BEDRIJFSRESULTATEN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BEDRIJFSRESULTATEN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN"

Transcriptie

1 Nr: 11IT3777 BEDRIJFSRESULTATEN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN 21 Woensdag 27 april 211 Foto voorzijde : Gistingstank en gashouder rwzi Dongemond

2

3 BEDRIJFSRESULTATEN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN 21 Inleiding Missie en visie zuiveringstaak Leeswijzer Bladzijde Samenvatting 1. Transport van afvalwater Algemeen Professionalisering van het proces transport Hoeveelheden afvalwater Aanvoer per as Afnameverplichting Energieverbruik tansporteren Hulpstoffen transport Zuiveren van afvalwater Meting en bemonstering Belasting rwzi s Nutriëntenverwijdering Zuiveringsprestatie Restvervuiling Toetsing van de effluentkwaliteit aan de WVO-vergunning Zware metalen Energieverbruik zuiveren Hulpstoffen zuiveren Bijzonderheden per rwzi Slibverwerken Productie Ontwateringprestaties Hulpstoffen slibverwerken Energie slibverwerken Onderhoud Onderhoud technische werken Realisatiegraad van het onderhoud Onderhoudskosten Opbrengsten van onderhoud Storingsgevoeligheid Asset Management Kwaliteit, Arbo en Milieu Kwaliteit Waterwet Wet Milieubeheer Duurzaamheid Energie Afvalstoffen Hergebruik Innovatie Innovatieagenda Resultaten radicale en overige innovaties Ideeënwedstrijd Strategisch beleid Samenwerken in de keten OAS-studies Operatie Storm Samenwerking met bedrijven en organisaties...48

4 Bijlagen 1. Overzichtskaart installaties Bedrijfsresultaten rioolgemalen Overzicht persleidingen Bemonsteren Capaciteit, belasting en effluentlozing Samenvattende overzichten bedrijfsresultaten A. Samenvattende overzichten bedrijfsresultaten Toetsing effluentkwaliteit aan vergunningsvoorwaarden Nutriëntenoverzichten Zware metalen Energieoverzicht Bedrijfsresultaten per installatie (alfabetisch) Productie, voorraadvorming en afvoer van zuiveringsslib Overzicht afvalstoffen Overzicht stankbestrijdingsvoorzieningen Lijst meest gebruikte afkortingen

5 Inleiding In dit rapport wordt een overzicht gegeven van de werking van de Zuiveringstechnische Werken in beheer bij waterschap Brabantse Delta in 21. Inzicht wordt niet alleen gegeven in de prestaties van het totaal van de installaties maar ook voor de afzonderlijke installaties. Het is reeds voor het 31 e achtereenvolgende jaar dat dit rapport verschijnt. Voorafgaand aan deze editie heeft een informatieanalyse plaatsgevonden. Op basis daarvan zijn enkele wijzigingen doorgevoerd in de opzet en de uitwerking van het rapport, waardoor het nog beter aansluit bij de wensen van de diverse gebruikers van het rapport. Missie en visie zuiveringstaak Onder de zuiveringstaak van het waterschap wordt verstaan: Het bouwen, beheren en exploiteren van zuiveringstechnische werken voor de aanvoer en zuivering van afvalwater en het verwerken en afzetten van zuiveringsslib. De missie van de sector zuiveringsbeheer is: Wij zijn een ondernemende oplossingsgerichte ketenpartner die de zuiveringstaak op een maatschappelijk verantwoorde manier uitvoert. De visie voor de zuiveringstaak is: De zuiveringstaak wordt op een maatschappelijk verantwoorde manier uitgevoerd, waarbij duurzaamheid en betrouwbaarheid voorop staan bij het vervullen van de verplichtingen. En waar dit bevorderend is voor de effectiviteit en efficiëntie in samenwerking met de partners van het waterschap. Leeswijzer Zoals boven reeds vermeld wordt in dit rapport een overzicht gegeven van de werking van de Zuiveringstechnische Werken in beheer bij waterschap Brabantse Delta in 21. Hierbij is onderscheid gemaakt in de processen transport van afvalwater (hoofdstuk 1), zuiveren van afvalwater (hoofdstuk 2) en slibverwerken (hoofdstuk 3). In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op het onderhoud aan de installaties. Verder wordt in hoofdstuk 5 het onderdeel kwaliteit, arbeid en milieu nader belicht. Aangezien duurzaamheid steeds belangrijker wordt in onze samenleving wordt in hoofdstuk 6 ingegaan op de manier waarop het waterschap daar invulling aan geeft. Het onderwerp innovatie komt in hoofdstuk 7 aan de orde en hoofdstuk 8 tenslotte gaat over de samenwerking in de waterketen. In de bijlagen staat een overzichtskaart met de installaties. Verder zijn in de bijlagen diverse tabellen opgenomen met daarin de prestaties van de zuiveringstechnische werken.

6

7 Samenvatting Inleiding In deze samenvatting worden de belangrijkste bevindingen en conclusies uit het rapport Bedrijfsresultaten Zuiveringstechnische werken 21 beknopt weergegeven. De belangrijkste resultaten worden hierbij gespiegeld aan de doelstellingen. Transport Hoeveelheden afvalwater In 21 werd via het stelsel van riolering, transportleidingen en gemalen 13,7 miljoen m 3 rioolwater naar de rwzi s getransporteerd. Dit is ca. 7% meer dan in 29. Ook de regenval was in 21 ca. 7% meer dan in 29, 891 mm in 21 ten opzichte van 828 mm in 29. In figuur 1. zijn de gegevens van aanvoer en regenval (gemiddeld in het gehele gebied) over de periode weergegeven belasting (mln m3 / jr) regenval (mm / jr) totaal rioolwater aanvoer regenval Figuur 1. Rioolwateraanvoer in relatie tot regenval Afnameverplichting Jaarlijks wordt door de interne werkgroep Toetsing de afnameverplichting vastgesteld op basis van de aansluitvergunningen. De afnameverplichting in 21 bedroeg m 3 /h. Het tekort in afnamecapaciteit is bepaald op basis van de gemeten capaciteit en bedraagt m 3 /h. Hiermee wordt voor 89% aan de afnameverplichting voldaan, waar het waterschap 1% nastreeft. Voordat echter over gegaan wordt tot capaciteitsuitbreiding wordt samen met de gemeente een OAS-studie uitgevoerd met als doel het behalen van maatschappelijke kostenbesparing door samenwerking in de afvalwaterketen. Aan de basis van het OAS-programma ligt de Basis Inspanning: generiek beleid dat uitgaat van emissiebeperking. In de OAS studie wordt op basis van het geinventariseerd verhard oppervlak, inclusief afgekoppeld verhard oppervlak, de referentiesituatie vastgelegd. De benodigde afnamehoeveelheid in de referentiesituatie bedraagt op basis van de huidige inzichten m 3 /h (bron: werkgroep toetsing 21). Dit is echter niet de capaciteit die gerealiseerd gaat worden, omdat in OAS-studies wordt gezocht naar alternatieven, op basis van de laagste maatschappelijke kosten. Dit zijn vaak oplossingen met een lagere afnamehoeveelheid. In het afvalwaterakkoord dat vervolgens wordt gesloten zal deze hoeveelheid als nieuwe afnameverplichting worden vastgelegd.

8 In 21 is een discussie op gang gekomen over het vigerend beleid dat uitgaat van emissiebeperkende maatregelen (Basis Inspanning) zonder expliciet aandacht te schenken aan de effecten van de emissie(-beperking) op de kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater. Wellicht is er meer maatschappelijke winst mogelijk als de kwaliteit van het oppervlaktewater als uitgangspunt wordt genomen. Deze beleidsmatige discussie zal in 211 verder worden gevoerd. Er zijn in 21 geen projecten voor het vergroten van de afnamecapaciteit uitgevoerd. Zuiveren Hydraulische belasting In 21 werd op de rwzi s een hoeveelheid rioolwater aangevoerd van 13,7 miljoen m 3 ofwel gemiddeld ruim 284. m 3 /dag. Dit is ca. 7% meer dan in 29. Belasting zuurstofbindende stoffen De totale belasting van de rwzi s bedroeg gemiddeld kg TZV/dag ofwel i.e. De belasting van de rwzi s over de afgelopen jaren is weergegeven in de navolgende grafiek belasting [i.e.] slibproductie [ton d.s.] belasting [i.e.] slibproductie [ton d.s.] Figuur 2. Belasting en slibproductie rwzi s Brabantse Delta De totale gemeten belasting is de afgelopen jaren gedaald tot een niveau van i.e. (5 jaar voortschrijdend gemiddelde). Het heffingsdraagvlak lag in dezelfde periode op een niveau van i.e. De discrepantie tussen de gemeten belasting en het aantal heffingseenheden bedroeg 6% van de gemeten belasting. Stikstof- en fosfaatverwijdering Conform het Waterbesluit (voormalig Lozingenbesluit WVO Stedelijk Afvalwater) is voor elke rwzi afzonderlijk een lozingseis voor fosfaat en stikstof opgenomen in de WVO-vergunning (die in 29 is vervangen door de Watervergunning). In een aantal gevallen mag van deze individuele eis afgeweken worden indien in het beheersgebied van het waterschap 75% van de op de rwzi s aangevoerde hoeveelheid fosfaat en stikstof uit het afvalwater wordt verwijderd. In 21 bedroeg het fosfaatverwijderingsrendement in het beheersgebied 77%. Hoewel de fosfaatemissie naar het watersysteem hierdoor iets lager is dan vereist wordt een verdergaande defosfatering, gelet op de hogere kosten voor chemicaliën, niet nagestreefd. In de praktijk worden dan ook werkafspraken gemaakt die aansturen op een zo goed mogelijke realisatie van de afgesproken streefwaarde.

9 Het wettelijk benodigde stikstofrendement is in 21 gehaald. Van de totaal aangevoerde hoeveelheid stikstof werd in 21 76% verwijderd. Dit percentage is lager dan de afgelopen 3 jaar. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door minder goede resultaten op de rwzi s Bath en Nieuwveer. Het waterschap heeft in de interne nota "Zuiveren met ambitie" aangegeven de betrouwbaarheid van de rwzi s te willen verbeteren (met name gericht op de stikstofverwijdering). Om dit te bewerkstelligen en tot een structureel hoger verwijderingsrendement te komen zijn investeringen noodzakelijk. Hierbij kan gedacht worden aan de realisatie van een deelstroombehandeling op de rwzi Nieuwveer en aanvullende maatregelen op de rwzi Bath. In 211 zullen hiervoor concrete voorstellen worden uitgewerkt. Toetsing aan de Watervergunningen Alle rwzi s beschikten in de verslagperiode over een Watervergunning. In 21 hebben de rwzi s Nieuwveer en Lage Zwaluwe een nieuwe vergunning gekregen. Voor Chaam is in december een nieuwe aanvraag ingediend. In afwachting op de definitieve vergunning is de geldigheid van de huidige vergunning verlengd met maximaal een jaar. De toetsing van de effluentlozingen aan de eisen leverde een nalevingspercentage op van 98,5% waar gestreefd wordt naar een percentage van 1%. De effluentlozingen van de rwzi s Bath, Dongemond en Halsteren voldeden in 21 niet altijd aan de lozingseisen als gevolg van incidentele overschrijdingen. Restvervuiling De totale jaargemiddelde restvervuiling van de rwzi s in 21 bedroeg i.e. Dit is nagenoeg gelijk aan de restvervuiling in 29. Ook het verwijderingsrendement was met 95% eveneens gelijk aan dat van vorig jaar. Slibverwerken In 21 bedroeg de totale slibproductie 15.4 ton droge stof. Dit is vergelijkbaar met de productie in 29. De gehele slibproductie is afgevoerd naar de slibverbrandingsinstallatie van SNB. De na de verbranding van het zuiveringsslib, in de installatie van de SNB, resterende verbrandingsas werd nuttig afgezet, voornamelijk als vulstof in asfalt. Onderhoud 21 was een jaar van orde op zaken brengen in het preventieve onderhoud. Over het algemeen worden de cijfers in het onderhoudsproces ieder jaar beter. Er zijn merkbaar minder storingen en de hoeveelheid preventief onderhoud draagt hier zeker aan bij. Gesteld kan worden dat de invoering van meer preventief onderhoud bijdraagt aan een daling van het aantal storingen en dat daardoor de hoeveelheid uren aan ongeplande stilstand wordt gereduceerd. De beschikbaarheid van de installaties is toegenomen. Beschikbaarheid is rechtstreeks af te leiden uit de hoeveelheid storingen en de totale storingsduur. De processen transporteren en zuiveren laten een hogere beschikbaarheid zien en ook een hogere betrouwbaarheid. Het proces slibverwerken heeft daarentegen, door langere storingsduur, een lagere beschikbaarheid dan in 29. De betrouwbaarheid is echter wel toegenomen. Het waterschap wil graag het onderhoud- en vervangingsproces van de zuiveringstechnische werken optimaliseren. Dit moet ervoor zorgen dat de assets van het waterschap de gewenste prestatienormen halen tegen zo laag mogelijke aanvaardbare kosten. Het optimaliseren van deze processen wil het waterschap met behulp van een Asset Management systematiek realiseren. In oktober 21 is het waterschap gestart met een pilotproject asset management. Duurzaamheid Energie De energiedoelstellingen van de sector Zuiveringsbeheer zijn in lijn met de nationale doelstellingen, zoals verwoord in het nationaal werkprogramma Schoon en Zuinig. De doelstellingen zijn verder uitgewerkt in de Beleidsnota van de sector Zuiveringsbeheer Zuiveren met Ambitie uit 27 en in het MJA3-convenant dat in 28 door de Unie van Waterschappen is afgesloten voor de branche Zuiveringsbeheer. In 21 heeft de Unie van Waterschappen het klimaatakkoord afgesloten met het Rijk. Hiermee zijn de MJA3 doelstellingen gaan gelden voor het gehele waterschap.

10 Samengevat zijn de doelstellingen volgens het klimaatakkoord: 1. 3% energie-efficiënter en zuiniger werken tussen (gemiddeld 2% per jaar) 2. 4% zelfvoorzienend in 22 door eigen duurzame energieproductie 3. 1% inkoop van hernieuwbare (duurzame) energie in % minder broeikasgassen tussen 199 en 22 Om eerstgenoemde doelstelling te realiseren is een energiebesparingsplan voor de sector zuiveringsbeheer opgesteld voor de periode Uitvoering van de maatregelen in dit besparingsplan leidt tot 1% energiebesparing (gemiddeld 2,5% per jaar). De maatregelen worden pas effectief in 212. Hiermee wordt voldaan aan doelstelling 1. In 212 wordt een nieuw energiebesparingsplan opgesteld voor de periode Voor de realisatie van doelstelling 2 zijn nog geen concrete plannen opgesteld. In kader van het waterwegenproject Energiefabriek, waaraan wij deelnemen, worden mogelijkheden onderzocht om aan deze doelstelling te kunnen gaan voldoen. Op dit moment is de zelfvoorzienendheid bijna 2%. Het waterschap koopt sinds 28 1% duurzaam geproduceerde elektriciteit waarmee voldaan wordt aan de derde doelstelling. Tevens wordt hiermee voldaan aan doelstelling 4. Het energieverbruik van de zuiveringtechnische werken is de laatste jaren stabiel, maar varieert met name als gevolg van de hoeveelheid getransporteerd afvalwater. In 21 is meer afvalwater getransporteerd en gezuiverd dan in 29 waardoor in 21 het totale energieverbruik 3% hoger was dan in 29. Kringloopsluiting In 21 is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor hergebruik van het effluent van de rwzi s Bath en Baarle-Nassau, iets wat op de rwzi Kaatsheuvel reeds gedurende tal van jaren plaatsvindt. Daar wordt een gedeelte van het effluent nagezuiverd in een zandfilter en ingezet als alternatief voor grondwater. Fosfaat is een belangrijke voedingsstof en essentieel voor al het leven op aarde. Fosfaathergebruik is vanuit het bestuursprogramma en het klimaatakkoord dan ook een aandachtspunt. Hergebruik van fosfaat uit de asrest van ijzerarm slib is mogelijk via de route SNB-Thermphos. Deze route is door problemen bij Thermphos in 21 niet in gebruik geweest. In de toekomst zullen alternatieven voor terugwinning van fosfaat uit slibverbrandingsas onderzocht gaan worden. Innovatie Innovatie is onderdeel van het zuiveringsbeheer. Bij de innovatieactiviteiten kan onderscheid gemaakt worden in sociale/organisatorische innovaties, technologische innovaties en activiteiten t.b.v. het innovatieproces. In 21 is gewerkt aan een groot aantal innovaties, waaronder het opzetten van assetmanagement, professionalisering van het proces transport, alternatieve toepassing van biogas, onderzoek aan een Fuzzy-filter, toepassing van een warmtepomp en onderzoek naar toepassing van een gaszak ten behoeve van geurbestrijding. Als activiteiten ten behoeve van het innovatieproces kunnen genoemd worden de innovatiewedstrijd en het opstellen van het strategisch innovatiebeleid, waar in 21 een begin mee gemaakt is. Samenwerken in de keten Samenwerking met gemeenten in het kader van de OAS-studies wordt al enkele jaren gedaan. Aangezien als gevolg van in 21 vastgesteld landelijk beleid (Operatie Storm) de komende jaren, samen met gemeenten flink bezuinigd moet gaan worden in de afvalwaterketen, hebben gemeenten en waterschap een organisatiestructuur ontwikkeld met 4 voorlopige werkeenheden (zie figuur 3), aangestuurd door bestuurlijke duo s: een gemeentebestuurder en een waterschapsbestuurder. De voorlopige werkeenheden 1 en 2 liggen binnen het werkgebied van Brabantse Delta. Werkeenheid 3 bestaat uit de waterschappen de Dommel en Brabantse Delta met inliggende gemeenten, waaronder Tilburg. Werkeenheid 4 bestaat uit de waterschappen Rivierenland en Brabantse Delta met inliggende gemeenten, waaronder Wijk en Aalburg. In 211 zal de structurele samenwerking ingevuld moeten worden.

11 Samenwerking op gebied van beheer en onderhoud bestaat al met het havenschap Moerdijk: het waterschap voert het gemalenbeheer en -onderhoud uit. Figuur 3. Voorlopige indeling werkeenheden. Behalve met gemeenten wordt ook samengewerkt met andere partijen. Met de Efteling bestaat al gedurende een tiental jaren een overeenkomst voor de levering van nagezuiverd effluent. Verder zijn samen met bedrijven en organisaties als SNB, Nuplex Resins, ZLTO, Lamb Weston / Meijer en de Tuinbouw Ontwikkelings Maatschappij in 211 studies en onderzoeken uitgevoerd naar optimalisaties in de afvalwaterketen.

12

13 1. Transport van afvalwater 1.1. Algemeen De sector Zuiveringsbeheer van het Waterschap Brabantse Delta kent de primaire processen transporteren van afvalwater, zuiveren van afvalwater en slibverwerking. Wat betreft het proces transport is het de taak van het waterschap om het via de gemeentelijke riolering aangevoerde afvalwater vanaf het overnamepunt middels transportleidingen en gemalen te transporteren naar de rwzi s, waarbij beschikbaarheid, betrouwbaarheid en kosten van het transport centraal staan. Het stelsel van persleidingen naar de 17 rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi s) beslaat een totale lengte van 35 kilometer en bestaat uit 85 rioolgemalen. Ruim 1 kilometer van het stelsel bestaat uit leidingendoorsneden van 1.5 mm en groter en 5 kilometer van mm. De rest van het leidingenstelsel heeft doorsneden kleiner dan 7 mm. De leidingmaterialen variëren van beton, GVK, PVC, HDPE tot asbestcement en hebben een leeftijd tussen 2 en 4 jaar. Voor een overzicht van de gemalen, transportleidingen en rwzi s zie bijlage 1. Het is van groot belang dat het totale systeem van leidingen en pompen goed op elkaar afgestemd is om de beoogde capaciteit te behalen en te behouden. Kennis van het transportproces, de technische staat, het risicomanagement, het bouwen en verbouwen van installaties, beleidsdoelstellingen en het toetsen aan prestatie-indicatoren zijn essentiële randvoorwaarden om de taak goed te kunnen uitoefenen. De capaciteit is afhankelijk van vele interne en externe factoren. Het is daarom belangrijk om de prestaties van het systeem te kunnen volgen, zodat tijdig kan worden ingegrepen bij afwijkingen. Hierdoor kunnen de beschikbaarheid en betrouwbaarheid van het totale systeem gewaarborgd blijven tegen minimale kosten. Hierbij is het van belang om beheersing te hebben over: de transport integriteit (tijd, kwaliteit,hoeveelheid), tracé integriteit (rechtspositie in relatie tot ongestoorde ligging) en de leiding integriteit (mechanische conditie). Figuur 1.1. Persstation Roosendaal (capaciteit 13.5 m 3 /h) Figuur 1.2. De integriteit van de leidingen dient gewaarborgd te blijven 1.2. Professionalisering van het proces transport Na de reorganisatie van de sector Zuiveringsbeheer in 29 is vastgesteld dat het primaire proces transport verder geprofessionaliseerd dient te worden. Hiertoe is binnen de afdeling Advies en Ondersteuning deze taak weggelegd. Het is uiteindelijk de bedoeling dat het proces transport dezelfde professionaliteit krijgt als het proces zuiveren van afvalwater. Ten behoeve van deze professionalisering is een plan van aanpak opgesteld waarbij een zestal werkgroepen zijn samengesteld die aan de slag gaan met een opdracht. De werkgroepen zijn; werkgroep (wg) kennismanagement infrastructuur, wg productiehandboeken, wg monitoring, wg werkprocessen, wg organisatie en wg onderhoud. De werkgroepen zullen aan het management team zuiveringsbeheer advies uitbrengen welke zaken nog geregeld dienen te worden om het proces transport dezelfde professionaliteit te geven als het proces zuiveren. De werkgroepen zullen begin 211 van start gaan. 1

14 1.3. Hoeveelheden afvalwater In 21 werd er via het stelsel van riolering, transportleidingen en gemalen 13,7 miljoen m 3 rioolwater naar de rwzi s getransporteerd. Dit is ca. 7% meer dan in 29. Ook de regenval was in 21 ca. 7% meer dan in 29, 891 mm in 21 ten opzichte van 828 mm in 29. In figuur 1.2. zijn de gegevens van aanvoer en regenval (gemiddeld in het gehele gebied) over de periode weergegeven. In bijlage 2 en 3 zijn de bedrijfsresultaten van de gemalen en transportleidingen opgenomen belasting (mln m3 / jr) regenval (mm / jr) totaal rioolwater aanvoer regenval Figuur 1.3. Rioolwateraanvoer in relatie tot regenval 1.4. Aanvoer per as Naast de aanvoer via het riool, de gemalen en transportleidingen wordt op een beperkt aantal installaties ook afvalwater van derden per as aangevoerd. De aangewezen installaties om dit afvalwater te ontvangen zijn AWP Roosendaal, rwzi Rijen en rwzi Nieuwveer. Alleen riooleigen materiaal, dat voldoet aan de voorwaarden vastgelegd in de beleidsnota Aanvoer per as, wordt geaccepteerd Afnameverplichting Jaarlijks wordt door de werkgroep toetsing de afnameverplichting vastgesteld op basis van de aansluitvergunningen. De afnameverplichting in 21 bedroeg m 3 /h. Het tekort in afnamecapaciteit is bepaald op basis van de gemeten capaciteit en bedraagt m 3 /h. Hiermee wordt voor 89% aan de afnameverplichting voldaan. Uit herinventarisaties van verhard oppervlak door de gemeenten is de afgelopen jaren meerdere malen gebleken dat het aangesloten verhard oppervlak hoger was dan het vergund verhard oppervlak. Het bestuur van het waterschap heeft in 26 besloten om het geherinventariseerde verhard oppervlak te accepteren onder voorwaarde van gemeentelijke deelname aan de OASstudies. Aanvullend hierop is in 29 besloten om ook het reeds afgekoppeld verhard oppervlak mee te rekenen in de bepaling van de benodigde afnamehoeveelheid. Voordat over gegaan wordt tot capaciteitsuitbreiding wordt een OAS-studie uitgevoerd met als doel het behalen van maatschappelijke kostenbesparing door samenwerking in de afvalwaterketen. Aan de basis van het OAS-programma ligt de Basis Inspanning: generiek beleid dat uitgaat van emissiebeperking. In de OAS studie wordt op basis van het geherinventariseerd verhard oppervlak, inclusief afgekoppeld verhard oppervlak, de referentiesituatie vastgelegd. De benodigde afnamehoeveelheid in de referentiesituatie bedraagt op basis van de huidige inzichten m 3 /h (bron: werkgroep toetsing 21). Dit is echter niet de capaciteit die gerealiseerd gaat worden, omdat in OAS-studies wordt gezocht naar alternatieven, op basis van de laagste maatschappelijke 2

15 kosten. Dit zijn vaak oplossingen met een lagere afnamehoeveelheid. In het afvalwaterakkoord dat vervolgens wordt gesloten zal deze hoeveelheid als nieuwe afnameverplichting worden vastgelegd. In 21 is een discussie op gang gekomen over het vigerend beleid dat uitgaat van emissiebeperkende maatregelen (Basis Inspanning) zonder expliciet aandacht te schenken aan de effecten van de emissie(-beperking) op de kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater. Wellicht is er meer maatschappelijke winst mogelijk als de kwaliteit van het oppervlaktewater als uitgangspunt wordt genomen. Deze beleidsmatige discussie zal in 211 verder worden gevoerd. Er zijn in 21 geen projecten voor het vergroten van de afnamecapaciteit uitgevoerd Energieverbruik transport Het energieverbruik voor het proces transport is weergegeven in de bijlagen 2 (per gemaal) en 1 (totaal). Het absolute energieverbruik van proces transport is in 21 15% gestegen ten opzichte van 29. De hoeveelheid getransporteerd afvalwater nam met 7% toe en is verantwoordelijk voor de toename van het energieverbruik omdat de verliezen kwadratisch toe nemen met het debiet. Het proces transport verbruikt circa 23% van het totaal energieverbruik van de sector Zuiveringsbeheer. In onderstaande figuur is het specifiek energieverbruik van de laatste 6 jaar weergegeven. De laatste 2 jaren laten een lichte stijging zien. Dat het energieverbruik aanzienlijk lager is dan het landelijk gemiddelde wordt veroorzaakt door het feit dat ca. 2/3 van de totale m 3.km voor rekening komt van de AWP met een zeer gunstig specifiek energieverbruik van,5 kwh/m 3.km. Dit lage energieverbruik is het gevolg van de grote diameter van de leiding en de lage transportsnelheid.,2,15 kwh / [m3.km],1,5, Totaal WBD Totaal Landelijk Figuur 1.4. Specifiek energieverbruik proces transport 1.7. Hulpstoffen transport Er worden bij het transporteren van afvalwater enkele hulpstoffen gebruikt. Deze hulpstoffen worden op een tweetal locaties ingezet om de H 2 S, die in het rioolstelsel ontstaat, te bestrijden. Op rioolgemaal Nispen wordt ijzerchloride gedoseerd ten behoeve van de H 2 S-bestrijding. Deze dosering voorkomt aantasting van de gemeentelijke riolering in Roosendaal ter plaatse van de injectie. In 21 is 9.65 liter ijzerchloride gedoseerd. Op het persstation Bergen op Zoom wordt natronloog gebruikt voor de gaswassers, ter bestrijding van de H 2 S. In 21 is 2.66 kg natronloog gedoseerd. Het verbruik is ten opzichte van 29 meer dan gehalveerd. De reden voor het lagere verbruik in 21 is gelegen in het feit dat de toevoer van H 2 S- en koolwaterstoffenconcentraties naar de gaswasser is gehalveerd van 55 ppm (H 2 S) en 28 ppm (kws) naar 24 ppm (H 2 S) en 8 ppm (kws). 3

16 4

17 2. Zuiveren afvalwater 2.1. Meting en bemonstering Eind 21 waren er 17 rwzi s in beheer bij het waterschap. Voor een overzicht van de ligging van de rwzi s wordt verwezen naar het kaartje op bijlage 1. De prestaties van de rwzi s worden op basis van meting en bemonstering vastgesteld. De resultaten van dit meet- en bemonsteringsprogramma worden in het gegevensverwerkend systeem PAUZ+ omgezet naar informatie. Voor details over het meet- en bemonsteringsprogramma zie bijlage 4. In bijlage 5 is de capaciteit, belasting en effluentlozing per rwzi weergegeven Belasting rwzi s Hydraulische belasting In 21 werd op de rwzi s een hoeveelheid rioolwater aangevoerd van 13,7 miljoen m 3 ofwel gemiddeld ruim 284. m 3 /dag. Dit is ca. 7% meer dan in 29. De jaarlijkse schommelingen in de aanvoer worden voornamelijk veroorzaakt door de hoeveelheid neerslag. Deze was in 21 ook ruim 7% hoger dan in 29 (891 mm ten opzichte van 828 mm) Belasting zuurstofbindende stoffen rwzi s De totale belasting van de rwzi s bedroeg gemiddeld kg TZV/dag ofwel i.e. Deze belasting is gecorrigeerd voor de vuillast van eigen sliblozingen op de AWP en voor de interne retourstromen op de rwzi s. De belasting van de rwzi s over de afgelopen jaren is weergegeven in de navolgende grafiek belasting [i.e.] slibproductie [ton d.s.] belasting [i.e.] slibproductie [ton d.s.] Figuur 2.1. Belasting en slibproductie rwzi s Brabantse Delta Door het toepassen van een beperkte bemonsteringsfrequentie ontstaat een zekere onnauwkeurigheid in de cijfers van de gemeten belasting. Uit eerder uitgevoerd statistisch onderzoek is gebleken dat deze onnauwkeurigheid (breedte van het 95% betrouwbaarheidsinterval) van de totale gemeten belasting van alle rwzi s in het beheersgebied 4% bedraagt. Gezien deze onnauwkeurigheid kan geconcludeerd worden dat de belasting in 21 vrijwel gelijk was aan die in 29. De totale gemeten belasting is de afgelopen jaren gedaald tot een niveau van i.e. (5 jaar voortschrijdend gemiddelde). Het heffingsdraagvlak lag in dezelfde periode op een niveau van i.e. De discrepantie tussen de gemeten belasting en het aantal heffingseenheden bedroeg ongeveer 66. i.e. ofwel 6% van de gemeten belasting. 5

18 2.3. Nutriëntenverwijdering Algemeen Conform het Waterbesluit (voormalig Lozingenbesluit WVO Stedelijk Afvalwater) is voor elke rwzi afzonderlijk een lozingseis voor fosfaat en stikstof opgenomen in de WVO-vergunning (die in 29 is vervangen door de Watervergunning). In een aantal gevallen mag van deze individuele eis afgeweken worden indien in het beheersgebied van het waterschap 75% van de op de rwzi s aangevoerde hoeveelheid fosfaat en stikstof uit het afvalwater wordt verwijderd Fosfaat In 21 bedroeg het fosfaatverwijderingsrendement in het beheersgebied 77%. Dit is net iets boven de streefwaarde van 76%. Hoewel de fosfaatemissie naar het watersysteem hierdoor iets lager is dan vereist wordt een verdergaande defosfatering, gelet op de hogere kosten voor chemicaliën niet nagestreefd. In de praktijk worden dan ook werkafspraken gemaakt die aansturen op een zo goed mogelijke realisatie van de afgesproken streefwaarde. De fosfaatverwijdering vindt voornamelijk plaats middels dosering van metaalzouten. Op de rwzi s Putte en Riel daarentegen wordt biologische defosfatering toegepast. Op de rwzi s Bath, Nieuwveer, Dongemond, Rijen en Kaatsheuvel wordt in principe ijzersulfaat gedoseerd. Op de overige rwzi s waar chemisch gedefosfateerd wordt, gebeurt dit met behulp van aluminiumzouten. Daarnaast wordt op bepaalde installaties in de winter eveneens overgeschakeld op de dosering van aluminiumzouten ter bestrijding van licht slib. Voor een aantal rwzi s is voor fosfaat een strengere eis opgenomen dan de generieke eisen van het Lozingenbesluit. Dit betreft een aantal kleinere rwzi s (Baarle-Nassau, Chaam, Dinteloord, Halsteren, Riel en Nieuw-Vossemeer) die effluent lozen in het stroomgebied van de Mark, het Wilhelminakanaal en de Zoom. In onderstaande tabel zijn een aantal kengetallen opgenomen met betrekking tot de defosfatering. Hierin is te zien dat de doseerverhouding de laatste drie jaar vrij constant is op een niveau van ca.,87 mol/mol. De hoge dosering in 27 is het gevolg geweest van een benodigde inhaalslag na verstoppingsproblemen op de rwzi Bath. influent effluent rendement Me/P g P/i.e. mg/l mg/l % 26 1,5 7,1 1,6 77, ,6 6,6 1,5 77, ,6 7,1 1,6 77, ,6 7,1 1,5 79, ,6 6,5 1,4 77,87 Tabel Kengetallen defosfatering Omdat het doseren van aluminium een aantal nadelen heeft ten opzichte van ijzer (meer onopgeloste stof in het effluent, verminderde ontwaterbaarheid van het slib, noodzakelijke ijzerdosering op de gisting en eventuele milieubezwaarlijkheid) is begin februari 211 een onderzoek gestart naar een gecombineerde dosering van ijzer en aluminium op de rwzi Dongemond. In dit onderzoek zal bekeken worden of deze gecombineerde dosering de bovengenoemde nadelen kan ondervangen bij een gelijktijdige effectieve bestrijding van licht slib. In het najaar van 211 zal een proef starten op de rwzi Bath om bacteriepreparaten in te zetten voor licht slibbestrijding (als alternatief voor aluminiumzouten) Stikstof Voor stikstof is een balans opgesteld over de rwzi s. De aanvoer van stikstof bedroeg in 21 totaal ton. Hiervan werd 76% verwijderd. Dit percentage is wat lager dan de afgelopen 3 jaar. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door minder goede resultaten op de rwzi s Bath en Nieuwveer. Zie verder paragraaf 2.1. Het waterschap heeft in de interne nota "Zuiveren met ambitie" aangegeven de betrouwbaarheid van de rwzi s te willen verbeteren (met name gericht op de stikstofverwijdering). Om dit te bewerkstelligen en tot een structureel hoger verwijderingsrendement te komen zijn investeringen noodzakelijk. Hierbij kan gedacht worden aan de realisatie van een deelstroombehandeling op de 6

19 rwzi Nieuwveer en aanvullende maatregelen op de rwzi Bath. In 211 zullen hiervoor concrete voorstellen worden uitgewerkt. In de navolgende tabel zijn de gegevens met betrekking tot de stikstofbalans over de jaren 26 tot en met 21 weergegeven. aanvoer totaal effluent verwijdering verwijderd vastlegging in slib denitrificatie ton/jr % ton/jr % ton/jr % ton/jr % ton/jr % Tabel Stikstofbalans rwzi s Waterschap Brabantse Delta Zuiveringsprestatie Het kengetal zuiveringsprestatie is een overall parameter voor het presteren van de rwzi s welke ook gebruikt wordt in de bedrijfsvergelijking Zuiveringsbeheer. In dit kengetal is opgenomen de CZV-verwijdering, de stikstofverwijdering en de fosfaatverwijdering. De berekening is: Zuiveringsprestatie = (ϕczv-verwijdering + ϕn-verwijdering + ϕp-verwijdering) / 3 Waarbij ϕ = rendement. In de navolgende tabel is de zuiveringsprestatie over de afgelopen 5 jaar weergegeven. Jaartal Zuiveringsprestatie 26 8,8 % 27 81,7 % 28 81,6 % 29 82,1 % 21 8,8 % Tabel 2.3. Zuiveringsprestatie In de tabel is duidelijk te zien dat de zuiveringsprestatie in 21 lager was dan de afgelopen drie jaar. Dit is met name te wijten aan de (bewust) lagere fosfaatverwijdering, waarbij door middel van de chemicaliëndosering gestuurd wordt op 76% en de lagere stikstofverwijdering. Het landelijk gemiddelde van deze prestatie-indicator lag in 29 op ruim 86% Restvervuiling De totale jaargemiddelde restvervuiling van de rwzi s in 21 bedroeg i.e. Dit is nagenoeg gelijk aan de restvervuiling in 29. Ook het verwijderingsrendement was met 95% gelijk aan dat van vorig jaar. Restvervuiling rwzi s (i.e. a 15 g TZV) binnenwater rijkswater totaal rendement (%) Tabel 2.4. Restvervuiling en zuiveringsrendement 7

