AIOS KENNISTOETS april 2012

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "AIOS KENNISTOETS 2012 16 april 2012"

Transcriptie

1 AIOS KENNISTOETS april 2012 Bacteriologie 1. In de periode tussen mei 2001 en juli 2011 is er in Duitsland een grote uitbraak geweest van hemorrhagische colitis en hemolytisch uremisch syndroom. De geïsoleerde verwekker betrof Escherichia coli serotype O104:H4. Welke van de onderstaande beweringen over deze bacterie is onjuist: a. De bacterie is een hybride van een enteroaggregative Escherichia coli (EAEC) en enterohemorrhagische Escherichia coli (EHEC). b. De bacterie bevat een stress response gen dat o.a. voor (maag)zuurresistentie codeert. c. De bacterie bevat een ESBL gen. d. De bacterie bevat het eae (intimin) gen voor hechting aan darmepitheel. 2. Een 40-jarige gezonde man ontwikkelt na een reis door Afrika een ernstige cellulitis. De dag voor vertrek had hij in een zoetwaterpoel gezwommen en een kleine wond opgelopen waarbij na 2 dagen een cellulitis ontstond met koorts en koude rillingen. Uit de wond wordt een oxidase negatieve en katalase positieve, gramnegatieve staaf gekweekt die glucose fermenteert. Wat is de meest waarschijnlijke verwekker van dit ziektebeeld? a. Vibrio vulnificus b. Aeromonas hydrophila c. Edwardsiella tarda d. Escherichia coli. 3. Een 56-jarige man die immuunsuppressieve medicatie voor een niertransplantaat gebruikt, komt terug van vakantie in Marokko met klachten van diarree die al meer dan 1 week bestaan. Op de selectieve campylobacter media groeit niets, maar van de aselectieve plaat die na filtratie van de feces is geënt, groeien twee verschillende kolonies die in de MALDI-ToF als Arcobacter butzleri en Campylobacter mucosalis worden herkend. Welke conclusie is correct? a. A. butzleri is hoogst waarschijnlijk de verwekker van de milde, chronische diarree bij deze patiënt. b. De aanwezigheid van C. mucosalis is het maag-darmkanaal is een indicatie voor antibiotische therapie bij immuungecompromitteerde patiënten. c. A. butzleri en C. mucosalis zijn commensalen in het humane maag-darmkanaal.

2 4. Een patiënt met een auto-immuun aandoening (een IgG4 gemedieerde scleroserende aandoening) wordt met corticosteroïden behandeld en ontwikkelt na 4 maanden een pulmonale afwijking en een cerebrale laesie. In het grampreparaat en de Kinyoun kleuring ziet u het volgende (2 foto's hieronder). Welke verwekker is de meest waarschijnlijke? a. Actinomyces spp. b. Rhodococcus equi c. Nocardia spp. d. Legionella longbeachae.

3 5. In de urine van een patiënte met klachten van een vaak recidiverende urineweginfectie waarvoor regelmatig co-trimoxazol wordt gebruikt, ziet u in het grampreparaat van de urine veel leukocyten, veel gramnegatieve staven en sporadisch wat grampositieve kokken. Op de bloedplaat en op de CLED (cysteine-lactoseelectrolyten-deficiënt-medium waarop de zwermende groei van Proteus wordt tegengegaan) worden na 1 dag de volgende waarnemingen gedaan (zie foto s hieronder). Er groeit duidelijk een gramnegatieve staaf op de CLED, die op de bloedplaat mogelijk rondom de grampositieve kokken groeit. U denkt aan een effect door co-trimoxazol en besluit: a. te testen op thymidine afhankelijkheid; b. tot onderzoek van de gramnegatieve staaf op assimilatie van lactose; c. een co-trimoxazol tolerantietest uit te voeren; d. tot een stimulatietest met pyridoxine voor de gramnegatieve staaf.

4 (vergroting bloedplaat) 6. Een 28-jarige vrouw is op vakantie in Libanon geweest en ontwikkelde daar buikkrampen met waterdunne diarree. Na terugkomst in Nederland meldt ze zich op de polikliniek waar een feceskweek wordt afgenomen die ook op thiosulfate citrate bile salt sucrose (TCBS) medium wordt ingezet. Er groeien groene kolonies op de TCBS plaat die bij overenting wel op een bloedplaat maar niet op een zout arm medium (bv. CLED) groeien. Het isolaat is oxidase positief, resistent tegen O129 en fermenteert glucose. Welke van de volgende species pas het beste bij dit isolaat van deze patiënt (zie foto s hieronder)? a. Plesiomonas shigelloides b. Vibrio cholerae c. Vibrio parahaemolyticus d. Aeromonas hydrophila.

5 7. Een 70-jarige patiënte met een gemetastaseerd pancreaskopcarcinoom heeft een stent in de ductus choledochus en wordt in verband met koorts twee dagen behandeld met vancomycine, gentamicine en metronidazol. Op de derde dag ontstaat er een verslechtering van haar klinische situatie en een dag later wordt de bloedkweek van het anaerobe flesje positief met een slank grampositief staafje. Welke verwekker is het meest waarschijnlijk? a. Clostridium spp. b. Fusobacterium spp. c. Actinomyces spp. d. Lactobacillus spp. 8. Een 39-jarige vrouw ontwikkelt bloederige diarree gevolgd door een hemolytisch uremisch syndroom. U overweegt een infectie met een EHEC. Welke handelwijze is nu aangewezen? a. PCR van een feces DNA extract op hlya gen; b. PCR van een feces DNA extract op een gen coderend voor hitte labiel enterotoxine; c. PCR van een feces DNA extract op Stx1 en Stx2 genen; d. PCR van een feces DNA extract op een 16SR DNA van E. coli. 9. Bij een onderzoek naar overdracht van antibioticaresistentie ziet u op een elektronenmicroscopische opname van Escherichia coli in een vloeibaar medium onderstaande. Wat gebeurt hier? a. transductie b. conjugatie c. replicatie d. transformatie.

6 10. Bij een 38 jaar oude vrouw met een spiraaltje is een ovariumtumor vastgesteld; zij wordt opgenomen voor evaluatie van koorts. Twee bloedkweken worden afgenomen en na 6 dagen is er groei van een bacterie in het anaerobe flesje. Het grampreparaat is hieronder afgebeeld. Welk micro-organisme past het beste bij dit grampreparaat en het ziektebeeld? a. Actinobacillus actinomycetemcomitans b. Nocardia spp. c. Corynebacterium spp. d. Actinomyces spp. 11. Welk van de onderstaande micro-organismen is intrinsiek ongevoelig voor colistine? a. Proteus mirabilis b. Shigella flexneri c. Pseudomonas aeruginosa d. Klebsiella ornithinolytica.

7 12. Uit een urinekweek wordt een coagulase-negatieve stafylokok gekweekt (>10 5 cfu/ml) gekweekt. Wat is het meest juiste beleid? a. U rapporteert deze kweek als coagulase-negatieve stafylokok, inclusief resistentie. b. U rapporteert deze kweek als grampositieve flora, zonder resistentie. c. U laat eerst een gevoeligheid voor novobiocine verrichten. d. U laat eerst een katalasetest verrichten e. U laat eerst een gevoeligheid voor neomycine verrichten. f. U laat eerst een DNAse-test verrichten 13. U krijgt ter autorisatie aangeboden een puskweek. Klinische gegevens: pus rug. Er groeien na 3 dagen kleine grampositieve staafjes, niet vertakt. Op de anaerobe platen groeien ze iets beter dan op de aerobe. De analist stelt voor dit te rapporteren als commensale flora. U bent het daar niet mee eens, want het correcte beleid is: uitsluiten van een: a. Corynebacterium ulcerans b. Actinomyces spp. c. Listeria monocytogenes d. Lactobacillus spp. 14. Een alleenstaande verwarde oudere patiënt met hoestklachten heeft een positieve Mantoux-test. U besluit een interferon gamma release assay (IGRA) (Quantiferon of T- spot) te verrichten voor tuberculose om: a. een eerdere BCG-vaccinatie te onderscheiden van een infectie met M. tuberculosis; b. te differentiëren tussen actieve en latente tuberculose; c. te onderscheiden tussen een adequaat en niet-adequaat behandelde patiënt met tuberculose. 15. U wordt gebeld door een huisarts: hij ziet op zijn spreekuur een 62-jarige patiënt met een ringvormige, niet schilferende rode laesie op het linker onderbeen. Patiënt heeft geen tekenbeten gehad in het recente verleden, maar na een boswandeling vorige week heeft hij wel een teek weggehaald bij zijn echtgenote. Wat is nu het correcte beleid? a. Serologie voor diagnostiek op Borrelia laten insturen b. Verwijzing naar de dermatoloog voor huidbiopt voor PCR op Borrelia en histologie c. Urine voor PCR op Borrelia laten insturen d. Direct zonder verdere diagnostiek behandelen met doxycycline

8 Parasitologie 16. Bij een 23-jarige man afkomstig uit Afghanistan en sinds kort woonachtig in Nederland, worden bij parasitologisch fecesonderzoek de volgende organismen gevonden: Dientamoeba fragilis, Entamoeba hartmanni, Endolimax nana en Taenia saginata. Welk van de onderstaande adviezen is nu het meest aangewezen? a. behandeling is niet geïndiceerd b. behandelen met co-trimoxazol c. behandelen met ivermectine d. behandelen met praziquantel e. behandeling met mebendazol f. behandelen met metronidazol. 17. Bij een 56-jarige Nederlandse vrouw die al sinds enkele maanden last heeft van buikpijn en ontlasting met bloedbijmenging, zonder koorts, wordt op het laboratorium alleen Iodamoeba bütschlii gevonden en geen andere micro-organismen. Er wordt besloten tot behandeling. Welk behandeling is nu het meest aangewezen? a. Behandeling is niet geïndiceerd b. Behandelen met albendazol c. Behandelen met co-trimoxazol d. Behandelen met mebendazol e. Behandelen met metronidazol 18. Voor externe kwaliteitsrondzending wordt een met Giemsa gekleurd bloeduitstrijkje ingestuurd met de vraagstelling: onderzoek op bloedparasieten. Er is verder geen casusomschrijving, anders dan patiënt uit tropen met koorts. Onderstaand beeld is karakteristiek voor wat je in de uitstrijk ziet. Welke conclusie is correct? a. Dit betreft een Plasmodium knowlesi. b. Dit betreft een Plasmodium vivax. c. Dit betreft een Plasmodium ovale. d. Dit betreft een Plasmodium malariae. e. Dit betreft een niet nader te identificeren Plasmodium soort. f. Dit is geen Plasmodium.

