TRANSCRIPT VAN DE VERGADERING VAN DE COMMISSIE SOCIAAL DOMEIN GEMEENTE STICHTSE VECHT d.d. 9 januari 2018

Transcriptie

1 TRANSCRIPT VAN DE VERGADERING VAN DE COMMISSIE SOCIAAL DOMEIN GEMEENTE STICHTSE VECHT d.d. 9 januari Opening De voorzitter: Dames en heren, half acht. Welkom bij de eerste commissievergadering Sociaal Domein Voor alle luisteraars thuis hai mam de beste wensen voor We gaan beginnen. 2. Vaststellen agenda De voorzitter: We stellen met elkaar de agenda vast, waarbij ik eigenlijk bij agendapunt 4 meteen een vraag heb richting onder andere de Partij van de Arbeid. Daar staat als agendapunt de motie Ondersteuning Adviesraad Sociaal Domein en ik kan mij herinneren uit de laatste gemeenteraad dat daar toezeggingen zijn gedaan en afspraken gemaakt. Dus de vraag is of jullie op de agenda willen houden? Mevrouw Swerts: Dank u wel, voorzitter. Ja, de Partij van de Arbeid wil hem wel even op de agenda houden om nog een vraag daarover te stellen de wethouder en naar aanleiding daarvan een besluit te nemen, maar dat hoeft geen lang agendapunt te worden. De voorzitter: Dan stel ik met permissie van de rest van de vergadering voor dat we bij dat agendapunt, en ik kom zo bij uw punt van orde, mevrouw Habes, bij dat agendapunt alleen, maar de PvdA kort het woord geven, zodat de wethouder kan reageren en naar aanleiding daarvan kijken of het op de agenda blijft. Mevrouw Habes. Mevrouw Habes: Nou, ter interruptie. Volgens mij zijn er meer mede-indieners op dat onderwerp. Dus laten we even kijken wat de PvdA voor vragen stelt. Maar ik had een punt van orde wat betreft het werkbedrijf Stichtse Vecht. Het raadsvoorstel, zoals het er nu voorligt, is eigenlijk een onderwerp wat Maarssen 2000 betreft bij Bestuur en Financiën thuishoort. Ik zou willen voorstellen volgende week is daar een commissievergadering voor om dat onderwerp daarna te verdagen als de rest van de vergadering het daarmee eens is. De voorzitter: Ik hoor geen rare dingen in uw voorstel, dus ik kijk even naar de rest van de commissie. Mevrouw Hogeveen. Mevrouw Hogeveen: Ja, dat ziet u goed. Ik val in. Welkom, sorry dat ik een minuut te laat was. Ik hoor het voorstel van mevrouw Habes en wij hebben het in de fractie in ieder geval dusdanig voorbereid met elkaar dat ik hier ook voldoende kan spreken. De voorzitter: Ik ga het rondje even maken gewoon. Mevrouw Wolfkamp, wel of niet op de agenda? Mevrouw Wolfkamp: Nou, wij vinden eigenlijk ook dat het bij Bestuur en Financiën thuishoort. Dus wij haken daar graag op aan, maar we kunnen het ook vanavond bespreken. Dus wij hebben niet echt een mening. De voorzitter: Die ga ik niet herhalen... Dat... Nee, 2018 wordt het jaar van de serieuze grappen en deze was te eenvoudig. De heer Nederend, de VVD. 1

2 De heer Nederend: Ja, mij is het om het even. Ik zit er volgende week ook. De voorzitter: Mevrouw Van Vliet. Mevrouw Van Vliet: Als het gaat om werkbedrijf Stichtse Vecht, dat was het onderwerp, toch? De voorzitter: Correct. Mevrouw Van Vliet: Ja, wij hebben dat wel voorbereid, maar ik weet niet of dat nu per direct besproken moet worden. Dat durf ik niet te zeggen. Dat is... De voorzitter: Dan de heer Maan. De heer Maan: Ja, dank u wel. Vanavond staat die geagendeerd. Ik wou hem gewoon aanhouden voor vanavond. De voorzitter: Ik hoor mevrouw Habes zeggen: prima, ik maak het rondje niet af. We gaan hem vanavond bespreken. Mochten er nou punten uit naar voren komen die zo zwaar richting Bestuur en Financiën gaan, kunnen we altijd de griffie vragen om bij de komende commissie ook daar te agenderen. Akkoord? Mevrouw Habes: Ja. De voorzitter: Dan de heer Bonhof. De heer Bonhof: Nog even ten aanzien van agendapunt 4. Daar hadden wij ook nog een vraag over. Dus als we die ook dan mogen mee laten nemen. De voorzitter: Uiteraard. Dan stel ik voor dat we gaan beginnen. 3. Zienswijze GGDrU, voorstel oprichten corporatie (hamerstuk) De voorzitter: Echt beginnen en wel met agendapunt 3: een zienswijze GGDrU. Het voorstel oprichten vanuit de griffie was dat het idee dat het als hamerstuk naar de raad zou moeten kunnen. De heer Maan wil in ieder geval het woord. Ik kijk of er nog anderen zijn die het woord daarover willen. Ik zie alleen maar nee schudden. Mijnheer Maan, de floor is yours. De heer Maan: Ja, dank u wel, voorzitter. Leuk zo n mooie vloer in Wij hebben gisteren wat vragen ingesteld en vijf minuten geleden kreeg ik de antwoorden. Het was ook laat van mij ingediend, maar in ieder geval: dank voor de antwoorden. We willen graag de antwoorden even goed kunnen bestuderen en stellen voor om het voorlopig even als bespreekstuk mee te nemen naar de volgende raadsvergadering en daarna, mochten wij de vragen goed beantwoord vinden, het alsnog als hamerstuk neer te zetten. De voorzitter: Mag ik dan het voorstel omdraaien en ik denk dat de rest het met mij eens is dat we het als hamerstuk naar de raad doen en mochten de antwoorden niet voldoende zijn, maakt u er alsnog een bespreekstuk van. De heer Nederend: Ter interruptie, voorzitter. 2

3 De voorzitter: De heer Nederend. De heer Nederend: Ja, die van mij is meer technisch van aard. Dus als de heer Roetman eerst wil of de heer Maan dan lijkt mij dat prima. De voorzitter: Zullen we gewoon afspreken dat de voorzitter iemand het woord geeft, mijnheer Nederend? De heer Nederend: Ja, ik had meer een opmerking over de titel van het agendapunt. Er staat namelijk corporatie, maar het is een coöperatie en laten we dat wel gescheiden houden. Het zijn namelijk twee wezenlijk verschillende dingen. De voorzitter: De heer Roetman. De heer Roetman: Voorzitter, ik zei ter interruptie. Dus eigenlijk heb ik een vraag aan de heer Maan, maar ook een beetje aan u of hij toch misschien kort even kan toelichten welke vragen er dan nog zijn gesteld. Natuurlijk kan ik dat zo meteen ook weer zelf allemaal terugvinden, maar even welke vragen zijn er gesteld en wat nou de reden is om dat op deze manier even aan te houden? Dan kan dat ons er misschien ook helpen in de richting. De voorzitter: Dat lijkt me uitstekend. De heer Maan. De heer Maan: Dank u wel. Het gaat even om drie stukken. Het oprichten van de coöperatie is voor ons juridisch gezien geen probleem. Het lijkt ons ook de beste oplossing. Het gaat even over de juridische consequenties als je daarna een softwarepakket hebt ontwikkeld, want dat gaat gebeuren in de coöperatie en je zou uit de coöperatie stappen, wat gebeurt er dan met de software? Blijft dat eigendom van de gemeente? Heeft de gemeente de vrijheid om met een andere dienstverlener in zee te gaan? En ook met de privacy: wat gebeurt er met de gegevens die in de software meegenomen wordt? Met andere woorden de database die daaraan gekoppeld zit. De voorzitter: Helder. Oké. De heer Maan. Mijn voorstel: hamerstuk en u kunt het terugbrengen naar een bespreekstuk wanneer u dat wilt? De heer Maan: Ik was zo van mijn à propos, voorzitter, maar ik ga ermee akkoord. De voorzitter: Dank u wel. Mevrouw Hogeveen, nog een toevoeging? Mevrouw Hogeveen: Ja, een toevoeging inderdaad. Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Wat D66 betreft ook een hamerstuk. Wel het verzoek aan de wethouder om aan de GGD te vragen om ons op de hoogte te houden van de ontwikkelingen van de opstart van die coöperatie en wat ons betreft kan het eventueel gewoon elke keer in de raadsinformatiebrief gezet worden, want men weet bij iedere opstart kunnen er tegenvallers of meevallers zijn, zowel in financiën als in de output die je wilt hebben en daar blijven we graag van op de hoogte. Ook in het licht van de verbonden partijen waar we steeds closer op gaan zitten. Dus dat was mijn laatste verzoek. De voorzitter: Dan het woord aan de wethouder, mevrouw Koops, ter afsluiting. 3

