Doelgroep jeugdbescherming en jeugdreclassering

Transcriptie

1 Cliëntprofielen 217 Doelgroep jeugdbescherming en jeugdreclassering Een kwantitatief en kwalitatief onderzoek naar kernproblemen van cliënten binnen de jeugdbescherming en jeugdreclassering van Regiecentrum Bescherming en Veiligheid in 217 Regiecentrum Bescherming en Veiligheid Niets uit deze publicatie mag worden overgenomen zonder overleg vooraf Publicatie alleen met bronvermelding. Technisch applicatiebeheer Opmaak Onderzoeker/cartografie Auteur Redactie Auke Duurken Geeke Barlage Femke Boonstra Femke Boonstra Lutske de Vries

2 Voorwoord Regiecentrum Bescherming en Veiligheid (Regiecentrum) wordt gevormd door Jeugd- en Gezinsbescherming en Veilig Thuis Friesland. Het onderzoek cliëntprofielen heeft plaatsgevonden binnen Jeugd- en Gezinsbescherming (jeugdbescherming en jeugdreclassering). Jeugd- en Gezinsbescherming doet, sinds acht jaar, jaarlijks onderzoek naar de aard van de problematiek van de jeugdigen. Het gaat om jeugdigen die ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd en/of waarbij sprake is van (een vermoeden) van kindermishandeling. Deze jeugdigen komen voornamelijk uit gezinnen met een combinatie van complexe problemen, zoals psychiatrische problematiek, verslaving, verstandelijke beperking, werkloosheid, financiële problemen, ontbreken van sociale steun en/of een slechte woonsituatie. Ouders/opvoeders zijn niet in staat (onvoldoende vaardig) of zijn niet bereid (zorg mijdend) om hulp te vragen. De werkzaamheden van Jeugd- en Gezinsbescherming zijn hierop afgestemd, namelijk verbindend, vasthoudend, voorwaardelijk begeleidend en ondersteunend. Met als doel dat jeugdigen zich weer veilig (thuis) kunnen ontwikkelen en veilig kunnen opgroeien. Jeugd- en Gezinsbescherming werkt aanvullend op en/of in samenwerking met de lokale zorg(keten). Dit rapport van het onderzoek cliëntprofielen 217 is een naslagwerk met betrekking tot de uitkomsten van het onderzoek. Op basis van het onderzoek worden aanbevelingen gedaan met betrekking tot diagnostiek, behandeling en beleid. In de factsheet cliëntprofielen 217 zijn de meest belangrijke uitkomsten van het onderzoek en de aanbevelingen weergegeven. De factsheet is te downloaden via Met vriendelijke groet, Raad van Bestuur / Directie Regiecentrum Bescherming en Veiligheid Mevrouw M. Sinot Mevrouw J. Nijland 2

3 Inhoudsopgave Inleiding... 5 Hoofdstuk 1 Totale onderzoeksgroep Inleiding Kenmerken onderzoeksgroep Kernproblemen en beschermende factoren Tegelijkertijd voorkomen van verschillende kernproblemen Ernst van de (kern)problemen Conclusie Hoofdstuk 2 Vergelijking Jeugdreclassering en Jeugdbescherming Algemene gegevens Kernproblematiek Beschermende factoren Hoofdstuk 3 Kenmerken en profiel op gemeentelijk niveau Registraties op gemeentelijk niveau Aantal registraties per gemeente Gemeente Achtkarspelen Gemeente Dantumadiel Gemeente De Fryske Marren Gemeente Dongeradeel Gemeente Ferwerderadiel Gemeente Franekeradeel Gemeente Harlingen Gemeente Heerenveen Gemeente Het Bildt Gemeente Kollumerland en Nieuwkruisland Gemeente Leeuwarden Gemeente Leeuwarderadeel Gemeente Littenseradiel Gemeente Menameradiel Gemeente Ooststellingwerf Gemeente Opsterland Gemeente Smallingerland

4 3.21 Gemeente Súdwest-Fryslân Gemeente Tytsjerksteradiel Gemeente Weststellingwerf Hoofdstuk 4 Verwijzingen Inleiding Verwijzingen per gemeente Verwijzingen uitgewerkt Hoofdstuk 5 Aanbevelingen Bijlage 1 Registratieformulier Kernproblemen en beschermende factoren

5 Inleiding Verantwoording registratiesysteem kernproblemen Het registratiesysteem is ontwikkeld door de gedragswetenschappelijke staf in 26 en is een uitwerking van de pedagogische visie van Bureau Jeugdzorg Friesland (rechtsvoorganger van Regiecentrum) waarbij de wisselwerking tussen aanlegfactoren, gezinsfactoren en omgevingsfactoren het uitgangspunt is. Het registratiesysteem is qua categorische indeling vergelijkbaar met de het pas later uitgebrachte CAP-J maar minder gedetailleerd uitgewerkt en hanteert een andere rubricering. In tegenstelling tot het CAP-J systeem is er een extra categorie beschermende factoren op kind-, gezins- en sociale context niveau passend bij de pedagogische visie toegevoegd, omdat een belangrijke kerntaak van Regiecentrum zich richt op het onderkennen, onderzoeken en stoppen van kindermishandeling, is de categorie veiligheidsproblemen (vormen van kindermishandeling) uitgebreider opgenomen in het registratiesysteem dan in de CAP-J. De volgende bronnen zijn bij het opstellen van het registratiesysteem (bijlage 1) gebruikt: 1. Interne publicatie Bureau Jeugdzorg Friesland, CAP-J, classificatiesysteem voor de aard van de problematiek van de cliënten in de jeugdzorg. Nederlands Jeugdinstituut Uit Helpen bij opgroeien en opvoeden: eerder, sneller en beter. Een advies over vroegtijdige signalering en interventies bij opvoed- en opgroeiproblemen. Opgesteld door de Inventgroep, Prof. Dr. Jo Hermanns, e.a. September 25. Het registratiesysteem bestaat uit kernproblemen en beschermende factoren die onderverdeeld worden in subcategorieën. Op kindniveau: (vermoeden) van klinische stoornissen gedragsproblemen persoonlijkheidsproblematiek wijzend in de richting van duurzame individuele kenmerken achterstand in de (functie)ontwikkeling gezondheidsproblemen, somatische aandoeningen Op gezinsniveau: gezinsproblemen; veiligheidsproblemen (vorm van kindermishandeling) Op het niveau van de sociale context: problemen in het schools functioneren De beschermende factoren/protectieve factoren zijn onderverdeeld en richten zich op het kind, het gezin en de sociale context. Protectieve factoren zijn per definitie die factoren die bescherming bieden tegen negatieve invloeden. 5

6 Daarnaast zijn er in het registratiesysteem sinds 213 twee nieuwe vragen opgenomen die om een inschatting vragen t.a.v. hoeverre de problemen van invloed zijn op het functioneren van de jeugdige en in welke mate er problemen zijn met de kwaliteit van de omgeving van de jeugdige. Deze vragen zijn in het systeem opgenomen omdat daarmee ook de belemmerende werking van de problematiek in kaart wordt gebracht. Onderzoeksdoelgroep De onderzoeksgroep bestaat in 217 uit 119 jeugdigen. Dit onderzoek richt zich op jeugdigen die in 217 toezicht en/of begeleiding hebben ontvangen van Jeugd- en Gezinsbescherming. De begeleiding in het vrijwillig kader was in dit jaar zo n kleine groep, waardoor deze buiten beschouwing is gelaten. Daar mee komt het aantal jeugdigen op Alle nieuwe maatregelen in 217 binnen deze functies zijn in het onderzoek opgenomen. Daarnaast wordt er bij een maatregel die langer duurt dan één jaar opnieuw een registratie gedaan. Dit is ook opgenomen in de onderzoeksgroep. Wijzigingen ten opzichte van vorig onderzoek In 217 is er aandacht voor de totale onderzoeksgroep, maar vooral ook aandacht voor de cliëntprofielen per gemeentelijke regio. De registraties in het vrijwillig kader zijn dit jaar niet meegenomen in de berekeningen, aangezien de groep te klein was (2,8%). Daarnaast worden de registraties bij Jeugdbescherming met de registraties bij Jeugdreclassering vergeleken. Onderzoeksdesign en onderzoeksvragen Het onderzoek is te typeren als een beschrijvend onderzoek op basis van cijfermatige gegevens. Deze gegevens zijn uit het registratiesysteem gehaald middels gedigitaliseerde formulieren en in een dataset geplaatst. Om de onderzoeksvragen te beantwoorden zijn in SPSS-analyses uitgevoerd met de dataset. Er is gebruik gemaakt van frequentie- en kruistabellen en correlaties om een beschrijvend onderzoek uit te voeren. Onderzoeksvragen Voor de doelgroep Jeugdbescherming en Jeugdreclassering zijn de volgende onderzoeksvragen geformuleerd: 1. Hoe kenmerkt zich het profiel van de totale onderzoeksgroep? 2. Hoe kenmerkt zich de vergelijking tussen cliënten bij Jeugdreclassering en cliënten bij Jeugdbescherming? 3. Hoe kenmerkt zich het profiel op gemeentelijk niveau? 4. Welke verwijzingen (t.b.v. inzet van zorg) zijn op basis van de (kern)problematiek/cliëntprofielen tot stand gekomen? 6

7 Hoofdstuk 1 Totale onderzoeksgroep 1.1 Inleiding In dit onderzoek gaat het om alle jeugdigen waarvoor in 217 een registratie is gedaan in het document kernproblematiek dat medewerkers van Jeugd- en Gezinsbescherming invullen. De gegevens zijn verkregen uit het registratiesysteem IJ. Eerst zal een weergave gegeven worden van kenmerken van de gehele onderzoeksgroep. Sommige gegevens zijn vergeleken met voorgaande jaren. 1.2 Kenmerken onderzoeksgroep Aantal registraties en geslacht De totale onderzoeksgroep bestaat uit 1.19 cliënten. In 214 en 215 waren dit respectievelijk en 1.61 cliënten. Van de 1.19 cliënten in 217 is 57,6% (685 personen) van het mannelijke geslacht en 42,4% (55 personen) van het vrouwelijke geslacht. Werksoort Van de 119 cliënten hebben 75 een ondertoezichtstelling (OTS), 252 een voogdij maatregel, 155 hebben een jeugdreclasseringsmaatregelen en 33 cliënten kregen begeleiding in het vrijwillig kader. 217 In figuur 1 is zichtbaar dat in het jaar 217 het grootste deel van de jeugdigen onder toezicht is gesteld (63%). Daarna komt voogdij het vaakst voor (21,2%). Jeugdreclassering (13%) en begeleiding in het vrijwillig kader (2,8%) komen minder vaak voor. Vrijwillig OTS Voogdij JR Figuur 1 maatregelen 217 in percentages Overzicht 215, 216 en 217 maatregelen Tabel werksoort Frequentie percentage Frequentie percentage Frequentie percentage Vrijwillig , ,4 33 2,8 OTS , , Voogdij , ,2 JR , Totaal

8 Vrijwillig OTS Voogdij JR Figuur 2 Maatregelen/begeleidingen over de jaren 215, 216 en 217 in percentages Figuur 2 is een weergave van de verschillende werksoorten over de jaren 215, 216 en 217. Zichtbaar is dat de begeleiding in het vrijwillig kader afgenomen is. In het jaar 215 waren er nog 365 maatregelen in het vrijwillig kader en in 217 waren dit er nog maar 33. Bij de voogdij maatregel is een lichte stijging te zien over de jaren 215, 216 en 217. Waar in 215, 211 voogdij maatregelen uitgevoerd werden, zijn dit er in 217 in totaal 252 maatregelen. In de grafiek lijkt het aantal jeugdreclasseringsmaatregelen te stijgen. Echter is dit niet het geval, omdat de verhoudingen van de totale onderzoeksgroep zijn veranderd. Er zijn minder maatregelen uitgevoerd in het jaar 217 in vergelijking met het jaar 216. In 215 werden er 193 jeugdreclasseringsmaatregelen uitgevoerd. In 216 was dit aantal 172 en in 216 is dit gedaald naar 155. Let op: Verandering onderzoeksgroep Aangezien het aantal begeleidingen in het vrijwillig kader afgenomen zijn en het nu een zeer kleine groep betreft, is ervoor gekozen om deze groep vanaf nu niet mee te nemen in de volgende hoofdstukken. De rest van de gegevens zijn dus gebaseerd op de maatregelen (OTS, Voogdij en Jeugdreclassering). Deze onderzoeksgroep betreft 1157 cliënten (man: 667;57,6% vrouw: 49;42,4%). Leeftijd De grootste leeftijdscategorie wordt gevormd door 12- t/m 17- jarigen met 497 jeugdigen (43%). Dan volgt de groep 4- t/m 11- jarigen met 468 jeugdigen (4,4%). De groep - t/m 3- jarigen is kleiner met 123 jeugdigen (1,6%). De groep 18+ is de kleinste groep met 69 jeugdigen (6 %). t/m 3 4 t/m t/m Figuur 3 Leeftijden 217 in percentages 8

9 Figuur 4 Leeftijden over de jaren 215, 216 en 217 in percentages In figuur 4 is zichtbaar dat het aantal registraties over de drie jaren redelijk stabiel is gebleven. De - tot en met 3- jarigen en de ongeboren baby s zijn in aantal iets gedaald en de andere leeftijdsgroepen zijn in aantal iets gestegen. 1.3 Kernproblemen en beschermende factoren Onderstaande tabel geeft weer of er een kernprobleem aanwezig is bij een jeugdige. Er kunnen voor de jeugdige ook meerdere kernproblemen zijn aangevinkt, aangezien er meerdere tegelijkertijd kunnen voorkomen bij de jeugdigen (comorbiditeit). De hoofdcategorieën zijn gebaseerd op meerdere subcategorieën. De subcategorieën zullen in een volgend hoofdstuk aan bod komen. Hoofdcategorie kernproblematiek Frequentie Percentage Frequentie Percentage Frequentie Percentage Jeugdige ,9 Klinische stoornis 96 56, , ,4 Gedragsproblematiek , ,9 Persoonlijkheidsproblematiek , , ,1 Achterstand (functie) ontwikkeling 98 6, , ,1 Gezondheidsproblemen/somatische klachten 55 34, , Gezin ,3 Gezinsproblemen , , ,6 Veiligheidsproblemen , ,6 Sociale context ,2 Problemen in schoolse functioneren/daginvulling , , ,2 9

10 Jeugdige Op het gebied van kernproblematiek is er in 217 bij 128 van de 1157 jeugdigen sprake van een kernprobleem gerelateerd aan de jeugdige zelf. Kortom, in 88,9 procent van de registraties is dat aangegeven. Van de jeugdigen heeft 69,9% gedragsproblemen, van de jeugdigen heeft 68,1% een achterstand in de (functie) ontwikkeling en daarnaast is 61,4 procent van de jeugdigen gediagnosticeerd met een klinische stoornis. Gezin Daarnaast is er problematiek op het gebied van het systeem aanwezig bij 93,3% van de cliënten. Dit zijn voornamelijk gezinsproblemen die daar een grote rol in spelen (92,6%), maar ook veiligheidsproblemen speelt bij meer dan de helft van de gezinnen (53,6%). Sociale context Tot slot zijn op het gebied van sociale context de problemen in het schoolse functioneren gemeten. Bij 53,2% van de jeugdigen spelen problemen op het gebied van het schoolse functioneren/daginvulling. Er kan dan sprake zijn van motivatie problemen, gedragsproblemen in de klas, problemen op het gebied van prestatie of problemen in de vrije tijd. Kernproblemen vergelijking jeugdige over de jaren 215, 216 en 217 Figuur 5 geeft de vergelijking over de jaren 215, 216 en 217 op het gebied van de jeugdige weer. De hoofdcategorieën zijn met elkaar vergeleken Figuur 5 Kernproblemen jeugdige in percentages In alle jaren is gedragsproblematiek het meest voorkomend, gevolgd door de achterstand in de (functie) ontwikkeling en de klinische stoornis. Persoonlijkheidsproblematiek en gezondheidsproblematiek scoren lager. Bij de subcategorieën klinische stoornis en achterstand in de functieontwikkeling lijkt er een lichte stijging te zijn, voornamelijk ten opzichte van het jaar

11 Kernproblemen vergelijking gezin en sociale context over de jaren 215,216 en Figuur 6 Kernproblemen gezin en sociale context in percentages In figuur 6 is zichtbaar dat op het gebied van gezin, de gezinsproblemen en de veiligheidsproblemen ten opzichte van 215 hoger zijn. In 216 en 217 lijken de problemen ongeveer hetzelfde gebleven, terwijl er een verschuiving van de doelgroep geweest is in deze jaren naar meer maatregelenhulp. De problemen in het schoolse functioneren of problemen met een daginvulling zijn met de jaren gestegen. Gezinsproblemen Gezinsproblemen Percentage Figuur 7 Gezinsproblemen in percentages In figuur 7 zijn de verschillende gezinsproblemen te zien waar jeugdigen, die cliënt zijn van Jeugd- en Gezinsbescherming, mee opgroeien. De twee meest voorkomende gezinsproblemen zijn gezinssysteem waarin relatie/communicatieproblemen voorkomen en opvoedingsproblemen die verband houden met echtscheiding van de opvoeder'. 11