9 19. Een 62-jarige Nederlandse schapenhouder heeft sinds enkele weken last van heftige pijn in de leverstreek. Vanwege een sterke eosinofilie van 23% denkt de MDL-arts aan infectie met Fasciola hepatica. Welk diagnostisch onderzoek is het meest aangewezen om deze diagnose te bevestigen? a. microscopisch fecesonderzoek op autofluorescentie; b. microscopisch fecesonderzoek Baermann-sediment; c. microscopisch fecesonderzoek Ridley-sediment; d. microscopisch fecesonderzoek met behulp van een ZN kleuring; e. serologisch onderzoek; f. moleculair onderzoek, te weten specifieke PCR op feces. 20. Een 52-jarige Egyptenaar, bekend met een behandelde schistosomiasis in het verleden, wordt opnieuw gezien vanwege hematurie. Hij bezoekt regelmatig zijn geboorteland. De beschikbare diagnostische methoden zijn: 1. antilichaam bepaling (serologie) 2. microscopie en/of PCR op urine Vraag: welke diagnostiek is aangewezen ter bevestiging van de diagnose recidief schistosomiasis? a. 1 b. 2 c. zowel 1 als 2 d. geen van deze twee

10 21. Een Nederlandse vrouw van 63 jaar die verder gezond is heeft al maanden last van korte episodes met zeer heftige waterdunne diarree, zonder koorts of bloedbijmenging. De klachten begonnen nadat zij terugkeerde van een rondreis van 6 weken door Centraal Amerika en Peru. Welke protozoaire diarreeverwekker is hier het meest waarschijnlijk? a. Cryptosporidium parvum b. Cyclospora cayetanensis c. Entamoeba histolytica d. Enterocytozoon bieneusi e. Giardia lamblia f. Isospora belli. Mycologie 22. Een 60-jarige patiënt ligt al 20 dagen opgenomen op de IC vanwege een ernstige pneumonie. Hij ontwikkelt koorts, en de bloedkweken die zijn afgenomen worden na 2 dagen positief. Er worden gisten gezien in het grampreparaat. Omdat de patiënt nog steeds hemodynamische ondersteuning nodig heeft wordt besloten te behandelen met anidulafungine. Welke gisten zijn niet gevoelig voor dit antifungale middel? a. Candida glabrata b. Candida krusei c. Cryptococcus neoformans d. Candida tropicalis 23. Een kind wordt gezien door de huisarts vanwege een laesie op de wang. Zij stelt de diagnose ringworm. Lokale behandeling geeft verbetering, maar na 2 maanden heeft het kind opnieuw een laesie. Ze besluit een kweek af te nemen en er wordt een Microsporum canis gekweekt. Welke bewering is waar: a. Dit is een antropofiele dermatofyt. b. Dit is een zoöfiele dermatofyt. c. Dit is een geofiele dermatofyt. d. Dit is een mycofiele dermatofyt. 24. Bij een allogene stamcel-transplantatiepatiënt met persisterende koorts wordt een CTscan van de longen gemaakt. Er worden infiltratieve afwijkingen gezien die zouden kunnen passen bij een schimmelinfectie. De microscopie en kweek zijn negatief, maar de patholoog belt dat er draden worden gezien in de cytologie. U wordt verzocht om mee te kijken. Welke schimmelinfectie is het meest waarschijnlijk op basis van het volgens Grocott-Gomori gekleurde preparaat (zie foto hieronder)? a. aspergillose b. invasieve candidose c. zygomycose d. scedosporiose.

11 25. Bij een patiënt met een chronische granulomateuze ziekte (CGD) wordt een punctie verricht in een groeiend abces van de thoraxwand. In de directe microscopie worden schimmeldraden gezien (zie 3 foto s hieronder) Welke schimmel is het meest waarschijnlijk gekweekt? a. Aspergillus fumigatus b. Aspergillus nidulans c. Aspergillus terreus d. Aspergillus flavus.

12

13 26. Bij een patiënt met een niertransplantatie wordt in het Oost-Indisch inkt preparaat van de liquor gisten gezien met een kapsel. Onder de verdenking van een meningoencefalitis door cryptokokken geeft u een therapie advies. Welke behandeling wordt volgens de SWAB-richtlijn aanbevolen? a. fluconazol (800 mg) b. lipide formulering van amfotericine B c. conventioneel amfotericine B en flucytosine d. voriconazol. Infectiologie 27 Een 55-jarige man met diabetes mellitus bezoekt de SEH in verband met hoge koorts en een pijnlijke zwelling van het scrotum. De diabetes is slecht ingesteld en bovendien rookt patiënt en gebruikt hij forse hoeveelheden alcohol. Bij lichamelijk onderzoek is het gehele scrotum pijnlijk met roodheid uitbreidend tot aan de binnenkant van de rechter dij. De chirurg gaat exploreren en vraagt U een antibiotisch advies. Welke van onderstaande antibiotische behandelingen is het meest aangewezen? a. Meropenem b. Vancomycine met clindamycine c. Penicilline met clindamycine d. Gentamicine met metronidazol 28. Een 75-jarige patiënt wordt opgenomen vanuit het verpleegtehuis met hoge koorts, koude rillingen en profuse, waterdunne diarree. De verwijsbrief vermeldt dat bij meerdere patiënten in het tehuis die week een Salmonella enteritidis infectie is vastgesteld, vermoedelijk ten gevolge van een gemeenschappelijke besmettingsbron. De patiënt heeft een uitgebreide cardiovasculaire voorgeschiedenis, waaronder een aortabroek prothese 10 jaar eerder en diabetes mellitus. Hij heeft ooit een ernstige allergische reactie gehad op tolbutamide. Welk antibioticabeleid is nu aangewezen? a. geen antibioticum, alleen ondersteunend beleid b. amoxicilline 3 x 750 mg oraal c. ciprofloxacine 2 x 500 mg oraal d. cotrimoxazol 2 x 960 mg oraal. 29. Een 64-jarige vrouw met COPD wordt opgenomen met koorts, dyspnoe en bronchospasme. Op verdenking van een pneumonie wordt de door de huisarts voorgeschreven amoxicilline gecontinueerd in combinatie met ipratropium/salbutamol spray. De volgende dag is patiënte koortsvrij, maar heeft zij milde diarree ontwikkeld. Bij lichamelijk onderzoek is de buik soepel met levendige, normale peristaltiek. Een test op Clostridium difficile toxine is positief. De thoraxfoto laat bij revisie geen infiltraat zien. Welk beleid is nu aangewezen? a. stoppen met amoxicilline b. stoppen met amoxicilline en starten met metronidazol per os c. continueren van amoxicilline en starten met metronidazol per os d. continueren van amoxicilline en starten met vancomycine per os

14 30. Een 70-jarige man met diabetes mellitus wordt in verband met een urotheelcelcarcinoom behandeld met BCG-instillaties. Na de tweede behandeling ontwikkelt hij hoge koorts en koude rillingen; er worden cholestatische leverfunctiestoornissen gevonden. Er wordt gestart met cefuroxim door de uroloog, echter zonder effect. Bloedkweken en een urinekweek zijn steriel. Een echo van het abdomen laat een diffuse hepatosplenomegalie zien zonder focale afwijkingen. Patiënt heeft inmiddels 3 weken hoge piekende koorts. Uit een tweede urinekweek groeit Candida albicans 10 3 cfu/ml. Wat is de meest waarschijnlijke verklaring voor de koorts? a. een lokale cystitis door Mycobacterium bovis b. een gedissemineerde infectie door Mycobacterium bovis c. een allergische reactie op cefuroxim d. chronisch gedissemineerde (hepatosplenale) candidiasis 31. Een neonaat van 6 dagen oud wordt gescreend op congenitale infecties in verband met ernstige groeiachterstand en microcefalie. Bij echografisch onderzoek zijn geen structurele afwijkingen van het brein aangetoond. TORCHES-onderzoek toont een positieve uitslag voor CMV en Toxoplasma (beide IgG positief). IgM bepaling tegen CMV en Toxoplasma zijn negatief. Urinekweek van de neonaat is positief voor CMV (afname dag 3). Een eerder bloedmonster van moeder afgenomen tijdens de 1 e controle bij de verloskundige is IgG negatief voor Toxoplasma en IgG positief voor CMV. De kinderarts vraagt u naar het verdere beleid. Vraag: Welke handelwijze is nu aangewezen? a. start behandeling ganciclovir b. start behandeling pyrimethamine/sulfadiazine c. adviseer LP met serologische bepaling in liquor d. adviseer hersenbiopt voor PCR bepaling CMV en Toxoplasmose. 32. Een 3-jarige jongen is bekend met een galgangatresie. Op de leeftijd van 2 maanden heeft hij een Kasai-operatie ondergaan. Dit is een ingreep waarbij de leverhilus chirurgisch wordt geopend en een jejunum-lis op de leverhilus wordt ingehecht. ( Roux en Y constructie). De kleine galkanaaltjes draineren zo in de jejunum-lis. T.g.v. zijn aandoening en de chirurgische ingrepen zijn er zijn persisterende voedingsproblemen waarvoor hij een Broviac-catheter heeft, via welke parenterale voeding wordt gegeven. In het beloop heeft hij al meerdere cholangitis episodes doorgemaakt, waarvoor antibiotische behandeling. De laatste episode dateert van 2 maanden geleden. Vandaag komt deze jongen op de SEH met koorts tot 39 C, koude rillingen en een toename van zijn icterus. U wordt gebeld om advies te geven voor empirische intraveneuze antibiotica. Vraag: welk advies is correct in bovengenoemde situatie? a. ciprofloxacine b. piperacilline/tazobactam + vancomycine c. amoxicilline/clavulaanzuur + gentamicine.

