Gebruik jeugdzorg in Zuidoost-Friesland, 1e half jaar Feitenblad

Transcriptie

1 Gebruik jeugdzorg in Zuidoost-Friesland, 1e half jaar 2015 Feitenblad

2 Leeswijzer Zicht op jeugdzorggebruik Sinds de invoering van de Jeugdwet op 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van de jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Dit feitenblad biedt inzicht in het gebruik dat jeugdigen in Zuidoost-Friesland maken van jeugdzorg. Jeugdigen kunnen tegelijkertijd te maken krijgen met vrijwillige jeugdhulp, en maatregelen in het kader van drang of dwang. In dit feitenblad is vooral gekozen voor de uitwerking van de cijfers jeugdhulp. De uitwerking van de cijfers jeugdbescherming en jeugdreclassering is niet meegenomen. De Corop (CR) regio Zuidoost-Friesland bestaat uit vijf gemeenten: Heerenveen, Ooststellingwerf, Opsterland, Smallingerland en Weststellingwerf. De indeling van gemeenten in de CR gebieden wijkt af van de indeling van gemeenten in de RMC-regio. De gemeenten Achtkarspelen, Tytsjerksteradiel en Littenseradiel vallen wel in het CR gebied Noord-Friesland, maar niet in RMC regio 6, Friesland- Noord. Daarom zijn voor deze gemeenten de lokale cijfers in een apart feitenblad weergegeven. Wat is jeugdhulp? Dit feitenblad geeft een overzicht van het soort gegevens dat in het kader van de uitvoering van de Jeugdwet door CBS worden verzameld en gepubliceerd. U treft gegevens aan over: het aantal jeugdigen dat jeugdzorg gebruikt; de groeicijfers voor het aantal jeugdzorgtrajecten; de mate waarin jeugdhulptrajecten volgens plan zijn afgesloten; de duur van trajecten jeugdhulp; de verwijzers naar trajecten jeugdhulp; achtergrondkenmerken van de zorggebruikers, zoals leeftijd en samenstelling gezin bij start hulpvraag; en het percentage jeugdigen in jeugdhulp (indicator CBS) Jeugdhulp is alle ondersteuning, hulp en zorg - niet zijnde preventie - die gemeenten leveren om; problemen en de gevolgen hiervan bij het groeien en opvoeden te verminderen; jeugdigen, ouders en betrokkenen in het netwerk van de jeugdigen met de gevolgen hiervan te leren omgaan. Het doel van jeugdhulp is dat jeugdigen ondanks hun somatische, verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking, gedragsprobleem, chronisch psychisch probleem of psychosociaal probleem zo zelfstandig mogelijk kunnen functioneren en deelnemen aan het maatschappelijk verkeer. Jeugdhulp is gericht op jeugdigen van nul tot 18 jaar. In bijzondere situaties kan jeugdhulp doorlopen tot 23 jaar. Het gebruik van jeugdhulp via een PGB is in deze cijfers niet meegenomen.

