huis mogen fietsen. De kinderen van 2,4-4 jaar spelen achter het hek. Wanneer er een activiteit geplant is met betrekking tot buitenspelen in de zandbak mogen kinderen van 2 t/m 4 jaar in de zandbak spelen, maar dan alleen onder begeleiding. Er moet bij de peuteropvang te allen tijde een pm-er mee naar buiten. Locatie specifiek beleid peuteropvang en BSO Springplank. Pagina 21

22 5.4 Kring Tijdens de peuteropvang zijn dit meerdere kringen en korte momenten. Dit moment heeft een vaste structuur, namelijk: Pop puk, een koekje eten, een boekje lezen, liedjes zingen en een activiteit doen, drinken toveren met de tovenaar en dit opdrinken. Er zijn verschillende redenen waarom dit kringetje gedaan wordt. Allereerst leren de kinderen veel vaardigheden in de kring. Hierbij valt te denken aan het leren wachten op hun beurt, op een stoel blijven zitten en uitdelen. Daarnaast worden er ook activiteiten gedaan om de verschillende ontwikkelingsgebieden te stimuleren. Zo wordt er een boekje voorgelezen en liedjes gezongen voor de taalontwikkeling. Worden er gezamenlijk dingen gedaan zoals dansen, leren kinderen op hun beurt wachten en te delen om de sociaal-emotionele ontwikkeling te stimuleren. Worden er activiteiten gedaan met bijvoorbeeld tellen of kleuren om de cognitieve ontwikkeling te stimuleren. Daarnaast worden er ook nog activiteiten gedaan zoals dansen of springen om de motorische ontwikkeling te stimuleren. Door deze dingen te stimuleren zijn wij meteen ook bezig om de kinderen voor te bereiden op de basisschool. Zo wordt er bijvoorbeeld op de basisschool verwacht dat kinderen op hun stoel blijven zitten, dit proberen wij de kinderen hier te leren. Hierbij houden wij natuurlijk rekening met de leeftijd en het ontwikkelingsstadia van het kind zodat het niet over- of ondervraagd wordt. 5.5 thema s In januari 2014 zijn wij gestart met de methode Uk en Puk. Deze methode bestaat uit 10 uiteenlopende thema s. De thema s worden ingedeeld voor alle locaties. Meestal duurt een thema vier tot zes weken. Er zit een themaboek en een voorleesboek (Knieboek) en plaatjesboek (Kijkboek) bij elk thema. In het themaboekje staan verschillende activiteiten die gericht zijn op de totale ontwikkeling van het kind (taalontwikkeling, sociaal-emotioneel, motorisch en rekenprikkels). Voorafgaand aan het thema wordt er een planning gemaakt, waarbij gezorgd wordt dat alle ontwikkelingsgebieden meerdere keren aan bod komen. Na afloop van een activiteit wordt geregistreerd per kind of hij/zij het doel van de activiteit heeft behaald. Er wordt dan ook per kind bekeken of het doel voor hem of haar haalbaar was en of het misschien extra herhaling of juist meer uitdaging nodig heeft. In de periodes tussen een thema van Uk en Puk werken wij nog steeds themagericht. Dit wil zeggen dat wij gedurende een aantal weken met hetzelfde onderwerp bezig zijn. Wij kiezen voor thema's die op dat moment actueel zijn met betrekking tot bijvoorbeeld feestdagen of seizoenen. Wij hebben een themahoek op de groep. Op deze manier kunnen de kinderen aan de ouders laten zien met welk thema wij bezig zijn. Voor de kinderen is het ook een punt van herkenning. Zij lopen er vaak naartoe en vertellen bijvoorbeeld wat ze geleerd hebben of kijken naar de dingen die er Locatie specifiek beleid peuteropvang en BSO Springplank. Pagina 22

