SITUERING VAN DE VLAAMSE TOERISTISCHE SECTOR OP BASIS VAN DE INTERREGIONALE INPUT-OUTPUTTABEL 2010

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "SITUERING VAN DE VLAAMSE TOERISTISCHE SECTOR OP BASIS VAN DE INTERREGIONALE INPUT-OUTPUTTABEL 2010"

Transcriptie

1 SITUERING VAN DE VLAAMSE TOERISTISCHE SECTOR OP BASIS VAN DE INTERREGIONALE INPUT-OUTPUTTABEL 2010 Dirk Festraets, Thierry Vergeynst en Karolien Weekers Studiedienst Vlaamse Regering Leden Stuurgroep en Begeleidingscomité: Jan Van Praet, Hans Hemelaer en Steven Valcke, Toerisme Vlaanderen Jan Korthoudt, Departement Internationaal Vlaanderen Josée Lemaitre, Pieter De Maesschalck, Thierry Vergeynst en Karolien Weekers Studiedienst Vlaamse Regering

2 INLEIDING In 2014 sloot het Federaal Planbureau (FPB) een overeenkomst met de statistiekinstellingen van de drie gewesten om een interregionale input-outputtabel (RIOT) voor het jaar 2010 op te stellen. De concrete werkzaamheden gebeurden door het FPB; de gewesten waren co-financiers en werkten ook mee aan de samenstelling van sommig bronnenmateriaal. Het FPB is in het kader van het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) verantwoordelijk voor de aanmaak van de vijfjaarlijkse nationale input-outputtabellen. Deze instelling kan dus op heel wat expertise en ervaring rekenen. Al in het verleden waren er regionale uitwerkingen van een input-outputtabel (voor 2003 en 2007). De RIOT voor 2010 omvat belangrijke verbeteringen, waarvan de voornaamste zijn: Gebruik van het BTW Leveranciersbestand om de handelsstromen tussen de gewesten in kaart te brengen. Gebruik van de output van de Werkgroep Statistiek bij de Nationale Bank van België (NBB). Uit dit project met actieve deelname van de gewesten kwam nuttige info met betrekking tot de buitenlandse handel van goederen en ook diensten coherent met de nationale rekeningen en de regionale consumptie. Al bij al kan gesteld worden dat de kwaliteit van de RIOT 2010 duidelijk verbeterd is door het gebruik van deze nieuwe bronnen en de eerder opgedane ervaring. De RIOT biedt vele mogelijkheden voor analyse van de structuur van de Vlaamse economie, de relaties met de andere gewesten en simulaties (zoals het effect van een verhoging van de consumptie, de investeringen, ). Ook voor de toeristische sector is de RIOT een interessant instrument. Een economische analyse van de toeristische sector is immers niet zo eenvoudig. In de eerste plaats is de toeristische sector geen eenvoudig afgebakende of duidelijk zichtbare economische sector, maar eerder een amalgaam van (delen van) verschillende bedrijfstaken. Daarnaast zijn er weinig instrumenten voorhanden om de economische betekenis van het toerisme in kaart te brengen. Er is de Satellietrekening Toerisme, die voor Vlaanderen sinds 2008 tweejaarlijks wordt opgesteld, maar deze geeft geen informatie over de doorwerking van toerisme in andere bedrijfstakken en andere gewesten. Ook simulaties van de evolutie in consumptie en investeringen in de sector kunnen veel accurater in kaart gebracht worden op basis van de RIOT. Vandaar dat we de RIOT in dit rapport willen gebruiken om de directe en indirecte effecten van de toeristische sector in beeld te brengen. In wat volgt zal eerst enige duiding gegeven worden bij de RIOT Daarna worden de toeristische bedrijfstakken afgelijnd. Daarop zullen in de volgende punten immers de analyses gebeuren. Eerst is er een overzicht van de inputstructuur, of wat nodig is om een product of dient te maken. Het daaropvolgende punt geeft het belang weer van de toeristische sectoren voor de economie volgens de bruto toegevoegde waarde en volgens de werkgelegenheid. Ten slotte wordt de impact op het vlak van bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid van een verhoging van de Belgische gezinsconsumptie en van de Vlaamse investeringen in toerisme gesimuleerd. 1

3 1. ENIGE VERDERE DUIDING BIJ DE RIOT 2010 Een input-outputtabel (IOT) beschrijft de stroom van goederen en diensten tussen alle bedrijfstakken en de finale vraag (consumptie, investeringen, export) in een economie. Dit gebeurt voor een gegeven tijdsperiode, doorgaans een jaar (Eurostat, 2008, 479). Elke IOT is in 4 kwadranten opgesteld (figuur 1). Het eerste kwadrant geeft de intermediaire leveringen weer tussen de bedrijfstakken en de import. Het tweede kwadrant geeft de levering weer van de bedrijfstakken aan de finale vraag (consumptie van gezinnen, VZW s, overheid, investeringen, uitvoer van goederen en diensten). De som van intermediaire leveringen en finaal verbruik is de output. Het derde kwadrant omvat de primaire inputs: dit zijn de vergoedingen voor de productiefactoren die nodig zijn om de toegeleverde goederen en diensten te verwerken tot een eindproduct. De intermediaire leveringen en de primaire inputs vormen dan de totale input. Het vierde kwadrant is blanco. De som van de totale input is uiteindelijk gelijk aan de som van de totale output. Figuur 1: Schematische voorstelling van een input-outputtabel Landbouw Industrie Diensten Consumptie Investeringen Export Landbouw Industrie Diensten Binnenlandse productie Intermediaire leveringen Finaal verbruik Import Intermediair verbruik Lonen Afschrijvingen Winsten Primaire inputs \ Bruto toegev. waarde OUTPUT INPUT Bron: SVR, eigen verwerking. In een interregionale input-outputtabel (RIOT) worden de diverse bedrijfstakken weergegeven per gewest. Specifiek voor de RIOT 2010 zijn ook de werkgelegenheidsdata per gewest en bedrijfstak toegevoegd (figuur 2). Figuur 2: Schematische voorstelling van de interregionale input-outputtabel 2010 Intermediair verbruik Finaal verbruik BHG VLG WG BHG VLG WG Output Brussels Hfdst. Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest Buitenland Primaire inputs (elementen bruto toegevoegde waarde) Werkgelegenheid Bron: SVR, eigen verwerking. 2

4 We willen in deze nota niet ingaan op alle technische details van de RIOT. Toch zijn er een aantal dingen die belangrijk zijn om te vermelden of die nadere uitleg behoeven om de resultaten van de analyse goed te interpreteren: De RIOT 2010 is een stelsel van interregionale tabellen, wat wil zeggen dat de intermediaire relaties (toelevering) betrekking heeft op 3² tabellen, die de relaties tussen de drie gewesten onderling beschrijven 1. Het gaat om een geïntegreerd systeem. Belangrijk is dat hierbij de internationale invoer van goederen toegewezen wordt aan het gewest dat die goederen uiteindelijk gebruikt, ook als de goederen door een ander gewest ingevoerd worden (Avonds e.a., 2015, 5). De RIOT 2010 werkt met de NACE rev.2 bedrijfstakindeling, maar is nog gebaseerd op het ESR95 raamwerk voor de nationale rekeningen. Updates van de RIOT zullen het nieuwe ESR 2010 gebruiken. De RIOT 2010 werkt met heterogene bedrijfstakken. Dat wil zeggen dat een bepaalde bedrijfstak niet enkel goederen of diensten produceert die eigen zijn aan de bedrijfstak, maar ook nevenproducten. De financiële stroom van bedrijfstak i naar bedrijfstak j in de RIOT 2010 kan dus over meerdere producten of diensten gaan. Het gaat om de zogenaamde SUT bedrijfstakken, 143 in aantal. Deze zijn gedetailleerder dan het NACE 2- digit niveau. De verspreiding aan derden dienen de SUT bedrijfstakken enigszins geaggregeerd te worden tot 122 in aantal. De financiële stromen in de RIOT 2010 zijn gewaardeerd tegen basisprijzen. Dat is de opbrengstprijs die een producent ontvangt. De indirecte belastingen (voornamelijk btw) zijn niet inbegrepen, maar eventuele productsubsidies wel. Ook maken distributiemarges geen deel uit van de prijzen. Deze worden apart geregistreerd als productie van de distributiesector (Avonds e.a., 2015, 3). Ten slotte nog een belangrijke opmerking over de consumptie als element van het finaal verbruik: de consumptieve bestedingen zijn opgesteld volgens het zogenaamde residentieel principe. Het gaat dan om de consumptie van alle inwoners van een regio ongeacht waar (in de eigen regio of daarbuiten). Omgekeerd maken de consumptieve uitgaven van buitenlanders in de regio geen deel uit van het aggregaat consumptie in de RIOT Het beschikbare bronnenmateriaal is de reden hiervoor. 2. OMSCHRIJVING VAN DE TOERISTISCHE SECTOR Voor de beschrijving van de toeristische sector, in termen van NACE 2008 codes, vertrekken we van de internationale definiëring van de sector in de IRTS 2008, de International Recommendations on Tourism Statistics, gecombineerd met de afspraken met Toerisme Vlaanderen. In het IRTS wordt overzicht van de ISIC (rev.4) bedrijfstakkencodes gegeven die worden gezien als toeristische bedrijfstakken. Deze ISIC-4 codes kunnen we omzetten naar de corresponderende NACE 2008 en SUT codes (= verdere desaggregatie), waarin ook de RIOT 2010 werd opgesteld. Toch is deze omzetting van NACE codes naar de SUT-bedrijfstakkencodes uit de RIOT niet zo eenvoudig. De bedrijfstakkencodes in de RIOT geven immers niet altijd juist de te coveren groep 1 Eigenlijk is er ook een extraregionaal gebied (ambassades, bunkering, ). Maar dat is heel beperkt en het bemoeilijkt de statistische analyses. De economische data voor dat gebied werden daarom pro rata verdeeld over het Vlaamse, Waalse en Brusselse Hoofdstedelijke gebied. 3

