1 Inleiding. Aan: BP Nederland B.V T.a.v. de heer B. van de A Postbus BC Rotterdam. Geachte heer Van de A,

Transcriptie

1 Afdeling Handhaving Aan: BP Nederland B.V T.a.v. de heer B. van de A Postbus BC Rotterdam Pythagoraslaan 101 Postbus TH Utrecht Tel Fax Datum 5 juli 2007 Team Bodem, Water en Natuur Nummer 2007INT Referentie S. W. Ydema Uw brief van - Doorkiesnummer Uw nummer - Faxnummer Bijlage 1. kadastrale kaart adres bodemsanering@provincie-utrecht.nl Onderwerp Beschikking evaluatieverslag grond en grondwatersanering (in-situ) M.A. Reinaldaweg 10 Oost te Lopik, code UT0331/00066 Geachte heer Van de A, 1 Inleiding Wij, Gedeputeerde Staten van Utrecht, hebben op 14 mei 2007 het evaluatieverslag 1, bedoeld in artikel 39c van de Wet bodembescherming (Wbb) ontvangen van de aanvullende in-situ sanering van de grond en het grondwater die in uw opdracht is uitgevoerd. Dit evaluatieverslag heeft betrekking op de in-situ sanering van de sterke restverontreingingen met minerale olie die na de uitgevoerde grond- en grondwatersanering van 2003 in de grond en het grondwater zijn achtergebleven op bovenstaande locatie. Het perceel waarvan de bodem is gesaneerd is kadastraal bekend gemeente Lopik, sectie F, nummer 661, voorheen kadastraal bekend gemeente Jaarsveld, sectie A, nummers 2509 en 2818 (beiden gedeeltelijk). Over onze beoordeling op de uitgevoerde aanvullende in-situ sanering, berichtten wij u als volgt. 2 Saneringsplan Bij beschikking van 4 oktober 2001 met kenmerk 2001WEM003400i hebben wij ingestemd met het saneringsplan voor de hierboven genoemde locatie. Op de locatie was sprake van twee verschillende gevallen van ernstige bodemverontreiniging (hierna vlek I en II). De grond en het grondwater ter plaatse van vlek I en II was sterk verontreinigd met minerale olie en vluchtige aromaten. Bij bovengenoemde beschikking stemden wij in met een kosteneffectieve saneringsvariant voor vlek I. Hierbij golden de tussenwaarden ((S+I)/2) voor minerale olie en vluchtige aromaten als terugsaneerwaarden. Voor vlek II stemden wij in met de tussenwaarden als terugsaneerwaarde voor minerale olie en vluchtige aromaten in de grond en het grondwater. M A Reinaldaweg 10 Oost te Lopik, code UT pagina 1

2 3 Wijziging van het saneringsplan Tijdens de sanering bleek het technisch niet mogelijk de sterke verontreinigingen in de grond en het grondwater tot onder de vastgestelde terugsaneerwaarden te saneren waardoor er restverontreinigingen in de grond zijn achtergebleven. Bij fax van 28 juli 2003 met kenmerk , is derhalve door Oranjewoud B.V. een wijziging aan het saneringsplan ingediend. Met toepassing van het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Wbb hebben wij bij brief van 15 augustus 2003 met kenmerk 2003WEM003872i, ingestemd met deze wijziging van het saneringsplan, betreffende: het opstarten van een aanvullende in-situ sanering (2 e fase) ter plaatse van de achtergebleven restverontreinigingen om alsnog de gestelde saneringsdoelstellingen te bereiken. 4 Interim evaluatieverslag (1 e fase) Op 25 augustus 2004 ontvingen wij het interim-evaluatieverslag 2 van de eerste fase van de gronden grondwatersanering. Uit het interim-evaluatieverslag blijkt dat het grootste gedeelte van de grond en grondwaterverontreinigingen ter plaatse van vlek I en vlek II is gesaneerd. In totaal is bij deze sanering circa 705 ton (440 m 3 ) verontreinigde grond ontgraven en afgevoerd naar een erkende verwerker. Tijdens de ontgraving is ten behoeve van de grondsaneringswerkzaamheden circa m 3 grondwater onttrokken en geloosd. De ontgraving is aangevuld met 528 m 3 gecertificeerd schoon zand afkomstig van De Bruijn B.V. uit Lopik en 625 m 3 schoon zand afkomstig van de locatie. Ter plaatse van zowel vlek I als vlek II is na afloop van de eerste fase van de sanering in de grond een sterke restverontreiniging met minerale olie en vluchtige aromaten achtergebleven. De restverontreiniging ter plaatse van vlek I heeft een omvang van maximaal circa 60 m 3 en bevindt zich onder de openbare weg. Ter plaatse van vlek II zijn twee afzonderlijke restverontreinigingen achtergebleven in de grond die zich bevinden onder de luifel aan de oost- en westzijde met een gezamenlijke omvang van maximaal circa 40 m 3. Ter actualisatie van het grondwater is direct na de ontgraving in een aantal peilbuizen een nulmeting van het grondwater uitgevoerd. Uit de analyseresultaten bleek dat in het grondwater ter plaatse van de saneringsput geen tot matig verhoogde concentraties minerale olie en geen verhoogde concentraties vluchtige aromaten zijn aangetroffen. Het grondwater voldeed daarmee reeds aan de terugsaneerwaarden ((S+I)/2) zoals opgenomen in de beschikking van 4 oktober 2001 met kenmerk 2001WEM003400i. Bij brief van 13 januari 2005 met kenmerk 2005WEM000052i, hebben wij aangegeven dat de sanering van zowel vlek I als vlek II, met uitzondering van de achtergebleven restverontreinigingen in de grond, voldeed aan het bepaalde in onze beschikking. De restverontreinigingen dienden conform de in het interim-evaluatieverslag opgenomen saneringsvariant (in-situ sanering) aanvullend te worden gesaneerd. 1 Grondwatersanering M.A. Reinaldaweg te Lopik (oostzijde), ref , Oranjewoud B.V., 10 mei Interim-evaluatierapport Bodemsanering BP-tankstation Benschop M.A. Reinaldaweg 10 (oostzijde) te Lopik, ref , Oranjewoud B.V., 6 augustus M A Reinaldaweg 10 Oost te Lopik, code UT pagina 2

