Aan: Van Scheppingen Beheer B.V. T.a.v. de heer H.M. van Scheppingen Burgemeester Padmosweg 204a 3648 BN Wilnis. Geachte heer Van Scheppingen,

Transcriptie

1 Dienst Water en Milieu Aan: Van Scheppingen Beheer B.V. T.a.v. de heer H.M. van Scheppingen Burgemeester Padmosweg 204a 3648 BN Wilnis Pythagoraslaan 101 Postbus TH Utrecht Tel Fax Datum 31 mei 2007 Sector Bodemsanering Nummer 2007wem002464i Referentie J. van 't Hoog Uw brief van - Doorkiesnummer Uw nummer - Faxnummer Bijlage Kadastrale kaart adres bodemsanering@provincie-utrecht.nl Onderwerp Beschikking saneringsplan Herenweg te Wilnis, code UT0736/00035 Geachte heer Van Scheppingen, 1 Inleiding Wij, Gedeputeerde Staten van Utrecht, hebben op 25 april 2007 een melding als bedoeld in artikel 28 van de Wet bodembescherming (Wbb) ontvangen van Van Scheppingen B.V. De melder is voornemens de ernstige bodemverontreiniging ter plaatse van de percelen gelegen aan de Herenweg in Wilnis te saneren dan wel handelingen te verrichten als gevolg waarvan de verontreiniging van de bodem wordt verminderd of verplaatst. Bij deze melding zijn diverse bodemonderzoeksrapporten en een saneringsplan gevoegd. Deze rapporten (en eventueel andere relevante stukken) zijn opgesomd in paragraaf 4.1 van deze beschikking. De kadastrale percelen waarvan de bodem is onderzocht en waar verontreinigingen zijn aangetoond, zijn: Kadastrale gemeente Sectie Nummer Wilnis A 2884 Wilnis A 3399 Wilnis A 3407 Wilnis A 4292 Wilnis A 4293 Wilnis A 4294 Wilnis A 4295 De onderzoekslocatie is aangegeven op de kadastrale kaart die als bijlage bij deze beschikking is gevoegd. Herenweg 271 te Wilnis, code UT0736/00035 pagina 1

2 Op de locatie, met een oppervlakte van m 2, is nieuwbouw van een aantal woningen met tuin en een gedeelte parkeren voorzien. De ontwikkeling zal nauw samenhangen met de ontwikkeling van het perceel Burgemeester Padmosweg 204. Ten behoeve van de ontwikkeling van het perceel Burgemeester Padmosweg 204 (UT0736/0316) is in 2005 een saneringsplan opgesteld. In onze beschikking (nr. 2005wem004516i) hebben wij op 31 oktober 2005 ingestemd met dit plan. Het onderhavige saneringsplan sluit zo veel mogelijk aan op het bestaande plan voor Burgemeester Padmosweg 204. De sanering wordt onderscheiden in drie fases. Er wordt gestart op de Padmosweg (fase I). Hiervoor is reeds een saneringsplan opgesteld en goedgekeurd. Fase II betreft de sloten, nieuwbouw van de starterswoningen en de aanleg van een parkeerplaats. Tijdens fase III worden twee nieuwe woningen met garage gerealiseerd (ter plaatse van Herenweg 273). Er is een grondstromenplan voor de drie fases als bijlage V in het saneringsplan opgenomen. 2 Beschikking De hierboven bedoelde bodemonderzoeksrapporten en het saneringsplan hebben wij op volledigheid en op inhoud beoordeeld. Aan de hand van deze gegevens besluiten wij het volgende. Ter plaatse van de hierboven genoemde percelen is sprake van een geval van ernstige verontreiniging als bedoeld in artikel 29 lid 1, van de Wbb. Gelet op het huidige of het toekomstige gebruik van deze ernstige verontreinigde bodem is er geen sprake van zodanige risico s voor mens, ecosysteem en/of verspreiding van de verontreiniging dat spoedige sanering als bedoeld in artikel 37 van de Wbb, noodzakelijk is. De melder heeft echter het voornemen de bodem te saneren. Op grond van artikel 39 lid 2 van de Wbb stemmen wij in met het saneringplan. Met toepassing van dit artikellid hebben wij in hoofdstuk 5 van deze beschikking voorschriften aan onze instemming verbonden. 3 Inspraak Bij de voorbereiding van deze beschikking hebben wij met toepassing van artikel 6.1 lid 3 van de Provinciale milieuverordening Utrecht, afgezien van het toepassen van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). We hebben dan ook geen ontwerpbeschikking ter inzage gelegd. Van deze beschikking wordt een publicatie gedaan in een plaatselijke huis-aan-huis blad. Herenweg 271 te Wilnis, code UT0736/00035 pagina 2

