beschikking vaststelling ernst en spoed bodemverontreiniging Breudijk 42 Harmelen (gemeente Woerden) UT0632/ Inleiding

Transcriptie

1 beschikking vaststelling ernst en spoed bodemverontreiniging Breudijk 42 Harmelen (gemeente Woerden) datum 7 februari 2006 nummer 2006WEM000563i bijlagen kadastrale kaart sector referentie locatiecode Bodemsanering H. Schinkelshoek UT0632/ Inleiding Met toepassing van artikel 48 van de Wet bodembescherming (Wbb) is in opdracht van gedeputeerde staten van Utrecht een bodemonderzoek uitgevoerd ter plaatse van Breudijk 42 te Harmelen (gemeente Woerden). Het doel van het onderzoek was inzicht te verkrijgen in de milieuhygiënische bodemkwaliteit en is uitgevoerd in juli Het betreft hier een perceel waarop zich een voormalige stortplaats bevindt. Deze voormalige stortplaats is gebruikt in de jaren vijftig en vervolgens afgewerkt met een deklaag. In deze beschikking stelt ons college vast of er sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging en zo ja, of er sprake is van zodanige risico s dat spoedige sanering noodzakelijk is. Het gaat om de bodem ter hoogte van Breudijk 42 te Harmelen (gemeente Woerden). Het bodemonderzoek is uitgevoerd ter plaatse van het volgende kadastrale perceel: gemeente Harmelen, sectie L nummer 266. Het aan deze beschikking ten grondslag liggende bodemonderzoeksrapport is opgesomd onder punt 4.1.

2 2. Beschikking Het onder punt 4.1 genoemde rapport hebben wij op volledigheid en op inhoud beoordeeld. Aan de hand van deze gegevens besluit ons college het volgende. Ter plaatse van het kadastrale perceel, gemeente Harmelen, sectie L, nummer 266 is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging zoals bedoeld in artikel 29 Wbb. Gelet op het huidige of het voorgenomen gebruik van het perceel is er geen sprake van zodanige risico s dat spoedige sanering als bedoeld in artikel 37 van de Wbb noodzakelijk is. Met toepassing van artikel 37 lid 5 van de Wbb dienen de maatregelen als bedoeld in paragraaf 4.4 van deze beschikking genomen te worden. 3. Procedure Bij de voorbereiding van deze beschikking is de inspraakprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht gevolgd. Deze procedure is in hoofdstuk 6 'Bodemsanering' van de Provinciale Milieuverordening Utrecht 1995 in beginsel verplicht gesteld. De aanvangsdatum van de beslistermijn is 25 oktober De wettelijke beslistermijn is 15 weken. Echter in verband met de sluiting van het gehele provinciehuis van 23 december 2005 tot en met 30 december 2005, is de beslistermijn met toepassing van artikel 39 lid 2 Wbb verlengd. De ontwerpbeschikking, de bijbehorende rapporten en overige documenten hebben gedurende deze periode ter inzage gelegen. Van de heer en mevrouw Rombout hebben wij een zienswijze gericht tegen de ontwerpbeschikking ontvangen. Onze beantwoording van de ingebrachte zienswijze volgt hierna. Wij zullen de heer en mevrouw Rombout in een gesprek een toelichting op hun vragen geven. De zienswijze van de heer en mevrouw Rombout heeft betrekking op: 1. de urgentie van het geval van bodemverontreiniging. Zij zien de verontreiniging van de moestuin als wel urgent; 2. de kwaliteit en dikte van de deklaag. De deklaag is volgens hen vervuild en te dun (minder dan 0,5 meter). Zij vragen of dit aangepakt wordt en wie er voor de kosten daarvan opdraait; 3. de urgentie in de toekomst. Zij vragen wie er voor de kosten opdraait als er te zijner tijd wel urgentie is om de bodem te saneren (bijvoorbeeld door andere toelatingsnormen of nieuwbouw)? Bij de punten ad. 3 en bij het aspect van kosten van ad. 2. merken wij op dat deze zich niet tegen dit besluit richten. De zienswijze heeft geen wijzigingen in de beschikking tot gevolg. - beschikking-nummer 2006WEM000563i - UT 0632/