4 Mevrouw Koops: Ja, een duidelijk verzoek van mevrouw Hogeveen. Ik denk dat het verstandig is dat we als gemeente zelf u blijven informeren. College, raad blijven we informeren over de voortgang in het dossier en de aspecten die u net heeft genoemd. De voorzitter: Oké. Dank u wel. Dan kunnen we vaststellen dat het punt als hamerstuk naar de raad gaat met die verstande dat wanneer Stichtse Vecht beweegt dat alsnog naar een bespreekstuk wil dat ze het tijdig laten weten. 4. Motie Ondersteuning Adviesraad Sociaal Domein De voorzitter: Komen we bij het agendapunt Motie Ondersteuning Adviesraad Sociaal Domein. Mevrouw Swerts krijgt het woord. Daarna de heer Bonhof en daarna mevrouw Habes om te reageren op de eerste twee. Mevrouw Swerts. Mevrouw Swerts: Dank u wel, voorzitter. Ja, allereerst excuses aan Maarssen 2000 en Lokaal Liberaal, die mede de motie hebben ingediend. Die had ik net niet genoemd. Excuus. Ja, wij hebben inmiddels begrepen de motie roept op om secretariële ondersteuning te bieden aan de adviesraad Sociaal Domein en in de laatste raadsvergadering heeft het college daar een uitspraak over gedaan dat er inderdaad structurele ondersteuning komt, secretariële ondersteuning. Alleen de vraag was nog hoe gaat dat uitgevoerd worden en kan de adviesraad Sociaal Domein, die daar ook een bepaalde ideeën over had en bepaalde ondersteuning nodig vond, of zij zich in de daadwerkelijke ondersteuning kunnen vinden. Daarom hebben we de motie aangehouden. We hebben inmiddels begrepen dat er een gesprek heeft plaatsgevonden tussen het college of de ambtenaren en de adviesraad Sociaal Domein en dat in elk geval duidelijkheid is, een akkoord is voor wat betreft het financiële gedeelte van deze secretariële ondersteuning en dat het enige nog gaat over: hoe gaan we die insteken? Bijvoorbeeld wordt dat externe ondersteuning of interne ambtelijke ondersteuning? Daarin is het collegebesluit ook niet helemaal duidelijk en geeft daar een beetje tegenstrijdig beeld over, begint met te stellen dat er externe, onafhankelijke ondersteuning zou komen en vervolgens het besluit is dat het ook ambtelijk gegeven kan worden. Dus ik denk, dat is ook de reden waarom de PvdA er eigenlijk voorstander van is om deze motie toch aan te houden door tot de raad of in elk geval tot het moment dat er overeenstemming is met de adviesraad Sociaal Domein. Dank u wel, voorzitter. De voorzitter: Dank u wel, mevrouw Swerts. Het lijken mij helder vragen. De heer Bonhof. De heer Bonhof: Dank u wel, voorzitter. Lokaal Liberaal is tevreden met het besluit van B en W. Toch een vraag naar de adviesraad toe of hun hier ook tevreden mee zijn, want hun zijn hierin het leidende voorwerp. Wij horen dat ook graag van de adviesraad zelf en aan de hand daarvan zullen wij hier besluiten of wij mee blijven doen met deze motie. Dank u wel. De voorzitter: En mijnheer Bonhof, ik beluister dat u graag van de wethouder wil horen wat de adviesraad heeft gezegd? De heer Bonhof: Nou, dat maakt... De voorzitter: En van de adviesraad zelf kunt u het beste buiten deze commissie om bij de adviesraad vragen. De heer Bonhof: Dat zou ik ook zeer... Dat zal ik zeer zeker doen, dus dat vind ik prima. 4

5 De voorzitter: Oké. Dank u wel. Dan mevrouw Habes als laatste indiener. Mevrouw Habes: Nou, Maarssen 2000 kan zich heel erg vinden dat het college in ieder geval aanleiding heeft gezien om de gesprekken aan te gaan en te kijken van wat is dan secretariële ondersteuning nodig? Naast vragen die de PvdA stelt, is er nog een vraag voor ons: met welke termijn er geëvalueerd gaat worden? Want ook dat blijkt niet heel helder uit het besluit zoals dat nu genomen is. Is dat een termijn van een half jaar of is dat een termijn van een jaar? Ik heb daarover de betreffende ambtenaar wel gesproken, maar het is mij niet helder uit het besluit zelf. De voorzitter: Oké, helder. Dank u wel. Dan zijn er drie vragen: is de ondersteuning in- of extern en is dat wel of niet ambtelijk dan bedoeld? Het standpunt van de adviesraad en de reactie en de evaluatietermijn. Mevrouw de wethouder. Mevrouw Koops: Ja, dank u wel, voorzitter. De evaluatie hebben we bedacht aan het einde van het jaar, dus dat gaat over een jaar. Gaan we kijken of die uren voldoende zijn. Dat is ook ingezet door de externe organisatie is dat ook aangeboden en gezegd van nou, dat is misschien wel heel verstandig om dat te doen. Kijken of de uren passen ja of nee. De vraag van Lokaal Liberaal: is de adviesraad tevreden? Nou, toevallig sprak ik bij het binnengaan van dit pand de secretaris van de adviesraad en ik zei van: goh, ben je nou tevreden? En hij zei dat hij na het gesprek van vanmorgen wel tevreden was. Ik neem aan dat ik het zo goed verwoord heb. Dan tenslotte de vraag van de Partij van... De heer...:.... Mevrouw Koops: De implementatieplan? Ja, maar dat is uitwerking. Dat komt. Een beetje... Ja, de uitwerking komt, maar het besluit is op die manier gewoon, zijn ze tevreden over. Dan de vraag van de Partij van de Arbeid: wordt het extern of intern? Ja, dat laten we eigenlijk over aan de directie. De directie mag zelf bepalen van: goh, gaan we nou intern een ambtenaar vastzetten of gaan we dat extern werven? De insteek lijkt eigenlijk wel dat het extern hoort. Daar zijn de uren ook naar: zestien uur extern en daar zit ook het bedrag voor bedoeld. Dat is die Extern is natuurlijk altijd een lager aantal uren, omdat er uren zijn die je normaal bij je eigen ambtenaren wel hebt, maar niet bij je externe inzet. Bijvoorbeeld opleiding, scholing, ziekteverzuim. Dat soort dingen. Vakantie. Dat zijn allemaal zaken die je bij je eigen organisatie natuurlijk wel hebt en die tel je op bij je uren. Maar die tel je niet op bij een externe partij. Dus de externe partij verwacht ook dat ze voor deze aantal uren gewoon prima de functie kunnen uitoefenen. Nou, ik hoop daarmee de vragen te hebben beantwoord, voorzitter. De voorzitter: Ik zie mevrouw Habes nog in de rebound. Mevrouw Habes: Ja, even een vervolgvraag, want u zegt aan het einde van het jaar wordt er geëvalueerd. Er zijn natuurlijk ook begrepen in het jaarplan ambities gesteld. Stel nou dat eerder gaat blijken dat het teveel of te weinig uren is. Hoe flexibel worden die uren opgezet of kunnen we dat nog bij, of kan dat bijgesteld worden? Als blijkt dat je je ambities niet gaat halen of bij moet stellen en welke kant wordt er dan gekeken en kan dat dan ook eerder? De voorzitter: Mevrouw de wethouder. Mevrouw Koops: Dank u, voorzitter. Ja, dat gaat wel heel erg in detail en heel technisch zou ik zeggen. Maar ik denk dat we met elkaar gewoon afspreken: de adviesraad krijgt secretariële ondersteuning. Mocht dat nou 5