5 van toeristische bedrijfstak weer. Meestal overspannen de SUT-bedrijfstakkencodes een te groot veld van bedrijfstakken. In dat geval bestaat de oplossing erin om op basis van de cijfers van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) te zoeken naar een verdeelsleutel waarmee we een ratio bekomen die we dan toepassen op het aanbod in die code. Omdat de RIOT is opgesteld in 2010, werken we ook met RSZ-cijfers situatie juni Daarnaast hebben we voor de accommodatie voor tweede verblijven een ratio bepaald aan de hand van twee componenten. In de eerste plaats hebben we gekeken welk codes we mochten opnemen, maar deze codes hebben we enkel opgenomen a rato van het belang van de tewerkstelling in de kustgemeenten. We willen immers enkel de vakantiewoningen aan de kust meenemen en niet de handel, verhuur en bemiddeling van eigen onroerend goed in heel Vlaanderen. Figuur 3: Overzicht van de toeristische bedrijfstakken op SUT-niveau. CATEGORIE NACE 2008 SUT- CODE 1. Accommodatie Hotels en motels Overig logies voor A kortstondig verblijf Accommodatie mbt tweede verblijven (enkel in de kustgemeenten) Handel in verhuur van onroerend goed Beheer en bemiddeling onroerend goed Voeding en drankverstrekkers Restaurants, fast-food zaken, snackbars, frituren Cafés, discotheken, dancings e.d Personenvervoer over land en water 68A 56A Wat is teveel in deze SUT-code RESULTAAT Alles wat niet aan de kust is is teveel, daarnaast ook: , en : Verhuur en exploitatie van sociale woningen, niet-residentiele gebouwen en terreinen; Schatten en evalueren van onroerend goed Beheer niet-residentieel onroerend goed Catering Personenvervoer per spoor A Personenvervoer per spoor Personenvervoer over de weg Overig personenvervoer te land, n.e.g. Personenvervoer over water B A Personenvervoer over zee- en kustwateren B Personenvervoer over binnenwateren Huur van A Verhuur en lease van vrachtauto's transportuitrusting 5.Personenvervoer door de lucht Personenvervoer door de lucht A Personenvervoer door de lucht 100% van 55A 12,54% van 68A 91,60% van 56A 88,05% van 49A 100% van 49B 14,20 van 50A 4,06% van 50B 87,15% van 77A 91,74% van 51A 4

6 6.Reisbureaus, reisorganisatoren, reserveringsbureaus en aanverwante activiteiten Reisbureaus, reisorganisatoren, A reserveringsbureaus en aanverwante activiteiten Diensten voor cultuur Productie, exploitatie, beheer en diensten verwant aan scheppende en uitvoerende kunst Musea en monumentenzorg, botanische tuinen, dierentuinen e.d Diensten voor sport- en recreatie Verhuur van sport- en kampeerartikelen Beheer en exploitatie van sportcentra en overige activiteiten ivm sportbeoefening Kermisattracties, pretparken en overig amusement Kansspelen, recreatieparken en overige activiteit ivm recreatie 90A 91A B A A Bibliotheken en archieven Verhuur van video, dvd's en cd's Verhuur en lease van andere consumentenartikelen Activiteiten van sportclubs 9.Kleinhandel van landspecifieke, karakteristieke toerismegoederen Kleinhandel in sport en kampeerartikelen, Bijna alles is te veel, enkel deze twee codes 47A souvenirs, ambachtelijke opnemen. producten e.d. 10.Niet toerisme karakteristieke bedrijven: organisatie van congressen en beurzen 82.1 Administratieve en ondersteunende activiteiten Organisatie van congressen A voor kantoren 82.2 Callcenters82.9 Zakelijke en beurzen dienstverlening, n.e.v 100% van 79A 100% van 90A 49,36% van 91A 13,69% van 77B 86,34% van 93A1 100% van 92A 2,00% van 47A 7,30% van 82A Bron: SVR, eigen verwerking. In de rechterkolom van Figuur 3 kunnen de aandelen afgelezen worden, die per SUT-code in de RIOT gebruikt worden om de deelsectoren en de totale toeristische sector in beeld te brengen aan de hand van de RIOT. Uit de RIOT kunnen we bijvoorbeeld een aantal economische indicatoren halen, zoals werkgelegenheid en toegevoegde waarde. Figuur 4 geeft het belang binnen de toeristische sector weer van de diverse subsectoren volgens bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid. 5

7 Figuur 4: Spreiding van de toeristische subsectoren volgens bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid in het Vlaamse Gewest, 2010, in % Het personenvervoer over land en water is de belangrijkste bedrijfstak volgens bruto toegevoegde waarde. Volgens werkgelegenheid staat de tak van de voeding- en drankverstrekkers aan de top. Samen vormen deze twee bedrijfstakken 62% van de totale bruto toegevoegde waarde en 68% van de totale werkgelegenheid in het Vlaamse toerisme. De overige bedrijfstakken van het toerisme zijn een stuk minder belangrijk. 3. KOSTENSTRUCTUUR TOERISTISCHE SECTOR De RIOT 2010 geeft inzicht in de inputstructuur van de Vlaamse toeristische sectoren. Om producten en diensten voort te brengen hebben bedrijven nood aan toelevering van grondstoffen en hulpfabricaten. Deze leveringen vanuit de andere sectoren worden de intermediaire leveringen genoemd. Ze kunnen toegeleverd worden vanuit het eigen gewest, maar ook uit andere gewesten of het buitenland. Om te komen tot een eindproduct of dienst moeten de grondstoffen en hulpfabricaten nog samengesteld worden tot een eindproduct of dienst. Daarvoor zijn zogenaamde productiefactoren nodig, of primaire inputs: arbeid, kapitaal en overheidsdiensten. Deze worden in de RIOT 2010 opgenomen door de vergoedingen te tellen die ervoor betaald worden, samen de bruto toegevoegde waarde genoemd. De intermediaire leveringen en de bruto toegevoegde waarde vormen samen met de btw en een aantal andere productgebonden belastingen min subsidies de totale input die bedrijven nodig hebben om een product of dienst te maken. 6

8 Tabel 1 geeft dit weer voor de Vlaamse toeristische sectoren. Figuur 5 illustreert. Tabel 1: Inputstructuur van de Vlaamse toeristische sectoren in 2010, in % van de totale input, tenzij anders aangegeven Accommodatie Accommodatie m.b.t. tweede verblijven Voeding- en drankverstrekkers Personenvervoer over land en water Personenvervoer door de lucht Reisagentschappen, touroperators en gidsen Culturele bedrijven Sport- en recreatiebedrijven Kleinhandel in land-specifieke karakteristieke toerisme-goederen Land-specifieke toerismebedrijven TOERISME Toelevering uit het Vlaams Gewest 37,9 37,2 47,6 24,5 24,0 9,4 43,0 41,1 29,7 48,6 33,0 Import uit de andere gewesten 7,8 3,9 6,6 15,6 1,9 3,5 6,9 8,0 10,7 7,5 8,2 Import uit het buitenland 4,0 2,4 6,5 11,3 57,7 71,6 5,9 5,0 6,4 6,4 20,0 Intermediair verbruik 49,8 43,6 60,7 51,3 83,6 84,5 55,8 54,1 46,8 62,5 61,2 Productgebonden belastingen min subsidies 0,7 3,1 2,8 0,1 0,8 0,5 1,2 2,0 0,5 0,2 1,4 Lonen 30,7 4,5 18,5 25,5 14,8 9,7 19,6 22,8 28,5 27,3 19,5 Winsten, inkomen van zelfstandigen en inkomen uit vermogen 4,3 14,7 11,9 1,9-4,4 4,0 11,1 9,9 16,1 7,0 6,3 Afschrijvingen van vaste activa 12,1 29,9 5,5 21,5 5,6 1,3 11,2 11,1 7,6 6,8 11,2 Niet-productgebonden belastingen min subsidies 2,4 4,2 0,6-0,4-0,4-0,1 1,1 0,1 0,5-3,8 0,4 Bruto toegevoegde waarde 49,6 53,3 36,6 48,5 15,6 15,0 43,0 43,9 52,7 37,3 37,5 Totale input Werkgelegenheid (in personen) ,2% van de totale input van alle toeristische sectoren samen, bestaat uit intermediaire leveringen. Deze komen voornamelijk uit het Vlaamse Gewest zelf (33,0%), in tweede instantie uit het buitenland (20,0%) en in mindere mate uit de twee andere gewesten (8,2%). De diverse componenten van de bruto toegevoegde waarde maken samen 37,5% uit van de input van de Vlaamse toeristische sectoren. De voornaamste post hier zijn de lonen (19,5%), gevolgd door de afschrijvingen op de vaste activa (11,2%). De winsten vormen één post met het inkomen van zelfstandigen en het inkomen uit vermogen. Zij zijn relatief minder belangrijk (6,3%). De inputstructuur van de Vlaamse toeristische sectoren wijkt niet sterk af van deze voor de hele Vlaamse economie. De import uit het buitenland is iets belangrijker voor de ganse Vlaamse economie (22,0%) dan voor de toeristische sector, ten nadele van toelevering uit het Vlaamse en de andere gewesten, die belangrijker zijn in de toeristische sector dan in de gehele Vlaamse economie. Verder zijn de lonen (22,7%) en de winsten en het inkomen van zelfstandigen en uit vermogen (9,7%) belangrijker in de hele Vlaamse inputstructuur, ten nadele van de afschrijvingen. Binnen het totaal van de toeristische sectoren zijn er soms wel grote verschillen: het intermediair verbruik weegt zwaar door in de sector van de reisagentschappen, touroperators en gidsen en in het personenvervoer door de lucht (telkens tussen 80% en 90%). De import uit 7