3 4 Overwegingen die ten grondslag liggen aan deze beschikking 4.1 Rapporten De volgende rapporten liggen ten grondslag aan deze beschikking: Indicatief onderzoek (Hopman en Peters BV, referentie: 94-VMB-016, d.d. 1 januari 1994); Nader onderzoek (Iwaco, referentie: , d.d. 15 mei 1995); Nader onderzoek (Iwaco, referentie: , d.d. 24 oktober 1995); Verkennend, actualisatie- en nader bodemonderzoek Herenweg te Wilnis (Grondslag B.V., projectnr.: 11414, d.d. 10 januari 2007); Saneringsplan Herenweg te Wilnis (Grondslag B.V., projectnr.: 11414, d.d. 20 april 2007); Grondstromenplan Padmosweg 204 en Herenweg 273 te Wilnis (Grondslag B.V., d.d ) opgenomen als bijlage V in het saneringsplan; Addendum saneringsplan Herenweg te Wilnis (Grondslag B.V., projectnr.: 11414, d.d. 23 mei 2007). 4.2 Toetsingskader geval van ernstige bodemverontreiniging Van een geval van verontreiniging is sprake indien de verontreiniging van de bodem betrekking heeft op grondgebieden die vanwege die verontreiniging, de oorzaak of de gevolgen daarvan in technische, organisatorische en ruimtelijke zin met elkaar samenhangen (zie artikel 1 van de Wbb). Van een geval van ernstige bodemverontreiniging is sprake indien in minimaal 25 m 3 bodemvolume in het geval van grond- of sedimentverontreiniging of in 100 m 3 bodemvolume in het geval van grondwaterverontreiniging voor tenminste één stof de gemiddelde gemeten concentratie hoger is dan de interventiewaarde (zie Circulaire bodemsanering van 1 mei 2006, Stcrt.2006, 83), alsmede de Circulaire Streef en interventiewaarden bodemsanering van 4 februari 2000 (Stcrt. 24 februari 2000)). 4.3 Verontreinigingen grond, grondwater en waterbodem Uit de hierboven aangehaalde bodemonderzoeksrapporten blijkt dat in de grond, het grondwater en de waterbodem van de in paragraaf 1 genoemde percelen / perceelsgedeelten zware metalen, PAK, asbest, minerale olie zijn aangetroffen in gemiddelde concentraties die hoger zijn dan de vastgestelde interventiewaarden. Onderstaand is de verontreinigingssituatie kort samengevat weergegeven. Immobiele verontreinigingen grond algemene bodemkwaliteit Uit het meest recente bodemonderzoek blijkt dat de bovengrond heterogeen verontreinigd is met de diverse onderzochte stoffen (ophooglaag). Met name voor lood, zink en PAK zijn gehaltes boven de interventie-waarde aangetoond. Op basis van de vastgestelde gehaltes kan worden geconcludeerd dat er over het gehele perceel sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging voor lood, zink en PAK. Uitgaande van dat deze verontreinigde Herenweg 271 te Wilnis, code UT0736/00035 pagina 3