15 33. Een 1 dag oude baby wordt gebeten door een hond. De moeder gaf de hond te eten met het kind op haar arm. De hond haalde plotseling uit naar het kind en beet het in het gelaat. Met een ambulance is het kind naar de SEH gebracht. Er is sprake van een grote wond en een fractuur van de maxilla. Er is uitgebreide wekedelenschade. Het kind zal direct doorgaan voor OK. U wordt gebeld voor adviezen t.a.v. het tetanusbeleid. U hebt de keuze uit de volgende mogelijkheden: a. passieve immunisatie (IgG anti-tetanus) b. actieve immunisatie (dt vaccinatie) c. actieve en passieve immunisatie d. geen immunisatie. 34. Een meisje van 8 jaar bezoekt met haar moeder de SEH van een algemeen ziekenhuis met klachten van wankel evenwicht en moeite om haar bewegingen te controleren. Sinds een dag of 10 heeft ze waterpokken met blaasjes vooral op de romp. De eerste 4-5 dagen had ze ook koorts, welke nu is verdwenen. Bij onderzoek zijn de blaasjes zo goed als ingedroogd tot korstjes; secundaire impetigo wordt niet waargenomen. Het kind is niet nekstijf en goed aanspreekbaar. Wel is er dysartrische spraak. Peesrekkingsreflexen zijn beiderzijds levendig en symmetrisch. Vraag: Wat is het meest correcte beleid in deze casus? a. Geen actie, klinisch beloop afwachten b. Een liquorpunctie afnemen; uitslag afwachten. c. Een liquorpunctie afnemen; direct starten met aciclovir d. Een liquorpunctie afnemen; direct starten met aciclovir en ceftriaxon. 35. Een zwangere vrouw uit Kenia wordt bij haar 1 e bezoek aan de verloskundige positief bevonden voor lues in de serologische screening (TPPA positief). Vervolgonderzoek op hetzelfde bloedmonster toont een positieve IgG-FTA en een negatieve VDRL. I.v.m. de taalbarrière gaat er iets fout in de communicatie en komt mevrouw haar afspraak op de SOA-poli niet na. Er wordt een à-terme, ogenschijnlijk gezond kind geboren zonder klinische symptomen. Het lichamelijk onderzoek is zonder afwijkingen. Vraag: Wat is het meest optimale beleid in deze casus? a. direct 1 gift penicilline G geven ( IE/kg i.m.) ongeacht serologisch onderzoek; b. diagnostiek uitvoeren naar passende lues-pathologie waaronder een LP en X-foto van de lange pijpbeenderen; c. serologie bij het kind afnemen voor VRDL en 19S-IgM-FTA en de uitslagen afwachten; d. serologie bij het kind afnemen en bij positieve TPPA behandeling starten met penicilline G gedurende 10 dagen.

16 36. Een 26-jarige vrouw bezoekt de huisarts i.v.m. een tekenbeet. Ze is 30 weken zwanger en maakt zich ongerust over haar ongeboren kind. Ze woont in een bosrijk gebied en ook in het verleden heeft ze tekenbeten gehad. De teken werden direct bij constatering verwijderd. Bij lichamelijk onderzoek zijn er geen huidafwijkingen te zien. De huisarts heeft aanvullende serologie verricht en ontvangt nu de uitslag: Borrelia IgG positief, IgM negatief en immunoblot positief. De huisarts belt u op voor behandeladvies. Vraag: Wat is het meest correcte behandeladvies? a. geen behandeling en geen diagnostiek voor lyme b. geen behandeling, verdere diagnostiek: Borrelia PCR in vruchtwater c. direct starten met doxycycline d. direct starten met ceftriaxon Antibioticaleer 37. Een beademde patiënt ontwikkelt koorts op de IC. De patiënt is gekoloniseerd met een Pseudomonas (gevoeligheid onbekend), en U wilt hier de therapie op af stemmen. Naast ceftazidim wilt U een aminoglycoside toevoegen. Welke van de volgende aminoglycosiden is in deze situatie het meest actief en hier nu aangewezen? a. gentamicine b. tobramycine c. amikacine d. netilmicine. 38. U gaat met vakantie naar India voor een aantal weken en wilt een aantal antibiotica meenemen voor de behandeling van ongecompliceerde infecties van de huid en het maagdarmkanaal. Welke van de volgende middelen is het minst aangewezen om mee te nemen? a. ciprofloxacine b. azitromycine c. erytromycine d. moxifloxacine. 39. U krijgt van een collega het bericht dat er in zijn ziekenhuis patiënten besmet zijn met een multiresistente OXA-48 positieve Klebsiella bacterie. Er zijn naar uw ziekenhuis regelmatig patiënten overgeplaatst die niet gescreend zijn. U bespreekt in het stafoverleg welke screeningsmethode gebruikt zou moeten worden. Welke van de volgende methoden is nu het meest aangewezen voor screening? a. MIC methode voor meropenem; indien gevoelig niet verdacht. b. Ophopingsmethode met meropenem 0,5 mg/l; indien geen groei niet verdacht. c. Ophopingsmethode met ertapenem 0,25 mg/l; indien geen groei niet verdacht. d. MIC methode met ertapenem; indien gevoelig niet verdacht.

17 40. Bij een met HIV geïnfecteerde patiënt bestaat op klinische gronden het vermoeden dat hij een neurosyfilis heeft, dit wordt met onderzoek van cerebrospinaal vocht bevestigd. In het verleden is hij voor een syfilis latens tarda behandeld met doxycycline omdat hij allergisch voor penicilline zou zijn. Welk beleid t.a.v. de behandeling van deze patiënt is aangewezen? a. De behandeling dient met penicilline i.v. gedurende dagen te gebeuren. b. Behandeling dient met ceftriaxon i.v. te gebeuren. c. De diagnose neurosyfilis moet heroverwogen worden. d. De penicilline-allergie behoort eerst geïnventariseerd te worden, zo nodig dient een desensibilisatie gestart te worden. Infectiepreventie (Bij deze vragen worden zoveel mogelijk de richtlijnen van de Werkgroep Infectie Preventie (WIP) als uitgangspunt gehanteerd.) 41. Een patiënt ontwikkelt diarree na behandeling met een derde generatie cefalosporine. De directe Clostridium difficile toxine test op feces is positief en dit micro-organisme wordt ook uit de feces geïsoleerd. De patiënt wordt in contactisolatie geplaatst en behandeld met metronidazol. Wanneer mogen de isolatiemaatregelen worden opgeheven? a. als de diarree over is; b. als de directe toxine test op feces twee keer negatief is; c. als de kweek tenminste twee keer geen C. difficile meer aantoont; d. zowel a als b; e. zowel a als c. 42. Bij een patiënt die 2 weken is opgenomen op een afdeling interne geneeskunde bestaat in toenemende mate een jeukende, schilferende afwijking aan de handen. Dan wordt de dermatoloog in consult geroepen en deze stelt de diagnose Scabiës crustosa. De patiënt wordt in contact isolatie geplaatst en een behandeling wordt gestart. Aan jou wordt gevraagd welke personen, met of zonder symptomen, een behandeling moeten ondergaan. Wat is je advies? 1. de medepatiënten op de kamer of zaal behandelen; 2. de personeelsleden behandelen die direct betrokken zijn bij verzorging of behandeling van de patiënt; 3. De directe familieleden van de patiënt behandelen. a. alleen 1 b. alleen 2 c. alleen 3 d. 1, 2 en 3.

18 43. De laatste jaren zien we regelmatig verspreiding binnen het ziekenhuis van bacteriën die extended spectrum beta-lactamase produceren. Wat is in het algemeen de belangrijkste transmissieroute bij zulke uitbraken? a. Via direct of indirect contact met een besmette patiënt. b. Via de omgeving van een besmette patiënt. c. Via druppels die een besmette patiënt uitademt/hoest. d. Via aerosolen. e. Via het voedsel in het ziekenhuis. 44. De laatste jaren wordt in toenemende mate gebruik gemaakt van bundels bij de bestrijding van ziekenhuisinfecties. Welke van de onderstaande beweringen voldoet niet aan de criteria die gehanteerd worden (volgens het Institute of Healthcare Improvement, Cambridge, Massachusetts) bij het opstellen of implementeren van een bundel? a. Een bundel bestaat uit 5-10 onderdelen b. De onderdelen van de bundel zijn wetenschappelijk onderbouwd. c. De uitkomsten van de bundelelementen resulteren in een ja/nee antwoord. d. De bundel wordt geïmplementeerd met behulp van een zero tolerance benadering. e. De bundelelementen kunnen bij alle (electieve) procedures gehaald worden. 45. Hoeveel procent van de patiënten is bij opname in een ziekenhuis reeds besmet met respectievelijk MRSA en ESBL? De getallen zijn een benadering en gebaseerd op de periode 2008/2009. a. MRSA: 1% en ESBL: 20% b. MRSA: 1% en ESBL: 5% c. MRSA: 1% en ESBL: 0,5% d. MRSA: 0,1% en ESBL: 20% e. MRSA: 0,1% en ESBL: 5% f. MRSA: 0,1% en ESBL: 0,5%. Statistiek en epidemiologie 46. Chlamydia trachomatis is een belangrijke verwekker van SOA s, vooral bij jongeren. Om de frequentie van deze infectie terug te dringen liep in de afgelopen jaren het Chlamydia Screenings Initiatief, een groot opgezet onderzoek om de frequentie van deze SOA s terug te draaien. Alle jongeren tussen de 15 en de 25 jaar konden zich gratis laten testen. Waarom is besloten toch geen landelijke screening in te voeren? a. De participatiegraad was te laag b. De testen waren te onbetrouwbaar c. De kosten waren te hoog