20 2.6. Toetsing van de effluentkwaliteit aan de Watervergunning (Wtw) Alle rwzi s beschikten in de verslagperiode over een Wtw-vergunning die is afgestemd op het Waterbesluit. In 21 hebben de rwzi s Nieuwveer en Lage Zwaluwe een nieuwe vergunning gekregen (zie ook hoofdstuk 4). In tabel 1 van bijlage 7 zijn de belangrijkste effluentkwaliteitseisen weergegeven voor de rwzi s in het beheersgebied van het waterschap. In tabel 2 van bijlage 7 is het resultaat weergegeven van de toetsing van de effluentkwaliteit aan de vergunningsvoorwaarden. Conclusies ten aanzien van de toetsing aan de Watervergunningen: Van de 17 rwzi s voldeden 14 rwzi s geheel aan de effluentkwaliteitseisen Op de rwzi s Bath, Dongemond en Halsteren was sprake van overschrijdingen. De overschrijding op de rwzi Bath betrof een eenmalige overschrijding van de vergunningseis voor de droogrest onopgeloste bestanddelen. De werkelijke oorzaak van deze overschrijding kon ook na uitgebreid onderzoek niet met zekerheid worden vastgesteld. In 21 zijn voorbereidingen gestart voor de installatie van een continu troebelheidsmonitor en een fosfaatmonitor. Laatstgenoemd apparaat zal bij moeten dragen aan een verdere verfijning van de chemicialiëndoseerregeling en de troebelheidsmonitor dient een vroegtijdig signaal te geven van een verhoging van de zwevende stofconcentratie in het effluent. De overschrijding op de rwzi Dongemond betrof een overschrijding van de fosfaateis. De oorzaak hiervan is een hoog aandeel organisch gebonden fosfaat als gevolg van een hoger gehalte aan zwevende stof in het effluent. Het hogere gehalte aan zwevende stof is terug te voeren op de dosering van aluminiumzouten. In februari 211 is een onderzoek gestart naar optimalisatie van de aluminiumdosering (zie ook par. 2.1). Op de rwzi Halsteren is evenals in voorgaande jaren de nitriet-eis overschreden door een onvolledige nitrificatie in de winterperiode. Deze rwzi is niet ontworpen voor het voldoen aan een dergelijke strenge eis. Het bovenstaande resulteert voor 21 in een nalevingspercentage van 98,5%, een kengetal dat ook gebruikt wordt in de bedrijfsvergelijking Zuiveringsbeheer Zware metalen In het kader van het routinematig onderzoeksprogramma zuiveringstechnische werken wordt onderzoek gedaan naar de emissie van zware metalen. De analyses worden uitgevoerd in de slibafvoer van de rwzi's en het effluent. Het onderzoek naar zware metalen in het slib is van belang met het oog op de toetsing van de slibkwaliteit aan de acceptatienormen voor afvoer naar de slibverwerker (SNB). De toegepaste meetfrequentie voor het zware metalenonderzoek in effluent is 24 maal per jaar voor rwzi's met een capaciteit > 6.8 kg TZV/d en 12 maal per jaar voor rwzi's met een capaciteit < 6.8 kg TZV/d. Het onderzoek wordt uitgevoerd in volumeproportionele etmaalmonsters. Door optelling van de in het effluent en in het slib gemeten zware metalen vrachten kunnen de influentvrachten berekend worden. De resultaten van de onderzoeken zijn weergegeven in bijlage 9. In deze bijlage zijn ook de vrachten zware metalen van alle rwzi s samen weergegeven over de jaren 29 en 21. Ter vergelijking zijn ook de gegevens over 1986 weergegeven, teneinde de ontwikkeling over langere tijd te kunnen beoordelen. Hierbij moet aangetekend worden dat de berekening van de vrachten zware metalen in het effluent voor de jaren 29 en 21 is uitgevoerd volgens de methode Volkert Bakker. Uit de gemeten vrachten van zware metalen in slib en effluent kan de vracht in het influent worden afgeleid. De met het influent aangevoerde hoeveelheid is de laatste jaren stabiel en schommelt tussen de ca. 36. en 39. kg per jaar. De totale lozing van zware metalen op het oppervlaktewater met het effluent is met een vracht van 4. á 5. kilo de laatste jaren eveneens stabiel. In 21 is de geloosde vracht met een totaal van 6. kg hoger dan in voorgaande jaren. Deze verhoging wordt voornamelijk veroorzaakt door de toegenomen lozing van zink. Een duidelijke reden voor deze toename is niet aan te wijzen Energieverbruik zuiveren Het absolute energieverbruik is weergegeven in bijlage 1. Het proces zuiveren verbruikte in 21 ongeveer evenveel als in 29 (-,8%). Het proces zuiveren verbruikt circa 65% van het totaal energieverbruik voor het zuiveringsbeheer. In figuur 2.2. is het specifiek energieverbruik van de laatste 6 jaar weergegeven. 8

21 Het gemiddelde energieverbruik van de rwzi s in het beheersgebied bedroeg in 21 31,6 kwh/i.e.-v. Dit is iets hoger dan het landelijk gemiddelde van 29,9 kwh/i.e.-v. (BVZ 29). Bijzonderheden: Rwzi Nieuw Vossemeer heeft een veel hoger specifiek energieverbruik dan voorgaande jaren. Oorzaak is dat als gevolg van een kapotte beluchter, gedurende 4 maanden, 2 drijvende noodbeluchters hebben gedraaid van totaal 26 kw. Het vermogen van de noodbeluchting inclusief voortstuwers is 16 kw hoger dan bij de reguliere beluchtingsrotor. In het kader van een onderzoek naar verdergaande verwijdering van ammonium is bovendien gedurende een aantal maanden meer belucht dan voorheen. Verder is ook het energieverbruik van het Fuzzy-Filter in bovengenoemde grafiek meegenomen (in 29 in gebruik genomen). Op de rwzi Dinteloord is in 21 de beluchtingsregeling aangepast. Dit heeft geleid tot een aanzienlijke daling in het energieverbruik, dat hiermee weer op een niveau dat bij een beluchtingssysteem, uitgerust met kooirotoren, hoort kwh/ie-v (15 g) Baarle-Nassau Bath Chaam Dinteloord Dongemond Halsteren Kaatsheuvel Lage Zwaluwe Nieuwveer Nieuw Vossemeer Ossendrecht Putte Riel Rijen Waalwijk Waspik Willemstad WBD-gem Land-gem Figuur 2.2. specifiek energieverbruik Zuiveren 2.9. Hulpstoffen zuiveren Bij het proces zuiveren worden hulpstoffen gebruikt. Dit betreft met name chemicaliën ten behoeve van de defosfatering. Bij gebruik van aluminiumzouten hebben deze in veel gevallen tevens de functie licht-slibbestrijding. In 21 is 467. kg ijzer, voornamelijk afkomstig uit ijzersulfaat gebruikt en 264. kg aluminium uit poly-aluminiumchloride. In onderstaande grafiek is het metalen verbruik ten behoeve van defosfatering/licht-slibbestrijding over de afgelopen 5 jaar weergegeven. Zoals de grafiek laat zien heeft het verbruik zich de laatste jaren gestabiliseerd op een niveau van 18. kmol metaal. 9

22 kmol Me kmol kmol kmol Fe Al Totaal Figuur 2.3. Metalengebruik defosfatering/licht-slibbestrijding. Naast chemicaliënverbruik ten behoeve van de defosfatering werd er in 21 nog ijzerchloride (35. kg Fe) gebruikt in de gistingstanks van Bath en de UASB-reactor van Nieuwveer voor de bestrijding van H 2 S in het gistingsgas en anti-schuimolie (7.3 liter) in de gistingstanks van Bath en Dongemond. Deze hoeveelheden zijn de afgelopen jaren redelijk constant Bijzonderheden per rwzi rwzi Baarle-Nassau De belasting van de rwzi Baarle-Nassau is de laatste jaren steeds tussen de 9-1% van de ontwerpcapaciteit. De rwzi heeft ook in 21 weer prima gepresteerd. De concentraties stikstof en fosfaat in het effluent bedroegen gemiddeld 6, respectievelijk,53 mg/l, bij verwijderingspercentages van 89% en 94%. Voor de fosfaatverwijdering is poly-aluminiumchloride gedoseerd, in een Me/P-verhouding van,77 mol/mol. Het slib werd na indikking afgevoerd naar ontwateringsinstallaties van Dongemond, Rijen en Nieuwveer. rwzi Bath Waterlijn De belasting van de rwzi bath bedroeg in 21 gemiddeld kg TZV per dag, dit is 95% van de ontwerpcapaciteit. Op i.e. basis was het zuiveringsrendement 95%, de restvervuiling van het effluent bedroeg ie. Het N-rendement bedroeg 75%, het P-rendement 73%, beide liggen daarmee enkele procenten lager dan vorig jaar. Begin mei bevatte het effluent een te hoog gehalte aan zwevend stof: 9 mg/l. Opmerkelijk was dat dit pas in het laboratorium werd opgemerkt. Zowel de monsternemer als de technicus beheer hebben op die dag ter plaatse geen verhoogd zwevend stof in het effluent gerapporteerd. Bovendien wezen het N- en P-gehalte in hetzelfde monster niet op een verhoogd actiefslibgehalte in het effluent, en merkte het lab bij de rapportage op dat de neerslag niet leek op actief slib. De ware toedracht kon met nader onderzoek niet met zekerheid worden aangetoond. Waarschijnlijk is door een samenloop van omstandigheden na monstername in de fles een neerslag ontstaan, die samenhangt met de dosering van polyaluminium chloride voor de defosfatering. Eind 21 zijn voorbereidingen gestart voor de montage van on-line troebelheid- en fosfaatmonitoren in de effluentsloot. Eventuele bijzonderheden op het gebied van zwevend stof in het effluent kunnen hiermee vroegtijdig worden gesignaleerd. De fosfaatmonitor draagt bij aan het verder verfijnen van de dosering van defosfateringschemicalien. Op 9 december meldde de technicus beheer dat er problemen waren met de nitrificatie. Uit de procescondities en veldanalyses werd geconcludeerd dat er sprake was van een remming van de nitrificatie. Hierop zijn diverse voorzorgsmaatregelen genomen en acties uitgezet, waaronder het by-passen van de gisting, de uit bedrijfname van twee straten en het starten van de monstername 1

23 van zowel water als slib. Uit de influentmonstername en diverse bedrijfsbezoeken kwam geen informatie naar voren die leidde naar de oorzaak van de nitrificatieremming. Waarschijnlijk is met een kortdurende lozing een remmende stof via het influent binnengekomen. Later in december ontstonden er opnieuw problemen met de stikstofverwijdering. In enkele straten verliep de nitrificatie goed, in andere weer niet. Het bleek dat de slibindex in enkele straten zodanig was toegenomen dat, met in acht name van het kritisch bezinksel, het drogestofgehalte in enkele straten te laag was geworden. Hierdoor was de slibleeftijd te kort voor het behoud van de nitrificeerders. Met enkele aanpassingen in het proces, waaronder een verhoging van de aluminiumdosering in enkele straten, en het beluchten van sectie 1 (normaal gesproken een denitrificatiecompartiment), kon langzaam maar zeker de nitrificatie weer hersteld worden. Sliblijn Op Bath stond 21 geheel in het teken van de renovatie van de slibverwerking. Dit had het werken met tijdelijke en provisorische installatiedelen tot gevolg. Zo werden de ontwaterd slibpompen ontmanteld en moest het slib nu, via een omweg, met transportbanden in de inmiddels verplaatste slibsilo worden gebracht. Dit en andere tijdelijke maatregelen hadden veel storingen en arbeidsintensieve werkwijzen tot gevolg. Een aantal maal kon de vereiste slibverwerkingscapaciteit niet worden gehaald. In die gevallen is nat slib per as afgevoerd naar en verwerkt op de rwzi s Nieuwveer en Dongemond. Eén en ander had gevolgen voor de prestaties van de slibverwerking. Het gemiddelde drogestofgehalte van het ontwaterd slib lag met 19,8% twee procent onder dat van het voorgaande jaar, terwijl er per ton drogestof meer polymeer is verbruikt. Dit was overigens voorzien bij Figuur 2.4. Nieuwe zeefbandpers rwzi Bath aanvang van het project, aangezien er gewerkt moest worden met 1 zeefbandpers minder, en onder minder optimale bedrijfsomstandigheden. Energie- en zuurstofvoorziening In 21 is een studie uitgevoerd naar de toekomst van de wkk-installaties op Bath. De twee installaties zijn in bedrijf genomen in 21 en 22 en naderen het moment waarop een revisie noodzakelijk is. Bovendien loopt het onderhoudscontract medio 211 af. Voor het afsluiten van een nieuw contract was het wenselijk een keuze te maken tussen een volledige revisie van beide motoren, of een complete vervanging door een tweetal nieuwe. Een belangrijk voordeel van vervanging door nieuw is dat het rendement hoger ligt dan van oude machines. Nadeel is weer dat bij vervanging strengere emissie-eisen gaan gelden. Uit de studie bleek dat vervanging hogere jaarlijkse kosten met zich meebracht dan revisie, waarbij het verwachte hogere rendement een onzeker factor vormde. Besloten is daarom dat de beide wkk s gereviseerd zullen gaan worden. 11

24 Halverwege het jaar werd duidelijk dat een probleem was ontstaan met de beluchtingscapaciteit. Al snel werd duidelijk dat de weerstand van de nieuwe beluchtingsbuizen hoog was opgelopen. De leverancier is er bij gehaald en die bevestigde die conclusie. Als gevolg van de verhoogde weerstand kon bij hoge biologische belastingen, bijvoorbeeld bij aanvang van rwa, de benodigde hoeveelheid zuurstof niet meer ingebracht worden. Hierdoor werd het ammoniumgehalte in het effluent hoger dan normaal. Een adviesbureau heeft opdracht gekregen onderzoek uit te voeren naar de oorzaak van de weerstandsverhoging en voorstellen uit te werken voor korte- en lange termijnoplossingen. Uit het onderzoek bleek dat de beluchtingsmembranen in de secties 3 en 4 waren gekrompen en daardoor strak om de buis waren komen te zitten. Fysisch-chemische analyse wees uit dat hoogstwaarschijnlijk de weekmakers uit het membraan waren verdwenen. Uit wekelijkse metingen bleek dat de weerstand van de membranen langzaam maar zeker toenam. Als korte termijn oplossing zijn de beluchtingscompressoren aangepast zodat met een hogere druk kan worden belucht. De definitieve oplossing moet worden gezocht in vervanging van de membranen, bij voorkeur van een type waarin geen weekmakers zitten. Figuur 2.5. Beluchtingsbuizen rwzi Bath Rwzi Chaam De rwzi Chaam heeft in 21 zeer goed gefunctioneerd. Het jaargemiddelde N-totaal in het effluent bedroeg slechts 4,7 mg/l (laagste waarde in de afgelopen 1 jaar). In 21 was de rwzi met ruim 96% belast ten opzichte van het ontwerp hetgeen vergelijkbaar is met de belasting in 29. Het verwijderingsrendement van stikstof en fosfaat is respectievelijk 85% en 91%. In 21 is een project gestart om de huidige roostergoedverwijdering te gaan vervangen door een gaatjesrooster. Onderzocht zal worden welk effect het fijner roosteren van het influent heeft op het proces en het onderhoud van de mechanische installatie. Op basis van deze onderzoeksresultaten zal in 211 besloten worden of een dergelijk fijnrooster op rwzi Chaam zal worden geplaatst. De geldigheidsduur van de vigerende WVO-vergunning is door het bevoegd gezag verlengd tot maximaal 29 december 211. Deze verlenging is verleend aangezien onduidelijkheid bestond omtrent de nieuwe lozingeisen van de rwzi. Rwzi Dinteloord De jaargemiddelde TZV belasting in het influent is tot 25% boven de ontwerpwaarde gestegen. In de maand juni is er sprake geweest van met een enorm hoge biologische belasting. Aangezien de rwzi tweemaal per maand wordt bemonsterd heeft deze hoge belasting een groot effect gehad op het jaargemiddelde. De oorzaak hiervan is niet achterhaald. De rwzi heeft goed gefunctioneerd met een stikstofverwijderingsrendement van 85% en een jaargemiddeld N-totaal in het effluent van 4,3 mg/l. In 21 is het project gestart om het huidige harkrooster met een spleetwijdte van 2 mm te gaan vervangen door een rooster met een spleetwijdte van 6 mm. De vervanging zal halverwege 211 worden gerealiseerd. 12

25 Rwzi Dongemond Waterlijn De belasting van rwzi Dongemond bedroeg in 21 gemiddeld kg TZV/dag, dit is 8% van de ontwerpcapaciteit. Op i.e. basis was het zuiveringsrendement 96%, de restvervuiling in het effluent bedroeg 5.48 i.e. Het jaargemiddelde N-totaal bedroeg 1 mg/l met een stikstofverwijderingsrendement van 7%. De prestaties van de stikstofverwijdering zijn in 21 verbeterd door een goede slibvolumeindex beheersing. Door de aluminiumdosering te verplaatsen van de afloop voorbezinktank naar de beluchtingstank is de slibvolumeindex (SVI) het hele jaar door laag gebleven. Tevens is langduriger aluminium gedoseerd als gevolg van de renovatie van de ijzerdoseerinstallatie. Dit heeft geresulteerd is een lage SVI van gemiddeld 65 ml/g en hoog droge stof gehalte in de beluchtingstank van gemiddeld 7,9 g/l. De lage SVI heeft echter ook nadelen gehad voor met name de fosfaatverwijdering. Door een zeer lage SVI in de winterperiode is sprake van pinpoints in het effluent. Dit zijn kleine vlokjes die als gevolg van de lage SVI niet goed in de nabezinktank worden afgevangen. Gevolg hiervan is dat de droogrest in het effluent in 21 is toegenomen tot een gemiddelde waarde van 2 mg/l, ten opzichte van 12 mg/l in 29. Hierdoor is tevens het aandeel gebonden fosfaat in het effluent toegenomen wat geresulteerd heeft in overschrijdingen van de lozingsnorm van P-totaal eind 29, begin 21. Er is een feitenrelaas opgesteld met verbeteracties. Een belangrijke aanbeveling uit het feitenrelaas is onderzoek te doen naar een betere beheersing van de slibvolume-index waarbij gestuurd wordt op een SVI van 8 ml/g. In een installatie waar aluminiumdosering nodig is om de SVI te beheersen blijkt het niet altijd goed mogelijk om een lage fosfaatnorm te halen. Gelet hierop is in 211 een onderzoek gestart naar gecombineerde aluminium en ijzerdosering. Aluminiumdosering voor SVI-beheersing en ijzerdosering voor het sturen van de defosfatering. Doel van het onderzoek is een dusdanige verhouding te doseren dat sprake is van een goede stabiele SVI en het voorkomen van pinpoints. Sliblijn Het secundair slib van de rwzi Dongemond en van de rwzi s Kaatsheuvel, Baarle Nassau, Lage Zwaluwe en Waspik worden met een bandindikker ingedikt tot circa 7% droge stof (bij een PEverbruik van 4,7 kg actief PE/ton droge stof) en samen met het primaire slib van rwzi Dongemond naar de gistingstank gepompt. De toevoer wordt gestuurd op basis van een verblijftijd van 2 dagen in de gistingstank. Er is 3.47 ton droge stof vergist, 119 ton droge stof is buiten de gisting om rechtstreeks op de zeefbandpersen verwerkt. Oorzaak van de bypass is dat het externe slib niet gelijkmatig wordt aangevoerd waardoor de gistingstank niet in staat is al het slib te verwerken. De logistiek van de slibaanvoer wordt in 211 verbeterd zodat piekaanvoer wordt voorkomen. In oktober 21 is naar aanleiding van een aanbesteding overgegaan op een ander polymeer voor de zeefbandpersen. De resultaten van de sibontwatering zijn met een droge stof percentage van 2,5 % gelijkwaardig aan 29. Het PE verbruik lag met 6,8 kg actief PE/ton droge stof iets hoger dan in 29. Figuur 2.6. Zeefbandpers rwzi Dongemond. 13

26 Energie De productie biogas bedraagt m 3 en is omgezet in 1,4 GWh elektriciteit. Van de totale biogasproductie is m 3 gefakkeld. Oorzaak hiervan is dat de WKK tijdens storingen of onderhoud niet beschikbaar is. Het elektrisch rendement van de WKK bedraagt evenals in 29 1,7 kwh/m 3 biogas. Het specifiek energieverbruik van de beluchting was met,28 kwh/kgtzv lager dan in 29. Dit is te danken aan het feit dat de nitrificatie in 21 geen problemen heeft gekend. Rwzi Halsteren In 21 heeft de al jaren overbelaste rwzi Halsteren niet aan alle vergunningsvoorwaarden kunnen voldoen. De effluentconcentratie stikstof bedroeg 12 mg/l en was daarmee vrijwel gelijk aan die in 29, het verwijderingsrendement was echter lager (74% t.o.v. 82%). Voor nitriet-stikstof werd de vergunning evenals vorig verslagjaar overschreden als gevolg van een onvolledige nitrificatie in de winterperiode. Aan de overige vergunningseisen werd wel voldaan. Op het investeringsprogramma staat het project Renovatie en biologische uitbreiding rwzi Halsteren opgenomen. Met de uitvoering van dit project, waarvan de voorbereiding in 211 gaat starten, zal de rwzi zodanig aangepast gaan worden dat beter aan de vergunningseisen kan worden voldaan. De huidige vergunning loopt in 212 af en in het eerste vooroverleg over de vergunningsaanvraag werdt duidelijk dat er nog geen overeenstemming is over de toekomstige effluenteisen, hetgeen echter wel van belang is voor de start van bovengenoemd project. In 21 is de proef met de hybride beluchting (bellenbeluchting en borstelbeluchting) voortgezet. In de praktijk bleek de zuurstofoverdracht met het aanvankelijk ingestelde toerental van de compressor onvoldoende voor een goed zuiveringsresultaat. Hiertoe is het vermogen van de compressor verhoogd. Met deze verhoging van de capaciteit blijft de energiebesparing echter beperkt tot maximaal ca. 1% hetgeen onvoldoende zal zijn om de benodigde investeringen binnen de gestelde termijn van 1 jaar terug te verdienen. Een definitieve rapportage van de proef zal in de loop van 211 plaatsvinden. Rwzi Kaatsheuvel In 21 bedroeg de gemiddelde belasting van rwzi Kaatsheuvel kg TZV/dag, wat overeenkomt met een belasting van 93% van de ontwerpwaarde. De rwzi heeft goed gefunctioneerd met een stikstofverwijderingsrendement van 89% en een jaargemiddeld N-totaal in het effluent van 5, mg/l. In 21 is de verouderde ijzersulfaatdoseerinstallatie ten behoeve van de defosfatering gerenoveerd. Tijdens de ombouw is met een tijdelijke doseerinstallatie poly-aluminiumchloride gedoseerd % Hoeveelheid geleverd water (m3) % 1% 8% 6% 4% 2% Aandeel geleverd oppervlaktewater (%) Jaar Oppervlaktewater Filtraat zandfilter Aandeel geleverd oppervlaktewater % Figuur 2.7. Waterlevering rwzi Kaatsheuvel aan Efteling. 14

27 Van de totale effluentstroom wordt maximaal 75 m 3 /uur behandeld in het zandfilter, alvorens het naar het helofytenfilter van de Efteling wordt gepompt. In totaal is in m 3 water aan de Efteling geleverd. Door aanpassingen aan het zandfilter in het jaar 29 is de back-up voorziening, waardoor in geval van het uit bedrijf zijn van het zandfilter oppervlaktewater wordt geleverd, nauwelijks gebruikt. Het aandeel van de levering afkomstig uit het oppervlaktewater is dan ook teruggedrongen van ruim 13% naar slechts 3% in 21. De kwaliteit van de toevoer en de afvoer van het filter zijn in de navolgende tabel samengevat. De gemiddelde fosfaatconcentratie in de afloop van het filter bedroeg,14 mg/l. De Fe-dosering was in 21 4,6 g Fe/m 3, wat een normaal verbruik is voor het zandfilter. Parameter Eenheid Toevoer zandfilter Afvoer zandfilter CZV mg/l BZV mg/l 1 1 N-Kjeldahl mg/l 1,6 1,3 NH4-N mg/l,2,1 NO3-N mg/l 3,1 3,3 N-totaal mg/l 4,7 4,6 Ortho-P mg/l,61,3 Totaal-P mg/l,73,14 Droogrest onop. best. mg/l 3 2 Tabel 2.5. Resultaten zandfilter rwzi Kaatsheuvel. Rwzi Lage Zwaluwe De belasting van de rwzi Lage Zwaluwe bedroeg in kg TZV/d en was daarmee vrijwel volbelast. De stikstofverwijdering bedroeg in 21 evenals vorig jaar 83% en de gemiddelde stikstofconcentratie in het effluent was 5,9 mg/l. De rwzi heeft in de periode september - oktober 21 een grondige revisie ondergaan. Tijdens de werkzaamheden aan de oxydatiesloot is het volledige afvalwateraanbod tijdelijk gezuiverd in de slibbuffertanks. Deze tanks hebben dienst gedaan als oxydatietanks waarin met behulp van drijvende beluchters zuurstof is ingebracht. De tijdelijke rwzi heeft voldaan aan de uitgangspunten voor N-totaal is 1 mg/l en de resultaten tijdens de renovatie hebben minimaal effect gehad op het jaargemiddelde van N-totaal en P-totaal. Tijdens de renovatieperiode hebben geen overschrijdingen plaatsgevonden van de WVO-vergunning. Naast de grondige revisie van de oxydatiesloot is tevens de nabezinktank aangepast middels een deflectieschot. De huidige nabezinktank, inclusief het gemonteerde deflectieschot, kan de nieuwe afnameverplichting van 358 m 3 /h verwerken, uitgaande van een ontwerp slibvolume-index van 1 ml/g. Figuur 2.8. Tijdelijke beluchtingstank met drijvende beluchter en influentaanvoer. 15

28 Rwzi Nieuwveer Waterlijn De belasting van rwzi Nieuwveer bedroeg in 21 gemiddeld kgtzv/dag, dit is 75% van de ontwerpcapaciteit. Op i.e. basis was het zuiveringsrendement 94%, de restvervuiling in het effluent bedroeg i.e. De jaargemiddelde concentratie N-totaal in het effluent bedroeg 1 mg/l met een stikstofverwijderingsrendement van 74% en de jaargemiddelde concentratie P-totaal bedroeg 1,6 mg/l met een fosfaatverwijderingsrendement van 77%. Aan alle vergunningseisen werd voldaan. De stikstofverwijdering in 21 was met 74% wat lager dan in 29 (77%). De oorzaak hiervan ligt met name in het grotere wateraanbod in 21. De stikstofverwijdering op droogweerdagen was over beide jaren wel goed vergelijkbaar. De effluentrecirculatieregeling, welke nodig is voor een goede denitrifcatie, heeft in 21 goed gefunctioneerd: de gemiddelde recirculatiefactor was 1,57 (t.o.v. 1,66 in 29). De verlaging ten opzichte van 29 is veroorzaakt door werkzaamheden aan de beluchtingstank eerste trap en de influent vijzels, waardoor de effluentrecirculatieregeling voor korte perioden is uitgezet of op een minimale stand is gezet. De restvervuiling in 21 was hoger dan de afgelopen jaren. Deze verhoging wordt veroorzaakt door verschillende pieken van het N-kjeldahl gehalte in het effluent in het eerste half jaar. De hoge N-kjeldahl gehaltes in de eerste drie maanden van het jaar zijn te wijten aan een lage slibleeftijd, waarbij de slibleeftijd van beluchtingstank 1 en 4 zelfs onder het kritische niveau is geweest. In dit verslagjaar is het project herziening van de beluchtingcapaciteit van de eerste trap afgerond. In dit project zijn de keramische beluchtingsbuizen in de secties 2 en 3 vervangen door membraanbuizen. De buizen in sectie 1 zijn verwijderd, hiervoor in de plaats zijn dynamische hyperboloïde mengers gekomen. Gedurende de zomerperiode was het in de periode 26 t/m 29 gebruikelijk om het 3e (beluchte) compartiment van de eerste trap uit bedrijf te nemen om CZV te behouden voor denitrificatie in de tweede trap. Met het aanbrengen van de membraanelementen in sectie 2 is de keuze ontstaan om deze sectie ofwel te beluchten of onbelucht te laten (ook in deze sectie zijn mengers aangebracht). In de bedrijfsvoering is gekozen om in de zomer periode sectie 2 onbelucht te laten en zodoende optimaal ruimte te geven aan de denitrificatie. 9% 8% rendement 7% 6% CZV-rend 1e trap BZV-rend 1e trap Ntot (hele rwzi) 5% 4% 3% Figuur 2.9. Rendement eerste trap Nieuwveer en hele rwzi. In bovenstaande figuur is het rendement van de eerste trap en de totale rwzi weergegeven. Hieruit blijkt een duidelijke stijging van het CZV- en BZV-rendement in 21 ten opzichte van de voorgaande drie jaar. In 211 zal nader onderzocht worden welke wijze van bedrijfsvoering van de eerste trap een optimaal rendement oplevert. De chemische defosfatering is normaal in bedrijf geweest. Dit jaar is overgegaan van doseren via een tijdsproportionele regeling naar een debietproportionele regeling. De fosfaatverwijdering 16

29 bedroeg gemiddeld 77% en het P-gehalte in het effluent 1,4 mg/l. Aangezien het gebiedsrendement voor fosfaatverwijdering groter was dan 75% (77 %), werd voldaan aan de vergunningeis. Sliblijn Het spuislib van de eerste en tweede trap werd gemengd ingedikt in gravitatie-indikkers, en indien het indikresultaat onvoldoende was, met een deelstroom via een zeefindikker. In totaal werd er m 3 ingedikt slib, waarvan m 3 via de zeefindikker, verwerkt in de Zimpro. Het gemiddelde droge stofgehalte van de toevoer van de Zimpro-installatie bedroeg 3,6%. Het thermisch geconditioneerde slib afkomstig uit de Zimpro-installatie werd ontwaterd in membraanfilterpersen tot een slibkoek met een gemiddeld droge stof gehalte van 55,1%. De totale slibproductie van de rwzi Nieuwveer bedroeg ton drogestof. Dit is samen met 411 ton drogestof van andere rwzi s afgevoerd naar de SNB en een klein gedeelte (4 ton) naar de AWP. Procesgegevens filtraatvergisting Biologische belasting kg CZV/d Hydraulische belastin'g m 3 /d Ruimte belasting kg CZV/m 3. d 9,5 6,8 7,8 9,8 7,5 7,9 Droogrest in kg/d Droogrest uit kg/d CZV-verwijdering % CZV-verwijdering kg/d Biogasproductie m 3 /d Specifieke biogasproductie m 3 /kg CZV v,4,58,46,4,5,47 Tabel 2.6. Kengetallen filtraatvergisting. De filtraatvergisting heeft uitstekend gefunctioneerd. De CZV-verwijdering in de anaërobe reactor was 77%. Sinds 28 is de groei van het korrelslib zo groot dat er een keer per jaar een gedeelte moet worden afgevoerd. In 21 is er ook weer 5 ton afgevoerd. De biogasproductie van,47 m 3 /kg CZV v is goed, in vergelijking met de theoretische productie van,5 m 3 / kg CZV v, uitgaande van,35 m 3 CH 4 per kg CZV en een CH 4 -gehalte van 7%. Het geproduceerde biogas is nuttig ingezet als brandstof in de stoomketels en de thermische naverbrander. In 21 is begonnen met het bouwen van de nieuwe slibverwerking. Omdat de nieuwe installatie op een nog onbebouwd stuk van het zuiveringsterrein plaatsvindt, vindt geen verstoring plaats van het bestaande slibverwerkingproces. In 21 is een marktverkenning gedaan om te kijken welke opties er zijn voor benutting van het te produceren biogas. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat voor Nieuwveer feitelijk alleen verwerking in een WKK-installatie aantrekkelijk is. Deze WKK-installatie zal in eerste instantie gebouwd worden op het zuiveringsterrein. Met de gemeente Breda is een samenwerkingsovereenkomst gesloten waarbij op termijn de WKK-installatie verplaatst wordt waardoor benutting van het biogas in de nog te bouwen biomassacentrale kan gaan plaatsvinden. De bouw van de WKK-installatie zal begin 211 Europees worden aanbesteed. Voor de nieuwbouw is een nieuwe WM vergunning aangevraagd en verleend. Deze zal van kracht worden zodra de bouwvergunning van de warmtekrachtinstallatie is verleend. Energie Het energieverbruik van de rwzi Nieuwveer was in 21 globaal gelijk aan het verbruik in 29. In het jaarverslag van 29 was vermeld dat we door het project herontwerp van de beluchtingcapaciteit van de 1ste trap een energie besparing van kwh per jaar zouden bereiken. Dit project is afgerond eind augustus 21, maar pas sinds begin 211 is sprake van een goede kwh -meting van de eerste trap. Of bovenstaande doelstelling gehaald is kan dus nog niet gezegd worden. 17

30 Rwzi Nieuw Vossemeer De belasting van de rwzi Nieuw Vossemeer bedroeg in 21 gemiddeld 355 kgtzv/dag, dit is 82% van de ontwerpcapaciteit. Op i.e. basis was het zuiveringsrendement 97%, de restvervuiling in het effluent bedroeg 69 i.e. Het jaargemiddelde N-totaal bedroeg 6,6 mg/l met een stikstofverwijderingsrendement van 83%. De jaargemiddelde concentratie P-totaal bedroeg,31 mg/l met een fosfaatverwijderingsrendement van 95%. Op Nieuw Vossemeer is in 21 het onderzoek naar stikstof- en fosfaatverwijdering in een nageschakeld Fuzzy Filter afgerond. Voor dit onderwerp wordt verwezen naar hoofdstuk 6 Innovatie. Figuur 2.1. De Fuzzy-Filter installatie op de rwzi Nieuw-Vossemeer. De rwzi heeft goed gefunctioneerd met de nieuwe ammoniumregeling. Het jaargemiddelde ammoniumgehalte bedroeg,5 mg/l. De Me/P-verhouding was met 1,59 mol/mol lager dan andere jaren. Dit is te danken aan het feit dat door aanvullende defosfatering in het Fuzzy Filter minder aluminium in de oxydatiesloot is gedoseerd. De specifieke slibproductie was met 1,59 kg ds/kgbzv v hoger dan andere jaren. Oorzaak hiervan is de extra droge stof belasting als gevolg van de slibproductie van het Fuzzy Filter. Voor de rwzi s Halsteren en Nieuw-Vossemeer is in de huidige Watervergunning een onderzoeksverplichting opgenomen om na te gaan of aan strengere effluenteisen kan worden voldaan. Deze eisen waren gericht op de functie viswater gebaseerd op de oude Europese viswaterrichtlijn. Het onderzoek is uitgevoerd op de rwzi Nieuw-Vossemeer. Uit het onderzoek is gebleken dat met de bestaande rwzi, ook met een optimale bedrijfsvoering, niet voldaan kan worden aan de beoogde effluenteisen. Rwzi Ossendrecht De rwzi Ossendrecht heeft in 21 goed gefunctioneerd. In maart ontstonden problemen met de lagers van een borstelbeluchter, die daardoor enkele dagen voor reparatie uit bedrijf moest. Van de collega s van de sector Watersystemen is een mobiele beluchter geleend, die in het circuit is gehangen zodat voldoende lucht kon worden ingebracht. Op het beluchtingscircuit ontstaat in de winterperiode een drijflaag, die soms buitensporig dik wordt en deels naast het circuit terecht komt. Via een vast opgestelde sproei-installatie wordt de drijflaag met effluent kapot gesproeid. Hiermee kan het enigszins onder controle worden gehouden, waardoor het niet tot slibuitspoeling heeft geleid. De effluent debietmeting van Ossendrecht, een meetschot met V-vormige overstort, blijkt niet betrouwbaar te zijn. De capaciteit lijkt te klein waardoor bij rwa een foutieve meting ontstaat. Het debiet wordt nu bepaald aan de hand van de draai-uren van de influentvijzels. Er zal nog worden nagegaan of de effluent debietmeting kan worden verbeterd of buiten gebruik moet worden gesteld en het debiet op een andere wijze bepaald kan worden. 18