4 ophooglaag op het gehele perceel wordt aangetroffen wordt de omvang van het geval ingeschat op circa m 3. demping/ophoging het gat van Veerhuis Op een direct aangrenzend perceel (Padmosweg 204) is in het verleden een sloopbedrijf gevestigd geweest. Door dit bedrijf werd op het perceel onder andere oud hout opgeslagen. Dit hout is tezamen met ander dempingsmateriaal (m.n. puin/grof sloopafval) met de jaren steeds dieper weggezakt en steeds weer aangevuld. De demping/ophoging heeft een geschatte dikte van mogelijk wel 5 meter. Er is sprake van een ernstig geval van bodemverontreiniging met zink, lood, kwik en PAK welke bekend is onder nummer UT0736/ Een klein gedeelte van deze demping en/of ophoging loopt door tot op het onderhavige perceel. asbest Op het maaiveld en in de bodem op het braakliggende terreindeel achter Herenweg 275 is asbestverdacht materiaal aangetroffen. Op basis van bodemonderzoek is aangetoond dat het gehalte aan asbest in de toplaag de interventiewaarde overschrijdt. Conform de Wbb is er sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging (geen omvangscriterium van toepassing). Waterbodem Het slib in de watergang tussen Herenweg 271 en 273 is verontreinigd met lood, zink en PAK. De toetsing van het slib aan de 4 de nota waterhuishouding classificeert het slib als klasse 4. Dat wil zeggen dat de specie zal moeten worden gereinigd of gestort. Het volume slib wordt geraamd op circa 30 m 3. Mobiele verontreiniging grond en grondwater brandstofverontreiniging tpv brandstofinstallatie Op drie plaatsen is in grond en grondwater een verontreiniging met minerale olie aanwezig. Ten noordoosten van het terrein (ter hoogte van de inrit) is in de grond een verhoogd gehalte aan minerale olie aangetoond dat de interventiewaarde overschrijdt. Deze verontreiniging blijft beperkt van omvang. In de berm langs de Herenweg overschrijdt het gehalte aan minerale olie in de grond de tussenwaarde (S+I/2). Verder worden maximaal lichte verontreinigingen in de grond aangetroffen. Het grondwater is maximaal licht verontreinigd met minerale olie. Het verontreinigd bodemvolume wordt geraamd op 85 m 3. verontreiniging van de bodem met teer Er is sprake van een lokale verontreiniging met teer in de bovengrond.. De omvang wordt ingeschat op maximaal 50 m 3 grond waar het gehalte aan PAK licht tot sterk verhoogd is als gevolg van de aanwezigheid van teer. De verontreiniging met PAK in het grondwater is qua volume vergelijkbaar met de verontreiniging met PAK in de grond. Op de onderzochte percelen Herenweg 271 en 273 zijn historisch gezien een aantal activiteiten aan te wijzen die mogelijk hebben geleid tot het ontstaan van een bodemverontreiniging. De aangetroffen verontreinigingen in zowel de grond, het grondwater en de waterbodem hangen in technische, organisatorische en ruimtelijke zin met elkaar samen. Herenweg 271 te Wilnis, code UT0736/00035 pagina 4

5 De omvang van de verontreinigingen in de grond en het grondwater zijn op basis van de interventiewaardecontour aangegeven op de kadastrale kaart die als bijlage 1 bij deze beschikking is gevoegd. Conclusie Omdat de gemiddelde concentratie gemeten in grond en/of grondwater van lood, zink en PAK in minimaal 25 m 3 en / of gemeten in grondwater in minimaal 100 m 3 hoger is dan de interventiewaarde voor deze stoffen is er sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. De verrichte bodemonderzoeken voldoen naar het oordeel van ons college aan de daartoe bij of krachtens de Wbb gestelde eisen. 4.4 Risicobeoordeling, spoedeisendheid en saneringstijdstip Het toetsingskader voor de risicobeoordeling is vastgelegd in de Circulaire bodemsanering 2006 van 1 mei 2006 (Stcrt.2006, 83). De standaard en locatiespecifieke risicobeoordeling betreffen de vraag of de aangetroffen ernstige verontreiniging al dan niet onaanvaardbare risico s oplevert voor de mens, het ecosysteem of van verspreiding, gelet op de huidige of toekomstige gebruiksfunctie van het onderhavige perceel. Voor het uitvoeren van de risicobeoordeling is door Grondslag Milieukundig Adviesbureau b.v. gebruik gemaakt van het computerprogramma Sanscrit, versie 1.1. Voor de verontreinigingen met lood, zink en PAK op het perceel is er geen sprake van actuele risico s voor mens, ecosysteem dan wel risico van verspreiding van de verontreiniging. 5 Saneringsdoelstelling 5.1 Algemeen De saneringsdoelstelling dient er volgens artikel 38 van de Wbb primair op gericht te zijn: de verontreinigde bodem in ieder geval geschikt te maken voor de gebruiksfunctie; het risico van verspreiding van de verontreiniging zoveel mogelijk te beperken; de nazorg en gebruiksbeperkingen, bedoeld in artikel 39d van de Wbb zoveel mogelijk te beperken. In artikel 39 van de Wbb en artikel 6.3 van de Provinciale Milieuverordening Utrecht (PMV) is voorgeschreven waaraan een saneringsplan moet voldoen. 5.2 Immobiele verontreiniging en bodemgebruikswaarde De toekomstige gebruiksfunctie van de onderhavige saneringslocatie is: wonen en intensief gebruikt (openbaar) groen (bodemgebruiksvorm I) en bebouwing en verharding (bodemgebruiksvorm III). Fase II De sanering van de immobiele verontreinigingen (metalen, PAK en asbest) zal bestaan uit het aanbrengen van een isolerende laag ter plaatse van de nieuwbouw door de aanleg van betonvloeren. De kruipruimte zal worden voorzien van een betonvloer. Onder deze vloer zal een Herenweg 271 te Wilnis, code UT0736/00035 pagina 5