12 Veiligheidsproblemen Veiligheidsproblemen Percentage Figuur 8 Veiligheidsproblemen in percentages In figuur 8 is zichtbaar dat bij meer dan 3% van de gezinnen waar de jeugdigen opgroeien sprake is van huiselijk geweld. Ook psychische verwaarlozing wordt bij ongeveer 27% van de gezinnen gezien. Kernproblemen per leeftijdscategorie Onderstaand een tabel waarin de percentages kernproblemen bij de verschillende leeftijden zijn genoemd. Het percentage is gebaseerd op het aantal registraties in de groep. Bij de leeftijd t/m 3 waren er 123, bij 4 t/m 11 waren dat er 468, bij 12 t/m 17 waren dat er 497, bij 18+ waren dat er 69. Kernproblemen per leeftijdscategorie Klinische stoornis Gedragsproblemen Persoonlijkheidsproblematiek Achterstand in de ontwikkeling t/m 3 4,4 3,3,3 6,7 4 t/m 11 38,2 38,4 15, 44, 12 t/m 17 5,4 5,8 72,5 43, , 7,4 12,2 6,2 Gezondheidsproblemen Gezinsproblemen Veiligheidsproblemen Problemen in schools functioneren t/m 3 4,2 11,1 13,5 4 t/m 11 29,6 42,3 46,5 3,4 12 t/m 17 55,2 41,9 38,2 58, , 4,7 2,3 1,9 Dit is ook inzichtelijk gemaakt in figuur 9 op de volgende bladzijde. 12

13 t/m 3 4 t/m t/m Figuur 9 Kernproblemen in samenhang met leeftijd in percentages In figuur 9 wordt zichtbaar dat de meeste kernproblemen naarmate de leeftijd vordert toenemen. Twee kernproblemen waarbij dat niet zichtbaar is, zijn gezinsproblemen en veiligheidsproblemen. Deze problemen nemen af wanneer de jeugdige ouder wordt. De jeugdige is dan minder afhankelijk van zijn ouders/verzorgers. Beschermende factoren Onderstaande tabel geeft weer of er één of meerdere beschermende factoren aanwezig zijn bij een jeugdige over de jaren 215, 216 en 217. Hoofdcategorie beschermende factoren frequentie percentage frequentie percentage frequentie percentage Niveau van het kind Normaal IQ kind 79 49, , ,1 Veerkracht kind , , ,7 Makk. temperament 27 16, , ,5 Talenten kind 131 8, ,2 11 8,7 Aantrekkelijk , , ,7 Humor kind , , ,3 Niveau van het gezin Goede relatie met ouder(s) , , ,1 Sensitieve ouder(s) 46 25, , Steun van brusjes , , ,5 Financieel stabiel , , ,4 Niveau van sociale context Sociale steun , ,2 Zorgzame volwassenen buiten gezin , , ,9 13

14 Uit onderzoek naar de beschermende factoren kan worden opgemaakt dat er bij 96,4% van de jeugdigen in ieder geval één beschermende factor aanwezig is. Op het niveau van de jeugdige, waar de factoren normale intelligentie kind, veerkracht van het kind, gemakkelijk temperament, speciale talenten van het kind, aantrekkelijke verschijning en de humor van het kind onder vallen, wordt er bij 87,5% van de jeugdigen een beschermende factor gezien. Op het niveau van het gezin, waar een goede relatie met één van de ouders, responsieve en sensitieve ouders, steun van broertjes/zusjes en een stabiele financiële situatie onder vallen, wordt er bij 76,2% van de jeugdige een beschermende factor gezien. Tot slot op het niveau van de sociale context, waarin de factoren sociale steun en toegang tot zorgzame volwassenen buiten het gezin bij horen, is bij 69,1% een beschermende factor aanwezig. Beschermende factoren over de jaren 215, 216 en 217 Bij de beschermende factoren is ook belangrijk dat inzichtelijk wordt gemaakt of hier nog veranderingen in zijn geweest, betreft de drie opeenvolgende jaren. Dat is te zien in figuur Figuur 1 Beschermende factoren in percentages Er lijkt een lichte stijging zichtbaar op het gebied van de meeste beschermende factoren. Humor van het kind wordt in 217 minder gezien dan in het jaar daarvoor. Daarnaast zijn intelligentie van het kind, aantrekkelijke verschijning van het kind, een goede relatie met één of beide ouders en toegang tot zorgzame volwassenen buiten het gezin, de beschermende factoren waar over de jaren het hoogst op gescoord is. 14

15 1.4 Tegelijkertijd voorkomen van verschillende kernproblemen Hoeveelheid Kernproblemen Kernproblemen komen vaak in samenhang met elkaar voor. Gemiddeld heeft een jeugdige 4,6 kernproblemen. In onderstaande tabel en figuur 11 is te zien dat de jeugdige het vaakst een combinatie heeft van vijf kernproblemen (17%). Tot slot hebben 53,6% van de jeugdigen vijf of meer kernproblemen. In 215 was dat 47,5% van de jeugdigen. Hoeveelheid Kernproblemen frequentie percentage 8, , , , , , , ,2 Hoeveelheid kernproblemen Figuur 11 Aantal kernproblemen in percentages Samenhang Kernproblemen De comorbiditeit van de kernproblemen met elkaar is uiteenlopend. Zo is er bij meer jeugdigen sprake van comorbiditeit wanneer men kijkt naar de combinatie gezinsproblemen en gedragsproblematiek, dan wanneer men kijkt naar veiligheidsproblemen en persoonlijkheidsproblematiek. De percentages van de samenhang tussen de verschillende kernproblemen is in onderstaande tabel inzichtelijk gemaakt. Samenhang kernproblemen % KS GP PP AFO Gezondp Gezinp VP PSF Klinische stoornis Gedragsproblematiek Persoonlijkheidsproblematiek Achterstand in (functie) ontwikkeling Gezondheidsklachten Gezinsproblemen Veiligheidsproblemen Problemen schools functioneren Opvallend zijn de twee hoogste scores in bovenstaande tabel. Dat is de samenhang tussen gezinsproblemen en gedragsproblematiek (53%) en de samenhang tussen gezinsproblemen en een achterstand in de (functie) ontwikkeling (48%). Daarna is de hoogste score die behaald is de samenhang tussen gedragsproblemen en het functioneren op school (44%). De samenhang tussen gezondheidsklachten en veiligheidsproblemen is het laagst, namelijk 6%. 15

16 1.5 Ernst van de (kern)problemen De invloed van de problemen op het functioneren van de jeugdige zijn in kaart gebracht. Daarnaast is er een vraag gesteld over problemen met de kwaliteit van de omgeving. De antwoorden zijn gegeven aan de hand van de Likert schaal. Dat houdt in dat er gekozen kon worden tussen 5 maten: geen invloed of problemen, licht, matig, heel veel of extreem veel invloed/problemen. Invloed op het functioneren van de jeugdige De invloed van de problemen op het functioneren van de jeugdige is in vijf onderdelen verdeeld. Deze zijn weergegeven in figuur 12. Daarin is zichtbaar dat er vooral gescoord is op heel veel invloed (43%), daarna is een matige invloed het hoogst namelijk 35,4%. Invloed op functioneren N.V.T. (geen invloed) Lichte invloed Figuur 12 Invloed op het functioneren van de jeugdige in percentages Problemen in de kwaliteit van de omgeving De problemen met de kwaliteit van de omgeving zijn weergegeven in figuur 13. Het grootste aantal jeugdigen heeft problemen met de kwaliteit van zijn of haar omgeving. Zo heeft 38,9% matige problemen in de omgeving en 28,9% zware problemen in zijn of haar omgeving. Problemen in kwaliteit Normale problemen Lichte problemen Figuur 13 Problemen in de kwaliteit van de omgeving in percentages 1.6 Conclusie Hoofdstuk 1 schetst een profiel van de cliënten waarvan in 217 een registratie is gedaan. In 217 zijn in totaal 119 cliënten geregistreerd binnen Regiecentrum, waarvan het merendeel onder toezicht is gesteld (OTS), gevolgd door de voogdij, Jeugdreclassering en een registratie binnen het vrijwillig kader. Zichtbaar is dat een registratie in het vrijwillig kader de afgelopen jaren afgenomen is. Daarom is gekozen om de registraties in het vrijwillig kader niet mee te nemen in de rest van het onderzoek. Figuur 1 geeft een weergave van de verschillende begeleiding/maatregelen over de jaren 215, 216 en 217. Hieruit blijkt de verschuiving van de doelgroep van minder (vrijwillige) begeleiding naar meer gedwongen maatregelen. Dit is een gevolg van de transformatie in de jeugdzorg, waarbij het lokale veld de laagdrempelige spil in de zorg is. De doelgroep van de Jeugd- en Gezinsbescherming is daarmee (veel) meer gericht op gedwongen maatregelen. De verdeling van de leeftijden van de jeugdigen die geregistreerd worden, zijn over de drie jaren redelijk stabiel gebleven. 16

17 Cliënten hebben gemiddeld 4,6 kernproblemen, wat betekent dat kernproblemen vaak in samenhang met elkaar voorkomen. Gezinsproblemen, gedragsproblemen, een klinische stoornis en een achterstand in de (functie)ontwikkeling komen het meest voor. Wanneer er wordt gekeken naar de samenhang tussen kernproblemen, kan worden geconcludeerd dat de samenhang tussen gezinsproblemen en gedragsproblematiek en de samenhang tussen gezinsproblemen en een achterstand in de (functie) ontwikkeling het meest voorkomt. Het aantal registraties van kernproblemen is de afgelopen jaren verminderd, mogelijk door de komst van gebiedsteams die vroegtijdig en laagdrempelig hulp biedt waardoor een aanmelding bij Regiecentrum voorkomen kan worden. Dit betekent niet dat problematiek van de jeugdigen en gezinnen minder ernstig is geworden. De problematiek op het gebied van de jeugdige, het gezin of de sociale context lijkt sinds dit jaar te stabiliseren, daarvoor nam het toe, bijvoorbeeld op het gebied van veiligheidsproblemen, een klinische stoornis en een achterstand in de (functie)ontwikkeling. Een onderscheid op basis van leeftijd, laat zien dat jeugdigen tussen de 12 en 17 jaar en 18+ de meeste kernproblemen laten zien. De meeste kernproblemen nemen toe naarmate de leeftijd vordert. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat jeugdigen naarmate zij ouder worden los komen van ouders, een eigen identiteit ontwikkelen en daarmee minder afhankelijk worden van ouders/verzorgers. De kernproblemen op het gebied van veiligheid en gezin nemen, naarmate de leeftijd vordert, af. Bij 96,4% van de jeugdigen is een of meer beschermende factoren aanwezig. Een gemiddelde intelligentie van het kind, aantrekkelijke verschijning, een goede relatie met een van de ouders en toegang tot zorgzame volwassenen buiten het gezin zijn beschermende factoren waar over de jaren heen het hoogst op gescoord wordt. Gemiddeld hebben cliënten 4,6 beschermende factoren. Er zijn geen grote veranderingen zichtbaar tussen 216 en 217 op het gebied van beschermende factoren. Tot slot blijkt dat de problemen heel veel invloed hebben op het functioneren van de jeugdige (43%), gevolgd door een matige invloed op het functioneren van de jeugdige (35,4%). Daarnaast heeft het grootste aantal jeugdigen problemen met de kwaliteit van zijn of haar omgeving. Zo heeft 38,9% matige problemen in de omgeving en 28,9% zware problemen in zijn of haar omgeving. 17

18 Hoofdstuk 2 Vergelijking Jeugdreclassering en Jeugdbescherming De gegevens van Jeugdreclassering en Jeugdbescherming zullen in dit hoofdstuk met elkaar vergeleken worden. Er is sprake van een jeugdreclasseringsmaatregel bij jeugdigen die een (ernstig) strafbaar feit hebben gepleegd en waarbij kans op herhaling duidelijk aanwezig is en/of waarbij sprake is van aanhoudend schoolverzuim. Jeugd- en Gezinsbescherming verricht werkzaamheden om de leefomgeving van en voor de jongere te versterken en recidive en/of schoolverzuim te voorkomen Jeugdreclassering zal in de grafieken afgekort worden met JR. De rechtbank legt een ondertoezichtstelling op wanneer een gezonde en veilige ontwikkeling van een jeugdige (ernstig) wordt bedreigd en vrijwillige hulp niet wordt geaccepteerd of niet beklijft. Jeugdbescherming biedt begeleiding en steun in gedwongen kader, houdt toezicht op de opvoedingssituatie, stelt voorwaarden en motiveert het gezin voor hulp. Jeugdbescherming en Voogdij worden in dit onderzoek afgekort met JB. 2.1 Algemene gegevens Ten aanzien van de algemene gegevens zullen de resultaten met betrekking tot geslacht, leeftijdscategorie, de invloed van de problemen op het functioneren van de jeugdige en de problemen met de kwaliteit van de omgeving getoond worden. Geslacht Geslacht JB JR Man 54,1 8,6 Vrouw 45,9 19,4 1 Geslacht Met betrekking tot het geslacht van de jeugdigen is er een duidelijk 5 verschil te zien op de verschillende werksoorten. Bij de Jeugd- bescherming zijn er iets meer JB JR mannelijke cliënten, echter is dit verschil niet groot. Bij de Figuur 14 geslacht bij JR en JB in percentages Jeugdreclassering zijn er beduidend meer jongens, daar is 8,6% van de cliënten van het mannelijke geslacht en 19,4% van het vrouwelijke geslacht. Jongen Meisje 18

19 Leeftijdscategorie Leeftijdscategorie JB en JR JB JR t/m 3 12,3 4 t/m 11 46,7 12 t/m 17 4,6 58,1 18+,4 41, Leeftijdscategorie Bij de Jeugdreclassering 2 zijn er geen jeugdigen de 1 leeftijdscategorieën t/m 3 en 4 t/m 11, aangezien vanaf t/m 3 4 t/m t/m het twaalfde levensjaar een maatregelen uitgesproken kan Figuur 15 leeftijdscategorie JB en JR worden. In deze levensfasen zijn er dus alleen jeugdigen de Jeugdbescherming bekend. Bij de Jeugdbescherming stopt de begeleiding na het 18 e levensjaar. Bij de Jeugdreclassering kan dit tot 21 jaar lopen. Met de komst van het adolescentenstrafrecht gaat de leeftijd tot 23 jaar. JB JR Functioneren Jeugdige De volgende tabel en de grafiek gaan over de invloed van de problemen op het functioneren van de jeugdige. Functioneren van jeugdige JB JR N.V.T. (geen invloed) 1,6 1,3 Lichte invloed 12 14,8 Matige invloed 35,9 31,6 Heel veel invloed 42,7 45,2 Extreem veel invloed 7,8 5,8 De hoeveelheid invloed van de problemen van de jeugdige lijken op beide werksoorten redelijk gelijk te zijn. Het verschil zit hem in de N.V.T. (geen invloed) Functioneren van jeugdige Lichte invloed Matige invloed Heel veel invloed Figuur 16 functioneren van de jeugdige in percentages Extreem veel invloed laatste mogelijkheid, namelijk extreem veel invloed. Bij de Jeugdbescherming is hier meer sprake van (2%). Daarnaast is zichtbaar dat bij een matige invloed vaker sprake is bij de Jeugdbescherming terwijl de er bij de Jeugdreclassering vaker sprake is dat er heel veel invloed is op het functioneren van de jeugdige. JB JR 19

20 Kwaliteit van de omgeving Kwaliteit omgeving JB JR Normale problemen 11,1 8,4 Lichte problemen 14,1 18,1 Matige problemen 38,5 41,3 Zware problemen 29,4 25,2 Zeer zware problemen 6,9 4, Kwaliteit omgeving JB JR De problemen met de kwaliteit van de omgeving konden gescoord worden van normale problemen tot zeer zware problemen. De meeste jeugdigen bij de Jeugdbescherming en Figuur 16 kwaliteit van de omgeving in percentages Jeugdreclassering ervaren matige problemen. Daarna zijn zware problemen het vaakst voorkomend. Normale problemen en zeer zware problemen worden minder vaak gezien. 2.2 Kernproblematiek Jeugdreclassering en Jeugdbescherming zijn met elkaar vergeleken op het gebied van kernproblematiek. Er is een onderscheid gemaakt tussen kernproblematiek op het gebied van de jeugdige, gezin en sociale context. Jeugdige JB JR Klinische stoornis 61 63,9 Gedragsproblematiek 67,2 87,7 Persoonlijkheidsproblematiek 27 57,4 Achterstand (functie) ontwikkeling 69,8 57,4 Gezondheidsproblemen/somatische klachten 29,9 52,9 Jeugdige JB JR Figuur 17 kernproblematiek jeugdige in percentages 2