19 47. In een recent Nederlands onderzoek naar de bruikbaarheid van de urine-dipslide in de huisartsenpraktijk voor de diagnostiek van urineweginfecties (UWI) werd een sensitiviteit van 73% en een specificiteit van 94% gevonden. Welke van de onderstaande beweringen is juist? a. Van personen bij wie het onderzoek negatief is heeft 94% inderdaad geen UWI. b. De waarschijnlijkheid van een positieve uitslag bij personen zonder UWI is 6%. c. De kans dat er werkelijk sprake is van een UWI bij een positieve test is 73%. d. In 27% van de gevallen zonder UWI is het onderzoek toch positief. 48. Stel: je wilt de in vraag 47 beschreven dipslide gebruiken bij een studie in de huisartsenpraktijk naar het effect van een experimentele behandeling bij UWI. Het verwachte aantal patiënten met een positief onderzoek is in deze populatie 5%. Je houdt er rekening mee dat door het gebruik van de dipslide bij een deel van de patiënten de diagnose UWI onjuist is. Deze patiënten krijgen daardoor ten onrechte de experimentele behandeling. Bij een bepaald deel van de behandelgroep is de diagnose UWI ten onrechte gesteld. Dit deel ligt het dichtste bij de: a. 10% b. 20% c. 40% d. 60%. Immunologie 49. Patiënt X heeft een genetisch defect in de receptor voor IL-23, maar niet in de geassocieerde receptor voor IL-12. Dientengevolge is de patiënt zeer gevoelig voor infecties door Candida, omdat een bepaalde T-cel effectorpopulatie niet goed tot ontwikkeling komt. Dit betreft: a. T-helper 1 cellen b. T-helper 2 cellen c. T-helper 9 cellen d. T-helper 17 cellen e. T-cytotoxische cellen. Openbare gezondheidszorg 50. Zijn patiënten met een infectie door een meticilline resistente Staphylococcus aureus (MRSA) meldingsplichtig volgens de Wet Publieke Gezondheid? a. Ja, ieder geval moet gemeld worden. b. Ja, maar alleen in geval van ziekenhuisuitbraken met meer dan 3 betrokken gevallen. c. Nee, MRSA is nooit meldingsplichtig. d. Ja, maar alleen voor clusters die buiten het ziekenhuis zijn ontstaan. e. Ja, maar alleen voor clusters in verpleeghuizen.

20 51. Een aantal resistente bacteriën die traditioneel als ziekenhuisprobleem gezien werden, blijkt daarnaast ook een zoönotisch aspect te hebben, in de vorm van een reservoir bij landbouwhuisdieren, van waaruit mensen buiten het ziekenhuis besmet kunnen worden. Voor welke bacterie is dit, voor zover bekend, in Nederland (nog) niet het geval? a. Meticilline resistente Staphylococcus aureus (MRSA); b. extended spectrum beta-lactamase (ESBL) producerende Enterobacteriaceae; c. carbapenemase producerende Enterobacteriaceae (CPE); d. Clostridium difficile; e. vancomycine resistente enterokokken (VRE). 52. Op de eerste hulp van uw ziekenhuis meldt zich iemand die niet eerder tegen rabies gevaccineerd is en die de vorige dag in de tuin door een vleermuis is gebeten. Welke handeling is als eerste aangewezen? a. De vleermuis onderzoeken op rabies. b. Niets, in Nederland komt geen rabiës meer voor. c. Rabiësvaccinatie en menselijk anti-rabies immunoglobuline (MARIG) toedienen aan de patiënt. d. Serologisch onderzoek verrichten. e. Rabies vaccinatie toedienen aan de patiënt. Virologie 53. U ziet bij het autoriseren van een uitslag het volgende resultaat: HBsAg negatief, anti- HBs negatief, anti-hbc positief. Welk van de volgende alternatieven is niet een verklaring hiervoor? a. recent doorgemaakte HBV-infectie; b. doorgemaakte HBV-infectie in het verre verleden; c. occulte HBV-infectie; d. congenitale HBV-infectie; e. fout-positieve anti-hbc reactie. 54. Het eerste-keuze middel bij ernstige dubbelinfectie met HSV en CMV is: a. aciclovir b. ganciclovir c. foscarnet d. cidofovir. 55. HIV-2 infectie in Nederland vindt men vooral bij: a. i.v. druggebruikers b. Kaapverdiaanse immigranten c. hemofiliepatiënten d. homoseksuele mannen.

21 56. De aangewezen duur van behandeling van hepatitis C met interferon en ribavirine is: a. HCV genotype 1 en 2: 24 weken; genotype 3 en 4: 48 weken. b. HCV genotype 1 en 2: 48 weken; genotype 3 en 4: 24 weken. c. HCV genotype 1 en 4: 24 weken; genotype 2 en 3: 48 weken. d. HCV genotype 1 en 4: 48 weken; genotype 2 en 3: 24 weken. 57. Een kleuterleidster met kinderwens maakt zich zorgen: er heerst wederom vijfde ziekte op haar werk. Heeft zij parvovirusinfectie doorgemaakt? Serologisch onderzoek op haar serum laat zien: IgG tegen parvovirus is negatief, IgM tegen parvovirus is zwak positief. Men overweegt aanvullend PCR op parvovirus-dna. Vanaf hoe lang na parvovirusinfectie bij een patiënt zonder onderliggend lijden is parvovirus-dna met PCR aantoonbaar in plasma? a. enige dagen b. enige weken c. enige maanden. 58. Reactivatie van HBV na ogenschijnlijk geklaarde infectie treedt vooral op bij: a. zwangerschap b. hoge leeftijd c. transplantatie d. hemodialyse patiënten. 59. Zeven weken na terugkomst van zijn rondreis door Griekenland ontwikkelt de 55-jarige, voorheen gezonde heer X hoofdpijn en nekstijfheid. De medisch microbioloog concludeert dat West Nile koorts differentiaal diagnostisch hier niet relevant is. Welke verklaring is correct? a. De tijd tussen terugkomst en ziektebegin is te lang. b. De klachten en symptomen zijn niet passend bij West Nile koorts. c. In Griekenland komt West Nile koorts niet voor. 60. Na mogelijke blootstelling aan HIV controleert men op Nederlandse SOA-poli s serologisch op infectie tot en met een bepaalde periode. Dit is: a. tot en met 2 maanden na mogelijke blootstelling; b. tot en met 3 maanden na mogelijke blootstelling; c. tot en met 4 maanden na mogelijke blootstelling; d. tot en met 6 maanden na mogelijke blootstelling. 61. Welk middel is aangewezen voor onderhoudsbehandeling van hepatitis B? a. adefovir b. entecavir c. lamivudine d. telbivudine.

22 62. Welk vaccin is niet levend verzwakt? a. BMR vaccin b. VZV vaccin c. HPV vaccin d. gele koorts vaccin e. rotavirus vaccin. 63. Vier dagen na terugkomst van haar rondreis door Australië ontwikkelt de 55-jarige, voorheen gezonde mevrouw Y hoofdpijn, spierpijn en een huiduitslag. Differentiaal diagnostisch komen in aanmerking: a. Ross River fever b. Barmah Forest fever c. Dengue d. alle 3.

DIAGNOSTIEK TARIEVEN EERSTE LIJN 2014

DIAGNOSTIEK TARIEVEN EERSTE LIJN 2014 DIAGNOSTIEK TARIEVEN EERSTE LIJN 2014 De onderstaande tarievenlijst geeft een zo goed mogelijk beeld van de kosten van de meest aangevraagde onderzoeken. Afwijkingen kunnen voorkomen. Het kan zijn dat

Nadere informatie

Titel: Onderzoeksduur Comicro

Titel: Onderzoeksduur Comicro Titel: Onderzoeksduur Comicro Publicatiedatum Apr-2017 Inhoud Onderzoeksduur Comicro In onderstaande tabel treft u informatie over de onderzoeksduur (gebaseerd op de mediaan) van onderzoeken bij Comicro.

