5 GEBRUIK VAN OPENBAAR VERVOER

Transcriptie

1 5 GEBRUIK VAN OPENBAAR VERVOER TABEL 20 VERDELING VAN PERSONEN VOLGENS AFSTAND THUISADRES/DICHTSTBIJZIJNDE BTM-HALTE EN BTM-GEBRUIK 10 ABTMH(Afstand BTM-halte thuis) GBTM2(Meest gebruikte van bus, tram of metro) Frequency Percent Row Pct Col Pct dagelijk 1 tot en 1 tot en 1 tot en nooit Total s kele ker kele ker kele ker en per w en per m en per j eek aand aar 0-249m m m km km km - 5 km meer dan 5 km geen idee blanco, (meer da n 5 km?) Total Frequency Missing = In deze tabel (en in alle volgende tabellen waarin een afstand tot een o.v.-halte werd gevraagd) is er een aparte categorie blanco, (meer dan 5 km?). Deze code is toegevoegd door het enquêtebureau om het aantal blanco s bij deze vraag op te vangen. Het vermoeden dat het hierbij vooral ging om huishoudens die verder dan 5 km verwijderd zijn van een halte, werd bij verdere analyse niet bevestigd. Ook de hypothese dat deze blanco s evenredig verspreid konden worden over alle andere categorieën werd onderzocht. Deze constructie werd ook niet bevestigd. Daarom hebben we ervoor gekozen om de blanco s als een aparte categorie in de tabellen te laten. Zolang de percentages van deze categorie én de categorie geen idee minder is dan 10%, zullen de besluiten die op basis van deze tabellen getrokken worden nog wel grotendeels correct zijn. Wanneer dit percentage echter merkelijk groter wordt dan 10% kunnen nog moeilijk besluiten getrokken worden. OVG VLAAMS-BRABANT (december 2000-december 2001): DEEL 3A:ANALYSE PERSONENVRAGENLIJST 32/183

2 De vermelde afstanden zijn afstanden zoals door de respondenten opgegeven: het zijn dus subjectieve waarnemingen. Een onderzoek 11 dat omtrent zulke schattingen in Limburg werd uitgevoerd lijkt erop te wijzen 12 dat de afstand woning-bushalte eerder systematisch te groot dan correct of te klein wordt ingeschat. Dit betekent dat de afstanden wat de absolute cijfers betreft slechts indicatief zijn.dat maakt dat we uit Tabel 20 geen absolute conclusies mogen trekken. We kunnen wel een tendens waarnemen. Hoe korter men bij een halte van bus, tram of metro woont, des te vaker maakt men er gebruik van. In de tabel hebben we de rijpercentages van geregelde gebruikers 13 opgeteld en de sommen die we verkregen hebben, vergeleken voor de verschillende afstanden. Waar we in de eerste rij (0-249 m) nog 16,4% geregelde gebruikers tellen, worden dat er 14,9% bij m, 13,4% bij m, 13,4% bij 1 km - 1,999 km, 12% voor 2-5 km en tenslotte 9% voor afstanden groter dan 5 km. 11 Nuyts E. et al., Perceptie afstand en bebouwingsindex Vlaanderen, eindverslag, Diepenbeek, december De resultaten kunnen misschien niet voor gans Vlaanderen geëxtrapoleerd worden. 13 Onder geregelde gebruikers verstaan we de respondenten die aanduidden dagelijks of een tot enkele keren per week gebruik te maken van het betreffende vervoermiddel. OVG VLAAMS-BRABANT (december 2000-december 2001): DEEL 3A:ANALYSE PERSONENVRAGENLIJST 33/183

3 TABEL 21 VERDELING VAN PERSONEN VOLGENS AFSTAND THUISADRES/DICHTSTBIJZIJNDE TREINSTATION EN TREINGEBRUIK ATREINH(Afstand station thuis) GTREIN2(Gebruik van de trein) Frequency Percent Row Pct Col Pct dagelijk 1 tot en 1 tot en 1 tot en nooit Total s kele ker kele ker kele ker en per w en per m en per j eek aand aar 0-249m m m km km km - 5 km meer dan 5 km geen idee blanco, (meer da n 5 km?) Total Frequency Missing = OVG VLAAMS-BRABANT (december 2000-december 2001): DEEL 3A:ANALYSE PERSONENVRAGENLIJST 34/183