6 heel erg gaan knellen die uren, natuurlijk gaan we daarnaar kijken. Zijn ze veel te ruim, dan gaan we er ook naar kijken. Het lijkt me heel erg vanzelfsprekend, maar laten we eerst maar eens even gewoon beginnen met de uitvoering van deze. De voorzitter: Dan mevrouw Swerts. U kreeg als eerste het woord, dus ook als laatste. Mevrouw Swerts: Ja, dank u wel, voorzitter. Ja, het zal vermoedelijk overbodig zijn, maar de Partij van de Arbeid wil toch eventjes, toch nog de motie aanhouden, totdat alles 100% rond is. Dat lijkt mij wel zo makkelijk. Ik kijk even naar de mede-indieners of die het ermee akkoord zijn, maar dan houden we de motie aan, maar het zal vast goed komen. De voorzitter: Kijk. Dank u wel. En dan een advies: zorg dat die tijdig bij het presidium is, mocht u hem in de komende raad willen agenderen, want doordat u hem aan heeft gehouden, staat hij natuurlijk niet op de agenda voor de komende gemeenteraad. Mevrouw Hogeveen: Ja, waarbij ik graag wil aanvullen, mijnheer de voorzitter. De voorzitter: Mevrouw Hogeveen. Mevrouw Hogeveen: Dat als die er toch op staat dat ik het geen hamerstuk wil laten zijn maar een bespreekstuk. De voorzitter: Een motie woord altijd als bespreekstuk in de raad behandeld. Mevrouw Hogeveen: Daar heeft u helemaal gelijk in. 5. Huisvesting Kwadraad, Buurtzorgjong en Sociaal Wijkteam De voorzitter: Nou, met dat compliment kunnen we door naar het volgende agendapunt en dat is Huisvesting Kwadraad. Mede door de... De heer Bonhof: Voorzitter? De voorzitter: De heer Bonhof. De heer Bonhof: Kan er even gewisseld worden? De voorzitter: Ja, ik wou net zeggen. We gaan door naar het volgende agendapunt en voor degene die willen wisselen is dit het moment. Ik zie dat de wissel bij Lokaal Liberaal zelfs nog even een laatste kop koffie betekent. Ik wil toch met uw welbevinden doorgaan naar huisvesting Kwadraad. Mede door de Partij van de Arbeid vanavond op de agenda gekomen. Ik heb zo op inhoud en, ja, ik miste het ook. U mag het even herhalen. De rode knop. De heer Nederend: Mevrouw Wolfkamp was verrast dat wij nu eerst het Kwadraad gingen behandelen en toe zei ik: het is inderdaad omgewisseld. Blijkbaar valt het onder de portefeuille van mevrouw Koops. 6

7 De voorzitter: Dat klopt. Ik wil zo ook qua agendering van dit punt koppelt u in gesprek. Maar voordat we dat doen hebben wij een inspreker op dit onderwerp. De heer Miltenburg en ik kijk rond of ik de heer Miltenburg zie. Dan zou het heel goed kunnen dat die meneer om uur komt. Mevrouw...:.... De heer Nederend: Voorzitter, punt van orde. Is het wellicht mogelijk dat we misschien kort even schorsen en de komst van de heer Miltenburg afwachten of dat er even gebeld wordt of die onderweg is? Mevrouw...: Ik heb hem gesproken.... De heer Nederend: Voorzitter. Punt van orde... De voorzitter: Ja, ik, ik... De heer Nederend, maar eerst reageer ik even op de heer Verwaaijen. Onze agenda is flexibel. De tijden, die hierop staan, zijn richttijden en al onze commissieleden en gasten worden geïnformeerd dat zij tijdig aanwezig moeten zijn. Mocht dat de heer Miltenburg zijn... Dan mag u uw jas uitdoen en meteen naar het spreekgestoelte komen. In de tussentijd geef ik de heer Nederend het woord met een punt van orde. Mijnheer Miltenburg, acclimatiseer, doe rustig uw jas uit. Welkom bij deze commissievergadering. Wij waren wat sneller door de eerdere punten, dus vandaar dat u nu al aan de beurt bent. Wij hebben allemaal als onderliggende stukken uw input gekregen, maar we horen graag uw verhaal. U heeft in principe drie minuten. De heer Miltenburg: Dank u. Mevrouw...: Even indrukken. De voorzitter: En de knop in het midden met het microfoontje. De heer Miltenburg: Zo dus. Dank u. Geachte commissieleden Sociaal Domein, voordat ik ons pleidooi om aandacht te vragen voor ons nijpend huisvestingsprobleem voor u toelicht, wil ik u eerst even opsommen om welke disciplines het gaat die ze zich gehuisvest weten in ons centrum op de Gastlaan nummer 18. Om te beginnen de jeugdgezondheidszorg van de GGD. Dus het consultatiebureau, beter bekend, plus de jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen, het algemeen maatschappelijk werk van Kwadraad, de buurtmiddeling van Kwadraad, het sociaal wijkteam Maarssendorp in casu de collega s van Buurtzorgjong, de thuiszorg van Careyn zowel voor het team binnen als het team buiten, de thuisbegeleiding van Careyn, de dementieconsulente van Rijnhoven, vluchtelingenwerk Maarssen Stichtse Vecht en ook de AH-groep heeft haar wekelijkse bijeenkomsten bij ons. Oké, dat waren de medebewoners. Sinds ruim een half jaar is ons te verstaan gegeven dat het pand Gastlaan in Maarssendorp verkocht gaat worden. Anders dan de projectleider in gesprek van 12 december jongstleden liet weten, zijn wij niet eerder persoonlijk tussen aanhalingstekens benaderd om ons te laten informeren over een ophanden zijnde groot plan, waarbij ons ook ons centrum zou gaan verdwijnen. Wij realiseren ons terdege dat iedere eigenaar het recht heeft om zijn eigendom te verkopen. Dus daar zal ons betoog niet over gaan. Wel over de consequentie dat het gaat hebben voor de uitvoering van onze taken. We zijn sinds september met het merendeel van de bewoners aan het zoeken naar alternatieven in Maarssendorp. Een gebouw van deze omvang en met een acceptabele huurprijs is echter vooralsnog niet voorhanden. Het gevolg van deze constatering is dat mogelijk alle bewoners individueel dus de huurders, onderhuurders op zoek zullen moeten gaan naar alternatieven met de mogelijke consequentie dat er extra kosten gemaakt moeten worden om die ruimtes c.q. gebouwen geschikt te maken voor gesprekken die vertrouwelijk moeten zijn, zodat ons werk goed gedaan kan worden. In de kadernota Sociaal 7