9 het buitenland vormt in deze subsectoren een heel belangrijke post. Aan de andere kant vormt de vergoeding voor de bruto toegevoegde waarde een vrij belangrijke kostenpost in de sectoren van de accommodatie (lonen), de accommodatie met betrekking tot tweede verblijven (afschrijvingen), de betrokken kleinhandel (lonen) en het personenvervoer over land en water (lonen en afschrijvingen). Figuur 5: Inputstructuur van de Vlaamse toeristische sectoren in 2010, in % van de totale input 4. BETEKENIS VAN DE TOERISTISCHE BEDRIJFSTAKKEN IN DE ECONOMIE De RIOT geeft heel wat informatie over de werkgelegenheid en bruto toegevoegde waarde van verschillende bedrijfstakken. In de eerste plaats wordt hieronder stilgestaan bij de totale (directe en indirecte) werkgelegenheid en bruto toegevoegde waarde van de toeristische bedrijfstakken. Daarna wordt de werkgelegenheid en de toegevoegde waarde van de toeristische bedrijfstakken verdeeld naar bedrijfstak en gewest Overzicht van de totale werkgelegenheid en bruto toegevoegde waarde (direct + indirect) De regionale input-output-tabellen maken een raming van de totale werkgelegenheid en bruto toegevoegde waarde in het Vlaamse Gewest mogelijk. Onder totaal wordt hier verstaan de som van de directe en indirecte werkgelegenheid en toegevoegde waarde. Bedrijven en instellingen produceren immers niet enkel voor de Belgische finale vraag (consumptie, investeringen, export) maar leveren ook toe aan andere bedrijven binnen de eigen sector en aan andere sectoren. Dit gebeurt bovendien ook binnen en tussen de gewesten. Omgekeerd zijn bedrijven ook afnemer van producten en diensten die door andere sectoren gemaakt worden, in het eigen gewest, en elders. Een bedrijf werkt dus niet louter voor de eigen bedrijfstak. Door dit te verrekenen via de RIOT brengen we de indirecte werkgelegenheid in kaart, of dat deel van de werknemers dat per saldo voor andere bedrijfstakken werkt. 8

10 Totale werkgelegenheid Tabel 2 geeft een overzicht van de directe en de totale werkgelegenheid van de 10 gegroepeerde toeristische deelsectoren. De laatste kolom geeft de verhouding van de totale werkgelegenheid over de directe werkgelegenheid weer. Als die groter dan 100% is, dan is de indirecte werkgelegenheid, het verschil van de totale en de directe werkgelegenheid, groter dan nul. In het omgekeerde geval: als de verhouding lager is dan 100%, dan is de indirecte werkgelegenheid negatief. De directe werkgelegenheid werd hiervoor reeds besproken 2 en is de conventionele maat voor de werkgelegenheid in een sector, die in de officiële statistieken van het INR wordt vermeld. Tabel 2: Directe en totale werkgelegenheid (in personen), verhouding totale en directe werkgelegenheid (in %) naar toeristische sector, Vlaams Gewest, in 2010 Totale Toeristische sectoren Directe werk- gelegenheid werkgelegenheid (direct+indirect) Totale/directe werkgelegenheid Accommodatie ,7% Accommodatie - tweede verblijven ,7% Voeding- en drankverstrekkers ,3% Personenvervoer over land en water ,6% Personenvervoer door de lucht ,7% Reisagentschappen, touroperators en gidsen ,9% Culturele bedrijven ,4% Sport- en recreatiebedrijven ,8% Kleinhandel in land-specifieke karakteristieke ,0% toerismegoederen Land-specifieke toerismebedrijven: organisatie van ,9% congressen en beurzen TOTAAL ,4% De totale (directe en indirecte) werkgelegenheid van de toeristische sectoren in het Vlaamse Gewest bedraagt circa personen, of 14% meer dan wanneer enkel de directe werkgelegenheid geteld wordt. Deze 14% of ruim jobs vertegenwoordigen dus de (netto) indirecte werkgelegenheid die veroorzaakt wordt door de (netto) bestellingen van de toeristische sectoren bij de andere sectoren. In verhouding tot de directe werkgelegenheid is de indirecte werkgelegenheid het grootst in de subsectoren Personenvervoer door de lucht en Accommodatie tweede verblijven (72% en 71% van de directe werkgelegenheid). Aangezien beide vrij kleine sectoren zijn is de indirecte werkgelegenheid in absolute cijfers tamelijk beperkt. Drie sectoren hebben een kleiner totaal voor de directe en indirecte werkgelegenheid samen dan voor de directe werkgelegenheid alleen. Dit betekent dat er naar verhouding een groter deel van de personen aan de slag in die bedrijfstakken werkt voor andere sectoren dan dat er werkenden uit andere sectoren actief zijn voor die betrokken toeristische bedrijfstakken. Het gaat om: Organisatie congressen en beurzen en, in mindere mate, Reisagentschappen, touroperators en gidsen en Sport- en recreatiebedrijven. Zes sectoren zijn verantwoordelijk voor 90% van de totale directe en indirecte werkgelegenheid (zie figuur 6). Voeding- en drankverstrekkers ( personen of 49% van de totale werkgelegenheid), Personenvervoer over land en water (19%) en Accommodatie (8%) nemen 2 Ook in de satellietrekening toerisme komt de directe werkgelegenheid in de sector Toerisme aan bod. Voor de meest recente versie: De Maesschalck, P. en Weekers, K (2016). De economische betekenis van Toerisme in Vlaanderen: TSA 2014 voor het Vlaamse Gewest (incl. schatting voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, Brussel: Studiedienst van de Vlaamse Regering. 9

11 hiervan het leeuwendeel in. Ook naar indirecte werkgelegenheid alleen spant Voeding- en drankverstrekkers met bijna personen of 64% van de indirecte werkgelegenheid de kroon, gevolgd door Personenvervoer door de lucht (13%) en Accommodatie (11%). Figuur 6: Directe en indirecte werkgelegenheid naar toeristische sector, Vlaams Gewest, in 2010, in personen Voeding- en drankverstrekkers Personenvervoer over land en water Accommodatie Sport- en recreatiebedrijven Culturele bedrijven Personenvervoer door de lucht Overige Directe werkgelegenheid Indirecte werkgelegenheid Totale bruto toegevoegde waarde Analoog met tabel 2 geeft tabel 3 de directe en totale (direct + indirect) bruto toegevoegde waarde van de 10 toeristische subsectoren weer, alsook de verhouding van de totale tot de directe bruto toegevoegde waarde. Ook hier is de indirecte bruto toegevoegde waarde het verschil van de totale en de hierboven reeds besproken directe bruto toegevoegde waarde 3. Tabel 3: Directe en totale bruto toegevoegde waarde (in miljoen euro), verhouding totale en directe bruto toegevoegde waarde (in %) naar toeristische sector, Vlaams Gewest, in 2010 Toeristische sectoren Directe toegevoegde waarde Totale toegevoegde waarde (direct+indirect) Totale/directe toegevoegde waarde Accommodatie ,5% Accommodatie - tweede verblijven ,4% Voeding- en drankverstrekkers ,1% Personenvervoer over land en water ,4% Personenvervoer door de lucht ,5% Reisagentschappen, touroperators en gidsen ,6% Culturele bedrijven ,9% Sport- en recreatiebedrijven ,0% Kleinhandel in land-specifieke karakteristieke ,7% toerismegoederen Land-specifieke toerismebedrijven: organisatie van ,3% congressen en beurzen TOTAAL ,8% 3 Ook in de satellietrekening toerisme komt de directe bruto toegevoegde waarde van de sector Toerisme aan bod. Voor de meest recente versie: De Maesschalck, P. en Weekers, K (2016). De economische betekenis van Toerisme in Vlaanderen: TSA 2014 voor het Vlaamse Gewest (incl. schatting voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, Brussel: Studiedienst van de Vlaamse Regering. 10