21 Op de subcategorie klinische stoornis worden bij beide groepen ongeveer evenveel problemen gezien, rond de 6%. Bij gedragsproblematiek scoren de jeugdigen bij de Jeugdreclassering beduidend hoger, evenals bij persoonlijkheidsproblematiek. Een achterstand in de (functie) ontwikkeling wordt bij de Jeugdbescherming vaker gezien. Tot slot worden gezondheidsproblemen meer gezien bij de Jeugdreclassering. Gezin JB JR Gezinsproblemen 95,6 72,9 Veiligheidsproblemen 59,1 18,1 Sociale context Problemen in schoolse functioneren/daginvulling 46,8 94,2 Gezin en schools functioneren JB JR Figuur 18 Gezin en schools functioneren in percentages Ten aanzien van het gezin zijn gezinsproblemen en veiligheidsproblemen bekeken. Bij de Jeugdbescherming is er in beide grafieken te zien dat er bij de Jeugdbescherming vaker sprake is van gezinsproblematiek en veiligheidsproblematiek, wanneer dat vergeleken wordt met de Jeugdreclassering. Op het gebied van de sociale context zijn problemen op het gebied van het schoolse functioneren/daginvulling bekeken. Bij de Jeugdreclassering worden daarbij beduidend meer problemen gezien. Hoeveelheid kernproblemen De hoeveelheid kernproblemen is bij de beide werksoorten verschillend. Bij de Jeugdbescherming heeft een jeugdige gemiddeld 4,56 kernproblemen. Bij de Jeugdreclassering heeft een jeugdige gemiddeld 5,4 kernproblemen. In het overzicht hiernaast is het percentage zichtbaar van de jeugdigen en de hoeveelheid kernproblemen die zij ervaren. Dit is ook weergegeven in figuur 19. Hoeveelheid kernproblemen JB JR 1 5,6 1,9 2 12,9 7,1 3 12,1 12,3 4 16,5 14, ,4 6 16,2 18, ,3 8 6,3 5,8 21

22 Hoeveelheid kernproblemen JB JR Figuur 19 hoeveelheid kernproblemen in percentages Bij de Jeugdreclassering komt het vaakst voor dat jeugdigen zeven kernproblemen tegelijkertijd ervaren. Bij de Jeugdbescherming komt het meest voor dat de jeugdige vijf kernproblemen ervaart. Het minst voorkomend is bij beide werksoorten één kernprobleem. De jeugdigen die een registratie hebben bij Regiecentrum zijn vaker bekend met meerdere kernproblemen tegelijkertijd. 2.3 Beschermende factoren Hoofdcategorie beschermende factoren JB JR Normaal IQ kind 54,5 58,7 Veerkracht kind 4,4 27,7 Makk. temperament 18,1 6,5 Talenten kind 9,4 4,5 Aantrekkelijk 55 38,1 Humor kind 26,4 32,9 relatie met ouder(s) 59,4 72,3 Sensitieve ouder(s) 25,9 26,5 Steun van brusjes 4,2 27,1 Financieel stabiel 18,9 3,3 Sociale steun 39 47,7 Zorgzame volwassenen 62,6 35,5 Naast de kernproblemen, zijn ook de beschermende factoren bij de jeugdbescherming en de jeugdreclassering opgenomen in het onderzoek. Dat ziet er als volgt uit Beschermende factoren JB JR Figuur 2 beschermende factoren in percentages Er zijn verschillen op het gebied van de beschermende factoren te zien als de Jeugdreclassering en de Jeugdbescherming met elkaar worden vergeleken. Zo wordt er bij de Jeugdbescherming hoger gescoord op de veerkracht van het kind, makkelijk temperament, talenten kind, aantrekkelijkheid, 22

23 steun van brusjes en minimaal één zorgzame volwassene buiten het gezin. Bij de Jeugdreclassering wordt hoger gescoord op gemiddeld IQ van het kind, humor van het kind, goede relatie met één of beide ouders, financieel stabiel en sociale steun. Hoofdstuk 3 Kenmerken en profiel op gemeentelijk niveau 3.1 Inleiding Sinds 1 januari 215 heeft er een stelselwijziging in de jeugdzorg plaatsgevonden. Sindsdien zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de jeugdzorg. Daarom staat in dit hoofdstuk de onderzoeksvraag hoe kenmerkt het profiel zich op gemeentelijk niveau? centraal. Als gemeente van herkomst is de gemeente genomen waar de jeugdige geregistreerd staat (GBA) bij aanvang van de maatregel Jeugden Gezinsbescherming. 3.2 Registraties op gemeentelijk niveau Figuur 14 geeft een beeld van het aantal registraties uit het onderzoek per gemeente. De jaren 215 en 216 zijn ook meegenomen. In 215 waren er in totaal 161 cliënten, in 216 waren er 1357 cliënten waarvan een registratie volbracht is en in 217 zijn dat Figuur 14 aantal registraties op gemeentelijk niveau in absolute aantallen Voor de gemeenten Leeuwarden, Súdwest-Fryslân en Smallingerland zijn in absolute zin de meeste jeugdigen geregistreerd. Daarna volgen Heerenveen en Opsterland. Buiten provinciaal werden er 51 jeugdigen geregistreerd. Er is een daling te zien van het aantal cliënten over de drie jaren. Dit is bij bijna alle gemeenten zichtbaar. De daling is in de gemeente Leeuwarden het grootst, waar in 215 nog 388 registraties waren, zijn dat er nu in 217 in totaal 32. De daling die het meest opviel als je de jaren 216 en 215 met elkaar vergelijkt was de daling van Smallingerland. 23

24 In ogenschouw moet gehouden worden dat het aantal jeugdigen die in een gemeente wonen ook verschillen met elkaar. Zo wonen er in Leeuwarden meer jeugdigen dan in de gemeente Menameradiel en is het dan ook logisch dat er meer maatregelen in de gemeente Leeuwarden uitgevoerd worden. 3.3 Aantal registraties per gemeente In onderstaande tabel zijn de absolute aantallen van de jeugdigen waarvan een registratie was in 217, per gemeente weergeven. Daar links van is het absolute aantal van de jeugdigen die in 217 in de gemeente woonden weergegeven. Tot slot is het percentage jeugdigen dat geregistreerd is bij Regiecentrum ten opzichte van het aantal jeugdigen in de gemeente berekend. Het gemiddeld aantal maatregelen per gemeente komt in 217 uit op,67. In 216 was dit hoger, namelijk,77. Wanneer de gemeente onder de,57 scoort, hoort deze gemeente bij de categorie beneden gemiddeld (groen). Wanneer een gemeente boven de,77 scoort hoort deze gemeente bij de categorie bovengemiddeld (rood). De gemeenten die tussen de,57 en,77 horen bij de categorie gemiddeld (blauw). Groen <,57 Blauw,57-,77 Rood >,77 Gemeente: totaal aantal jongeren < 2 jaar totaal aantal cliënten per gemeente % cliënten per gemeente 217 % cliënten per gemeente 216 Achtkarspelen 753 5,67,89 Ameland 826 7,85,2 Dantumadiel ,72,72 De Fryske Marren ,37,52 Dongeradeel 62 42,68,7 Ferwerderadiel ,6,71 Franekeradeel ,64,95 Harlingen ,7,89 Heerenveen ,54,73 Het Bildt ,4 1,22 Kollumer+ Nieuwkruisland ,62,78 Leeuwarden ,1 1,35 Leeuwarderadeel ,33,5 Littenseradiel ,2,42 Menameradiel ,63,65 Ooststellingwerf ,65,84 Opsterland ,63 1,7 Smallingerland ,84,93 Súdwest-Fryslân ,53,71 Tytsjerksteradiel ,55,61 Weststellingwerf ,56,71 Totaal gem:,67 gem:,77 Totaal

25 Uit de tabel omtrent het percentage cliënten per gemeente blijkt dat gemiddeld,67% van de jeugdigen per gemeente in Friesland geregistreerd zijn bij Regiecentrum. Een aantal gemeenten scoren hier bovengemiddeld op, namelijk Ameland, het Bildt, Leeuwarden en Smallingerland. Deze gemeenten zijn rood gekleurd. In deze gemeenten wonen in bovengemiddelde mate jeugdigen die cliënt zijn bij Regiecentrum ten opzichte van het gemeentelijke gemiddelde. De gemeenten die groen gekleurd zijn, scoren beneden gemiddeld op het gemeentelijke gemiddelde. Dit zijn de gemeenten; De Fryske Marren, Leeuwarderadeel, Littenseradiel, Menameradiel, Súdwest-Fryslân, Tytsjerksteradiel en Weststellingwerf. De overige gemeenten vallen onder het gemiddelde en zijn blauw gekleurd. Er zijn in deze tabel 48 cliënten niet meegenomen, aangezien zij woonachtig zijn buiten te provincie Friesland. 3.4 Gemeente Achtkarspelen Algemene gegevens In Achtkarspelen waren er in 217 in totaal 5 jeugdigen met een maatregel bij Regiecentrum. Daarvan waren 27 jeugdigen (54%) van het mannelijk geslacht en 23 (46%) van het vrouwelijk geslacht. Leeftijd De verdeling van de leeftijdscategorieën wordt hieronder weergegeven: Tabel leeftijdscategorie Frequentie Percentage t/m t/m t/m t/m 3 4 t/m t/m De meest voorkomende leeftijdscategorie waarbij een maatregel is uitsproken, is die van 12 tot en met 17 jaar. In deze leeftijdscategorie gaat het om 46% van de jeugdigen waarbij sprake was van een maatregel. In de leeftijdscategorie 4- tot en met 11-jarigen is dit percentage 4%. Er waren 6 jeugdigen in de leeftijdscategorie van tot en met 3 en de 18+-categorie bestond uit één persoon. Maatregelen De verdeling van de maatregelen ziet er als volgt uit: Tabel werksoort Frequenties Percentage OTS Voogdij 9 18 JR OTS Voogdij JR De maatregel OTS komt het meest voor in de gemeente Achtkarspelen (72%) gevolgd door de voogdij- maatregel (18%). Van alle jeugdigen die een maatregel hebben bij Regiecentrum, hebben 1% een Jeugdreclasserings-maatregel. 25

26 Kernproblematiek In de tabel hieronder wordt de verdeling van de kernproblematiek weergegeven voor de gemeente Achtkarspelen. De kernproblemen zijn opgedeeld in hoofdcategorieën (jeugdige, gezin en sociale context), welke uit één of meerdere subcategorieën bestaan. Hoofdcategorie kernproblematiek Jeugdige Frequentie Percentage Klinische stoornis Gedragsproblematiek Persoonlijkheidsproblematiek Achterstand (functie) ontwikkeling Gezondheidsproblemen/somatische klachten Gezin Gezinsproblemen 45 9 Veiligheidsproblemen Sociale context Problemen in schoolse functioneren/daginvulling 2 4 In de gemeente Achtkarspelen wordt het hoogst gescoord op gezinsproblemen. Precies 9% van de gezinnen is bekend met gezinsproblemen. Daarna is er bij 66% van de jeugdigen sprake van een achterstand in de (functie)ontwikkeling, gevolgd door 64% van de jeugdigen die te maken heeft met gedragsproblematiek. Opvallende zaken In de grafiek hieronder worden de uitkomsten van de hoofdcategorieën kernproblematiek van de gemeente Dantumadiel vergeleken met de gemiddelde percentages van alle gemeenten Percentage gemeente Achtkarspelen Gemiddelde percentage alle gemeenten Bij de gemeente Achtkarspelen valt op dat het percentage van de maatregel OTS hoger is dan het algemene gemiddelde. In Achtkarspelen gaat het om 72% van de cliënten, terwijl het algemene gemiddelde op 63% ligt. Verder valt op dat over het algemeen de percentages op kernproblematiek lager liggen dan het gemiddelde van alle gemeenten. Twee soorten problematiek vallen extra op vanwege het aanzienlijke verschil. Deze twee soorten worden hieronder uitgewerkt. 26

27 Klinische stoornis Het kernprobleem klinische stoornis valt in deze gemeente op, omdat dit bij 42% van de jeugdigen aanwezig is, terwijl het gemiddelde op 61,4% ligt. Er zijn verschillende klinische stoornissen te onderscheiden, welke in onderstaande tabel zijn uitgewerkt voor de gemeente Achtkarspelen. Klinische stoornis Binnen de hoofdcategorie klinische stoornis komen trauma en hechtingsproblematiek het meest voor. Autisme en ADHD komen daarna het meest voor en tot slot ODD/CD en Angst-/ dwangstoornissen. Problemen in het schoolse functioneren Problemen in het schoolse functioneren of met de daginvulling komt in deze gemeente in vergelijking met het algemeen gemiddelde minder voor. In Achtkarspelen gaat het om 4% van de jeugdigen, terwijl het algemeen gemiddelde op 53,2% ligt Problemen in het schoolse functioneren/daginvulling Subcategorieën die het hoogste scoren in deze gemeente zijn wisselende prestaties, schoolverzuim en onder niveau presteren. Vroegtijdig schoolverlaten en gedragsproblemen op school komen niet voor in deze gemeente. 27

28 3.5 Gemeente Dantumadiel Algemene gegevens In Dantumadiel waren in 217 in totaal 35 jeugdigen met een maatregel bij Jeugd- en Gezinsbescherming. Hiervan waren 22 jongens (62,9%) en 13 meisjes (37,1%). Leeftijd De verdeling van de verschillende leeftijdscategorieën wordt hieronder weergegeven: Tabel leeftijdscategorie Frequentie Percentage t/m 3 2 5,7 4 t/m ,9 12 t/m , ,7 t/m 3 4 t/m t/m De meest voorkomende leeftijdscategorie waarbij sprake was van een maatregel was die van 12 tot en met 17 jaar (45,7%). Dit scheelt slechts één persoon ten opzichte van de categorie 4 tot en met 11 jaar (42,9%). De andere twee leeftijdscategorieën ( tot en met 3 jaar en 18+) bestaan beide uit twee personen (5,7%). Maatregelen De verdeling van de maatregelen ziet er als volgt uit: Tabel werksoort Frequenties Percentage OTS 25 71,4 Voogdij 4 11,4 JR 6 17, OTS Voogdij JR De maatregel OTS is het vaakst afgegeven in de gemeente Dantumadiel (71,4%), gevolgd door de Jeugdreclasserings-maatregel (17,1%). Het minst vaak werd de voogdij-maatregel afgegeven (11,4%). 28

29 Kernproblematiek In de tabel hieronder wordt de verdeling van de kernproblematiek weergegeven voor de gemeente Dantumadiel. De kernproblemen zijn opgedeeld in hoofdcategorieën (jeugdige, gezin en sociale context), welke uit één of meerdere subcategorieën bestaan. Hoofdcategorie kernproblematiek Jeugdige Frequentie Percentage Klinische stoornis 28 8 Gedragsproblematiek 27 77,1 Persoonlijkheidsproblematiek 13 37,1 Achterstand (functie) ontwikkeling 22 62,9 Gezondheidsproblemen/somatische klachten 14 4 Gezin Gezinsproblemen 31 88,6 Veiligheidsproblemen 16 45,7 Sociale context Problemen in schoolse functioneren/daginvulling 19 54,3 Opvallende zaken In de grafiek hieronder worden de uitkomsten van de hoofdcategorieën kernproblematiek van de gemeente Dantumadiel vergeleken met de gemiddelde percentages van alle gemeenten Percentage gemeente Dantumadiel Gemiddelde percentage alle gemeenten In deze gemeente valt het op dat het aantal OTS-maatregelen hoger is dan het gemiddelde van alle gemeenten. In de gemeente Dantumadiel gaat het om 71,4% van de jeugdigen met een OTSmaatregel, terwijl het algemeen gemiddelde op 63% ligt. Het aantal voogdij-maatregelen (11,4%) daarentegen ligt lager dan het algemeen gemiddelde (21,2%). Het percentage JR-maatregelen is ongeveer gelijk: in de gemeente Dantumadiel is dit 17,1%, waar het algemeen gemiddelde op 13% ligt. Wat opvalt in deze gemeente is dat het percentage klinische stoornis aanzienlijk hoger is dan het algemeen gemiddelde. Daarom wordt deze subcategorie hieronder verder uitgewerkt. 29