Nadere informatie

Tarieven Streeklab - Eerstelijns diagnostiek 2014

Tarieven Streeklab - Eerstelijns diagnostiek 2014 Tarieven Streeklab - Eerstelijns diagnostiek 2014 bij tarieven Het Streeklaboratorium Haarlem gebruikt de standaard NZa s om de diagnostiek bij de zorgverzekeraar te declareren. Dit zijn de landelijke

Nadere informatie

SWAB richtlijn Community Acquired Pneumonie (CAP)

SWAB richtlijn Community Acquired Pneumonie (CAP) SWAB richtlijn Community Acquired Pneumonie (CAP) Concept versie 30 oktober 2018 Auteurs: Dr. C. van Nieuwkoop, internist-infectioloog-acuut geneeskundige Drs. L. el Bouazzoui, longarts Drs. T. Pletting,

Nadere informatie

Antibacteriële therapie: diagnose, behandeling en therapieduur

Antibacteriële therapie: diagnose, behandeling en therapieduur Antibacteriële therapie: diagnose, behandeling en therapieduur (Bron: Dr. N.C. Hartwig et al, Vademecum Pediatrische Antimicrobiele therapie, 3 e editie, 2005) In deze tabel wordt, uitgaande van een diagnose

Nadere informatie

Medische microbiologie. Onderzoekspakket MSL MM

Medische microbiologie. Onderzoekspakket MSL MM Medische microbiologie Onderzoekspakket MSL MM Voor benodigd (verzend)materiaal en bewaarcondities per onderzoek: Zie pagina"inzenden van materialen" Voor doorlooptijden: Zie pagina: "Doorlooptijd" Voor

Nadere informatie

Icterus na tropenbezoek. Sophie Willemse Maag-Darm-Leverarts Academisch Medisch Centrum

Icterus na tropenbezoek. Sophie Willemse Maag-Darm-Leverarts Academisch Medisch Centrum Icterus na tropenbezoek Sophie Willemse Maag-Darm-Leverarts Academisch Medisch Centrum Casus 1 Man, 51 jaar Voorgeschiedenis Niertransplantatie prednison, cellcept en tacrolimus M. Bechterew etanercept

Nadere informatie

Urineweginfecties (UWI s): Antibiotica en resistentie bij microorganismen

Urineweginfecties (UWI s): Antibiotica en resistentie bij microorganismen Urineweginfecties (UWI s): Antibiotica en resistentie bij microorganismen in verpleeghuizen - SNIV 2012 -, De Reehorst, Driebergen Dr. Ine Frénay, arts-microbioloog RLM Dordrecht- Gorinchem 1 Indeling

Nadere informatie

Infectieuze diarree. Marjolein Deege, arts-microbioloog UMCU/Saltro

Infectieuze diarree. Marjolein Deege, arts-microbioloog UMCU/Saltro Infectieuze diarree Marjolein Deege, arts-microbioloog UMCU/Saltro Disclosure belangen spreker (Potentiële) belangenverstrengeling Relevante relaties met bedrijven Sponsoring / onderzoeksgeld Honorarium

Nadere informatie

Overzicht Aanlevering. Onbekende Codes

Overzicht Aanlevering. Onbekende Codes 10:51 dinsdag, juli 21, 2015 1 Overzicht Aanlevering Laboratorium code ISIS005 Maand - Jaar Februari-2015 Aanlever ID 7594 Datum ingelezen 27/05/2015 Aantal patiënten 1208 Aantal isolaten 2056 Aantal isolaten

Nadere informatie

Medische microbiologie. Onderzoekspakket MSL MM

Medische microbiologie. Onderzoekspakket MSL MM Medische microbiologie Onderzoekspakket MSL MM Voor benodigd (verzend)materiaal en bewaarcondities per onderzoek: Zie pagina"inzenden van materialen" Voor doorlooptijden: Zie pagina: "Doorlooptijd" Voor

Nadere informatie

(n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar)

(n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar) Koorts bij kinderen van 0 tot 1 maand (0-28 dagen) (n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar) Betreft: kinderen (jonger dan 1 maand) met koorts, verdacht van een

Nadere informatie

Vragen en antwoorden m.b.t. de VRE-bacterie

Vragen en antwoorden m.b.t. de VRE-bacterie Infectiepreventie Vragen en antwoorden Vragen en antwoorden m.b.t. de VRE-bacterie Juli 2015 Algemene vragen en antwoorden 1. Wat is een VRE-bacterie? VRE staat voor Vancomycine Resistente Enterokok. De

Nadere informatie

Het juiste antibioticum bij meningo-encephalitis. Dr. Danielle Van der beek

Het juiste antibioticum bij meningo-encephalitis. Dr. Danielle Van der beek Het juiste antibioticum bij meningo-encephalitis Dr. Danielle Van der beek Huisartsensymposium 12 maart 2016 Bacteriële meningitis Empirische therapie Volwassenen > 18 jaar en < 50 jaar Volwassenen > 50

Nadere informatie

Een 36 jarige waterbouwkundig ingenieur wordt in Bangladesh acuut ziek met koorts tot 39 C en 10-15 x per dag waterdunne diarree.

Een 36 jarige waterbouwkundig ingenieur wordt in Bangladesh acuut ziek met koorts tot 39 C en 10-15 x per dag waterdunne diarree. Diarree na tropen Een 36 jarige waterbouwkundig ingenieur wordt in Bangladesh acuut ziek met koorts tot 39 C en 10-15 x per dag waterdunne diarree. Hij behandelt zichzelf met imodium en ORS. Na 48 uur

Nadere informatie

Overzicht Aanlevering

Overzicht Aanlevering 02:03 donderdag, december 01, 2016 1 Overzicht Aanlevering Laboratorium code ISIS005 Maand - Jaar April-2016 Aanlever ID 9348 Datum ingelezen 18/10/2016 Aantal patiënten 1188 Aantal isolaten 2025 Aantal

Nadere informatie

Overzicht Aanlevering. Onbekende Codes

Overzicht Aanlevering. Onbekende Codes 01:45 maandag, februari 09, 2015 1 Overzicht Aanlevering Laboratorium code ISIS005 Maand - Jaar September-2014 Aanlever ID 7337 Datum ingelezen 02/02/2015 Aantal patiënten 1158 Aantal isolaten 2002 Aantal

Nadere informatie

Beheersen van BRMO in de regio

Beheersen van BRMO in de regio Beheersen van BMO in de regio Miriam Beerens specialist ouderengeneeskunde Laura van Dommelen arts-microbioloog Danielle van Oudheusden arts infectieziektebestrijding Marjolijn Wegdam- Blans arts-microbioloog

Nadere informatie

Titel document Afnamematerialen overzicht microbiologie. Wijziging. TB PCR urine toegevoegd. Doel Beschrijven afnamematerialen microbiologie

Titel document Afnamematerialen overzicht microbiologie. Wijziging. TB PCR urine toegevoegd. Doel Beschrijven afnamematerialen microbiologie Titel document Afnamematerialen overzicht microbiologie Wijzigingen Paragraaf Wijziging TB PCR urine toegevoegd Doel Beschrijven afnamematerialen microbiologie Toepassingsgebied Medische microbiologie

Nadere informatie

Medische microbiologie. Onderzoekspakket MSL MM

Medische microbiologie. Onderzoekspakket MSL MM Medische microbiologie Onderzoekspakket MSL MM Voor benodigd (verzend)materiaal en bewaarcondities per onderzoek: Zie pagina"inzenden van materialen" Voor doorlooptijden: Zie pagina: "Doorlooptijd" Voor

Nadere informatie

Titel document Afnamematerialen overzicht microbiologie. Wijziging

Titel document Afnamematerialen overzicht microbiologie. Wijziging Titel document Afnamematerialen overzicht microbiologie Wijzigingen Paragraaf Tabel 2 Wijziging Toevoeging: Voor het verzenden van de materialen geldt dat de het transportmedium goed moet worden gesloten

Nadere informatie

Hepatitis E, wat moet je ermee?

Hepatitis E, wat moet je ermee? Hepatitis E, wat moet je ermee? Caroline Swanink, arts-microbioloog Rijnstate 11 oktober 2016 Wanneer verricht u diagnostiek naar hepatitis E virus? A. Altijd bij een acuut hepatitis beeld B. Bij een acuut

Nadere informatie

Vraag en Antwoord NDM Klebsiella Pneumoniae Voor aanvullingen zie onderaan, laatste update 18 december 2015

Vraag en Antwoord NDM Klebsiella Pneumoniae Voor aanvullingen zie onderaan, laatste update 18 december 2015 Vraag en Antwoord NDM Klebsiella Pneumoniae Voor aanvullingen zie onderaan, laatste update 18 december 2015 Algemene vragen 1 Wat is BRMO? BRMO is de afkorting van Bijzonder Resistent Micro-organisme.

Nadere informatie

OVERZICHT BIJZONDER RESISTENTE MICRO-ORGANISMEN (BRMO)

OVERZICHT BIJZONDER RESISTENTE MICRO-ORGANISMEN (BRMO) OVERZICHT BIJZONDER RESISTENTE MICRO-ORGANISMEN (BRMO) 0-07 EEN TOENEMEND PROBLEEM? OVERZICHT BIJZONDER RESISTENTE MICRO-ORGANISMEN (BRMO) 0-07 INTRODUCTIE Doel rapportage Het doel van deze rapportage

Nadere informatie

Overzicht Aanlevering. Onbekende Codes

Overzicht Aanlevering. Onbekende Codes 01:37 vrijdag, januari 22, 2016 1 Overzicht Aanlevering Laboratorium code ISIS005 Maand - Jaar April-2015 Aanlever ID 8050 Datum ingelezen 18/11/2015 Aantal patiënten 1120 Aantal isolaten 1889 Aantal isolaten

Nadere informatie

De superbacterie verlaat het ziekenhuis en komt naar u toe Wat gaat u doen? Wat kunt u doen?