12 De totale (directe en indirecte) bruto toegevoegde waarde van de toeristische sectoren bedraagt circa 9,2 miljard euro, of 19% meer dan de directe bruto toegevoegde waarde. Deze 19% komt overeen met de indirecte bruto toegevoegde waarde. De indirecte bruto toegevoegde waarde is met 19% in verhouding tot de directe bruto toegevoegde waarde, iets groter dan de 14% indirecte werkgelegenheid in verhouding tot de directe werkgelegenheid. In verhouding tot de directe bruto toegevoegde waarde is de indirecte bruto toegevoegde waarde het grootst in de subsector Voeding en drankverstrekkers (58% van de directe bruto toegevoegde waarde), Personenvervoer door de lucht (57%) en Kleinhandel in land-specifieke karakteristieke toerismegoederen (49%). In het geval van de Voeding- en drankverstrekkers leidt dit ook tot een aanzienlijke indirecte bruto toegevoegde waarde in absolute cijfers; voor de andere sectoren geldt dit minder door hun kleinere omvang. Een viertal subsectoren hebben een negatieve indirecte bruto toegevoegde waarde. Dit betekent dat de activiteit van de toeristische sectoren in termen van bruto toegevoegde waarde relatief meer andere sectoren ten goede komen dan andersom. Het gaat om: Organisatie van congressen en beurzen en, in mindere mate, Accommodatie - tweede verblijven, Personenvervoer over land en water en Reisagentschappen, touroperators en gidsen. Merk op dat de accommodatie tweede verblijven deficitair is volgens de bruto toegevoegde waarde (tabel 3), maar in het geheel niet volgens de werkgelegenheid (tabel 2). Dat betekent dat er relatief meer mensen vanuit andere subsectoren werken voor accommodatie tweede verblijven en dat de bruto toegevoegde waarde relatief meer ten goede komt aan de andere subsectoren dan aan de eigen subsector. Figuur 7: Directe en indirecte bruto toegevoegde waarde naar toeristische sector, Vlaams Gewest, in 2010, in personen Voeding- en drankverstrekkers Personenvervoer over land en water Accommodatie Sport- en recreatiebedrijven Culturele bedrijven Personenvervoer door de lucht Accommodatie - tweede verblijven Overige Directe toegevoegde waarde Indirecte toegevoegde waarde Een zevental sectoren genereren 90% van de totale bruto toegevoegde waarde (inclusief indirecte bruto toegevoegde waarde) onder de toeristische sectoren (zie figuur 7). De Voedingen drankverstrekkers genereren 39% van de totale bruto toegevoegde waarde, gevolgd door Personenvervoer over land en water (25%) en Accommodatie (9%). Ook binnen de indirecte bruto toegevoegde waarde van de toeristische sectoren neemt Voeding- en drankverstrekkers met 90% een dominante positie in. Op de tweede en derde plaats komen Accommodatie (14%) en Personenvervoer door de lucht (12%). 11

13 4.2 Verdeling van de totale werkgelegenheid en bruto toegevoegde waarde (direct + indirect) naar bedrijfstak en gewest We kunnen de totale (directe en indirecte) werkgelegenheid en bruto toegevoegde waarde die wordt gegenereerd voor de Vlaamse toeristische sectoren verdelen naar het gewest waar de bedrijfsvestigingen zijn gelegen. Er wordt rekening gehouden met de concrete locatie van bedrijfsvestigingen in voorkomend geval (een bedrijf kan immers vestigingen hebben in meerdere gewesten) en niet met de locatie van de hoofdzetel. Figuur 8: Regionale verdeling van de totale werkgelegenheid (in personen) en de totale bruto toegevoegde waarde voor de Vlaamse toeristische sectoren (in miljoen euro), in Vlaams Gewest Waals Gewest Brussels Gewest Totale werkgelegenheid (linkeras) Totale toegevoegde waarde (rechteras) Het overgrote deel van de totale werkgelegenheid en bruto toegevoegde waarde van de Vlaamse toeristische sector wordt gegenereerd in het Vlaamse Gewest. De totale werkgelegenheid (direct en indirect) komt voor 92% voor rekening van het Vlaamse Gewest. Het Waalse en Brusselse Hoofdstedelijke Gewest staan elk in voor slechts 4% van de totale werkgelegenheid. Een soortgelijk beeld biedt de bruto toegevoegde waarde. Die komt voor 89% voor rekening van het Vlaamse Gewest. Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest doet het met een aandeel van 7% iets beter dan het Waalse Gewest (4%). Een verdere opsplitsing van de regionale verdeling naar de individuele toeristische sectoren bevestigt het zeer grote overwicht van het Vlaamse Gewest in werkgelegenheid en bruto toegevoegde waarde. Hoeveel mensen werken er voor het Vlaamse toerisme, en uit welke bedrijfstak en regio komen deze mensen? Het gaat om een verdeling van de directe én indirecte werkgelegenheid samen naar toeleverende sector (of inputsector). Dat kunnen toeristische sectoren, maar ook andere sectoren zijn, en uit het Vlaamse of de andere gewesten. Al hun input is immers nodig om tot een eindproduct te komen. De eerste niet-vlaamse bijdrage heeft een aandeel in de totale werkgelegenheid van minder dan 1% (tabel 4a). Opvallend is ook dat de 5 belangrijkste bedrijfstakken van herkomst, op Terbeschikkingstelling van personeel na, tot de toeristische sectoren behoren. 12

14 Tabel 4a: 4 Verdeling van de totale werkgelegenheid voor de Vlaamse toeristische sectoren naar bedrijfstak en gewest, in 2010, in personen en in % totaal Inputsectoren Gewest Werkgelegenheid (in personen) Werkgelegenheid (in %) Voeding- en drankverstrekkers Vlaams Gewest ,1% Personenvervoer over land en water Vlaams Gewest ,2% Accommodatie Vlaams Gewest ,8% Sport- en recreatiebedrijven Vlaams Gewest ,2% Terbeschikkingstelling van personeel Vlaams Gewest ,9% Culturele bedrijven Vlaams Gewest ,6% Activiteiten van hoofdkantoren; adviesbureaus Vlaams Gewest ,3% op het gebied van bedrijfsbeheer Reisagentschappen, touroperators en gidsen Vlaams Gewest ,7% Kleinhandel in land-specifieke karakteristieke Vlaams Gewest ,3% toerismegoederen Personenvervoer door de lucht Vlaams Gewest ,9% Groothandel en handelsbemiddeling, met Vlaams Gewest ,4% uitzondering van de handel in motorvoertuigen en motorfietsen en in vaste, vloeibare en gasvormige brandstoffen en aanverwante producten Reiniging Vlaams Gewest ,0% Overige ,6% Totaal ,0% Alle toeristische inputsectoren samen (alle gewesten) hebben een aandeel van 70% (tabel 4b). Tabel 4b: 4 Verdeling van de totale werkgelegenheid voor de Vlaamse toeristische sectoren, naar toeristische en andere bedrijfstakken, in 2010, in personen en in % totaal Werkgelegenheid (in Werkgelegenheid Inputsectoren personen) (in %) Toeristische sectoren (alle gewesten) ,3% Niet-toeristische sectoren (alle gewesten) ,7% Waarvan: Terbeschikkingstelling van personeel ,6% Activiteiten van hoofdkantoren; adviesbureaus op het gebied ,0% van bedrijfsbeheer Opslag en vervoerondersteunende activiteiten ,8% Groothandel en handelsbemiddeling, met uitzondering van de ,6% handel in motorvoertuigen en motorfietsen en in vaste, vloeibare en gasvormige brandstoffen en aanverwante producten Reiniging ,4% Groot- en detailhandel in en onderhoud en reparatie van ,2% motorvoertuigen en motorfietsen Teelt van gewassen, veeteelt, jacht en diensten in verband met ,1% deze activiteiten Geldscheppende financiële instellingen ,8% Vervaardiging van bakkerijproducten en deegwaren ,8% Rechtskundige en boekhoudkundige dienstverlening ,8% Overige ,5% Totaal ,0% 13

15 Een vrijwel identieke vaststelling geldt voor de bruto toegevoegde waarde. De eerste niet- Vlaamse bijdrage komt pas op de 13de plaats ( Opslag en vervoerondersteunende activiteiten uit het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest). Die heeft een aandeel van 1,4% (tabel 5a). Hier behoren alle 5 de belangrijkste bedrijfstakken van herkomst tot de toeristische sectoren. Tabel 5a: 5 Verdeling van de totale bruto toegevoegde waarde van de Vlaamse toeristische sectoren naar bedrijfstak en gewest, in 2010, in miljoen euro en in % totaal Toegevoegde Inputsectoren Gewest waarde (in miljoen euro) Toegevoegde waarde (in %) Voeding- en drankverstrekkers Vlaams Gewest ,1% Personenvervoer over land en water Vlaams Gewest ,2% Accommodatie Vlaams Gewest 500 5,2% Accommodatie - tweede verblijven Vlaams Gewest 400 4,4% Sport- en recreatiebedrijven Vlaams Gewest 400 3,8% Activiteiten van hoofdkantoren; adviesbureaus op het gebied Vlaams Gewest 300 3,5% van bedrijfsbeheer Culturele bedrijven Vlaams Gewest 300 3,4% Reisagentschappen, touroperators en gidsen Vlaams Gewest 300 3,1% Personenvervoer door de lucht Vlaams Gewest 300 2,7% Groothandel en handelsbemiddeling, met uitzondering van Vlaams Gewest 200 2,4% de handel in motorvoertuigen en motorfietsen en in vaste, vloeibare en gasvormige brandstoffen en aanverwante producten Terbeschikkingstelling van personeel Vlaams Gewest 200 2,0% Kleinhandel in land-specifieke karakteristieke Vlaams Gewest 200 1,9% toerismegoederen Opslag en vervoerondersteunende activiteiten Brussels Gewest 100 1,4% Geldscheppende financiële instellingen Vlaams Gewest 100 1,3% Opslag en vervoerondersteunende activiteiten Vlaams Gewest 100 1,2% Geldscheppende financiële instellingen Brussels Gewest 100 1,1% Groot- en detailhandel in en onderhoud en reparatie van Vlaams Gewest 100 1,1% motorvoertuigen en motorfietsen Overige ,2% Totaal ,0% Alle toeristische inputsectoren samen (alle gewesten) hebben een aandeel van 64% (tabel 5b). Tabel 5b: 5 Verdeling van de totale bruto toegevoegde waarde van de Vlaamse toeristische sectoren naar toeristische en andere bedrijfstak, in 2010, in miljoen euro en in % totaal Toegevoegde Inputsectoren waarde (in miljoen euro) Toegevoegde waarde (in %) Toeristische sectoren (alle gewesten) ,9% Niet-toeristische sectoren (alle gewesten) ,1% Waarvan: Activiteiten van hoofdkantoren; adviesbureaus op het gebied van 400 4,1% bedrijfsbeheer Opslag en vervoerondersteunende activiteiten 300 3,4% Groothandel en handelsbemiddeling, met uitzondering van de handel in 300 2,8% motorvoertuigen en motorfietsen en in vaste, vloeibare en gasvormige brandstoffen en aanverwante producten Geldscheppende financiële instellingen 200 2,5% Terbeschikkingstelling van personeel 200 2,4% Groot- en detailhandel in en onderhoud en reparatie van motorvoertuigen 100 1,4% 14