30 Klinische stoornis Het kernprobleem klinische stoornis valt in deze gemeente op, omdat dit bij 8% van de jeugdigen aanwezig is, terwijl het gemiddelde op 61,4% ligt. Er zijn verschillende klinische stoornissen te onderscheiden, welke in onderstaande tabel zijn uitgewerkt voor de gemeente Dantumadiel. Klinische stoornis Binnen de hoofdcategorie klinische stoornis, komen de subcategorieën ADHD en trauma het meest voor, gevolgd door hechtingsproblematiek en autisme. Schizofrenie en leerproblemen komen in deze gemeente niet voor. 3.6 Gemeente De Fryske Marren Algemene gegevens In De Fryske Marren waren er in 217 in totaal 48 jeugdigen met een maatregel bij Jeugd- en Gezinsbescherming. Hiervan waren 34 jongens (7,8%) en 14 meisjes (29,2%). Leeftijd De verdeling in leeftijdscategorieën wordt hieronder weergegeven: Tabel leeftijdscategorie Frequentie Percentage t/m 3 5 1,4 4 t/m ,9 12 t/m , ,3 t/m 3 4 t/m t/m De meest voorkomende leeftijdscategorie waarbij sprake was van een maatregel in De Fryske Marren is die van 4 tot en met 11 jaar. Het gaat hierbij om 47,9% van de jongeren. Daarna komt de leeftijdscategorie van 12 tot en met 17 jaar (35,4%). De categorie tot en met 3 jaar komt als derde aan bod met 1,4% en ten slotte de categorie 18+ met 6,3%. 3

31 Maatregelen De verdeling van de maatregelen ziet er als volgt uit: Tabel werksoort Frequenties Percentage OTS 3 62,5 Voogdij JR 6 12, OTS Voogdij JR De maatregel OTS is het vaakst uitgesproken in De Fryske Marren (62,5%), gevolgd door de voogdijmaatregel met 25%. De JR-maatregel is 6 keer uitgesproken (12,5%). Kernproblematiek In onderstaande tabel wordt de verdeling van de kernproblematiek weergegeven voor De Fryske Marren. De kernproblemen zijn opgedeeld in hoofdcategorieën (jeugdige, gezin en sociale context), welke uit één of meerdere subcategorieën bestaan. Hoofdcategorie kernproblematiek Jeugdige Frequentie Percentage Klinische stoornis 26 54,2 Gedragsproblematiek 38 79,2 Persoonlijkheidsproblematiek 8 16,7 Achterstand (functie) ontwikkeling 32 66,7 Gezondheidsproblemen/somatische klachten 16 33,3 Gezin Gezinsproblemen 45 93,8 Veiligheidsproblemen 26 54,2 Sociale context Problemen in schoolse functioneren/daginvulling 26 54,2 Opvallende zaken In de grafiek hieronder worden de uitkomsten van de hoofdcategorieën kernproblematiek van de gemeente De Fryske Marren vergeleken met de gemiddelde percentages van alle gemeenten. 31

32 Percentage gemeente De Fryske Marren Gemiddelde percentage alle gemeenten De gemeente De Fryske Marren heeft wat betreft de verdeling van de maatregelen bijna dezelfde verdeling als het gemiddelde van alle gemeenten. Wat in deze gemeente wel opvalt, is dat de subcategorie gedragsproblemen aanzienlijk hoger scoort in de gemeente De Fryske Marren in vergelijking met het gemiddelde van de andere gemeenten. Persoonlijkheidsproblematiek scoort daarentegen aanzienlijk lager in de gemeente De Fryske Marren. Deze twee categorieën worden hieronder verder uitgewerkt. Gedragsproblemen Internaliserende en externaliserende gedragsproblemen zijn in deze gemeente meer aanwezig. In onderstaande grafiek wordt dit visueel gemaakt. Vanaf de subcategorie verbale agressie tot en met autoriteitsproblemen vallen onder externaliserende gedragsproblemen. De subcategorieën angst tot en met suïcidepoging behoren tot internaliserende gedragsproblemen. Gedragsproblematiek

33 In deze gemeente zijn voornamelijk veel jeugdigen met externaliserende problematiek. Het hoogst wordt gescoord op verbale agressie en het niet aan huisregels houden. Bij internaliserende problematiek komt angst het meest voor. Persoonlijkheidsproblematiek In onderstaande grafiek wordt de hoofdcategorie persoonlijkheidsproblematiek uitgewerkt voor de gemeente De Fryske Marren. Persoonlijkheidsproblematiek In deze gemeente komt persoonlijkheidsproblematiek in totaal negen keer voor, waarvan vijf keer (1,4%) problemen in de identiteits- autonomieontwikkeling. Daarnaast komt de oppositionele gedragsstoornis drie keer voor en persoonlijkheidsstoornis één keer. 3.7 Gemeente Dongeradeel Algemene gegevens In de gemeente Dongeradeel waren er in 217 in totaal 42 jeugdigen met een maatregel bij Jeugden Gezinsbescherming. Hiervan waren 28 (66,7%) jongens en 14 (33,3%) meisjes. Leeftijd De verdeling in leeftijdscategorieën wordt hieronder weergegeven: Tabel leeftijdscategorie Frequentie Percentage t/m 3 3 7,1 4 t/m t/m ,9 t/m 3 4 t/m t/m De meest voorkomende leeftijdscategorie waarbij sprake is van een maatregel, is die van 4 tot en met 11 jaar (5%), gevolgd door de categorie 12 tot en met 17 jaar (31%). De categorie 18+ wordt door 11,9% van de jongeren in Dongeradeel bekleedt. Als laatste komt de leeftijdscategorie tot en met 3 jaar (7,1%). 33

34 Maatregelen De verdeling van de maatregelen ziet er als volgt uit: Tabel werksoort Frequenties Percentage OTS 26 61,9 Voogdij 8 19 JR OTS Voogdij JR De maatregel OTS is het vaakst uitgesproken in de gemeente Dongeradeel (61,9%). De voogdijmaatregel en JR-maatregel zijn even vaak uitgevoerd in deze gemeente, namelijk 8 keer (19%). Kernproblematiek In de tabel hieronder wordt de verdeling van de kernproblematiek weergegeven voor de gemeente Dongeradeel. De kernproblemen zijn opgedeeld in hoofdcategorieën (jeugdige, gezin en sociale context), welke uit één of meerdere subcategorieën bestaan. Hoofdcategorie kernproblematiek Jeugdige Frequentie Percentage Klinische stoornis 26 61,9 Gedragsproblematiek 3 71,4 Persoonlijkheidsproblematiek Achterstand (functie) ontwikkeling 26 61,9 Gezondheidsproblemen/somatische klachten 16 38,1 Gezin Gezinsproblemen 41 97,6 Veiligheidsproblemen 22 52,4 Sociale context Problemen in schoolse functioneren/daginvulling 23 54,8 Opvallende zaken In de grafiek hieronder worden de uitkomsten van de hoofdcategorieën kernproblematiek van de gemeente Dongeradeel vergeleken met de gemiddelde percentages van alle gemeenten. 34

35 Percentage gemeente Dongeradeel Gemiddelde percentage alle gemeenten Deze gemeente ligt dicht bij het gemiddelde van alle gemeenten wat betreft de verdeling van de maatregelen. Wel komt hier de JR-maatregel vaker voor dan het gemiddelde van alle gemeenten. In Dongeradeel ligt het percentage jeugdigen met een JR-maatregel op 19%, terwijl het gemiddelde van alle gemeenten op 13% ligt. Wat verder opvalt, is dat de gezins- en gezondheidsproblemen in de gemeente Dongeradeel vaker voorkomen dan het gemiddelde van alle gemeenten. Daarom worden deze twee categorieën hieronder verder uitgewerkt. Gezinsproblemen In deze gemeente is hoger gescoord op gezinsproblematiek in vergelijking met het gemiddelde van alle gemeenten. Hieronder is dit visueel gemaakt. Gezinsproblemen Wat vooral opvalt, is dat het aantal problemen in verband met echtscheiding van de opvoeders en relatie-/communicatieproblemen hoog scoren. Ook problemen door lage cognitieve begaafdheid van de opvoeders, psychiatrische problemen bij de opvoeders en multiproblemproblematiek komen vaak voor. 35

36 Gezondheidsproblemen In deze gemeente komen gezondheidsproblemen vaker voor in vergelijking met het gemiddelde van alle gemeenten. Dit is hieronder visueel gemaakt. Gezondheidsproblemen Vooral slaapproblemen en afhankelijkheid van drugs komen veel voor. Dit wordt gevolgd door lusteloosheid en buikpijn. Over- en ondergewicht en afhankelijkheid van medicatie komt in deze gemeente niet voor. 3.8 Gemeente Ferwerderadiel Algemene gegevens In de gemeente Ferwerderadiel waren in 217 in totaal 14 jeugdigen met een maatregel bij Jeugd- en Gezinsbescherming. Hiervan waren 1 jongens (71,4%) en 4 meisjes (28,6%). Leeftijd De verdeling in leeftijdscategorieën wordt hieronder weergegeven: Tabel leeftijdscategorie Frequentie Percentage t/m ,3 4 t/m ,6 12 t/m ,1 18+ t/m 3 4 t/m t/m De meest voorkomende leeftijdscategorie waarbij sprake was van een maatregel, is die van 12 tot en met 17 jaar (57,1%). Daarna volgt de categorie 4 tot en met 11 jaar. Tot slot komt de leeftijdscategorie tot en met 3 jaar aan bod met 14,3%. In deze gemeente was er geen enkele jeugdige van 18 jaar of ouder waarbij sprake van een maatregel was. 36

37 Maatregelen De verdeling van de maatregelen ziet er als volgt uit: Tabel werksoort Frequenties Percentage OTS 1 71,4 Voogdij 3 21,4 JR 1 7,1 1 5 OTS Voogdij JR De maatregel OTS is het vaakst uitgesproken in de gemeente Ferwerderadiel (71,4%), gevolgd door de voogdij-maatregel (21,4%). De JR-maatregel is één keer uitgesproken (7,1%). Kernproblematiek In de tabel hieronder wordt de verdeling van de kernproblematiek weergegeven voor de gemeente Ferwerderadiel. De kernproblemen zijn opgedeeld in hoofdcategorieën (jeugdige, gezin en sociale context), welke uit één of meerdere subcategorieën bestaan. Hoofdcategorie kernproblematiek Jeugdige Frequentie Percentage Klinische stoornis 5 35,7 Gedragsproblematiek 8 57,1 Persoonlijkheidsproblematiek 3 21,4 Achterstand (functie) ontwikkeling 1 71,4 Gezondheidsproblemen/somatische klachten 3 21,4 Gezin Gezinsproblemen 14 1 Veiligheidsproblemen 9 64,3 Sociale context Problemen in schoolse functioneren/daginvulling 7 5 Opvallende zaken In de grafiek hieronder worden de uitkomsten van de hoofdcategorieën kernproblematiek van de gemeente Ferwerderadiel vergeleken met de gemiddelde percentages van alle gemeenten. 37

38 Percentage gemeente Ferwerderadiel Gemiddelde percentage alle gemeenten Wat opvalt in deze gemeente is dat er slechts één jeugdige met een JR-maatregel woont. Het aantal maatregelen OTS ligt hoger in de gemeente Ferwerderadiel (71,4%) in vergelijking met het gemiddelde van alle gemeenten (63%). Wat verder nog opvallend is, is dat bijna alle problematiek in de gemeente Ferwerderadiel aanzienlijk lager is. Vooral klinische stoornissen komen minder vaak voor in deze gemeente. Veiligheidsproblemen daarentegen komen vaker voor in deze gemeente. Deze twee categorieën worden hieronder verder uitgewerkt. Klinische stoornis Het kernprobleem klinische stoornis valt in deze gemeente op, omdat dit bij 35,7% van de jeugdigen aanwezig is, terwijl het gemiddelde op 61,4% ligt. Er zijn verschillende klinische stoornissen te onderscheiden, welke in onderstaande tabel zijn uitgewerkt voor de gemeente Ferwerderadiel. Zoals in bovenstaande figuur te zien is, komen bepaalde categorieën helemaal niet voor in deze gemeente. Trauma komt twee keer voor en hechtingsproblematiek, ADHD en ODD/CD komen alle drie één keer voor. Veiligheidsproblemen In deze gemeente wordt hoger gescoord op veiligheidsproblemen in vergelijking met het gemiddelde van alle gemeenten. Hieronder is dit visueel gemaakt. Veiligheidsproblemen Wat met name opvalt, is dat lichamelijke verwaarlozing, psychische verwaarlozing en huiselijk geweld vaak voorkomen (35,7%), gevolgd door lichamelijke mishandeling en psychische mishandeling. Seksueel misbruik binnen en buiten het gezin komen beide één keer voor (7,1%). 38

39 3.9 Gemeente Franekeradeel Algemene gegevens In de gemeente Franekeradeel waren er in 217 in totaal 32 jeugdigen met een maatregel bij Jeugden Gezinsbescherming. Hiervan waren evenveel jongens als meisjes, namelijk 16. Leeftijd De verdeling in leeftijdscategorieën wordt hieronder weergegeven: Tabel leeftijdscategorie Frequentie Percentage t/m ,6 4 t/m ,9 12 t/m , ,3 t/m 3 4 t/m t/m De meest voorkomende leeftijdscategorie waarbij sprake was van een maatregel, is die van 4 tot en met 11 jaar (46,9%), gevolgd door de categorie van 12 tot en met 17 jaar (31,3%). De leeftijdscategorie van tot en met 3 jaar komt als derde aan bod met 15,6% en als laatste de categorie 18+ met 6,3%. Maatregelen De verdeling van de maatregelen ziet er als volgt uit: Tabel werksoort Frequenties Percentage OTS 21 65,6 Voogdij 6 18,8 JR 5 15, OTS Voogdij JR De maatregel OTS is het vaakst uitgesproken in de gemeente Franekeradeel (65,6%). De voogdijmaatregel (18,8%) en de JR-maatregel (15,6%) zijn bijna even vaak uitgevoerd. 39

40 Kernproblematiek In de tabel hieronder wordt de verdeling van de kernproblematiek weergegeven voor de gemeente Franekeradeel. De kernproblemen zijn opgedeeld in hoofdcategorieën (jeugdige, gezin en sociale context), welke uit één of meerdere subcategorieën bestaan. Hoofdcategorie kernproblematiek Jeugdige Frequentie Percentage Klinische stoornis 17 53,1 Gedragsproblematiek Persoonlijkheidsproblematiek 7 21,9 Achterstand (functie) ontwikkeling Gezondheidsproblemen/somatische klachten 8 25 Gezin Gezinsproblemen 28 87,5 Veiligheidsproblemen 15 46,9 Sociale context Problemen in schoolse functioneren/daginvulling 1 31,3 Opvallende zaken In de grafiek hieronder worden de uitkomsten van de hoofdcategorieën kernproblematiek van de gemeente Franekeradeel vergeleken met de gemiddelde percentages van alle gemeenten Percentage gemeente Franekeradeel Gemiddelde percentage alle gemeenten De verdeling van de maatregelen in deze gemeente zijn bijna gelijk aan de gemiddelde verdeling van alle gemeenten. Wat opvallend is, is dat bijna alle categorieën kernproblematiek in deze gemeente aanzienlijk lager zijn dat het gemiddelde van alle gemeenten, behalve gedragsproblematiek en achterstand in de (functie)ontwikkeling. Deze categorieën worden hieronder uitgewerkt. Gedragsproblematiek In deze gemeente komen internaliserende en externaliserende gedragsproblemen vaker voor dan gemiddeld. In onderstaande grafiek wordt dit visueel gemaakt. De subcategorie verbale agressie tot en met autoriteitsproblemen vallen onder externaliserende problemen. De subcategorieën angst tot en met suïcidepoging behoren tot internaliserende problemen. 4

41 Gedragsproblematiek In deze gemeente zijn voornamelijk veel jeugdigen met internaliserende problematiek. Het hoogst wordt gescoord op angstproblemen en teruggetrokken gedrag. Bij externaliserende problematiek komt verbale agressie het meest voor. Achterstand in (functie)ontwikkeling Het kernprobleem achterstand in de (functie)ontwikkeling valt in deze gemeente op, omdat dit bij 75% van de jeugdigen aanwezig is, terwijl het gemiddelde op 68,1% is. Hieronder zijn de subcategorieën van de achterstand in de (functie)ontwikkeling visueel gemaakt. Achterstand (functie)ontwikkeling In de grafiek valt te zien dat er met name hoge scores zijn behaald op hechting, sociale ontwikkeling en emotionele ontwikkeling. Andere categorieën die bij meerdere jeugdigen aanwezig waren cognitieve ontwikkeling, taal-/spraakontwikkeling en motorische ontwikkeling. 41