8 Domein van de gemeente Stichtse Vecht wordt nadrukkelijk gesproken over integraal werken, inwoners centraal en hulp dichtbij. Het is toch echt te betreuren als nu gaat blijken dat door het instemmen met dit integrale plan ons centrum zal gaan verdwijnen. Vanuit de praktijk ga ik ervan uit dat het geen betoog behoeft en of voorbeelden hoef te noemen van hoe kort de lijnen en verschillende disciplines elkaar snel, gemakkelijk en dus ook efficiënt kunnen vinden in een gebouw als waar we nu met elkaar wonen. Het zou erg jammer zijn als de consequentie gaat moeten zijn dat alle disciplines afzonderlijk hun huisvesting zullen moeten gaan zoeken, vinden ergens in de wetenschap dat behalve de nodige kosten, ook die doelmatigheid in het aanbod van het Sociaal Domein wel heel zwaar onder druk komt te staan. Om deze reden doen wij u een dringend beroep op u als lid van de commissie Sociaal Domein om alles in het werk te stellen, te onderzoeken of het centrum, zoals we dat nu kennen, in de huidige glorie zou kunnen blijven bestaan of in ieder geval dat te onderzoeken, of anderszins als we het werk verstellen om met ons, als vormgevers van het sociaal domein in Maarssendorp, te zoeken naar een waardig alternatief. Ik wens u daar alle wijsheid in toe en namens de gebruikers van het centrum dank ik u voor de aandacht op voorhand in dezen. Dank u. De voorzitter: Mijnheer Miltenburg, dank u wel. Ik kijk de commissie rond of er vragen zijn. Mevrouw Habes. Mevrouw Habes: Mijnheer Miltenburg, u zit nu gehuisvest in Maarssendorp. Ik heb begrepen dat daar naar alternatieven gekeken is. Ik heb nu begrepen dat er mogelijk een alternatief is in Maarssenbroek. De heer Miltenburg: Ja. Mevrouw Habes: Kunt u toelichten of dat voor u eventueel als organisaties of huurders een probleem zou zijn om uw huisvesting naar Maarssenbroek te verplaatsen en waarom? De heer Miltenburg: Of het een probleem is? De keuze is ook gemaakt om eerder in Maarssenbroek en Maarssendorp als twee wijken te beschouwen. Om maar een voorbeeldje te geven: de hele transitie, die maakte dat de hulpverlening vanuit de provincie naar de gemeente kwam, heeft betekent dat er één wijkteam was voor heel Maarssen. Nou, de praktijk van alledag heeft uitgewezen dat dat te groot is en dat heeft ertoe geleid dat er zowel een sociale wijkteam Maarssenbroek is als een sociale wijkteam Maarssendorp. Het maatschappelijk werk waar ik dan één van de mensen van ben, heeft altijd een vestiging, zelfs twee, in Maarssenbroek gekend en één altijd in Maarssendorp en zelfs gesplitste bewoners van Maarssendorp, Tienhoven, nog een paar kleinere stukjes, waren altijd aan Maarssendorp toegewezen, terwijl Maarssenbroek een eigen structuur kende. Dus om meerdere redenen zijn al deze disciplines eigenlijk altijd op zoek geweest en hebben zich altijd in dit centrum met elkaar kunnen voegen naar het beeld wat ook geschetst is ook door de gemeente uitgedragen werd. De voorzitter: Dank u wel. Mevrouw Habes:.... Dank u wel. Mevrouw Hogeveen: Mag ik daar dan een vraag op stellen? De voorzitter: Ja. Mevrouw Hogeveen. Daarna de heer Verwaaijen, daarna de heer Roetman. Dan mevrouw Swerts. Mevrouw Hogeveen: Mijnheer Miltenburg, is het... Want er zijn... U noemde een hele rij organisaties op. Geldt dat wat u net zegt voor al deze organisaties? Werken die allemaal alleen voor Maarssendorp? 8

9 De heer Miltenburg: Wat wilt u precies van mij weten? Mevrouw Hogeveen: Nou, u vertelde net... De heer Miltenburg: Ja. Mevrouw Hogeveen: U geeft twee, drie voorbeelden van organisaties die zowel in Maarssendorp als in Maarssenbroek zitten. De heer Miltenburg: Oké. Mevrouw Hogeveen: En ik vraag u of die hele rits aan organisaties, die nu op de Gastlaan zit, of die allemaal alleen maar in Maarssendorp... De heer Miltenburg: Oh, zo. Oké. Nou, jeugdgezondheidszorg kent ook in Spechtenkamp volgens mij een dependance en gezondheidscentrum Boomstede wil ik even vanaf zijn, maar dat denk ik haast ook wel. Buurt... kent al haar zitting alleen in Maarssendorp. Het sociaal wijkteam Maarssendorp vanzelfsprekend zit ook bij ons in het centrum. De thuiszorg van Careyn heeft alleen de vestiging van Maarssen. Dat heet dan Binnen, dat is dan van Maarssendorp en buiten, dat zijn dan de buitengebieden. Dus Westbroek, Tienhoven enzovoort. Die zijn ook in ons centrum gevestigd. Dat geldt ook voor de thuisbegeleiding. Die hebben wel een meer regionale functie, maar kennen in ons gebouw haar kantoor. De dementieconsulente werkt in een groter gebied, werkgebied dan alleen Maarssendorp, maar kent in het centrum wel haar, hun, want ze zijn met tweeën, kennen daar hun werkruimte. Vluchtelingenwerk die voor een groter gebied werkt heeft niet, denk ik, wat zal het zijn? Ruim een jaar geleden is bij ons in het centrum waar wij kunnen komen, omdat er ook ruimte vrijkwam. Dus die werken voor de... Nou, Bertine, ik kijk even naar mevrouw Oosthoek... Mevrouw Oosthoek: Voor de hele gemeente. De heer Miltenburg: Voor de hele gemeente, maar hebben hun kantoor in Maarssen. Mevrouw Hogeveen: En als ik een tweede en laatste vraag mag stellen: de organisaties in Maarssenbroek, zitten die nu ook allemaal bij elkaar? Die u net opsomde? De heer Miltenburg: Nou, al de organisaties... Als het gaat om de organisaties die ik hier genoemd heb, dan betekent dat dat op dit moment Boomstede Gezondheidscentrum dat zult u ongetwijfeld weten in de verbouw is en nu tijdelijk op Planetenbaan gehuisvest is. Daar zitten een aantal disciplines. Daar zit bijvoorbeeld ook wel de JGZ, als ik me niet vergis. Ik kijk even of Sophia daar...oh, die zie ik in de gauwigheid niet. Mevrouw Hoogendoorn is de coördinator van de GGD. Die zijn, waren in ieder geval op Gezondheidscentrum en zijn op Gezondheidscentrum Spechtenkamp vertegenwoordigt, maar kennen ook van oudsher een heel groot consultatiebureau in Maarssendorp. Mevrouw Hogeveen: Goed. Dank. De voorzitter: Oké. Dank u wel. Dan de heer Verwaaijen. De heer Verwaaijen: Voorzitter, dank u wel. Mijnheer Miltenburg, fijn dat u wilt inspreken vandaag en u ons deelgenoot wil maken van de zorgen die u heeft. Veel is al gevraagd over eventuele herhuisvesting, maar waar 9