16 en motorfietsen Rechtskundige en boekhoudkundige dienstverlening 100 1,2% Vervaardiging van dranken, excl. mineraalwater en frisdranken 100 1,0% Productie en distributie van elektriciteit, stoom en gekoelde lucht 100 0,9% Teelt van gewassen, veeteelt, jacht en diensten in verband met deze 100 0,8% activiteiten Overige ,7% Totaal ,0% 5. SIMULATIES De RIOT 2010 laat ook toe om simulaties uit te voeren. In het voorgaande punt over de betekenis van de Vlaamse toeristische bedrijfstakken werd uitgegaan van de Belgische finale vraag. Dat wil zeggen dat, om aan die Belgische vraag te voldoen, er een bepaald bedrag aan bruto toegevoegde waarde en een bepaald aantal arbeidskrachten werkzaam zijn in bedrijfstakken die voor het Vlaamse toerisme werken. Dit kan dus in de geëigende toeristische branches zijn, of in toeleverende bedrijfstakken. Anderzijds werd ook dat deel van de activiteit in de toeristische branches dat feitelijk voor andere bedrijfstakken werkt geëlimineerd. Daar bovenop komen ook de interrelaties tussen de gewesten onderling. Het ijken ten aanzien van de Belgische finale vraag is geschikt voor een vergelijking met de officiële geregistreerde cijfers (de ESR data uit de regionale rekeningen) over de bruto toegevoegde waarde en de werkgelegenheid. Immers, de officiële bronnen geven de data over een bedrijfstak weer, ongeacht voor wie de output bedoeld is. Dat kan gaan over de eigen regio, andere gewesten of het buitenland. In een aantal simulaties kan dat ook een goed uitgangspunt zijn. Als er zich bijvoorbeeld een algemene schok voordoet die alle gewesten evenredig treft, bijvoorbeeld onder invloed van de internationale conjunctuur, dan kunnen simulaties uitgevoerd worden vertrekkende van de Belgische finale vraag. Dit is bijvoorbeeld het geval om de impact te schatten van een verhoging van de Belgische consumptieve vraag op de bruto toegevoegde waarde en de werkgelegenheid in de Vlaamse toeristische sectoren. Maar de RIOT biedt ook de mogelijkheid om de effecten van een vraagschok te simuleren die zich slechts in één regio voordoet. Zo kan de Vlaamse overheid een maatregel nemen met betrekking tot haar beleidsbevoegdheid. Dit is bijvoorbeeld het geval als de impact geschat wordt van een verhoging van de investeringen in de Vlaamse toeristische sectoren (dus niet Belgisch) op de bruto toegevoegde waarde en de werkgelegenheid in deze sectoren. Dat is een andere werkwijze dan bij het voorbeeld over de consumptie hiervoor waar de Belgische finale vraag het uitgangspunt was. Bij simulaties moet steeds rekening gehouden worden met een aantal belangrijke opmerkingen: eigen aan de RIOT 2010 (en aan alle input-outputanalyses) is dat deze de toestand in een welbepaald jaar beschrijft. De technologie nodig om een product of dienst te maken is daarbij een gegeven en kan niet veranderen door bijvoorbeeld nieuwe investeringen (zo blijft de verhouding arbeid kapitaal steeds dezelfde). Verder leidt een uitbreiding van de productie niet tot capaciteitsproblemen. Een en ander betekent dat het niet aangewezen is om zomaar een input-outputtabel te gebruiken bij het simuleren van extreme schokken. 15

17 BESLUIT De nieuwe interregionale input-outputtabel voor 2010 biedt heel wat mogelijkheden om het belang van de Vlaamse toeristische sector in kaart te brengen. Dit omdat de relaties tussen de bedrijfstakken en de gewesten onderling verrekend worden. De belangrijkste vaststellingen: Volgens de officiële INR-statistieken zijn de voornaamste subsectoren in termen van bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid het personenvervoer over land en water en de voeding- en drankverstrekkers. De kostenstructuur van de Vlaamse toeristische sector in zijn geheel wijkt niet veel af van deze voor de hele Vlaamse economie. Maar er zijn belangrijke verschillen over de toeristische subbedrijfstakken heen. De Vlaamse toeristische sector is belangrijker voor de economie dan uit de officiële, directe statistieken blijkt. Zo werkten anno personen voor het Vlaamse toerisme, of 14% meer dan de direct getelde werkgelegenheid in die sector. En in totaal werd circa miljoen euro bruto toegevoegde waarde gecreëerd door activiteiten voor het Vlaamse toerisme (om aan de Belgische finale vraag te voldoen). Dat is 19% meer dan de directe bruto toegevoegde waardecreatie. 16

18 LITERATUURLIJST Avonds, L. & Van den Cruyce, B. (2015). Monetaire regionale input-outputtabellen voor België. Een interregionaal input-outputsysteem voor het jaar Federaal Planbureau Rapport. Brussel. Eurostat (2008). Eurostat manual of supply, use and input-output tables. In: Eurostat methodologies and working papers. Luxemburg. Office for official publications of the European communities. Federaal Planbureau (2015). Economische vooruitzichten Brussel. Federaal Planbureau (2015). Regionale economische vooruitzichten Brussel. 17

Instituut voor de nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen 2015-02-17 Links: Publicatie BelgoStat Online Algemene informatie Broos herstel in 2013 na krimp in 2012 in Brussel en Wallonië; verdere groeivertraging in 2013 in

Nadere informatie

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten,

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, PERSCOMMUNIQUÉ 2014-07-18 Links BelgoStat On-line Algemene informatie Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, 1995-2011. De drie Gewesten en de Nationale Bank van

Nadere informatie

tariefgroep Hoofdactiviteit van de werkgever NACE code (indicatief)

tariefgroep Hoofdactiviteit van de werkgever NACE code (indicatief) BIJLAGE 1 BIJ HET KB TARIFERING - INDELING WERKGEVERS IN 5 TARIEFGROEPEN VOLGENS HOOFDACTIVITEIT tariefgroep Hoofdactiviteit van de werkgever NACE code (indicatief) 1 Uitgeverijen 58 1 Ontwerpen en programmeren

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Deel 3 Aanbod- en gebruikstabellen 2010 Inhoud van de publicatie De jaarlijkse nationale rekeningen van België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 1999 - Derde kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

De economische betekenis van toerisme in Vlaanderen

De economische betekenis van toerisme in Vlaanderen De economische betekenis van toerisme in Vlaanderen TSA 2010 voor het Vlaamse Gewest (incl. schatting voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest) Managementsamenvatting Karolien Weekers Studiedienst Vlaamse

Nadere informatie

Bijlage - Tabellen. Ongevallen op de arbeidsplaats ,9% ,7% 1,9% Ongevallen op de arbeidsweg ,1% 23.

Bijlage - Tabellen. Ongevallen op de arbeidsplaats ,9% ,7% 1,9% Ongevallen op de arbeidsweg ,1% 23. Bijlage - Tabellen Tabel 1 : Vergelijking van de verdeling in absolute en relatieve frequentie van de verkeersongevallen naar de plaats van het ongeval met het geheel van de ongevallen 2008 % van de Ongevallen

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen 2014-01-31 Links: Publicatie BelgoStat Online Algemene informatie 2011-2012: Economische terugval in 2012 verschilt per gewest Het Instituut voor de nationale rekeningen

Nadere informatie

TSA (Tourism Satellite Account)

TSA (Tourism Satellite Account) TSA (Tourism Satellite Account) Vlaamse en Brusselse Hoofdstedelijke Gewest 2008 Managementsamenvatting Karolien Weekers Studiedienst Vlaamse Regering Onder begeleiding van Pieter De Maesschalck, SVR Thierry

Nadere informatie

Rapport. De interregionale input-outputtabel Een analyse voor Vlaanderen. Brussel, 12 september 2016 SERV_ _RIOT_RAP

Rapport. De interregionale input-outputtabel Een analyse voor Vlaanderen. Brussel, 12 september 2016 SERV_ _RIOT_RAP Rapport De interregionale input-outputtabel 2010 Een analyse voor Vlaanderen Brussel, 12 september 2016 SERV_20160912_RIOT_RAP Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T +32

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 2000 - Eerste kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 1999 Eerste kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

NAM-multiplicatoren: handleiding

NAM-multiplicatoren: handleiding Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten NAM-multiplicatoren: handleiding De multiplicatoren die hier voorgesteld worden, zijn afgeleid van een model gebaseerd op een National Accounting

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Aanbod- en gebruikstabellen 2010 Inhoud van de publicatie De jaarlijkse aanbod en gebruikstabellen van België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

Multiplicatoren: handleiding

Multiplicatoren: handleiding Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Multiplicatoren: handleiding De multiplicatoren van het finaal gebruik behelzen een klassieke toepassing van het traditionele inputoutputmodel

Nadere informatie

Milieubelastingen naar economische activiteit

Milieubelastingen naar economische activiteit Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Instituut voor de nationale rekeningen Milieubelastingen naar economische activiteit 2008-2012 September 2014 Kunstlaan 47-49 1000 Brussel E-mail:

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 2001 - Eerste kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

De economische betekenis van toerisme in Vlaanderen

De economische betekenis van toerisme in Vlaanderen De economische betekenis van toerisme in Vlaanderen TSA 2012 voor het Vlaamse Gewest (incl. schatting voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest) Pieter De Maesschalck, Karolien Weekers Studiedienst Vlaamse

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN

NATIONALE REKENINGEN NATIONALE REKENINGEN Kwartaalaggregaten 2003 - I Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen

Nadere informatie

Milieubelastingen naar economische activiteit. Federaal Planbureau. Instituut voor de nationale rekeningen 2008-2013.