6 0,1 à 0,2 meter dikke laag schoon zand worden opgebracht. De onbebouwde terreindelen worden voorzien van een leeflaag van 0,5 m met minimaal BGW-I kwaliteit grond aangebracht op wortel of wegendoek (signaleringslaag). Gezien de plaatselijke omstandigheden, geringe draagkracht van de veenbodem, is het civieltechnisch niet raadzaam om een standaard-leeflaag van 1 meter aan te brengen die in beginsel voorgeschreven is in de Circulaire Bodemsanering (2006), bijlage 3. Onder de klinkerverharding (oprit en parkeerplaatsen) wordt een signaleringslaag bestaande uit 0,05 à 0,1 meter zand aangebracht. Op de delen van de te realiseren parkeerplaats waar nog de oude betonvloeren van de voormalige bebouwing aanwezig is, zal deze betonvloer voorzien in de signalerende functie. Daar waar geen betonvloer aanwezig is zal, alleen ter plaatse van het parkeerterrein, een betonvloer worden gemaakt. De betonvloer wordt gelegd op een signaallaag van circa 0,1 à 0,2 meter schoon zand. De immobiele verontreiniging in de te dempen sloot zal worden gesaneerd middels verwijdering. Voorafgaand aan het dempen van de sloot wordt het stuk sloot afgedamd en leeggepompt. Het verontreinigde slib wordt vervolgens ontgraven tot op het onderliggende veen en afgevoerd naar een verwerker. Er wordt teruggesaneerd tot beneden de geldende tussen (T)-waarden (criterium van nader onderzoek). Ter compensatie van de te dempen sloot wordt ten oosten van de woning aan de Herenweg 275 een nieuwe sloot gegraven. Het uitkomende materiaal wordt verwerkt op eigen terrein, binnen het geval van verontreiniging. Indien grond zal worden hergebruikt in de leeflaag dan dient deze onderzocht te worden. De vrijkomende grond mag in de leeflaag worden toegepast indien dit minstens BGW-1 grond betreft. Fase III Ten behoeve van de nieuwbouw zal voor de fundatie deels verontreinigde grond worden ontgraven en afgevoerd naar een verwerker. De kruipruimte wordt afgewerkt met beton. Ter plaatse van de tuindelen, inclusief de te verharden oprit, wordt een leeflaag van 0,5 m schoon zand / grond opgebracht. 5.3 Nazorg en gebruiksbeperkingen (immobiel) Voor de achterblijvende ernstig verontreinigde grond bestaat de nazorg uit: de aangebrachte permanente verharding en de aangebrachte leeflaag dienen intact te worden gelaten. Deze plicht rust blijvend op de saneerder, tenzij het wordt overgedragen aan een ander. Conclusie Het saneringsplan voldoet aan de eisen die bij of krachtens de Wbb zijn gesteld. 5.4 Mobiele verontreiniging Fase II Op de onderzoekslocatie is een teervlek ter plaatse van een voormalige scheepswerfje en een brandstofverontreiniging (twee vlekken) ter hoogte van het voormalige benzinestation (Herenweg Herenweg 271 te Wilnis, code UT0736/00035 pagina 6