31 Rwzi Putte De rwzi Putte heeft in 21 over het algemeen goed gefunctioneerd. Sinds augustus zijn er problemen met het signaal van de influentdebietmeter, waardoor er geen goede aansturing is van de influentmonstername en het harkrooster. In afwachting van een definitieve oplossing zijn hiervoor tijdelijke maatregelen getroffen. In september is voor werkzaamheden aan de retourwaterpomp beluchtingstank 4 leeggezet. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om circa 7 m 3 zand uit de tank te verwijderen. De nabezinktank van Putte vraagt veel aandacht. Het verouderde concept, met een vlakke bodem en een hevel voor het retourslib, is storingsgevoelig en dient regelmatig doorgespoten te worden om verstoppingen tegen te gaan. De aandrijving van de ruimerbrug is versleten en dient vervangen te worden. Een zelfde aandrijving is echter niet meer leverbaar, de brug zal daarom de nodige aanpassingen moeten ondergaan voordat een nieuwe aandrijving gemonteerd kan worden. Gepland was om in 214 de rwzi Putte samen met de rwzi Ossendrecht te amoveren en het afvalwater met een persleiding af te voeren naar de rwzi Bath. Als gevolg van gewijzigde inzichten (kosten, effluenteisen) zal in 211 echter een heroverweging van dit plan plaatsvinden. Deze heroverweging leidt niet tot vertraging van de geplande realisatiedatum. Rwzi Riel De bedrijfsresultaten van de rwzi Riel in 21 waren goed en de rwzi heeft ruimschoots aan alle vergunningseisen voldaan. Het jaargemiddelde N-totaal in het effluent bedroeg 5,3 mg/l bij een stikstofverwijderingsrendement van 9%. De rwzi Riel is uitgerust met een biologische P-verwijdering. In het ontwerp is er vanuit gegaan dat niet voldoende fosfaat via de biologische route kan worden verwijderd om de gewenste effluentconcentratie te kunnen bereiken, zodat additioneel ijzerchloride gedoseerd dient te worden. Hiervoor zijn doseermogelijkheden aangebracht bij het overloopwater van de indikker en in de beluchtingstanks. De huidige dosering wordt geregeld op basis van het fosfaatgehalte dat door een monitor in het effluent wordt gemeten. Opvallend is dat in 21 meer ijzerchloride gedoseerd werd in de beluchtingstank dan volgens het ontwerp verwacht. Het hogere verbruik op rwzi Riel heeft ertoe geleid dat begin 211 een onderzoek is gestart om de biologische P-verwijdering en de fosfaatregeling te evalueren. Overigens is de in 21 gerealiseerde Me/P-verhouding van,4 aanmerkelijk lager dan op rwzi s die fosfaat volledig verwijderen via de chemische weg. Rwzi Rijen Waterlijn De belasting van de rwzi Rijen bedroeg in 21 gemiddeld kgtzv/dag, dit is 91% van de ontwerpcapaciteit. Op i.e. basis was het zuiveringsrendement 95%, de restvervuiling in het effluent bedroeg 3.26 i.e. Het jaargemiddelde N-totaal bedroeg 7,4 mg/l met een stikstofverwijderingsrendement van 82%. De jaargemiddelde concentratie P-totaal bedroeg,87 mg/l met een fosfaatverwijderingsrendement van 87%. De rwzi heeft in 21 goed gepresteerd, er zijn geen slibuitspoelingen geconstateerd. In 29 is naar aanleiding van een slibuitspoeling een feitenrelaas opgesteld met verbeteracties. In 21 zijn de volgende maatregelen uitgevoerd: -verlagen van het kritisch bezinksel -modelleren van de nabezinktank In 211 zal nader praktijkonderzoek uitgevoerd worden naar het functioneren van de nabezinktanks en wordt de buitenste overstortrand afgeblind. Dit alles met als doel het functioneren van de hydraulisch hoog belaste nabezinktanks te verbeteren. Sliblijn Op de zeefbandpersen is het slib van rwzi Rijen, Chaam en Riel ontwaterd tot een droge stof percentage van 21%. In totaal is 1.6 ton droge stof afgevoerd naar SNB. Het PE verbruik was met 4,6 kg/ton ds lager dan in 29. Rwzi Waalwijk Waterlijn De belasting van rwzi Waalwijk bedroeg in 21 gemiddeld 8.53 kgtzv/dag, dit is 74% van de ontwerpcapaciteit. Op i.e. basis was het zuiveringsrendement 96%, de restvervuiling in het effluent bedroeg i.e. Het jaargemiddelde N-totaal bedroeg 7,5 mg/l met een stikstofverwijderingsrendement van 8% en er was derhalve sprake van een goede stikstofverwijdering. 19

32 In maart is de slibvolume-index ondanks de aluminiumdosering toegenomen tot circa 16 ml/l. Eind 21 is het doseerpunt van de aluminiumdosering verplaatst naar de retourslibvijzels. Door dosering direct in het actief slib zal de slibvolumeindex naar verwachting beter beheersbaar zijn. Figuur Chemicaliëndoseerinstallatie rwzi Waalwijk Het specifiek energieverbruik bedraagt evenals in 29,26 kwh/kgtzv v. In de jaren 29 en 21 was sprake van een lager specifiek energieverbruik dan de jaren ervoor. Dit is te danken aan het aanpassen van de luchtverdeling in juni 28 waardoor overbeluchting wordt voorkomen. Slibgisting en energie De productie van uitgegist slib was 646 ton droge stof. De hoeveelheid niet gestabiliseerd slib (toevoer gisting) bedroeg 841 ton droge stof. De biogasproductie bedroeg m 3 wat gelijkwaardig is aan de biogasproductie in 29. Het geproduceerde biogas is in de warmtekrachtkoppelingsinstallatie (WKK) omgezet in elektriciteit en warmte. Van de totale biogasproductie is m 3 gefakkeld. Oorzaak hiervan is dat de WKK tijdens storingen of onderhoud niet beschikbaar is. Rwzi Waspik De rwzi Waspik wordt biologisch gemiddeld voor 5% belast (gemiddeld 131 kg TZV/d t.o.v. een ontwerp van 26 kg TZV/d). De rwzi heeft goed gepresteerd met een stikstofverwijderingsrendement van 84% en een jaargemiddeld N-totaal in het effluent van 5, mg/l. Op de rwzi wordt aluminiumchloride gedoseerd voor de fosfaatverwijdering. Dit heeft geresulteerd in een fosfaatverwijderingsrendement van 89% en voorkomt tevens licht slib problematiek. Rwzi Willemstad In 21 bedroeg de gemiddelde TZV-belasting van de rwzi Willemstad 823 kg TZV/dag en is daarmee voor 99% belast ten opzichte van de ontwerpcapaciteit. De rwzi heeft goed gepresteerd met een stikstofverwijderingsrendement van 88% en een jaargemiddeld N-totaal in het effluent van 5, mg/l. In 21 is het project gestart om het huidige harkrooster te gaan vervangen door een rooster met een fijnere spleetwijdte van 6 mm. De vervanging zal halverwege 211 worden gerealiseerd. 2

33 3. Slibverwerken 3.1. Productie In bijlage 12 is een overzicht gegeven van de productie, voorraadvorming en afvoer van zuiveringsslib per rwzi. Hieruit blijkt dat in 21 de totale slibproductie ton droge stof bedroeg. Dit is vrijwel gelijk aan de slibproductie in 29. In onderstaand overzicht is de slibbalans over 21 weergegeven: Slibvoorraad begin 21 Productie 21 Afvoer 21 Slibvoorraad eind ton d.s ton d.s ton d.s. 237 ton d.s. De gehele slibproductie is afgevoerd naar de slibverbrandingsinstallatie van SNB. De, na de verbranding van het zuiveringsslib in de installatie van de SNB, resterende verbrandingsas wordt voornamelijk afgezet als vulstof in asfalt. De SNB heeft samen met STOWA en Thermphos in Terneuzen een succesvolle proef uitgevoerd gericht op terugwinning van fosfaat uit de verbrandingsas. Inmiddels kan bij de SNB structureel ijzerarm slib separaat verbrand voor afvoer naar Thermphos. Deze afzet naar Thermphos is in 21, als gevolg van problemen met de milieuvergunning tijdelijk gestaakt. Voorwaarde voor verwerking van de slibverbrandingsas bij Thermphos is dat het ijzergehalte in de as niet te hoog is. Dit betekent dat voor de fosfaatverwijdering op de zuiveringen geen gebruik gemaakt mag worden van ijzerzouten. In de nota Zuiveren met ambitie is daarom voorgesteld om voor de defosfatering over te schakelen op de dosering van aluminiumzouten. Dit voorstel is overgenomen door het bestuur. In 28 is om deze reden op de rwzi Bath het hele jaar door aluminiumzout gedoseerd. Dit heeft echter niet geleid tot een voldoende lage Fe/P-verhouding in het slib. Via het influent blijkt jaarlijks toch nog ca. 9 ton ijzer binnen te komen. Ook op Nieuwveer komt via het influent zodanig veel ijzer binnen op de rwzi dat ook daar bij omschakeling op aluminium een voldoende lage Fe/P-verhouding niet zonder meer haalbaar is. Om deze reden is niet op grote schaal overgeschakeld op dosering van aluminiumzout en wordt op de rwzi s Bath, Dongemond en Rijen alleen aluminiumzout gedoseerd in de maanden dat dit noodzakelijk is voor de beheersing van de slibbezinkingseigenschappen (met name de winter en het vroege voorjaar). SNB is zich momenteel aan het oriënteren op alternatieven waarbij ook uit ijzerrijke verbrandingsas fosfaat teruggewonnen kan worden Ontwateringsprestaties In navolgende tabel staat de verdeling van de afvoer van slibkoek vanuit de 4 ontwateringinstallaties, voor de jaren 29 en Installatie Ton slibkoek Ton d.s. % d.s. % gloeirest Ton slibkoek Ton d.s. % d.s. % gloeirest Bath , ,8 42 Dongemond , ,5 41 Nieuwveer , ,1 39 Rijen , ,4 27 Totaal , ,5 4 Tabel 3.1. Slibafvoer ontwateringsinstallaties. Zoals uit de tabel af te lezen is bedraagt het gemiddelde droge stofgehalte van het afgevoerde slib 24,5 %. Dit percentage is lager dan in 29 (zie ook figuur 3.1.), hetgeen veroorzaakt wordt door de minder goede prestaties van de ontwateringsinstallaties in Bath en Nieuwveer. De oorzaak van het lagere droge stofgehalte van de slibkoek van Bath in 21 is vooral gelegen in de verstoringen van de bedrijfsvoering als gevolg van de ombouw van de ontwateringsinstallatie. Ook op de rwzi Nieuwveer was het droge stofgehalte van de slibkoek in 21 lager dan vorig verslagjaar (56,8% t.o.v. 55,1%). 21

34 3.3. Hulpstoffen slibverwerken Bij de ontwatering van het slib op de zeefbandpersen wordt polyelectrolyt (PE) gebruikt. Eind 29 is samen met de waterschappen De Dommel, Aa en Maas en Reest en Wieden een nieuwe Europese aanbesteding gestart voor de inkoop van PE. In het nieuwe bestek zijn strenge eisen opgenomen ten aanzien van de totale variabele slibverwerkingskosten, gebaseerd op de combinatie van het PE-verbruik, de PE-kosten en het bereikte droge stofgehalte (en daarmee de slibverwerkingskosten). Op deze manier zal voorkomen moeten worden dat een stijging van de slibverwerkingkosten (als gevolg van een hoger PE-verbruik of een lager droge stofgehalte van de slibkoek) plaatsvindt. In 21 hebben praktijktesten plaatsgevonden op de zeefbandpersinstallatie van Dongemond. Op basis van de testen is een leverancier gekozen. Deze leverancier heeft vanaf oktober PE geleverd. Op basis van een intensieve monitoring zullen de resultaten gevolgd worden. Bij niet voldoen aan de gestelde eisen bieden de contracten voldoende mogelijkheden om te wisselen van leverancier. Voor de overige indik- en ontwateringsinstallaties zullen in 211 (bandindikker Dongemond en bandindikkers en zeefbandpersen Bath) en 212 (bandindikkers en zeefbandpersen Nieuwveer) praktijktesten en de daaraan gekoppelde keuze van de leverancier plaatsvinden. In figuur 3.1. is het (gewogen) gemiddelde droge stofgehalte van de slibkoek van de ontwateringsinstallaties Bath, Dongemond en Rijen van de afgelopen 1 jaar grafisch weergeven. De installatie van Nieuwveer is hierbij buiten beschouwing gelaten omdat hier het slib thermisch wordt geconditioneerd. droge stof slibkoek 26% 24% 22% 2% 18% 16% 14% 12% 1% PE verbruik [kg/ton ds] 1, 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2, 1,, Figuur 3.1. Figuur Droge stofgehalte slibkoek SOI s WBD PE-verbuik SOI Bath, Dongemond (excl. SOI Nieuwveer) Rijen. In figuur 3.2. is het (gewogen) gemiddelde PE-verbruik van de ontwateringsinstallaties van Bath, Dongemond en Rijen van de afgelopen 1 jaar grafisch weergegeven. Hierin is een licht stijgende trend van het PE-verbruik waarneembaar. Zoals bovengenoemd vermeld zullen de resultaten periodiek getoetst worden aan de inschrijvingen en bieden de nieuwe contracten mogelijkheden om acties richting de leveranciers te ondernemen, om tot het gewenst eindresultaat te komen Energie slibverwerken Het totaal energieverbruik is weergegeven in bijlage 1. Het totaal energieverbruik van het slibverwerkingsproces was in 21 circa 7% hoger dan in 29. Het proces slibverwerken verbruikt circa 12% van het totaal energieverbruik. De slibontwateringsinstallaties Bath en Dongemond zijn verantwoordelijk voor het hoger energieverbruik. Het slib van de rwzi Bath werd in 21 met behulp van een tijdelijke zeefbandpersinstallatie ontwaterd als gevolg van het renoveren van de oude slibontwatering. Het minder goed presteren van de slibontwatering Dongemond moet in 211 nader onderzocht worden. De slibontwatering Nieuwveer (Zimpro) laat een structurele stijging zien vanaf 26. De Zimpro is aan het eind van zijn technische levensduur en wordt in 212 vervangen door zeefbandpersen. Daarom wordt het onderhoud aan de Zimpro geminimaliseerd om de kosten te drukken. Mogelijk wordt het energieverbruik hierdoor nadelig beïnvloed. 22

35 In de volgende figuur is het specifiek energieverbruik van de laatste 6 jaar weergegeven. Na vervanging van de slibontwatering Nieuwveer zal het specifiek energieverbruik van deze slibontwateringsinstallatie ongeveer gelijk worden aan de overig slibontwateringsinstallaties. Dit is een van de energiebesparingsmaatregelen. Zie ook hoofdstuk 6. 1,5 1,25 1, kwh/kg ds,75,5,25, Bath Dongemond Nieuwveer Rijen WBD-gem Land-gem Figuur 3.3. specifiek energieverbruik Slibverwerking Het specifiek elektrisch energieverbruik van de slibontwatering Dongemond is inclusief het energieverbruik van de bandindikinstallatie. 23

36 24

37 4. Onderhoud 4.1. onderhoud technische werken 21 was een jaar van orde op zaken brengen in het preventieve onderhoud. Kritisch kijken naar welk onderhoud is nodig en wat niet, heeft ertoe geleid dat er preventieve onderhoudswerkorders bewust niet zijn uitgevoerd. In de cijfers is dat terug te zien omdat de realisatiegraad van het preventieve onderhoud daardoor lager is geworden. Voor 211 zijn deze geannuleerde werkorders uit de werkstroom verdwenen. Daarnaast heeft het waterschap meer preventief onderhoud uitbesteed dan voorheen. Dit om de slagkracht verder te vergroten. Over het algemeen worden de cijfers in het onderhoudsproces ieder jaar beter. Maar ook de beleving van de monteurs die de werkzaamheden moeten verrichten is duidelijk. Er zijn merkbaar minder storingen en de hoeveelheid preventief onderhoud draagt hier zeker aan bij. Gesteld kan worden dat de invoering van meer preventief onderhoud bijdraagt aan een daling van het aantal storingen en dat daardoor de hoeveelheid uren aan ongeplande stilstand wordt gereduceerd. De beschikbaarheid van de installaties is toegenomen. Beschikbaarheid is rechtstreeks af te leiden uit de hoeveelheid storingen en de totale storingsduur. De processen transporteren en zuiveren laten een hogere beschikbaarheid zien en daarmee ook een hogere betrouwbaarheid. Het proces slibverwerken heeft daarentegen een lagere beschikbaarheid dan in 29. De betrouwbaarheid is echter wel toegenomen! 4.2. Realisatiegraad van het onderhoud De realisatiegraad van het onderhoud geeft inzicht in de mate van doen wat je zegt en laat zien dat je doet wat je zegt. Per jaar worden er verschillende onderhoudstypen gerealiseerd door de afdeling Onderhoud & Techniek. Bijvoorbeeld preventief onderhoud, storingen en werkaanvragen. Daarnaast is er ruimte voor modificaties en nieuwbouw. In de werkstroom zijn deze onderhoudstypen ondergebracht in werkorders. Werkorders zijn voorzien van een taakinstructie en laten derhalve zien wat je doet. T.o.v. 29 is de realisatiegraad in 21 gedaald (voortgang / realisatiegraad onderhoud). Dit is met name veroorzaakt door het bewust annuleren van werkorders omdat de uitvoering ervan niets of weinig toevoegt aan de betrouwbaarheid en de beschikbaarheid van de installaties. Logisch gevolg is dat de realisatiegraad voor het geplande onderhoud nog verder is gedaald t.o.v. 29. Het ongeplande onderhoud kent een lichte stijging in de realisatiegraad. In figuur 4.1. wordt dit weergegeven Onderhoudskosten De onderhoudskosten zijn vastgesteld in landelijke gremia en gaan toegepast worden in de bedrijfsvergelijking zuiveringsbeheer. Ze zijn uitgesplitst in: a. Specifieke onderhoudskosten; dit zijn de onderhoudkosten gedeeld door het aantal gemeten inwoner equivalenten. Bepaald wordt dus eigenlijk welk deel van de waterschapsbelasting wordt gebruikt voor onderhoud. b. Relatieve onderhoudskosten; dit zijn de kosten waarbij de onderhoudskosten worden gedeeld door de vervangingswaarde. Bepaald wordt dus hoeveel % van de waarde van de assets (zuiveringen, rioolgemalen, etc) wordt uitgegeven voor onderhoud. 25

38 12 1 percentage [%] Realisatiegraad gepland onderhoud Realisatiegraad ongepland onderhoud Voortgang / realisatiegraad onderhoud Figuur 4.1. Realisatiegraad van onderhoud 6, 1,2 5, 1 / 15gr TZV 4, 3, 2,,8,6,4 percentage (%) Specifieke onderhoudskosten gemeten Relatieve onderhoudskosten 1,,2, Figuur 4.2. Onderhoudskosten 4.4. Opbrengsten van onderhoud Onderhoud wordt steeds vaker gezien als een waarde. Hier is de waarde van het onderhoud bepaald in afgeleide termen van beschikbaarheid en betrouwbaarheid, namelijk: a. Verlies van technische beschikbaarheid door storingen; dit bepaalt in welke mate storingen effect hebben op de beschikbaarheid van het primaire proces ofwel de hoofdtaken van het waterschap. (transporteren van afvalwater, zuiveren van afvalwater en verwerken en afzetten van slib) b. Technische betrouwbaarheid; wat hier is gedefinieerd als zijnde de tijd tussen twee opeenvolgende storingen van kritische procesonderdelen van het primaire proces. (MTBF Mean Time Between Failure) In figuur 4.3. wordt het totale verlies van de technische beschikbaarheid en de technische betrouwbaarheid weergegeven. 26

39 18, 36 16, 32 14, 28 12, 24 percentage (%) 1, 8, 2 16 Uren Verlies van technische beschikbaarheid Technische betrouwbaarheid 6, 12 4, 8 2, 4, Figuur 4.3. Opbrengsten van onderhoud Per hoofdproces apart zien de waarden er als volgt uit (periode 29 en 21): Hoofdproces Verlies van technische beschikbaarheid Technische betrouwbaarheid Transport van afvalwater Zuiveren van afvalwater Verwerken en afzetten van slib ,19% 1,84% 3,43% 2,13%,55%,92% 6 uur 88 uur 5 uur 99 uur 29 uur 334 uur Tabel 4.1. Technische beschikbaarheid en technische betrouwbaarheid Geconcludeerd kan worden dat t.o.v. 29 de beschikbaarheid van de installaties is toegenomen, evenals de betrouwbaarheid van de installaties. Voor het proces slibverwerken is de beschikbaarheid lager dan in 29 maar de betrouwbaarheid is juist toegenomen. Dit wordt verklaard doordat het aantal storingen binnen het proces slibverwerken weliswaar is afgenomen (gunstig voor de betrouwbaarheid), maar de totale storingsduur is in 21 juist toegenomen (ongunstig voor de beschikbaarheid) Storingsgevoeligheid Ten opzichte van 29 is het aantal storingen wederom spectaculair gedaald. 29 telde over het gehele beheersgebied 1746 storingen. In 21 was dit gedaald naar Het aantal risicovolle storingen daalde eveneens, namelijk van 134 in 29 naar 123 in 21. Hoewel verwacht mag worden dat de bestede werktijd om de storingen op te lossen ook flink zou dalen blijkt dat niet waar. In 29 was er 3951 uur nodig voor het verhelpen van de storingen. In 21 was 3751 uur nodig. De tijdsbesteding per storing is daarmee toegenomen met 55 minuten. 27

40 4.6. Asset Management Waterschap Brabantse Delta wil graag het onderhoud en vervangingsproces optimaliseren van de rwzi s, gemalen etc. De optimalisatie moet zorgen dat de assets van het waterschap de gewenste prestatienormen halen tegen zo laag mogelijke aanvaardbare kosten. Het optimaliseren van deze processen wil het waterschap met behulp van een Asset Management systematiek realiseren. De verwachting is dat deze systematiek de volgende zaken regelt: - duidelijkheid over wanneer onderhoudsactiviteiten uitgevoerd moeten worden of wanneer overgegaan moet worden tot vervanging; - processen zijn op elkaar afgestemd (onderhoud, vervanging, operationele activiteiten, besluitvorming over investeringen); - er kunnen afwegingen gemaakt worden tussen investeringen op basis van transparante en reproduceerbare gegevens en processen. Om de juiste beslissingen te nemen over de besteding van het beschikbare budget voor onderhoud en vervanging is risicogedreven asset management een essentieel instrument. Met risicogedreven asset management worden onderhoud- en vervangingsactiviteiten gekoppeld aan de doelen van de organisatie. Anders gezegd worden hiermee de operationele activiteiten gekoppeld aan de strategische doelen. In oktober 21 is het waterschap gestart met een pilotproject asset management. Asset management is een proces en het vervangt niet het huidige onderhoudsproces. Het voegt juist andere processen samen tot één logisch geheel. Met asset management is waterschap Brabantse delta in staat om de asset prestaties, risico s en budgetten in balans te houden en zo de doelmatigheid verder te vergroten. 28

41 5. Kwaliteit, Arbo en Milieu 5.1. Kwaliteit De sector Zuiveringsbeheer heeft sinds 22 een KAM-managementsysteem, bestaande uit de onderdelen Kwaliteit, Arbeidsomstandigheden en Milieu. Sinds januari 23 is dit systeem gecertificeerd op grond van de normen ISO 91, OHSAS 181 en ISO 141. In het managementsysteem is onder andere het milieubeleid van de sector vastgesteld. Basis hierbij is dat minimaal voldaan wordt aan de wet- en regelgeving en dat beschikt wordt over actuele milieuvergunningen. In 26 en 29 heeft een hercertificering plaatsgevonden Waterwet Algemeen Op 22 december 29 is de Waterwet (Wtw) in werking getreden. Een achttal wetten is samengevoegd tot één wet, de Waterwet. De Waterwet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater, en verbetert ook de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening. Daarnaast moet de Waterwet een flinke bijdrage leveren aan kabinetsdoelstellingen zoals vermindering van regels, vergunningstelsels en administratieve lasten. Een belangrijke verandering na het in werking treden van de Waterwet is de onderverdeling in het bevoegde gezag met betrekking tot directe en indirecte lozingen. Alle indirecte lozingen vallen onder het Wm bevoegde gezag (gemeente en provincie). Alle directe lozingen vallen onder het gezag van de Waterwet (waterschappen voor de regionale wateren en Rijkswaterstaat voor de rijkswateren) Naleving Wtw-vergunningen Bij het inwerking treden van de Waterwet zijn alle bestaande WVO-vergunningen overgegaan in een Watervergunning (Wtw-vergunning). Alle rioolwaterzuiveringsinstallaties van het waterschap beschikken over een dergelijke vergunning. Voor de rwzi s Lage Zwaluwe en Nieuwveer heeft het waterschap in 21 een nieuwe vergunning gekregen. Voor de rwzi Dongemond is de tijdigheid van de vergunning opgeheven. Voor Chaam is in december een nieuwe aanvraag ingediend. In afwachting op de definitieve vergunning is de geldigheid van de huidige vergunning verlengd met maximaal een jaar. In paragraaf 2.6. wordt nader ingegaan op de toetsing van de effluentkwaliteit aan de vergunningsnormen. Voor 21 leverde dit een nalevingspercentage op van 98,5%. In 21 heeft Rijkswaterstaat de rwzi s Bath, Dinteloord, Dongemond, Lage Zwaluwe, Nieuwveer, Waalwijk en Willemstad bezocht in het kader van handhaving van de Wtw-vergunning. Bij deze bezoeken zijn geen overtredingen of afwijkingen geconstateerd, met uitzondering van de rwzi Dinteloord. Bij het bezoek aan deze rwzi op 18 mei 21, is een afwijking aan de debietmeter geconstateerd. Deze afwijking is in juli 21 verholpen. Vervolgens zijn de foutieve debieten gecorrigeerd. Op de rwzi s lozend op binnenwater, die dus een Wtw-vergunning van het waterschap hebben, zijn in 21 regelmatig contra-monsters genomen. Hierbij zijn geen afwijkingen gemeld Wet Milieubeheer Algemeen Op 1 oktober 21 is de Wet algemene bepaling omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. Hiermee wordt beoogd de regeldruk voor bedrijven en burgers te verminderen en zijn 25 bouw-, milieu-, natuur- en monumentenvergunningen samengevoegd tot één omgevingsvergunning Naleving omgevingsvergunningen Alle rioolgemalen en zuiveringsinstallaties beschikken over een geldige omgevingsvergunning (in onze gevallen overal nog een WM-vergunning). In het kader van de handhaving van deze vergunningen zijn de rwzi s Dongemond, Kaatsheuvel, Nieuwveer, Rijen en Waalwijk in 21 bezocht door de handhavers. Op de rwzi Nieuwveer werd een afwijking geconstateerd ten aanzien van het onderhoud van de biofilters, die inmiddels teniet is gedaan. Op de rwzi Kaatsheuvel werden een viertal overtredingen geconstateerd; Nulonderzoek bodem was niet uitgevoerd, evenals de controle op bodemverontreiniging. Ook is niet aangetoond dat wordt voldaan aan NRB-richtlijn en is het jaarlijks keuren van de lekdetectie niet uitgevoerd. Inmiddels zijn alle tekortkomingen teniet gedaan. Voor uitvoering van het nulonderzoek bodem is opdracht gegeven. Op de overige installaties werden geen overtredingen geconstateerd. 29

42 Klachten en overstorten In 21 zijn 18 meldingen gedaan. In totaal waren er 6 stankklachten, 2 klachten met betrekking tot overstorten en 3 klachten over geluidsoverlast en 5 met de indicatie overige. Het totaal aantal klachten was gelijk aan vorig jaar, voor stank en geluid waren het 2 klachten meer dan vorig jaar. - Stankoverlast rwzi Nieuwveer in verband met het tijdelijk stilleggen van de Zuivering Nieuwveer als gevolg van werkzaamheden. - Stankoverlast rwzi Nieuwveer. Vrachtwagens met slib rijden zonder afdekking van het terrein van rwzi Nieuwveer naar de slibverbranding. Er zijn afspraken met de transporteur gemaakt, waardoor herhaling van de klachten voorkomen moeten worden. - 2 meldingen van stankoverlast rioolgemaal Zegge. Er is een ontwerpdocument ter verbetering van de geurbestrijding om de geurproblemen definitief op te lossen - Stankoverlast rioolgemaal Nispen. Het betreft een H 2 S geur bij het lozingspunt van RG Nispen. De klacht is opgelost. - Stankoverlast rioolgemaal Weststad. Uit onderzoek is gebleken dat het zelfademende lavafilter technisch aangepast dient te worden om zo de stankklachten in de toekomst te voorkomen Stankbestrijding Algemeen Op een groot aantal rwzi's en gemalen binnen het waterschap worden stankbestrijdingsmaatregelen toegepast. Een overzicht hiervan is weergegeven in bijlage 14. Deze maatregelen zijn meestal genomen op die plaatsen waar ruw afvalwater (dat vaak aanzienlijke hoeveelheden H 2 S bevat) in turbulent contact komt met de buitenlucht, bijvoorbeeld ontvangkelders (ook bij rioolgemalen), overstortranden van zandvangers en voorbezinktanks, beluchte contacttanks en verdeelwerken. Ook bij de slibverwerkingsinstallaties worden stankbestrijdingsmaatregelen toegepast. Deze maatregelen houden in het afzuigen van de stanklucht en het behandelen ervan. Deze behandeling kan biologisch, chemisch dan wel thermisch geschieden. Biologische luchtbehandeling. De biologische verwijdering wordt bij het waterschap van oudsher toegepast in de vorm van compostfilters. Echter al gedurende een aantal jaren vindt er een verschuiving plaats naar behandeling in lavafilters, met name vanwege het geringe onderhoud en de lange standtijd. Chemische luchtbehandeling. Ook chemische verwijdering van stankstoffen wordt bij het waterschap toegepast, zowel op kleine schaal op gemalen in de vorm van Purafilfilters als op grote schaal in de vorm van loogwassing op persstation Bergen op Zoom. De Purafilfilters (gevuld met korrels geïmpregneerd met kaliumhydroxyde of kaliumpermanganaat) worden met name toegepast op rioolgemalen waarbij op korte afstand woonbebouwing aanwezig is. Met deze filters zijn namelijk lage restgeur concentraties haalbaar. Thermische luchtbehandeling. Als laatste bij het waterschap toegepaste techniek kan genoemd worden thermische naverbranding. Deze techniek wordt toegepast op de zeer geconcentreerde stanklucht afkomstig van het Zimproproces op de rwzi Nieuwveer. In de verbrandingskamer van deze installatie worden de stankstoffen bij een temperatuur van 85 C afgebroken (met een verwijderingsrendement van boven de 99%). De verbrander wordt gestookt met biogas afkomstig van de filtraatvergistingsinstallatie. 3

43 Onderzoek Op persstation Roosendaal wordt de lucht in de ontvangstkelders behandeld door een tweetal lavafilters en een nageschakeld compostfilter. In 21 is geconstateerd dat het gewenste luchtdebiet naar de lavafilters niet wordt gehaald. In 211 zal een uitgebreid onderzoek plaatsvinden om de lavafilters weer conform ontwerp te laten functioneren. Daarnaast zal in 211 een beslissing worden genomen wat de toekomst is van het nageschakelde compostfilter. Het compostfilter is op persstation Roosendaal geïnstalleerd om vluchtige koolwaterstoffen, zoals benzeen, af te breken. Het huidige compostfilter is technisch moeilijk te onderhouden en te beheren. Daarom zal worden onderzocht of het compostfilter vervangen kan worden door een nieuw compostfilter of door een alternatieve techniek. Figuur 5.1. Lavafilters persstation Roosendaal Figuur 5.2. Nageschakeld compostfilter persstation Roosendaal In 21 heeft het waterschap een idee bij de STOWA ingebracht om een gaszak ter vervanging van geurinstallaties te onderzoeken. Het idee bestaat uit een mee-ademende zak die boven op een kelder van een rioolgemaal geplaatst kan worden, zodat de conventionele geurfilters kunnen komen te vervallen. In 211 zal voor een rioolgemaal een schetsontwerp worden gemaakt voor een dergelijke gaszak en zal in STOWA-verband verder worden onderzocht op toepasbaarheid. Werking stankbestrijdingsvoorzieningen De controle op de werking van de stankbestrijdingsvoorzieningen wordt uitgevoerd door de technici van de afdeling Beheer. Volgens een bepaald schema worden de installaties periodiek doorgemeten. Onder andere wordt dan gekeken naar de afgezogen luchthoeveelheid, de drukval over het filter en vindt er zonodig onderhoud aan het filtermateriaal plaats. Bovendien worden regelmatig monsters genomen van de inhoud van de biofilters. Deze monsters worden vervolgens op het laboratorium geanalyseerd op ph, indamprest en kalkgehalte. Mede aan de hand van deze analyseresultaten wordt besloten of de kwaliteit van de filtervulling nog voldoende is. In 21 hebben de stankbestrijdingsvoorzieningen op de diverse installaties goed gefunctioneerd. Er zijn slechts een beperkt aantal klachten binnengekomen, zie hiervoor

44 32

45 6. Duurzaamheid 6.1. Energie Energiedoelstellingen De energiedoelstellingen van de sector Zuiveringsbeheer zijn in lijn met de nationale doelstellingen, zoals verwoord in het nationaal werkprogramma Schoon en Zuinig. De doelstellingen zijn verder uitgewerkt in de Beleidsnota van de sector Zuiveringsbeheer Zuiveren met Ambitie uit 27 en in het MJA3-convenant dat in 28 door de Unie van Waterschappen is afgesloten voor de branche Zuiveringsbeheer. In 21 heeft de Unie van Waterschappen het klimaatakkoord afgesloten met het Rijk. Hiermee zijn de MJA3 doelstellingen gaan gelden voor het gehele waterschap. Samengevat zijn de doelstellingen volgens het klimaatakkoord. 3% energie-efficiënter en zuiniger werken tussen (gemiddeld 2% per jaar) 4% zelfvoorzienend in 22 door eigen duurzame energieproductie 1% inkoop van hernieuwbare (duurzame) energie in 215 3% minder broeikasgassen tussen 199 en Energie maatregelen Voor de realisatie van de doelstellingen zijn onderstaande maatregelen benoemd. Energiebesparingsmaatregelen Voor is als verplichting uit MJA een energie besparingsplan (EEP) ingediend bij de bevoegd gezagen. Hierin zijn maatregelen opgenomen die tot realisatie van de doelstellingen moeten leiden. In het EEP zijn de onderstaande maatregelen opgenomen. Locatie, maatregel MJA categorie Mogelijke besparing [MWh] Nieuwveer 1. Slibvergisting+slibontwatering zeker 2. Deelstroombehandeling onzeker 3. Bellenbeluchting 2 de trap onzeker Bath 4. Optimalisatie beluchting zeker 5. Optimalisatie slibgisting zeker Dongemond 6. Optimalisatie beluchting onzeker 55 Regio AWP 7. Systeemoptimalisatie AWP onzeker 8. 3 de pomp AWP onzeker Diverse kleine rwzi s 9. Hybridebeluchting (pilot Halsteren) voorwaardelijk 265 Tabel 6.1 Energiebesparingsmaatregelen EEP Toelichting Zekere maatregelen worden geacht uitgevoerd te worden in de periode Onzekere maatregelen worden waarschijnlijk niet uitgevoerd in deze periode. Voorwaardelijke maatregelen worden pas uitgevoerd mits voldaan is aan bepaalde voorwaarden. 33

46 Status doelstellingen en maatregelen Energie besparingsmaatregelen De maatregelen die binnen de EEP worden gerealiseerd zijn de nieuwe slibverwerking en slibvergisting rwzi Nieuwveer en optimalisatie beluchting rwzi Bath. Deze maatregelen worden pas effectief in 212. Hiermee wordt circa 4.1 MWh bespaard oftewel 1% energiebesparing. De overige maatregelen worden mogelijk na 212 gerealiseerd en zijn in dit EEP daarom als onzeker gecategoriseerd. In 212 wordt een nieuw EEP opgesteld met een nieuw energie besparingsplan waarbij mogelijk enkele van voorgenoemde onzekere maatregelen worden genomen, maar dan als zekere of voorwaardelijke maatregel. Inkoop van hernieuwbare energie Elektriciteit wordt vanaf 28 1% duurzaam ingekocht voor het gehele waterschap. Dit gebeurt door het aankopen van garanties van oorsprong (GVO s) voor 45. MWh op basis van waterkracht. Inzet van energiedragers in 21 In 21 zijn onderstaande energiedragers ingezet voor de primaire processen van de sector Zuiveringsbeheer. Primair energieverbruik (totaal 483 TJ) Olie 1,5% Biogas 19,7% Elektriciteit 78,4% Aardgas,4% figuur 6.1. Inzet van energie voor primaire processen, Transport, Zuiveren en Slibverwerken (totaal 483 TJ) Zelfvoorziening door hernieuwbare energie Het geproduceerde biogas wordt op de rwzi s Bath, Dongemond en Waalwijk gebruikt om duurzame elektriciteit en warmte te produceren door middel van WKK s. In 21 is op deze wijze 12,2% van het totaal elektriciteitsverbruik duurzaam opgewekt. De opgewekte hoeveelheid warmte wordt niet gemeten. Het elektrisch WKK-rendement is weergegeven in onderstaande tabel. Rwzi kwh/m 3 (BG eq ) Elektrisch rendement (%) WKK Bath 1,91 29% 3% 3% WKK Dongemond 1,71 28% 28% 26% WKK Waalwijk 1,74 26% 27% 27% Gemiddeld 1,84 29% 29% 28% Tabel 6.2 elektrisch rendement WKK s 34