3 5 Evaluatieverslag in-situ sanering (2 e fase) Het aanvullend evaluatieverslag van de in-situ sanering hebben wij beoordeeld aan de eisen die daaraan in artikel 39c van de Wbb zijn vastgelegd. Teneinde de achtergebleven restverontreinigingen met minerale olie en vluchtige aromaten in de grond ter plaatse van vlek I en vlek II te beheersen zijn enkele aanvullende maatregelen getroffen. Op de bodem van de beide ontgravingen zijn drains aangebracht waarna een grondwateronttrekking is opgestart. In totaal is circa 500 m 3 grondwater onttrokken. Het bemalingswater is over een periode van anderhalf jaar (november 2005 tot maart 2007) geanalyseerd. Uit de analyseresultaten van het bemalingswater blijkt dat geen tot licht verhoogde concentraties minerale olie worden waargenomen en geen verhoogde concentraties vluchtige aromaten. Het grondwater voldoet derhalve aan de saneringsdoelstellingen (terugsaneren tot de tussenwaarden (S+I)/2). De grond ter plaatse van de restverontreinigingen is op 23 maart 2007 aanvullend onderzocht. Ter plaatse van de restverontreiniging bij vlek I zijn twee boringen geplaatst (403 en 404). Uit de analyseresultaten blijkt dat in één boring nog een sterke verontreiniging met minerale olie (1.100 mg/kg) wordt aangetroffen (2,3-2,5 m-mv). De overige monsters van de verschillende boringen en bodemlagen zijn niet tot maximaal matig verontreinigd. De concentraties minerale olie zijn sinds 2003 eveneens afgenomen. Ter plaatse van de restverontreinigingen bij vlek II is aan de west- en oostzijde van de luifel een boring geplaatst (401 en 402). In boring 401 (westzijde) is op een diepte van 1,8-1,9 en 2,2-2,4 m-mv een sterke verontreiniging met minerale olie aangetroffen. De concentraties minerale olie zijn sinds 2003 afgenomen. In boring 402 (oostzijde) is op een diepte van 2,2-2,4 m-mv een sterke verontreiniging met minerale olie aangetroffen. De verontreiniging is ten opzichte van de resultaten uit het verleden sterk afgenomen. Bij geen van de restverontreinigingen zijn in de grond verhoogde concentraties vluchtige aromaten aangetroffen. Op basis van de resultaten blijkt dat na de in-situ sanering in de grond nog sterke verontreinigingen met minerale olie aanwezig zijn. De sterke verontreinigingen komen plaatselijk voor en bevinden zich binnen de bekende restverontreinigingen. 6 Conclusie Grond Het evaluatieverslag voldoet aan de eisen die in artikel 39c van de Wbb, zijn gesteld. De getroffen saneringsmaatregelen voldoen formeel gezien niet aan het saneringsplan waarmee wij bij beschikking van 4 oktober 2001 met kenmerk 2001WEM003400i, hebben ingestemd. Plaatselijk is de grond nog verontreinigd met minerale olie tot boven de terugsaneerwaarden ((S+I)/2). Gezien de hoge kosten om de restverontreiniging alsnog te saneren, de geringe omvang van de restverontreinigingen en het feit dat geen verspreiding optreedt, stemmen wij in met de M A Reinaldaweg 10 Oost te Lopik, code UT pagina 3