De superbacterie verlaat het ziekenhuis en komt naar u toe Wat gaat u doen? Wat kunt u doen? De superbacterie verlaat het ziekenhuis en komt naar u toe Wat gaat u doen? Wat kunt u doen? Arend-Jan Meinders, internist-intensivist Resistente ziekenhuisbacteriën MRSA = Resistente S. aureus 30-40%

Nadere informatie

Titel document Afnamematerialen overzicht microbiologie. Wijziging

Titel document Afnamematerialen overzicht microbiologie. Wijziging Titel document Afnamematerialen overzicht microbiologie Wijzigingen Paragraaf Wijziging Bij Verzenden van patiëntenmateriaal paragraaf toegevoegd m.b.t. het wettelijk verplicht versturen van materiaal

Nadere informatie

VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties

VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties Doel Het doel van dit protocol is preventie, herkenning, optimalisering van diagnostiek en behandeling van early-onset

Nadere informatie

Legionella. Annemarie Essink Longziekten 05-03-2014

Legionella. Annemarie Essink Longziekten 05-03-2014 Legionella Annemarie Essink Longziekten 05-03-2014 Indeling Historie Epidemiologie en pathogenese Klinische presentatie en beloop Microbiologische diagnose Behandeling Maatregelen naar aanleiding van een

Nadere informatie

GERICHT MICROBIOLOGISCH ONDERZOEK SPECIFIEK AANVRAGEN

GERICHT MICROBIOLOGISCH ONDERZOEK SPECIFIEK AANVRAGEN GERICHT MICROBIOLOGISCH ONDERZOEK SPECIFIEK AANVRAGEN Micro - organisme Serologie Microscopie Kweek PCR Materiaal Materiaal Opmerking Materiaal Opmerking Materiaal Opmerking Acanthamoeba Weefsel, uistrijk

Nadere informatie

Informatiefolder BRMO voor patiënt en familie

Informatiefolder BRMO voor patiënt en familie Informatiefolder BRMO voor patiënt en familie BIJZONDER RESISTENTE MICRO-ORGANISMEN, WAT ZIJN DIT? Bij u is aangetoond dat u een Bijzonder Resistent Micro-organisme heeft. In deze folder leest u algemene

Nadere informatie

AIOS KENNISTOETS 2013 Medische Microbiologie 15 april 2013

AIOS KENNISTOETS 2013 Medische Microbiologie 15 april 2013 AIOS KENNISTOETS 2013 Medische Microbiologie 15 april 2013 Bacteriologie 1. Een neonaat ontwikkelt 1 dag na de geboorte aan één oog een ernstige conjunctivitis. Er wordt een Gram-preparaat gemaakt en een

Nadere informatie

AIOS KENNISTOETS 2014 Medische Microbiologie 14 april 2014

AIOS KENNISTOETS 2014 Medische Microbiologie 14 april 2014 AIOS KENNISTOETS 2014 Medische Microbiologie 14 april 2014 Bacteriologie 1. Bij infecties met Streptococcus pyogenes kunnen sommige typen niercomplicaties geven en/of acuut reuma. Hoe kan men deze typen

Nadere informatie

Kweek algemeen, BRMO Onderzoek per onderdeel Tarief

Kweek algemeen, BRMO Onderzoek per onderdeel Tarief Medische Microbiologie en Infectieziekten 024-3657514 www.medischemicrobiologie.nl www.cwz.nl Tarievenwijzer 1e lijnsdiagnostiek 2015 (per 01-04-2015) De tarievenwijzer 1 e lijnsdiagnostiek geeft een overzicht

Nadere informatie

IgG antistoffen. imuunstatus/vaccin atie: IgG antistoffen. Antistoffen

IgG antistoffen. imuunstatus/vaccin atie: IgG antistoffen. Antistoffen Bepaling Ondertitel Doorlooptijd Doorlooptijd tijdsduur Actinomyces spp. Kweek 10-14 dag(en) Adenovirus Antigeendetectie 1 dag(en) Adenovirus 2-4 dagen Aeromonas spp. Kweek 2-4 dag(en) Anaerobe kweek Kweek

Nadere informatie

Interline, januari Microbiologie casusschetsen

Interline, januari Microbiologie casusschetsen Interline, januari 2011 Microbiologie casusschetsen INTERLINE PROGRAMMA jan 2011 ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN Inleiding De eerste werkafspraak Microbiologie is

Nadere informatie

MRSA. Maatregelen bij (mogelijke) dragers van Meticilline-resistente Staphylococcus aureus. Afdeling Infectiepreventie

MRSA. Maatregelen bij (mogelijke) dragers van Meticilline-resistente Staphylococcus aureus. Afdeling Infectiepreventie MRSA Maatregelen bij (mogelijke) dragers van Meticilline-resistente Staphylococcus aureus Afdeling Infectiepreventie Inleiding U bezoekt de polikliniek van het Amphia Ziekenhuis of u bent in ons ziekenhuis

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID 26 JANUARI 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van het artikel 24, 1, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van

Nadere informatie

SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 17 juni 2009. Ronde 95 Parasitologie 2009-2

SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 17 juni 2009. Ronde 95 Parasitologie 2009-2 Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratoriumdiagnostiek SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 17 juni 2009 Ronde 95 Parasitologie 2009-2 Evaluatie Ronde commentaar - enkele foute etiketten op monster

Nadere informatie

Antibioticaresistentie (ABR)

Antibioticaresistentie (ABR) Antibioticaresistentie (ABR) Wat kan ík daaraan doen? Inspiratiedag 21 maart 2019 Ingeborg Groothuis, antibioticaverpleegkundige UMCU / RZN ABR Eefje Jong, internist-infectioloog Meander MC 21maart 2019

Nadere informatie

De nieuwe meldingsplicht voor tien ziekten Hans van Vliet RIVM-CIb 7 oktober 2008

De nieuwe meldingsplicht voor tien ziekten Hans van Vliet RIVM-CIb 7 oktober 2008 De nieuwe meldingsplicht voor tien ziekten Hans van Vliet RIVM-CIb 7 oktober 2008 Wat bespreken Iets over meldingscriteria De nieuwe ziekten (2 minuten per ziekte!) - Wat is de reden om het te melden -

Nadere informatie

Bijzonder Resistente Micro Organismen (BRMO) Wat is het probleem

Bijzonder Resistente Micro Organismen (BRMO) Wat is het probleem Bijzonder Resistente Micro Organismen (BRMO) Wat is het probleem Regionale nascholing Samen krachtig tegen BRMO! Hoe pakken we dat aan? 29 januari 2015 dr F. Vlaspolder, arts microbioloog Maasstad ziekenhuis

Nadere informatie

Overzicht Aanlevering. Onbekende Codes

Overzicht Aanlevering. Onbekende Codes 01:45 maandag, februari 09, 2015 1 Overzicht Aanlevering Laboratorium code ISIS005 Maand - Jaar Oktober-2014 Aanlever ID 7338 Datum ingelezen 02/02/2015 Aantal patiënten 1266 Aantal isolaten 2301 Aantal

Nadere informatie

Afname materialen MMB en bewaarcondities

Afname materialen MMB en bewaarcondities Anus uitstrijk, GBS - BRMO kweek Strijk stevig met de ESwab langs de anus, terwijl de ESwab om zijn lengte-as roteert. Doe de ESwab zover mogelijk in het meegeleverde buisje. Breek de ESwab op het breekpunt

Nadere informatie

Preventie van groep B-streptokokken infectie

Preventie van groep B-streptokokken infectie Preventie van groep B-streptokokken infectie Het stroomdiagram dat is opgesteld door de NVOG en NvK vormt het uitgangspunt van dit lokale protocol (bijlage 1). Algemeen De vroege vorm van neonatale groep

Nadere informatie

Resistentie. Toegespitst naar onze regio. Een internationaal probleem

Resistentie. Toegespitst naar onze regio. Een internationaal probleem Resistentie Toegespitst naar onze regio Een internationaal probleem 19 e Grande Conférence Verona 2013 Indeling bacteriën Indeling bacteriën Coccen Staven Gram positief Staphylococcen Streptococcen Pneumococ

Nadere informatie

MRSA Radboud universitair medisch centrum

MRSA Radboud universitair medisch centrum MRSA U wordt behandeld in het Radboudumc en bent mogelijk in contact gekomen met de MRSA bacterie (Meticilline Resistente Staphylococcus Aureus). Dit kan zijn doordat u Beroepsmatig in aanraking komt

Nadere informatie

Overzicht Aanlevering. Onbekende Codes

Overzicht Aanlevering. Onbekende Codes 04:43 donderdag, oktober 09, 2014 1 Overzicht Aanlevering Laboratorium code ISIS005 Maand - Jaar Februari-2014 Aanlever ID 6858 Datum ingelezen 11/07/2014 Aantal patiënten 1202 Aantal isolaten 2194 Aantal

Nadere informatie

Antibioticumbeleid in tijden van toenemende resistentie

Antibioticumbeleid in tijden van toenemende resistentie Antibioticumbeleid in tijden van toenemende resistentie Kees Verduin, arts-microbioloog Laboratorium voor microbiologie en infectiepreventie, Amphia ziekenhuis, Breda Wat is het probleem? Antibioticum

Nadere informatie

Een hoestende longarts. Beroepsziekte? (werkte 3 maanden geleden kortdurend in Zuid Afrika!) Extensive Drug Resistant Tuberculosis (XDR-TB)???

Een hoestende longarts. Beroepsziekte? (werkte 3 maanden geleden kortdurend in Zuid Afrika!) Extensive Drug Resistant Tuberculosis (XDR-TB)??? spreekuur Een hoestende longarts Een secretaresse met kinkhoest op de kinderafdeling De verpleegkundige van een kind op de IC met shock en vlekjes Een verpleegkundige met een voedselvergiftiging Een radioloog

Nadere informatie

De meest gestelde vragen over MRSA

De meest gestelde vragen over MRSA De meest gestelde vragen over MRSA Inleiding In deze brochure treft u de meest gestelde vragen aan over MRSA en de antwoorden daarop. De brochure is een aanvulling op de ziekenhuisfolder waarin algemene

Nadere informatie

ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN INTERLINE INFECTIEZIEKTEN januari 2015 ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN Inleiding Werkgroepleden: Mevrouw J.W. (Jolande) Bouwhuis, internist-infectioloog De heer P.H.P.

Nadere informatie

Overzicht Aanlevering. Onbekende Codes

Overzicht Aanlevering. Onbekende Codes 01:40 vrijdag, januari 22, 2016 1 Overzicht Aanlevering Laboratorium code ISIS005 Maand - Jaar Juni-2015 Aanlever ID 8052 Datum ingelezen 18/11/2015 Aantal patiënten 1037 Aantal isolaten 1786 Aantal isolaten

Nadere informatie

Wat te doen als een Italiaanse zwangere bezorgd is en een kind vreemd kijkt?