42 3.1 Gemeente Harlingen Algemene gegevens In de gemeente Harlingen waren er in 217 in totaal 27 jongeren met een maatregel bij Jeugd- en Gezinsbescherming. Dit waren 16 jongens (59,3%) en 11 meisjes (4,7%). Leeftijd De verdeling in leeftijdscategorieën wordt hieronder weergegeven: Tabel leeftijdscategorie Frequentie Percentage t/m ,8 4 t/m ,7 12 t/m ,4 t/m 3 4 t/m t/m De meest voorkomende leeftijdscategorie waarbij sprake was van een maatregel, is die van 4 tot en met 11 jaar (4,7%). Met één jeugdige minder komt de leeftijdscategorie 12 tot en met 17 jaar op de tweede plek (37%). De categorie tot en met 3 jaar komt als derde aan bod met 14,8% en ten slotte de 18+-groep met 7,4%. Maatregelen De verdeling van de maatregelen ziet er als volgt uit: Tabel werksoort Frequenties Percentage OTS Voogdij 6 22,2 JR 4 14,8 1 5 OTS Voogdij JR De maatregel OTS is het vaakst uitgesproken in de gemeente Harlingen (63%), gevolgd door de voogdij-maatregel (22,2%). De JR-maatregel is 4 keer uitgevoerd (14,8%). 42

43 Kernproblematiek In de tabel hieronder wordt de verdeling van de kernproblematiek weergegeven voor de gemeente Harlingen. De kernproblemen zijn opgedeeld in hoofdcategorieën (jeugdige, gezin en sociale context), welke uit één of meerdere subcategorieën bestaan. Hoofdcategorie kernproblematiek Jeugdige Frequentie Percentage Klinische stoornis 19 7,4 Gedragsproblematiek 18 66,7 Persoonlijkheidsproblematiek 7 25,9 Achterstand (functie) ontwikkeling 19 7,4 Gezondheidsproblemen/somatische klachten 12 44,4 Gezin Gezinsproblemen 27 1 Veiligheidsproblemen 18 66,7 Sociale context Problemen in schoolse functioneren/daginvulling Opvallende zaken In de grafiek hieronder worden de uitkomsten van de hoofdcategorieën kernproblematiek van de gemeente Harlingen vergeleken met de gemiddelde percentages van alle gemeenten Percentage gemeente Harlingen Gemiddelde percentage alle gemeenten De verdeling van de maatregelen in deze gemeente is vergelijkbaar met de gemiddelde verdeling van alle gemeenten samen. In de gemeente Harlingen valt bijna alle kernproblematiek hoger uit in vergelijking met het gemiddelde van alle gemeenten. Uitzonderingen hierop zijn de categorieën gedragsproblematiek en persoonlijkheidsproblematiek. Opvallende verschillen zijn die op de categorie gezinsproblemen en veiligheidsproblemen. Deze twee categorieën worden hieronder verder uitgewerkt. 43

44 Gezinsproblemen Wat opvallend is in de gemeente Harlingen is dat bij alle jeugdigen die bekend zijn bij Jeugd- en Gezinsbescherming sprake is van gezinsproblematiek. Het gemiddelde van alle gemeenten ligt op 92,6%. Gezinsproblemen Met name relatie-/communicatieproblemen, psychische problemen bij (één van) de opvoeders en echtscheidingsproblematiek komen vaak voor in deze gemeente. Ook verslavingsproblematiek van (één van) de opvoeders, multiproblem problematiek en gedragsproblematiek bij (één van) de opvoeders komen vaak voor. Veiligheidsproblemen In deze gemeente wordt hoger gescoord op veiligheidsproblemen in vergelijking met het gemiddelde van alle gemeenten. Hieronder is dit visueel gemaakt. Veiligheidsproblemen Wat met name opvalt, is dat psychische verwaarlozing en huiselijk geweld vaak voorkomen (4,7%), gevolgd door lichamelijke verwaarlozing (22,2%). Psychische en lichamelijke mishandeling komen iets minder vaak voor (resp. 18,5% en 14,8%). Seksueel misbruik binnen en buiten het gezin komen beide één keer voor (3,7%). 44

45 3.11 Gemeente Heerenveen Algemene gegevens In de gemeente Heerenveen waren er in 217 in totaal 67 jeugdigen met een maatregel bij Jeugd- en Gezinsbescherming. Hiervan waren 4 jongens (59,7%) en 27 meisjes (4,3%). Leeftijd De verdeling in leeftijdscategorieën wordt hieronder weergegeven: Tabel leeftijdscategorie Frequentie Percentage t/m 3 7 1,4 4 t/m ,3 12 t/m , ,5 t/m 3 4 t/m t/m De meest voorkomende leeftijdscategorie waarbij sprake was van een maatregel, is die van 12 tot en met 17 jaar (5,7%), gevolgd door die van 4 tot en met 11 jaar (34,3%). De leeftijdscategorie tot en met 3 jaar komt als derde aan bod met 1,4% en ten slotte de categorie 18+ met 4,5%. Maatregelen De verdeling van de maatregelen ziet er als volgt uit: Tabel werksoort Frequenties Percentage OTS 42 62,7 Voogdij 1 14,9 JR 15 22, OTS Voogdij JR De maatregel OTS is het vaakst uitgesproken in de gemeente Heerenveen (62,7%). Daarna volgt de JR-maatregel (22,4%). De voogdij-maatregel is het minst vaak uitgevoerd (14,9%). 45

46 Kernproblematiek In de tabel hieronder wordt de verdeling van de kernproblematiek weergegeven voor de gemeente Heerenveen. De kernproblemen zijn opgedeeld in hoofdcategorieën (jeugdige, gezin en sociale context), welke uit één of meerdere subcategorieën bestaan. Hoofdcategorie kernproblematiek Jeugdige Frequentie Percentage Klinische stoornis 4 59,7 Gedragsproblematiek 5 74,6 Persoonlijkheidsproblematiek 3 44,8 Achterstand (functie) ontwikkeling 38 56,7 Gezondheidsproblemen/somatische klachten 21 31,3 Gezin Gezinsproblemen 64 95,5 Veiligheidsproblemen 33 49,3 Sociale context Problemen in schoolse functioneren/daginvulling 38 56,7 Opvallende zaken In de grafiek hieronder worden de uitkomsten van de hoofdcategorieën kernproblematiek van de gemeente Heerenveen vergeleken met de gemiddelde percentages van alle gemeenten Percentage gemeente Heerenveen Gemiddelde percentage alle gemeenten Wat opvalt in de gemeente Heerenveen is dat de verdeling van de maatregelen verschilt ten opzichte van de verdeling van alle gemeenten samen. In Heerenveen is het percentage voogdij-maatregelen 14,9%, terwijl het gemiddelde van alle gemeenten op 21,2% zit. Wat betreft de JR-maatregelen zit de gemeente Heerenveen wat hoger met 22,4%, waar het gemiddelde van alle gemeenten op 13% zit. Bij de verdeling van de kernproblematiek valt het verschil in persoonlijkheidsproblematiek erg op. Daarom wordt deze hieronder verder uitgewerkt. 46

47 Persoonlijkheidsproblematiek Het percentage jeugdigen met persoonlijkheidsproblematiek in de gemeente Heerenveen is 44,8%. Het gemiddelde percentage van alle gemeenten zit op 31,1%. In onderstaande grafiek wordt deze categorie voor de gemeente Heerenveen visueel gemaakt. Persoonlijkheidsproblematiek In deze gemeente komen problemen in de identiteits- en autonomieontwikkeling het vaakst voor (25,4%), gevolgd door oppositionele- en/of antisociale gedragsproblematiek. Persoonlijkheidsstoornissen komen vier keer voor (6%) en problemen met persoonlijkheidsontwikkeling en culturele problemen beide twee keer (3%). 47

48 3.12 Gemeente Het Bildt Algemene gegevens In de gemeente Het Bildt waren er in 217 in totaal 28 jeugdigen met een maatregel bij Jeugd- en Gezinsbescherming. Hiervan waren de helft jongens en de helft meisjes. Leeftijd De verdeling in leeftijdscategorieën wordt hieronder weergegeven: Tabel leeftijdscategorie Frequentie Percentage t/m ,3 4 t/m ,9 12 t/m , ,6 t/m 3 4 t/m t/m De meest voorkomende leeftijdscategorie waarbij sprake was van een maatregel, is die van 4 tot en met 11 jaar (42,9%), gevolgd door die van 12 tot en met 17 jaar (39,9%). De categorie tot en met 3 jaar komt als derde aan bod met 14,3%. Er is in deze gemeente één jeugdige van 18 jaar of ouder waarbij sprake was van een maatregel. Maatregelen De verdeling van de maatregelen ziet er als volgt uit: Tabel werksoort Frequenties Percentage OTS Voogdij 4 14,3 JR 3 1,7 1 5 OTS Voogdij JR De maatregel OTS is het vaakst uitgesproken in de gemeente Het Bildt (75%). De voogdij-maatregel (14,3%) en de JR-maatregel (1,7%) komen bijna even vaak voor. 48

49 Kernproblematiek In de tabel hieronder wordt de verdeling van de kernproblematiek weergegeven voor de gemeente Het Bildt. De kernproblemen zijn opgedeeld in hoofdcategorieën (jeugdige, gezin en sociale context), welke uit één of meerdere subcategorieën bestaan. Hoofdcategorie kernproblematiek Jeugdige Frequentie Percentage Klinische stoornis 12 42,9 Gedragsproblematiek 2 71,4 Persoonlijkheidsproblematiek 7 25 Achterstand (functie) ontwikkeling 24 85,7 Gezondheidsproblemen/somatische klachten 11 39,3 Gezin Gezinsproblemen 26 92,9 Veiligheidsproblemen 13 46,4 Sociale context Problemen in schoolse functioneren/daginvulling 17 6,7 Opvallende zaken In de grafiek hieronder worden de uitkomsten van de hoofdcategorieën kernproblematiek van de gemeente Het Bildt vergeleken met de gemiddelde percentages van alle gemeenten Percentage gemeente Het Bildt Gemiddelde percentage alle gemeenten De verdeling in Het Bildt verschilt met die van de gemiddelde verdeling van alle gemeenten samen. Zo zijn er verhoudingsgewijs meer maatregelen OTS uitgesproken in het Bildt (75%). Het gemiddelde van alle gemeenten samen ligt op 63%. Het aantal voogdij-maatregelen ligt daarentegen wel lager in Het Bildt: 14,3%. Het gemiddelde van alle gemeenten samen ligt voor de voogdij-maatregelen op 21,2%. Het verschil op JR-maatregelen is niet heel groot: 1,7% in het Bildt, 13% voor alle gemeenten samen. Wat opvalt in deze gemeente is dat er een groot verschil is te zien wat betreft achterstand in de (functie)ontwikkeling. Daarom wordt deze categorie hieronder verder uitgewerkt. 49

50 Achterstand in de (functie)ontwikkeling Het kernprobleem achterstand in de (functie)ontwikkeling valt in deze gemeente op, omdat dit bij 85,7% van de jeugdigen aanwezig is, terwijl het gemiddelde op 68,1% is. Hieronder zijn de subcategorieën van de achterstand in de (functie)ontwikkeling visueel gemaakt. Achterstand (functie) ontwikkeling In de grafiek valt te zien dat er met name hoge scores zijn behaald op emotionele ontwikkeling en sociale ontwikkeling. Andere categorieën die bij meerdere jeugdigen aanwezig waren hechting, cognitieve ontwikkeling en taal-/spraakontwikkeling. Motorische ontwikkeling, zindelijkheid, seksualiteit en zelfredzaamheid kwamen allemaal één keer voor. 5

51 3.13 Gemeente Kollumerland en Nieuwkruisland Algemene gegevens In de gemeente Kollumerland en Nieuwkruisland waren er in 217 in totaal 21 jeugdigen met een maatregel bij Jeugd- en Gezinsbescherming. Hiervan waren 12 jongens (6%) en 9 meisjes (4%). Leeftijd De verdeling in leeftijdscategorieën wordt hieronder weergegeven: Tabel leeftijdscategorie Frequentie Percentage t/m ,3 4 t/m ,1 12 t/m , ,5 t/m 3 4 t/m t/m De meest voorkomende leeftijdscategorieën waarbij sprake was van een maatregel zijn de leeftijdscategorieën 4 tot en met 11 jaar en die van 12 tot en met 17 jaar (beide 38,1%). De categorie van tot en met 3 jaar komt daarna met 14,3%. Twee jeugdigen waarbij sprake was van een maatregel behoren tot de 18+-categorie (9,5%). Maatregelen De verdeling van de maatregelen ziet er als volgt uit: Tabel werksoort Frequenties Percentage OTS 9 42,9 Voogdij 8 38,1 JR OTS Voogdij JR De maatregel OTS is het vaakst uitgesproken in de gemeente Kollumerland en Nieuwkruisland (42,9%), gevolgd door de voogdij-maatregel (38,1%). De JR-maatregel is 4 keer uitgesproken (19%). 51

52 Kernproblematiek In de tabel hieronder wordt de verdeling van de kernproblematiek weergegeven voor de gemeente Kollumerland en Nieuwkruisland. De kernproblemen zijn opgedeeld in hoofdcategorieën (jeugdige, gezin en sociale context), welke uit één of meerdere subcategorieën bestaan. Hoofdcategorie kernproblematiek Jeugdige Frequentie Percentage Klinische stoornis 11 52,4 Gedragsproblematiek 14 66,7 Persoonlijkheidsproblematiek 7 33,3 Achterstand (functie) ontwikkeling 12 57,1 Gezondheidsproblemen/somatische klachten 3 14,3 Gezin Gezinsproblemen 19 9,5 Veiligheidsproblemen 11 52,4 Sociale context Problemen in schoolse functioneren/daginvulling 1 47,6 Opvallende zaken In de grafiek hieronder worden de uitkomsten van de hoofdcategorieën kernproblematiek van de gemeente Kollumerland en Nieuwkruisland vergeleken met de gemiddelde percentages van alle gemeenten Percentage gemeente Kollumerland en Nieuwkruisland Gemiddelde percentage alle gemeenten De verdeling van de maatregelen in deze gemeenten verschilt met die van alle gemeenten samen. In de gemeente Kollumerland en Nieuwkruisland komt de maatregel OTS negen keer voor (42,9%), terwijl het gemiddelde percentage van alle gemeenten samen op 63% ligt. Het aantal voogdijmaatregelen is in de gemeente Kollumerland en Nieuwkruisland (38,1%) hoger dan het gemiddelde percentage (21,2%). Ook de JR-maatregel komt verhoudingsgewijs vaker voor in de gemeente Kollumerland en Nieuwkruisland (19%) in vergelijking met het gemiddelde percentage van alle gemeenten (13%). Wat betreft de kernproblematiek valt het op dat in de gemeente Kollumerland en Nieuwkruisland bijna alles lager uitvalt dan de gemiddelde percentages van alle gemeenten. 52

53 Een uitzondering hierop is de persoonlijkheidsproblematiek. Het grootste verschil is te zien bij de categorie gezondheidsproblemen. Daarom wordt deze categorie hieronder verder uitgewerkt. Gezondheidsproblemen In de gemeente Kollumerland en Nieuwkruisland komt bij 14,3% van de jeugdigen gezondheidsproblematiek voor. Het gemiddelde percentage van alle gemeenten samen ligt op 68,1%. Hieronder wordt deze categorie visueel gemaakt voor de gemeente Kollumerland en Nieuwkruisland. Gezondheidsproblematiek Zoals in de grafiek is te zien, komt gezondheidsproblematiek slechts zes keer voor in deze gemeente. Slaapproblemen komen twee keer voor (9,5%), buikpijn, hoofdpijn en lusteloosheid komen alle drie één keer voor (4,8%). Tot slot is er één keer categorie anders aangevinkt. 53

54 3.14 Gemeente Leeuwarden Algemene gegevens In de gemeente Leeuwarden waren er in 217 in totaal 32 jeugdigen met een maatregel bij Jeugden Gezinsbescherming. Hiervan waren 179 jongens (59,3%) en 123 meisjes (4,7%). Leeftijd De verdeling in leeftijdscategorieën wordt hieronder weergegeven: Tabel leeftijdscategorie Frequentie Percentage t/m ,6 4 t/m ,4 12 t/m , ,3 t/m 3 4 t/m t/m De meest voorkomende leeftijdscategorieën waarbij sprake was van een maatregel, is die van 12 tot en met 17 jaar (4,7%). De categorie van tot en met 3 jaar komt daarna met 14,3%. Twee jeugdigen waarbij sprake was van een maatregel behoren tot de 18+-categorie (9,5%). Maatregelen De verdeling van de maatregelen ziet er als volgt uit: Tabel werksoort Frequenties Percentage OTS ,2 Voogdij 4 13,2 JR 44 14, OTS Voogdij JR De maatregel OTS is het vaakst uitgesproken in de gemeente Leeuwarden (72,2%), gevolgd door de JR-maatregel (14,6%). De voogdij-maatregel is het minst vaak uitgevoerd (13,2%). 54