4 Ook voor het gebruik van de trein zien we een invloed van de (gepercipieerde) afstand tussen het thuisadres en het station. Een gelijkaardig onderzoek (zie bespreking bij Tabel 20) naar schattingen van de afstand woonplaats-treinstation werd door ons niet uitgevoerd. We hebben ook hier weer de aandelen van de geregelde gebruikers (definitie: zie vorige tabel) met mekaar vergeleken: voor de kortste afstand vinden we 15% geregelde gebruikers, in de volgende afstandsklasse daalt dit tot 11,8%. Het aandeel blijft op dit percentage in de afstandsklasse 500 tot 999 m, maar nadien daalt het aandeel verder van 9.3% voor de klasse 1 km tot 1,999 km en tot 3,7% voor de afstanden boven 5 kilometer. Bij een trein, die eerder een verbindende dan een ontsluitende functie heeft, worden geen harde eisen gesteld over de maximale loopafstand tot de stations (Egeter et al. 1989). De lokatie van de centra is belangrijker dan de haltedichtheid. Eerder indicatief geven Egeter et al. (1989) 3 km op voor regionaal verbindende stelsels, en 20 km voor interregionaal verbindende stelsels. TABEL 22 VERDELING VAN PERSONEN VOLGENS HET UITGEGEVEN BEDRAG AAN OPENBAAR VERVOER GEDURENDE DE LAATSTE DRIE MAANDEN (PARTICIPANTENNIVEAU) 14 Cumulative Cumulative OVBEDRKL Frequency Percent Frequency Percent ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒ 0 bef bef bef bef bef bef bef bef Frequency Missing = De cijfers van deze tabel zijn gebaseerd op een vraag die peilde naar de uitgaven aan het openbaar vervoer voor de laatste drie maanden. Verder in het verleden duiken om de uitgaven te weten te komen heeft geen zin omdat het geheugen de respondenten dan in de steek laat. 42,3% van de respondenten die het openbaar vervoer gebruiken heeft de laatste drie maanden niets uitgegeven aan het reizen met dat openbaar vervoer, ofwel omdat ze gratis reizen ofwel omdat ze toevallig in deze drie maanden geen uitgaven hebben gedaan voor het openbaar vervoer (bv. abonnementen die in het begin van het jaar betaald zijn), ofwel omdat ze geen gebruik hebben gemaakt van het openbaar vervoer tijdens die drie maanden. TABEL 23 VERDELING VAN PERSONEN VOLGENS HET UITGEGEVEN BEDRAG AAN TAXI GEDURENDE DE LAATSTE DRIE MAANDEN (PARTICIPANTENNIVEAU) Cumulative Cumulative taxjarkl Frequency Percent Frequency Percent ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒ Frequency Missing = Met "participantenniveau" bedoelen we: de respondenten die aangeven het openbaar vervoer te gebruiken (iedereen in de betreffende tabellen 13 en 14 m.u.v. de categorie 'nooit'). OVG VLAAMS-BRABANT (december 2000-december 2001): DEEL 3A:ANALYSE PERSONENVRAGENLIJST 35/183

5 Ook de cijfers van deze tabel zijn gebaseerd op een vraag naar de uitgaven voor taxi gedurende de laatste drie maanden en waarbij de participanten alle respondenten zijn die die in Tabel 19 niet nooit heeft geantwoord. TABEL 24 GEMIDDELDE UITGAVE PER PERSOON AAN OPENBAAR VERVOER EN TAXI GEDURENDE DE LAATSTE DRIE MAANDEN (PARTICIPANTENNIVEAU) Variable Label Mean ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒ OVBEDR Uitgave openbaar vervoer laatste 3 maand BEDRTAXI Uitgave taxi laatste 3 maand ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒ OVG VLAAMS-BRABANT (december 2000-december 2001): DEEL 3A:ANALYSE PERSONENVRAGENLIJST 36/183