Milieubelastingen naar economische activiteit. Federaal Planbureau. Instituut voor de nationale rekeningen 2008-2013. Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Instituut voor de nationale rekeningen Milieubelastingen naar economische activiteit 2008-2013 September 2015 Kunstlaan 47-49 1000 Brussel e-mail:

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Deel 3 Aanbod- en gebruikstabellen 2003 Inhoud van de publicatie De jaarlijkse nationale rekeningen van België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

B. Werkende beroepsbevolking en interne werkgelegenheid

B. Werkende beroepsbevolking en interne werkgelegenheid B. Werkende beroepsbevolking en interne werkgelegenheid Deze gegevens zijn afkomstig van de Federale Overheidsdienst Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (ADSEI), meer bepaald

Nadere informatie

Hoeveel verdienen de Belgen? Hoeveel geven ze uit?

Hoeveel verdienen de Belgen? Hoeveel geven ze uit? Hoeveel verdienen de Belgen? Hoeveel geven ze uit? Seminarie voor leerkrachten economie van het middelbaar onderwijs Brussel, 11 oktober 2017 Departement Algemene Statistieken Hans De Dyn 2 / 24 Inhoud

Nadere informatie

Methodologie en resultaten van de regionale economische vooruitzichten

Methodologie en resultaten van de regionale economische vooruitzichten Methodologie en resultaten van de regionale economische vooruitzichten 2018-2023 1 Top-down model Overzicht presentatie 1. Databank 2. Model 2.1 Structuur 2.2 Kern 2.3 Arbeidsmarkt 2.4 Huishoudrekeningen

Nadere informatie

Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Studiedienst van de Vlaamse Regering (SVR)

Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Studiedienst van de Vlaamse Regering (SVR) Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Studiedienst van de Vlaamse Regering (SVR) Karolien Weekers Jan Van Praet, Toerisme Vlaanderen Christel Leys, Departement Internationaal Vlaanderen Pieter De

Nadere informatie

Het HERMREG-project De modellering van de regionale economieën

Het HERMREG-project De modellering van de regionale economieën Het HERMREG-project De modellering van de regionale economieën Frédéric Caruso, IWEPS 20 november 2018 Studiedag : de modellering van de regionale economieën in België Sessie 1 : Het HERMREG-project Verschillende

Nadere informatie

Sectoranalyse Horeca 2014

Sectoranalyse Horeca 2014 HIER FOTO INVOEGEN BREEDTE 210mm x HOOGTE 99mm Sectoranalyse Horeca 2014 Ondernemingen Faillissementen Oprichtingen en schrappingen Omzet en investeringen 2014 Guidea - Kenniscentrum voor Toerisme en Horeca

Nadere informatie

Studie Betaalgedrag 2e kwartaal 2013

Studie Betaalgedrag 2e kwartaal 2013 Studie Betaalgedrag 2 e kwartaal 2013 Over de studie betaalgedrag Graydon Belgium nv verzamelt systematisch en dagelijks aging listings. Vele duizenden bedrijven geven door op welke wijze (correct volgens

Nadere informatie

Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Studiedienst van de Vlaamse Regering (SVR)

Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Studiedienst van de Vlaamse Regering (SVR) Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Studiedienst van de Vlaamse Regering (SVR) Karolien Weekers Jan Van Praet, Toerisme Vlaanderen Christel Leys, Departement Internationaal Vlaanderen Pieter De

Nadere informatie

ADVIES AFBAKENING VAN DE SECTOR TOERISME

ADVIES AFBAKENING VAN DE SECTOR TOERISME SECTORIËLE COMMISSIE TOERISME ADVIES AFBAKENING VAN DE SECTOR TOERISME Brussel, 5 april 2002 AdviesAfbakeningToerisme 1. INLEIDING Op 20 november 2001 vroeg Dhr. Landuyt, Vlaams minister van werkgelegenheid

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 2000 - Derde kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

Milieubelastingen naar economische activiteit. Federaal Planbureau. Instituut voor de nationale rekeningen

Milieubelastingen naar economische activiteit. Federaal Planbureau. Instituut voor de nationale rekeningen Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Instituut voor de nationale rekeningen Milieubelastingen naar economische activiteit 2010-2014 September 2016 Kunstlaan 47-49 1000 Brussel e-mail:

Nadere informatie

Regionale economische vooruitzichten

Regionale economische vooruitzichten 2015/2 Regionale economische vooruitzichten 2015-2020 Dirk Hoorelbeke D/2015/3241/213 Samenvatting Dit webartikel geeft een bondig overzicht van de nieuwe regionale economische vooruitzichten tot 2020.

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Deel 3 Aanbod- en gebruikstabellen 2005 Inhoud de publicatie De jaarlijkse nationale rekeningen België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Studiedienst van de Vlaamse Regering (SVR)

Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Studiedienst van de Vlaamse Regering (SVR) Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Studiedienst van de Vlaamse Regering (SVR) Karolien Weekers Jeroen Bryon en Jan Van Praet, Toerisme Vlaanderen Christel Leys, Departement Internationaal Vlaanderen

Nadere informatie

Regionale rekeningen Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten

Regionale rekeningen Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten Regionale rekeningen Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten 1995-2013 Inhoud van de publicatie Deze publicatie bevat gegevens betreffende de verdeling van de Belgische

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Tweede kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Tweede kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 2001 - Tweede kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

Dossier Indirecte werkgelegenheid

Dossier Indirecte werkgelegenheid Brussel, maart 2006 Dossier Indirecte werkgelegenheid De indirecte werkgelegenheid van de bedrijfstak banken en financiële dienstverlening (1995-2001) Erwin Eysackers Brussel, maart 2006 Dossier Indirecte

Nadere informatie

Regionale economische vooruitzichten 2014-2019

Regionale economische vooruitzichten 2014-2019 2014/6 Regionale economische vooruitzichten 2014-2019 Dirk Hoorelbeke D/2014/3241/218 Samenvatting Dit artikel geeft een bondig overzicht van enkele resultaten uit de nieuwe Regionale economische vooruitzichten

Nadere informatie

Economie en ondernemen

Economie en ondernemen Economie en ondernemen SAMENVATTING 42.156 BBP per inwoner, groeiend 19.155,8 miljoen euro BBP arr. Turnhout, groeiend 44% van de groei is toe te schrijven aan industrie Sterkste economische sectoren m.b.t.

Nadere informatie

Nationale rekeningen 2004 Revisie 2001

Nationale rekeningen 2004 Revisie 2001 Centraal Bureau voor de Statistiek Publicatiedatum CBS-website 9 mei 2005 Nationale rekeningen 2004 Revisie 2001 Enkele belangrijke uitkomsten revisiejaar 2001 Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

B. Werkende beroepsbevolking en interne werkgelegenheid

B. Werkende beroepsbevolking en interne werkgelegenheid B. Werkende beroepsbevolking en interne werkgelegenheid Deze gegevens zijn afkomstig van de Federale Overheidsdienst Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (ADSEI), meer bepaald

Nadere informatie

Persbericht. Herzien BBP 2001 ruim 18 miljard euro hoger. Centraal Bureau voor de Statistiek. Consumptie huishoudens ruim 11 miljard hoger

Persbericht. Herzien BBP 2001 ruim 18 miljard euro hoger. Centraal Bureau voor de Statistiek. Consumptie huishoudens ruim 11 miljard hoger Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-047 20 april 2005 9.30 uur Herzien BBP 2001 ruim 18 miljard euro hoger Het bruto binnenlands product (BBP) van 2001 is door herziening van definities

Nadere informatie

Werking en stand van zaken van het bottom-upmodel

Werking en stand van zaken van het bottom-upmodel Sessie 3: Analyse van de impact van economische beleidsmaatregelen Werking en stand van zaken van het bottom-upmodel Didier Baudewyns, FPB 20 november 2018 Plan van de uiteenzetting Waarom een bottom-up

Nadere informatie

Tabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau.

Tabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau. Een aantal arbeidsgehandicapten uit onze onderzoekspopulatie waren tijdens de referteperiode ingeschreven bij zowel RVA als RSZ. Deze (relatief kleine) groep van mensen bespreken we in dit deel van het

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Regionale rekeningen 2007-2015 Inhoud van de publicatie Deze publicatie bevat gegevens betreffende het arbeidsvolume en de inkomensrekeningen van de huishoudens voor

Nadere informatie

Regionale rekeningen Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten 1995-2011

Regionale rekeningen Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten 1995-2011 Regionale rekeningen Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten 1995-2011 Inhoud van de publicatie Deze publicatie bevat gegevens betreffende de verdeling van de Belgische

Nadere informatie

Economie. 1 Kempense economie presteert in de Vlaamse middenmoot Kempen Provincie Antwerpen Vlaams Gewest

Economie. 1 Kempense economie presteert in de Vlaamse middenmoot Kempen Provincie Antwerpen Vlaams Gewest Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Severine Appelmans Economie Samenvatting 14,75 miljard euro aan waardecreatie (BBP) BBP per inwoner net boven Vlaamse

Nadere informatie

Toerisme in Kerncijfers editie 2015

Toerisme in Kerncijfers editie 2015 Toerisme in Kerncijfers editie 2015 Evolutie van het internationaal toerisme 1980-2014 (in miljoen aankomsten) Toerisme is en blijft een groeiende sector, met enkele periodes van vertraagde groei: 1200

Nadere informatie

VERSO NOTA SOCIAL PROFIT MACRO-ECONOMISCH BEKEKEN

VERSO NOTA SOCIAL PROFIT MACRO-ECONOMISCH BEKEKEN VERSO NOTA SOCIAL PROFIT MACRO-ECONOMISCH BEKEKEN 10 November 2016 1 INHOUD KRACHTLIJNEN... 5 BELGIË... 6 VLAAMS GEWEST... 9 BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST... 12 WAALS GEWEST... 15 NOTA... 17 INLEIDING...

Nadere informatie

Dossier Indirecte werkgelegenheid

Dossier Indirecte werkgelegenheid Brussel, januari 2006 Dossier Indirecte werkgelegenheid De indirecte werkgelegenheid van de horeca (1995-2001) Erwin Eysackers Brussel, november 2005 Dossier Indirecte werkgelegenheid De indirecte werkgelegenheid

Nadere informatie

Structurele ondernemingsstatistieken

Structurele ondernemingsstatistieken 1 Structurele ondernemingsstatistieken - Analyse Structurele ondernemingsstatistieken Een beeld van de structuur van de Belgische economie in 2012 en de mogelijkheden van deze databron De jaarlijkse structurele

Nadere informatie

Sectoranalyse Horeca 2012

Sectoranalyse Horeca 2012 HIER FOTO INVOEGEN BREEDTE 210mm x HOOGTE 99mm Sectoranalyse Horeca 2012 Ondernemingen Faillissementen Oprichtingen en schrappingen 2013 Guidea - Kenniscentrum voor Toerisme en Horeca vzw Deze informatie

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Regionale rekeningen 2015 Inhoud van de publicatie Deze publicatie bevat gegevens betreffende de aggregaten per bedrijfstak, de finale consumptieve bestedingen per

Nadere informatie

Dossier Indirecte werkgelegenheid

Dossier Indirecte werkgelegenheid Brussel, maart 2006 Dossier Indirecte werkgelegenheid De indirecte werkgelegenheid van de (1995-2001) Erwin Eysackers Brussel, maart 2006 Dossier Indirecte werkgelegenheid De indirecte werkgelegenheid

Nadere informatie

Dossier Indirecte werkgelegenheid

Dossier Indirecte werkgelegenheid Brussel, januari 2006 Dossier Indirecte werkgelegenheid De indirecte werkgelegenheid van de bedrijfstak post en telecommunicatie (1995-2001) Erwin Eysackers Brussel, januari 2005 2 Brussel, januari 2005

Nadere informatie

Toerisme in Kerncijfers editie 2014

Toerisme in Kerncijfers editie 2014 Toerisme in Kerncijfers editie 2014 Toerisme in Kerncijfers editie 2014 Toerisme in Kerncijfers bundelt de voornaamste trends en cijfers over het internationale toerisme in Vlaanderen in een handige publicatie.

Nadere informatie

Vlaamse Arbeidsrekening. Conversie Nace Rev. 1 naar Nace Rev. 2

Vlaamse Arbeidsrekening. Conversie Nace Rev. 1 naar Nace Rev. 2 Vlaamse Arbeidsrekening. Conversie Nace Rev. 1 naar Nace Rev. 2 Nulmeting 2006-2007 Dave Boussé Wim Herremans Steunpunt Werk en Sociale Economie In samenwerking met het Departement Werk en Sociale Economie

Nadere informatie

BIJLAGE DERDE EDITIE ECONOMISCH GEWICHT VAN DE IZW S IN BELGIE

BIJLAGE DERDE EDITIE ECONOMISCH GEWICHT VAN DE IZW S IN BELGIE BIJLAGE DERDE EDITIE ECONOMISCH GEWICHT VAN DE IZW S IN BELGIE Bijdrage tot de welvaart België telt tienduizenden vzw s, stichtingen, sociale economiebedrijven en feitelijke verenigingen. 18.847 daarvan

Nadere informatie

Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2012 Definitief, 2013 Nader voorlopig en 2014 Voorlopig

Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2012 Definitief, 2013 Nader voorlopig en 2014 Voorlopig Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2012 Definitief, 2013 Nader voorlopig en 2014 Voorlopig Actualisering van de uitkomsten van eerder gepubliceerde ramingen is noodzakelijk omdat na verloop van tijd

Nadere informatie

SECTORANALYSE HORECA 2015

SECTORANALYSE HORECA 2015 Rapport 2015 106 Pag. SECTORANALYSE HORECA 2015 Ondernemingen 2015 Guidea - Kenniscentrum voor Toerisme en Horeca vzw Deze informatie werd met de grootste zorg samengesteld. Guidea, het Kenniscentrum voor

Nadere informatie

Vlaamse Arbeidsrekening.

Vlaamse Arbeidsrekening. Vlaamse Arbeidsrekening. Conversie NACE Rev. 1 naar NACE Rev. 2 Jobs 2007 Boie Neefs Steunpunt Werk en Sociale Economie in samenwerking met het Departement WSE Juni 2011 Methodologisch Rapport Steunpunt

Nadere informatie

aé=íçí~äé=ãáäáéìjéññéåíéå=î~å çåòé=åçåëìãéíáé=éå=éêççìåíáé=áå â~~êí=ãéí=üéí=ãáäáéì=áåéìíj çìíéìí=ãççéä=îççê=îä~~åçéêéå

aé=íçí~äé=ãáäáéìjéññéåíéå=î~å çåòé=åçåëìãéíáé=éå=éêççìåíáé=áå â~~êí=ãéí=üéí=ãáäáéì=áåéìíj çìíéìí=ãççéä=îççê=îä~~åçéêéå aé=íçí~äé=ãáäáéìjéññéåíéå=î~å çåòé=åçåëìãéíáé=éå=éêççìåíáé=áå â~~êí=ãéí=üéí=ãáäáéì=áåéìíj çìíéìí=ãççéä=îççê=îä~~åçéêéå Samen maken we morgen mooier. Documentbeschrijving 1. Titel publicatie De totale milieu-effecten

Nadere informatie

Milieubelastingen naar economische activiteit. Federaal Planbureau September Kunstlaan Brussel

Milieubelastingen naar economische activiteit. Federaal Planbureau September Kunstlaan Brussel Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Milieubelastingen naar economische activiteit 2011-2015 September 2017 Kunstlaan 47-49 1000 Brussel e-mail: contact@plan.be http://www.plan.be

Nadere informatie

De economische betekenis van toerisme in Vlaanderen TSA 2016 voor het Vlaamse Gewest (incl. schatting voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest)

De economische betekenis van toerisme in Vlaanderen TSA 2016 voor het Vlaamse Gewest (incl. schatting voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest) De economische betekenis van toerisme in Vlaanderen TSA 2016 voor het Vlaamse Gewest (incl. schatting voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest) Karolien Weekers en Pieter De Maesschalck Statistiek Vlaanderen

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Regionale rekeningen 2003-2012 Inhoud van de publicatie Deze publicatie bevat gegevens betreffende de aggregaten per bedrijfstak en de inkomensrekeningen van de huishoudens

Nadere informatie

Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten -

Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten - ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 14 mei 2008 Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in 2007 - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten - In 2007 Zijn 4,38 miljoen in

Nadere informatie

Vlaamse Arbeidsrekening

Vlaamse Arbeidsrekening Vlaamse Arbeidsrekening Raming van het aantal jobs & vestigingen met personeel Update 2014 www.steunpuntwerk.be/cijfers Wouter Vanderbiesen September 2016 Methodologie Steunpunt Werk amsestraat 61 bus

Nadere informatie

Vlaamse Arbeidsrekening

Vlaamse Arbeidsrekening Vlaamse Arbeidsrekening Raming van het aantal jobs & vestigingen met personeel Update 2015 www.steunpuntwerk.be/cijfers Wouter Vanderbiesen April 2017 Methodologie Steunpunt Werk amsestraat 61 bus 3551-3000

Nadere informatie

SCHATTING BBO OPBRENGSTEN

SCHATTING BBO OPBRENGSTEN SCHATTING BBO OPBRENGSTEN 1. Opbrengsten BBO aan overheidsinkomsten Voordat wordt ingegaan op de opbrengsten die de BBO aan Lands kas zal bijdragen, wordt stilgestaan bij het gegeven dat het BBO-stelsel

Nadere informatie

DE TEWERKSTELLING OP BRUSSELS AIRPORT:

DE TEWERKSTELLING OP BRUSSELS AIRPORT: Didier Gosuin Brussels minister van Economie en Tewerkstelling DE TEWERKSTELLING OP BRUSSELS AIRPORT: DE WAARHEID OVER DE CIJFERS Voorgaande studies. Voorgaande studies. 1. SERV (De Sociaaleconomische