3 Eerste helft jeugdigen uit Friese gemeenten maakten gebruik van jeugdzorg Gebruikte afkortingen: Mannen 60% Vrouwen 40% JH JB JR : Jeugdhulp : Jeugdbescherming : Jeugdreclassering Gebruik jeugdzorg is toegenomen In het eerste half jaar van 2015 maakten jongeren uit Friese gemeenten gebruik van jeugdzorg, waarvan 60% mannelijk en 40% vrouwelijk. In de CR regio Zuidoost-Friesland maakten 3855 jeugdigen gebruik van jeugdzorg. De meeste jeugdigen, kregen alléén jeugdhulp, namelijk 3255 (84% van de jeugdzorggebruikers). Voorts kregen 155 jeugdigen (4%) te maken met alléén een jeugdbeschermingsmaatregel en hadden 50 jongeren (1%) alléén te maken met jeugdreclassering. Ongeveer 400 (10%) jeugdigen gebruikten een combinatie van trajecten. Zij kregen naast jeugdhulp bijvoorbeeld ook jeugdbescherming of jeugdreclassering. Voor 15 jongeren werd zowel jeugdhulp, jeugdbescherming als jeugdreclassering ingezet. Dat is 0,4% van de jeugdzorggebruikers. Alleen jeugdhulp Alleen jeugdbescherming Alleen jeugdreclassering Combinaties JH, JB en/of JR Aantal jeugdigen met jeugdzorg in Zuidoost-Friesland Het aantal trajecten jeugdzorg voor Friese jeugdigen steeg in Zuidoost-Friesland per 30 juni 2015 met gemiddeld 5% ten opzichte van 31 maart Landelijk groeide het aantal trajecten met 3%. De grootste toename met 8% is te zien in de gemeente Weststellingwerf. In de gemeente Ooststellingwerf bleef het aantal trajecten gelijk. Jeugdzorg is een overkoepelende term waar sprake van is als een jeugdige gebruik heeft gemaakt hebben van jeugdhulp, jeugdbescherming of jeugdreclassering. Jeugdbescherming is een maatregel die de rechter dwingend oplegt. Het doel van de kinderbeschermingsmaatregelen is het opheffen van de bedreiging voor de veiligheid en ontwikkeling van het kind. Een kind of jongere wordt dan onder toezicht gesteld of onder voogdij geplaatst. Jeugdreclassering is een combinatie van begeleiding en controle voor jongeren vanaf 12 jaar, die voor hun 18e verjaardag met de politie in aanraking zijn geweest en een proces-verbaal hebben gekregen.

4 Een derde van de trajecten voortijdig afgesloten In het eerste halfjaar van 2015 liepen in deze regio 4400 trajecten jeugdhulp, waarvan 3875 zonder verblijf en 525 met verblijf. Van de trajecten jeugdhulp zonder verblijf werden 245 trajecten (6%) door het wijk- en gebiedsteam zelf uitgevoerd. Daarvan zijn bijna alle trajecten (230; 94%) geregistreerd in de gemeente Heerenveen. In deze periode zijn in totaal 2095 jeugdhulptrajecten begonnen en 795 trajecten beëindigd. De meeste beëindigde trajecten werden volgens plan óf in overeenstemming met de cliënt beëindigd (680; 86%). Er werden 280 trajecten (35%) voortijdig afgesloten, waarvan meer dan de helft in overeenstemming tussen cliënt en aanbieder (165; 59%). Van de voortijdig afgesloten trajecten werden 40 trajecten (14%) éénzijdig beëindigd door de cliënt, 25 éénzijdig door de aanbieder (9%), en 50 (18%) door externe factoren. Dat betekent dat het in ieder geval bij 115 (14%) van de 795 beëindigde trajecten, ofwel één op de zeven trajecten, onzeker is of de ervaren problematiek door de interventie voldoende is afgenomen. Duur trajecten jeugdhulp zonder verblijf meestal tot zes maanden Van de 685 beëindigde trajecten jeugdhulp zonder verblijf duurden 420 trajecten (62%) maximaal tot 6 maanden. Ruim een derde van de trajecten (38%) duurde zes maanden of langer. De meeste trajecten daarvan duurden tussen de zes maanden en een jaar (135; 20%). In deze regio zijn vijftien trajecten jeugdhulp zonder verblijf geregistreerd die vier jaar of langer duurden. Er zijn geen cijfers gegeven in de categorie trajecten van 3 tot 4 jaar. Dat betekent dat het aantal op 7 of lager ligt. Voor de langdurige trajecten kunnen weinig cijfers per gemeente worden gegeven. Reden beëindiging trajecten jeugdhulp Duur beëindigde trajecten 25;4% 15;2% 25;3% 0;0% 50; 40; 6% 80; 5% 12% 205; volgens plan afgesloten 30% 165; voortijdig in overeenstemming 21% 135; voortijdig éénzijdig door cliënt 515; 20% 65% voortijdig éénzijdig door aanbieder voortijdig door externe omstandigheden 215; 32% 0 tot 3 maanden 3 tot 6 maanden 6 maanden tot 1 jaar 1 tot 2 jaar 2 tot 3 jaar 3 tot 4 jaar 4 jaar of langer