47 Het aandeel methaan van het biogas op de rwzi Dongemond is gemiddeld 4% lager dan die van de rwzi Bath en Waalwijk. Daarnaast draait de WKK van Dongemond niet altijd op vollast en daardoor niet optimaal. Daarom presteert de WKK minder goed dan de WKK van Bath. De WKK van Waalwijk draait ook niet op vollast als gevolg van een regeling die ervoor zorgt dat er zo min mogelijk aan het net wordt teruggeleverd. Daarnaast wordt in de winter het elektrisch vermogen verlaagd om gedurende langere tijd in de warmte te kunnen voorzien. Voor het rendement van de WKK is dit ongunstig. In 211 moet onderzocht worden hoe de bedrijfsvoering van de WKK s Dongemond en Waalwijk geoptimaliseerd kan worden. Het biogas van de rwzi Nieuwveer wordt nuttig en dus duurzaam toegepast in de stoomketels van de Slibontwatering Nieuwveer voor het Zimpro ontwateringsproces. Hiermee was de zelfvoorzienendheid door duurzame energie (biogas) in 21 19,7% Uitgevoerde energiestudies en pilots In 21 zijn de onderstaande energiestudies en pilots uitgevoerd rwzi Nieuwveer - samenwerking met de Gemeente Breda Op de rwzi Nieuwveer wordt een slibgisting gebouwd en deze moet circa maart 212 in bedrijf zijn. De gemeente Breda is van plan om een biomassacentrale (BMCB) te realiseren voor duurzame stadsverwarming. Het biogas van de rwzi kan duurzaam ingezet worden bij deze BMCB. In 21 is een intentieverklaring voor samenwerking opgesteld en is UKP subsidie toegekend van circa 8.,-- rwzi Bath- business case biogas voor de Groene Poort De firma Colsen heeft een business case uitgevoerd voor het leveren van biogas aan de Groene Poort. De studie wees uit dat de budgetneutrale kostprijs,37 per m3 biogas moet bedragen. Dit is veel hoger dan de huidige aardgasprijs en daarom financieel niet haalbaar. rwzi Dongemond- Energiefabriek en warmtepomp Waterschap Brabantse Delta is deelnemer van de Energiefabriek en de rwzi Dongemond heeft potentie om een energiefabriek te worden. In 21 zijn de partijen Martens BV, ZLTO (vertegenwoordigd de Glastuinbouw), Eles (voorheen Essent Warmte), Stichting Duurzaam Oosterhout en waterschap Brabantse Delta gestart met het onderzoeken van kansen voor het efficiënt uitwisselen van energiestromen. Dit wordt onderzocht door adviesbureau Ener2 in opdracht van de Provincie. Dit is tevens een vervolgstap van het waterwegenproject: Biogas voor de glastuinbouw. Eind 21 is ook een start gemaakt met de business case warmtepomp rwzi Dongemond. Doel van een warmtepomp is om uit laagwaardige restwarmte, hoogwaardige warmte te produceren om zoveel mogelijk in de eigen warmtebehoefte te voorzien en daardoor meer biogas aan derden te kunnen leveren. rwzi Halsteren - Pilot Hybridebeluchting Door een deel van de oppervlaktebeluchting in ondiepe oxidatiesloten te vervangen door efficiëntere bellenbeluchting wordt energie bespaard. Deze pilot moest aantonen hoeveel dit is en of het kostenneutraal uitgevoerd kan worden. Indien kostenneutraal, dan zou dit ook voor andere rwzi s een mogelijke energiebesparingsmaatregel kunnen zijn. Om deze reden is deze maatregel als voorwaardelijk opgenomen in het EEP De eerste resultaten laten een besparing zien van bijna 1% ten opzichte van de oppervlaktebeluchter. De verwachting was echter circa 3%. De voorlopige conclusie is dat het financieel niet haalbaar is om deze maatregel op soortgelijke rwzi s uit te voeren omdat het niet kostenneutraal is. Project Energie onder 1 noemer In 21 is dit project gestart om te komen tot een uniforme uitvraag van energiegegevens voor de diverse uitvraagpartijen; AgentschapNL, Bedrijfsvergelijking Zuiveren, UVW, CBS. Uiteindelijk doel is om de gegevens éénmaal per jaar te verzamelen en te verstrekken aan de genoemde partijen. Deze uniforme uitvraag, dient door het toekomstig Z-info informatiesysteem eenvoudig beantwoord te kunnen worden. Sector Zuiveringsbeheer heeft een grote bijdrage geleverd aan dit afstemproject. Een tweede doel is te komen tot een uniforme waardering (rekenmethode) van energiegebruik. Deze tweede doelstelling zal voorlopig niet mogelijk zijn, maar blijft wel een streven. 35

48 6.2. Afvalstoffen Bij het transporteren en zuiveren van afvalwater komen afvalstoffen vrij. Het grootste deel hiervan is zuiveringsslib (zie hoofdstuk 3). Daarnaast wordt roostergoed afgevangen en zand afgescheiden. Bij het onderhoud komt afgewerkte olie en overig (on-)gevaarlijk afval vrij zoals verfresten e.d. Ook wordt huisvuil en papier van de diverse installaties afgevoerd. In tabel 6.3. staan de afgevoerde hoeveelheden afvalstoffen in 21. Van deze afvalstoffen worden papier en zand naar recyclingsbedrijven afgevoerd. Roostergoed Papier Huisvuil Zand Overig afval Totaal Tabel 6.3. Afvoer aan afvalstoffen 21 (kg/jaar) 6.3. Hergebruik Effluent In 21 is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor hergebruik van het effluent van de rwzi s Bath en Baarle-Nassau. Zie hiervoor par Op de rwzi Kaatsheuvel wordt reeds gedurende tal van jaren een gedeelte van het effluent nagezuiverd in een zandfilter en ingezet als alternatief voor grondwater. Zie ook par. 2.1 bij de rwzi Kaatsheuvel. Figuur 6.2. Zandfilter rwzi Kaatsheuvel Fosfaat Fosfaat is een belangrijke voedingsstof en essentieel voor al het leven op aarde. Fosfaat wordt dan ook op enorme schaal toegepast in kunstmest om te voldoen aan de voedselvraag in de wereld. Sterker nog, de vraag naar fosfaat is zo groot dat geschat wordt dat de economisch winbare voorraad wereldvoorraad nog slechts voldoende is voor de komende 6 tot 1 jaar. Rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI s) hebben een hoog potentieel voor fosfaatterugwinning. Huishoudelijk afvalwater, regenwater en water dat afkomstig is van industrieën komen via het riool bij een RWZI terecht. De zuiveringsinstallatie is, vanuit bescherming van de oppervlaktewaterkwaliteit, er op gericht een zo schoon mogelijk effluent te creëren. Zodoende blijft de belasting van nutriënten uit de afvalwaterketen naar het oppervlaktewater binnen de normen. Immers een nutriëntenoverschot veroorzaakt eutrofiering, wat leidt tot algenbloei, zuurstof afname in het water en vissterfte. Aan de ene kant is er grote vraag naar (hoogwaardige) fosfaat terwijl op een rwzi fosfaat uit het afvalwater verwijderd wordt. Een sluiting van deze kringloop lijkt voor de hand liggend en kan op diverse manieren bereikt worden. Voor ons waterschap, waar het fosfaat voor het overgrote deel chemisch wordt verwijderd, is de route waarbij het fosfaat uit verbrandingsas wordt verwijderd de enige route waarbij op grote schaal fosfaat kan worden teruggewonnen. Welke initiatieven er ontplooid zijn op dit gebied staat in par gemeld. 36

49 7. Innovatie 7.1. Innovatieagenda Ten behoeve van het begrip innovatie en de plek die het heeft in de organisatie is onderscheid gemaakt in incrementele en radicale innovatie. Incrementele innovatie is het continu verbeteren hetgeen verankert zit in de organisatie. Radicale innovatie is de zoektocht naar nieuwe kansen en mogelijkheden. Dit is gevisualiseerd in onderstaande figuur. Incrementele innovatie Radicale innovatie huidig Figuur 7.1. Incrementele innovatie en radicale innovatie In de ambitienota zuiveringsbeheer is naast permanent kostenbewustzijn een zestal speerpunten voor de zuiveringstaak benoemd, namelijk; kringloopsluiting, energie, betrouwbaarheid, innovatie, samenwerking en organisatie. Niet voor elk speerpunt is evenveel innovatie benodigd. Speerpunten voor incrementele innovatie voor zuiveringsbeheer zijn: - Betrouwbaarheid en kostenbewustzijn: assetmanagement - samenwerking gemeentes en bedrijven: OAS - energie: hybride beluchting, warmtepompen, alternatieve toepassing biogas - organisatie: professionalisering transport Onderwerp Wat is de incrementele innovatie? Asset management OAS Professionalisering Transport Hybride beluchting Warmtepomp Alternatieve toepassing biogas De processen onderhoud en vervanging worden op elkaar afgestemd en er kunnen afwegingen worden gemaakt op basis van transparante en reduceerbare gegevens en processen (zie par 4.6). Samenwerking met gemeentes en bedrijven in de waterketen. Naast het feit dat de samenwerking innovatief is zijn ook vaak de gevonden optimalisaties innovatief (zie par 8.1). Het proces transport moet dezelfde professionaliteit krijgt als het proces Zuiveren van afvalwater. Transport is bij de waterschappen nooit expliciet gemaakt. Wij nemen hierin nu als waterschap het voortouw (zie par. 1.2.) Toepassen van bellenbeluchting in een omloopsysteem met borstels omdat dit energiewinst oplevert. Er moet onderzocht worden welke energiewinst bereikt kan worden en of dit opweegt tegen de investeringskosten (zie 6.1): De warmte uit het afvalwater of het effluent kan benut worden met behulp van een warmtepomp. Als vraag en aanbod geografisch bij elkaar liggen kan dit economisch aantrekkelijk zijn. (zie 6.1): Als het biogas bij andere bedrijven toegepast kan worden voor opwarming wordt een veel grotere energiewinst gehaald. Er is onderzocht of er mogelijkheden zijn (zie par. 2.1 rwzi Nieuwveer) Tabel 7.1. Overzicht incrementele innovaties 37

50 Voor radicale innovatie zijn initiatieven gewenst in de gebieden waar een grote verbetering te verwachten is, maar deze met de bestaande bedrijfsvoering niet kan worden bereikt. De betreffende onderwerpen zijn: - kringloopsluiting (effluent, P, alternatieven aluminium, Fuzzy Filter) - energieproductie uit afvalwater (energiefabriek, algen) - samenwerking extern (synergiekansen kalvergier, afvalwater SNB, monitoring afvalwaterketen, Kallisto) Ten aanzien van het thema betaalbaarheid is het altijd gewenst om mogelijke kansen te ontwikkelen. Het thema waterschapbelastingvrij wat brabantbreed wordt uitgewerkt is hiervoor een voorbeeld. De onderwerpen zijn in onderstaande tabel kort toegelicht en worden nader uitgewerkt in paragraaf 7.2. Onderwerp P-hergebruik Alternatief voor Al-zout Fuzzy-filter Effluenthergebruik Energiefabriekmarktonderzoek Energiefabriek- Nieuwveer Algenkweek Synergiekansen kalvergier SNB Monitoring afvalwaterketen Kallisto participatie Wat is de radicale innovatie? Fosfaatrecycling is een van de doelstellingen van het klimaatakkoord. Een groot deel van het fosfaat komt in het afvalwater terecht en terugwinning hieruit kan een belangrijke bijdrage leveren aan de doelstelling (zie 7.2) Voor de rwzi Bath is een marktonderzoek uitgevoerd naar potentiële afnemers van het water en voor rwzi Baarle-Nassau is nagegaan wat het kost voor de inzet van verdrogingsbestrijding Literatuuronderzoek naar de werking van aluminium en uittesten van middelen die claimen ook hetzelfde effect als aluminium te kunnen bereiken (t.b.v. licht slibbestrijding). Toepassen van een nieuwe techniek voor zwevende stofverwijdering uit effluent. De techniek is voor het eerst op full-scale toegepast, daarnaast is onderzocht of de techniek ook geschikt was voor N en P verwijdering Er is nagegaan of er een markt is voor waterschapsenergie en in hoeverre de waterschappen dit kunnen leveren. Het concept energiefabriek is op een andere manier kijken naar de functie van de rwzi en dit ook durven te vermarkten naar de omgeving. Het A-B proces van de rwzi Nieuwveer is heel geschikt om zoveel mogelijk energie uit het afvalwater te halen. Er worden zowel nieuwe technologieën geïmplementeerd als onderzoek om dit doel te bereiken. Algen worden gezien als potentiële bron van biobrandstof en algen kunnen de effluentkwaliteit verbeteren. Onderzocht is welke rol we hierin willen spelen (initiatief) De ZLTO onderzoekt met Waterschap Brabantse Delta de mogelijkheden van een kalvergierbewerkingsinstallatie voor de verwerking van ca. 2. ton kalvergier per jaar. Het doel van de huidige studie is het in kaart brengen en op hoofdlijnen uitwerken van de synergie die ontstaat indien de KGBI wordt gekoppeld aan een RWZI. Pilotonderzoek duurzame stikstofverwijdering bij SNB. Samen met de gemeentes wordt nagedacht hoe maatregelen in de afvalwaterketen beter onderbouwd kunnen worden d.m.v. goede monitoring (initiatief) Groot onderzoek van de Dommel, waarin wij participeren. Doel van het project is om de emissies uit waterketen Eindhoven op de Dommel zo doelmatig mogelijk te saneren. Hiertoe wordt via metingen het effect van emissies op het watersysteem in kaart gebracht en gemodelleerd, worden innovatieve saneringstechnieken voor de emissies op pilotschaal uitgetest en de effecten gemodelleerd. Tabel 7.2. Overzicht radicale innovaties 38

51 De innovaties die niet duidelijk in te delen zijn staan in onderstaande tabel. Onderwerp Wat is het? Centrale Nagegaan wordt hoe vorm gegeven kan worden aan de doelstellingen rond regelkamer professionalisering binnen het beheer van de rwzi s. Calamiteitenscenario s Analyse neerslag en afvoer rwzis Gaszak Ten behoeve van het deelbestrijdingsplan Zuiveringstechnische werken zijn maatgevende scenario s opgesteld De methodiek die ontwikkeld is voor analyse van de neerslaggegevens is dit jaar geïmplementeerd. In STOWA- verband mogelijkheden onderzoeken om geurverspreiding door atmosferische drukverschillen op te vangen in een gaszak (deelname begeleidingscommissie). Tabel 7.3. Overzicht overige innovaties 7.2. Resultaten radicale en overige innovaties P-hergebruik Fosfaathergebruik is vanuit het bestuursprogramma en het klimaatakkoord een aandachtpunt voor innovatie. Hergebruik van fosfaat uit de asrest van ijzerarm slib is mogelijk via de route SNB- Thermphos. Deze route is door problemen bij Thermphos in 21 niet in gebruik geweest. De volgende onderzoeken zijn uitgevoerd en initiatieven zijn ontwikkeld: Opstellen ijzerbalans slib. Het blijkt dat ook met aluminiumdosering voor defosfatering het meeste slib van het waterschap teveel ijzer bevat. De oorsprong van het ijzer en de mogelijkheden de grens van ijzerarmslib te verhogen zijn de vervolgacties die nu worden uitgezocht. Opstarten onderzoek terugwinning uit ijzerrijk slib samen met SNB. SNB is zich nu aan het oriënteren op alternatieve technieken om fosfaat uit de verbrandingsas terug te winnen. Opstarten MCA fosfaathergebruik routes. Fosfaat kan op meerdere plekken uit het afvalwater worden teruggewonnen ; op de locatie waar het ontstaat zoals bv urinescheiding; op de rwzi zoals bij bio-p en struviet reactoren gebeurd en uit de as van zuiveringsslib (zie figuur 7.2). Nagegaan dient te worden wat de meest optimale route is en of investeren in de route vanuit de as altijd zinvol blijft. Onderzoek mogelijkheid waterschapsbrede cradle to cradle-pilot fosfaat. Figuur 7.2. Terugwinning fosfaat uit afvalwater. In de huidige situatie wordt door te veel ijzer in het slib (bijna) geen fosfaat hergebruikt via detherphos route. Als fosfaat uit urine wordt gehaald is dit maar een klein gedeelte van wat er in het afvalwater aanwezig is. Verwijdering op de rwzi haalt al meer terug, maar er blijft fosfaat in het slib dat in de as komt. Het lijkt dus optimaal om fosfaat uit de as terug te winnen. 39

52 Effluenthergebruik In het kader van kringloopsluiting is effluenthergebruik een innovatiespeerpunt. De volgende activiteiten zijn uitgevoerd: - marktonderzoek effluenthergebruik rwzi Bath. Vanuit de stuurgroep water uit de Brabantse wal wordt gekeken naar alternatieven voor de zoetwatervoorziening en West-Brabant en Zeeland. Een van de opties is het effluent van Bath. Omdat uit eerdere studies is gebleken dat het opwerken van het water tot de gewenste kwaliteit kostentechnisch mogelijk is, is nagegaan wat het marktpotentieel is. Er zijn twee potentiële toepassingen met klanten geïdentificeerd die nader zijn uitgewerkt. De resultaten hiervan komen begin 211 vrij, maar duidelijk is al wel dat effluenthergebruik voor deze partijen geen winstpakker is. - inzet effluent rwzi Baarle-Nassau voor droogtebestrijding en mogelijke verplaatsing rwzi Chaam naar Baarle Nassau. Bij de afdeling kennis en advies van watersystemen is een studie gedaan naar droogteschade en kosten voor inzet effluent. De omvang van de droogteschade was veel lager dan kosten voor verplaatsing van de effluentlozing van de rwzi Chaam en kosten voor verdeling van het water richting hoger gelegen gebieden. Wel zijn er mogelijkheden om in het beekdal zelf het water beter te benutten. In 211 zal besluitvorming plaatsvinden over het vervolg. - Het project hergebruik gezuiverd grijswater bij De Beukenhof (komt uit Waterwegen) is afgerond. Het waterschap heeft aan de Beukenhof aangeboden om bij uitvoering van het project analyses uit te voeren en de werking van het systeem te evalueren Alternatieven aluminiumzout Aan het gebruik van aluminiumzouten op de rwzi s, ten behoeve van defosfatering en lichtslib bestrijding, kleven financiële en toxicologische bezwaren. Er is daarom met behulp van stagiaires onderzoek uitgevoerd naar: de werking van aluminium in de lichtslib bestrijding. Met behulp van laboratoriumproeven is aangetoond dat de werking niet acuut is en niet het gevolg van slibverzwaring. Aan de hand van literatuuronderzoek zijn er aanwijzingen dat het aluminium toxisch is en de groei van draadvormers remt. Over de toxische werking bestonden meerdere hypotheses die niet goed aangetoond zijn. Figuur 7.3. Bezinking van actief slib. Een mogelijke alternatief (het product Nutrics ) voor aluminiumzout is uitgetest op de rwzi Bath. Met het product toegepast naast de dosering van aluminiumzout werd beter bezinkbaar en stabieler slib verkregen. Het produkt moet nog op een andere locatie zonder aluminiumdosering worden uitgetest. Het onderzoek is afgerond met een workshop voor technologen. Voor een beter begrip rond licht slib was prof. Dr. Ir. W. Verstraeten (Universiteit Gent) uitgenodigd om de introducerende lezing te geven. Door microbiële fingerprints kan beter inzicht verkregen worden in de soortenverdeling in actief slib. Hij gaf aan dat je naast onderdrukking van een soort (draadvormers door toevoeging van aluminium) ook kon werken aan de stabiliteit van een populatie. Toevoeging van micronutriënten verhoogt de stabiliteit en soortenrijkdom en zorgt ervoor dat draadvormers minder snel dominant worden. 4

53 SVIin ml/l 12 1 Straat 1 (Nutrics) Straat 2 (ref) Start/stop Nutrics apr 22-apr 2-mei 12-mei 22-mei 1-jun 11-jun 21-jun 1-jul 11-jul Figuur 7.4. Resultaten dosering Nutrics Fuzzy Filter Op rwzi Nieuw Vossemeer is in 29 het full-scale onderzoek gestart naar de werking van het Fuzzy Filter als alternatief voor een nageschakeld zandfilter. Het Fuzzy Filter is een innovatieve techniek waarvan is bewezen dat bij hoge oppervlaktebelasting in het filter zwevende stof verwijderd kan worden. In Nieuw-Vossemeer werd onderzocht of het mogelijk is met het Fuzzy Filter fosfaat en stikstof te verwijderen. Hierbij werd tevens vastgesteld of het Fuzzy Filter concurrerend is voor zandfiltratie. Naast de participanten STOWA en Bosman watermanagement, heeft ook de provincie Noord-Brabant subsidie verleend voor dit project. Figuur 7.5. Processchema Fuzzy-Filter rwzi Nieuw-Vossemeer De doelstellingen van het onderzoek waren: Vaststellen in hoeverre een vergaande verwijdering van de nutriënten fosfaat en stikstof met Fuzzy Filters realiseerbaar is. Hierbij zijn voor totaalfosfor,15 mg P/l en totaalstikstof 2,2 mg N/l als effluentstreefwaarde gedefinieerd. Vaststellen of gecombineerde stikstof en fosfaatverwijdering mogelijk is. Vastleggen van ontwerp- en dimensioneringsgrondslagen Fuzzy Filtratie voor de verwijdering van stikstof en fosfaat. Vaststellen investerings- en exploitatie kosten van Fuzzy Filtratie. Vanuit bovengenoemde doelstellingen is de technische en economische haalbaarheid van Fuzzy Filtratie voor nutriëntenverwijdering bepaald. Fuzzy Filters zijn hierbij vergeleken met continue en 41

54 discontinue zandfilters, momenteel de meest gangbare technieken om nutriënten uit het effluent van een rwzi te verwijderen. Uit het onderzoek naar fosfaatverwijdering blijkt dat het Fuzzy Filter slechts gedurende de eerste 1 à 2 uur in staat is om kleine fosfaatvlokjes af te vangen. Hierna is sprake van toenemende doorslag van fosfaatvlokjes. Gelet hierop kan het Fuzzy Filter alleen vergaand fosfaat verwijderen bij korte looptijden en een hoge spoelfrequentie. Uit het onderzoek naar stikstofverwijdering blijkt dat een verwijderingsrendement van circa 5% nitraat haalbaar is met een standaard Fuzzy Filter. Dit is niet voldoende voor het halen van N=2,2 mg/l. Het Fuzzy Filter lijkt vooralsnog met name geschikt voor zwevende stof verwijdering. Verlenging van de looptijden bij fosfaatverwijdering is noodzakelijk om de technische en financiële haalbaarheid van fosfaatverwijdering met Fuzzy Filtratie te vergroten. Het STOWA rapport wordt in 211 gepubliceerd. Energiefabriek-marktonderzoek Met een aantal waterschappen is onderzocht hoe potentiële klanten staan tegenover het waterschap als energieleverancier voor groene energie. Vooral het betrouwbare imago van het waterschap werd in dit kader als zeer belangrijk pluspunt gezien. Daarnaast blijkt uit het marktonderzoek dat levering van vloeibaar biogas (de benzinepomp) de meeste toegevoegde waarde geeft en winstgevend kan worden geëxploiteerd. Er wordt nu gezocht naar een waterschap die in een pilotproject vloeibaar biogas aan de consument wil leveren. Energiefabriek-Nieuwveer Het tweetraps-systeem van Nieuwveer biedt veel kansen om een maximale hoeveelheid energie uit het afvalwater te halen. Er lopen een aantal projecten en verkenningen op dit gebied: Project slibverwerking Nieuwveer; de vervanging van de Zimpro door vergisting levert de eerste energiewinst. Daarnaast wordt in dit project bekeken of deelstroombehandeling een kostenneutrale investering is. Maximale CZV verwijdering in de eerste trap en stikstofverwijdering zonder CZV (Anammox) in de tweede trap. Op rwzi Dokhaven van waterschap Hollandse Delta vindt een pilotonderzoek plaats naar Anammox in de hoofdstroom. Wij zijn zijdelings betrokken bij dit project en hebben toegezegd op termijn eventueel semi-full scale onderzoek uit te kunnen voeren. Daarnaast willen wij het onderzoek voor maximale CZV verwijdering in de eerste trap gaan trekken. Onderzoek Dynafill samen met KWR, Stowa en Logisticon. In kader van maximale CZV verwijdering in de eerste trap en hoge onderhoudskosten van de rechthoekige tussenbezinktanks is besloten mee te doen met onderzoek naar dynamische filtratie. Dit is een techniek waarbij het filter primair wordt opgebouwd uit het te filteren materiaal wat op een zeefdoek wordt opgebouwd. Oriënterend onderzoek geeft aan dat met eerste trap-slib hier heel goede resultaten mee te bereiken zijn, die goedkoper kunnen zijn dan traditionele bezinking. Daarnaast worden betere afscheidingsrendementen behaald en kan de betrouwbaarheid worden vergroot, omdat het proces onafhankelijk is van de slibbezinkingseigenschappen. Pilotonderzoek op de rwzi Nieuwveer is voor 211 gepland. Oriëntatie technieken die biogasproduktie uit slib vergroten. In 211 zal worden bekeken of thermofiele vergisting en thermische voorbehandeling kostenneutraal uitgevoerd kunnen worden. Alternatieve toepassing biogas. Er is een principe overeenkomst met de gemeente Breda (zie par 5.X). Als levering doorgaat zal ook gekeken worden naar toepassing van warmtepompen uit het effluent voor de levering van de benodigde warmte voor de gistingstank. SNB lokale voorzuivering stikstofrijk afvalwater Samen met SNB is een onderzoek uitgevoerd (zie par.8.3. Samenwerking). Onderdeel van dit onderzoek was een pilot onderzoek met Annamox en SBR op het afvalwater van SNB ten behoeve van de stikstofverwijdering. Het waterschap heeft hierin technologisch meegedraaid. 42

55 Anammox voor stikstofverwijdering Door Paques werden proeven gedaan ter vaststelling van de geschiktheid voor een behandelingsmethode voor het afvalwater van SNB. De voorgestelde procesconfiguratie betrof: dissolved air flotation (DAF) voor de verwijdering van olie en vet (en EOX en PAK) Biopaq IC reactor, een anaërobe behandelingsmethode een voorbeluchtingsreactor met bezinker ter verlaging van de CZV/N verhouding van de toevoer naar de Anammox reactor en ter opheffing van de nitrificatieremming (zie boven); Thiopaq systeem voor de behandeling van het biogas eenstaps Anammox reactor, waarbij ammoniumstikstof voor ongeveer de helft wordt omgezet in nitriet en vervolgens nitriet en ammoniak samen tot stikstofgas worden omgezet. Zoals dat bij pilot-proeven vaak gaat, had het systeem een moeizame opstart. Na enige tijd werkten DAF en IC goed, maar pas na geruime tijd boekte ook de Anammox-reactor goede resultaten. Het effluent van de proefinstallatie bevatte na opstarten gemiddeld 38 mg/l CZV, 8 mg/l BZV, 125 mg/l zwevende stof, en 5 mg/l NH 4 -N. Een klein deel van het aangevoerde NH 4 wordt, als bijproduct van de anammox-reactie, omgezet naar nitraat. De uiteindelijke effluentkwaliteit is vanzelfsprekend niet geschikt voor directe lozing op het Hollands Diep. PAK en EOX werden goed verwijderd, voldoende om aan de lozingseisen te voldoen. SHARON pilotonderzoek In een onderzoek door Grontmij, gerapporteerd in mei 21, werd het SHARON proces getest. Door de aanwezigheid van remmende stoffen in het afvalwater van SNB (zie 1.3.1) bleek de groeisnelheid van de nitrificerende bacteriën ernstig geremd. Daarom moest de aërobe verblijftijd ongeveer verdubbeld worden, ten opzichte van een standaard SHARON voor rejectiewater. Gelukkig bleek ook de nitraatvorming geremd. De vorming van nitraat (in plaats van het beoogde nitriet) werkt kostenverhogend op de bedrijfsvoering. Onregelmatigheid in de aanvoer noopte de onderzoekers tot het plaatsen van een buffer. De door remming zeer lage volumetrische activiteit leidde tot de conclusie dat een nitritatiesysteem op basis van het sequencing batch principe de voorkeur had voor een klassieke SHARON zonder slibretentie. Het effluent van de behandeling bevatte geen nitrificatieremming meer, had een geschat rendement van 93 % voor stikstof en voldeed aan een voldoende verwijdering van EOX en PAK. Kallisto participatie Het waterschap Brabantse Delta brengt aanvullend onderzoek in het Kallisto project in over de nabehandeling van gezuiverde rioolwater door een Fuzzy-Filter. Kennisdeling en samenwerking zijn belangrijke onderdelen van het project. De kennisdeling rond monitoren en modelleren van het effect van de waterketen op het watersysteem is voor het waterschap de belangrijkste reden om aan dit project deel te nemen. Rondom Eindhoven willen Waterschap De Dommel en gemeente Eindhoven de afvalwaterstromen beter beheersen om te kunnen voldoen aan de eisen die met de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) zijn vastgesteld. Deze stromen omvatten de gehele toevoer van afval- en regenwater uit Eindhoven en negen omliggende gemeenten. In het Kallisto-project gaan we op een innovatieve manier het doel bereiken: door te meten en monitoren, te modelleren en technische maatregelen te nemen, maar ook door de waterstromen actief te sturen op hoeveelheid en kwaliteit om zo optimaal gebruik te maken van de aanwezige en nog aan te brengen zuiveringstechnische bouwwerken in de gehele afvalwaterketen. Ook brengen we de actuele omstandigheden van het oppervlaktewater in beeld, waardoor we de onvermijdelijke restlozingen uit de afvalwaterketen kunnen sturen naar dat deel van het watersysteem waar de impact het kleinst is. 43

56 Kennisdeling en samenwerking zijn belangrijke onderdelen van het project. Daarom zijn de universiteiten van Wageningen en Gent (B) betrokken. Wageningen (Aquatische Ecologie en Waterkwaliteitsbeheer) doet onderzoek naar ecologische relaties en chemische processen in het oppervlakte water. Gent was al betrokken bij eerder onderzoek naar de zuiveringsprocessen op de rioolwaterzuivering Eindhoven en zal dit onderzoek verder uitbreiden. De STOWA draagt bij aan het verspreiden van de kennis die in Kallisto wordt opgedaan. De waterschappen Vallei & Eem en Brabantse Delta brengen iedere aanvullende onderzoeken in zoals over de nabehandeling van gezuiverde rioolwater door een Discfilter en door een Fuzzy-Filter. Deze praktische samenwerking leidt tot synergie. De gemeente Eindhoven en Waterschap De Dommel onderzoeken samen hoe de afvalwaterstromen in het aanvoerstelsel beter te beheersen zijn en welke specifieke maatregelen het grootste effect bereiken. Centrale regelkamer Vanuit de recente reorganisatie en het waterschapsbrede beleidsplan procesautomatisering is in 21 voorgesteld om te onderzoeken of een centrale regelkamer zinvol is voor de sectoren Zuiveringsbeheer en Watersystemen. In 211 wordt onderzocht welk bedrijfsmodel gewenst is voor een efficiente bedrijfsvoering van de primaire processen en wat de voordelen hiervan mogelijk zijn. Daarna kan bepaald worden wat we al hebben aan procesautomatiseringsmiddelen en wat er eventueel nog moet gerealiseerd worden om te komen tot een centrale regelkamer. Mogelijk dat dit onderzoek uitgevoerd wordt met de 2 overige Brabantse waterschappen, De Dommel en Aa & Maas. Analyse neerslag en afvoer rwzi s Over de jaren 27 t/m 21 zijn, met behulp van neerslaggegevens en de aanvoer op de rwzi s, berekeningen uitgevoerd om uitspraken te kunnen doen over de hoeveelheid DWA, rioolvreemd water en het op de riolering aangesloten verhard oppervlak. De methodiek van bepaling van het rioolvreemd water en het aangesloten verhard oppervlak zijn gepubliceerd in de H2O [nr. 2, 21; Relatie tussen neerslag en afvalwaterdebiet: Auteur(s) Riel, W. van ; Jonk, J. ; Wypkema, E.] De tot nu toe berekende resultaten geven een nog onvoldoende consistent beeld om duidelijke conclusies te trekken. In 211 zal het cijfermateriaal, aangevuld met nieuwe cijfers, opnieuw worden bewerkt. Indien nodig zal ook de berekeningsmethodiek worden verfijnd. Project calamiteitenscenario s De afdeling Zuiveringsbeheer wil optimaal voorbereid zijn op mogelijke calamiteiten. Hiertoe is in het calamiteitenplan een deelbestrijdingsplan zuiveringstechnische werken opgenomen. Het deelbestrijdingsplan geeft richtlijnen voor handelen in geval van een calamiteit met betrekking tot de zuiveringstechnische werken. In aanvulling op het deelbestrijdingsplan is in 21 een project afgerond, waarin een elftal maatgevende calamiteuze situaties voor zuiveringstechnische werken zijn gedetailleerd en in scenario s nader omschreven. Deze scenario s vormen een handvat om in de desbetreffende calamiteuze situatie te handelen. De calamiteitenscenario s voor de zuiveringstechnische werken zijn in teamverband uitgewerkt. Ondersteund door DHV, hebben zuiveringstechnologen, bedrijfsvoerders, de 44

57 calamiteitencoördinator en andere medewerkers van het waterschap, gezamenlijk de volgende scenario s geanalyseerd en opgesteld: Scenario 1 Calamiteuze lozing afvoerstelsel 2 Calamiteuze lozing 3 Toxische lozing 4 Lekke persleiding 5 Lozing van bluswater 6 Stroomstoring 7 Explosiegevaar 8 Stankoverlast 9 Verstopping waterlijn 1 Vorst: vastvriezen onderdelen 11 Lozing radioactief materiaal in afvoerstelsel Tijdens de detaillering van de scenario s is gelijktijdig gewerkt aan het inventariseren van de benodigde kennis, vaardigheden en faciliteiten en is vastgesteld waar zich hiaten bevinden en hiertoe zijn adviezen en verbetervoorstellen geformuleerd. In december 21 heeft een door het waterschap georganiseerde bijeenkomst plaatsgevonden, waarbij in workshop vorm samen met externe betrokkenen (Gemeenten, Rijkswaterstaat, collega waterschappen) gediscussieerd is over de scenario s. De opbrengst van deze interactieve bijeenkomst zal gebruikt worden voor de verdere verbetering van de scenario s Ideeënwedstrijd In november 21 is in het kader van de wilde waterweken een ideeënwedstrijd georganiseerd. In totaal zijn er 117 ideeën ingebracht. De ideeën waren over het algemeen niet ver uitgewerkt en met weinig tijd ingediend. De waterweb applicatie heeft hierbij heel goed gewerkt. Het resultaat was dat heel veel mensen bij de wedstrijd betrokken werden. Van de 29 externe ideeën zijn scores gemaakt en 11 winnaars uit de bus gekomen. Deze 11 hebben hun idee met een wervende pitch van 5 minuten gepresenteerd. De externe commentaren van het DB en externe kennishebber werkten erg positief en zorgden ervoor dat het idee meer draagvlak kreeg. Interessante ideeën voor zuiveringsbeheer waren: Onderwerp Voorbehandeling rioolwater Microbiële Fingerprints Warmtewinning uit riool Vernieuwd bergbezinkbassin Serious gaming Quote Overstortwater bestaat voornamelijk uit bezonken slib. Zorg dat dit in het riool wordt afgebroken, zodat het niet meer overstort. Dit past prima bij ons moderne waterschap, de waterautoriteit in West-Brabant! Steek geen energie meer in afvalwaterleidingen, maar haal er energie uit. 1 stukje leiding en 2 afsluiters en je hebt een bak die veel beter werkt. Verbeter samenwerking en probeer nieuwe strategien uit en oefen ongewone situatie via leuke (digitale) spellen. 45

58 7.4. Strategisch beleid In het kader van het opzetten van een innovatieagenda is strategisch beleid ontwikkeld: - de visie en doelstellingen voor innovatie zijn nader gespecificeerd; - er zijn speerpunten geformuleerd waar innovatie op moet focussen; - er is een selectiekader opgesteld om ideeen te kunnen ranken en selecteren. In 211 zal dit leiden tot vastgesteld innovatiebeleid. 46

59 8. Samenwerken in de keten 8.1. OAS-studies In de afvalwaterketen is het afgelopen jaar samen met gemeenten gewerkt aan de nog lopende OAS-studies. De OAS-studies Rijen en Lage Zwaluwe zijn in 21 afgerond, de studie Kaatsheuvel bijna. De laatste studies, te weten Waalwijk&Waspik, Bath en Nieuwveer zullen worden afgerond in 211. In de studies is in 21 veel energie gestoken in het verzamelen van de benodigde informatie om modellen van de uitgangssituatie te kunnen maken, de referentiemaatregelen te berekenen om te kunnen voldoen aan de basisinspanning en de bijbehorende afnameverplichting te bepalen. In 21 is vastgesteld dat in de basisinspanning het afgekoppeld verhard oppervlak moet worden meegenomen. Dit besluit heeft vertraging opgeleverd in de studies. Daarnaast is met de betrokken gemeenten een discussie gevoerd over NBW-A maatregelen. Tot dan toe werd na afloop van de OAS-studie in een nageschakeld onderzoek gezocht naar alternatieve maatregelen in het watersysteem. Uitkomst van de discussie is dat nu per OAS-studie door betrokken partijen is bepaald dat de NBW-A ronde wordt geïntegreerd. De Quick Scan rapportages worden verwacht begin 211 en de studies, inclusief NBW-A, zullen in 211 worden afgerond. De OAS-studie Dongemond wordt medio 211, na de afronding van de studie "Oostelijke Persleiding" van Oosterhout, op basis van de nieuwe situatie van de riolering opnieuw gestart. De OAS-studies kunnen worden beschouwd als de start van permanente samenwerking, en hebben tot doel het definiëren van gezamenlijke maatregelen in de afvalwaterketen Operatie Storm In 21 is landelijk beleid ontwikkeld (Operatie Storm) als gevolg waarvan, de komende jaren, samen met gemeenten flink bezuinigd moet gaan worden in de afvalwaterketen, zowel op gebied van beheer en onderhoud, als op gebied van plannen cq. investeringen. Gemeenten en waterschappen hebben een organisatiestructuur ontwikkeld met 4 voorlopige werkeenheden (zie figuur 8.1.), aangestuurd door bestuurlijke duo s: een gemeentebestuurder en een waterschapsbestuurder. De voorlopige werkeenheden 1 en 2 liggen binnen het werkgebied van Brabantse Delta. Werkeenheid 3 is gelegen in de waterschappen de Dommel en Brabantse Delta met in liggende gemeenten, waaronder Tilburg. Werkeenheid 4 is gelegen in de waterschappen Rivierenland en Brabantse Delta met in liggende gemeenten, waaronder Wijk en Aalburg. In 211 zal de structurele samenwerking ingevuld moeten worden. Figuur 8.1. Indeling voorlopige werkeenheden. 47