7 271) aangetroffen. De verontreinigingsvlek met minerale olie in de berm van de Herenweg wordt niet gesaneerd aangezien deze zich buiten de perceelsgrenzen en buiten de locatie bevindt. De verontreinigingen op het eigen terrein zullen worden verwijderd middels ontgraving. Hierbij wordt ervan uit gegaan dat met het verwijderen van de verontreinigde grond ook de verontreiniging in het grondwater zal worden verwijderd. De mobiele verontreinigingen worden verwijderd tot beneden de geldende streefwaarde (voor minerale olie in grond wordt 50 mg.kg ds aangehouden). Uitzondering hierop is de verontreiniging van grond/grondwater met PAK (teervlek). In verband met de op het terrein aanwezige verhoogde achtergrondgehalte is in overleg met ons besloten dat de teerverontreiniging teruggesaneerd wordt tot beneden de geldende T-waarden voor zowel grond als grondwater. Met dit resultaat wordt trede 2 van het eindrapport van het project Doorstart A5: Afwegingsproces voor de aanpak van mobiele verontreinigingen in de ondergrond (12 maart 2001) bereikt. 5.5 Nazorg (mobiel) Aangezien deze saneringsvariant gericht is op het bereiken van trede 2 (kleine restverontreiniging, maar stabiel), is alleen passieve nazorg vereist: registratie van deze kleine restverontreiniging. Conclusie Het saneringsplan voldoet aan de eisen die bij of krachtens de Wbb zijn gesteld. Grondbalans Uit de grondbalans (fase I t/m III) die als bijlage V is opgenomen in het saneringsplan blijkt dat er naar verwachting 177 m 3 grond zal worden ontgraven en afgevoerd naar een speciale stort. Naar schatting 156,7 m 3 zal worden afgevoerd naar een verwerkingsbedrijf (met name puin). Er zal 1.663,3 m 3 zand worden aangevoerd en verwerkt op het terrein. Circa 193,8 m 3 zal worden verwerkt in de open verharding van fase II. 6 Saneringsuitvoering De sanering wordt, indien van toepassing, uitgevoerd overeenkomstig: de Beoordelingsrichtlijn uitvoering bodemsanering: BRL SIKB 7000 van de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB); het SIKB protocol 7001: Uitvoering van landbodemsanering met conventionele methoden; het SIKB protocol 7002: Uitvoering van landbodemsanering met in-situ methoden. 7 Melding start, wijzigingen en afronding saneringswerkzaamheden In verband met een mogelijk controlebezoek van één van onze medewerkers dient het tijdstip van de feitelijke aanvang van de bodemsanering ten minste 1 week voor dat tijdstip bij ons college te worden gemeld. Dat kan: schriftelijk: gedeputeerde staten van Utrecht, sector Vergunningen en Handhaving (ketenbeheer), Postbus 80300, 3508 TH Utrecht, of per fax: via de fax van de sector Vergunningen en Handhaving (ketenbeheer), of Herenweg 271 te Wilnis, code UT0736/00035 pagina 7