Nadere informatie

Toerisme in Kerncijfers editie 2013

Toerisme in Kerncijfers editie 2013 Toerisme in Kerncijfers editie 2013 Toerisme in kerncijfers is het kleine broertje van onze jaarlijkse publicatie Toerisme in cijfers. In één oogopslag willen we hierin de belangrijkste trends en bevindingen

Nadere informatie

15 Toerisme, cultuur en sport

15 Toerisme, cultuur en sport 15 Toerisme, cultuur en sport A Algemeen overzicht van de sector 1 Beschrijving van de activiteiten in de sector op basis van de Nace-Bel nomenclatuur Deze studie brengt die sectoren in kaart die werknemers

Nadere informatie

Vlaamse Arbeidsrekening

Vlaamse Arbeidsrekening Vlaamse Arbeidsrekening Raming van het aantal jobs & vestigingen met personeel Update 2016 www.steunpuntwerk.be/cijfers Wouter Vanderbiesen Katleen Pasgang April 2018 Methodologie Steunpunt Werk amsestraat

Nadere informatie

d e b o u w i n d e B e l g i s c h e e c o n o m i e

d e b o u w i n d e B e l g i s c h e e c o n o m i e HOEVEEL MENSEN WERKEN IN DE BOUW? HOE GROOT IS DE SECTOR IN LIMBURG? d e b o u w i n d e B e l g i s c h e e c o n o m i e totaal bouw bouw Limburg aandeel Limburg JAARLIJKSE CIJFERS VAN CONFEDERATIE BOUW

Nadere informatie

Werkgelegenheid in Leiden

Werkgelegenheid in Leiden maart 2010 Werkgelegenheid in Leiden Jaarlijks publiceert de eenheid Beleidsonderzoek en Analyse (BOA) de meest actuele cijfers over het aantal bedrijven en werkzame personen in Leiden gebaseerd op het

Nadere informatie

Geïntegreerd statistisch programma 2017 van het Interfederaal Instituut voor de Statistiek

Geïntegreerd statistisch programma 2017 van het Interfederaal Instituut voor de Statistiek Geïntegreerd statistisch programma 2017 van het Interfederaal Instituut voor de Statistiek 1. Inleiding Het samenwerkingsakkoord van 15 juli 2014 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse

Nadere informatie

VERSO-Cahier. De toegevoegde waarde van de social profit nader ontleed

VERSO-Cahier. De toegevoegde waarde van de social profit nader ontleed VERSO-Cahier De toegevoegde waarde van de social profit nader ontleed 12 maart 2018 INHOUD Inhoud Situering...0 Afbakening...1 A. Gegevens voor België...2 1. Evolutie...2 2. Aandeel in totale economie...4

Nadere informatie

Dossier Indirecte werkgelegenheid

Dossier Indirecte werkgelegenheid Brussel, januari 2006 Dossier Indirecte werkgelegenheid De indirecte werkgelegenheid van de bedrijfstak weg- en treinvervoer (1995-2001) Erwin Eysackers Brussel, januari 2006 Dossier Indirecte werkgelegenheid

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Wat bepaalt het loon?

Hoofdstuk 2: Wat bepaalt het loon? Hoofdstuk 2: Wat bepaalt het loon? (www.statbel.fgov.be) 2.1. en 2.2.: Weinig mensen verdienen hetzelfde loon / Zoveel deelmarkten op de arbeidsmarkt (p. 81 e.v.) Netto belastbare inkomens, bedragen in

Nadere informatie

Dossier Indirecte werkgelegenheid

Dossier Indirecte werkgelegenheid Brussel, januari 2006 Dossier Indirecte werkgelegenheid De van de bedrijfstak gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening (1995-2001) Erwin Eysackers Brussel, januari 2006 Dossier Indirecte werkgelegenheid

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN. Kapitaalgoederenvoorraad en investeringen Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN. Kapitaalgoederenvoorraad en investeringen Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN Kapitaalgoederenvoorraad en investeringen 1970-2001 Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van

Nadere informatie

Structurele ondernemingsstatistieken

Structurele ondernemingsstatistieken Structurele ondernemingsstatistieken 1 Een beeld van de structuur van de Belgische economie in 2016 en de mogelijkheden van deze databron De jaarlijkse structurele ondernemingsstatistieken beschrijven

Nadere informatie

Dossier Indirecte werkgelegenheid

Dossier Indirecte werkgelegenheid Brussel, december 2005 Dossier Indirecte werkgelegenheid De indirecte werkgelegenheid van de bouwnijverheid (1995-2001) Erwin Eysackers Brussel, december 2005 Dossier Indirecte werkgelegenheid De indirecte

Nadere informatie

De diensten als vaste waarde van de Brusselse uitvoer

De diensten als vaste waarde van de Brusselse uitvoer 19 April 2017 De diensten als vaste waarde van de Brusselse uitvoer Toon Vermeir De publicatie van de nieuwe regionale statistiek van de buitenlandse handel biedt de mogelijkheid om de uitvoer van het

Nadere informatie

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (2001), Statistiek van de aangesloten vennootschappen jaar 2000, 68 p. Begin juni

Nadere informatie

Milieubelastingen naar economische activiteit

Milieubelastingen naar economische activiteit Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Instituut voor de nationale rekeningen Milieubelastingen naar economische activiteit 2008-2011 September 2013 Kunstlaan 47-49 1000 Brussel E-mail:

Nadere informatie

Dossier Indirecte werkgelegenheid

Dossier Indirecte werkgelegenheid Brussel, december 2005 Dossier Indirecte werkgelegenheid De indirecte werkgelegenheid van de houtindustrie (1995-2001) Erwin Eysackers Brussel, november 2005 Dossier Indirecte werkgelegenheid De indirecte

Nadere informatie

1 De economische kringloop

1 De economische kringloop 1 De economische kringloop Wat is Marco-economonie? Studie van het verband tussen Gezinnen Bedrijven Overheid Buitenland Welke soorten economische vraagstukken hebben we? Productie Werkloosheid Inflatie

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Regionale rekeningen 2013 Inhoud van de publicatie Deze publicatie bevat gegevens betreffende de aggregaten per bedrijfstak en de inkomensrekeningen van de huishoudens

Nadere informatie

De economische betekenis van toerisme in Vlaanderen

De economische betekenis van toerisme in Vlaanderen De economische betekenis van toerisme in Vlaanderen TSA 2014 voor het Vlaamse Gewest (incl. schatting voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest) Pieter De Maesschalck en Karolien Weekers, Studiedienst

Nadere informatie

De Belgische Foodservice markt 2010

De Belgische Foodservice markt 2010 De Belgische Foodservice markt 2010 Samengesteld door: Renate de Ruiter Tom Vansteenkiste November 2010 Nederlandse Kamer van Koophandel voor België en Luxemburg Tervurenlaan 168 bus 2, 1150 Brussel +32-2-209-04-77

Nadere informatie

Gegevens met betrekking tot Brussel Economie en Werkgelegenheid Directie Steun aan Ondernemingen Kruidtuinlaan 20 BRUSSEL

Gegevens met betrekking tot Brussel Economie en Werkgelegenheid Directie Steun aan Ondernemingen Kruidtuinlaan 20 BRUSSEL JAARVERSLAG 2014 over de toepassing van de organieke ordonnantie van 13 december 2007 betreffende de steun voor de bevordering van de economische expansie (BS van 10/01/2008) Gegevens met betrekking tot

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Rekeningen van de overheid 2013 Inhoud van de publicatie De rekeningen van de Belgische overheid worden opgesteld volgens de definities van het

Nadere informatie

SECTORANALYSE HORECA 2016

SECTORANALYSE HORECA 2016 Rapport 2016 130 Pag. SECTORANALYSE HORECA 2016 Ondernemingen 2016 Guidea - Kenniscentrum voor Toerisme en Horeca vzw Deze informatie werd met de grootste zorg samengesteld. Guidea, het Kenniscentrum voor

Nadere informatie

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt SEPTEMBER 2012 INHOUD Blz 1. Bevolking 2 1.1 Totale bevolking 2 1.2 Doorstromingscoëfficiënt 2 1.3 Bevolking op beroepsactieve leeftijd naar socio-economische

Nadere informatie

verslag CRB

verslag CRB verslag CRB 2015-1016 De werkgelegenheid in de distributiesector in 2013 CRB 2015-1016 ED/NB 11 mei 2015 Verslag over de werkgelegenheid in de distributiesector in 2013 Contactpersoon Elisa Decaluwé Elisa.decaluwe@ccecrb.fgov.be

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Deel 2 Gedetailleerde rekeningen en tabellen 2000-2009 Inhoud van de publicatie De jaarlijkse gedetailleerde nationale rekeningen van België

Nadere informatie

FOCUS Werkgelegengheid in het Brussels Grootstedelijk Gebied

FOCUS Werkgelegengheid in het Brussels Grootstedelijk Gebied Brussels Observatorium voor de Oktober 2013 FOCUS Werkgelegengheid in het Brussels Grootstedelijk Gebied De arbeidsmarkten van de 3 gewesten in België zijn erg verschillend en hebben elk hun eigen specificiteit,

Nadere informatie

TEXTIEL EN KUNSTSTOFFEN IN WEST VLAANDEREN

TEXTIEL EN KUNSTSTOFFEN IN WEST VLAANDEREN Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij West-Vlaanderen Koning Leopold III-laan 66, 8200 Brugge T 050 40 31 66 F 050 71 94 06 E info@pomwvl.be KBO nummer: 0881.702.779 _ www.pomwvl.be TEXTIEL EN KUNSTSTOFFEN

Nadere informatie