60 Samenwerking op gebied van beheer en onderhoud bestaat al met het havenschap Moerdijk: het waterschap voert het gemalenbeheer en -onderhoud uit Samenwerking met bedrijven en organisaties Behalve met gemeenten wordt ook samengewerkt in de afvalwaterketen met andere partijen: Een deelstroom, van maximaal 75 m3/h, van het effluent van de rwzi Kaatsheuvel wordt behandeld in een continu zandfilter, alvorens het naar het helofytenfilter van de Efteling wordt gepompt. In 21 is circa 395. m3 nabehandeld effluent aan de Efteling geleverd. Samen met SNB is een modellering uitgevoerd, vanuit de ketenbenadering, van de stikstofverwijdering op de rwzi Bath, waarin de stikstoflozing van SNB is beschouwd. De uitkomst was dat het kostentechnisch optimum ligt bij zuivering van het bedrijfsafvalwater op de rwzi Bath. Echter, vanuit vergunningstechnisch perspectief, en robuustheid naar de toekomst, is toch besloten te zuiveren bij de bron. Op basis hiervan is in 21 bij SNB het besluit genomen om een project te initiëren dat tot doel heeft een zuivering te realiseren ter plaatse van SNB. De samenwerking zal in 211 een vervolg krijgen omdat het waterschap betrokken zal zijn bij uitvoering van het project. Samen met het bedrijf Nuplex Resins is een onderzoek uitgevoerd, vanuit een ketenbenadering, naar de doelmatigheid van verwerking van het bedrijfsafvalwater op de rwzi Bath. De uitkomst was dat de rwzi Bath het bedrijfsafvalwater doelmatig kan zuiveren. Deze conclusie wordt meegenomen in het lopende vergunningaanvraagtraject voor indirecte lozing. Samen met ZLTO is een onderzoek uitgevoerd naar mogelijke synergievoordelen bij mestverwerking op een rwzi. Uitgangspunt van ZLTO in het onderzoek was een conventioneel actief slibsysteem met voorbezinking. De uitkomst was dat de synergievoordelen bij een rwzi zonder slibgisting minimaal zijn en bij een rwzi met slibvergisting beperkt. Conclusie was ook dat er mogelijk meer synergievoordelen zijn te behalen met een duurzamer innovatief concept, waarbij als uitgangspunt geldt de vergaande scheiding tussen de vaste en vloeibare mestfractie, zodat geen degradatie ontstaat van meststof naar afvalstof. De vaste (mest-) fractie wordt elders nuttig gebruikt. De vloeibare fractie wordt gecombineerd met rejectiewater uit de slibverwerking van de rwzi verwerkt in een Anammox-proces. Dit resulteert in een besparing van energie door Anammox en extra biogas door (co)vergisten van de vloeibare fractie. In 211 volgt verdere samenwerking in deze oplossingsrichting. Samen met Lamb, Weston en Meijer, Colsen Adviesbureau, Brabant Water en de Universiteit van Gent is onderzoek gedaan en subsidie verworven voor een nieuw zuiveringsconcept gericht op hergebruik. Uitgaande van anaerobe voorzuivering van het bedrijfsafvalwater, stikstofverwijdering volgens het NAS-principe, struvietwinning en waterterugwinning met behulp van omgekeerde omgekeerde osmose. Het waterschap heeft financieel bijgedragen. Het directe belang van het waterschap in deze samenwerking is minder aanvoer van dun water op de rwzi. Daarnaast heeft het kennis opgeleverd over terugwinning van fosfaat via de struvietroute. Met de TOM (Tuinbouw Ontwikkelings Maatschappij) is contact geweest over de ontwikkeling van het AFC (Agrarisch Food Cluster). Voor de geplande bedrijfsactiviteiten is veel water nodig. Onderwerp van samenwerking was in beeld brengen in hoeverre waterstromen hergebruikt kunnen worden, hoeveel afvalwater er vrij zal komen en hoe en waar dit gezuiverd zal moeten worden. Dit zal in 211 een vervolg krijgen. 48

61 Bijlage 1. OVERZICHTSKAART INSTALLATIES 49

62 RWZI Waspik RWZI Baarle-Nassau RWZI Kaatsheuvel RWZI Riel Waalwijk Tilburg Zuiveringstechnische werken Waterschap Brabantse Delta Hoofdrioolgemalen RWZI-locaties Transportleidingen Waterschapsgrens km PROJECTOMSCHRIJVING Zuiveringstechnische werken OPDRACHTGEVER F. Schouwenaars OPDRACHTNEMER K. Jochems AFDELING Geo-Informatie VERSIE VOLGNUMMER 1. 1 FORMAAT A4 SCHAAL 1:325. DATUM G:\SBO-GeoInformatie\61278\1\11\1.ZK617 Algemeen Overige Afdelingen\gis\maps\21412_Zuiveringstechnische werken\overzicht ZTW.mxd RWZI Lage zwaluwe RWZI Waalwijk RWZI Willemstad RWZI Dongemond RWZI Dinteloord Dinteloord Zevenbergen RWZI Nieuwveer Oosterhout Dongen RWZI Nieuw-Vossemeer Steenbergen Oudenbosch Breda RWZI Rijen Etten-Leur 5 RWZI Halsteren Roosendaal RWZI Chaam Bergen op Zoom RWZI BATH RWZI Ossendrecht RWZI Putte

63 Bijlage 2. BEDRIJFSRESULTATEN RIOOLGEMALEN 51

64 ontwerpgeg. Naam rioolgemaal Bouwjaar Renovatiejaar kenmerken ontwerpcapaciteit RWA DWA DWA RWA Vereiste capaciteit Getransporteerd water (21) Totaal Kwh verbruikt (21) m3/h m3/h datum m3/h datum m3/h m3/h m3/jaar Kwh/jaar opmerkingen rg Baarle-Nassau D M R T dec-1 42 dec pompen 48 hz Baarle-Nassau rg Ulicoten N M 4 54 dec-1 5 dec Baarle-Nassau Zuiveringskring Bath, effluent D M T nov dec Bath HM B,C,E,F,G,H,Bassell (incl nov derden Bath injectie Gansewinkel 1 n.b. derden Bath Meetput "de zoom" M nov Bath Moerdijk dorp 1986 N M nov-1 86 dec Bath ps BOZ AWP D S T nov Bath ps Moerdijk AWP D M S T nov dec Bath ps Roosendaal AWP D S T nov dec Bath rg Armendijk 22 D M nov-1 77 dec Bath rg Bosbad Hoeven N 9 95 n.b. derden Bath rg Bosschenhoofd Albano D M R T 35 nov-1 32 dec ingesteld op 32 m3/h Bath rg BOZ Stadspompen D M S R T 4.25 nov dec Bath rg BOZ Stadsvijzels D S T nov dec Bath rg De Heen 1986 N nov-1 4 dec Bath rg Ecco N M 6 nov-1 6 dec derden Bath rg Etten Industrie D M R T 97 nov dec ingesteld op 47 m3/h Bath rg Fijnaart D M S R T 295 nov-1 32 dec ingesteld op 32 m3/h Bath rg Heerle 11 n.b. knijpriool Bath rg Heyningen 1985 N 2 2 nov-1 17 dec Bath rg Hoeven dorp D M R T 375 nov-1 34 dec ingesteld op 347 m3/h Bath rg Huybergen N M R T 15 nov-1 95 dec ingesteld op 15 m3/h Bath rg Klundert D M S R T nov-1 4 dec ingesteld op 425 m3/h Bath rg Kruisland N M R T 15 nov dec ingesteld op 13 m3/h Bath rg Langeweg D M R T nov-1 4 dec ingesteld op 4 m3/h Bath rg Lepelstraat 1993 N M 1 1 nov-1 18 dec Bath rg Moerstraten 1987 N nov-1 16 dec Bath rg Nispen N M R T nov-1 99 dec ingesteld op 1 m3/h Bath rg Noordhoek D M R T 15 nov-1 1 dec ingesteld op 1 m3/h Bath rg Oud Gastel D M S R T 475 nov-1 42 dec ingesteld op 45 m3/h Bath rg Oude Molen 1985 N 2 2 nov-1 16 dec Bath rg Oudenbosch D M S R T nov dec ingesteld op 165 m3/h Bath rg Roosendaal stad 1972 D S T nov dec Bath rg Rucphen 1993 N M S 25 nov-1 18 dec Bath rg Schijf N M R T nov-1 68 dec ingesteld op 68 m3/h Bath rg St. Willebrord 1993 D M 4 75 nov-1 68 dec Bath rg Stampersgat 1982 N nov-1 55 dec Bath rg Standdaarbuiten N M R T 135 nov dec ingesteld op 126 m3/h Bath rg Steenbergen D M R T 96 nov-1 81 dec ingesteld op 88 m3/h Bath rg Woensdrecht D M S R T nov-1 36 dec ingesteld op 36 m3/h Bath rg Wouw D M S R T 54 nov-1 54 dec ingesteld op 54 m3/h Bath rg Wouwsche plantage N M R T 85 nov-1 77 dec ingesteld op 77 m3/h Bath rg Zegge AWP 1993 D M S 1.1 nov Bath rg Zegge dorp 1993 N S 1 1 nov-1 13 dec Bath rg Zevenbergen D M R T 1.5 nov dec ingesteld op 144 m3/h Bath slib Ossendrecht N nov-1 17 dec Bath slib Putte N nov-1 7 dec Bath SNC M derden Bath Vuilstort M derden Bath rg Dintelmond 1986 N M nov-1 68 dec Dinteloord rg Dinteloord D T nov dec Dinteloord 52

65 ontwerpgeg. Naam rioolgemaal Bouwjaar Renovatiejaar kenmerken ontwerpcapaciteit RWA DWA DWA RWA Vereiste capaciteit Getransporteerd water (21) Totaal Kwh verbruikt (21) m3/h m3/h datum m3/h datum m3/h m3/h m3/jaar Kwh/jaar opmerkingen Zuiveringskring rg Drimmelen N M dec-1 47 dec Dongemond rg Geertruidenberg 1991 D M R T P 3 45 dec-1 42 dec DWA 36 hz RWA 42 hz Dongemond rg Made D M R T P 4 73 dec-1 58 dec pompen 42 hz Dongemond rg Oosteind N M R T dec-1 78 dec pomp 48 hz Dongemond rg Oosterhout D M S P dec dec pompen 48 hz Dongemond rg Raamsdonkdorp N M R T P dec dec pomp 38 hz Dongemond rg R'veer Dombosch D M R T dec-1 82 dec pomp 5 hz Dongemond rg R'veer Hoevendijk 1995 D M S R T P dec-1 95 dec pomp 43 hz Dongemond rg Weststad 1999 D M S R P dec dec pompen 5 hz Dongemond rg De Moer 1987 N M dec-1 18 dec Kaatsheuvel rg Kaatsheuvel 1978 D M R T dec-1 86 dec pompen 42 hz Kaatsheuvel rg Kaatsheuvel zuid 199 N M* Kaatsheuvel rg Loon op Zand 1994 D M* 2 32 dec-1 32 dec Kaatsheuvel rg 's-gravemoer D M* dec-1 95 dec Kaatsheuvel rg Sprang Capelle D M* R dec-1 72 dec pomp 49 hz Kaatsheuvel rg Hooge Zwaluwe 1994 D M dec-1 98 dec Lage Zwaluwe rg Lage Zwaluwe D M R T P dec-1 31 dec pomp 42 hz Lage Zwaluwe BBI Zwartenberg 1997 N M 7 7 dec Nieuwveer rg Achtmaal D M dec Nieuwveer rg Bavel Bunder N M dec Nieuwveer rg Bavel Seminarie N M dec Nieuwveer rg Dorst N M dec Nieuwveer rg Emerweg N M R T dec zie 2. Nieuwveer rg Etten-Leur 1996 D M R T dec Afgestelde cap Nieuwveer rg Galder N M dec Nieuwveer rg Hollands Diep D dec zie 3 Nieuwveer rg Prinsenbeek D M 16 6 dec Nieuwveer rg Rijsbergen D M R T dec Nieuwveer rg Terheyden D M R T dec Afgestelde cap Nieuwveer rg Ulvenhout N 1 3 dec zie 4. Nieuwveer rg Wagenberg N dec Debiet obv draaiuren Nieuwveer rg Zevenbergschen Hoek 2 N M T 7 92 dec kwh berekend Nieuwveer rg Zundert D M R T dec Afgestelde cap, zie 1 Nieuwveer rg Nieuw Vossemeer N nov-1 18 dec Nieuw-Vossemeer rg Alphen / 27 D M R T dec-1 27 dec pomp 32hz en 42hz Riel rg Riel / 27 D M R T dec-1 25 dec pomp 43 hz Riel rg Dongen D M R T dec dec pomp 53 hz Rijen rg Gilze D M R T 2 44 dec-1 44 dec pomp 43hz Rijen rg Molenschot 2 N M R T dec-1 58 dec pomp 36hz en 46 hz Rijen rg Waalwijk / 28 D M* T P dec dec pompen 48 hz Waalwijk rg Waalwijk ind. 1 D M* Waalwijk rg Waalwijk ind. 2 N M* Waalwijk rg Waalwijk ind. 3 N M* Waalwijk rg Waspik N M* 3 31 dec-1 31 dec pomp 52 hz Waspik rg Waspik ind N M* Waspik rg Helwijk N M nov-1 46 dec Willemstad rg Willemstad 1985 D S nov dec Willemstad D = droog gemaal R = debietregelaar aanwezig N = nat gemaal T = toerenregeling aanwezig M = debietmeter aanwezig P = verlaagde hydraulische capaciteit S = stankbestrijding vereist = WGT 21 53

66 54

67 55

68 56

69 Bijlage 3. OVERZICHT PERSLEIDINGEN 57

70 Leidinglengte (m) Droog/ nat Tek. Code Materiaal transportleiding in mm Opmerkingen Zuiveringskring Transportleiding van Bouwjaar Naar Baarle-Nassau 1984 Rwzi. Baarle-Nassau 986 D TBNZ PVC 355 Baarle-Nassau Baarle-Nassau-rwzi Bremer 7 - ZBN AC 7 Effluentleiding rwzi. Baarle-Nassau Ulicoten 1984 Rwzi. Baarle-Nassau N TUZ PVC 2 Baarle-Nassau Albano 1981 Injectie AWP 12 D TAA PVC 25 Bath Armendijk 23 Rwzi. Bath 7.18 D TAB GY/HPE/PVC 25/315/2 Overgenomen van Domeinen Bath Bergen op Zoom-persstation 1999 Drukput 4.97 D TBS GB 15 AWP2 Bath Bergen op Zoom-persstation 1972 Drukput 8.62 D TBS GB 15 AWP1 Bath Bosschenhoofd 1981 Rioolgemaal Albano TBA PVC 25 Vrij vervalleiding Bath De Heen 1985 riolering Steenbergen 4.75 N THS PVC 16 Bath De Zoom Persstation Bergen op Zoom TRB BETON 15 Bath Drukput 1983 Rwzi. Bath ZBA GB 18 Aanvoerleiding rwzi. Bath Drukput 1983 Westerschelde TSW GB 15 Effluentleiding rwzi Bath Drukput 1983 Westerschelde TSW GB 15 Effluentleiding rwzi Bath Etten-industrie 1978 Hoeven-werkplaats 3.8 D TEH AC 6 Bath Fijnaart 1983 Injectie persl. Standdaarbuiten D TFS PVC 315 Bath Heerle 1985 Rioolgemaal Wouw 67 - THW PVC 25 Vrij vervalleiding Bath Heijningen 1986 Fijnaart 292 N THF PVC 125 Via drukriolering gemeente Bath Hoeven-dorp 1998 Injectie persleiding Etten-Leur 1.9 D THI PVC 315 Bath Hoeven-werkplaats 1972 Persstation Roosendaal TOR GB 15 Bath Huijbergen 1985 Rioolgemaal Woensdrecht N THUW PVC/HPE 2/25/315 Bath Klundert 1983 Persstation Moerdijk 2.82 D TKM PVC/AC 355/35 Bath Kruisland 1983 Injectie persleiding Steenbergen 29 D TKI PVC 2 Bath Langeweg 1984 Rioolgemaal Zevenbergen D TLZ PVC 16/2 Bath Lepelstraat 1993 Rioolgemaal Wouw 9.43 N TLW PVC 25 Bath Moerdijk-dorp 1985 IHM Moerdijk 1.43 N TMI PVC/HPE 2 Bath Moerdijk-persstation 1972 Hoeven-werkplaats 8.33 D TMO GB 8 AWP1 Bath Moerdijk-persstation 1991 Hoeven-werkplaats 8.33 D TMO GB 8 AWP2 Bath Moerstraten 1985 Injectie persleiding Lepelstraat N TMH PVC 125 Bath Nispen 1975 riolering Roosendaal N TNR AC 2 Bath Noordhoek 1981 Injectie AWP 998 D TNA HPE 25 Bath Oud Gastel 1981 Persstation Roosendaal 7.14 D TOKR PVC/B 45/6 Bath Oude Molen 1984 riolering Fijnaart 1.78 N TOF PVC/HPE 11/2 Bath Oudenbosch 1982 Hoeven-werkplaats D TOH AC 6 Voormalig persstation Hoeven Bath Roosendaal-persstation 1972 Persstation Bergen op Zoom D TRB GB 15 AWP1 Bath Roosendaal-persstation 27 Persstation Bergen op Zoom D TRB GB 15 AWP2 Bath Rucphen 1994 Injectie persleiding St. Willebrord N TRI PVC 315 Bath Rwzi. Bath 1983 Drukput ZBA GB 18 Effluentleiding rwzi. Bath Rwzi. Ossendrecht (slib) 1984 Injectie afvoerl. lpl. Ossendrecht D TOZ HPE 9 Voormalige legerplaats Ossendrecht Bath Rwzi Putte (slib) 1982 Voormalige legerplaats Ossendrecht 2.1 N TPL PVC 74 Bath Schijf 1975 riolering Rucphen 3.18 D TSR PVC 16 Bath St. Willebrord 1994 Rioolgemaal Zegge 7.89 D TWIZ PVC 5 Bath Stampersgat 1982 Rioolgemaal Oud Gastel D TSOG HPE/PVC 225/2 Bath Standdaarbuiten 1983 Rioolgemaal Oudenbosch D TSO DIV Bath Steenbergen 1983 Injectie persleiding Oud Gastel D TSK AC 6 Bath Woensdrecht 1974 Injectie AWP D TWA AC 35 Bath Wouw 1983 Injectie AWP D TWOA AC 35 Bath Wouwse Plantage 1976 Injectie AWP D TWP PVC 125 Bath Zegge 1994 Injectie AWP D TZA PVC 63 Bath Zegge-dorp Rioolgemaal Zegge 5 - Bath Zevenbergen 1981 Persstation Moerdijk 4.92 D TZM AC 6 Bath Chaam-rwzi Laagheiveltsebeek 5 - ZCH BETON 4 Effluentleiding rwzi. Chaam Dinteloord 1986 Rwzi. Dinteloord D TDZ B 26 Dinteloord Dinteloord-rwzi 1986 Volkerak ZDI PVC/HPE 26/315 Effluentleiding rwzi. Dinteloord 58

71 Leidinglengte (m) Droog/ nat Tek. Code Materiaal transportleiding in mm Opmerkingen Zuiveringskring Transportleiding van Bouwjaar Naar Dongemond-rwzi Wilhelminakanaal ZDO BETON 15 Effluentleiding rwzi. Dongemond Drimmelen 1983/21 Rioolgemaal Made 3.42 N TDI HPE 16/2 Dongemond Geertruidenberg 198 Rioolgemaal Raamsdonksveer 343 D TGRV AC 35 Dongemond Made 1983/21 Rioolgemaal Weststad(O'hout) D TMW PVC/AC 63/4 Dongemond Oosteind 1982 riolering Oosterhout N TOO AC 15 Dongemond Oosterhout 198 Rwzi. Dongemond 1.7 D TOHZ AC 9 Dongemond Oosterhout (Weststad) 2 Rwzi. Dongemond 2.37 D TOWZ PVC/AC/HPE 63/4/4 Dongemond Raamsdonk 1972 Rioolgemaal Hoevendijk 2.5 N TRR PVC 25 Dongemond Raamsdonksveer 198 Rwzi. Dongemond D TRVZ AC 7 Dongemond Raamsdonksveer-Hoevendijk 1995 Injectie persleiding R'veer 2 D TRHI GVK 6 Dongemond Halsteren-rwzi De Pals ZHA AC/B 5/8 Effluentleiding rwzi. Halsteren s Gravenmoer 1973 Rwzi. Kaatsheuvel D TGZ AC/PE 2/25 436m in pe.ø25 mm Kaatsheuvel De Moer 1987 Injectie persleiding Loon op Zand N TDMZ HPE 125 Kaatsheuvel Kaatsheuvel 1978 Rwzi. Kaatsheuvel 1.52 D TKZ AC 5 Kaatsheuvel Kaatsheuvel-rwzi 1978 Vossenbergsevaart ZKA BETON 6/8 Effluentleiding rwzi. Kaatsheuvel Loon op Zand 1994 Rwzi. Kaatsheuvel D TLOZ PVC 4 Kaatsheuvel Sprang-Capelle 1978 Rwzi. Kaatsheuvel 2.52 D TSCZ AC 4 Kaatsheuvel Hooge Zwaluwe 1975 riolering Lage Zwaluwe 1.69 N THLZ PVC 2 Lage zwaluwe Lage Zwaluwe 1973 Rwzi. Lage Zwaluwe 1.86 D TLZZ AC 35 Lage zwaluwe Lage Zwaluwe-rwzi Amer ZZW AC 3 Effluentleiding rwzi. Lage zwaluwe Achtmaal 1983/1997 riolering Wernhout 3.86 D TAW PVC/HPE 16/25 186m. in Ø16mm, 2m. in Ø25mm. Nieuwveer Bavel-Bunder 1986 riolering Breda 2.5 N TBBB PVC 25 Nieuwveer Bavel-Seminarie 196/1997 riolering Breda 85 N TBSB PVC/HPE 315 Nieuwveer Breda 1958 Rwzi. Nieuwveer D TBN GB/AC 19 Vrij vervalleiding Nieuwveer Dorst 1973/1997 riolering Breda 1.8 N TDB PVC 25 Nieuwveer Etten-Leur 1996 Rwzi. Nieuwveer D TEN NGY 7 Nieuwveer Galder 1974 Breda 1.91 N TGB PVC/HPE 125/16 955m. in Ø125mm, 955m. in Ø16mm. Nieuwveer Hollands Diep 1965 Hollands Diep 1.9 D TNH GB 13 Dubbel uitgevoerd Nieuwveer Prinsenbeek 21 Inj.transportleiding Rijsbergen 39 D TPI PVC 315 Nieuwveer Rijsbergen 1984/21 Rwzi. Nieuwveer D TRN PVC/GIJ 63/8/9 1215m. in Ø8mm, 3454m. in Ø9mm. Nieuwveer Rwzi. Nieuwveer 1973 Rioolgemaal Hollands Diep TNH GB 225 Effluentleiding rwzi.-vrij vervalleiding Nieuwveer Terheijden 1969 Rwzi. Nieuwveer 3.99 D TTN AC/PVC 4 Nieuwveer Teteringen riolering Breda 1. - TTB B 8 Vrij vervalleiding Nieuwveer Ulvenhout 196 riolering Breda 14 D TUB B 5 Vrij vervalleiding Nieuwveer Wagenberg 1972 riolering Terheijden 1.14 N TWT PVC/ AC 2 Nieuwveer Zevenbergschen Hoek 1982/1994 Rwzi. Nieuwveer D TZH PVC/HPE 2/25 918m. in Ø2mm, 576m. in Ø25mm. Nieuwveer Zundert 1984 Rioolgemaal Rijsbergen D TZR PVC 5 Nieuwveer Zwartenberg/BBI Injectie Etten-Leur D TZI PVC 2 Nieuwveer Nieuw-Vossemeer 1972 Rwzi. Nieuw-Vossemeer N TVZ PVC 2/25 Nieuw-vossemeer Nieuw-Vossemeer-rwzi De Eendracht 19 - ZNV PVC 2 Effluentleiding rwzi. Nieuw-vossemeer Alphen 1972 Rwzi. Alphen 551 D TAZ AC 2 Riel Alphen-rwzi Dorpswaterloop ZAL PVC 4 Effluentleiding rwzi. Riel Riel 1972 Rwzi. Riel 583 D TRZ AC 2 Riel Riel-rwzi Oude Leij 17 - ZRI PVC 4 Effluentleiding rwzi. Riel Dongen 1974 Rwzi. Rijen 4.22 D TDR AC 7 Rijen Gilze 1974/1998 Rwzi. Rijen D TGR AC/PVC 4/5 2365m in pvc.ø5mm Rijen Molenschot 1975/1998 Injectie persleiding Gilze N TMR PVC 16/2 1712m in Ø2mm Rijen Rijen-rwzi Schorsleij ZRIJ BETON 8/125 Effluentleiding rwzi. Rijen Waalwijk 1983 Rwzi. Waalwijk 2.25 D TWAZ GB 86 Waalwijk Waalwijk-rwzi Bergsche Maas ZWW GB/AC 86/9 Effluentleiding rwzi. Waalwijk Waspik 1993 Rwzi. Waspik N TWPZ PVC 355 Waspik Waspik-rwzi Bergsche Maas ZWP PVC/AC 25/35 Effluentleiding rwzi. Waspik Helwijk 1979 Rioolgemaal Willemstad 1.81 D THWI AC 15 Willemstad Willemstad 1984 Rwzi. Willemstad 1.4 D TWZ PVC 25 Willemstad Willemstad-rwzi Hollands Diep 337 N ZWS PVC 25 Effluentleiding rwzi. Willemstad TOTAAL

72 6

73 Bijlage 4. BEMONSTEREN 61

74 De nauwkeurige bepaling van de belasting van een rwzi is een moeilijke opgave. Hierbij spelen vooral een rol: het monsterpunt, de monsternamesturing, de hoeveelheidsmeting en de monsternamefrequentie, tegen de achtergrond van een sterk fluctuerend belastingspatroon. In STOWA-verband (STOWA-projekt 6.1.) zijn hieromtrent aanbevelingen gedaan. Alle rwzi s zijn uitgerust met permanent opgestelde monstername-apparatuur en voorzien van monsternamesturing. De wijze van bemonstering in de verslagperiode kan als volgt worden samengevat: rwzi capaciteit/ belasting Monsterfrequentie per jaar Nauwkeurigheid 1 ) [%] Wijze monstername Wijze debietmeting > 18. kg TZV/d 6 1 vol.prop. meting > 9. kg TZV/d vol.prop. meting > 9 kg TZV/d vol.prop. meting < 9 kg TZV/d 12 3 vol.prop. pompuren/meting 1 ) Onder de nauwkeurigheid dient in dit geval te worden verstaan het 95% betrouwbaarheidsinterval van de over 1 jaar gemiddelde CZV-belasting. De desbetreffende monsternamefrequentie is het resultaat van een afweging tussen de kosten van de meting en de nauwkeurigheid van de te berekenen waarden. In de tabel is aangegeven wat dit voor de influentkwaliteit (CZV) betekent; de belastingcijfers moeten in dit licht worden gezien. Daarnaast moet ook rekening gehouden met de eisen vanuit wet en regelgeving en aanvullende wensen/eisen vanuit het procesbeheer. Het waterschap hanteert daarom de onderstaande bemonsteringsstrategie. a) Voor influent en effluent wordt de frequentie uit het Waterbesluit gehanteerd voor BZV, CZV, onopgeloste bestanddelen, tot-n en P. Dit is, mede, een verplichting om de gebiedsreducties voor N en P te kunnen vaststellen. b) Voor de effluenten die geloosd worden op rijkswater is de bemonsteringsfrequentie, afhankelijk van de voorschriften van het Bureau Verontreiniging Rijkswateren (BVR), soms hoger. Dit betreft de analyses BZV, CZV, en Kj-N. Zware metalen worden afhankelijk van de grootte van de rwzi 4 of 12 maal per jaar gemeten, in enkele gevallen zelfs 24 maal per jaar indien lozend op rijkswater. Daarnaast kunnen nog specifieke bepalingen uitgevoerd worden i.v.m. de vergunningsvoorwaarden, zoals microverontreinigingen. c) In verband met het bijzondere karakter van het tweetrapssysteem op de rwzi Nieuwveer wordt de STOWA-frequentie (6x per jaar) gehandhaafd voor de afloop van de eerste trap voor de parameters CZV, Kj-N, P, o-p en droogrest. d) De frequentie voor de BLT is, vanuit bedrijfsmatig oogpunt, de helft van de frequentie voor het influent met een minimum van 12* per jaar. e) Voor een beperkt aantal meetpunten is, om uiteenlopende redenen gekozen voor wekelijkse bemonstering in plaats van maandelijks. Het gaat hier o.a. om: Zimpro bewaartank, afvoer slibkoek, flotaat rwzi Bath, voeding zeefbandpersen en waterafvoer zeefbandpersen. f) Inhoud containers zandvangers wordt 4 maal per jaar bemonsterd. g) Zware metalen in de slibafvoer van niet slibverwerkende installaties wordt 4 maal per jaar gemeten. Zware metalen in de slibkoek 12 maal per jaar. h) Compostfilters worden slechts 1 maal per jaar bemonsterd en geanalyseerd (¼, ½ en ¾ diepte). Filters die hoog belast worden met sulfide worden een keer extra gemeten (½ diepte). 62

75 Bijlage 5. CAPACITEIT, BELASTING EN EFFLUENTLOZING 63

76 Capaciteit Belasting in 21 Belastingsgraad Restvervuiling Zuiverings- Verwijdering à 15 g TZV à 15 g TZV (% van de effluent rendement P N RWZI: i.e. kg TZV/d i.e. kg TZV/d capaciteit) (i.e.) (% obv i.e.) % % Baarle-Nassau Bath Chaam Dinteloord Dongemond Halsteren Kaatsheuvel Lage Zwaluwe Nieuwveer Nieuw-Vossemeer Ossendrecht Putte Riel Rijen Waalwijk Waspik Willemstad Totaal Tabel Overzicht van de capaciteit, belasting en effluentlozing van de rwzi's in 21 (i.e. = aantallen berekend op basis van 15 g TZV/d). De belasting van de rwzi Bath is inclusief de sliblozing op de AWP ( i.e., 2.45 kg TZV), de totale belasting, van alle rwzi's, is hiervoor gecorrigeerd. 64

77 Bijlage 6. SAMENVATTENDE OVERZICHTEN BEDRIJFSRESULTATEN 29 65

78 JAARVERSLAG 29 INFLUENT PROCES EFFLUENT RENDEMENT ENERGIE bel. slib ontwerp slib rest capaciteit belasting graad belasting belasting slibbel. SVI geh. BZV N-tot N-Kj P-tot dr.rest vervuil. BZV CZV N-tot P i.e. beluchting R W Z I kg TZV/etm kg TZV/etm i.e. % m3/etm kg BZV kg d.s. ml/g g/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l i.e. % % % % % kwh/kgtzvv Baarle-Nassau ,8, , 4 5,8 3,7, ,5 93,6 88,9 93, 96,9,49 Bath ,6, , 3 8,7 4,5 1, , 88,2 77,4 78,2 95,1,14 Chaam ,5, , 4 5,3 3,2, ,8 92,5 86,2 95, 95,5,36 Dinteloord ,3, , 2 4,5 2,, ,6 89,8 81,1 82,5 95,9,75 Dongemond ,8, , 3 11,8 3,8, ,9 91, 68,5 85,5 95,4,33 Halsteren ,6, , 4 11,1 4,7, ,6 92,9 82,1 92,6 96,5,52 Kaatsheuvel ,3, , 2 5, 1,9, ,4 95,6 91,4 9,5 98,5,44 Lage Zwaluwe ,3, , 2 6,6 2,2 1, ,3 91,1 83,3 77, 97,,46 Nieuwveer ,6, , 4 1,1 4,2 1, ,7 89,6 76,8 76,1 95,3,48 Nw-Vossemeer ,4, , 3 7,1 3,3, ,4 91,5 83,5 93,2 96,,68 Ossendrecht ,5, , 3 4,9 3,2 2, ,9 93,7 87, 66,6 96,6,53 Putte ,6, , 5 7,8 3,8 1, ,3 89,1 81,1 81,2 94,8,49 Riel ,4, , 3 3,4 2,5, ,4 95,9 94,8 93,7 98,2,5 Rijen ,5, , 7 8,6 5,7 1, ,5 89,4 79, 79,9 92,7,44 Waalwijk ,8, , 3 7,3 3,2 2, ,8 91,4 84,6 69,7 96,8,26 66 Waspik ,3, , 2 4,3 1,8, ,9 93,6 88, 92,9 97,5,36 Willemstad ,4, ,2 2 5,1 2,1 2, ,8 94,4 88,9 8,3 97,8,31 totaal , 89,9 77,7 78,6 95,3 4e kwartaal ,1 89, 75,6 73,4 95, 3e kwartaal ,5 9,9 83,8 82,7 96,8 2e kwartaal ,6 9,4 78,6 81,1 94,9 1e kwartaal ,5 89,3 73,7 78, 94,8 i.e. o.b.v 15 g/tzv dag

79 Bijlage 6A. SAMENVATTENDE OVERZICHTEN BEDRIJFSRESULTATEN 21 67

80 JAARVERSLAG 21 INFLUENT PROCES EFFLUENT RENDEMENT ENERGIE bel. slib ontwerp slib rest capaciteit belasting graad belasting belasting slibbel. SVI geh. BZV N-tot N-Kj P-tot dr.rest vervuil. BZV CZV N-tot P i.e. beluchting R W Z I kg TZV/etm kg TZV/etm i.e. % m3/etm kg BZV kg d.s. ml/g g/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l i.e. % % % % % kwh/kgtzvv Baarle-Nassau ,8,7 72 3,3 5 6, 3,7, ,5 93,9 88,6 94,5 96,6,47 Bath ,4,9 85 4,4 3 9,6 3,9 1, ,7 87,4 75,6 74,1 95,5,17 Chaam ,5,5 66 3,8 4 4,7 3,3, ,3 93,4 91,2 96,3 96,5,36 Dinteloord ,4, ,9 3 4,3 2,3, , 9,9 85,4 91,3 96,3,51 Dongemond ,9,9 63 7,9 4 1, 3,, , 9,6 69,7 81,1 95,7,28 Halsteren ,6,5 81 3,8 4 12,4 5,8, ,8 91,3 74,4 9,6 94,6,58 Kaatsheuvel ,4,5 19 3,3 2 5, 1,9, , 94,3 89,5 88,1 97,8,48 Lage Zwaluwe ,4,5 95 4,2 3 5,9 2,4 1, ,3 88,5 83,2 68, 95,9,48 Nieuwveer ,6, ,8 4 1,3 4,2 1, ,9 88,8 73,7 77,1 94,8,44 Nw-Vossemeer ,3,5 79 4,8 2 6,6 1,7, ,4 91,9 83, 95,2 97,1,82 Ossendrecht ,5, , 3 5,6 3, 1, ,7 93,8 85,2 76,6 96,8,49 Putte ,5,1 18 2,9 5 9,5 4,1 1, , 91, 8, 83,4 95,1,45 Riel ,3,4 85 3,6 3 5,4 3,3, ,8 94,6 9,1 92,7 97,,4 Rijen ,4,1 69 4,2 4 7,4 4,, ,7 92,9 81,9 87,5 95,3,54 Waalwijk ,8, ,3 4 7,5 3,1 1, ,4 9,5 8,3 67,1 95,9,26 68 Waspik ,3,5 68 4,3 3 5, 2,1, ,1 91,8 83,5 89,4 96,5,34 Willemstad ,4, , 2 5, 2,1 1, ,9 94,2 87,6 8,7 97,7,33 totaal ,3 76, 77,1 95,4 4e kwartaal ,8 89,1 7,9 71,6 95,4 3e kwartaal ,3 89,3 79,5 8,9 95,6 2e kwartaal ,6 9,7 83,1 85,5 96,6 1e kwartaal ,2 88,4 71,3 71,4 94,2 i.e. o.b.v 15 g/tzv dag