3 Overeenkomstig het bepaalde in artikel 28, vijfde lid Wbb hebben wij het college van burgemeester en wethouders van Woerden en de VROM Inspectie, regio Noord-West in kennis gesteld van ons voornemen de beschikking te nemen Het voornemen is gepubliceerd en het definitieve besluit wordt eveneeens gepubliceerd in een huis-aan-huisblad in de gemeente Woerden. 4. Overwegingen die ten grondslag liggen aan deze beschikking 4.1 Rapporten Het volgende rapport ligt ten grondslag aan deze beschikking: - Rapport voormalige stortplaats Breudijk Harmelen, provincie Utrecht, juli Verontreinigingssituatie grond en grondwater De bodem van de locatie is onderzocht op de aanwezigheid van bodemverontreiniging ten gevolge van voormalige stortactiviteiten. De resultaten van het bodemonderzoek laten zien dat er sprake is van bodemverontreiniging welke aanwezig is op het onder punt 2 genoemde kadastrale perceel. De omvang van de verontreiniging is weergegeven op bijgevoegde kadastrale tekening op basis van de contour voor de stortplaats. Wij beschouwen deze verontreiniging als één geval van bodemverontreiniging. Er is tussen de aangetoonde verontreinigingen sprake van zowel een technische, een organisatorische, als ook een ruimtelijke samenhang. De verontreiniging is gerelateerd aan voormalige stortactiviteiten. Het geval van bodemverontreiniging is hieronder omschreven. Stortlichaam Het stortlichaam is deels onderzocht. De voormalige stortplaats wordt in beginsel gezien als een zogenaamde blackbox. Bekend is dat destijds huisvuil is gestort echter wat er precies in de stort aanwezig is, is niet duidelijk. De hoogte van de stort is circa 1 meter en de dikte van het stortpakket is circa 2 meter. Uit boringen blijkt dat een groot deel van het stortmateriaal veraard is. Uit chemische analyses blijkt dat het stortmateriaal sterk verontreinigd is met zware metalen. De stoffen koper, lood en zink overschrijden de interventiewaarde. Deklaag Over de voormalige stortplaats bevindt zich een deklaag met een gemiddelde dikte van 0,5 meter. Plaatselijk is de deklaag dunner. In de deklaag wordt de streefwaarde overschreden voor de zware metalen en polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK). Plaatselijk wordt de tussenwaarde (½(S+I)) voor zink overschreden. - beschikking-nummer 2006WEM000563i - UT 0632/

4 Grondwater In het grondwater ter plaatse van de voormalige stort overschrijden de stoffen naftaleen, xylenen, chroom en gechloreerde koolwaterstoffen de streefwaarde. Of een geval van bodemverontreiniging al dan niet ernstig is wordt beoordeeld aan de hand van twee circulaires: - de circulaire Saneringsregeling Wet bodembescherming: beoordeling en afstemming, van 19 december 1997, paragraaf 2.3.3, nummer DBO/ , gepubliceerd Staatscourant 12 januari 1998; - de circulaire Streefwaarden en interventiewaarden bodemsanering van 4 februari 2000, nummer DBO/ , gepubliceerd Staatscourant 24 februari Ingevolge deze circulaires is er sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging indien voor ten minste één stof de gemiddelde concentratie gemeten in grond in minimaal 25 m 3 bodem of gemeten in grondwater in minimaal 100 m 3 bodem hoger blijkt te zijn dan de interventiewaarde. De gemiddelde concentratie zware metalen gemeten in grond in respectievelijk minimaal 25 m 3 blijkt hoger te zijn dan de interventiewaarde voor deze stof. Er is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Het verrichte bodemonderzoek voldoet naar het oordeel van ons college aan de daartoe bij of krachtens de Wbb gestelde vereisten. De informatiekwaliteit komt niet geheel overeen met de eisen zoals weergegeven in het Protocol voor het Nader Onderzoek Deel 1 (naar de aard en concentratie van verontreinigende stoffen en de omvang van bodemverontreiniging), Sdu Uitgevers, Den Haag De contour van de voormalige stort is goed waarneembaar dus afperking is zintuiglijk goed uitvoerbaar. 4.3 Saneringspoed en tijdstip van sanering De systematiek op basis waarvan tot de beslissing spoedeisend wordt gekomen staat vooralsnog beschreven in de circulaire Saneringsregeling Wet bodembescherming: beoordeling en afstemming, van 19 december 1997, bijlage 7, nummer DBO/ , gepubliceerd Staatscourant 12 januari De sanering van een geval van ernstige bodemverontreiniging is spoedeisend, tenzij is aangetoond of aannemelijk is gemaakt dat dit geval, gelet op het huidige gebruik van de bodem, geen actueel humaan, ecologisch of verspreidingsrisico tot gevolg heeft. Een actueel risico is een risico dat zich feitelijk voordoet gezien het gebruik van de bodem ten tijde van het geven van deze beschikking. Wij hebben een risicoanalyse uitgevoerd voor de bodemverontreiniging ten gevolge van - beschikking-nummer 2006WEM000563i - UT 0632/