5 Vrij toegankelijke jeugdhulp nam toe Gemeenten mogen zelf bepalen welke jeugdhulp vrij toegankelijk is. Daardoor kan de toegang tot jeugdhulp in gemeenten verschillend zijn geregeld. Bij vrij toegankelijke jeugdhulp hebben ouders en jeugdigen geen verwijzer nodig. Het verwijzingspatroon naar álle jeugdhulptrajecten in de regio Zuidoost-Friesland is vergeleken met de verwijzingspatronen op provinciaal en landelijk niveau. Voor deze cijfers is gekeken naar de verwijzingspatronen voor álle 4400 trajecten jeugdhulp uit het eerste halfjaar Het gebruik van vrij toegankelijke jeugdhulptrajecten ( Geen verwijzer, 21%), lag gemiddeld hoger dan in Nederland (12%), maar lager dan gemiddeld in Fryslân (23%). Verwijzingen kwamen in Zuidoost-Friesland ook relatief minder vaak via de gemeentelijke toegang tot stand (5%), dan landelijk het geval was (11%). Het cijfer is gelijk aan dat voor het provinciaal gemiddelde. De rol die de wijk- en gebiedsteams spelen lijkt op basis van de cijfers in het eerste halfjaar van 2015 wel iets te zijn toegenomen. Van het totaal van het aantal jeugdhulptrajecten uit het eerste halfjaar is 5% verwezen door de gemeentelijke toegang. Bij nieuw begonnen trajecten is dat percentage 8%. Maar ook het aandeel vrij toegankelijke jeugdhulp (geen verwijzer) was in begonnen trajecten hoger dan bij alle jeugdhulptrajecten, namelijk 28%. Huisarts verwijzer meeste trajecten jeugdhulp Om te verkennen welke verwijzers de grootste rol spelen bij het toeleiden naar jeugdhulptrajecten zijn de cijfers gebruikt van de in 2015 begonnen trajecten. In die cijfers zijn de minste Onbekende verwijzers geregistreerd, zodat de kans op vertekening van de cijfers het kleinst is. Van de 4400 trajecten jeugdhulp zijn 2095 trajecten in 2015 begonnen. Ruim een kwart van de begonnen trajecten betrof vrij toegankelijke jeugdhulp (geen verwijzer, 28%). Voor een klein deel van de begonnen trajecten (35, 2%) stond de verwijzer nog als onbekend geregistreerd. Een traject kan volgens het Informatieprotocol Beleidsinformatie Jeugd alleen een onbekende verwijzer hebben als het traject voor is gestart. Jeugdartsen waren verantwoordelijk voor de verwijzing naar 10 trajecten (0,5%). Bijna de helft van de begonnen trajecten jeugdhulp kwam tot stand na verwijzing door de huisarts (43%) en 13% via een gecertificeerde instelling (GI). Een gecertificeerde instelling is een organisatie die een jeugdbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering uitvoert. Slechts 8% van de in 2015 begonnen trajecten jeugdhulp kwamen tot stand na verwijzing via de gemeentelijke toegang. Percentage van álle verwijzingen naar trajecten jeugdhulp 21 Onbekend 21 Geen verwijzer Medisch specialist 5 Gecertificeerde instelling 11 Jeugdarts 0 38 Huisarts Gemeentelijke toegang Zuidoost-Friesland Noord (Corop) (Corop) Fryslân Nederland Nederland Aandeel verwijzers naar begonnen trajecten jeugdhulp 2% 8% Gemeentelijke toegang 28% Huisarts Jeugdarts Medisch specialist 43% Gecertificeerde instelling 13% Geen verwijzer Onbekend 6% 0%