23 staan. In de themahoek staat een boekje, de werkjes die de kinderen gemaakt hebben en materialen die betrekking hebben tot het onderwerp. Het thema komt gedurende de gehele dag terug. In het kringetje wordt er door middel van een boekje, gesprekjes en eventueel bijpassende liedjes aandacht aan besteed. Daarnaast worden er verschillende knutselwerkjes over het thema gemaakt. 5.6 Activiteiten Naast het vrij spelen bieden wij de kinderen ook regelmatig activiteiten aan. Het uitgangspunt hierbij is dat de kinderen plezier hebben maar ook zeker dat hun ontwikkeling gestimuleerd wordt. We hebben uitlopende activiteiten van woordspelletjes, denkspelletjes tot kleien, verven en plakken. De activiteiten sluiten aan bij de thema s waarmee we werken. Voorafgaand aan ieder thema maken we een activiteitenkalender. Op deze kalender kunnen de ouders zien welke activiteiten er de aankomende weken worden aangeboden. De ouders van de peuteropvang krijgen deze activiteitenkalender als een brief mee naar huis, de ouders van de BSO krijgen deze activiteitenkalender via Activiteiten met de basisschool Voor de doorgaande leerlijn met de basisschool werken wij samen met de Springplankschool. Dit houdt in dat er peuters eens in de zoveel tijd deel mogen nemen aan een activiteit van de kleuters. Een voorbeeld hiervan is samen met de kleuters van groep 1 koekeloeren kijken, een gymlesje samen doen en het voorleesontbijt. 5.8 verjaardagen Verjaardagen van de kinderen worden gevierd. Voor de verjaardag is een vast programma dat lijkt op de structuur van het dagelijkse kringetje. Er is een mand met instrumenten en een taart. Er wordt met de ouders een afspraak gemaakt om de verjaardag te vieren. De ouders of opa's en oma's mogen hierbij aanwezig zijn. Hierbij geldt maximaal 3 personen. De ouders komen om 11.00uur. Na de verjaardag gevierd te hebben wordt er nog wat gedronken met de ouders zodat er de mogelijkheid is om met de ouders te spreken. Ook geef je op deze manier de ouders een kijkje hoe een dag eruit ziet, wat zij erg leuk vinden. Voor traktaties geldt dat het mag maar niet hoeft. Ouders zijn vrij of ze iets doen en wat ze dan doen. Afhankelijk van de traktatie wordt deze mee naar huis gegeven zodat ouders zelf kunnen beslissen wat zij met de traktatie doen. Een kleine, gezonde traktatie kan meteen worden opgegeten. Locatie specifiek beleid peuteropvang en BSO Springplank. Pagina 23

24 Op de BSO wordt de verjaardag rond 16:00 gevierd. De jarige mag op tafel staan en wordt toegezongen. De jarige kiest een vriendje uit om te helpen en mag zijn traktatie uitdelen. Een traktatie is net als bij de peuters niet verplicht. Na het feestje mag de jarige een klein cadeautje uit de blauwe verjaardagsbak kiezen. 5.9 VVE beleid Zoals al eerder beschreven bij thema s wordt er gewerkt met de methode Uk en Puk. Hiervoor hebben de medewerkers een cursus gevolgd, aangeboden door Giralis. De cursus leidt tot certificering. Het VVE-beleid is in het bijzonder bedoeld voor kinderen waarvan door het consultatiebureau is geconstateerd dat ze te maken hebben met een taalachterstand. Zij krijgen via het VVE programma bijzondere aandacht met het doel de achterstand zoveel mogelijk in te lopen, zodat ze goed toegerust aan de basisschool kunnen beginnen. De samenwerking die er al is met de basisschool en verder wordt uitgebouwd, biedt hen extra kansen. Omdat het VVE-beleid integraal is opgenomen in het programma op de groep voelen de VVE kinderen zich gewoon onderdeel van de groep en gaat het extra leren grotendeels spelenderwijs. De voorschoolse educatie krijgt op de eerste plaats vorm door het aanbrengen van samenhang op de werkvloer, in de praktijk. Leerkrachten uit de onderbouw van de basisscholen en de pedagogisch medewerksters van De Verbinding bezoeken elkaar over en weer en nemen kennis van elkaars werk. Werkwijzen, processen en procedures worden op elkaar afgestemd. Voorafgaand is door de leiding van de Verbinding en de schooldirecties de cursus VVE management gevolgd. 6. Ouders Ouders hebben een belangrijke rol binnen De Verbinding. We streven naar een open communicatie waarin zowel de leidsters als de ouders zich veilig en gerespecteerd voelen en waarin het belang van het kind voorop staat. 6.1 Intake De eerste intake wordt gehouden met het managementteam. Voor peuteropvang en BSO de Springplank is Patty het aanspreekpunt en in de meeste gevallen zal zij het intakegesprek voeren. Als de ouders enthousiast zijn over de opvang en er is een locatie gekozen, dan nemen de ouders contact op met de leidsters van de groep. Er wordt een afspraak gemaakt om kennis te komen maken met de leidsters. Deze kennismaking vindt bewust overdag plaats, zodat de ouders meteen de sfeer op de groep kunnen voelen en kunnen zien hoe de leidsters werken. In het gesprek komen praktische dingen aan bod, krijgen de ouders de ruimte te zien en is er de mogelijkheid om vragen te stellen. Aan het einde van het gesprek krijgen ouders Locatie specifiek beleid peuteropvang en BSO Springplank. Pagina 24