81 Kwartaalverslag 1e kwartaal 21 (januari t/m maart) INFLUENT PROCES EFFLUENT RENDEMENT ENERGIE bel. slib ontwerp slib rest capaciteit belasting graad belasting belasting slibbel. SVI geh. BZV N-tot N-Kj P-tot dr.rest vervuil. BZV CZV N-tot P i.e. beluchting R W Z I kg TZV/etm kg TZV/etm i.e. % m3/etm kg BZV kg d.s. ml/g g/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l i.e. % % % % % kwh/kgtzvv Baarle-Nassau ,5,7 67 3,8 1 1,6 4,9 1, ,1 93,7 82,7 91,9 95,9,42 Bath ,4,9 81 4,7 4 9,5 4,3 1, ,7 86,2 73,7 7,7 94,2,17 Chaam ,3,5 62 4, 5 7,3 4,1, ,8 92,9 86,3 95,8 96,,37 Dinteloord ,4, ,4 3 4,7 2,5, ,8 9,1 82,6 88,8 95,9,49 Dongemond ,3,9 58 1,2 5 12, 3,8 1, ,5 89,6 6,6 73,6 94,2,41 Halsteren ,5,5 73 4, 4 21, 7,8, ,6 9,2 61,1 9,4 93,8,53 Kaatsheuvel ,4, ,2 3 5,3 2,3, ,4 94,3 88,6 88,3 97,3,41 Lage Zwaluwe ,3,5 1 4,2 4 6,5 2,3, ,4 87,6 83,3 86,5 95,9,48 Nieuwveer ,7, ,8 5 14, 6, 2, ,3 87,6 67,2 62,9 93,2,42 Nw-Vossemeer ,2,5 78 4,8 2 9,4 1,9, ,9 9,4 77,5 94,2 97,1,94 Ossendrecht ,8, ,9 3 1,5 4,6 1, ,8 93,8 78,6 8,1 96,5,58 Putte ,8, ,2 6 11,8 4,9 1, ,1 91,2 72, 81,2 94,4,5 Riel ,3,4 88 3,4 2 4,8 3,1, ,4 95,8 93,5 92,4 98,1,49 Rijen ,4,1 66 4,4 4 13,1 5,, ,4 94,3 76, 92,2 96,,48 Waalwijk ,7, ,4 5 7,9 4,2, , 89,9 78,7 84,8 94,2,29 69 Waspik ,2,5 68 4,5 3 3,6 2,, ,7 94,9 92, 96,2 97,6,32 Willemstad ,4, ,7 3 6, 3,1 1, ,4 92,2 82,9 74,9 96,,29 totaal ,2 88,4 71,3 71,4 94,2 4e kwartaal ,1 89, 75,6 73,4 95, 3e kwartaal ,5 9,9 83,8 82,7 96,8 2e kwartaal ,6 9,4 78,6 81,1 94,9 1e kwartaal ,5 89,3 73,7 78, 94,8 i.e. o.b.v 15 g/tzv dag

82 Kwartaalverslag 2e kwartaal 21 (april t/m juni) INFLUENT PROCES EFFLUENT RENDEMENT ENERGIE bel. slib ontwerp slib rest capaciteit belasting graad belasting belasting slibbel. SVI geh. BZV N-tot N-Kj P-tot dr.rest vervuil. BZV CZV N-tot P i.e. beluchting R W Z I kg TZV/etm kg TZV/etm i.e. % m3/etm kg BZV kg d.s. ml/g g/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l i.e. % % % % % kwh/kgtzvv Baarle-Nassau ,9,7 72 3,5 4 4,4 3,5,5 9, 43 98,9 95, 93,5 96,1 97,4,47 Bath ,6,9 1 4, 3 8, 3,5 1,4 27, ,6 89,3 83,5 82,4 96,9,12 Chaam ,5,5 7 3,9 4 5,1 4,,4 8, ,6 93,8 92,9 96,9 96,9,41 Dinteloord ,3, ,8 2 4,2 2,,7 7, 31 98,6 93,4 88,8 9,8 97,5,43 Dongemond ,21,9 68 7, 3 12,2 3,7 1,3 24, ,2 92,3 75, 83,4 97,6,16 Halsteren ,8,5 92 3,7 5 13,9 7,4,8 13, ,2 91,6 76,8 91,9 94,4,58 Kaatsheuvel ,4, ,2 2 4, 2,,7 8, ,4 94,9 93,6 91,9 98,5,48 Lage Zwaluwe ,6,5 88 4,4 3 5,1 2,4 2,7 8, ,8 91,6 88,1 61,4 97,,42 Nieuwveer , , 4 9,5 4,5,8 7, ,8 89,3 82,7 9,4 95,4,5 Nw-Vossemeer ,4,5 78 4,8 4 8,7 2,6,4 3, 96 97,6 91,4 8, 94,6 96,,83 Ossendrecht ,3, , 4 6, 3,5 3,5 7, ,3 91,8 87,4 49,9 96,4,5 Putte ,7,1 13 2,2 4 9,4 4,6 1, 13, ,4 93,3 88,5 91,7 97,3,35 Riel ,4,4 88 3,5 4 5,6 3,3,7 8, 38 98,7 94,8 91,7 93,4 97,2,38 Rijen ,6,1 71 4,1 5 6,6 4,2,8 13, ,1 93,5 85,1 9,1 95,8,43 Waalwijk ,9,15 1 4,9 3 8,6 3,1 1,6 11, , 92,4 86,7 81,5 97,7,29 7 Waspik ,3,5 65 4,5 2 3,6 2,,3 11, 19 99,2 94, 91,5 95,9 98,,34 Willemstad ,5,5 14 4, 2 3, 1,9 1,4 7, 71 99,4 96,1 95,8 9,8 98,8,32 totaal ,6 9,7 83,1 85,5 96,6 1e kwartaal ,2 88,4 71,3 71,4 94,2 4e kwartaal ,1 89, 75,6 73,4 95, 3e kwartaal ,5 9,9 83,8 82,7 96,8 2e kwartaal ,6 9,4 78,6 81,1 94,9 i.e. o.b.v 15 g/tzv dag

83 Kwartaalverslag 3e kwartaal 21 (juli t/m september) INFLUENT PROCES EFFLUENT RENDEMENT ENERGIE bel. slib ontwerp slib rest capaciteit belasting graad belasting belasting slibbel. SVI geh. BZV N-tot N-Kj P-tot dr.rest vervuil. BZV CZV N-tot P i.e. beluchting R W Z I kg TZV/etm kg TZV/etm i.e. % m3/etm kg BZV kg d.s. ml/g g/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l i.e. % % % % % kwh/kgtzvv Baarle-Nassau ,8,7 72 3,2 3 4,1 3,4, ,8 93,1 91,2 95,5 96,6,51 Bath ,3,9 7 4,9 3 6,5 3,4 1, ,2 86,2 83,4 83,3 95,2,22 Chaam ,5,5 68 3,8 4 3,2 2,6, ,7 93,8 94,2 96,8 97,1,35 Dinteloord ,4,5 93 5,1 1 3,3 1,4, , 92,4 87,1 92,5 97,5,67 Dongemond ,6,9 59 7, 3 7,6 2,6, ,6 9,8 72,6 85,2 95,2,31 Halsteren ,5,5 73 3,9 4 4,4 3,5, ,1 9,9 86,9 87,2 94,8,61 Kaatsheuvel ,3,5 74 3,6 2 5, 1,7, ,5 93, 86,4 83,8 97,3,51 Lage Zwaluwe ,2,5 77 4,7 3 5,7 2, 2, , 87,5 79, 53,6 95,8,51 Nieuwveer ,6, ,5 3 8, 3,1 1, ,7 9,2 74,3 79,6 95,9,4 Nw-Vossemeer ,3,5 77 4,7 2 2,4 1,2, ,2 92,4 92,3 96,3 97,5,93 Ossendrecht ,3,1 93 5,9 1 2,5 1,7 1, ,4 95,5 91,6 78,3 98,2,49 Putte ,4,1 1 2,9 3 5,8 2,5, ,7 9,1 85,8 91,1 96,5,53 Riel ,2,4 8 3,8 2 4,3 2,6, , 94,6 9,3 94, 97,3,51 Rijen ,2,1 74 4,1 3 4,3 2,9, ,6 92,7 85,7 88,8 95,7,85 Waalwijk ,6,15 9 5,1 4 6,3 2,4 2, , 89, 76,5 46,1 95,1,32 71 Waspik ,4,5 63 4,3 2 5,2 1,7, ,4 91,2 79,6 84,5 96,8,35 Willemstad ,4,5 13 4,4 1 4,7 1,7 1, ,3 93,7 85,1 72,2 98,,38 totaal ,3 89,3 79,5 8,9 95,6 2e kwartaal ,6 9,7 83,1 85,5 96,6 1e kwartaal ,2 88,4 71,3 71,4 94,2 4e kwartaal ,1 89, 75,6 73,4 95, 3e kwartaal ,5 9,9 83,8 82,7 96,8 i.e. o.b.v 15 g/tzv dag

84 Kwartaalverslag 4e kwartaal 21 (oktober t/m december) INFLUENT PROCES EFFLUENT RENDEMENT ENERGIE bel. slib ontwerp slib rest capaciteit belasting graad belasting belasting slibbel. SVI geh. BZV N-tot N-Kj P-tot dr.rest vervuil. BZV CZV N-tot P i.e. beluchting R W Z I kg TZV/etm kg TZV/etm i.e. % m3/etm kg BZV kg d.s. ml/g g/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l i.e. % % % % % kwh/kgtzvv Baarle-Nassau ,8,7 78 2,9 4 5,9 3,1, ,5 93,8 85,9 94,5 96,2,5 Bath ,3,9 91 4,2 3 12,6 4,2 2, ,4 87,9 65,6 65,1 95,7,18 Chaam ,4,5 65 3,7 4 4,3 2,9, ,4 93,1 88,6 95,4 95,7,29 Dinteloord ,5,5 18 4,4 4 4,7 2,9, ,3 87,9 83, 93,9 94,1,5 Dongemond ,4,9 68 7,5 3 9, 2,3, ,3 89,4 7,5 82,3 95,5,43 Halsteren ,7,5 85 3,5 4 12,1 5,1, ,1 92,6 76,3 92,6 95,4,6 Kaatsheuvel ,4,5 17 3,4 2 5,5 1,6, ,5 95,1 89,4 89,2 98,4,51 Lage Zwaluwe ,4, ,4 4 6,5 3,1 1, , 86,2 81,4 73,2 94,4,51 Nieuwveer ,4, ,9 3 9,8 3,4 1, ,8 88,4 72, 78,3 94,9,43 Nw-Vossemeer ,2,5 82 4,7 2 8,8 1,4, ,9 92,7 8, 94,9 97,9,6 Ossendrecht ,6, ,2 4 5,7 3,1, ,5 93,4 83,4 91,9 96,2,43 Putte ,4,1 94 3,3 5 8,8 3,9 1, ,7 89, 76,9 76,5 93,4,5 Riel ,4,4 85 3,8 4 6,3 3,9, ,4 93,8 85,9 91,5 96,3,29 Rijen ,5,1 66 4,1 5 7,5 4,2 1, ,8 91,1 81,1 77,8 93,1,56 Waalwijk ,11, , 3 8,1 3, 2, ,2 9,8 79,4 53,5 96,7,19 72 Waspik ,5 75 3,7 4 6, 2,6, ,6 87,5 72,2 83,8 93,5,36 Willemstad ,4, , 1 5,6 1,7 1, ,2 94,9 86,1 84,9 98,2,33 totaal ,8 89,1 7,9 71,6 95,4 3e kwartaal ,3 89,3 79,5 8,9 95,6 2e kwartaal ,6 9,7 83,1 85,5 96,6 1e kwartaal ,2 88,4 71,3 71,4 94,2 4e kwartaal ,1 89, 75,6 73,4 95, i.e. o.b.v 15 g/tzv dag

85 Bijlage 7. TOETSING EFFLUENTKWALITEIT AAN DE VERGUNNINGSVOORWAARDEN. 73

86 rwzi ph O 2 CZV BZV NH 4 NO 2 -N N-tot droge stof P-tot Vergun- Geldig Geldigheids- Bijzonderheden mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l ning vanaf duur voortschr Jaar Jaar voortschr verlener min. max. min. max. max. max. gem. (n) max. gem. max. gem gem. (n) Baarle-Nassau , 2, (1) WSBD jaar Bath (1) RWS-Z jaar *1) eis wordt dan 5 *2) eis wordt dan 15 Chaam 6,5 8, ,4 2,2 (1),8 15 3,5 (1) WSBD jaar NH 4 eis april t/m oktober Dinteloord (1) RWS-Z onbepaald Dongemond (1) RWS-NB onbepaald *2) eis wordt dan 15 Halsteren , , (1) WSBD jaar Kaatsheuvel , 2, (1) WSBD jaar Lage Zwaluwe (1) RWS-ZH onbepaald *1) eis wordt dan 5 *2) Nieuwveer (1) RWS-ZH jaar *1) eis wordt dan 3 *2) eis wordt dan 15 Nieuw-Vossemeer , 15 3,5 1, (1) WSBD jaar Ossendrecht , (1) WSBD jaar *1) Putte , (1) WSBD jaar *1) Riel (1) 1, , (1) WSBD jaar NH 4 eis april t/m september Rijen , 1 3 1, 2, (1) WSBD jaar *2) Waalwijk (1) RWS-ZH onbepaald *1) eis wordt dan 4,5 *2) eis wordt dan 12,5 Waspik , 2, (1) WSBD jaar Willemstad (1) RWS-ZH onbepaald *1) eis wordt dan 5 Tabel 1. Overzicht van de belangrijkste effluentkwaliteitseisen rwzi's 21 (n) = Aantal opeenvolgende etmaalmonsters waarop de voorwaarden ten aanzien van het voortschrijdende gemiddelde gehalten betrekking hebben. *1). Aan de P-eis hoeft niet te worden voldaan indien aangetoond kan worden dat voor het gehele beheersgebied de reduktie van de totale fosfaatvracht die op de rwzi's wordt aangeboden minimaal 75% bedraagt. *2). Aan de N-tot eis hoeft niet te worden voldaan indien aangetoond kan worden dat voor het gehele beheersgebied de reduktie van de totale stikstofvracht die op de rwzi's wordt aangeboden minimaal 75% bedraagt. 74

87 rwzi Alphen geen overschrijdingen van de vergunningseisen Baarle-Nassau geen overschrijdingen van de vergunningseisen Bath eenmalige overschrijding van de vergunningseis voor droogrest onopgeloste bestanddelen Chaam geen overschrijdingen van de vergunningseisen Dinteloord geen overschrijdingen van de vergunningseisen Dongemond overschrijding van de vergunning voor fosfaat Halsteren overschrijding van de vergunning voor nitriet Kaatsheuvel geen overschrijdingen van de vergunningseisen Lage Zwaluwe geen overschrijdingen van de vergunningseisen Nieuwveer geen overschrijdingen van de vergunningseisen Nieuw-Vossemeer geen overschrijdingen van de vergunningseisen Ossendrecht geen overschrijdingen van de vergunningseisen Putte geen overschrijdingen van de vergunningseisen Riel geen overschrijdingen van de vergunningseisen Rijen geen overschrijdingen van de vergunningseisen Waalwijk geen overschrijdingen van de vergunningseisen Waspik geen overschrijdingen van de vergunningseisen Willemstad geen overschrijdingen van de vergunningseisen Tabel 2. Toetsing aan de effluentkwaliteitseisen rwzi's in 21 75

88 76

89 Bijlage 8. NUTRIËNTENOVERZICHTEN. 77

90 Fosfaatvracht (ton P/jr) aanvoer afvoer rwzi influent vreemd slib effluent slib Baarle-Nassau 8,5 8 Bath 272 7,4 184 Chaam 5,2 4 Dinteloord 5,4 4 Dongemond ,4 12 Halsteren 8,8 8 Kaatsheuvel 27 3,3 22 Lage Zwaluwe 4 1,1 2 Nieuwveer ,1 43,4 141 Nw-Vossemeer 1,1 2 Ossendrecht 3,8 3 Putte 2,4 2 Riel 5,4 4 Rijen ,5 4 Waalwijk 25 8, 14 Waspik 5,5 2 Willemstad 4,7 2 Totaal

91 Stikstofvracht (ton N/jr) rwzi aanvoer afvoer via effluent via slib influent vreemd Kj-N NOxN tot-n tot-n slib Baarle-Nassau Bath Chaam Dinteloord Dongemond Halsteren Kaatsheuvel Lage Zwaluwe Nieuwveer Nw-Vossemeer Ossendrecht Putte Riel Rijen Waalwijk Waspik Willemstad Totaal

92 8

93 Bijlage 9. ZWARE METALEN. 81

94 As Cd Cr Cu Hg Pb Ni Zn Baarle-Nassau,8, , Bath * 132,1 14, , Chaam,9, , Dinteloord 7,4, , Dongemond 36,8 2, , Halsteren 1,8, , Kaatsheuvel 3,1, , Lage-Zwaluwe 4,6, , Nieuwveer 88,1 9, , Nw Vossemeer 1,2,7 2 41, Ossendrecht,6, , Putte,2, , Riel,3, , Rijen 1,3 1, , Waalwijk 4,7 1, , Waspik 2,, , Willemstad 2,2,1 2 29, Totaal ** 287,4 32, , Tabel 1: berekende vrachten zware metalen in influent 21 (kg/jaar) * ** vrachten per rwzi is inclusief aanvoer van slib van andere rwzi's vrachten totaal is gecorrigeerd voor aanvoer van slib van andere rwzi's 82

95 As Cd Cr Cu Hg Pb Ni Zn Baarle-Nassau Bath Chaam Dinteloord Dongemond Halsteren Kaatsheuvel Lage-Zwaluwe Nieuwveer Nw Vossemeer Ossendrecht Putte Riel Rijen Waalwijk Waspik Willemstad gewogen gem Tabel 2: verwijderingsrendementen zware metalen 21 (%) 83

96 As Cd Cr Cu Hg Pb Ni Zn '9 '1 '9 '1 '9 '1 '9 '1 '9 '1 '9 '1 '9 '1 '9 '1 Baarle-Nassau,,,,, 1, 6,2 7,3,1,,7 2, 2,2 3,3 18,3 29, Bath 1,18 1,61,,12 1,3 3,1 3,9 5,,1,4 1,1 4,1 6,9 8,7 25,7 34,1 Chaam,,,,62, 2,2 5,8 5,,5,4 1, 1,4 1,7 2,7 49,5 55,5 Dinteloord 1,56 2,59,,,7 1,1 2,8 2,2,,4,6 1,6 4,3 1,7 29,3 3,7 Dongemond 1,97,84,,,4 1,4 9,6 12,9,,5,3 1,7 5,5 6,2 34,4 52,4 Halsteren,,69,,, 3,5 8, 8,8,2,8 5,3 3,3 1,8 2,3 38,9 41,7 Kaatsheuvel,,,,,4 1,5 5, 3,6,,12,, 3,6 2,5 35,5 34,6 Lage-Zwaluwe 6,4 2,98,,19,4 1,3 4,7 6,8,1,, 4,9 1,1 2,3 13,5 2,2 Nieuwveer 1,69 1,56,,16,6 1,7 7,6 7,6,2,5,4 2,2 3,3 5,2 27,3 28,5 Nw Vossemeer 1,19 1,7,,,7 2,1 2,2 1,7,4,,, 2,5 3,7 23,2 25,1 Ossendrecht,,,,,3, 3,3 5,4,,4 1,7 2,4, 1,7 9,3 3,7 Putte,52,,,23,5, 13,6 13,,, 3,5 4,2 1,5, 52,2 89,5 Riel,,,, 1, 2,8 1,8 7,4,2,3,6 2, 2,6 3,6 43,6 58, Rijen,47,13,, 1,3 2, 12,7 8,,5,14 1,4 2,2 5,4 4,5 54,2 53,8 Waalwijk,,24,,8 1,3 2,9 4,1 5,3,1,2,9 2,3 2,6 3,1 56,2 1,4 Waspik,63,99,,,5 1,9 6,1 8,2,3,5, 2,1 1,2 1,9 18,5 29,5 Willemstad 3,23 3,8,,, 1,7 2,6 2,3,,2,8, 1, 1,6 13,1 12,6 gemiddelde 1,26 1,21,,1,9 2,2 6,2 7,,2,5,9 2,7 5, 6,1 3,3 4,3 Tabel 3: gewogen concentraties zware metalen in effluent (µg/l) (berekend volgens methode Volkert Bakker) 84

97 As Cd Cr Cu Hg Pb Ni Zn Baarle-Nassau,,,9 6,4, 1,7 2,9 25,4 Bath 58,5 4,4 111,4 182,7 1,3 147,8 317,9 1242,1 Chaam,,3 1,1 2,5,,7 1,4 27,5 Dinteloord 1,6,,7 1,3, 1, 1, 18,6 Dongemond 1,5, 18,1 161,6,7 21, 78,1 657, Halsteren,9, 4,8 11,9,1 4,5 3,1 56,3 Kaatsheuvel,, 7,3 17,5,6, 12,3 168,2 Lage-Zwaluwe 3,1,2 1,4 7,, 5,1 2,3 2,8 Nieuwveer 41,6 4,2 44, 23,3 1,4 58,2 139, 761 Nw Vossemeer,2,,5,4,,,8 5,7 Ossendrecht,,, 3,2, 1,4 1, 18,1 Putte,,1, 4,9, 1,6, 33,8 Riel,, 2,7 7,2, 2, 3,5 56,3 Rijen,8, 12,2 49,3,8 13,3 27,8 33,8 Waalwijk 1,4,5 16,7 3,7,1 13,2 18, 586,3 Waspik,8, 1,5 6,6, 1,7 1,5 23,8 Willemstad 1,2,,5,7,,,5 4,1 Totaal 121 9, , Tabel 4: vrachten zware metalen in effluent 21 (kg/jaar) (berekend volgens methode Volkert Bakker) 85

98 As Cd Cr Cu Hg Pb Ni Zn '9 '1 '9 '1 '9 '1 '9 '1 '9 '1 '9 '1 '9 '1 '9 '1 Baarle-Nassau 1,5 2,5 1, 1,5 14, 17,2 435,2 57,4,55,47 61,3 83,3 26,1 32, Bath 9,8 11,4 1,5 1,6 81,8 51,3 49,6 456,8,85,73 164,2 2,8 31,3 31, Chaam 4,6 5,8,6,7 15,7 21,5 394,1 477,5,31,3 41,4 52,2 47,9 3, Dinteloord 22,9 34,8 1,3 1,3 38,5 48,3 265,6 357,8,35,5 6,4 113,7 22,1 32, Dongemond 1,8 11,5 1,3 1,5 81,4 78,5 688,6 716,1,81,82 14,2 141,8 24,9 27, Halsteren 3,4 3,1 1,4 1,1 13,3 17, 457, 648,6,47,57 67,8 77,9 12,4 17, Kaatsheuvel 3,6 3,9,9,8 15,5 127,2 617,5 679,4,52,42 93,3 11,5 14,4 16, Lage-Zwaluwe 15,4 16, 1,5 1,5 21,3 15,1 583,3 647,2,54,7 1, 16,2 21,8 19, Nieuwveer 1,9 11,9 1,1 1,4 34,6 4,6 783,5 778,7 1,18,87 147,6 155,2 24,2 26, Nw Vossemeer 15,6 15,9 1,6 1,1 18,3 18,5 4,4 671,4,32,38 86,8 83,5 38,9 19, Ossendrecht 2,6 4, 1,3 1,1 22,8 24, 369,8 41,9,29,3 68,8 67,2 12,5 14, Putte 6,7 2,8 2,2 1,5 15,4 9, 55,9 454,9,53,7 12,7 19,1 14,1 1, Riel 1,8 2,3 1,4 1,5 21, 24,7 48,6 564,9,44,68 72,3 9,9 16, 17, Rijen 6,4 6,7 1,2 1,1 58,3 118,4 563,4 547,4,65,58 95,8 95,7 19,8 2, Waalwijk 5,3 6,1 2, 2,7 172,4 142, 562,2 498,1,8 1,45 185, 162,8 19,5 24, Waspik 9,3 9,6 1,4 1,1 4,3 37,4 591,6 544,8 1,12 1,12 98, 97,5 25,7 23, Willemstad 9,6 11,1 1,5 1,2 18, 19,2 375,7 34,6,54,95 14,3 212, 17,7 23, Tabel 5: rekenkundig gemiddelde concentaties zware metalen in zuiveringsslib (mg/kg d.s.) 86

99 As Cd Cr Cu Hg Pb Ni Zn Baarle-Nassau,8,4 5,2 154,2,1 25,3 9,9 343 Bath 73,6 1, , Chaam,9,1 3,2 71,5, 7,8 4,6 149 Dinteloord 5,8,2 8,1 6,1,1 19,1 5,4 189 Dongemond 35,7 4, , , Halsteren,9,3 4,6 175,3,2 21,1 4,7 38 Kaatsheuvel 3,1,6 98,6 527,3 85,7 12,5 91 Lage-Zwaluwe 1,5,1 1,4 6,1,1 9,9 1,8 124 Nieuwveer 5,4 6, , Nw Vossemeer 1,,1 1,1 4,8, 5,1 1,2 81,4 Ossendrecht,6,2 3,9 64,5, 1,8 2,3 11 Putte,2,1,7 33,,1 7,9,7 59 Riel,3,2 3,2 73,4,1 11,8 2,3 178,9 Rijen 1,8 1, , , Waalwijk 3,3 1,5 76,1 267, ,9 631 Waspik 1,2,1 4,6 66,6,1 11,9 2,9 15 Willemstad,9,1 1,6 28,8,1 17,9 2, 19,8 Totaal , , Tabel 6: vrachten zware metalen in zuiveringsslib 21 (kg/jaar) vrachten per rwzi is inclusief aanvoer van slib van andere rwzi's vrachten totaal is gecorrigeerd voor aanvoer van slib van andere rwzi's 87

100 1986 As Cd Cr Cu Hg Pb Ni Zn Tot. influent slib effluent verw. % As Cd Cr Cu Hg Pb Ni Zn Tot. influent slib effluent verw. % As Cd Cr Cu Hg Pb Ni Zn Tot. influent slib effluent verw. %

101 Bijlage 1. ENERGIEOVERZICHT. 89

102 Energieverbruik zuiveringstechnische werken in 21. [1] [2] [3] [4] [5] [6] ELEKTRICITEIT AARDGAS BIOGAS BIOGAS OLIE PRIMAIRE ENERGIE verbruik (spui i /fakkel ii ) (*1 kwh) (*1 m 3 ) (*1 m 3 ) (*1 m 3 ) (*1 l) (GJ) (%) Proces Transport Regio Dongemond ,3 Regio Nieuwveer ,1 Regio AWP , Totaal Transport ,4 Proces Zuiveren Baarle-Nassau ,7 Bath (incl. eff.gemaal) (117) ii ,6 Chaam ,4 Dinteloord ,7 Dongemond (25) i ,5 Halsteren , Kaatsheuvel ,3 Lage Zwaluwe ,5 Nieuwveer ,3 Nieuw Vossemeer ,4 Ossendrecht ,5 Putte ,4 Riel ,5 Rijen *) ,3 Waalwijk (17) ii ,2 Waspik ,6 Willemstad ,3 Totaal Zuiveren (159) ,3 Proces Slibverwerking Bath ,8 Dongemond (incl. bandindik ,1 Nieuwveer (12) ii , Rijen ,4 Totaal Slibverwerking (12) ,3 Totaal (261) , Primaire energie 21 [GJ] Totaal Totaal Totaal Totaal Totaal Toelichting per kolom: [1] Jaarlijks elektriciteitsverbruik (netto inkoop); [2] Jaarlijks aardgasverbruik (inkoop) [3] Jaarlijks biogasverbruik; [4] Jaarlijkse hoeveelheid gespuid biogas. [3]+[4] = eigen produktie [5] Jaarlijks verbruik aan huisbrandolie (inkoop). [6] Het totaal aan primaire energie, uitgedrukt in GigaJoules; berekend op basis van: 1 kwh = 9 MJ; 1 m 3 biogas = 23,3 MJ; 1 m3 aardgas = 31,65 MJ; 1 kg olie (HBO) = 42,7 MJ 1 l olie (HBO) =,84 kg; *) GSM-mast Vodafone in bedrijf vanaf 21 9

103 Bijlage 11. BEDRIJFSRESULTATEN PER INSTALLATIE. 91

104 rwzi Baarle-Nassau 21 Type oxidatiesloot capaciteit 2.5 kg TZV/d belasting kg TZV/d maximale hydraulische belasting 46 m 3 /h totaal geloosd effluent m 3 ontvangend oppervlaktewater Bremer ONTWERP GEGEVENS onderdeel aantal opp. (m 2 ) tot. inhoud (m 3 ) tot. opmerkingen zandvanger voorbezinktank oxydatiebed beluchtingstank inclusief contacttank nabezinktank voorindikker 1 88 gistingstank naindikker 2 1. slibbuffer contacttank 1 52 belucht, propstroom kg TZV/d belasting en ontwerp belasting ontwerpcapaciteit concentratie (mg/l) effluent i.e. á 15 g TZV restvervuiling tot-n tot-p 92

105 PROCESGEGEVENS rwzi Baarle-Nassau 21 ph CZV BZV 1) Kj-N NH 4 -N NO 2 -N NO 3 -N N-tot o-p P-tot. SO 4 /Cl dr.r. i.e. Influent 7,5 mg/l , m 3 /d kg/d VBT mg/l m 3 /d kg/d Effluent 7,7 mg/l ,7 1,4,13 2,2 6,,22,53 32/ m 3 /d kg/d ,7 3,5,32 5,3 14,53 1,3 2 VBT % TOT % ) BZV influent, in verband met beperkte meetfrequentie, herleid op basis van gemiddelde CZV/BZV verhouding. BELUCHTING Slibbelasting (kg BZV/kg d.s. d),8 surplusslib (kg d.s./d) 769 slibindex (ml/g) 72 slibleeftijd (d) 12 slibconcentratie (g/l) 3,3 spec. slibprod. (kg d.s./kg BZV v ) 1,1 gloeirest (%) 24 spec. en. verbr. (kwh/kg TZV v),47 CHEMICALIENVERBRUIK ten behoeve van soort verbruik dosering defosfatering AlCl kg Al defosfatering Totaal 28 kmol,77 Me/P (mol/mol) SLIBLIJN ongestab. gestab. m 3 % d.s. ton d.s. ton d.s. 281 beginvoorraad 27 3,3 9 m 3 aanvoer van elders % d.s. 3,2 afvoer naar Rijen 98 3,3 32 % gl.rest 28 afvoer naar Dongemond ,2 146 afvoer naar Nieuwveer ,5 11 eindvoorraad 33 3,2 11 productie 281 ENERGIE aankoop productie verbruik voor: spui/verkoop prod. elektr. beluchting verwarming aardgas m 3 elektriciteit KWh stookolie 1. l gistingsgas m 3 eq. energie kwh 93

106 rwzi Bath 21 Type actief slib Capaciteit 7.72 kg TZV/d belasting kg TZV/d maximale hydraulische belasting 2. m 3 /h totaal geloosd effluent m 3 ontvangend oppervlaktewater Westerschelde ONTWERP GEGEVENS onderdeel aantal opp. (m 2 ) tot. inhoud (m 3 ) tot. opmerkingen zandvanger voorbezinktank oxydatiebed beluchtingstank rechthoekig, fijne bellen nabezinktank prim. slibindikker gravitatie sec. slibindikker flotatie gistingstank slibontwatering 4 zeefbandpers kg TZV/d belasting en ontwerp belasting ontwerpcapaciteit concentratie (mg/l) effluent i.e. á 15 g TZV restvervuiling tot-n tot-p 94

107 PROCESGEGEVENS rwzi Bath 21 ph CZV BZV 1) Kj-N NH 4 -N NO 2 -N NO 3 -N N-tot o-p P-tot. SO 4 /Cl dr.r. i.e. Influent 7,9 mg/l , m 3 /d kg/d VBT mg/l , m 3 /d kg/d Effluent 8,2 mg/l ,9 2,2,21 5, 9,6 1,5 1,9 16/ m 3 /d kg/d VBT % TOT % ) BZV influent, in verband met beperkte meetfrequentie, herleid op basis van gemiddelde CZV/BZV verhouding. BELUCHTING Slibbelasting (kg BZV/kg d.s. d),4 surplusslib (kg d.s./d) slibindex (ml/g) 85 slibleeftijd (d) 2 slibconcentratie (g/l) 4,4 spec. slibprod. (kg d.s./kg BZV v ) 1,35 gloeirest (%) 33 spec. en. verbr. (kwh/kg TZV v),17 CHEMICALIENVERBRUIK ten behoeve van soort verbruik dosering defosfatering AlCl kg Al defosfatering FeSO 4 7H 2 O kg Fe defosfatering Totaal 6.15 kmol,67 Me/P (mol/mol) conditionering: flotatie PE 8.6 kg 1,4 kg/ton d.s. conditionering: zeefbandpersen PE 49.1 kg 6,7 kg/ton d.s. gistingstanks antischuimolie 3.3 l gistingtanks : H 2 S bestrijding FeCl Kg Fe SLIBLIJN ongestab. gestab. ton nat slib % d.s. ton d.s. ton d.s beginvoorraad m aanvoer van AWP % d.s. 4,2 3,1 afvoer naar SNB , % gl.rest afvoer naar Dongemond 88 3,3 29 afvoer naar Nieuwveer ,5 244 eindvoorraad productie 6.4 ENERGIE aankoop productie verbruik voor: spui/fakkel prod. elektr. slibverwerk. beluchting verwarming aardgas m elektriciteit kwh stookolie 1. l Gistingsgas m / eq. energie kwh 95

108 rwzi Chaam 21 Type oxidatiesloot Capaciteit 1.15 kg TZV/d belasting kg TZV/d maximale hydraulische belasting 22 m 3 /h totaal geloosd effluent m 3 ontvangend oppervlaktewater Laagheiveldsebeek ONTWERP GEGEVENS onderdeel aantal opp. (m 2 ) tot. inhoud (m 3 ) tot. opmerkingen zandvanger voorbezinktank oxydatiebed beluchtingstank nabezinktank voorindikker gravitatie gistingstank naindikker 2 6 slibbuffer kg TZV/d belasting en ontwerp belasting ontwerpcapaciteit 22,5 2 17, ,5 1 7,5 5 2,5 concentratie (mg/l) effluent i.e. á 15 g TZV restvervuiling tot-n tot-p 96

109 PROCESGEGEVENS rwzi Chaam 21 ph CZV BZV 1) Kj-N NH 4 -N NO 2 -N NO 3 -N N-tot o-p P-tot. SO 4 /Cl dr.r. i.e. Influent 7,7 mg/l , m 3 /d kg/d VBT mg/l m 3 /d kg/d Effluent 7,8 mg/l ,3 1,3,13 1,4 4,7,6,34 3/ m 3 /d kg/d 51 5,6 4,4 1,8,18 2, 6,3,9,5 12 VBT % TOT % ) BZV influent, in verband met beperkte meetfrequentie, herleid op basis van gemiddelde CZV/BZV verhouding. BELUCHTING Slibbelasting (kg BZV/kg d.s. d),5 surplusslib (kg d.s./d) 385 slibindex (ml/g) 66 slibleeftijd (d) 17 slibconcentratie (g/l) 3,8 spec. slibprod. (kg d.s./kg BZV v ) 1,18 gloeirest (%) 31 spec. en. verbr. (kwh/kg TZV v),36 CHEMICALIENVERBRUIK ten behoeve van soort verbruik dosering defosfatering AlCl kg Al defosfatering Totaal 247 kmol 1,68 Me/P (mol/mol) SLIBLIJN ongestab. gestab. m 3 % d.s. ton d.s. ton d.s. 141 beginvoorraad 9 3, 3 m 3 aanvoer van elders % d.s. 3, afvoer naar Rijen , 131 % gl.rest 38 afvoer naar eindvoorraad 42 3, 13 productie 141 ENERGIE aankoop productie verbruik voor: spui/verkoop prod. elektr. beluchting verwarming aardgas m 3 Elektriciteit KWh stookolie 1. l gistingsgas m 3 eq. energie kwh 97

110 rwzi Dinteloord 21 Type oxidatiesloot Capaciteit 1.15 kg TZV/d belasting kg TZV/d maximale hydraulische belasting 45/45 m 3 /h totaal geloosd effluent m 3 ontvangend oppervlaktewater Volkerak ONTWERP GEGEVENS onderdeel aantal opp. (m 2 ) tot. inhoud (m 3 ) tot. opmerkingen zandvanger voorbezinktank oxydatiebed beluchtingstank inclusief contacttank nabezinktank voorindikker rechthoekig gistingstank naindikker slibbuffer contacttank onbelucht kg TZV/d belasting en ontwerp belasting ontwerpcapaciteit 1 concentratie (mg/l) effluent i.e. á 15 g TZV restvervuiling tot-n tot-p 98