6 Laag gebruik jeugdzorg door 0-4 jarigen In het eerste halfjaar van 2015 maakten de Friese basisschoolleerlingen absoluut gezien het meest gebruik van jeugdzorg (6245), direct gevolgd door de 12 tot 18 jarigen (5060). Bij alle gemeenten in dit gebied is deze trend terug te zien. De gebruikscijfers zijn vervolgens naast het aantal leeftijdsgenoten gezet. De grootste deelname aan jeugdzorg is op provinciaal niveau terug te zien bij de 12 tot 18 jarigen (12% van de 12 tot 18 jarigen), gevolgd door de 4 tot 12 jarigen (10%). De 18 tot 23 jarigen maakten weinig gebruik van jeugdzorg (0,4%). Deze leeftijdsgroep kan bij uitzondering gebruik maken van jeugdzorg, zodat deze relatief lage deelname is te verklaren. Ook het percentage 0 tot 4 jarigen in de jeugdzorg was opvallend laag (2%). Voor alle vijf gemeenten uit deze regio gold net als voor Fryslân en Nederland dat de deelname aan jeugdzorg van de jongste kinderen ten opzichte van de andere leeftijdscategorieën, zowel absoluut als relatief gezien laag is. Voor de gemeente Ooststellingwerf zijn voor de leeftijdsgroep 18 tot 23 jaar geen gebruikscijfers gegeven. Wanneer CBS geen cijfers verstrekt is de waarde van de cijfers 7 of lager. In de grafiek zijn de twee gemeenten weergegeven met de hoogste en laagste percentages. Meeste jeugdigen uit gezin met twee ouders De meerderheid van de Friese jeugdigen (61%) woonden bij start van het jeugdzorgtraject in een tweeoudergezin. Bijna een derde kwam uit een éénoudergezin (27%). Iets minder dan één op de 10 jeugdigen woonde bij de start van een jeugdzorgtraject niet thuis met ouders samen (12%). Ook voor de individuele gemeenten uit Zuidoost-Friesland gold dat de meeste jeugdzorggebruikers uit een gezin met een al dan niet gehuwd ouderpaar kwamen. Wel zijn per gemeente verschillen te zien tussen het aandeel jeugdigen dat uit een éénoudergezin of uit een tweeoudergezin afkomstig is. De gemeente met het grootste aandeel jeugdigen uit een éénoudergezin is Heerenveen (29%). In Opsterland kwam het laagste aandeel jeugdigen in jeugdzorg uit een éénoudergezin (20%). Voor het aandeel jeugdigen in jeugdzorg afkomstig uit een tweeoudergezin is het hoogste percentage te zien in Weststellingwerf (66%); het laagste percentage in Smallingerland (59%).In Smallingerland is het aandeel jeugdigen met jeugdzorg afkomstig uit een ander huishouden het hoogst; het laagste percentage komt uit Heerenveen Percentage jeugdigen in jeugdzorg naar leeftijd ,7 0,40,60,8 0 tot 4 jaar 4 tot 12 jaar 12 tot 18 jaar 18 tot 23 jaar Nederland Fryslân Leeuwarden Opsterland Achtkarspelen Smallingerland Percentage gebruik jeugdzorg naar gezinskenmerken Weststellingwerf Smallingerland Opsterland Ooststellingwerf Heerenveen Fryslân Nederland % 20% 40% 60% 80% 100% Thuiswonend kind in éénouder gezin Thuiswonend kind in tweeouder gezin Andere huishoudens