10 ik nou zo benieuwd naar ben vanuit Lokaal Liberaal is: hoe is het contact tussen u en de gemeente tot stand gekomen en welke opties heeft de gemeente u geboden voor herhuisvesting? De heer Miltenburg: Nou ja, dat is een opsomming van een heleboel feiten. Ik bedoel, ik heb al gezegd, in mijn brief zal ik het maar even noemen dat we een half jaar geleden geconfronteerd werden met een mogelijke verkoop. Careyn is als eigenaar van het pand, heeft die verkoop ons vlak voor de zomervakantie medegedeeld en ons is verder niet te kennen gegeven dat wij vervolgens zelf aan de slag moesten. Zijn wij wel gaan doen, want na de vakantie zijn wij in overleg met de gemeente zijn wij wel een aantal alternatieven gaan zoeken. Wij hebben november een onderhoud gehad met wethouder Van Vossen, omdat wij ons onderhand wel een beetje in paniek begonnen te raken, als ik zo mag formuleren, over het feit dat de datum van 1 januari wel heel snel dichtbij kwam en wij eigenlijk op dat moment nog niet verder waren dat er mogelijk een optie was voor een uitstel van en toen hebben wij met de heer Van Vossen gesproken met een aantal collega s. In dat gesprek met de heer Van Vossen zei hij dat dit eigenlijk niet de schoonheidsprijs verdiende, maar dat we met elkaar gingen proberen om er samen nog wat van te maken. Bij toeval treffen wij ook wethouder Zivkovic buiten... De voorzitter: Mijnheer Miltenburg,... De heer Miltenburg: Ja? De voorzitter: Ik wil u vragen iets beknopter proberen te... De heer Miltenburg: Ja, maar ja, de vraag is ook heel moeilijk om dat heel kort samen te vatten, want dit is nog niet wat een half jaar gebeurt en we hebben alle wethouders... De voorzitter: Nee, begrijp ik volledig, hoor. De heer Miltenburg: Oké. De voorzitter: Het is ook alleen een verzoek dat daar waar het kan, probeer dat. De heer Miltenburg: Ja. Oké, ik ben bijna klaar, voorzitter. Sorry. In ieder geval toen het gesprek afgelopen was hebben we ook meneer Zivkovic nog even gesproken. Die kwam bij het gesprek staan en zei: oké, ik ga met Careyn eens even in gesprek om te vragen waarom zij zo n paniekvoetbal moeten spelen. Nou, dat hebben wij als opgevat als prima, want dat gevoel hadden wij ook een beetje. Hij zei namelijk, voordat alle procedures doorlopen zijn, zou al een stuk verder ervoor moet je al in april al het pand zouden moeten verlaten. Oké, dat heeft ertoe geleid dat er 12 december dan ben ik klaar na deze 12 december geweest is met de heer, even kijken, de heer Bas Keuper, de projectmanager, die ons vervolgens meedeelde dat hij niet aan een oplossing kon meedragen, want dat was zijn opdracht niet. Waarop wij gezegd hebben dat snappen wij ook, maar misschien is er ook nog iets als dat een gemeente ook een plan heeft of idee heeft over hoe het voorzieningenniveau in Maarssendorp eruit moet gaan zien of eruit moet blijven zien. Dat is waar wij eigenlijk hier met z n allen aandacht voor vragen. Niet meer en niet minder. De heer Verwaaijen: Dat is een lang, maar helder antwoord. Voorzitter, als u mij toestaat? De voorzitter: Een laatste, korte vraag, mijnheer Verwaaijen. 10

11 De heer Verwaaijen: Hoe is het vervolgens, want u refereert al even aan het feit dat er een gesprek heeft plaatsgevonden met Careyn die de eigenaar is van het pand. Zijn daar nog oplossingen uit naar voren gekomen of heeft de gemeente daar nog een bepaalde rol in gespeeld, voor zover u bekend is? De heer Miltenburg: Ja, u stelt een hele goede vraag, maar even voor de goede orde: ik ben uitvoerend maatschappelijk werker en ik ben niet van vastgoed. Daar hebben wij mensen voor, ook binnen mijn organisatie Kwadraad, dus die contacten liggen er wel met mevrouw van Careyn en welke contacten geleid hebben tot een overleg, want ook Careyn heeft haar eigen uitvoering in de zin van dat en zowel de gezinsverzorging als de thuisbegeleiding ook haar..., ook zij zullen een alternatief moeten zoeken. Ik weet niet hoe dat binnen Careyn verder zijn beslag krijgt, want er is een verschil tussen de uitvoering en de mensen die verantwoordelijk zijn voor de stenen. Zo wordt het dan gezegd in vaktermen. De heer Verwaaijen: Helder. Dank u wel. De voorzitter: Dan de heer Roetman. Mevrouw Habes: Voorzitter, ter interruptie. De voorzitter: Een interruptie op een vraag aan een inspreker kan niet, mevrouw Habes. Mevrouw Habes: Sorry, een korte toelichting op de heer Verwaaijen misschien? De voorzitter: Geef ik u straks het woord na de heer Roetman. Die had ik het woord gegeven. De heer Roetman: Dank u wel, voorzitter. Mijnheer Miltenburg, even voor zekerheid: u bent van maatschappelijk werk. De heer Miltenburg: Ja. De heer Roetman: En u vertelde net ook welke functie u daar vervult, maar u noemde net wel een hele trits namen. Mag ik aannemen dat u min of meer formeel namens die organisaties dit... De heer Miltenburg: Zeker. De heer Roetman:... dit voorlegt? De heer Miltenberg: Dat mag u aannemen, ja. De heer Roetman: Bent u ook het primaire aanspreekpunt voor de gemeente, dan wel voor Careyn om te kijken naar die alternatieven, eventueel alternatieve oplossingen? De heer Miltenburg: Nou, formeel zou je kunnen zeggen is dat niet, want wij hebben een accounthouder en dat is meer Rob. Oh, sorry. Ja. Rob Snoeren. Ja, dat klinkt nou heel slordig. Dat zal wel de situatie of de spanning zijn, dat weet ik niet, maar Rob Snoeren die contact heeft met, bijvoorbeeld met de heer Slaats, met een aantal hoofdambtenaren, met de wethouder ook. Dus die is wijd en zijd bekend, maar wat wel zo is, is dat wij een zelfsturend team zijn, dus ook geacht worden zelf ook een bijdrage te leveren aan wat er hier een Maarsen moet gebeuren. 11

12 De heer Roetman: Ja. Dus dan begrijp ik dat u, wat u nu gedaan heeft, is uw zorgen uiten over de ontstane situatie. De heer Miltenburg: Dank u. Ja. De heer Roetman: Nee, maar dat we goed begrijpen wat uw vraag of mededeling aan ons precies is. Heeft u signalen dat de gemeente niet in de meewerkmodus is? De heer Miltenburg: Nee, dat durf ik helemaal niet zeggen, want dat zou ook een beetje heel erg arrogant zijn. De heer Roetman: Nou... De heer Miltenburg: Ik heb wel, wij hebben wel het idee dat ook door het gesprek met de heer Keuper, het wat lastig lijkt te zijn dat de ene afdeling die gaat over de stenen niet communiceert met de afdeling Welzijn waar mogelijkerwijs consequenties zich voordoen in de problemen die zich nu voordoen met betrekking tot de wensen die we als gemeente met elkaar, of u dan, want ik ben, ik woon, ik werk hier wel met heel veel plezier wat meer dan dertig jaar, maar ik woon hier niet. Ik woon hier niet en de heer Keuper, ja, die heeft dan denk ik wel de opdracht om het plan uit te voeren, zoals hem dat in opdracht, dat zegt die ook letterlijk. Prima, maar er is geen communicatie blijkbaar met de andere afdelingen als ik de heer Slaats in september vraag, zegt de heer Slaats: ik weet nog van niks, joh, dat dat pand weggaat, joh. Ja, dat zegt mij toch iets over de manier waarop er gecommuniceerd wordt of niet. Het spijt mij, maar dat betekent overigens niet dat wij vinden dat de gemeente een plicht heeft om ons, want laten we wel wezen, dat geldt mogelijkerwijs voor jeugdgezondheidszorg, want iedere gemeente moet daarin faciliteren. Voor ons is het een kwestie van dat zit bij ons bij de prijs in, maar naarmate we particulier moeten gaan huren, gaat het allemaal ten koste van uitvoering. De voorzitter: Helder? Oké. Dank voor uw antwoord. Mevrouw Swerts. Daarna mevrouw Habes. Mevrouw Swerts: Ja, dank u wel, voorzitter. Een aantal vragen zijn al gesteld. Ik heb nog de volgende vraag: op welke manier en wat is het moment geweest, waarop u officieel in kennis bent gesteld van de verkoop van het pand? De heer Miltenburg: Dat het pand officieel verkocht was? Mevrouw Swerts: Ja, dat... Ja. De heer Miltenburg: Volgens mij is dat eind juli geweest. Mevrouw Swerts: Oké. Dat was door Careyn gezegd? De heer Miltenburg: Careyn is de eigenaar en heeft dat, ja... Mevrouw Swerts: En daarna kon u niet meteen aannemen dat u dan ook uit het pand moest? Of hebt u dat meteen aangenomen? De heer Miltenburg: Nee, want wij hebben niet onmiddellijk die conclusie getrokken, omdat wij dachten dat het centrum, zoals dat bestaat, eigenlijk een uniek centrum dat dat helemaal nooit tegen de vlakte zou kunnen gaan. Dus ja, misschien heel infantiel mogelijk? 12