111 PROCESGEGEVENS rwzi Dinteloord 21 ph CZV BZV 1) Kj-N NH 4 -N NO 2 -N NO 3 -N N-tot o-p P-tot. SO 4 /Cl dr.r. i.e. Influent 7,7 mg/l , m 3 /d kg/d VBT mg/l m 3 /d kg/d Effluent 8,1 mg/l ,3,6,16 2, 4,3,26,44 27/ m 3 /d kg/d 98 7,3 6,3 1,5,44 5,4 12,71 1,2 2 VBT % TOT % ) BZV influent, in verband met beperkte meetfrequentie, herleid op basis van gemiddelde CZV/BZV verhouding. BELUCHTING Slibbelasting (kg BZV/kg d.s. d),4 surplusslib (kg d.s./d) 432 slibindex (ml/g) 112 slibleeftijd (d) 21 slibconcentratie (g/l) 4,9 spec. slibprod. (kg d.s./kg BZV v ) 1, gloeirest (%) 33 spec. en. verbr. (kwh/kg TZV v),51 CHEMICALIENVERBRUIK ten behoeve van soort verbruik dosering defosfatering FeCl kg Fe defosfatering Totaal 89 kmol,54 Me/P (mol/mol) SLIBLIJN ongestab. gestab. m 3 % d.s. ton d.s. ton d.s. 158 beginvoorraad 4 3,7 15 m 3 aanvoer van elders % d.s. 3,7 afvoer naar AWP ,7 16 % gl.rest 37 afvoer naar eindvoorraad 3 4,4 13 productie 158 ENERGIE aankoop productie verbruik voor: spui/verkoop prod. elektr. beluchting verwarming aardgas m 3 Elektriciteit KWh stookolie 1. l gistingsgas m 3 eq. energie kwh 99

112 rwzi Dongemond 21 Type actief slib Capaciteit kg TZV/d belasting kg TZV/d maximale hydraulische belasting 6. m 3 /h totaal geloosd effluent m 3 ontvangend oppervlaktewater Wilhelminakanaal ONTWERP GEGEVENS onderdeel aantal opp. (m 2 ) tot. inhoud (m 3 ) tot. opmerkingen zandvanger 1 8 Dorr (in sliblijn) voorbezinktank beluchtingstank fijne bellen nabezinktank prim.slibindikker gravitatie sec.slibindikker gravitatie gistingstank slibontwatering 2 zeefbandpers 25. kg TZV/d belasting en ontwerp belasting ontwerpcapaciteit 3 concentratie (mg/l) effluent i.e. á 15 g TZV restvervuiling tot-n tot-p 1

113 PROCESGEGEVENS rwzi Dongemond 21 ph CZV BZV 1) Kj-N NH 4 -N NO 2 -N NO 3 -N N-tot o-p P-tot. SO 4 /Cl dr.r. i.e. Influent 7,7 mg/l , m 3 /d kg/d VBT mg/l , m 3 /d kg/d Effluent 7,5 mg/l , 1,7,6 6,3 1,37,97 46/ m 3 /d kg/d , VBT % TOT % ) BZV influent, in verband met beperkte meetfrequentie, herleid op basis van gemiddelde CZV/BZV verhouding. BELUCHTING Slibbelasting (kg BZV/kg d.s. d),9 surplusslib (kg d.s./d) 3.31 slibindex (ml/g) 63 slibleeftijd (d) 24 slibconcentratie (g/l) 7,9 spec. Slibprod. (kg d.s./kg BZV v ),75 gloeirest (%) 35 spec. En. Verbr. (kwh/kg TZV v),28 CHEMICALIENVERBRUIK ten behoeve van soort verbruik dosering defosfatering FeSO 4 7H 2 O kg Fe defosfatering AlCl kg Al defosfatering Totaal 3.36 kmol 1,57 Me/P (mol/mol) gistingstank antischuimolie 4. l conditionering: zeefbandpersen PE kg (aktief) 6,8 kg/ton d.s. Conditonering: bandindikker PE 9.91 kg (aktief) 4,7 kg/ton d.s. SLIBLIJN ongestab. gestab. ton nat slib % d.s. ton d.s. ton d.s beginvoorraad m aanvoer van elders , % d.s. 5,4 3,8 afvoer naar SNB , % gl.rest 3 44 afvoer naar eindvoorraad productie ENERGIE aankoop productie verbruik voor: verkoop/ prod. elektr. slibverwerk. beluchting verwarming fakkel Aardgas m Elektriciteit kwh stookolie 1. l gistingsgas m * eq. energie kwh * incl. 414 m 3 via de spui 11

114 rwzi Halsteren 21 Type oxidatiesloot capaciteit 1.9 kg TZV/d belasting 2.2 kg TZV/d maximale hydraulische belasting 65 m 3 /h totaal geloosd effluent m 3 ontvangend oppervlaktewater Nieuwe Beijmoerseloop ONTWERP GEGEVENS onderdeel aantal opp. (m 2 ) tot. inhoud (m 3 ) tot. opmerkingen zandvanger voorbezinktank oxydatiebed beluchtingstank inclusief contakttank nabezinktank voorindikker gistingstank naindikker slibbuffer contacttank 1 65 onbelucht 3. kg TZV/d belasting en ontwerp belasting ontwerpcapaciteit 25 concentratie (mg/l) effluent i.e. á 15 g TZV restvervuiling tot-n tot-p 12

115 PROCESGEGEVENS rwzi Halsteren 21 ph CZV BZV 1) Kj-N NH 4 -N NO 2 -N NO 3 -N N-tot o-p P-tot. SO 4 /Cl dr.r. i.e. Influent 7,8 mg/l , m 3 /d kg/d VBT mg/l m 3 /d kg/d Effluent 7,6 mg/l ,8 3,7,35 6,3 12,28,71 39/ m 3 /d kg/d , 18 36,81 2,1 37 VBT % TOT % ) BZV influent, in verband met beperkte meetfrequentie, herleid op basis van gemiddelde CZV/BZV verhouding. BELUCHTING Slibbelasting (kg BZV/kg d.s. d),6 surplusslib (kg d.s./d) 658 slibindex (ml/g) 81 slibleeftijd (d) 15 slibconcentratie (g/l) 3,8 spec. slibprod. (kg d.s./kg BZV v ) 1,1 gloeirest (%) 28 spec. en. verbr. (kwh/kg TZV v),58 CHEMICALIENVERBRUIK ten behoeve van soort verbruik dosering defosfatering AlCl kg Al defosfatering Totaal 451 kmol 1,74 Me/P (mol/mol) SLIBLIJN ongestab. gestab. m 3 % d.s. ton d.s. ton d.s. 241 beginvoorraad 66 3, 2 m 3 aanvoer van elders % d.s. 2,7 afvoer naar AWP 819 2,7 223 % gl.rest 34 afvoer naar eindvoorraad 14 2,7 38 productie 241 ENERGIE aankoop productie verbruik voor: spui/verkoop prod. elektr. beluchting verwarming Aardgas m 3 Elektriciteit KWh stookolie 1. l gistingsgas m 3 eq. energie kwh 13

116 rwzi Kaatsheuvel 21 Type carrousel Capaciteit 8.6 kg TZV/d belasting kg TZV/d maximale hydraulische belasting 2.2 m 3 /h totaal geloosd effluent m 3 (incl. afv Efteling) ontvangend oppervlaktewater Vossenbergsevaart (afv Efteling: m 3 ) ONTWERP GEGEVENS onderdeel aantal opp. (m 2 ) tot. inhoud (m 3 ) tot. opmerkingen Zandvanger 1 Geiger voorbezinktank contacttank 1 36 belucht, propstroom beluchtingstank inclusief contacttank nabezinktank voorindikker 1 82 gistingstank naindikker 4 slibbuffer zandfilter (continu) capaciteit: 75 m 3 /h 1. kg TZV/d belasting en ontwerp belasting ontwerpcapaciteit 5 concentratie (mg/l) effluent i.e. á 15 g TZV restvervuiling tot-n tot-p 14

117 PROCESGEGEVENS rwzi Kaatsheuvel 21 ph CZV BZV 1) Kj-N NH 4 -N NO 2 -N NO 3 -N N-tot o-p P-tot. SO 4 /Cl dr.r. i.e. Influent 7,7 mg/l , m 3 /d kg/d VBT mg/l m 3 /d kg/d Effluent 2) 7,7 mg/l ,9,3,11 3, 5,,62,82 53/ m 3 /d kg/d ,3 1, ,8 9, 97 2) VBT % TOT % ) BZV influent, in verband met beperkte meetfrequentie, herleid op basis van gemiddelde CZV/BZV verhouding. 2) Exclusief de afvoer van het zandfilter. Voor de gegevens van het zandfilter zie de tekst in hoofdstuk 4. BELUCHTING Slibbelasting (kg BZV/kg d.s. d),4 surplusslib (kg d.s./d) slibindex (ml/g) 19 slibleeftijd (d) 3 slibconcentratie (g/l) 3,3 spec. slibprod. (kg d.s./kg BZV v ),91 gloeirest (%) 3 spec. en. verbr. (kwh/kg TZV v),48 CHEMICALIENVERBRUIK ten behoeve van soort verbruik dosering defosfatering FeSO 4 7H 2 O kg Fe defosfatering AlCl kg Al defosfatering Totaal 997 kmol 1,13 Me/P (mol/mol) defosfatering in zandfilter FeCl kg Fe 4,6 g/m 3 SLIBLIJN ongestab. gestab. m 3 % d.s. ton d.s. ton d.s. 711 beginvoorraad 85 3,6 31 m 3 aanvoer van elders % d.s. 3,7 afvoer naar Dongemond ,7 682 % gl.rest 34 afvoer naar Nieuwveer ,3 37 eindvoorraad 79 3,2 23 productie 711 ENERGIE aankoop productie verbruik voor: spui/verkoop prod. elektr. beluchting verwarming aardgas m 3 elektriciteit KWh stookolie 1. l gistingsgas m 3 eq. energie kwh 15

118 rwzi Lage Zwaluwe 21 Type oxidatiesloot Capaciteit 1.1 kg TZV/d belasting 939 kg TZV/d maximale hydraulische belasting 31 m 3 /h totaal geloosd effluent m 3 ontvangend oppervlaktewater Amer ONTWERP GEGEVENS onderdeel aantal opp. (m 2 ) tot. inhoud (m 3 ) tot. opmerkingen zandvanger voorbezinktank oxydatiebed beluchtingstank nabezinktank voorindikker gistingstank naindikker 2 72 slibbuffer droogbed kg TZV/d belasting en ontwerp belasting ontwerpcapaciteit 12 concentratie (mg/l) effluent i.e. á 15 g TZV restvervuiling tot-n tot-p 16

119 PROCESGEGEVENS rwzi Lage Zwaluwe 21 ph CZV BZV 1) Kj-N NH 4 -N NO 2 -N NO 3 -N N-tot o-p P-tot. SO 4 /Cl dr.r. i.e. Influent 7,9 mg/l , m 3 /d kg/d ,6 28 VBT mg/l m 3 /d kg/d Effluent 8, mg/l ,4,6,41 3,2 5,9 1,3 1,7 33/ m 3 /d kg/d 74 6, 4,3 1,2,75 5,8 11 2,4 3,1 17 VBT % TOT % ) BZV influent, in verband met beperkte meetfrequentie, herleid op basis van gemiddelde CZV/BZV verhouding. BELUCHTING Slibbelasting (kg BZV/kg d.s. d),4 surplusslib (kg d.s./d) 219 slibindex (ml/g) 95 slibleeftijd (d) 29 slibconcentratie (g/l) 4,2 spec. slibprod. (kg d.s./kg BZV v ) 1,1 gloeirest (%) 33 spec. en. verbr. (kwh/kg TZV v),48 CHEMICALIENVERBRUIK ten behoeve van soort verbruik periode Licht slib bestrijding AlCl kg Al Jan.t/m April, Nov. en Dec. SLIBLIJN ongestab. gestab. m 3 % d.s. ton d.s. Ton d.s. 8 beginvoorraad 1 2,9 3 m 3 aanvoer van elders % d.s. 2,1 afvoer naar Rijen 296,8 2 % gl.rest 38 afvoer naar Dongemond ,9 63 afvoer naar Nieuwveer 777 2, 15 eindvoorraad 15 1,7 3 productie 8 ENERGIE aankoop productie verbruik voor: spui/verkoop prod. elektr. beluchting verwarming Aardgas m 3 elektriciteit KWh stookolie 1. l gistingsgas m 3 eq. energie kwh 17

120 rwzi Nieuwveer 21 Type actief slib (2-traps) Capaciteit 66. kg TZV/d Belasting kg TZV/d maximale hydraulische belasting 16.5 m 3 /h totaal geloosd effluent m 3 ontvangend oppervlaktewater Hollands Diep ONTWERP GEGEVENS onderdeel aantal opp. (m 2 ) tot. inhoud (m 3 ) tot. opmerkingen zandvanger 4 45 tussenbezinktank x rechthoek, kettingruimer; 1x rond beluchtingstank 1e trap beluchtingstank 2e trap nabezinktank x rechthoek; 3x rond voorindikker (prim. + sec.) gravitatie gistingstank slibontwatering 2 membraanfilterpers kg TZV/d belasting en ontwerp belasting ontwerpcapaciteit 15 concentratie (mg/l) effluent i.e. á 15 g TZV restvervuiling tot-n tot-p 18

121 PROCESGEGEVENS rwzi Nieuwveer 21 ph CZV BZV 1) Kj-N NH 4 -N NO 2 -N NO 3 -N N-tot o-p P-tot. SO 4 /Cl dr.r. i.e. Influent 7,4 mg/l , m 3 /d kg/d Toevoer mg/l , e trap m 3 /d kg/d Toevoer mg/l , e trap m 3 /d kg/d Effluent 7,5 mg/l ,2 1,5,25 5,9 1 1,1 1,4 48/ m 3 /d kg/d e trap % TOT % ) BZV influent, in verband met beperkte meetfrequentie, herleid op basis van gemiddelde CZV/BZV verhouding. BELUCHTING 1 e trap 2 e trap 1 e trap 2 e trap slibbelasting (kg BZV/kg.s. d) 2,7,6 surplusslib (kg d.s./d) slibindex (ml/g) slibleeftijd (d),62 14 slibconcentratie (g/l) 2,6 3,8 spec. slibprod. (kg d.s./kg BZV v ) 1,3 1,2 gloeirest (%) spec. en verbr. (kwh/kg TZV v),44 ( totale rwzi) CHEMICALIENVERBRUIK ten behoeve van soort verbruik dosering defosfatering FeSO 4 7H 2 O (simultaan) kg Fe defosfatering Totaal kmol,6 Me/P (mol/mol) conditionering PE 4.1 kg 2, kg/ton d.s. UASB, H2S bestrijding FeCl kg Fe SLIBLIJN ongestab. gestab. ton nat slib % d.s. ton d.s. ton d.s aanvoer van elders ,4 411 m afvoer naar SNB , % d.s. 3,6 2,4 afvoer naar AWP % gl.rest afvoer naar productie * * exclusief 44 ton d.s. korrelslib uit de UASB ENERGIE aankoop Productie verbruik voor: Fakkel slibverwerk. beluchting verwarming aardgas m 3 elektriciteit kwh stookolie 1. l gistingsgas m *) eq. energie kwh *) inclusief m 3 t.b.v. thermische naverbrander 19

122 rwzi Nieuw-Vossemeer 21 Type oxidatiesloot Capaciteit 43 kg TZV/d belasting 355 kg TZV/d maximale hydraulische belasting 115 m 3 /h totaal geloosd effluent m 3 ontvangend oppervlaktewater Polderwatergang ONTWERP GEGEVENS onderdeel aantal opp. (m 2 ) tot. inhoud (m 3 ) tot. opmerkingen zandvanger voorbezinktank oxydatiebed beluchtingstank nabezinktank voorindikker gistingstank naindikker 2 3 slibbuffer droogbed kg TZV/d belasting en ontwerp belasting ontwerpcapaciteit 12 concentratie (mg/l) effluent i.e. á 15 g TZV restvervuiling tot-n tot-p 11

123 PROCESGEGEVENS rwzi Nieuw-Vossemeer 21 ph CZV BZV 1) Kj-N NH 4 -N NO 2 -N NO 3 -N N-tot o-p P-tot. SO 4 /Cl dr.r. i.e. Influent 7,8 mg/l , m 3 /d kg/d ,1 87 VBT mg/l m 3 /d kg/d Effluent 7,9 mg/l 3 2 1,7,5,24 4,7 6,6,16,31 28/ m 3 /d kg/d 19 1,6 1,1,32,15 3,1 4,3,1,2 4 VBT % TOT % ) BZV influent, in verband met beperkte meetfrequentie, herleid op basis van gemiddelde CZV/BZV verhouding. BELUCHTING Slibbelasting (kg BZV/kg d.s. d),3 surplusslib (kg d.s./d) 155 slibindex (ml/g) 79 slibleeftijd (d) 19 slibconcentratie (g/l) 4,8 spec. slibprod. (kg d.s./kg BZV v ) 1,59 gloeirest (%) 34 spec. en. verbr. (kwh/kg TZV v),82 CHEMICALIENVERBRUIK ten behoeve van soort verbruik dosering defosfatering AlCl kg Al defosfatering Totaal 82 kmol 1,7 Me/P (mol/mol) SLIBLIJN ongestab. gestab. m 3 % d.s. ton d.s. ton d.s. 57 beginvoorraad 2 2,9 6 m 3 aanvoer van elders % d.s. 2,9 afvoer naar AWP ,9 57 % gl.rest 38 afvoer naar eindvoorraad 15 3,4 5 productie 56 ENERGIE aankoop productie verbruik voor: spui/verkoop prod. elektr. beluchting verwarming aardgas m 3 Elektriciteit KWh stookolie 1. l gistingsgas m 3 eq. energie kwh 111

124 rwzi Ossendrecht 21 Type oxidatiesloot capaciteit 1.75 kg TZV/d Belasting 1.12 kg TZV/d maximale hydraulische belasting 35 m 3 /h totaal geloosd effluent m 3 ontvangend oppervlaktewater Schipperskil ONTWERP GEGEVENS onderdeel aantal opp. (m 2 ) tot. inhoud (m 3 ) tot. opmerkingen zandvanger voorbezinktank oxydatiebed beluchtingstank inclusief contacttank nabezinktank voorindikker gistingstank naindikker contacttank onbelucht 2. kg TZV/d belasting en ontwerp belasting ontwerpcapaciteit concentratie (mg/l) effluent i.e. á 15 g TZV restvervuiling tot-n tot-p 112

125 PROCESGEGEVENS rwzi Ossendrecht 21 ph CZV BZV 1) Kj-N NH 4 -N NO 2 -N NO 3 -N N-tot o-p P-tot. SO 4 /Cl dr.r. i.e. Influent 7,5 mg/l , m 3 /d kg/d , 23 VBT mg/l m 3 /d kg/d Effluent 7,8 mg/l , 1,4,61 2, 5,6 1,1 1,4 47/ m 3 /d kg/d 52 4,4 4,5 2,1,93 3,1 8,6 1,7 2,1 1 VBT % TOT % ) BZV influent, in verband met beperkte meetfrequentie, herleid op basis van gemiddelde CZV/BZV verhouding. BELUCHTING Slibbelasting (kg BZV/kg d.s. d),5 surplusslib (kg d.s./d) 398 slibindex (ml/g) 123 slibleeftijd (d) 18 slibconcentratie (g/l) 5, spec. slibprod. (kg d.s./kg BZV v ),99 gloeirest (%) 24 spec. en. verbr. (kwh/kg TZV v),49 CHEMICALIENVERBRUIK ten behoeve van soort verbruik dosering SLIBLIJN ongestab. gestab. m 3 % d.s. ton d.s. Ton d.s. 145 beginvoorraad m 3 aanvoer van elders % d.s.,9 afvoer naar Bath ,9 145 % gl.rest 25 afvoer naar eindvoorraad productie 145 ENERGIE aankoop productie verbruik voor: spui/verkoop prod. elektr. beluchting verwarming aardgas m 3 Elektriciteit KWh stookolie 1. l gistingsgas m 3 eq. energie kwh 113

126 rwzi Putte 21 Type oxidatietanks Capaciteit 1.1 kg TZV/d Belasting 77 kg TZV/d maximale hydraulische belasting 215 m 3 /h totaal geloosd effluent m 3 ontvangend oppervlaktewater Leuvensebeek ONTWERP GEGEVENS onderdeel aantal opp. (m 2 ) tot. inhoud (m 3 ) tot. opmerkingen zandvanger 1 9,6 goot, rechthoek voorbezinktank oxydatiebed beluchtingstank bassins, rechthoek (bio-p) nabezinktank voorindikker gistingstank naindikker droogbed 1.2 kg TZV/d belasting en ontwerp belasting ontwerpcapaciteit 15 concentratie (mg/l) effluent i.e. á 15 g TZV restvervuiling tot-n tot-p 114

127 PROCESGEGEVENS rwzi Putte 21 ph CZV BZV 1) Kj-N NH 4 -N NO 2 -N NO 3 -N N-tot o-p P-tot. SO 4 /Cl dr.r. i.e. Influent 7,6 mg/l , m 3 /d kg/d ,6 118 VBT mg/l m 3 /d kg/d Effluent 7,4 mg/l ,1 1,7,29 5, 9,5,62 1,1 36/ m 3 /d kg/d 45 5, 3,9 1,7,28 4,8 9,,59 1,1 12 VBT % TOT % ) BZV influent, in verband met beperkte meetfrequentie, herleid op basis van gemiddelde CZV/BZV verhouding. BELUCHTING slibbelasting (kg BZV/kg d.s. d),5 surplusslib (kg d.s./d) 153 slibindex (ml/g) 18 slibleeftijd (d) 22 slibconcentratie (g/l) 2,9 spec. slibprod. (kg d.s./kg BZV v ),8 gloeirest (%) 19 spec. en. verbr. (kwh/kg TZV v),45 CHEMICALIENVERBRUIK ten behoeve van soort verbruik dosering SLIBLIJN ongestab. gestab. m 3 % d.s. ton d.s. ton d.s. 56 beginvoorraad m 3 aanvoer van elders % d.s.,3 afvoer naar Bath ,3 56 % gl.rest 17 afvoer naar eindvoorraad productie 56 ENERGIE aankoop productie verbruik voor: spui/verkoop prod. elektr. beluchting verwarming aardgas m 3 Elektriciteit KWh stookolie 1. l gistingsgas m 3 eq. energie kwh 115

128 rwzi Riel 21 Type oxidatiesloot Capaciteit 2.12 kg TZV/d belasting kg TZV/d maximale hydraulische belasting 54 m 3 /h totaal geloosd effluent m 3 ontvangend oppervlaktewater Oude Leij ONTWERP GEGEVENS onderdeel aantal opp. (m 2 ) tot. inhoud (m 3 ) tot. opmerkingen zandvanger 1 18 voorbezinktank anaerobe tank (incl. selector 64 m3) beluchtingstank nabezinktank voorindikker 42 Gravitatie gistingstank naindikker 2 9 slibbuffers droogbed kg TZV/d belasting en ontwerp belasting ontwerpcapaciteit 15 concentratie (mg/l) effluent i.e. á 15 g TZV restvervuiling tot-n tot-p 116

129 PROCESGEGEVENS rwzi Riel 21 ph CZV BZV 1) Kj-N NH 4 -N NO 2 -N NO 3 -N N-tot o-p P-tot. SO 4 /Cl dr.r. i.e. Influent 7,9 mg/l , m 3 /d kg/d VBT mg/l m 3 /d kg/d Effluent 7,7 mg/l ,3 1,3,15 1,9 5,3,26,62 28/ m 3 /d kg/d 59 5,7 5,7 2,3,26 3,3 9,2,45 1,1 2 VBT % TOT % ) BZV influent, in verband met beperkte meetfrequentie, herleid op basis van gemiddelde CZV/BZV verhouding. BELUCHTING Slibbelasting (kg BZV/kg d.s. d),3 Surplusslib (kg d.s./d) 327 slibindex (ml/g) 85 Slibleeftijd (d) 43 slibconcentratie (g/l) 3,6 spec. Slibprod. (kg d.s./kg BZV v ),7 gloeirest (%) 27 spec. en. verbr. (kwh/kg TZV v),4 CHEMICALIENVERBRUIK ten behoeve van soort verbruik dosering defosfatering FeCl kg Fe defosfatering Totaal 62 kmol,36 Me/P (mol/mol) SLIBLIJN ongestab. gestab. m 3 % d.s. ton d.s. ton d.s. 119 beginvoorraad 375 2,7 1 m 3 aanvoer van elders % d.s. 2,7 afvoer naar Rijen ,7 121 % gl.rest 29 afvoer naar eindvoorraad 332 2,5 8 productie 119 ENERGIE aankoop productie verbruik voor: spui/verkoop prod. elektr. beluchting verwarming Aardgas m 3 Elektriciteit KWh stookolie 1. l gistingsgas m 3 eq. energie kwh 117

130 rwzi Rijen 21 Type carrousel capaciteit kg TZV/d belasting kg TZV/d maximale hydraulische belasting 3.52 m 3 /h totaal geloosd effluent m 3 ontvangend oppervlaktewater Schorsleij ONTWERP GEGEVENS onderdeel aantal opp. (m 2 ) tot. inhoud (m 3 ) tot. opmerkingen zandvanger Dorr voorbezinktank contacttank 1 7 belucht, propstroom beluchtingstank inclusief contacttank nabezinktank prim. slibindikker sec. slibindikker slibontwatering 2 zeefbandpers kg TZV/d belasting en ontwerp belasting ontwerpcapaciteit 1 concentratie (mg/l) effluent i.e. á 15 g TZV restvervuiling tot-n tot-p 118

131 PROCESGEGEVENS rwzi Rijen 21 ph CZV BZV 1) Kj-N NH 4 -N NO 2 -N NO 3 -N N-tot o-p P-tot. SO 4 /Cl dr.r. i.e. Influent 7,4 mg/l , m 3 /d kg/d VBT mg/l , m 3 /d kg/d Effluent 7,6 mg/l , 2,,13 3,2 7,4,47,87 23/ m 3 /d kg/d , , VBT % TOT % ) BZV influent, in verband met beperkte meetfrequentie, herleid op basis van gemiddelde CZV/BZV verhouding. BELUCHTING Slibbelasting (kg BZV/kg d.s. d),4 surplusslib (kg d.s./d) slibindex (ml/g) 69 slibleeftijd (d) 26 slibconcentratie (g/l) 4,2 spec. slibprod. (kg d.s./kg BZV v ),67 gloeirest (%) 29 spec. en. verbr. (kwh/kg TZV v),54 CHEMICALIENVERBRUIK ten behoeve van soort verbruik dosering defosfatering FeSO 4 7H 2 O kg Fe defosfatering AlCl kg Al defosfatering Totaal kmol 1,12 Me/P (mol/mol) conditionering: zeefbandpersen PE 7.3 kg 4,6 kg/ton d.s. SLIBLIJN Primair Secundair ton nat slib % d.s. ton d.s. ton d.s beginvoorraad 2 m aanvoer van elders ,8 286 % d.s. 5,6 3, afvoer naar SNB % gl.rest afvoer naar eindvoorraad 25 productie ENERGIE aankoop productie verbruik voor: spui/verkoop slibverwerk. beluchting verwarming aardgas m elektriciteit kwh * stookolie 1. l gistingsgas m 3 eq. energie kwh * excl kwh verbruikt door derden 119

132 rwzi Waalwijk 21 Type actief slib capaciteit 11.5 kg TZV/d belasting 8.53 kg TZV/d maximale hydraulische belasting 2.53 m 3 /h totaal geloosd effluent m 3 ontvangend oppervlaktewater Bergsche Maas ONTWERP GEGEVENS onderdeel aantal opp. (m 2 ) tot. inhoud (m 3 ) tot. opmerkingen zandvanger 1 8 Geiger voorbezinktank beluchtingstank incl. voordenitrifikatie nabezinktank voorindikker prim. + sec. gescheiden gravitatie gistingstank naindikker 3 6. slibbuffer droogbed 12. kg TZV/d belasting en ontwerp belasting ontwerpcapaciteit 25 concentratie (mg/l) effluent i.e. á 15 g TZV restvervuiling tot-n tot-p 12

133 PROCESGEGEVENS rwzi Waalwijk 21 ph CZV BZV 1) Kj-N NH 4 -N NO 2 -N NO 3 -N N-tot o-p P-tot. SO 4 /Cl dr.r. i.e. Influent 7,5 mg/l , m 3 /d kg/d VBT mg/l , m 3 /d kg/d Effluent 7,4 mg/l ,1,9,32 4,1 7,5 1,3 1,8 45/ m 3 /d kg/d , VBT % TOT % ) BZV influent, in verband met beperkte meetfrequentie, herleid op basis van gemiddelde CZV/BZV verhouding. BELUCHTING Slibbelasting (kg BZV/kg d.s. d),8 surplusslib (kg d.s./d) 1.36 slibindex (ml/g) 95 slibleeftijd (d) 23 slibconcentratie (g/l) 5,3 spec. slibprod. (kg d.s./kg BZV v ),59 gloeirest (%) 23 spec. En. verbr. (kwh/kg TZV v),26 CHEMICALIENVERBRUIK ten behoeve van soort verbruik periode Licht slib bestrijding/defosfatering AlCl kg Al Licht slib bestrijding/defosfatering Totaal 411 kmol,51 Me/P (mol/mol) SLIBLIJN ongestab. gestab. m 3 % d.s. ton d.s. ton d.s beginvoorraad ,5 99 m aanvoer van elders % d.s. 2,3 1,8 afvoer naar Dongemond ,5 519 % gl.rest afvoer naar eindvoorraad , 65 productie 485 ENERGIE aankoop productie verbruik voor: verkoop/ prod. elektr. beluchting Verwarming fakkel aardgas m elektriciteit kwh stookolie 1. l gistingsgas m eq. energie kwh 121

134 rwzi Waspik 21 Type oxidatiesloot Capaciteit 2.6 kg TZV/d belasting 1.31 kg TZV/d maximale hydraulische belasting 65 m 3 /h totaal geloosd effluent m 3 ontvangend oppervlaktewater Oude Maasje ONTWERP GEGEVENS Onderdeel aantal opp. (m 2 ) tot. inhoud (m 3 ) tot. opmerkingen Zandvanger voorbezinktank contacttank 1 onbelucht beluchtingstank inclusief contacttank nabezinktank nabezinktank gistingstank naindikker slibbuffer 3. kg TZV/d belasting en ontwerp belasting ontwerpcapaciteit concentratie (mg/l) effluent i.e. á 15 g TZV restvervuiling tot-n tot-p 122

135 PROCESGEGEVENS rwzi Waspik 21 ph CZV BZV 1) Kj-N NH 4 -N NO 2 -N NO 3 -N N-tot o-p P-tot. SO 4 /Cl dr.r. i.e. Influent 7,9 mg/l , m 3 /d kg/d VBT mg/l m 3 /d kg/d Effluent 7,8 mg/l ,1,5,8 2,8 5,,18,56 2/ m 3 /d kg/d 8 6,7 5,2 1,4,19 6,8 12,44 1,4 41 VBT % TOT % ) BZV influent, in verband met beperkte meetfrequentie, herleid op basis van gemiddelde CZV/BZV verhouding. BELUCHTING Slibbelasting (kg BZV/kg d.s. d),3 surplusslib (kg d.s./d) 317 Slibindex (ml/g) 68 slibleeftijd (d) 44 Slibconcentratie (g/l) 4,3 spec. slibprod. (kg d.s./kg BZV v ),97 Gloeirest (%) 4 spec. en. verbr. (kwh/kg TZV v),34 CHEMICALIENVERBRUIK ten behoeve van soort verbruik dosering defosfatering AlCl kg Al defosfatering Totaal 166 kmol 1,8 Me/P (mol/mol) SLIBLIJN ongestab. gestab. m3 % d.s. ton d.s. ton d.s. 116 beginvoorraad 3 3,5 11 m 3 aanvoer van elders % d.s. 3, afvoer naar Dongemond 3.9 3,5 19 % gl.rest 43 afvoer naar Nieuwveer 296 4,6 14 eindvoorraad 15 2,4 4 productie 116 ENERGIE aankoop productie verbruik voor: spui/verkoop prod. elektr. beluchting verwarming aardgas m 3 Elektriciteit KWh stookolie 1. l gistingsgas m 3 eq. energie kwh 123

136 rwzi Willemstad 21 Type oxidatiesloot Capaciteit 83 kg TZV/d belasting 823 kg TZV/d maximale hydraulische belasting 21 m 3 /h totaal geloosd effluent m 3 ontvangend oppervlaktewater Hollands Diep ONTWERP GEGEVENS onderdeel aantal opp. (m 2 ) tot. inhoud (m 3 ) tot. opmerkingen zandvanger voorbezinktank oxydatiebed beluchtingstank incl. contacttank nabezinktank voorindikker gistingstank naindikker 2 48 slibbuffer contacttank onbelucht kg TZV/d belasting en ontwerp belasting ontwerpcapaciteit concentratie (mg/l) 1 8,75 7,5 6,25 5 3,75 2,5 1,25 effluent restvervuiling tot-n tot-p i.e. á 15 g TZV

totaal rioolwater aanvoer

totaal rioolwater aanvoer Registratienummer 12IT006158 Samenvatting Inleiding In deze samenvatting worden de belangrijkste bevindingen en conclusies uit het rapport Bedrijfsresultaten Zuiveringstechnische werken 2011 beknopt weergegeven.