7 Aantal jeugdigen met jeugdhulp per gemeente Voor deze cijfers zijn twee CBS tabellen gebruikt. De tabel Jongeren met jeugdzorg en jeugdzorgtrajecten, wijken, en de tabel Indicatoren jeugdzorg; gemeenten. In absolute aantallen hadden de gemeenten Leeuwarden (1975), Súdwest-Fryslân (1340) en Smallingerland (1200) in Fryslân het hoogste aantal jongeren in de jeugdhulp. Als we kijken naar het aandeel jongeren in de jeugdhulp ten opzichte van alle jongeren tot 18 jaar in een gemeente dan blijken de gemeenten Smallingerland (9,9%), Heerenveen (9,8%), Leeuwarden (9,7%) het hoogst te scoren. De gemeenten Ameland (4,2%), Vlieland (5,3%) en Schiermonnikoog (5,5%) hadden relatief gezien de minste jeugdigen in de jeugdhulp. In Zuidoost-Friesland gebruikten ongeveer 3655 jeugdigen jeugdhulp. Zowel absoluut als relatief gebruikten jongeren uit de gemeenten Heerenveen (1045, 9,8%) en Smallingerland (1200, 9,9%) de meeste jeugdhulp. Het gebruik in de drie andere gemeenten bleef onder de 9%. Bron: CBS bewerking Fries Sociaal Planbureau Smallingerland 9,9% Heerenveen 9,8% Leeuwarden 9,7% Friese gemeenten met het grootste aandeel jeugdhulp Landelijk 7,7% Friese gemeenten met het kleinste aandeel jeugdhulp Ameland 4,2% Vlieland 5,3% Schiermonnikoog 5,5%

8 Samenvatting Verantwoording cijfers en vergelijkbaarheid In de eerste helft van 2015 hebben 3855 jeugdigen in de regio Zuidoost-Friesland gebruik gemaakt van jeugdzorg (jeugdhulp, jeugdbescherming of jeugdreclassering). Het grootste deel van jeugdzorggebruikers, 84%, kreeg alléén jeugdhulp. In Nederland maakte 7,7% van de jeugdigen gebruik van jeugdhulp; in alle gemeenten uit deze regio ligt het gebruik boven de 8%. Ruim de helft van de afgesloten jeugdhulptrajecten (62%) duurden tot 6 maanden. Een klein deel, 10% van de jeugdigen met jeugdzorg, had te maken met complexere trajecten, waarin zowel jeugdhulp, als jeugdbescherming en/of jeugdreclassering geboden werd. Slechts 0,4% van deze jeugdigen kregen in deze periode een aanbod op alle drie de vormen van jeugdzorg. Juist voor jeugdigen met een gecombineerd aanbod van (zorg-) trajecten is samenwerking tussen de verschillende professionals via een één gezin, één plan benadering van groot belang. Van alle begonnen trajecten jeugdhulp kwam 8% procent binnen via de gemeentelijke toegang en 43 procent via de huisarts. De wijk- en gebiedsteams voerden zelf maar een heel klein deel van de trajecten jeugdhulp uit (6%). Op grond van deze cijfers is het de vraag in welke mate de wijk- en gebiedsteams goed zicht kunnen hebben op de gezinnen die jeugdzorg gebruiken, zodat tijdig de juiste gezinsondersteuning kan worden geregeld. Basisschoolleerlingen en tieners maken in alle gemeenten een aanmerkelijk grotere kans op jeugdhulp dan ouders van baby s en peuters. Juist in de eerste levensjaren wordt winst verwacht van preventie en vroegtijdige hulp. De cijfers jeugdzorg zijn gebaseerd op een nieuwe CBS statistiek, en de toegang tot jeugdzorg is sinds januari 2015 anders geregeld. Er is een langere periode van monitoring nodig om conclusies te kunnen trekken over de effecten van het veranderde beleid. In het kader van de Jeugdwet is door het CBS een nieuwe statistiek ontworpen. Voor deze rapportage zijn de CBS cijfers gebruikt van het eerste half jaar 2015, gepubliceerd op 30 oktober De cijfers worden twee maal per jaar uitgebracht: eind oktober en eind maart. De volgende cijfers worden in het voorjaar van 2016 verwacht. In ieder geval tot die tijd hebben de hier gepubliceerde cijfers een voorlopige status. De cijfers jeugdzorg over het eerste helft van 2015 zijn lastig te vergelijken met CBS cijfers over eerdere jaren. De cijfers uit 2015 zijn halfjaarcijfers, terwijl voor eerdere jaren alleen de jaarcijfers bekend zijn. Verder zijn de hier gepresenteerde cijfers afgerond op vijftallen. Hierdoor kan de som van de detailgegevens afwijken van het totaal. Om het risico op onthulling van individuen te voorkomen zijn de waarden 0 tot en met 7 door CBS weergegeven als geheim. Bovendien zijn de cijfers voorlopig, en zijn de cijfers van jeugdhulp gefinancierd via een PGB hierin niet meer meegenomen. Daardoor kan het gebruik jeugdhulp hoger uitkomen dan deze cijfers suggereren.