13 Mevrouw Swerts: Dus wat was dan eigenlijk het eerste moment waarop iemand een organisatie of Careyn of de gemeente tegen u heeft gezegd: u moet echt uit het pand. Dat er een officiële mededeling over is gedaan? De heer Miltenburg: Nou ja, pas na, ik bedoel we hebben het over eind juli, dan gaan we vakantie vieren, houden en in september zijn we eigenlijk al begonnen met elkaar te kijken in een werkgroep: zijn er mogelijke alternatieven? De Rabobank, de Aldi. We zijn bij een aantal huizen geweest, enzovoorts. Dus vanaf september zijn wel aan het zoeken gegaan. Mevrouw Swerts: Maar dan bent u aan het zoeken geweest vanaf september? Maar wat is het moment geweest dat er echt officieel tegen u gezegd is dat u weg moest? De heer Miltenburg: Ja... Mevrouw Swerts: Ongeveer. De heer Miltenburg: Ja, dan denk ik zo rond juli, september geweest zijn. Rond die vakantieperiode. Mevrouw Swerts: Oké. De heer Miltenburg: Ik moet dat, ja, dan zou ik de stukken moeten navragen en dan moet ik dat bij vastgoed zijn, want er zal een officiële opzegging geweest zijn. Maar ja, vanuit de uitvoering vind ik het al niet zo relevant. Het gaat mij erom: kunnen we ons werk blijven doen? Mevrouw Swerts: Nou ja, oké, ik stel die vraag inderdaad op te vragen van hoeveel tijd hebt u gewoon gehad tot nu toe om... De heer Miltenburg: Ja. Mevrouw Swerts:... Oké. De heer Miltenburg: Nou ja, vanaf september. Dus dat kan ik niet ontkennen. Maar goed, de materie is blijkbaar weerbarstiger te zijn dat we gedacht en gehoopt hadden. Mevrouw Swerts: Ja, oké. Dan heb ik nog een vraag. U geeft aan in uw inspraak, u stelt dat de gemeente heeft ingestemd met het integrale plan. Wat bedoelt u daarmee? De heer Miltenburg: Volgens mij heb ik niet letterlijk gezegd dat we ingestemd hebben met een integraal plan. Volgens mij heb ik gezegd dat in de kadernota van de gemeente nagestreefd wordt om integraal te werken, kort bij de mensen. Wijk gericht. Dat zijn een aantal termen die wel vallen in het sociaal domein en zeer terecht... Mevrouw Swerts: Oké. Dan begrijp ik hoe u dat bedoelt. De heer Miltenburg: Ja? Mevrouw Swerts: Ik heb het verkeerd gelezen. Dank u wel. De heer Miltenburg: Oké. 13

14 De voorzitter: Dank u wel, mevrouw Swerts. En dan mevrouw Habes als laatste. Mevrouw Habes: Nou, even ter aanvulling op de heer Verwaaijen. Technisch gezien is het eigenaarschap, ligt bij... Zorg B.V. Dat is ondergebracht bij het waarborgfonds ING. Dus het is niet zo dat Careyn de feitelijke eigenaar is. Ik heb gesproken met Careyn en zij zitten met een tweesplitsing. De één is inderdaad de stenen en de ander is inderdaad de invulling, ook voor hun eigen team. Dus dat is even een technische aanvulling op wat u vroeg. De voorzitter: Dank u wel. Dan zijn er geen vragen meer voor u, mijnheer Miltenburg. Als u dan de microfoon uit zou willen doen. Ja. En dank u wel voor uw inspraak. De heer Miltenburg: Van hetzelfde. Dank u wel. De voorzitter: Dan aan deze commissie. Er zijn een heleboel vragen gesteld door de PvdA en dat is mede ook de aanleiding geweest waarom het vanavond op de agenda staat. Alleen die vragen zijn gesteld, begreep ik, tijdens het kerstreces. Dat kan, maar die zijn nog niet beantwoord en volgens mij lijkt het mij, om dit degelijk in een commissie te kunnen bespreken, best noodzakelijk dat we ook de antwoorden op de gestelde vragen hebben om met mekaar het goede gesprek te voeren. Dus mijn vraag aan u is op welke wijze dit dan nu behandeld zou moeten worden zonder de antwoorden? Want we gaan niet deze commissie gebruiken om de wethouder alle schriftelijke vragen mondeling te laat beantwoorden. Mevrouw Swerts. Mevrouw Swerts: Ja, dank u wel, voorzitter. Het was ook niet de bedoeling van de Partij van de Arbeid dat we alle schriftelijke vragen, waarvan er overigens er een hele hoop technisch zijn, dus die hadden misschien wel beantwoord kunnen worden, want die tien dagen zijn voorbij, maar daar zullen we u niet al te streng aan houden, omdat ze ingediend zijn als schriftelijke vragen. Dus in die zin zijn er een heleboel vragen technisch, waarvan wij hopen dat de wethouder die toch op korte termijn misschien alvast wel kan beantwoorden. Dat hoeft niet vanavond, maar misschien korter dan die dertig-dagen-termijn en er zijn een aantal vragen, met name vanaf vraag 5, waarvan we vragen: wil de wethouder daar inhoudelijk toch een eerste reactie op geven op datgene wat er hier is gezegd? Wij zijn toch wel benieuwd of de wethouder ons iets meer kan vertellen ook al is niet alles 100% compleet? De voorzitter: Mevrouw Swerts, daar ga ik u teleurstellen, want op het moment dat er artikel 41-vragen zijn ingediend, dan wachten we de schriftelijke beantwoording van die vragen af en gaan we niet op voorhand in de commissie die vragen al laten beantwoorden. Dus daar ga ik u geen gelegenheid voor geven en de wethouder vanavond ook niet. Mevrouw Swerts: Mag ik... Daar wil ik... Voorzitter, daar zou ik heel graag een reactie op willen geven, want dit hebben wij gedaan op advies van de griffie zo. Wij hebben in de eerste plaats dit geagendeerd voor de commissievergadering en tegelijkertijd hebben wij schriftelijke vragen ingediend en wij zijn geadviseerd door de griffie om deze vragen, wij kunnen in een commissievergadering politieke vragen stellen, schriftelijke vragen zijn ook politieke vragen, dus in feite zouden wij in deze commissievergadering de politieke vragen uit de schriftelijke vragen gewoon kunnen stellen hier. De voorzitter: Ja. Dat klopt. Maar op het moment dat de andere partijen goed mee willen doen in deze discussie die al die vragen hebben kunnen doornemen, ook die willen daar die antwoorden op, waaronder de antwoorden op uw technische vragen. Dat maakt het tot een goede basis en dat biedt de gelegenheid om het hier vanavond uitgebreid te bespreken en dat is op dit moment niet het geval. Ik zie mevrouw Hogeveen. 14