55 Kernproblematiek In de tabel hieronder wordt de verdeling van de kernproblematiek weergegeven voor de gemeente Leeuwarden. De kernproblemen zijn opgedeeld in hoofdcategorieën (jeugdige, gezin en sociale context), welke uit één of meerdere subcategorieën bestaan. Hoofdcategorie kernproblematiek Jeugdige Frequentie Percentage Klinische stoornis ,3 Gedragsproblematiek 21 66,6 Persoonlijkheidsproblematiek 84 27,8 Achterstand (functie) ontwikkeling 26 68,2 Gezondheidsproblemen/somatische klachten 92 3,5 Gezin Gezinsproblemen ,4 Veiligheidsproblemen ,6 Sociale context Problemen in schoolse functioneren/daginvulling Opvallende zaken In de grafiek hieronder worden de uitkomsten van de hoofdcategorieën kernproblematiek van de gemeente Leeuwarden vergeleken met de gemiddelde percentages van alle gemeenten Percentage gemeente Leeuwarden Gemiddelde percentage alle gemeenten In de gemeente Leeuwarden komt de maatregel OTS verhoudingsgewijs vaker voor (72,2%) dan het gemiddelde van alle gemeenten (63%). De voogdij-maatregel komt minder vaak voor (13,2%) in vergelijking met het gemiddelde van alle gemeenten (21,2%). De JR-maatregel komt ongeveer even vaak voor: 14,6% in de gemeente Leeuwarden en het gemiddelde percentage van alle gemeenten is 13%. Wat opvalt wat betreft de kernproblematiek is dat de gemeente Leeuwarden bijna elke categorie ongeveer gelijk heeft in vergelijking met het gemiddelde van alle gemeenten. De verschillen zijn dusdanig klein, dat er geen sprake is van opvallende zaken om nader toe te lichten. 55

56 3.15 Gemeente Leeuwarderadeel Algemene gegevens In de gemeente Leeuwarderadeel waren er in 217 in totaal 8 jeugdigen met een maatregel bij Jeugd- en Gezinsbescherming. Hiervan waren er 7 jongens (87,5%) en was er 1 meisje (12,5%). Leeftijd De verdeling in leeftijdscategorieën wordt hieronder weergegeven: Tabel leeftijdscategorie Frequentie Percentage t/m 3 4 t/m ,5 12 t/m ,5 18+ t/m 3 4 t/m t/m Van de 8 jeugdigen met een maatregel, vallen er 7 in de leeftijdscategorie 4 tot en met 11 jaar (87,5%) en één in de categorie 12 tot en met 17 jaar (12,5%). Maatregelen De verdeling van de maatregelen ziet er als volgt uit: Tabel werksoort Frequenties Percentage OTS 5 62,5 Voogdij 3 37,5 JR 1 5 OTS Voogdij JR De maatregel OTS is het vaakst uitgesproken (62,5%), gevolgd door de voogdij-maatregel (37,5%). In deze gemeente is er geen jongere met een JR-maatregel. 56

57 Kernproblematiek In de tabel hieronder wordt de verdeling van de kernproblematiek weergegeven voor de gemeente Leeuwarderadeel. De kernproblemen zijn opgedeeld in hoofdcategorieën (jeugdige, gezin en sociale context), welke uit één of meerdere subcategorieën bestaan. Hoofdcategorie kernproblematiek Jeugdige Frequentie Percentage Klinische stoornis 8 1 Gedragsproblematiek 8 1 Persoonlijkheidsproblematiek 2 25 Achterstand (functie) ontwikkeling 7 87,5 Gezondheidsproblemen/somatische klachten 4 5 Gezin Gezinsproblemen 8 1 Veiligheidsproblemen 7 87,5 Sociale context Problemen in schoolse functioneren/daginvulling 6 75 Opvallende zaken In de grafiek hieronder worden de uitkomsten van de hoofdcategorieën kernproblematiek van de gemeente Leeuwarderadeel vergeleken met de gemiddelde percentages van alle gemeenten Percentage gemeente Leeuwarderadeel Gemiddelde percentage alle gemeenten In de grafiek valt te zien dat er verhoudingsgewijs grote verschillen zijn, maar doordat er sprake is van een kleine groep jeugdigen (N=8), is het niet zinvol om opvallende zaken nader toe te lichten, omdat er geen betrouwbare uitspraken hierover gedaan kunnen worden. 57

58 3.16 Gemeente Littenseradiel Algemene gegevens In de gemeente Littenseradiel waren er in 217 in totaal 6 jeugdigen met een maatregel bij Jeugd- en Gezinsbescherming. Hiervan waren 2 jongens (33,3%) en 4 meisjes (66,7%). Leeftijd De verdeling in leeftijdscategorieën wordt hieronder weergegeven: Tabel leeftijdscategorie Frequentie Percentage t/m 3 4 t/m t/m t/m 3 4 t/m t/m Van de 6 jeugdigen, zit een helft in de leeftijdscategorie 4 tot en met 11 jaar en een helft in de categorie 12 tot en met 17 jaar. Maatregelen De verdeling van de maatregelen ziet er als volgt uit: Tabel werksoort Frequenties Percentage OTS 4 66,7 Voogdij 2 33,3 JR 1 5 OTS Voogdij JR De maatregel OTS is het vaakst uitgesproken (66,7%), namelijk 4 keer. Daarna volgt de voogdijmaatregel met 33,3%. Er is in deze gemeente geen sprake van een JR-maatregel onder jongeren. 58

59 Kernproblematiek In de tabel hieronder wordt de verdeling van de kernproblematiek weergegeven voor de gemeente Littenseradiel. De kernproblemen zijn opgedeeld in hoofdcategorieën (jeugdige, gezin en sociale context), welke uit één of meerdere subcategorieën bestaan. Hoofdcategorie kernproblematiek Jeugdige Frequentie Percentage Klinische stoornis 6 1 Gedragsproblematiek 4 66,7 Persoonlijkheidsproblematiek 3 5 Achterstand (functie) ontwikkeling 4 66,7 Gezondheidsproblemen/somatische klachten 1 16,7 Gezin Gezinsproblemen 6 1 Veiligheidsproblemen 5 83,3 Sociale context Problemen in schoolse functioneren/daginvulling 4 66,7 Opvallende zaken In de grafiek hieronder worden de uitkomsten van de hoofdcategorieën kernproblematiek van de gemeente Littenseradiel vergeleken met de gemiddelde percentages van alle gemeenten Percentage gemeente Littenseradiel Gemiddelde percentage alle gemeenten Net als in de gemeente Leeuwarderadeel, vallen ook bij deze gemeente grote verschillen te zien, maar doordat er sprake is van een kleine groep jeugdigen (N=6), is het niet zinvol om opvallende zaken nader toe te lichten, omdat er geen betrouwbare uitspraken hierover gedaan kunnen worden. 59

60 3.17 Gemeente Menameradiel Algemene gegevens In de gemeente Menameradiel waren er in 217 in totaal 22 jeugdigen met een maatregel bij Jeugden Gezinsbescherming. Hiervan waren 13 jongens (59,1%) en 9 meisjes (4,9%). Leeftijd De verdeling in leeftijdscategorieën wordt hieronder weergegeven: Tabel leeftijdscategorie Frequentie Percentage t/m 3 2 9,1 4 t/m ,9 12 t/m , ,5 t/m 3 4 t/m t/m De meest voorkomende leeftijdscategorie waarbij sprake was van een maatregel is die van 12 tot en met 17 jaar (45,5%), gevolgd door die van 4 tot en met 11 jaar (4,9%). De categorie tot en met 3 jaar komt als derde aan bod met 9,1%. De categorie 18+ werd door één jeugdige vertegenwoordigd (4,5%). Maatregelen De verdeling van de maatregelen ziet er als volgt uit: Tabel werksoort Frequenties Percentage OTS 16 72,7 Voogdij 5 22,7 JR 1 4, OTS Voogdij JR De maatregel OTS is het vaakst afgegeven in de gemeente Menameradiel (72,7%), gevolgd door de voogdij-maatregel (22,7%). De JR-maatregel is het minst vaak uitgesproken met 4,5%. 6

61 Kernproblematiek In de tabel hieronder wordt de verdeling van de kernproblematiek weergegeven voor de gemeente Menameradiel. De kernproblemen zijn opgedeeld in hoofdcategorieën (jeugdige, gezin en sociale context), welke uit één of meerdere subcategorieën bestaan. Hoofdcategorie kernproblematiek Jeugdige Frequentie Percentage Klinische stoornis 9 4,9 Gedragsproblematiek 12 54,4 Persoonlijkheidsproblematiek 5 22,7 Achterstand (functie) ontwikkeling 12 54,5 Gezondheidsproblemen/somatische klachten 2 9,1 Gezin Gezinsproblemen 22 1 Veiligheidsproblemen 14 63,6 Sociale context Problemen in schoolse functioneren/daginvulling 11 5 Opvallende zaken In de grafiek hieronder worden de uitkomsten van de hoofdcategorieën kernproblematiek van de gemeente Menameradiel vergeleken met de gemiddelde percentages van alle gemeenten Percentage gemeente Menameradiel Gemiddelde percentage alle gemeenten In de gemeente Menameradiel komt het aantal maatregelen OTS verhoudingsgewijs vaker voor (72,7%) dan het gemiddelde van alle gemeenten (63%). Het aantal voogdij-maatregelen is ongeveer gelijk. Het aantal JR-maatregelen komt daarentegen in de gemeente Menameradiel minder vaak voor (4,5%) dan het gemiddelde van alle gemeenten (13%). Wat betreft de kernproblematiek valt op dat het aantal gezondheidsproblemen in de gemeente Menameradiel een stuk lager ligt. Daarom wordt deze categorie hieronder verder uitgewerkt. 61

62 Gezondheidsproblemen In Menameradiel heeft 9,1% van de jeugdigen te maken met gezondheidsproblemen, terwijl het gemiddelde van alle gemeenten op 33% ligt. Hieronder worden de gezondheidsproblemen visueel gemaakt door middel van een grafiek voor de gemeente Menameradiel. Gezondheidsproblemen Buikpijn Slaapproblemen Overgewicht Zoals in de grafiek te zien is, komen slechts drie van de 12 categorieën gezondheidsproblemen voor in deze gemeente. Overgewicht komt het meest voor, namelijk twee keer (9,1%). Buikpijn en slaapproblemen komen beide één keer voor (4,5%). 62

63 3.18 Gemeente Ooststellingwerf Algemene gegevens In de gemeente Ooststellingwerf waren er in 217 in totaal 39 jeugdigen met een maatregel bij Jeugd- en Gezinsbescherming. Hiervan waren 17 jongens (43,6%) en 22 meisjes (56,4%). Leeftijd De verdeling in leeftijdscategorieën wordt hieronder weergegeven: Tabel leeftijdscategorie Frequentie Percentage t/m 3 1 2,6 4 t/m ,5 12 t/m , ,6 t/m 3 4 t/m t/m De meest voorkomende leeftijdscategorie waarbij sprake was van een maatregel is die van 12 tot en met 17 jaar (56,4%), gevolgd door de categorie 4 tot en met 11 jaar (38,5%). De leeftijdscategorieën tot en 3 jaar en 18+ komen beide één keer voor in deze gemeente (2,6%). Maatregelen De verdeling van de maatregelen ziet er als volgt uit: Tabel werksoort Frequenties Percentage OTS 28 71,8 Voogdij 8 2,5 JR 3 7, OTS Voogdij JR De maatregel OTS is het vaakst uitgesproken in deze gemeente (71,8%), gevolgd door de voogdijmaatregel (2,5%). De JR-maatregel komt het minst vaak voor, namelijk drie keer (7,7%). 63

64 Kernproblematiek In de tabel hieronder wordt de verdeling van de kernproblematiek weergegeven voor de gemeente Ooststellingwerf. De kernproblemen zijn opgedeeld in hoofdcategorieën (jeugdige, gezin en sociale context), welke uit één of meerdere subcategorieën bestaan. Hoofdcategorie kernproblematiek Jeugdige Frequentie Percentage Klinische stoornis 26 66,7 Gedragsproblematiek 26 66,7 Persoonlijkheidsproblematiek 13 33,3 Achterstand (functie) ontwikkeling 28 71,8 Gezondheidsproblemen/somatische klachten 12 3,8 Gezin Gezinsproblemen 38 97,4 Veiligheidsproblemen 19 48,7 Sociale context Problemen in schoolse functioneren/daginvulling 24 61,5 Opvallende zaken In de grafiek hieronder worden de uitkomsten van de hoofdcategorieën kernproblematiek van de gemeente Ooststellingwerf vergeleken met de gemiddelde percentages van alle gemeenten Percentage gemeente Ooststellingwerf Gemiddelde percentage alle gemeenten De verdeling van het aantal maatregelen ligt in de gemeente Ooststellingwerf iets anders. Het aantal maatregelen OTS ligt iets hoger (71,8%) in vergelijking met het gemiddelde percentage van alle gemeenten (63%). Het aantal JR-maatregelen ligt wat lager in de gemeente Ooststellingwerf (7,7%) in vergelijking met het gemiddelde percentage van alle gemeenten (13%). Wat opvalt met betrekking tot de kernproblematiek is dat het aantal problemen in het schoolse functioneren in de gemeente Ooststellingwerf hoger ligt dan het gemiddelde percentage. Daarom wordt deze categorie hieronder verder uitgewerkt. 64

65 Problemen in het schoolse functioneren Problemen in het schoolse functioneren of met de daginvulling komt in deze gemeente in vergelijking met het algemeen gemiddelde meer voor. In Ooststellingwerf gaat het om 61,5% van de jeugdigen, terwijl het algemeen gemiddelde op 53,2% ligt Problemen in het schoolse functioneren/daginvulling Subcategorieën die het hoogste scoren in deze gemeente zijn wisselende prestaties en het niet aan regels houden. Verder komen de volgende subcategorieën ook voor in deze gemeenten: incidenteel spijbelen, schoolverzuim, vroegtijdig school verlaten, agressie (fysiek en verbaal), veel verschillende scholen, onder niveau presteren, zittenblijven, risicovolle vriendengroep, geen invulling vrije tijd en politiecontacten. 65

66 3.19 Gemeente Opsterland Algemene gegevens In de gemeente Opsterland waren er in 217 in totaal 48 jeugdigen met een maatregel bij Jeugd- en Gezinsbescherming. Hiervan waren 22 jongens (45,8%) en 26 meisjes (54,2%). Leeftijd De verdeling in leeftijdscategorieën wordt hieronder weergegeven: Tabel leeftijdscategorie Frequentie Percentage t/m 3 5 1,4 4 t/m ,6 12 t/m , ,3 t/m 3 4 t/m t/m De meest voorkomende leeftijdscategorie waarbij sprake was van een maatregel was die van 12 tot en met 17 jaar (42,8%), kort gevolgd door de categorie 4 tot en met 11 jaar (39,6%). De categorie tot en met 3 jaar komt vijf keer voor in deze gemeente (1,4%). Tot slot komt de categorie 18+ aan bod met 6,3%. Maatregelen De verdeling van de maatregelen ziet er als volgt uit: Tabel werksoort Frequenties Percentage OTS 24 5 Voogdij 17 35,4 JR 7 14, OTS Voogdij JR De maatregel OTS is het vaakst uitgesproken in deze gemeente. De helft van de jongeren die bekend zijn bij Jeugd- en Gezinsbescherming staan onder toezicht. De voogdijmaatregel komt voor bij 35,4% van de jongeren in de gemeente Opsterland en als laatste de JR-maatregel met 14,6% 66

67 Kernproblematiek In de tabel hieronder wordt de verdeling van de kernproblematiek weergegeven voor de gemeente Opsterland. De kernproblemen zijn opgedeeld in hoofdcategorieën (jeugdige, gezin en sociale context), welke uit één of meerdere subcategorieën bestaan. Hoofdcategorie kernproblematiek Jeugdige Frequentie Percentage Klinische stoornis 31 64,6 Gedragsproblematiek 34 7,8 Persoonlijkheidsproblematiek 13 27,1 Achterstand (functie) ontwikkeling 34 7,8 Gezondheidsproblemen/somatische klachten 2 41,7 Gezin Gezinsproblemen 41 85,4 Veiligheidsproblemen 24 5 Sociale context Problemen in schoolse functioneren/daginvulling 24 5 Opvallende zaken In de grafiek hieronder worden de uitkomsten van de hoofdcategorieën kernproblematiek van de gemeente Opsterland vergeleken met de gemiddelde percentages van alle gemeenten Percentage gemeente Opsterland Gemiddelde percentage alle gemeenten Wat opvalt in deze gemeente is dat het aantal voogdij-maatregelen verhoudingsgewijs hoger ligt dan het gemiddelde aantal van alle gemeenten. In Opsterland ging het om 35,4% van de jeugdigen, terwijl het gemiddelde op 21,2% ligt. Wat betreft de kernproblematiek valt het aantal gezondheidsproblemen op: dit ligt in de gemeente Opsterland hoger dan het gemiddelde en wordt daarom hieronder nog verder uitgewerkt. De andere kernproblemen komen in de gemeente Opsterland verhoudingsgewijs bijna even vaak voor als in alle gemeenten. 67