5 voormalige stortactiviteiten. De gebruikte gegevens zijn ontleend aan de onder punt 4.1 genoemde rapporten. Ter plaatse van de voormalige stortplaats is een deklaag van gemiddeld 0,5 meter dikte aanwezig. Gezien de dikte van de deklaag zijn er geen contactmogelijkheden met de verontreiniging aanwezig. De kwaliteit van de deklaag (streefwaarde-overschrijdingen voor zware metalen en polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK) en plaatselijk een tussenwaardeoverschrijding voor zink) brengt geen actuele humane risicos s met zich mee. Er is dan ook geen sprake van een actueel humaan risico. Bij de vaststelling van het ecologische risico is het aantal planten, dieren en micro-organismen, welke negatieve gevolgen ondervindt ten gevolge van de verontreiniging, bepalend. Uit onze berekening volgt dat er geen sprake is van actuele ecologische risico's. De verontreiniging bevindt zich in lichte mate in het grondwater en kan zich verspreiden. Echter in het grondwater zijn geen interventiewaarde overschrijdingen van de gemeten stoffen aangetroffen. Dus het grondwater waar gehaltes boven de interventiewaarde voorkomen is minder dan 100 m 3 per jaar en er is dan ook geen sprake van een actueel verspreidingsrisico. Op basis van de milieuhygiënische risico s is er geen sprake van spoed om het geval van bodemverontreiniging te saneren. 4.4 Consequenties Bij de vaststelling van de saneringspoed is uitgegaan van de gebruiksfunctie wonen met tuin en deels moestuin. Een wijziging in het gebruik van de betrokken percelen die aanleiding kan zijn tot wijziging van de spoed van de bodemverontreiniging dient op grond van artikel 37, lid 5 Wbb aan ons college te worden gemeld. Maatregelen De deklaag dient in stand te worden gehouden en zonodig te worden hersteld. Het voornemen tot het verrichten van graafwerkzaamheden dient op grond van artikel 28 Wbb aan ons te worden gedaan. 5. Kadastrale registratie Krachtens het bepaalde in artikel 55 Wbb zal ons college een afschrift van dit besluit, met een kadastrale kaart van het perceel waarop dit besluit betrekking heeft, zenden aan het Kadaster en de Openbare Registers. - beschikking-nummer 2006WEM000563i - UT 0632/

6 De verontreiniging zal kadastraal worden geregistreerd op basis van ligging van de contour van de voormalige stortplaats. Deze contour is weergegeven op bijgevoegde kadastrale tekening. Het te registreren kadastrale perceel is weergegeven in onderstaande tabel: Kadastrale gemeente: Harmelen sectie Nummer grootte perceel code * L a 60 ca WB WB = het besluit betreft het gehele perceel 6. Beroep Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit binnen zes weken na bekendmaking daarvan beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Daarvoor is een griffierecht verschuldigd van 138 euro voor een natuurlijk persoon en 276 euro voor een rechtspersoon. De algemene en bijzondere bepalingen over beroep van de Algemene wet bestuursrecht zijn daarbij van toepassing. Indien bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State beroep is ingesteld kan ook nog bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak om een voorlopige voorziening worden gevraagd als er tijdelijke maatregelen nodig zijn waarmee niet tot de uitspraak op het beroepschrift kan worden gewacht. Aan een verzoek om voorlopige voorziening zijn opnieuw griffierechten verschuldigd van 138 euro voor een natuurlijk persoon en 276 euro voor een rechtspersoon. Onder vermelding van de code UT 0632/00161 kan over deze beschikking nadere informatie worden gevraagd bij de Sector Bodemsanering van de provincie Utrecht. Gedeputeerde staten van Utrecht, namens hen, drs. J.W. Strookappe Hoofd sector Bodemsanering - beschikking-nummer 2006WEM000563i - UT 0632/

7 Verzendlijst, een kopie van deze beschikking is verzonden aan: Gemeente Woerden, t.a.v. J.H.Luidens, Postbus 45, 3440 AA Woerden; Milieudienst Noord West Utrecht, afdeling Leefomgeving & Bedrijven, Postbus 242, 3620 AE Breukelen; De heer en mevrouw Rombout, Breudijk 42, 3481 LR Harmelen. Kadaster en Openbare Registers, Postbus 85001, 3508 AA Utrecht. - beschikking-nummer 2006WEM000563i - UT 0632/