Nadere informatie

BEDRIJFSRESULTATEN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN

BEDRIJFSRESULTATEN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN Nr: 9I1984 BEDRIJFSRESULTATEN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN 28 Foto voorzijde : Beluchtingstank rwzi Dongemond BEDRIJFSRESULTATEN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN 28 Bladzijde Inleiding Missie en visie zuiveringstaak

Nadere informatie

Samenvatting bedrijfsresultaten zuiveringstechnische werken 2013

Samenvatting bedrijfsresultaten zuiveringstechnische werken 2013 Zaaknr. : Kenmerk : 14UT003282 Barcode : *14UT003282* Samenvatting bedrijfsresultaten zuiveringstechnische werken 2013 Mededeling voor het algemeen bestuur van 11 juni 2014 Inleiding Hierbij treft u aan

Nadere informatie

Bedrijfsresultaten Zuiveringstechnische Werken

Bedrijfsresultaten Zuiveringstechnische Werken Bedrijfsresultaten Zuiveringstechnische Werken 2014 BEDRIJFSRESULTATEN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN 2014 Nr. 15IT012854 Foto voorzijde: Demon installatie rwzi Nieuwveer BEDRIJFSRESULTATEN ZUIVERINGSTECHNISCHE

Nadere informatie

Bedrijfsresultaten Zuiveringstechnische Werken

Bedrijfsresultaten Zuiveringstechnische Werken Bedrijfsresultaten Zuiveringstechnische Werken 212 Nr: 13IT12123 BEDRIJFSRESULTATEN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN 212 Foto voorzijde : Overzicht nieuwe slibverwerkingsinstallatie rwzi Nieuwveer BEDRIJFSRESULTATEN

Nadere informatie

Bijlage 1. Noorderzijlvest Gemiddeld Nederland NZV t.o.v. gem. 2006 78,2 83,7-5,5 2009 81,6 86,6-5,0 2012 84,6 86,6-2,0

Bijlage 1. Noorderzijlvest Gemiddeld Nederland NZV t.o.v. gem. 2006 78,2 83,7-5,5 2009 81,6 86,6-5,0 2012 84,6 86,6-2,0 Bijlage 1 Inleiding Door ons waterschap is voor het jaar 2012 weer deelgenomen aan de Bedrijfsvergelijking Zuiveringsbeheer (BVZ). Met de uitkomsten van deze vergelijking kan de positie c.q. score van

Nadere informatie

BEDRIJFSRESULTATEN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN

BEDRIJFSRESULTATEN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN Nr: 6I899 BEDRIJFSRESULTATEN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN 25 2 juni 26 BEDRIJFSRESULTATEN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN 25 Bladzijde Samenvatting 1. Zuivering van afvalwater...1 1.1. Hydraulische belasting

Nadere informatie

Bedrijfsresultaten Zuiveringstechnische Werken

Bedrijfsresultaten Zuiveringstechnische Werken Bedrijfsresultaten Zuiveringstechnische Werken 213 BEDRIJFSRESULTATEN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN 213 Foto voorzijde: UNAS pilotinstallatie rwzi Nieuwveer BEDRIJFSRESULTATEN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN

Nadere informatie

In D&H: 04-02-2014 Steller: J.C.P. de Wit BMZ (tkn) Telefoonnummer: 030 634 57 24 SKK Afdeling: Zuiveringsbeheer

In D&H: 04-02-2014 Steller: J.C.P. de Wit BMZ (tkn) Telefoonnummer: 030 634 57 24 SKK Afdeling: Zuiveringsbeheer COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HOOGHEEMRADEN COMMISSIE BMZ ALGEMEEN BESTUUR Agendapunt Onderwerp: Bedrijfsvergelijking Zuiveringsbeheer 2012 (BMZ) Nummer: 787874 In D&H: 04-02-2014 Steller: J.C.P. de Wit In

Nadere informatie

Nr: 08I BEDRIJFSRESULTATEN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN

Nr: 08I BEDRIJFSRESULTATEN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN Nr: 8I186 BEDRIJFSRESULTATEN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN 27 BEDRIJFSRESULTATEN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN 27 Bladzijde Inleiding Missie en visie zuiveringstaak Leeswijzer Samenvatting 1. Transport van

Nadere informatie

AGENDAPUNT 9 ONTWERP. Onderwerp: Krediet renovatie rwzi De Meern Nummer: 568495. Voorstel. Het college stelt u voor om

AGENDAPUNT 9 ONTWERP. Onderwerp: Krediet renovatie rwzi De Meern Nummer: 568495. Voorstel. Het college stelt u voor om VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR AGENDAPUNT 9 Onderwerp: Krediet renovatie rwzi De Meern Nummer: 568495 In D&H: 16-07-2013 Steller: Tonny Oosterhoff In Cie: BMZ 03-09-2013 Telefoonnummer: (030) 6345726

Nadere informatie

Bedrijfsvergelijking Zuiveringsbeheer 2012 (BVZ 2012) Delfland

Bedrijfsvergelijking Zuiveringsbeheer 2012 (BVZ 2012) Delfland Bedrijfsvergelijking Zuiveringsbeheer (BVZ ) versie 24 september 2013 Bedrijfsvergelijking Zuiveringsbeheer 1 Bedrijfsvergelijking Zuiveringsbeheer 2 Inhoudsopgave Inleiding 4 Typering waterschap 4 Rioolwaterzuiveringsinstallaties

Nadere informatie

Zuiveringsspiegel 2015

Zuiveringsspiegel 2015 Zuiveringsspiegel 2015 ZUIVERINGSSPIEGEL 2015 Nr. 16.2K01122 Foto voorzijde : PHARIO, productie van bioplastic ZUIVERINGSSPIEGEL 2015 Bladzijde Inleiding Leeswijzer Samenvatting 1. Transport van afvalwater...1

Nadere informatie

Jaaroverzicht zuiveren afvalwater 2010

Jaaroverzicht zuiveren afvalwater 2010 Jaaroverzicht zuiveren afvalwater 2010 Jaaroverzicht zuiveren afvalwater 2010 Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Adres Poldermolen 2 Postbus 550 3990 GJ Houten Telefoon (030) 634 57 00 Fax (030)

Nadere informatie

Energie uit afvalwater

Energie uit afvalwater Energie uit afvalwater 15 november 2011 Giel Geraeds en Ad de Man Waterschapsbedrijf Limburg is een samenwerkingsverband van Waterschap Peel en Maasvallei en Waterschap Roer en Overmaas Onderwerpen Introductie

Nadere informatie

RWZI Tilburg Energie- en grondstoffenfabriek

RWZI Tilburg Energie- en grondstoffenfabriek RWZI Tilburg Energie- en grondstoffenfabriek Waterschap De Dommel Het idee + Afvalwater zuiveringsslib = Waarom RWZI Tilburg? RWZI Tilburg (cap. 350.000 i.e.; 8.000 ton d.s.) alleen aanpassingen in de

Nadere informatie

Cellulose Assisted Dewatering of SLudge:

Cellulose Assisted Dewatering of SLudge: 14 september 2017 1 Cellulose Assisted Dewatering of SLudge: Gericht op ontwatering van slib door hergebruik van cellulosevezel! 4 jarig onderzoeksproject (eind 10 september 2017) Uitgevoerd door 6 partijen

Nadere informatie

Zuivering van stedelijk afvalwater: stikstof en fosfor,

Zuivering van stedelijk afvalwater: stikstof en fosfor, Zuivering van stedelijk afvalwater: stikstof en fosfor, 1981-2017 Indicator 28 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Bijlage 4: Milieu en energieprestaties: Emissies van de toekomstige rwzi Utrecht (DM 851139)

Bijlage 4: Milieu en energieprestaties: Emissies van de toekomstige rwzi Utrecht (DM 851139) Notitie HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. WATER TECHNOLOGY Bijlage 4: Milieu en energieprestaties: Emissies van de toekomstige rwzi Utrecht (DM 851139) Aan : E. Rekswinkel, M. Boersen Van : Wim Wiegant Controle

Nadere informatie

Werking rwzi's 's-hertogenbosch, 2 mei Werking rwzi s 2005 Waterschap Aa en Maas

Werking rwzi's 's-hertogenbosch, 2 mei Werking rwzi s 2005 Waterschap Aa en Maas Werking rwzi's 2005 's-hertogenbosch, 2 mei 2006 Werking rwzi s 2005 Waterschap Aa en Maas Werking rwzi s 2005 Waterschap Aa en Maas SAMENVATTING Algemeen Voor u ligt het door de afdeling Advies Zuiveren

Nadere informatie

Zuivering van stedelijk afvalwater: zware metalen,

Zuivering van stedelijk afvalwater: zware metalen, Indicator 22 juni 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De afgelopen dertig jaar is voor

Nadere informatie

Zuivering van stedelijk afvalwater: stikstof en fosfor,

Zuivering van stedelijk afvalwater: stikstof en fosfor, Zuivering van stedelijk afvalwater: stikstof en fosfor, 1981-2014 Indicator 13 april 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Publieksmilieujaarverslag 2016

Publieksmilieujaarverslag 2016 Publieksmilieujaarverslag 2016 Waarom dit milieujaarverslag? Het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) is wettelijk verplicht om voor de afvalwaterzuiveringsinstallatie (awzi) Kralingseveer

Nadere informatie

Publieksmilieujaarverslag 2015

Publieksmilieujaarverslag 2015 Publieksmilieujaarverslag 2015 Waarom dit milieujaarverslag? Het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) is wettelijk verplicht om voor de afvalwaterzuiveringsinstallatie (awzi) Kralingseveer

Nadere informatie

Publieksmilieujaarverslag 2014

Publieksmilieujaarverslag 2014 Publieksmilieujaarverslag 2014 Waarom dit milieujaarverslag? Het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard is wettelijk verplicht om voor de afvalwaterzuiveringsinstallatie (awzi) Kralingseveer

Nadere informatie

SCHOON EN VEILIG WATER

SCHOON EN VEILIG WATER SCHOON EN VEILIG WATER Publicatie Afvalwater 2011 U staat er vast niet dagelijks bij stil wat er allemaal voor nodig is om het afvalwater en regenwater in te zamelen, te transporteren en te zuiveren.

Nadere informatie

Eigen -/ Keteninitiatief CO2 footprint Innovatie Kennis Centrum

Eigen -/ Keteninitiatief CO2 footprint Innovatie Kennis Centrum Eigen -/ Keteninitiatief CO2 footprint Innovatie Kennis Centrum Versie: 0.0 Datum: 21-4-2015 Auteur: Vrijgave: M.J.A. Rijpert T. Crum 1 IKN (Innovatie Kenniscentrum Nederland) Copier is de initiatiefnemer

Nadere informatie

Stikstofeis noodzaakt rwzi Dokhaven tot innovatie Waterkwaliteit > Afvalwaterbehandeling > Beschrijving van r.w.z.i.

Stikstofeis noodzaakt rwzi Dokhaven tot innovatie Waterkwaliteit > Afvalwaterbehandeling > Beschrijving van r.w.z.i. Page 1 of 5 home actualiteiten evenementen bedrijvengids archief zoeken adverteren abonneren colofon Redactie R. van Dalen Kopij Neerslag zenden aan: NVA, t.a.v. redactie Neerslag Postbus 70, 2280 AB Rijswijk

Nadere informatie

Figuur 1 Zuiveringsinstallatie

Figuur 1 Zuiveringsinstallatie Richtlijn 91/271/EEG: Situatierapport ex artikel 16 Nederland, situatie op 31 december 1998 Inzameling, transport en behandeling van afvalwater in Nederland Bij allerlei activiteiten in huis en bedrijf

Nadere informatie

Full scale de-ammonificatie in de waterlijn

Full scale de-ammonificatie in de waterlijn Full scale de-ammonificatie in de waterlijn 1 Met DEMON en EssDe Harm Baten Hoogheemraadschap van Rijnland Annette Buunen - Grontmij Nederland B.V. (part of Sweco) Full scale de-ammonificiatie in de waterlijn

Nadere informatie

1.7 Innovatie Afsluitend... 16

1.7 Innovatie Afsluitend... 16 Inhoudsopgave 1 Inleiding en kader... 1 1.1 Waterzuivering: verleden, heden en toekomst... 1 1.2 Wie is verantwoordelijk voor de afvalwaterzuivering?... 3 1.3 Financiën en functioneren... 5 1.4 Belanghebbenden...

Nadere informatie

Jaaroverzicht zuiveren afvalwater Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden

Jaaroverzicht zuiveren afvalwater Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Jaaroverzicht zuiveren afvalwater 2012 Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Voorwoord Samenwerken voor een zuiver resultaat Voor u ligt het Jaaroverzicht zuiveren afvalwater 2012 van de afdeling Zuiveringsbeheer.

Nadere informatie

De afvalwaterzuivering als energiefabriek

De afvalwaterzuivering als energiefabriek De afvalwaterzuivering als energiefabriek Joop Colsen Energiebesparing op RWZI s anno 2010 www.colsen.nl info@colsen.nl Introductie (1) Afvalwaterzuivering levert energie op: Door vergisting van biomassa

Nadere informatie

Doelmatige werking van zuiveringstechnische werken en grote lozers

Doelmatige werking van zuiveringstechnische werken en grote lozers Doelmatige werking van zuiveringstechnische werken en grote lozers Pag. 1 van 11 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Bestaand beleid 3 3 Juridisch kader 3 3.1 Vergunningplicht 4 3.2 Doelmatige werking 4 4 Technische

Nadere informatie

Bedrijfsvergelijking Zuiveringsbeheer 2015 (BVZ 2015) Scheldestromen

Bedrijfsvergelijking Zuiveringsbeheer 2015 (BVZ 2015) Scheldestromen Bedrijfsvergelijking Zuiveringsbeheer (BVZ ) Bedrijfsvergelijking Zuiveringsbeheer 1 Bedrijfsvergelijking Zuiveringsbeheer 2 Inhoudsopgave Inleiding 5 1 Algemeen 6 Kerncijfers, 6 Samenvatting, 7 2 Functioneren

Nadere informatie

FrieslandCampina Domo, De Perk 30 te Beilen. Veranderingsvergunning (nr ) op grond van de Waterwet

FrieslandCampina Domo, De Perk 30 te Beilen. Veranderingsvergunning (nr ) op grond van de Waterwet Ontwerpbeschikking FrieslandCampina Domo, De Perk 30 te Beilen Veranderingsvergunning (nr. 14-02) op grond van de Waterwet FrieslandCampina Domo Beilen, veranderingsverg. nr. 14-02 Inhoud 1. Aanhef...

Nadere informatie

Nummer : 17UTP Barcode : 17UTP. Definitieve wijzigingsbeschikking. Het dagelijks bestuur van waterschap Brabantse Delta;

Nummer : 17UTP Barcode : 17UTP. Definitieve wijzigingsbeschikking. Het dagelijks bestuur van waterschap Brabantse Delta; Nummer : 17UTP Barcode : 17UTP Definitieve wijzigingsbeschikking Het dagelijks bestuur van waterschap Brabantse Delta; Beschikkende op de aanvraag van Wematech Milieu Adviseurs B.V. namens Brabant Water

Nadere informatie

Belasting van het oppervlaktewater vanuit riolering en rioolwaterzuivering,

Belasting van het oppervlaktewater vanuit riolering en rioolwaterzuivering, Belasting van het oppervlaktewater vanuit riolering en rioolwaterzuivering, 1990-2016 Indicator 1 oktober 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met

Nadere informatie

REDUCTIE HYDRAULISCHE BELASTING RWZI

REDUCTIE HYDRAULISCHE BELASTING RWZI REDUCTIE HYDRAULISCHE BELASTING RWZI Hans Korving Witteveen+Bos WAARSCHUWING Deze presentatie kan verrassende resultaten bevatten Waar gaan we het over hebben? Wat is de achtergrond? Historie en toekomst

Nadere informatie

Bedrijfsvergelijking (2009)

Bedrijfsvergelijking (2009) Artikel Afvalwaterzuivering Energie onder één noemer Mirabella Mulder (Mirabella Mulder Waste Water Management) Jos Frijns (KWR Watercycle Research Institute) Ad de Man (Waterschapsbedrijf Limburg) Henri

Nadere informatie

Stroomgebiedsafstemming Rijnwest. ER in combinatie met meetgegevens

Stroomgebiedsafstemming Rijnwest. ER in combinatie met meetgegevens Stroomgebiedsafstemming Rijnwest ER in combinatie met meetgegevens Stroomgebiedsafstemming Rijn-West 2 Opdrachtgever: Rijn West Begeleidingsgroep / beoordelingsgroep: Provincies, RAO, KRW-Kernteam Rijn

Nadere informatie

onderzoeken Peka Kroef 2011/2012

onderzoeken Peka Kroef 2011/2012 onderzoeken Peka Kroef 2011/2012 1 Verwerking van > 200.000 ton aardappelen per jaar Productie van gekookte aardappel producten Verbruikt hierbij ca. 600.000 m 3 water. Produceert hierbij ca. 500.000 m

Nadere informatie

RWS-2017/328 M. Inhoudsopgave. 1. Aanhef 2. Besluit 3. Voorschrift 4. Overwegingen 5. Ondertekening 6. Mededelingen. 1. Aanhef

RWS-2017/328 M. Inhoudsopgave. 1. Aanhef 2. Besluit 3. Voorschrift 4. Overwegingen 5. Ondertekening 6. Mededelingen. 1. Aanhef Onderwerp Maatwerkvoorschrift op grond van artikel 3.5e van het Activiteitenbesluit milieubeheer voor RWZI Piershil, voor het lozen van fosfor op het Spui. Zaaknummer RWSZ2016-00018059 Inhoudsopgave 1.

Nadere informatie

Verwijdering van fosfaat en stikstof door rioolwaterzuiveringsinstallaties, Marnix de Zeeuw en Kees Baas

Verwijdering van fosfaat en stikstof door rioolwaterzuiveringsinstallaties, Marnix de Zeeuw en Kees Baas Verwijdering van fosfaat en stikstof door rioolwaterzuiveringsinstallaties, 2008 109 Marnix de Zeeuw en Kees Baas Publicatiedatum CBSwebsite: 18 mei 2010 Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * =

Nadere informatie

Thema boostergemalen van innovatie naar de Praktijk ervaringen uit het werkgebied van hhnk

Thema boostergemalen van innovatie naar de Praktijk ervaringen uit het werkgebied van hhnk Thema boostergemalen van innovatie naar de Praktijk ervaringen uit het werkgebied van hhnk 18 maart 2015 CapWat community of practice Door Johan Jonker hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Agenda

Nadere informatie

Publieksmilieujaarverslag 2017

Publieksmilieujaarverslag 2017 Publieksmilieujaarverslag 2017 Waarom dit milieujaarverslag? Het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard is wettelijk verplicht om voor de afvalwaterzuiveringsinstallatie (awzi) Kralingseveer

Nadere informatie

Gemaal van de toekomst

Gemaal van de toekomst Gemaal van de toekomst Onderzoek besparingspotentieel bij niet gelijktijdig leegpompen rioolstelsels Van S.P.A. Duinmeijer Datum 30 augustus 2013 Opdrachtgever Ingenieursbureau Gemeente Rotterdam Contactpersoon

Nadere informatie

AGENDAPUNT 6 ONTWERP. Onderwerp: Bouw nabezinktank rwzi Wijk bij Duurstede Nummer: 369179. Voorstel. Stelt het college u voor om

AGENDAPUNT 6 ONTWERP. Onderwerp: Bouw nabezinktank rwzi Wijk bij Duurstede Nummer: 369179. Voorstel. Stelt het college u voor om VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR AGENDAPUNT 6 Onderwerp: Bouw nabezinktank rwzi Wijk bij Duurstede Nummer: 369179 In D&H: 15-03-2011 Steller: Tonny Oosterhoff In Cie: BMZ 12-04-2011 Telefoonnummer: (030)

Nadere informatie

GER-waarden en milieu-impact scores hulpstoffen voor de afvalwaterzuivering. Heleen Pinkse

GER-waarden en milieu-impact scores hulpstoffen voor de afvalwaterzuivering. Heleen Pinkse GER-waarden en milieu-impact scores hulpstoffen voor de afvalwaterzuivering Heleen Pinkse Aanleiding Energiefabriek: Door toepassen van chemicaliën kan energiegebruik van de zuivering verminderen, maar..

Nadere informatie

Effluenten RWZI s (gemeten stoffen)

Effluenten RWZI s (gemeten stoffen) Industriële en communale bronnen Emissieregistratie Effluenten RWZI s (gemeten stoffen) Versie mei 2015 RIJKSWATERSTAAT Water, Verkeer en Leefomgeving (WVL) in samenwerking met CENTRAAL BUREAU VOOR DE

Nadere informatie

: 11IT Barcode : aanvraag uitvoeringskrediet voor de projecten 557 en 559, revisie awppompen en elektrische aandrijvingen

: 11IT Barcode : aanvraag uitvoeringskrediet voor de projecten 557 en 559, revisie awppompen en elektrische aandrijvingen Adviesnota aan het algemeen bestuur Zaaknummer : 11.ZK53487/11.B0431 Kenmerk : 11IT014361 Barcode : 11IT014361 Onderwerp : aanvraag uitvoeringskrediet voor de projecten 557 en 559, revisie awppompen en

Nadere informatie

Zuiver Afvalwater 2012

Zuiver Afvalwater 2012 Zuiver Afvalwater 2012 Pagina 1 van 24 Zuiver Afvalwater 2012 Landelijke rapportage Bedrijfsvergelijking Zuiveringsbeheer - Concept 21 oktober 2013 - Zuiver Afvalwater 2012 Pagina 2 van 24 Voorwoord Voor

Nadere informatie

Zandverwijdering op rioolwaterzuiveringsinstallaties; meer aandacht nodig?

Zandverwijdering op rioolwaterzuiveringsinstallaties; meer aandacht nodig? Zandverwijdering op rioolwaterzuiveringsinstallaties; meer aandacht nodig? Victor Claessen, Peter van Dijk (waterschap De Dommel), Anna Veldhoen (Witteveen+Bos) Zandverwijdering krijgt op rioolwaterzuiveringsinstallaties

Nadere informatie

ALGEMENE VERGADERING. 16 december 2010 Waterketen / BWK

ALGEMENE VERGADERING. 16 december 2010 Waterketen / BWK V E R G A D E R D A T U M S E C T O R / A F D E L I N G 16 december 2010 Waterketen / BWK S T U K D A T U M N A A M S T E L L E R 2 december 2010 A.C. de Ridder ALGEMENE VERGADERING AGENDAPUNT 8 Voorstel

Nadere informatie

Hybride Nereda : anderhalf jaar ervaring met verrassend resultaat

Hybride Nereda : anderhalf jaar ervaring met verrassend resultaat Hybride Nereda : anderhalf jaar ervaring met verrassend resultaat Mathijs Oosterhuis, Meinard Eekhof (waterschap Vechtstromen), André van Bentem en Helle van der Roest (Royal HaskoningDHV) De rioolwaterzuiveringsinstalla

Nadere informatie

Hollandse Delta. Datum: 28 november 2013 Agendapunt nr: 11. B1303727. Aan de Verenigde Vergadering

Hollandse Delta. Datum: 28 november 2013 Agendapunt nr: 11. B1303727. Aan de Verenigde Vergadering Datum: 28 november 2013 Agendapunt nr: 11. B1303727 waterschap Hollandse Delta Aan de Verenigde Vergadering Aanvraag projectinvesteringskrediet "Renovatie slibontwateringsinstallatie rwzi Hoogvliet". Aard

Nadere informatie

HAMERSTUK. Beslispunt 1 is aangepast in die zin dat in te stemmen met gewijzigd is in kennis te nemen van.

HAMERSTUK. Beslispunt 1 is aangepast in die zin dat in te stemmen met gewijzigd is in kennis te nemen van. HAMERSTUK VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR AGENDAPUNT 10 Onderwerp: Realisatie uitbreiding afvalwatertransportsysteem Houten Nummer: 515150 In D&H: 16 oktober 2012 Steller: Tonny Oosterhoff In Cie: BMZ

Nadere informatie

Datum: 27 maart 2014 Agendapunt nr: 6.a.

Datum: 27 maart 2014 Agendapunt nr: 6.a. 1. Voorblad Datum: 27 maart 2014 Agendapunt nr: 6.a. Aan de Verenigde Vergadering Landelijke rapportage Bedrijfsvergelijking Zuiveringsbeheer Aard voorstel Informerend stuk Aantal Bijlagen 3 Voorstel behandeld

Nadere informatie

BEDRIJFS VERGELIJKING ZUIVERINGS BEHEER 2015

BEDRIJFS VERGELIJKING ZUIVERINGS BEHEER 2015 BEDRIJFS VERGELIJKING ZUIVERINGS BEHEER 2015 COLOFON UITGAVE Unie van Waterschappen DRUKWERKPRODUCTIE Opmeer BV, Den Haag FOTOGRAFIE Foto voorzijde: Waterschap Vechtstromen, Gisting Berflobeek VOORWOORD

Nadere informatie

Kansen voor duurzame opwekking van energie bij Waterschap De Dommel

Kansen voor duurzame opwekking van energie bij Waterschap De Dommel Page 1 of 5 Kansen voor duurzame opwekking van energie bij Waterschap De Dommel Auteur: Anne Bosma, Tony Flameling, Toine van Dartel, Ruud Holtzer Bedrijfsnaam: Tauw, Waterschap De Dommel Rioolwaterzuiveringen

Nadere informatie

Publieksmilieujaarverslag 2013

Publieksmilieujaarverslag 2013 Publieksmilieujaarverslag 2013 Waarom dit milieujaarverslag? Het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard is wettelijk verplicht om voor de afvalwaterzuiveringsinstallatie (awzi) Kralingseveer

Nadere informatie

1. Vergunningssituatie

1. Vergunningssituatie Assen, 13 augustus 2010 Ons kenmerk DO/2010009757 Behandeld door mevrouw J.H. Blokzijl (0592) 36 58 46 Onderwerp: Besluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor DOC Kaas BA voor de inrichting aan Alteveerstraat

Nadere informatie

2 Achtergrondinformatie van het EssDe -proces Het EssDe -proces is een alternatief voor de conventionele stikstofverwijderingsroute 1.

2 Achtergrondinformatie van het EssDe -proces Het EssDe -proces is een alternatief voor de conventionele stikstofverwijderingsroute 1. Notitie Referentienummer Datum Kenmerk Versie 5 12 juli 2015 334159 Betreft Beschrijving EssDe en energiebalans t.b.v. MER oplegnotitie 1 Inleiding Vanwege het feit dat de gekozen oplossing voor de renovatie

Nadere informatie

RWZI s-hertogenbosch - renovatie

RWZI s-hertogenbosch - renovatie Rapport datum: 17 juli 2015 RWZI s-hertogenbosch - renovatie MER oplegnotitie Gegund ontwerp & Groen gas project Aanvullingen Projectnummer 7341.09.08 Rapport titel : Project nummer : 7341.09.08 Rapport

Nadere informatie

Inzameling, transport en behandeling van afvalwater in Nederland. Situatie per 31 december 2012

Inzameling, transport en behandeling van afvalwater in Nederland. Situatie per 31 december 2012 Inzameling, transport en behandeling van afvalwater in Nederland Situatie per 31 december 2012 Inzameling, transport en behandeling van Afvalwater in Nederland Situatierapport 2012 ex artikel 16 van richtlijn

Nadere informatie

ONTWERP VERGUNNING. Zaaknummer: Z

ONTWERP VERGUNNING. Zaaknummer: Z Wijziging van vergunning MVI Willems America BV te H orst a/d M aas 2 december 2016 Ja Wijziging van vergunning MVI Willems America BV te ARCHIEF *2016-004-220937* i.a.a. PaVH/PACA/2016-004-220937 Zaaknummer:

Nadere informatie

Notitie. Inleiding. Belangrijke kostenposten. Groene weide

Notitie. Inleiding. Belangrijke kostenposten. Groene weide Notitie Aan : Dhr. Jan Lourens (Waterschap Rijn en IJssel) Van : Dr. ir. Wim Wiegant Datum : 23 augustus 2011 Kopie : Onze referentie : 9W3729.01/N00005/423160/Nijm Betreft : Nieuwe anti-afhaakregeling

Nadere informatie

Totale verwerking van mest en/of digestaat

Totale verwerking van mest en/of digestaat Totale verwerking van mest en/of digestaat Verwerking van slib, mest en/of digestaat is geen eenvoudige zaak. Zeker niet wanneer het doel is deze te verwerken tot loosbaar water en fracties die een toegevoegde

Nadere informatie

De klimaatneutrale waterketen

De klimaatneutrale waterketen De klimaatneutrale waterketen Jos Frijns Lelystad, 13 februari 2009 Klimaatverandering: adaptatie ja, maar ook mitigatie Belang van mitigatie voor watersector Gevolgen worden vooral zichtbaar in de waterketen,

Nadere informatie

Influent fijnzeven in rwzi s. Chris Ruiken Enna Klaversma

Influent fijnzeven in rwzi s. Chris Ruiken Enna Klaversma Influent fijnzeven in rwzi s Chris Ruiken Enna Klaversma Inhoud Kosten en opbrengsten Energiebalans 19-05-2010 2 Grofvuilrooster 6 mm Zandvanger Voorbezinktank aeratietank nabezinktank effluent Primair

Nadere informatie

In D&H: 27-05-2014 Steller: L. de Sevren Jacquet BMZ Telefoonnummer: +31 6 11 61 47 34 SKK Afdeling: Zuiveringsbeheer

In D&H: 27-05-2014 Steller: L. de Sevren Jacquet BMZ Telefoonnummer: +31 6 11 61 47 34 SKK Afdeling: Zuiveringsbeheer COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HOOGHEEMRADEN GECOMBINEERDE COMMISSIE BMZ/SKK ALGEMEEN BESTUUR Onderwerp: Jaaroverzicht zuiveren afvalwater 2013 Nummer: 820347 In D&H: 27-05-2014 Steller: L. de Sevren Jacquet

Nadere informatie

Ontwerp Watervergunning

Ontwerp Watervergunning Ontwerp Watervergunning Datum : 28 augustus 2014 Documentnummer : 2014025455 Case nr. : WV114.0470 AANHEF Het dagelijks bestuur van het waterschap Scheldestromen heeft op 25 juni 2014 een aanvraag ontvangen

Nadere informatie

Waternet, sector Afvalwater. Maatwerkbesluit (ambtshalve) Lozen effluent rwzi Amstelveen. Datum 27 februari Objectcode W-17.

Waternet, sector Afvalwater. Maatwerkbesluit (ambtshalve) Lozen effluent rwzi Amstelveen. Datum 27 februari Objectcode W-17. Waternet, sector Afvalwater Datum 27 februari 2017 Objectcode W-17.00465 Kenmerk 17.061650 Maatwerkbesluit (ambtshalve) Lozen effluent rwzi Amstelveen Inhoud Samenvatting 4 1 Besluit 5 2 Overwegingen 6

Nadere informatie

Verwijdering van fosfaat en stikstof op rioolwaterzuiverings-installaties, 2005

Verwijdering van fosfaat en stikstof op rioolwaterzuiverings-installaties, 2005 Publicatiedatum CBS-website: 26 april 2007 Verwijdering van fosfaat en stikstof op rioolwaterzuiverings-installaties, 2005 Tjerk ter Veen en Kees Baas Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen

Nadere informatie

Berekening hwa-riool Oranjebuurt te Riel

Berekening hwa-riool Oranjebuurt te Riel Berekening hwa-riool Oranjebuurt te Riel Gemeente Goirle projectnr. 219713 revisie 3.0 12 juli 2010 Opdrachtgever Gemeente Goirle Afdeling Realisatie en beheer Postbus 17 5050 AA Goirle datum vrijgave

Nadere informatie

Themabijeenkomst Innovatie 8 november 2012

Themabijeenkomst Innovatie 8 november 2012 Themabijeenkomst Innovatie 8 november 2012 BEOORDELINGSGRONDSLAG VOOR AFVALWATERSYSTEMEN Hans Korving Witteveen+Bos Waar gaan we het over hebben? Motivatie Context Aanpak Zelf aan de slag Uitwerking grondslag

Nadere informatie

Mededeling aan het AB

Mededeling aan het AB FPC Mededeling aan het AB Van Dagelijks Bestuur Corsanr. schoen/2013.09706 Onderwerp Overzicht besluitvorming en kostenontwikkeling slibverwerking Agendapuntnr. 3.1 AB-vergadering 4-9-2013 Het Algemeen

Nadere informatie

STIKSTOF & FOSFOR CURSUSBOEK NIEUWEGEIN

STIKSTOF & FOSFOR CURSUSBOEK NIEUWEGEIN STIKSTOF & FOSFOR CURSUSBOEK NIEUWEGEIN 2017 Stichting Wateropleidingen, Oktober 2017 Nieuwegein Versie 6.1 Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk,

Nadere informatie

AWZI Schiphol. Ervaringen met het DEMON-proces. Marthe de Graaff. 22 mei 2019

AWZI Schiphol. Ervaringen met het DEMON-proces. Marthe de Graaff. 22 mei 2019 AWZI Schiphol Ervaringen met het DEMON-proces Marthe de Graaff 22 mei 2019 AWZI Schiphol In eigendom vanaf 2004 3.000 5.000 m 3 /d afvalwater van: Passagiers Bedrijven Schiphol terrein Catering Fecaliën

Nadere informatie

RWS-2016/45225 I. Inhoudsopgave. 1. Aanhef 2. Besluit 3. Aanvraag 4. Procedure 5. Conclusie 6. Ondertekening 7. Mededelingen. 1.

RWS-2016/45225 I. Inhoudsopgave. 1. Aanhef 2. Besluit 3. Aanvraag 4. Procedure 5. Conclusie 6. Ondertekening 7. Mededelingen. 1. Onderwerp Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning als bedoeld in artikel 6.26, tweede lid Waterwet van Archer Daniëls Midland B.V. Zaaknummer RWSV2016-00012124 Inhoudsopgave 1. Aanhef 2. Besluit

Nadere informatie

Dit document is van toepassing op de vergunningaanvraag lozing brijn en reststromen waarbij effluent AWZI Suiker Unie als grondstof wordt ingenomen.

Dit document is van toepassing op de vergunningaanvraag lozing brijn en reststromen waarbij effluent AWZI Suiker Unie als grondstof wordt ingenomen. Toelichting vergunningaanvraag Effluent lozing brijn en reststromen BEM1301457 gemeente Steenbergen Gietwaterfabriek TOM 1. Inleiding Tuinbouwontwikkelingsmaatschappij (TOM) ontwikkelt het glastuinbouwgebied

Nadere informatie

Jaaroverzicht Zuiveringstechnische Werken 2014

Jaaroverzicht Zuiveringstechnische Werken 2014 Jaaroverzicht Zuiveringstechnische Werken 2014 Nr: RP-TIN-18 Versie: 1.0 Vrijgegeven door: Ed Steenbergen Vrijgegeven op: Inhoudsopgave 1 Inleiding... 1 2 Transport van afvalwater... 3 2.1 Hoeveelheden...3

Nadere informatie

Zuiver Afvalwater 2012. Landelijke rapportage Bedrijfsvergelijking Zuiveringsbeheer

Zuiver Afvalwater 2012. Landelijke rapportage Bedrijfsvergelijking Zuiveringsbeheer Zuiver Afvalwater 2012 Landelijke rapportage Bedrijfsvergelijking Zuiveringsbeheer Colofon Uitgave Unie van Waterschappen Postbus 93218 2509 AE Den Haag www.uvw.nl November 2013 Deze publicatie wordt ook

Nadere informatie

FAZ: Ja Opdrachtgever: Erica Mosch

FAZ: Ja Opdrachtgever: Erica Mosch Onderwerp: Vervangen van de menging in gistingstank rwzi Scheemda Nummer: Bestuursstukken\1313 Agendapunt: 7 DB: Ja 11-2-2013 BPP: Nee Workflow Opsteller: André Hammenga, 0598-693219 Schoon Water FAZ:

Nadere informatie

Grootschalige reiniging AWP-1 persleiding

Grootschalige reiniging AWP-1 persleiding Grootschalige reiniging AWP-1 persleiding Ing. Rien van Wanrooij Adviseur Civieltechnisch onderhoud Ing. Steven Marijnissen Transporttechnoloog Grootschalige reiniging AWP-1 persleiding Voorstellen Taken

Nadere informatie

Inleiding 4. Energie en MJA 15 Biogas Elektriciteit Aardgas Meerjarenafspraken energie-efficiency (MJA) Chemicaliën 16

Inleiding 4. Energie en MJA 15 Biogas Elektriciteit Aardgas Meerjarenafspraken energie-efficiency (MJA) Chemicaliën 16 Technologisch jaarverslag 2009 Inhoud Pagina Inleiding 4 Ontwikkelingen, ambities en plannen 6 Innovatieprojecten Zuiveringsbedrijf Onderzoek naar thermische hydrolyse en vergisting van slib op de rwzi

Nadere informatie

Werkstuk Techniek. Rioolwaterzuiveringsinstallaties. Werkstuk gemaakt door: Klas: B2E Datum inleveren werkstuk: Dinsdag 30 mei Docent: JGT

Werkstuk Techniek. Rioolwaterzuiveringsinstallaties. Werkstuk gemaakt door: Klas: B2E Datum inleveren werkstuk: Dinsdag 30 mei Docent: JGT Werkstuk Techniek Rioolwaterzuiveringsinstallaties Bron foto: www.wve.nl Bron foto: www.wve.nl Werkstuk gemaakt door: Anoniem Samantha (op van eigen de verzoek) Maat Bert Bert van van Naamen Naamen Klas:

Nadere informatie

Jaaroverzicht Zuiveringstechnische Werken 2013

Jaaroverzicht Zuiveringstechnische Werken 2013 Jaaroverzicht Zuiveringstechnische Werken 2013 Nr: RP-TIN-015 Versie: 1.0 Vrijgegeven door: Ed Steenbergen Vrijgegeven op: 22-07-2014 Inhoudsopgave 1 Inleiding...1 2 Transport van afvalwater...3 2.1 Hoeveelheden...3

Nadere informatie

BOAS-overeenkomst Glanerbrug. Definitief

BOAS-overeenkomst Glanerbrug. Definitief BOAS-overeenkomst Glanerbrug Definitief 30 september 2015 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Situatiebeschrijving... 3 3 Werkwijze en aanbevelingen... 4 4 Afspraken... 4 5 Financiën... 5 6 Besparingen...

Nadere informatie

Watervergunning. Inhoudsopgave

Watervergunning. Inhoudsopgave Watervergunning Datum: Veendam, 25 oktober 2018 Nummer: HAS2018_Z11430 Onderwerp: Coöperatie AVEBE U.A., locatie Ter Apelkanaal; wijziging van de vergunning op grond van de Waterwet voor het brengen van

Nadere informatie

Energiepark Olburgen. Een samenwerking van Waterstromen B.V., Waterschap Rijn & IJssel & Aviko BV. Door Arnold Veldhuis

Energiepark Olburgen. Een samenwerking van Waterstromen B.V., Waterschap Rijn & IJssel & Aviko BV. Door Arnold Veldhuis Energiepark Olburgen Een samenwerking van Waterstromen B.V., Waterschap Rijn & IJssel & Aviko BV Door Arnold Veldhuis Waterstromen B.V. 18 maart 2015 Onderwerpen Over Waterstromen Locatie Olburgen Huidige

Nadere informatie

Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa's besluit op het verzoek tot gedogen van waterschap Hunze en Aa s te Veendam.

Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa's besluit op het verzoek tot gedogen van waterschap Hunze en Aa s te Veendam. Gedoogbeschikking Nummer HAS2013_4258 Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa's besluit op het verzoek tot gedogen van waterschap Hunze en Aa s te Veendam. Aanvraag Op 1 november 2013 heeft

Nadere informatie

ALGEMENE VERGADERING. 18 december 2012 Waterketen, afdeling Zuiveringen en Gemalen. 29 november 2012 H. Kuipers

ALGEMENE VERGADERING. 18 december 2012 Waterketen, afdeling Zuiveringen en Gemalen. 29 november 2012 H. Kuipers VERGADERDATUM SECTOR/AFDELING 18 december 2012 Waterketen, afdeling Zuiveringen en Gemalen STUKDATUM NAAM STELLER 29 november 2012 H. Kuipers ALGEMENE VERGADERING AGENDAPUNT ONDERWERP 7 Renovatie en upgrade

Nadere informatie

FrieslandCampina Nederland Holding B.V. Postbus 1551 3818 LE AMERSFOORT. Leeuwarden, 12 juli 2013 Verzonden,

FrieslandCampina Nederland Holding B.V. Postbus 1551 3818 LE AMERSFOORT. Leeuwarden, 12 juli 2013 Verzonden, FrieslandCampina Nederland Holding B.V. Postbus 1551 3818 LE AMERSFOORT Leeuwarden, 12 juli 2013 Verzonden, Ons kenmerk : 01066552 Afdeling : Omgevingsvergunningen en Toezicht Behandeld door : Uw kenmerk

Nadere informatie

Bedrijfsrapportage 2015 Zuivering- en Installatiebeheer

Bedrijfsrapportage 2015 Zuivering- en Installatiebeheer Bedrijfsrapportage 2015 Zuivering- en Installatiebeheer in getallen Versie : 1 Registratienummer: 2016017545 1 Prestatie-indicatoren Afdeling Zuivering- en Installatiebeheer Strategische doel Kritische

Nadere informatie

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen

Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen Stand van zaken voorjaar 2016 In het Bestuursakkoord Water (BAW) van mei 2011 zijn afspraken gemaakt over onder andere

Nadere informatie