Wat te doen als een Italiaanse zwangere bezorgd is en een kind vreemd kijkt? Wat te doen als een Italiaanse zwangere bezorgd is en een kind vreemd kijkt? Rebecca van Grootveld AIOS Medische Microbiologie Werkgroep Klinische Parasitologie, NVP & WAMM Toxoplasmose 2 Werkgroep klinische

Nadere informatie

Beroepsmatig in aanraking komt met levende varkens, vleeskalveren of vleeskuikens.

Beroepsmatig in aanraking komt met levende varkens, vleeskalveren of vleeskuikens. MRSA 1 U wordt behandeld in een zorginstelling en bent mogelijk in contact gekomen met de MRSA bacterie (Meticilline Resistente Staphylococcus Aureus). Dit kan zijn doordat u Beroepsmatig in aanraking

Nadere informatie

SAMENVATTING VOOR NIET-INGEWIJDEN Kattenkrabziekte. Diagnostische en klinische aspecten van Bartonella henselae infectie

SAMENVATTING VOOR NIET-INGEWIJDEN Kattenkrabziekte. Diagnostische en klinische aspecten van Bartonella henselae infectie 166 Samenvatting SAMENVATTING VOOR NIET-INGEWIJDEN Kattenkrabziekte. Diagnostische en klinische aspecten van Bartonella henselae infectie Deel I Introductie In de introductie van dit proefschrift (Hoofdstuk

Nadere informatie

Tarievenlijst Microbiologische onderzoekingen

Tarievenlijst Microbiologische onderzoekingen RIVM Centrum Infectieziekteonderzoek Diagnostiek en Screening A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl T 030 274 91 11 F 030 274 29 71 info@rivm.nl Tarievenlijst

Nadere informatie

Urineweg-infecties bij kinderen. Loes Tanja kinderarts

Urineweg-infecties bij kinderen. Loes Tanja kinderarts Urineweg-infecties bij kinderen Loes Tanja kinderarts Wat is een urineweginfectie (UWI)? Een combinatie van klinische leeftijdsgebonden kenmerken en de aanwezigheid van bacteriën in een betrouwbaar afgenomen

Nadere informatie

INSTRUCTIE AFNEMEN MRSA KWEKEN DOOR HUISARTS

INSTRUCTIE AFNEMEN MRSA KWEKEN DOOR HUISARTS INSTRUCTIE AFNEMEN MRSA KWEKEN DOOR HUISARTS Eerste actie MRSA verdachte patiënten die (op termijn) naar het MCL gaan altijd melden aan de afdeling Hygiëne & Infectiepreventie (H&IP) via 058-2863718 of

Nadere informatie

Overzicht aanbevelingen richtlijn Urineweginfecties bij kwetsbare ouderen (2018)

Overzicht aanbevelingen richtlijn Urineweginfecties bij kwetsbare ouderen (2018) Overzicht aanbevelingen richtlijn Urineweginfecties bij kwetsbare ouderen (2018) Klinische verschijnselen Aspecifieke klachten en symptomen bij kwetsbare ouderen kunnen niet worden toegeschreven aan een

Nadere informatie

Infliximab. Bij de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa

Infliximab. Bij de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa Infliximab Bij de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa 2 Uw maag-, darm-, en leverarts (MDL-arts) heeft u infliximab voorgeschreven voor de behandeling van de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa. Infliximab

Nadere informatie

VERANTWOORD GEBRUIK VAN ANTIBIOTICA LIGT IN UW HANDEN

VERANTWOORD GEBRUIK VAN ANTIBIOTICA LIGT IN UW HANDEN VERANTWOORD GEBRUIK VAN LIGT IN UW HANDEN VOOR DIEREN. VOOR GEZONDHEID. VOOR U. CRITERIA VOOR 1 STE, 2 DE OF 3 DE KEUZE Indeling Omschrijving Eeerste keuze Empirische therapie met antimicrobiële middelen

Nadere informatie

Bijzonder Resistente Micro-Organismen. Isolatiemaatregelen infectiepreventie bij BRMO

Bijzonder Resistente Micro-Organismen. Isolatiemaatregelen infectiepreventie bij BRMO Bijzonder Resistente Micro-Organismen Isolatiemaatregelen infectiepreventie bij BRMO In deze folder vindt u meer informatie over Bijzonder Resistente Micro Organismen (BRMO) en Extended Spectrum Beta-Lactamase

Nadere informatie

Veelgestelde vragen over de VRE-bacterie

Veelgestelde vragen over de VRE-bacterie Veelgestelde vragen over de VRE-bacterie Algemeen 1. Wat is een VRE-bacterie? VRE staat voor Vancomycine Resistente Enterokok. De VRE-bacterie is een multiresistente enterokok, dat betekent dat deze bacterie

Nadere informatie

BELANGRIJKSTE BEVINDINGEN

BELANGRIJKSTE BEVINDINGEN APRIL 213 INHOUD Het doel van de thermometer is een eerste berichtgeving over de stand van zaken in 212 over seksuele gezondheid in Nederland. De thermometer bevat nieuwe gegevens van de soa-centra, aangiftecijfers,

Nadere informatie

Valkuilen bij diagnostiek hepatitis ABC

Valkuilen bij diagnostiek hepatitis ABC Valkuilen bij diagnostiek hepatitis ABC Streeklab GGD Amsterdam, 30 okt 2009 Hans L. Zaaijer, arts-microbioloog AMC - Klinische Virologie / Sanquin - Bloedoverdraagbare Infecties leverontsteking chemisch/toxisch

Nadere informatie

Hepatitis A.

Hepatitis A. Hepatitis A www.hepatitisinfo.nl Hepatitis A Epidemiologie Transmissie Virologie Symptomen van een infectie met hepatitis A Diagnostiek Behandeling Preventie Hepatitis A epidemiologie http://wwwnc.cdc.gov/travel/pdf/yellowbook-2012-map-03-03-estimated-prevalence-hepatitis-a.pdf

Nadere informatie

Evaluatie van surveillance hemoculturen bij hematologische patiënten onder immunosuppressiva

Evaluatie van surveillance hemoculturen bij hematologische patiënten onder immunosuppressiva Evaluatie van surveillance hemoculturen bij hematologische patiënten onder immunosuppressiva An Joosten 30/03/2010 30/03/2010 1 Surveillance hemoculturen Inleiding Bloedstroom infecties (BSI) Predisponerende

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Adalimumab (Humira ) Informatie over de behandeling met het medicijn adalimumab bij de ziekte van Crohn en collitis ulcerosa

Patiënteninformatie. Adalimumab (Humira ) Informatie over de behandeling met het medicijn adalimumab bij de ziekte van Crohn en collitis ulcerosa Patiënteninformatie Adalimumab (Humira ) Informatie over de behandeling met het medicijn adalimumab bij de ziekte van Crohn en collitis ulcerosa Adalimumab (Humira ) Informatie over de behandeling met

Nadere informatie

ARBEIDSGEZONDHEIDSKUNDIGE SCREENING

ARBEIDSGEZONDHEIDSKUNDIGE SCREENING ARBEIDSGEZONDHEIDSKUNDIGE SCREENING Inleiding Werken in een gezondheidszorginstelling brengt specifieke risico s met zich mee. Eén daarvan is dat medewerkers in aanraking kunnen komen met patiëntenmateriaal.

Nadere informatie

Resistentieop uwic. Lennie Derde Internist-intensivist UMC Utrecht

Resistentieop uwic. Lennie Derde Internist-intensivist UMC Utrecht Resistentieop uwic Lennie Derde Internist-intensivist UMC Utrecht lderde@umcutrecht.nl @Lennie333 Resistentie in Nederland Indeling van bacteriën G+ G- Coccen Staphylococcen Streptococcen Enterococcen

Nadere informatie

ja, tot diarree over is (nee bij toxine) uren tot enkele weken 1 tot 4 dagen van 1 dag vóór tot 6 dagen na het begin van de ziekteverschijnselen

ja, tot diarree over is (nee bij toxine) uren tot enkele weken 1 tot 4 dagen van 1 dag vóór tot 6 dagen na het begin van de ziekteverschijnselen INFECTIEZIEKTESCHEMA VOOR OUDERS Algemeen: een kind dat zich ziek voelt (koorts, hangerig, geen eetlust) behoort thuis te blijven Ziekte Ziekteverschijnselen Incubatietijd Besmettelijk? Wering school Risicogroepen

Nadere informatie

HANDLEIDING EN INLEIDING

HANDLEIDING EN INLEIDING HANDLEIDING EN INLEIDING Handleiding Met betrekking tot het gebruik hebben de samenstellers de volgende filosofie in gedachten: - De antibioticumkeuze, doseringen en doseringsintervallen zijn gericht op

Nadere informatie

BRMO - Verpleeg/verzorging/kleinschalig wonen - Openbare gezondheidszorg

BRMO - Verpleeg/verzorging/kleinschalig wonen - Openbare gezondheidszorg BRMO 8 september 2014 BRMO - Verpleeg/verzorging/kleinschalig wonen - Openbare gezondheidszorg Ron de Groot Deskundige Infectiepreventie Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling

Nadere informatie

1 1 12E E Escherichia coli Klebsiella pneumoniae

1 1 12E E Escherichia coli Klebsiella pneumoniae Aanlevering Lab-code ISIS005 Maand September Jaar 2012 Aanlevering-ID 5616 Datum 24-10-2012 Totaal Overzichten #Isolaten ISIS #Isolaten #Patienten ISIS #Patienten 1832 1832 1151 1151 Samenvatting Bijzondere

Nadere informatie

Inleiding. Werkgroepleden:

Inleiding. Werkgroepleden: INTERLINE INFECTIEZIEKTEN januari 2015 Inleiding Werkgroepleden: Mevrouw J.W. (Jolande) Bouwhuis, internist-infectioloog De heer P.H.P. (Paul) Groeneveld, internist-infectioloog De heer J. (Joop) Barkmeyer,

Nadere informatie

Microbiologische diagnostiek bij infecties op de Intensive Care. Dr. Jeroen Schouten Intensivist CWZ Nijmegen

Microbiologische diagnostiek bij infecties op de Intensive Care. Dr. Jeroen Schouten Intensivist CWZ Nijmegen Microbiologische diagnostiek bij infecties op de Intensive Care Dr. Jeroen Schouten Intensivist CWZ Nijmegen Casus bespreking Hr M, 1967, SEH op 20 oct 2010 VG -, medicatie - Sinds 1 week niet fit, grieperig.