68 Gezondheidsproblemen In Opsterland heeft 41,7% van de jeugdigen te maken met gezondheidsproblemen, terwijl het gemiddelde van alle gemeenten op 33% ligt. Hieronder worden de gezondheidsproblemen visueel gemaakt door middel van een grafiek voor de gemeente Opsterland. Gezondheidsproblemen In deze gemeente komen slaapproblemen het meest voor (12,5%), gevolgd door buikpijn en lusteloosheid (1,4%). Daarnaast komt hoofdpijn, overgewicht, ondergewicht en afhankelijkheid van drugs nog voor in de gemeente Opsterland. 68

69 3.2 Gemeente Smallingerland Algemene gegevens In de gemeente Smallingerland waren er in 217 in totaal 119 jeugdigen met een maatregel bij Jeugd- en Gezinsbescherming. Hiervan waren 62 jongens (52,1%) en 57 meisjes (47,9%). Leeftijd De verdeling in leeftijdscategorieën wordt hieronder weergegeven: Tabel leeftijdscategorie Frequentie Percentage t/m 3 9 7,6 4 t/m ,7 12 t/m ,7 t/m 3 4 t/m t/m De meest voorkomende leeftijdscategorie waarbij sprake was van een maatregel, is die van 4 tot en met 11 jaar (43,7%). Kort daarna volgt de leeftijdscategorie 12 tot en met 17 jaar (42%). De categorie tot en met 3 jaar komt negen keer voor (7,6%) en tot slot de categorie 18+ waarin acht jongeren vallen (6,7%). Maatregelen De verdeling van de maatregelen ziet er als volgt uit: Tabel werksoort Frequenties Percentage OTS 71 59,7 Voogdij 34 28,6 JR 14 11, OTS Voogdij JR In deze gemeente komt de maatregel OTS het vaakst voor (59,7%). Daarna komt de voogdijmaatregel (28,6%) en tot slot de JR-maatregel (11,8%). 69

70 Kernproblematiek In de tabel hieronder wordt de verdeling van de kernproblematiek weergegeven voor de gemeente Smallingerland. De kernproblemen zijn opgedeeld in hoofdcategorieën (jeugdige, gezin en sociale context), welke uit één of meerdere subcategorieën bestaan. Hoofdcategorie kernproblematiek Jeugdige Frequentie Percentage Klinische stoornis 82 68,9 Gedragsproblematiek 93 78,2 Persoonlijkheidsproblematiek 5 42 Achterstand (functie) ontwikkeling 8 67,2 Gezondheidsproblemen/somatische klachten 46 38,7 Gezin Gezinsproblemen ,8 Veiligheidsproblemen 71 59,7 Sociale context Problemen in schoolse functioneren/daginvulling 77 64,7 Opvallende zaken In de grafiek hieronder worden de uitkomsten van de hoofdcategorieën kernproblematiek van de gemeente Smallingerland vergeleken met de gemiddelde percentages van alle gemeenten Percentage gemeente Smallingerland Gemiddelde percentage alle gemeenten De verdeling van de maatregelen is in deze gemeente vergelijkbaar met de gemiddelde verdeling van alle gemeenten samen. Wat opvalt met betrekking tot de kernproblematiek is dat bijna alle categorieën hoger scoren in de gemeente Smallingerland in vergelijking met het gemiddelde van alle gemeenten. De grootste verschillen zijn te zien op de categorie problemen in het schoolse functioneren en persoonlijkheidsproblematiek. Daarom worden deze categorieën hieronder verder uitgewerkt. 7

71 Problemen in het schoolse functioneren Problemen in het schoolse functioneren, komt in de gemeente Smallingerland bij 64,7% van de jeugdigen voor. Het gemiddelde percentage van alle gemeenten is 53,2%. Hieronder worden de subcategorieën visueel gemaakt voor de gemeente Smallingerland Problemen schools functioneren Vooral het onder niveau presteren, wisselende prestaties, niet aan regels houden en schoolverzuim komen veel voor. Ook risicovolle vriendengroep, agressie (verbaal) en geen invulling van de vrije tijd komen vaak voor. Ten slotte komen politiecontacten, vroegtijdig schoolverlaten, veel verschillende scholen en zittenblijven meer dan eens voor. Persoonlijkheidsproblematiek Persoonlijkheidsproblematiek komt in de gemeente Smallingerland bij 42% van de jeugdigen voor. Het gemiddelde percentage van alle gemeenten samen is 31,1%. Persoonlijkheidsproblematiek 4 2 In de grafiek hierboven is te zien dat problemen in de identiteits- en autonomieontwikkeling het vaakst voorkomen (23,5%), gevolgd door oppositionele-/antisociale gedragsproblemen (11,8%). Daarnaast komen problemen met de persoonlijkheidsontwikkeling, persoonlijkheidsstoornissen en culturele problematiek meerdere keren voor. 71

72 3.21 Gemeente Súdwest-Fryslân Algemene gegevens In de gemeente Súdwest-Fryslân waren er in 217 in totaal 113 jeugdigen met een maatregel bij Jeugd- en Gezinsbescherming. Hiervan waren 68 jongens (5,2%) en 45 meisjes (39,8%). Leeftijd De verdeling in leeftijdscategorieën wordt hieronder weergegeven: Tabel leeftijdscategorie Frequentie Percentage t/m 3 1 8,8 4 t/m ,1 12 t/m ,9 t/m 3 4 t/m t/m ,2 De meest voorkomende leeftijdscategorie waarbij sprake was van een maatregel, is die van 12 tot en met 17 jaar (46,9%). Op de tweede plek staat de leeftijdscategorie 4 tot en met 11 jaar (38,1%). De categorie tot en met 3 jaar komt tien keer voor (8,8%) en als laatste de categorie 18+ met 6,2%. 18+ Maatregelen De verdeling van de maatregelen ziet er als volgt uit: Tabel werksoort Frequenties Percentage OTS 63 55,8 Voogdij 34 3,1 JR 16 14, OTS Voogdij JR De maatregel OTS komt het vaakst voor in deze gemeente (55,8%), gevolgd door de voogdijmaatregel (3,1%). De JR-maatregel kwam het minst vaak voor (14,2%). 72

73 Kernproblematiek In de tabel hieronder wordt de verdeling van de kernproblematiek weergegeven voor de gemeente Súdwest-Fryslân. De kernproblemen zijn opgedeeld in hoofdcategorieën (jeugdige, gezin en sociale context), welke uit één of meerdere subcategorieën bestaan. Hoofdcategorie kernproblematiek Jeugdige Frequentie Percentage Klinische stoornis 69 61,1 Gedragsproblematiek 76 67,3 Persoonlijkheidsproblematiek 41 36,3 Achterstand (functie) ontwikkeling 85 75,2 Gezondheidsproblemen/somatische klachten 36 31,9 Gezin Gezinsproblemen 99 87,6 Veiligheidsproblemen 47 41,6 Sociale context Problemen in schoolse functioneren/daginvulling 65 57,5 Opvallende zaken In de grafiek hieronder worden de uitkomsten van de hoofdcategorieën kernproblematiek van de gemeente Súdwest-Fryslân vergeleken met de gemiddelde percentages van alle gemeenten Percentage gemeente Súdwest- Fryslân Gemiddelde percentage alle gemeenten In de gemeente Súdwest-Fryslân komen verhoudingsgewijs minder maatregelen OTS (55,8%) voor dan het gemiddelde van alle gemeenten (63%). Het aantal voogdij-maatregelen is in deze gemeente hoger dan het gemiddelde: 3,1% in de gemeente Súdwest-Fryslân, 21,2% is het gemiddelde percentage van alle gemeenten. Wat betreft de kernproblematiek valt op dat de achterstand in de (functie) ontwikkeling hoger is in vergelijking met het gemiddelde van alle gemeenten. Deze categorie worden hieronder verder uitgewerkt. 73

74 Achterstand in de (functie)ontwikkeling In de gemeente Súdwest-Fryslân is er bij 75,2% van de jeugdigen sprake van een achterstand in de (functie) ontwikkeling. Het gemiddelde percentage is 68,1%. Deze categorie wordt in onderstaande grafiek visueel gemaakt. Achterstand (functie)ontwikkeling Uit de grafiek is te zien dat er met name problemen zijn met betrekking tot de emotionele ontwikkeling en de sociale ontwikkeling. Ook problemen met hechting komt vaak voor. Daarnaast komen problemen met cognitieve ontwikkeling, taal-/spraakontwikkeling, seksualiteit en zelfredzaamheid vaker voor. Problemen met motorische ontwikkeling en de zindelijkheid komen wat minder vaak voor. 74

75 3.22 Gemeente Tytsjerksteradiel Algemene gegevens In de gemeente Tytsjerksteradiel waren er in 217 in totaal 45 jeugdigen met een maatregel bij Jeugd- en Gezinsbescherming. Hiervan waren 28 jongens (62,2%) en 17 meisjes (37,8%). Leeftijd De verdeling in leeftijdscategorieën wordt hieronder weergegeven: Tabel leeftijdscategorie Frequentie Percentage t/m 3 3 6,7 4 t/m ,2 12 t/m , ,7 t/m 3 4 t/m t/m De meest voorkomende leeftijdscategorie waarbij sprake was van een maatregel, is die van 12 tot met 17 jaar (44,4%). Met één jeugdige minder, volgt daarna de categorie 4 tot en met 11 jaar (42,2%). De categorieën tot en met 3 jaar en 18+ komen beide drie keer voor (6,7%). Maatregelen De verdeling van de maatregelen ziet er als volgt uit: Tabel werksoort Frequenties Percentage OTS 21 46,7 Voogdij 18 4 JR 6 13, OTS Voogdij JR De maatregel OTS komt het vaakst voor in gemeente Tytsjerksteradiel (46,7%), gevolgd door de voogdij-maatregel (4%). De JR-maatregel komt het minst vaak voor met 13,3%. 75

76 Kernproblematiek In de tabel hieronder wordt de verdeling van de kernproblematiek weergegeven voor de gemeente Tytsjerksteradiel. De kernproblemen zijn opgedeeld in hoofdcategorieën (jeugdige, gezin en sociale context), welke uit één of meerdere subcategorieën bestaan. Hoofdcategorie kernproblematiek Jeugdige Frequentie Percentage Klinische stoornis 31 68,9 Gedragsproblematiek 3 66,7 Persoonlijkheidsproblematiek 14 31,1 Achterstand (functie) ontwikkeling 33 73,3 Gezondheidsproblemen/somatische klachten 13 28,9 Gezin Gezinsproblemen 37 82,2 Veiligheidsproblemen 21 46,7 Sociale context Problemen in schoolse functioneren/daginvulling 2 44,4 Opvallende zaken In de grafiek hieronder worden de uitkomsten van de hoofdcategorieën kernproblematiek van de gemeente Tytsjerksteradiel vergeleken met de gemiddelde percentages van alle gemeenten Percentage gemeente Tytsjerksteradiel Gemiddelde percentage alle gemeenten In de gemeente Tytsjerksteradiel is de verdeling van de maatregelen anders dan de gemiddelde verdeling van alle gemeenten. Zo komen er in de gemeente Tytsjerksteradiel minder maatregelen OTS voor (46,7%) in vergelijking met het gemiddelde percentage (63%) en meer voogdij-maatregelen (4%) dan het gemiddelde percentage (21,2%). Het aantal JR-maatregelen is ongeveer gelijk. Wat opvalt met betrekking tot de kernproblematiek is dat het aantal klinische stoornissen in de gemeente Tytsjerksteradiel hoger ligt dan het gemiddelde van alle gemeenten. Ditzelfde geldt voor achterstand in de (functie)ontwikkeling. Daarom worden deze twee categorieën hieronder verder uitwerkt. 76

77 Klinische stoornis In de gemeente Tytsjerksteradiel komt bij 68,9% van de jeugdigen een klinische stoornis voor. Het gemiddelde van alle gemeenten is op deze categorie 61,4%. Klinische stoornis In de grafiek is te zien dat met name hechtingsstoornis en trauma vaak voorkomen in de gemeente Tytsjerksteradiel. Ook autisme en ADHD komen relatief vaak voor. ODD/CD, angst- /dwangstoornissen en stemmingsstoornis komen allemaal één keer voor. Achterstand in de (functie)ontwikkeling In de gemeente Tytsjerksteradiel is bij 73,3% van de jeugdigen sprake van een achterstand in de (functie)ontwikkeling. Het gemiddelde percentage van alle gemeenten is bij deze categorie 68,1%. Achterstand (functie)ontwikkeling In de grafiek is te zien dat met name een achterstand in de sociale en emotionele ontwikkeling en hechting voorkomt. Daarnaast komt een achterstand in de cognitieve ontwikkeling en taal- /spraakontwikkeling vaak voor. Een achterstand in motorische ontwikkeling, zindelijkheid, seksualiteit en zelfredzaamheid komen minder vaak voor. 77

78 3.23 Gemeente Weststellingwerf Algemene gegevens In de gemeente Weststellingwerf waren er in 217 in totaal 33 jeugdigen met een maatregel bij Jeugd- en Gezinsbescherming. Hiervan waren 19 jongens (57,6%) en 14 meisjes (42,4%). Leeftijd De verdeling in leeftijdscategorieën wordt hieronder weergegeven: Tabel leeftijdscategorie Frequentie Percentage t/m 3 2 6,1 4 t/m ,4 12 t/m , t/m 3 4 t/m t/m De meest voorkomende leeftijdscategorie waarbij sprake was van een maatregel, is die van 12 tot en met 17 jaar (48,5%), gevolgd door de categorie 4 tot en met 11 jaar (42,4%). De categorie tot en met 3 komt twee keer voor (6,1%). Tot slot was er één jeugdige in de categorie 18+ (3%). Maatregelen De verdeling van de maatregelen ziet er als volgt uit: Tabel werksoort Frequenties Percentage OTS 25 75,8 Voogdij 6 18,2 JR 2 6, OTS Voogdij JR De maatregel OTS is in deze gemeente het vaakst uitgesproken (75,8%). De voogdij-maatregel kwam zes keer voor (18,2%) en de JR-maatregel twee keer (6,1%). 78

79 Kernproblematiek In de tabel hieronder wordt de verdeling van de kernproblematiek weergegeven voor de gemeente Weststellingwerf. De kernproblemen zijn opgedeeld in hoofdcategorieën (jeugdige, gezin en sociale context), welke uit één of meerdere subcategorieën bestaan. Hoofdcategorie kernproblematiek Jeugdige Frequentie Percentage Klinische stoornis 21 63,6 Gedragsproblematiek 24 72,7 Persoonlijkheidsproblematiek 9 27,3 Achterstand (functie) ontwikkeling 22 66,7 Gezondheidsproblemen/somatische klachten 14 42,4 Gezin Gezinsproblemen 33 1 Veiligheidsproblemen 23 69,7 Sociale context Problemen in schoolse functioneren/daginvulling 19 57,6 Opvallende zaken In de grafiek hieronder worden de uitkomsten van de hoofdcategorieën kernproblematiek van de gemeente Weststellingwerf vergeleken met de gemiddelde percentages van alle gemeenten Percentage gemeente Weststellingwerf Gemiddelde percentage alle gemeenten In de gemeente Weststellingwerf komen verhoudingsgewijs meer maatregelen OTS voor (75,8%) dan het gemiddelde van alle gemeenten (63%). De JR-maatregel komt in deze gemeente minder vaak voor (6,1%) dan het gemiddelde (13%). Wat betreft de kernproblematiek valt op dat het aantal gezinsproblemen in de gemeente Weststellingwerf groter is dan gemiddeld. Hetzelfde geldt voor het aantal veiligheidproblemen. Deze twee categorieën worden hieronder verder uitgewerkt. 79