4 uitgevoerde sanering. Er zijn ten aanzien van de restverontreinigingen op de locatie geen actuele milieuhygiënische risico s. Wij achten de bodem van de gesaneerde percelen geschikt voor het huidig gebruik (tankstation). Grondwater Het evaluatieverslag voldoet aan de eisen, gesteld in artikel 39c van de Wbb. De sanering van het verontreinigde grondwater is in overeenstemming met de saneringsvariant, zoals vastgelegd in het bij beschikking goedgekeurde saneringsplan uitgevoerd. Het grondwater is gesaneerd tot onder de terugsaneerwaarden ((S+I)/2) en voldoet aan de zogenaamde trede 2, zoals vastgelegd in het eindrapport project Doorstart A-5, Afwegingsproces voor de aanpak van mobiele verontreinigingen in de ondergrond, Procesbeschrijving en landelijke saneringsladder van 2 juli Nazorg en gebruiksbeperkingen Uit het evaluatieverslag blijkt dat na sanering ernstig verontreinigde grond onder de openbare weg (vlek I) en onder de funderingen van de luifel aan de oost- en westzijde (vlek II) is achtergebleven. De restverontreinigingen bevinden zich op een diepte van 1,8-2,5 m-mv en de hoeveelheden bedragen respectievelijk maximaal circa 60 m 3 en 40 m 3. Deze restverontreinigingen noodzaken bij het huidig gebruik niet tot het opleggen van gebruiksbeperkingen en nazorgmaatregelen als bedoeld in artikel 39c, eerste lid, onder f, van de Wbb. Wij wijzen u er overigens op dat de restverontreinigingen met minerale olie alsnog kunnen worden gesaneerd tot de terugsaneerwaarden indien in de toekomst (bij b.v. gebruiksverandering) het technisch mogelijk is deze te verwijderen. 8 Kadastrale registratie en publicatie Een afschrift van deze beschikking met bijbehorende kadastrale kaart waarop het gesaneerde perceelsgedeelte is aangegeven, zenden wij op grond van artikel 55 van de Wbb aan het Kadaster. Het geregistreerde kadastrale perceel is: Kadastrale gemeente Sectie Nummer gesaneerde oppervlakte WB/WBD* Lopik F m 2 WBD *WBD: het betreft een gedeelte van het perceel Aangezien er geen sprake is van een nazorgverplichting, kan de kadastrale aantekening op het perceel worden doorgehaald. Er is derhalve geen sprake van inschrijving van een publiekrechtelijke beperking in de openbare registers van het kadaster. Van ons besluit doen wij op grond van artikel 39 van de Wbb een publicatie in een huis-aanhuisblad in de gemeente Lopik. M A Reinaldaweg 10 Oost te Lopik, code UT pagina 4

5 9 Bezwaar Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na de bekendmaking tegen dit besluit schriftelijk bezwaar maken. Zij dienen dan een bezwaarschrift in te dienen bij Gedeputeerde Staten van Utrecht, ter attentie van de secretaris van de Awb-adviescommissie Water en Milieu, Postbus 80300, 3508 TH Utrecht. Na indiening van een bezwaar kan een verzoek om voorlopige voorziening (inclusief schorsing) worden ingediend bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 ED Den Haag. Aan een verzoek om voorlopige voorziening, zijn kosten verbonden, het griffierecht. Deze bedragen 143,- voor een natuurlijk persoon en 285,- voor een rechtspersoon. Onder vermelding van de code UT0331/00066 kan over deze beschikking nadere informatie worden gevraagd bij het team Bodemsanering van de afdeling Handhaving van onze provincie, telefonisch bereikbaar: Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Utrecht, namens hen, ing. G.C.M. Nortier teamleider Handhaving Een kopie van deze brief is verzonden naar: - BP Nederland vof, t.a.v. dhr. M. Lommers, Postbus 1131, 3000 BC Rotterdam; - Kadaster en Openbare Registers, Postbus 85001, 3508 AA Utrecht; - Dhr. J.A.P. Benschop, Graafdijk 2D, 3411 JW LOPIK; - Oranjewoud B.V., t.a.v. mevr. T. Lindeman, Postbus 10044, 1301 AA Almere; - Gemeente Lopik, t.a.v. dhr. G. Bovens, Postbus 50, 3410 CB Lopik. M A Reinaldaweg 10 Oost te Lopik, code UT pagina 5