15 Mevrouw Hogeveen: Ja. Ik ben het niet met u eens, mijnheer de voorzitter. Ik ga er namelijk vanuit dat het stuk, zoals de PvdA het heeft ingediend, inclusief de vragen, die gaan, zijn gebaseerd op een bepaalde veronderstelling, waar ik het niet mee eens ben. Dus ongeacht de antwoorden denk ik dat we het hier voor een deel niet over hoeven te hebben. Ik ga er namelijk van uit dat, je kan als gemeente gaan kijken: heb ik wel of niet een plicht om organisaties te huisvesten? Of zijn zij dat zelf? Of, nou ja, enzovoort. En dan kan je de vraag stellen: moeten wij hier op al deze antwoorden wachten of kunnen we gaan nadenken over: goh gemeente, inderdaad de wethouder straks even het woord geven over wat ze allemaal gedaan heeft. Ik weet dat er mogelijke oplossingen zijn, maar die komen misschien niet allemaal tegemoet aan wat de inspreker vraagt. Maar is het dan onze plicht? Ik geloof het niet. Mevrouw Habes: Interruptie. De voorzitter: Mevrouw Habes Mevrouw Habes: In de Jeugdwet staat helder omschreven dat de gemeente een wettelijke taak heeft tot het huisvesten van jeugdzorg. Mevrouw Hogeveen: Klopt. Mevrouw Habes: En wij hebben daarnaast een sociaal wijkteam ingericht, waarin wij via convenant een aantal partijen hebben verbonden. Ook daar hebben wij een huisvestingsplicht voor. Dus ik denk dat die onderdelen in ieder geval ter discussie zouden kunnen staan over huisvesting. Mevrouw Hogeveen: Exact. Maar als u de wethouder het woord gaat geven, zal u ook gaan horen dat er opties zijn. Maar ze huisvesten is wat anders dan ze per se allemaal onder hetzelfde dak huisvesten. De voorzitter: De heer Nederend. De heer Nederend: Ja, voorzitter, hier was ik dus een beetje bang voor toen ik dit op de agenda zag staan. Dat we weer allerlei discussies, die hier wel aan raken, hoor, zoals u ook aangeeft en mevrouw Hogeveen aangeeft en ook de vraag van mevrouw Swerts, dat we dus hier een soort van ongeleide discussie gaan krijgen, omdat er niet echt een duidelijke algemene vraag is waar we antwoord op willen krijgen en die hebben we wellicht wel straks als de antwoorden op de vragen komen, want dan is er namelijk voor de PvdA misschien aanleiding om te zeggen: nou, daar willen we het nog wel eens over hebben, want... Mevrouw Hogeveen: Interruptie, alstublieft. De voorzitter: Mevrouw Hogeveen. Mevrouw Hogeveen: Nou, ik ben het niet eens met wat u zegt, hè, mijnheer Nederend, want, nogmaals, de PvdA die gaat, die denkt vanuit een bepaalde aanname. Ik bestrijd die aanname. Ik sta daar politiek gezien anders in en volgens mij zijn we er hiervoor... Mevrouw Swerts: Interruptie, voorzitter. Mevrouw Hogeveen: Een interruptie op een interruptie? Is dat handig? De voorzitter: Het is niet handig, maar wel leuk, mevrouw Hogeveen. Mevrouw Swerts. 15

16 Mevrouw Swerts: Ja, ik krijg hier te horen, de Partij van de Arbeid krijgt hier te horen dat de Partij van de Arbeid van bepaalde aannames uitgaat. Mevrouw Hogeveen: Ja. Mevrouw Swerts: We hebben twaalf vragen gesteld. Het zijn allemaal open vragen. Ik heb nog geen standpuntbepaling gegeven en u gaat er al vanuit dat wij bepaalde aannames hebben. De voorzitter: Gaan we terug naar de heer Nederend, want... Mevrouw Hogeveen: Nee, want ik mag hierop re... De voorzitter:... Die had formeel het woord. Die zei eigenlijk al: dit wordt een ongeleide discussie. Mevrouw Hogeveen, kort. Mevrouw Hogeveen: Ja, heel kort tegen mijn buurvrouw. Aannames kan je natuurlijk heel negatief zien in de zin van dat u maar wat verzint. Ik bedoel: u gaat, en dat is niet wat D66 aangeeft, u gaat er bij het stuk wat u geschreven heeft vanuit dat de gemeente een zorgplicht heeft voor de huisvesting en formuleert dat op een bepaalde manier waar niet iedereen het mee eens is. Punt. Mevrouw Swerts: Interruptie, voorzitter. Ik ben het niet met D66 eens, want zo stellen wij het niet. De voorzitter: Dat is geen interruptie. Dat is een constatering. Maar hij staat op de band. Mijnheer Nederend, maakt u het kort af en daarna zou het mijn voorstel zijn om mevrouw Koop even het woord te geven. De heer Nederend: Dit is dus precies wat ik bedoelde. Kijk, ik kan me voorstellen dat een discussie gevoerd kan worden in hoeverre de gemeente behalve als het natuurlijk al wettelijk is vastgelegd, zoals mevrouw Habes net al ook al aangeeft een plicht heeft om organisaties te huisvesten en dat is een politiek standpunt. Dat ben ik helemaal met mevrouw Hogeveen eens, maar ik denk niet dat dit het juiste moment is om die discussie met elkaar te voeren, omdat wij nog helemaal geen antwoorden hebben op die vragen en die discussie wellicht ook helemaal niet aan de orde hoeft te zijn. Mevrouw Hogeveen: Maar daar gaat het juist om, want als dat standpunt er wel is of niet is, dan heb je vervolgens ook een andere beslissing over dit punt. De heer Nederend: Voorzitter? De voorzitter: Mevrouw Hogeveen, mijnheer Nederend, volgens mij komt u allebei straks blij terug met het antwoord van de wethouder, dus... Mevrouw Hogeveen: Ik weet het zeker. De voorzitter: Dus ik zag twee vingers nog voordat ik mevrouw Koops het woord geef. De heer Roetman, de heer Verwaaijen. Ik begin met de heer Roetman. De heer Roetman: Dank u wel, voorzitter. Ik denk dat het een heel eenvoudig vraagstuk is, hoewel de oplossing best complex zou kunnen zijn en best lastig te vinden misschien, maar er is een huisvestingsvraagstuk waarvan ik op dit moment geen reden heb om te veronderstellen dat de gemeente niet 16