9 Bijlagen Bijlagen bij feitenblad Gebruik Jeugdzorg in Zuidoost-Friesland, 1e half jaar 2015 Tabel 1. Aantal jeugdigen 0 tot 23 jaar dat gebruik maakte van jeugdzorg, 1e helft 2015 Tabel 2. Percentage jeugdigen 0 tot 23 in jeugdzorg Tabel 3. Aandeel jeugdigen in jeugdzorg in % van leeftijdgenoten, 1e helft 2015 Bron: Partoer

10 Bijlage 1 Tabel 1 laat het aantal jeugdigen in de jeugdzorg zien. In de linker kolom Alle jeugdzorg staat het totaal aantal unieke jeugdigen vermeld dat in de verslagperiode tot en met 30 juni 2015 gebruik maakte van één of meerdere vormen van jeugdzorg. In de kolommen rechts daarvan zijn het aantal jeugdigen geteld dat een bepaalde vorm van jeugdzorg gebruikt. In een bepaalde periode kunnen jeugdigen meerdere vormen jeugdzorg toegewezen krijgen. De jeugdigen worden in de tabel dan voor elk van de vormen jeugdzorg meegeteld. Daardoor wijkt de optelling van de jongeren per vorm jeugdzorg af van het totaal aantal jeugdigen in de kolom alle jeugdzorg. Waar door CBS geen cijfers zijn gegeven betreft het aantallen van 7 of lager. Tabel 1. Aantal jeugdigen 0 tot 23 jaar dat gebruik maakte van jeugdzorg, 1e helft 2015 Alle jeugdzorg Jeugdhulp zonder verblijf (JHzv) Jeugdhulp met verblijf (JHmv) Jeugdbescherming (JB) Jeugdreclassering (JR) Heerenveen Ooststellingwerf Opsterland Smallingerland Weststellingwerf Bron: CBS, tabel Jongeren met jeugdzorg en jeugdzorgtrajecten; wijken, 2015 ; bewerking Partoer

