Aan: Maatschap J. Floor, N.L. de Bruin en J.J. Floor Achtersloot NZ IJsselstein. Geachte heren Floor en mevrouw De Bruin,

Transcriptie

1 1 Afdeling Vergunningverlening Aan: Maatschap J. Floor, N.L. de Bruin en J.J. Floor Achtersloot NZ IJsselstein Pythagoraslaan 101 Postbus TH Utrecht Tel Fax Datum 10 maart 2008 Team Bodemsanering Nummer 2008INT Referentie A. Schouten Uw brief van - Doorkiesnummer Uw nummer - Faxnummer Bijlage - adres bodemloket@provincie-utrecht.nl Onderwerp Beschikking ernst, spoedeisendheid Achtersloot nabij te IJsselstein, code UT0353/00080 Geachte heren Floor en mevrouw De Bruin, 1 Inleiding Wij, Gedeputeerde Staten van Utrecht, hebben naar aanleiding van de resultaten van een aanvullend bodemonderzoek op de locatie Achtersloot nabij 196 en 198 te IJsselstein besloten om met toepassing van artikel 29 lid 1 onder a van de Wet bodembescherming (Wbb) in de voorliggende beschikking de ernst van de verontreiniging en de saneringsspoed vast te stellen. De rapporten van de bodemonderzoeken zijn opgesomd in paragraaf 4.1 van deze beschikking. De kadastrale percelen waarvan de bodem is onderzocht en waar verontreiniging is aangetoond, zijn: Kadastrale gemeente Sectie Nummer IJsselstein G 471 IJsselstein G 472 De percelen waarop deze beschikking betrekking heeft zijn aangegeven op de kadastrale kaart in hoofdstuk 5. Volgens het kadaster bent u eigenaar van het kadastrale perceel G472, waarop het grootste deel van de voormalige stortplaats is gelegen. Deze beschikking is eveneens toegestuurd aan de heer Bos, eigenaar van het kadastrale perceel G Beschikking De verrichte bodemonderzoeken hebben wij aan de daartoe bij of krachtens de Wbb gestelde eisen getoetst. De onderzoeken voldoen aan de wettelijke eisen en onderzoeksprotocollen. Aan de hand van deze onderzoeksgegevens zijn wij met toepassing van de artikelen 29 lid 1, van de Wbb, voornemens het volgende te besluiten.

2 2 Ter plaatse van de hierboven genoemde percelen is sprake van een geval van ernstige verontreiniging als bedoeld in artikel 29 lid 1, van de Wbb. Gelet op het huidige gebruik van deze ernstig verontreinigde bodem is er sprake van zodanige risico s voor het ecosysteem dat spoedige sanering als bedoeld in artikel 37 van de Wbb, noodzakelijk is. Met de sanering dient zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk vier jaar na de inwerkingtreding van deze beschikking te worden begonnen. 3 Inspraak Met betrekking tot deze melding is de procedure gevolgd van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. De ontwerpbeschikking, de bijbehorende rapporten en de daarop betrekking hebbende stukken zijn gedurende een periode van zes weken ter inzage gelegd. Belanghebbenden hebben gedurende deze periode hun zienswijze over de ontwerpbeschikking naar voren kunnen brengen. Wij hebben op 25 januari 2008 van de heer D. Bos (eigenaar van het kadastrale perceel G471) een mondelinge zienswijze ontvangen. De heer Bos zegt uit overlevering van zijn vader begrepen te hebben dat het kadastrale perceel G471 geen onderdeel uitmaakt van de voormalige stortplaats. Uit nadere bestudering van de onderzoeksgegevens blijkt dat bij de uitgevoerde bodemonderzoeken op een deel van het perceel inderdaad geen stortmateriaal is aangetroffen. Langs de Hollandse IJssel is echter wel degelijk een strook grond met stortmateriaal aanwezig, die tot boven de interventiewaarde verontreinigd is. De zienswijze heeft voor het perceel G471 geleid tot een aanpassing van de verontreinigingscontour, zoals deze in hoofdstuk 5 van deze beschikking is weergegeven. Overeenkomstig artikel 28 lid 5 van de Wbb hebben wij burgemeester en wethouders van de gemeente IJsselstein van de melding op de hoogte gesteld. Het definitieve besluit wordt kenbaar gemaakt in een plaatselijk huis-aan-huisblad. 4 Overwegingen die ten grondslag liggen aan deze beschikking 4.1 Rapporten De volgende rapporten liggen ten grondslag aan deze beschikking: Vooronderzoek, verkennend en indicatief onderzoek perceel G 302 (ged) nabij de achtersloot , door CSO, referentie: 05.R186, 17 augustus Aanvullend bodemonderzoek Achtersloot achter nrs te IJsselstein, door CSO, referentie: 07L450, 20 november Toetsingskader geval van ernstige bodemverontreiniging Van een geval van verontreiniging is sprake indien de verontreiniging van de bodem betrekking heeft op grondgebieden die vanwege die verontreiniging, de oorzaak of de gevolgen daarvan in technische, organisatorische en ruimtelijke zin met elkaar samenhangen (zie artikel 1 van de Wbb).