17 doet wat van haar mag worden verwacht om te kijken of er goede oplossingen kunnen zijn voor dat probleem en ik heb ook geen enkele aanwijzing gekregen waaruit blijkt dat de gemeente op dit moment beleidsafspraken of andersoortige notities die we op dit gebied gemaakt hebben aan het overtreden is. Dus wat mij betreft hebben we hier gewoon helemaal geen discussie. Het is gewoon een non-discussie. Wil ik overigens naar de inspreker al aangegeven. Ik begrijp wel de zorg, hè. Laat dat duidelijk zijn. Ik begrijp wel de zorg. Daarom heb ik die vraag ook net gesteld. U uit een zorg, gerespecteerd, maar meer is het op dit moment toch niet wat ons betreft. De voorzitter: Dank u wel. Dan als laatste de heer Verweij. Excuus, Verwaaijen. De heer Verwaaijen: Dank u wel, voorzitter. De fractie van Lokaal Liberaal heeft ook van deze stukken kennisgenomen en wij kunnen ons eigenlijk ook een beetje aansluiten wat door eerdere insprekers is gezegd. Laten we eerst eens helder krijgen waar, wie welke verantwoordelijkheid heeft in dit dossier. Laten we even de kaders noemen waarbinnen we met elkaar in dit geval opereren. Dat zouden we graag boven tafel willen hebben, voordat we een inhoudelijke discussie voeren in hoeverre hier sprake is van een probleem dat door de wethouder dan wel door de gemeenteraad zou moeten worden opgelost. Dus die kaders zouden wij in eerste instantie gewoon willen zien. Dat kan in een notitie, wat mevrouw Habes ook al even aangaf, van: nou, wettelijk is er het een en ander geregeld. Als we dat helder hebben, dan kunnen we in het licht daarvan ook bekijken: oké, in hoeverre is er sprake van een probleem wat werkelijk door de gemeente zou moeten worden opgelost. Los daarvan is Lokaal Liberaal wel van mening dat de organisatie, of het mogelijk maken van de organisatie van jeugdzorg en alles wat verder binnen die Participatiewet valt wel een verantwoordelijkheid van de gemeente is en daarmee zouden we met elkaar op een ander moment, dus niet nu, ook de discussie moeten voeren: hoe gaan we om met dit soort vraagstukken als er sprake is van een partij die eigenaar is van een pand en die partij mag dat pand vervreemden. Die mag er van alles mee doen. Maar als dat inhoudt dat dienstverlening waarvoor de gemeente wel degelijk verantwoordelijk is in het gedrang komt, dan is Lokaal Liberaal van mening dat je dan dus als gemeente moet acteren en tegen zo n eigenaar moet zeggen: ho, ho... De heer Roetman: Voorzitter, ter interruptie. De voorzitter: De heer Roetman. Ja, maar dan toch even de vraag aan de heer Verwaaijen of hij dan nu signalen heeft dat de gemeente dat niet aan het doen is? Anders is het allemaal zo hypothetisch. De heer Roetman: Nou, daarom vraag ik dus eigenlijk ook aan de wethouder: laten we even als reactie op de vragen van de PvdA, nodig ik de wethouder uit om het plaatje eens even te schetsen van: waar staan we nu met elkaar? Om dus heel snel met elkaar te kunnen bepalen: is dit een hypothetische discussie of is er daadwerkelijk iets aan de hand? Dus wat dat betreft vinden we mekaar. Maar dat moet wel eerst helder gemaakt worden. Mevrouw Hogeveen:.... De heer Roetman: Dat kan nu, mevrouw Hogeveen, maar we kunnen ook met elkaar bespreken: laten we eerst eens de antwoorden op die vragen integraal afwachten en dit bijvoorbeeld heragenderen voor de volgende commissie en dan het met elkaar bespreken. De voorzitter: Ik stel voor dat we een combinatie van al die dingen gaan doen, mijnheer Verwaaijen, want dan gaat u allemaal tevreden na dit agendapunt door naar de volgende. Namelijk we geven de wethouder kort het woord. Die vertelt de stand van zaken en de rechten en plichten waar we staan. Daarna krijgen we ook nog 17

18 alle antwoorden op de vragen van de Partij van de Arbeid en op het moment dat blijkt dat op basis daarvan een tweede commissie nodig is, dan gaan we die regelen. Mevrouw Koops. Mevrouw Swerts: Interruptie, voorzitter. De voorzitter: U mag mij niet interrumperen. Ik ben de voorzitter. Ik geef de het woord aan de wethouder, mevrouw Koops. Mevrouw Koops: Dank u wel, voorzitter. Nee, dank u wel voor het woord. Ja, het is een beetje lastig om alles meteen in één keer te gaan schetsen, want er komen natuurlijk nog schriftelijke antwoorden op de schriftelijk gestelde vragen. Maar om het even heel kort te schetsen: er zijn voor sommige instellingen hebben wij een huisvestingsplicht. Bijvoorbeeld onderwijs, dat is een hele duidelijke natuurlijk. Maar bijvoorbeeld ook voor de JGZ, het consultatiebureau, hebben we met de GGD afspraken gemaakt, waarbij wij ook verantwoordelijk zijn voor die huisvesting. Voor andere instellingen zijn we dat niet. Die moeten gewoon zelf een huur ergens zien te vinden en het is natuurlijk heel erg mooi dat ze dat met elkaar gezamenlijk hebben gevonden onder één dak. Daar zijn we ook als gemeente zijn we daar blij mee. Maar het is niet zo dat wij als gemeente een plicht hebben om die gezamenlijke huisvesting, en ik spreek juist met nadruk het woord gezamenlijk uit, want daar gaat het dan om, om die gezamenlijke huisvesting in stand te houden. Dat is het dus niet, hè? Maar het is wel heel mooi natuurlijk dat dat gebeurd is en daar wil ik ook echt alle credits geven aan instellingen, maar de verantwoording, of de verantwoordelijkheid ligt niet bij de gemeente om dat te doen en dat ligt al jaren, hè, in deze gemeente niet tijdig gemeente. Daar heeft u al lang geleden over besloten. Maar wat we wel doen als gemeente is natuurlijk in gesprek blijven gaan. We hebben met u gesproken met de, nou ja, bewoners, de huurders. Hebben we mee gesproken. We kijken ook van wat zijn nou de wensen? Soms zijn het ook eisen. We hebben ook een plan van eisen. Bijvoorbeeld bij de JGZ natuurlijk. Dus we kijken wel: hoe kunnen we nou helpen, hoe kunnen we faciliteren, wat kunnen we met u meedenken, waar, wie kennen wij nog, wat zij nog meer locaties waar we misschien wel gehuisvest kan worden? Misschien in gezamenlijkheid, maar misschien ook in een kleinere gezamenlijkheid met wat minder mensen. Maar wij denken heel erg mee, dus het is inderdaad eigenlijk een hypothetisch geval, laat ik het maar even zo zeggen in de woorden van de commissie, want we willen heel graag meedenken natuurlijk. Zonder dat we zeggen: nou, wij zijn verantwoordelijk. Dat zeggen we niet. Dat zijn we ook niet. Dat zijn de organisaties zelf. Maar we willen wel zorgen dat we meedenken en dat we kunnen kijken: goh, wat kunnen we voor u betekenen? De heer Verwaaijen: Interruptie, voorzitter. De voorzitter: De heer Verwaaijen. De heer Verwaaijen: Dank u wel, voorzitter. Wethouder, erkent u wel dat u verantwoordelijk bent voor de inhoud van de dienstverlening? De voorzitter: Ik gok op een ja. Mevrouw de wethouder. Mevrouw Koops: Goed gegokt, voorzitter. Natuurlijk zijn wij voor de inhoud, de dienstverlening zelf an sich, zijn we natuurlijk verantwoordelijk. Dus dan hebben we het over maatschappelijk werk, dat het maatschappelijk werk ook zijn werk gewoon ook goed doet, dat we tevreden cliënten hebben die zelfstandig verder kunnen in het leven, die zelfstandig thuis kunnen wonen. Dus daar zijn we dus zeker verantwoordelijk voor. Dat klopt. Maar dat laat onverlet dat een organisatie verantwoordelijk ook is voor de kwaliteit van de dienstverlening en ook voor de huisvesting, voor het betalen van salarissen, voor van alles natuurlijk,hè? Ze 18