Nadere informatie

www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Lyme Artritis Versie 2016 1. WAT IS LYME ARTRITIS 1.1 Wat is het? Lyme artritis (artritis=gewrichtsonsteking) is een van de ziekten die veroorzaakt wordt door

Nadere informatie

Contactonderzoek BRMO

Contactonderzoek BRMO Contactonderzoek BRMO In deze folder krijgt u uitleg over wat contactonderzoek is en wat dit voor u betekent. Ook leest u algemene informatie over een bacterie, resistente bacteriën en mogelijke gevolgen

Nadere informatie

Afname instructies t.b.v. medisch microbiologisch onderzoek ALGEMENE INSTRUCTIES AFN-INSTR-ALGEMEEN-v Publicatiedatum:

Afname instructies t.b.v. medisch microbiologisch onderzoek ALGEMENE INSTRUCTIES AFN-INSTR-ALGEMEEN-v Publicatiedatum: Afnamematerialen Het microbiologisch laboratorium werkt met vier verschillende afname materialen, te weten: 1. Een ontlasting container met lepeltje 2. Een steriele container met witte dop voor alle andere

Nadere informatie

Controles tijdens de zwangerschap

Controles tijdens de zwangerschap Controles tijdens de zwangerschap Tijdens de zwangerschap worden de volgende onderzoeken uitgevoerd: Beoordelen van de groei van de baarmoeder Bij elk bezoek wordt de groei van de baarmoeder nagegaan.

Nadere informatie

Informatiepakket MST over de VRE-bacterie

Informatiepakket MST over de VRE-bacterie Informatiepakket MST over de VRE-bacterie Op de verpleegafdeling Vaatchirurgie in Medisch Spectrum Twente is de VRE-bacterie aangetroffen. VRE staat voor 'Vancomycine Resistente Enterokok'. Deze bacterie

Nadere informatie

Faecesonderzoek op parasieten

Faecesonderzoek op parasieten Faecesonderzoek op parasieten overzicht 2013 Titia Kortbeek Theo Mank overzicht resultaten 2013 transitie CCKL praktijkrichtlijn naar ISO 15189-2012 stof tot nadenken overzicht resultaten 2013 transitie

Nadere informatie

Wat is M RSA? Wat zijn de ziekteverschijnselen van M RSA? Hoe kun je M RSA krijgen en hoe kun je anderen besmetten?

Wat is M RSA? Wat zijn de ziekteverschijnselen van M RSA? Hoe kun je M RSA krijgen en hoe kun je anderen besmetten? MRSA In deze folder leest u wat MRSA is, welke gevolgen dit kan hebben voor uw opname en behandeling en welke maatregelen er genomen worden om de verspreiding van MRSA te voorkomen. U wordt behandeld

Nadere informatie

Ga verder naar de volgende vraag

Ga verder naar de volgende vraag Aanvullende vragenlijst bij risico-inventarisatie op tuberculose en latente tuberculose-infectie (LTBI) voorafgaande aan (of bij) gebruik van immuunsuppressieve medicatie - volwassenen Deze vragenlijst

Nadere informatie

Doorlooptijden voor ontvangst, verzending en reactie lab per bestand

Doorlooptijden voor ontvangst, verzending en reactie lab per bestand 01:09 dinsdag, januari 16, 2018 1 Overzicht Aanlevering Laboratorium code ISIS005 Maand - Jaar September-2017 Aanlever ID 11242 Datum ingelezen 22/11/2017 Aantal patiënten 1266 Aantal isolaten 2092 Aantal

Nadere informatie

Richtlijn Q koorts. versie 14-12-2009 Jeroen Bosch Ziekenhuis. Richtlijn Q koorts

Richtlijn Q koorts. versie 14-12-2009 Jeroen Bosch Ziekenhuis. Richtlijn Q koorts Richtlijn Q koorts versie 14-12-2009 Jeroen Bosch Ziekenhuis Richtlijn Q koorts Verdenking acute Q koorts: Frequente presentatie: Asymptomatisch Griepachtig beeld: Koorts, hoofdpijn, myalgieen, arthritis.

Nadere informatie

Interpretatie van laboratoriumtesten: microbiologie

Interpretatie van laboratoriumtesten: microbiologie Interpretatie van laboratoriumtesten: microbiologie Jens Van Praet Dienst Nierziekten, Infectieziekten en Algemeen inwendige ziekten HIV referentiecentrum Travel clinic Casus 1: Kris Labo-diagnostiek:

Nadere informatie

Gegeven Onbekende waarde Aantal Soort

Gegeven Onbekende waarde Aantal Soort Aanlevering Lab-code ISIS005 Maand Augustus Jaar 2013 Aanlevering-ID 6408 Datum 21-11-2013 Onbekende sleutelwaarden Gegeven Onbekende waarde Aantal Soort ORGANISME =aecspp? 1 isolaten ORGANISME =agns?

Nadere informatie

SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 21 november Ronde 88 Parasitologie

SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 21 november Ronde 88 Parasitologie Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratoriumdiagnostiek SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 21 november 2007 Ronde 88 Parasitologie 2007-3 Rondecommentaar In het invulformulier zijn voor de fecesmonsters

Nadere informatie

Rubella Synoniemen: rodehond, German measles, Röteln

Rubella Synoniemen: rodehond, German measles, Röteln Rubella Synoniemen: rodehond, German measles, Röteln B06 Bijlage I Rubella en zwangerschap, richtlijnen voor de praktijk Beleid naar aanleiding van een (mogelijk) contact (zie toelichting 1) Inventariseer

Nadere informatie

Betreft: kinderen (1 tot 3 maanden) met koorts, verdacht van een infectie, met uitsluiting van de gehospitaliseerde neonaat.

Betreft: kinderen (1 tot 3 maanden) met koorts, verdacht van een infectie, met uitsluiting van de gehospitaliseerde neonaat. Koorts bij kinderen van 1 tot 3 maanden (28 dagen tot en met 12 weken) (n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar) Betreft: kinderen (1 tot 3 maanden) met koorts,

Nadere informatie

Community-acquired pneumonie. Kliniek, verwekkersen antibioticabeleid. Michiel Bos(huisarts) en Sunita Paltansing/Elise Kraan. (artsen-microbioloog)

Community-acquired pneumonie. Kliniek, verwekkersen antibioticabeleid. Michiel Bos(huisarts) en Sunita Paltansing/Elise Kraan. (artsen-microbioloog) Community-acquired pneumonie Kliniek, verwekkersen antibioticabeleid Michiel Bos(huisarts) en Sunita Paltansing/Elise Kraan (artsen-microbioloog) DUO dagen 2014 Casus: 53-jarige vrouw Anamnese: Meer daneenweek

Nadere informatie

Gastro-enteritis. Ziektebeeld. Incubatieperiode

Gastro-enteritis. Ziektebeeld. Incubatieperiode DRAAIBOEK INFECTIEZIEKTEN CLB GASTRO-ENTERITIS 73 Gastro-enteritis Voor meer achtergrondinformatie over een individuele kiem, zie ook volgende fiches: Calicivirusinfecties Campylobacteriose Escherichia

Nadere informatie

Commissie Praktische Tuberculosebestrijding AANBEVELINGEN UIT DE RICHTLIJN DIAGNOSTIEK (LATENTE) TUBERCULOSE- INFECTIE (LTBI)

Commissie Praktische Tuberculosebestrijding AANBEVELINGEN UIT DE RICHTLIJN DIAGNOSTIEK (LATENTE) TUBERCULOSE- INFECTIE (LTBI) Commissie Praktische Tuberculosebestrijding AANBEVELINGEN UIT DE RICHTLIJN DIAGNOSTIEK (LATENTE) TUBERCULOSE- INFECTIE () INHOUD Welke testen zijn beschikbaar en wat zijn de eigenschappen van deze testen

Nadere informatie

Afname materialen MMB en bewaarcondities

Afname materialen MMB en bewaarcondities Anus uitstrijk, GBS - BRMO kweek Strijk stevig met de ESwab langs de anus, terwijl de ESwab om zijn lengte-as roteert. Doe de ESwab zover mogelijk in het meegeleverde buisje. Breek de ESwab op het breekpunt

Nadere informatie

Onderzoeken afdeling Medische Microbiologie versie 8 7 april 2014

Onderzoeken afdeling Medische Microbiologie versie 8 7 april 2014 Overzicht Onderzoeken afdeling Medische Microbiologie versie 8 7 april 2014 wijziging t.a.v. versie 7 mutatienummer: 12/178, 13/217, 14/065,14/121, meldingno.: 13/018 algemeen - het gehele overzicht is

Nadere informatie

Bijzonder Resistent Micro-Organisme

Bijzonder Resistent Micro-Organisme Bijzonder Resistent Micro-Organisme (BRMO en MRSA) In deze folder krijgt u uitleg over een Bijzonder Resistent Micro-Organisme (BRMO) en wat gevolgen hiervan zijn. Ook leest u algemene informatie over

Nadere informatie

Verenso richtlijn urineweginfecties. Wouter Rozemeijer Arts-microbioloog

Verenso richtlijn urineweginfecties. Wouter Rozemeijer Arts-microbioloog Verenso richtlijn urineweginfecties Wouter Rozemeijer Arts-microbioloog Inhoud Aspecifieke ziektepresentatie algoritme Asymptomatische bacteriurie Verwekkers Casus 84-jarige vrouw VG/ DM2, hypertensie,

Nadere informatie