11 Bijlage 2 CBS publiceert een aantal indicatoren voor het jeugdzorggebruik. Deze zijn in tabel 2 opgenomen. In deze tabel wordt voor twee perioden het percentage jeugdigen weergegeven dat op enig moment in die verslagperioden gebruik maakte van jeugdhulp, jeugdbescherming en/of jeugdreclassering. Bijvoorbeeld: voor de gemeente Opsterland is het percentage jeugdigen dat in het eerste 1e half jaar gebruik maakt van jeugdhulp 7,4 % van de 0 tot 18 jarigen; voor de gemeente Heerenveen ligt dit percentage op 8,5%. Daarnaast wordt een indicator gegeven voor het gebruik van jeugdhulp met verblijf (JHmv), en voor jeugdigen die een combinatie kregen van trajecten jeugdhulp met verblijf (JHmv) en jeugdbescherming (JB + JHmv). Het percentage jeugdigen met verblijf in de tweede kolom betreft het percentage jeugdigen van de jeugdhulpgebruikers dat een traject jeugdhulp met verblijf krijgt. De combinatie jeugdbescherming en jeugdhulp met verblijf betreft het percentage jeugdigen met een jeugdbeschermingsmaatregel dat óók een traject jeugdhulp met verblijf kreeg toegewezen. Voor een aantal indicatoren zijn niet altijd cijfers beschikbaar. Waar door CBS geen cijfers zijn gegeven betreft het aantallen van 7 of lager. Tabel 2. Percentage jeugdigen in jeugdzorg Jeugdigen 0 tot 23; 1e kwartaal 2015 % gebruik Jeugdigen 0 tot 23; 1e halfjaar 2015 % gebruik Jeugdhulp (JH) JHmv in % van alle JH JB 1 JB + JHmv 2 JR 3 Jeugdhulp (JH) JHmv in % van alle JH JB 1 JB + JHmv 2 JR 3 Nederland 6,8 12,2 1,1 42,5 0,4 Heerenveen 8,5 8,4 1,1 37,4 0,1 Ooststellingwerf 7,7 13,3 1,3 46,9. Opsterland 7,4 15,9 1,4 52,8. Smallingerland 8,9 15,8 1,6 46,6 0,5 Weststellingwerf 7,6 9,9 1,1 39,3. 7,7 11,5 1,1 42,7 0,4 9,8 8,2 1,1 38 0,2 8,4 12,5 1,2 48,3 0,2 8,1 15,3 1,4 53,3 0,2 9,9 15,9 1,7 48,8 0,7 8,7 9,1 1,1 41,4. 1 In % van alle jeugdigen tot 18 jaar 2 In % van alle jeugdigen met jeugdbescherming tot 18 jaar 3 In % van alle jeugdigen van 12 tot 23 jaar Bron: CBS, tabel Indicatoren Jeugdzorg, gemeenten, 2015 ; bewerking Partoer

12 Bijlage 3 Volgens de jeugdwet wordt jeugdzorg geboden aan jeugdigen van 0 tot 18 jaar. In uitzonderlijke situaties kan jeugdzorg worden geboden aan jongeren tot 23 jaar. In tabel 3 is weergegeven welk percentage jeugdigen uit een bepaalde leeftijdscategorie gebruik maakte van jeugdzorg. In de gemeente Heerenveen kwamen 3% van de 0-4 jarigen, 12% van de 4 tot 12 jarigen, 12% van de 12 tot 18 jarigen en 0,6% van de 18 tot 23 jarigen in aanmerking voor jeugdzorg. Tabel 3. Aandeel jeugdigen in jeugdzorg in % van leeftijdgenoten, 1e helft tot 4 aantal % 4 tot 12 aantal % 12 tot 18 aantal % 18 tot 23 aantal % Nederland ,7 Heerenveen ,6 Ooststellingwerf Opsterland ,6 Smallingerland ,8 Weststellingwerf ,8 Bron: CBS, tabel Jongeren met jeugdzorg en jeugdzorgtrajecten; wijken, 2015, bewerking Partoer

13 Colofon Bronnen/links CBS, Jeugdhulp. 1e halfjaar 2015 CBS Jeugdmonitor, beleidsinformatie Jeugdhulp Databank Fries Sociaal Planbureau Ministeries VWS en VenJ (2015). Beleidsinformatie Jeugd. Informatieprotocol versie 2.1. Juni Bijlage 2 bij de Regeling Jeugdwet, geldend op Verkregen via Auteur Bianca Bijlsma bbijlsma@partoer.nl /(058) Henk Fernee hfernee@partoer.nl /(058) Opmaak Jongens van de Jong Partoer Westersingel CK Leeuwarden T (058) De mens als maat