80 Gezinsproblemen In de gemeente Weststellingwerf is bij 1% van de jeugdigen sprake van gezinsproblemen. Het gemiddelde percentage van alle gemeenten is 92,6%. Gezinsproblemen In de grafiek hierboven is te zien dat met name echtscheidingsproblemen en relatie- en communicatieproblemen vaak voorkomen. Ook gedragsproblematiek van (één van) de opvoeders en psychische problemen van (één van de) opvoeders komen vaak voor. Opvoeder(s) met een laag cognitief niveau, verslavingsproblematiek van (één van) de opvoeders, cultuurverschillen en problemen bij jonge moeders komen minder vaak voor. Veiligheidsproblemen Bij 69,7% van de jeugdigen in de gemeente Weststellingwerf komen veiligheidsproblemen voor. Het gemiddelde van alle gemeenten samen is 53,6%. Veiligheidsproblemen In de grafiek hierboven is te zien dat met name psychische verwaarlozing, psychische mishandeling en huiselijk geweld vaak voorkomen. Lichamelijke verwaarlozing, lichamelijke mishandeling en seksueel misbruik binnen het gezin komen minder vaak voor in deze gemeente. 8

81 3.24 Gemeente Ameland Algemene gegevens Op Ameland waren er in 217 in totaal 7 jeugdigen met een maatregel bij Jeugd- en Gezinsbescherming. Hiervan waren 2 jongens (26,8%) en 5 meisjes (71,4%). Leeftijd De verdeling in leeftijdscategorieën wordt hieronder weergegeven: Tabel leeftijdscategorie Frequentie Percentage t/m 3 4 t/m ,4 12 t/m , t/m t/m 17 De meest voorkomende leeftijdscategorie waarbij sprake was van een maatregel, is die van 4 tot en met 11 jaar (71,4%). De twee andere jeugdigen behoren tot de categorie 12 tot en met 17 jaar (28,6%). Maatregelen De verdeling van de maatregelen ziet er als volgt uit: Tabel werksoort Frequenties Percentage OTS 4 57,1 Voogdij 3 42,9 JR OTS Voogdij JR De maatregel OTS kwam het vaakst voor op Ameland, namelijk vier keer (57,1%). De voogdijmaatregel kwam drie keer voor (42,9%). Op Ameland waren geen jeugdigen met een JR-maatregel. 81

82 Kernproblematiek In de tabel hieronder wordt de verdeling van de kernproblematiek weergegeven voor Ameland. De kernproblemen zijn opgedeeld in hoofdcategorieën (jeugdige, gezin en sociale context), welke uit één of meerdere subcategorieën bestaan. Hoofdcategorie kernproblematiek Jeugdige Frequentie Percentage Klinische stoornis 5 71,4 Gedragsproblematiek 6 85,7 Persoonlijkheidsproblematiek Achterstand (functie) ontwikkeling 2 28,6 Gezondheidsproblemen/somatische klachten 2 28,6 Gezin Gezinsproblemen 7 1 Veiligheidsproblemen 4 57,1 Sociale context Problemen in schoolse functioneren/daginvulling 3 42,9 Opvallende zaken In de grafiek hieronder worden de uitkomsten van de hoofdcategorieën kernproblematiek van Ameland vergeleken met de gemiddelde percentages van alle gemeenten Percentage gemeente Ameland Gemiddelde percentage alle gemeenten Omdat er op Ameland maar zes jeugdigen bekend zijn bij Jeugd- en Gezinsbescherming heeft het meerwaarde om opvallende zaken nader toe te lichten, gezien de kleine groep. Op deze manier is het niet mogelijk om betrouwbare uitspraken te kunnen doen. 82

83 3.25 Buitenprovinciaal Algemene gegevens In de gemeenten buiten de provincie waren er in 217 in totaal 51 jeugdigen met een maatregel bij Jeugd- en Gezinsbescherming. Hiervan waren 29 jongens (56,9%) en 22 meisjes (43,1%). Leeftijd De verdeling in leeftijdscategorieën wordt hieronder weergegeven: Tabel leeftijdscategorie Frequentie Percentage t/m ,8 4 t/m ,3 12 t/m ,9 t/m 3 4 t/m t/m De meest voorkomende leeftijdscategorie waarbij sprake was van een maatregel, is die van 12 tot en met 17 jaar (51%). De leeftijdscategorie 4 tot en met 11 jaar volgt daarna met 33,3%. De categorie tot en met 3 jaar kwam zes keer voor (11,8%) en tot slot de categorie 18+, die twee keer voorkwam (3,9%). Maatregelen De verdeling van de maatregelen ziet er als volgt uit: Tabel werksoort Frequenties Percentage OTS 34 66,7 Voogdij 12 23,5 JR 5 9, OTS Voogdij JR De maatregel OTS kwam het vaakst voor buiten de provincie (66,7%), gevolgd door de voogdijmaatregel (23,5%). De JR-maatregel kwam het minst vaak voor (9,8%). 83

84 Kernproblematiek In de tabel hieronder wordt de verdeling van de kernproblematiek weergegeven voor de gemeenten buiten de provincie. De kernproblemen zijn opgedeeld in hoofdcategorieën (jeugdige, gezin en sociale context), welke uit één of meerdere subcategorieën bestaan. Hoofdcategorie kernproblematiek Jeugdige Frequentie Percentage Klinische stoornis 32 62,7 Gedragsproblematiek 34 66,7 Persoonlijkheidsproblematiek 19 37,3 Achterstand (functie) ontwikkeling 35 68,6 Gezondheidsproblemen/somatische klachten 18 35,3 Gezin Gezinsproblemen 47 92,2 Veiligheidsproblemen Sociale context Problemen in schoolse functioneren/daginvulling 24 47,1 Opvallende zaken In de grafiek hieronder worden de uitkomsten van de hoofdcategorieën kernproblematiek van andere provincies vergeleken met de gemiddelde percentages van alle gemeenten Percentage buitenprovinciaal Gemiddelde percentage alle gemeenten De verdeling van de maatregelen bij de andere provincies is vergelijkbaar met de verdeling van de gemeenten in Friesland. Wat betreft de kernproblematiek zijn veel categorieën bijna gelijk, zoals hierboven in de grafiek is te zien. Wel is er een opvallend verschil bij de categorie persoonlijkheidsproblematiek. Daarom wordt deze categorie hieronder verder uitgewerkt. 84

85 Persoonlijkheidsproblematiek Het gemiddelde percentage persoonlijkheidsproblematiek in de provincie Friesland is 31,1%. Bij de andere provincies is dit percentage 37,3%. In de grafiek hieronder wordt de persoonlijkheidsproblematiek visueel gemaakt voor de provincies buiten Friesland. Persoonlijkheidsproblematiek In de grafiek valt te zien dat met name problemen bij de persoonlijkheidsontwikkeling voorkomen, gevolgd door oppositionele-/antisociale gedragsproblemen. Daarnaast komen culturele problemen, problemen met de identiteitsontwikkeling en persoonlijkheidsstoornissen voor. 85

86 Hoofdstuk 4 Verwijzingen 4.1 Inleiding In het jaar 217 zijn er door de medewerkers van Jeugd- en Gezinsbescherming in totaal 1455 verwijzingen gedaan, oftewel bepalingen jeugdhulp. Deze bepalingen zijn onderverdeeld in een aantal categorieën. Het aantal verwijzingen komt niet overeen met het aantal cliënten in 217. Dit kan bijvoorbeeld komen doordat er bij één cliënt meerdere verwijzingen zijn gedaan. Verwijzingen Frequentie Percentage Jeugd AWBZ extramuraal ,3 Jeugd AWBZ intramuraal 119 8,2 Generalistische basis GGZ 49 3,3 Specialistische GGZ ,5 Jeugdzorgplus 57 3,9 Jeugd- en opvoedhulp ,8 In bovenstaande tabel is zichtbaar dat de meeste verwijzingen uit gaan naar jeugd- en opvoedhulp. Dit was voor 55,8% van de cliënten het geval. Na Jeugd- en opvoedhulp komt jeugd AWBZ extramuraal het meest voor (17,3%). Op de derde plek komen de verwijzingen naar specialistische GGZ. 4.2 Verwijzingen per gemeente Hieronder een tabel en grafiek met percentages van de hoeveelheid verwijzingen per gemeente. 86

87 In de grafiek is te zien welke soorten jeugdhulp per gemeente zijn ingezet vanuit maatregelenhulp. Op de drie meeste gebruikte vormen van zorg wordt nader ingegaan. Er is in 217 veruit het meest verwezen naar Jeugd- en opvoedhulp. Gemeenten waar het aandeel van Jeugd- en opvoedhulp groot is, zijn: Ameland, Weststellingwerf, Leeuwarderadeel en Ferwerderadiel. In de gemeente Dantumadiel en Kollumerland en Nieuwkruisland is het minst vaak verwezen naar Jeugd- en opvoedhulp. Jeugd AWBZ extramuraal betreft zorg aan jeugdigen die niet in een instelling verblijven. Het kan gaan om zorg die geboden wordt in de thuissituatie en/of bij de zorgaanbieder. Vooral in de gemeente Littenseradiel wordt veel gebruik gemaakt van jeugd AWBZ extramuraal. Daarop volgen de gemeente Dantumadiel en Kollumerland en Nieuwkruisland. In Ferwerderadiel en op Ameland is geen gebruik gemaakt van jeugd AWBZ extramuraal. De specialistische GGZ behandelt mensen met ernstige, complexe of vaker terugkerende klachten. Voornamelijk in Kollumerland en Nieuwkruisland, Franekeradeel en de Fryske Marren zijn veel verwijzingen gedaan naar specialistische GGZ. In een aantal gemeenten is geen enkele verwijzing uitgegaan naar specialistische GGZ, namelijk Achtkarspelen, Leeuwarderadeel, Littenseradiel, Menameradiel, Weststellingwerf en Ameland. 87

88 4.3 Verwijzingen uitgewerkt Jeugd AWBZ extramuraal Extramurale AWBZ zorg betreft de zorg aan cliënten die niet in een instelling verblijven. Het is zorg die de cliënt op afspraak bij de zorgaanbieder krijgt, of die de zorgaanbieder bij de cliënt aan huis levert. In onderstaande tabel wordt deze categorie uitgewerkt per gemeente in percentages. Jeugd AWBZ extramuraal Achtkarspelen Ameland Buitenprovinciaal Dantumadiel De Fryske Marren Dongeradeel Ferwerderadiel Franekeradeel Harlingen Heerenveen Het Bildt Kollumerland en N Leeuwarden Leeuwarderadeel Littenseradiel Menameradiel Ooststellingwerf Opsterland Smallingerland Sudwest Fryslan Tytsjerksteradiel Weststellingwerf Percentages Vooral in gemeente Littenseradiel wordt veel gebruik gemaakt van jeugd AWBZ extramuraal. Daarop volgen de gemeente Dantumadiel en Kollumerland en Nieuwkruisland. In Ferwerderadiel en op Ameland is geen gebruik gemaakt van jeugd AWBZ extramuraal. De percentages zijn als volgt af te lezen. Wanneer we kijken naar Achtkarspelen is er bij meer dan 3 procent van de beschikkingen voor Jeugd AWBZ extramuraal gekozen. Dit houdt in dat deze zorg bij 13 cliënten in Achtkarspelen van het totaal aantal beschikkingen dat is afgegeven in Achtkarspelen, namelijk

89 Jeugd AWBZ intramuraal Intramurale AWBZ zorg betreft de zorg die cliënten ontvangen gedurende een onafgebroken verblijf in een instelling. Het gaat om zorg in een verpleeghuis of verzorgingshuis, instelling voor gehandicapten of instelling voor cliënten met langdurige psychische problemen. In onderstaande tabel wordt deze categorie uitgewerkt per gemeente in percentages Jeugd AWBZ intramuraal 5 Achtkarspelen Ameland Buitenprovinciaal Dantumadiel De Fryske Marren Dongeradeel Ferwerderadiel Franekeradeel Harlingen Heerenveen Het Bildt Kollumerland en N Leeuwarden Leeuwarderadeel Littenseradiel Menameradiel Ooststellingwerf Opsterland Smallingerland Sudwest Fryslan Tytsjerksteradiel Weststellingwerf Percentages In de gemeente Dantumadiel is in vergelijking met andere gemeenten meer gebruik gemaakt van intramurale zorg. Ook in Het Bildt en Leeuwarderadeel is meermaals gebruik gemaakt van deze zorg. In Franekeradeel, Kollumerland en Nieuwkruisland, Menameradiel en op Ameland is geen gebruik gemaakt van deze zorg. 89

90 Generalistische Basis GGZ De Generalistische Basis GGZ is bedoeld voor mensen met lichte tot matige psychische problemen. Deze zorg is vaak kortdurend en klantgericht. In onderstaande tabel wordt deze categorie uitgewerkt per gemeente in percentages. Generalistische basis GGZ Achtkarspelen Ameland Buitenprovinciaal Dantumadiel De Fryske Marren Dongeradeel Ferwerderadiel Franekeradeel Harlingen Heerenveen Het Bildt Kollumerland en N Leeuwarden Leeuwarderadeel Littenseradiel Menameradiel Ooststellingwerf Opsterland Smallingerland Sudwest Fryslan Tytsjerksteradiel Weststellingwerf Percentages In de gemeente Ferwerderadiel en Het Bildt is in vergelijking met de andere gemeenten meer gebruikt gemaakt van de Generalistische Basis GGZ. De Fryske Marren en Opsterland volgen daarop. Er zijn meerdere gemeenten die in 217 bij de cliënten van Jeugd- en Gezinsbescherming geen gebruik hebben gemaakt van de Generalistische Basis GGZ. 9

91 Specialistische GGZ De specialistische GGZ behandelt mensen met ernstige, complexe of vaker terugkerende klachten. In onderstaande tabel wordt deze categorie uitgewerkt per gemeente in percentages Specialistische GGZ 5 Achtkarspelen Ameland Buitenprovinciaal Dantumadiel De Fryske Marren Dongeradeel Ferwerderadiel Franekeradeel Harlingen Heerenveen Het Bildt Kollumerland en N Leeuwarden Leeuwarderadeel Littenseradiel Menameradiel Ooststellingwerf Opsterland Smallingerland Sudwest Fryslan Tytsjerksteradiel Weststellingwerf Percentages Voornamelijk in Franekeradeel en Kollumerland en Nieuwkruisland zijn veel verwijzingen gedaan naar specialistische GGZ, maar ook de Fryske Marren en Ooststellingwerf en bij buiten provinciale cliënten was dit aan de orde. Toch is er ook een aantal gemeenten waarbij geen sprake was van verwijzingen naar specialistische GGZ, namelijk Achtkarspelen, Leeuwarderadeel, Littenseradiel, Menameradiel, Weststellingwerf en Ameland. 91

92 Jeugdzorgplus Onder Jeugdzorgplus vallen alle gesloten plaatsingen van jeugdigen tussen de 12 en 18 jaar. In onderstaande tabel wordt deze categorie uitgewerkt per gemeente in percentages. Jeugdzorgplus Achtkarspelen Ameland Buitenprovinciaal Dantumadiel De Fryske Marren Dongeradeel Ferwerderadiel Franekeradeel Harlingen Heerenveen Het Bildt Kollumerland en N Leeuwarden Leeuwarderadeel Littenseradiel Menameradiel Ooststellingwerf Opsterland Smallingerland Sudwest Fryslan Tytsjerksteradiel Weststellingwerf Percentages In Ooststellingwerf, Smallingerland en Weststellingwerf zijn de meeste cliënten gesloten geplaatst. Daarna komen de gemeenten Dongeradeel, Leeuwarden en Opsterland. Er is ook een aantal gemeenten waarin geen enkele jeugdige gesloten is geplaatst in het jaar

93 Jeugd- en opvoedhulp Jeugd- en opvoedhulp is zorg die primair bedoeld is voor jongeren en hun ouders bij opgroei- en opvoedingsproblemen van geestelijke, sociale of pedagogische aard die de ontwikkeling naar volwassenheid belemmeren. In onderstaande tabel wordt deze categorie uitgewerkt per gemeente in percentages. Jeugd- en opvoedhulp Achtkarspelen Ameland Buitenprovinciaal Dantumadiel De Fryske Marren Dongeradeel Ferwerderadiel Franekeradeel Harlingen Heerenveen Het Bildt Kollumerland en N Leeuwarden Leeuwarderadeel Littenseradiel Menameradiel Ooststellingwerf Opsterland Smallingerland Sudwest Fryslan Tytsjerksteradiel Weststellingwerf Percentages In 217 is het meest verwezen naar deze vorm van hulp. Bij de gemeente Ameland zijn alle cliënten verwezen naar Jeugd- en opvoedhulp. Bij de gemeente Weststellingwerf gaat het om 84,6%. Andere gemeenten waarbij veel is verwezen naar jeugd- en opvoedhulp zijn Ferwerderadiel, Leeuwarderadeel, Menameradiel, Opsterland en Súdwest-Fryslân. In de gemeente Dantumadiel en Kollumerland en Nieuwkruisland is het minst vaak verwezen naar Jeugd- en opvoedhulp. 93