8 per Tevens verzoeken wij u bij deze melding de geplande einddatum van de sanering aan te geven. Indien u vooraf of tijdens de werkzaamheden wilt of moet afwijken van het saneringsplan, dan dient u ons direct hiervan op de hoogte te stellen. Ook dit dient u te doen bij de sector Vergunningen en Handhaving/Ketenbeheer, via één van bovengenoemde mogelijkheden. Daarnaast attenderen wij u erop, dat bij onvoorziene omstandigheden tijdens de uitvoering van de sanering, met ons overlegd dient te worden. 8 Opslag en aan- en afvoer van grond De tijdelijke opslag van verontreinigde grond dient minimaal te voldoen aan de volgende eisen: Het is niet toegestaan een depot voor de opslag van bij de sanering vrijkomend materiaal in werking te hebben na het beëindigen van de grondsanering. Het is niet toegestaan partijen verontreinigde grond van verschillende kwaliteit en samenstelling te mengen. Partijen verontreinigde grond dienen naar aard, samenstelling en verontreiniging in te onderscheiden deelpartijen te worden opgeslagen. Tussen deze deelpartijen dient een afstand van ten minste één meter te worden aangehouden of een fysieke scheidingswand te worden aangebracht. Vrijgekomen asbesthoudende grond of bodemmateriaal dient uiterlijk vier werkweken na het vrijkomen afgevoerd te worden naar een erkende verwerker. 9 Milieukundig begeleiding De werkzaamheden worden milieukundig begeleid. De milieukundige begeleiding wordt, indien van toepassing, uitgevoerd overeenkomstig: de beoordelingsrichtlijn milieukundige begeleiding: BRL SIKB 6000 van de SIKB; het VKB-protocol 6001: Milieukundige begeleiding en evaluatie landbodemsanering met conventionele methoden van de SIKB; het VKB-protocol 6002: Milieukundige begeleiding en evaluatie landbodemsanering met in situ methoden. De milieukundig toezichthouder dient, in uw opdracht, na afloop van de sanering een evaluatierapport op te stellen dat voldoet aan de eisen van de provincie Utrecht. U dient het evaluatierapport in ieder geval binnen 3 maanden na afloop van de bodemsanering bij ons college in te dienen, in drievoud. Het verslag kan worden gezonden aan de provincie Utrecht, dienst Water en Milieu, sector bodemsanering, Postbus 80300, 3508 TH Utrecht. 10 Kadastrale registratie Op grond van artikel 55 van de Wbb zendt ons college een afschrift van deze beschikking aan de Rijksdienst van het Kadaster. Herenweg 271 te Wilnis, code UT0736/00035 pagina 8

9 De verontreiniging wordt kadastraal geregistreerd op basis van de ligging van de interventiewaarde-contour voor (stoffen) in de grond/het grondwater. Deze contour is weergegeven op de als bijlage 1 bijgevoegde kadastrale kaart. De te registreren kadastrale percelen zijn: Kadastrale gemeente Sectie Nummer Verontreinigde WB/WBD Oppervlakte (m 2 ) Wilnis A WBD Wilnis A WB Wilnis A WBD Wilnis A WBD Wilnis A WB Wilnis A WB Wilnis A WBD *WB het besluit betreft het gehele perceel *WBD het besluit betreft een gedeelte van het perceel De locatie is aangegeven op de kadastrale kaart die als bijlage bij deze beschikking is gevoegd. 11 Bezwaar Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na de bekendmaking tegen dit besluit schriftelijk bezwaar maken. Zij dienen dan een bezwaarschrift in te dienen bij Gedeputeerde Staten van Utrecht, ter attentie van de secretaris van de Awb-adviescommissie Water en Milieu, Postbus 80300, 3508 TH Utrecht. Na indiening van een bezwaar kan een verzoek om voorlopige voorziening (inclusief schorsing) worden ingediend bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 ED Den Haag. Aan een verzoek om voorlopige voorziening, zijn kosten verbonden, het griffierecht. Deze bedragen 143,- voor een natuurlijk persoon en 285,- voor een rechtspersoon. Onder vermelding van de code UT kan over deze beschikking nadere informatie worden gevraagd bij de sector Bodemsanering van onze provincie, telefonisch bereikbaar: Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Utrecht, namens hen, drs. J.W. Strookappe hoofd sector Bodemsanering Herenweg 271 te Wilnis, code UT0736/00035 pagina 9

10 Een kopie van deze brief is verzonden naar: - Grondslag Milieukundig Adviesbureau B.V., t.a.v. M. van der Bijl, Nijverheidsweg 7, 3471 GZ Kamerik; - Gemeente De Ronde Venen, Bureau ROVM, t.a.v. I. Hogeveen, Postbus 250, 3460 AG Mijdrecht; - Milieudienst Noord-West Utrecht, t.a.v. Afd. Leefomgeving en Bedrijven, Cluster bodem, Postbus 242, 3620 AE Breukelen; - Kadaster en Openbare Registers, Postbus 85001, 3508 AA Utrecht; - Vrom Inspectie regio noord-west, Postbus 1006, 2001 BA Haarlem. Herenweg 271 te Wilnis, code UT0736/00035 pagina 10