3 3 Van een geval van ernstige bodemverontreiniging is sprake indien in minimaal 25 m 3 bodemvolume in het geval van grond- of sedimentverontreiniging of in 100 m 3 bodemvolume in het geval van grondwaterverontreiniging, voor tenminste één stof de gemiddelde gemeten concentratie hoger is dan de interventiewaarde (zie Circulaire bodemsanering van 1 mei 2006, Stcrt.2006, 83), alsmede de Circulaire Streef en interventiewaarden bodemsanering van 4 februari 2000 (Stcrt. 24 februari 2000)). 4.3 Verontreinigingen grond Uit de hierboven aangehaalde bodemonderzoeksrapporten blijkt dat in de grond van de in paragraaf 1 genoemde percelen parameters zijn aangetroffen in gemiddelde concentraties die hoger zijn dan de vastgestelde interventiewaarden. De gehalten koper, lood, zink, PAK (Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen) en de bestrijdingsmiddelen DDT/DDE/DDD zijn boven de desbetreffende interventiewaarden aangetoond. Op de locatie, die thans in gebruik is als boomgaard, bevond zich een (voormalige) stortplaats van de gemeente Utrecht. Tevens is plaatselijk mogelijk slib gestort. De verontreinigingen zijn vanaf het maaiveld tot een diepte van maximaal 1,6 m-mv aanwezig. De oppervlakte van de voormalige stortplaats is circa m 2. In het aanvullend onderzoek uit 2007 is de omvang van de stortplaats bepaald. In het grondwater zijn geen verontreinigingen in concentraties boven de tussenwaarde aangetoond. De aangetroffen verontreinigingen in zowel de grond als het grondwater hangen in technische, organisatorische en ruimtelijke zin met elkaar samen. Het toegangspad aan de zuidwestzijde van de locatie (gelegen op het kadastrale perceel G429) behoort niet tot het geval van bodemverontreiniging. De omvang van de verontreinigingen in de grond is op basis van de interventiewaardecontour aangegeven in hoofdstuk 5 van deze beschikking. Conclusie Omdat de gemiddelde concentratie gemeten in de grond van PAK, DDT/DDE/DDD, koper, lood en zink in minimaal 25 m 3 grond hoger is dan de interventiewaarde voor deze stoffen is er sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. De verrichte bodemonderzoeken voldoen naar het oordeel van ons college aan de daartoe bij of krachtens de Wbb gestelde eisen. 4.4 Risicobeoordeling, spoedeisendheid en saneringstijdstip Het toetsingskader voor de risicobeoordeling is vastgelegd in de Circulaire bodemsanering 2006 van 1 mei 2006 (Stcrt. 2006, 83). De standaard en locatiespecifieke risicobeoordeling betreffen de vraag of de aangetroffen ernstige verontreiniging al dan niet onaanvaardbare risico s oplevert voor de mens, het ecosysteem of van verspreiding, gelet op de huidige of toekomstige gebruiksfunctie van de onderhavige percelen. Wij hebben met behulp van het computerprogramma Sanscrit (versie 1.11) een risicobeoordeling uitgevoerd. Hierbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:

4 4 Er is geen sprake van een (schone) afdeklaag. De verontreinigingen zijn vanaf het maaiveld aanwezig; Voor de bepaling van de humane risico s is uitgegaan van het gebruik recreatie. Het is in Sanscrit niet mogelijk om agrarisch gebruik danwel boomgaard in te voeren. Voor de bepaling van de ecologische risico s is uitgegaan van een gemiddeld niveau (groep 2: weilanden, akkerbouw, wonen met tuin, grootschalig openbaar groen, recreatie). Uit de uitgevoerde risico-evaluatie blijkt dat, mede door de grootte van de voormalige stortplaats, als gevolg van de aangetroffen bodemverontreiniging sprake is van onaanvaardbare risico s voor het ecosysteem. Er is bij het huidige extensieve gebruik geen sprake van humane risico s. Gezien de geconstateerde onaanvaardbare risico s dient uiterlijk vier jaar na de inwerkingtreding van deze beschikking een begin te worden gemaakt met de sanering. 5 Kadastrale inschrijving Krachtens het bepaalde in artikel 55 Wbb zal ons college een afschrift van dit besluit, met een kadastrale kaart van het perceel waarop dit besluit betrekking heeft, ter inschrijving aanbieden aan de Rijksdienst van het Kadaster en de Openbare Registers. Het besluit wordt ingeschreven op basis van de interventiewaarde-contour van de verontreiniging in de grond. Deze contour is weergegeven op onderstaande kadastrale tekening. De te registreren kadastrale percelen zijn: Kadastrale gemeente Sectie Nummer Verontreinigde Code Oppervlakte (ha) IJsselstein G 471 4,5 KW IJsselstein G 472 0,44 KW

5 5 GEMEENTE MONTFOORT UT 0335/00034 (provinciale weg S19 Montfoort) Stortplaats Nabij Achtersloot (UT0353/00080) GEMEENTE IJSSELSTEIN Achtersloot Sterk verontreinigde perceelsgedeelten Opmerking: Ten noorden van de Hollandse IJssel is in de gem. Montfoort aan de Provincialeweg S19 een voormalige stortplaats gelegen. Voor deze stortplaats (UT 0335/00034) hebben wij recent bij beschikking de ernst van de verontreiniging en de spoedeisendheid van de sanering vastgesteld. Tevens is ingestemd met het saneringsplan. Onder vermelding van de code UT0353/00080 kan over deze beschikking nadere informatie worden gevraagd bij het team Bodemsanering van onze provincie, telefonisch bereikbaar: Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Utrecht, namens hen, mr. D.A.E. van Egmond-Bleumink afdelingsmanager Vergunningverlening Een kopie van deze brief is verzonden naar: Gemeente IJsselstein, t.a.v. mevrouw S. Cremers, Postbus 26, 3400 AA IJsselstein; CSO Adviesbureau, t.a.v. de heer S. Kunst, Regulierenring 20, 3981 LB Bunnik; De heer D. Bos, Achtersloot 202, 3401 NZ IJsselstein (eigenaar perceel G471); De heer J.C. Flier, Achtersloot 198, 3401 NZ IJsselstein (eigenaar perceel G289). Kadaster team WKPB, Postbus 9015, 6800 DT Arnhem.