Leesaantekeningen bij Zwicky & Sadock, Ambiguity tests and how to fail them
|
|
- Augusta Visser
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Leesaantekeningen bij Zwicky & Sadock, Ambiguity tests and how to fail them Het doel van dit artikel is het onderscheid te onderzoeken tussen ambiguïteit enerzijds en onderspecificatie of vaagheid anderzijds. Bekijk eerst zin (i): (i) zij liep naar de bank Deze zin is ambigu: hij kan betekenen dat zij naar het zitmeubel liep, of dat zij naar het geldinstituut liep. Hoe weten we dat? Dat weten we, doordat moedertaalsprekers van het Nederlands deze zin als "waar" ervaren indien zij naar het zitmeubel liep, maar ook indien zij naar het geldinstituut liep. We verklaren de ambiguïteit door te veronderstellen dat het mentale woordenboek van moedertaalsprekers van het Nederlands twee verschillende woorden bevat, met twee verschillende betekenissen ('zitmeubel', en 'geldinstituut'), die toevallig allebei klinken als /baŋk/. Heel naïef zou iemand nu als volgt kunnen redeneren. Bekijk zin (ii): (ii) zij liep naar de sofa Zin (ii) is ook ambigu. Hij kan namelijk betekenen dat zij naar de paarse sofa liep, of dat zij naar de roze sofa liep. Hoe weten we dat? Dat weten we, doordat moedertaalsprekers van het Nederlands deze zin als "waar" ervaren indien zij naar de paarse sofa liep, maar ook indien zij naar de roze sofa liep. We verklaren de ambiguïteit door te veronderstellen dat het mentale woordenboek van moedertaalsprekers van het Nederlands twee verschillende woorden bevat, met twee verschillende betekenissen ('paars zitmeubel' en 'roze zitmeubel'), die toevallig allebei klinken als /so:fa:/. De hypothese in de vorige alinea is evident absurd. Er zijn natuurlijk niet twee verschillende woorden sofa, waarvan de betekenissen van elkaar verschillen in een andere specificatie voor de kleur. Er is één woord sofa, met één betekenis, die vaag is, of ongespecificeerd, met betrekking tot de kleur. Omdat de betekenis van het woord sofa de kleur van het zitmeubel niet specificeert, kunnen we zin (ii) naar waarheid gebruiken indien zij naar een roze sofa liep en ook indien zij naar een paarse sofa liep. Maar hoe weten we dat nou eigenlijk? We kunnen wel heel sterk het gevoel hebben dat bank ambigu is, en sofa ongespecificeerd, maar een gevoel is geen wetenschappelijk argument. Hoe kunnen we aantonen dat er niet twee verschillende woorden sofa bestaan? En stel dat iemand zou beweren dat bank niet ambigu is, maar vaag: er is één woord bank, waarvan de betekenis ongespecificeerd laat of het nu precies gaat om een zitmeubel, of om een geldinstituut, of om iets er tussenin? Hoe tonen we dan aan dat dat niet waar is? En stel dat we geconfronteerd worden met een twijfelgeval; hoe kunnen we dan testen of we te maken hebben met ambiguïteit of onderspecificatie? 1 1 Hier is een twijfelgeval: 1
2 Er zijn in de taalkundige literatuur allerlei voorbeelden van woorden en constructies waarvan sommigen beweerden dat ze ambigu waren, en anderen dat ze ongespecificeerd waren. Het doel van dit artikel is om de betrouwbaarheid te onderzoeken van verschillende soorten tests die men zou kunnen gebruiken om ambiguïteit van onderspecificatie te onderscheiden. De auteurs zullen van sommige tests beargumenteren dat ze betrouwbaar zijn en van andere tests, die ook in de literatuur gebruikt worden, dat ze eigenlijk niet betrouwbaar zijn. Een goede manier om je dit artikel eigen te maken is door Nederlandse tegenhangers te proberen te verzinnen voor de Engelse (tegen)voorbeelden, en te zien hoe de verschillende tests erop van toepassing zijn. Probeer ook de tests toe te passen op andere voorbeelden elders in de tekst. Probeer voor jezelf een inventaris bij te houden van ambiguïteits-tests, en of de auteurs ze al dan niet accepteren. Als je een presentatie over dit artikel moet geven, is het de bedoeling dat je een hand-out maakt met voorbeelden aan de hand waarvan je kunt uitleggen wat het verschil is tussen onderspecificatie en ambiguïteit, en welke tests er zoal kunnen worden gebruikt en hoe die werken, en welke er betrouwbaar zijn en welke niet, en waarom. p. 2. De auteurs gebruiken de term "unspecified" voor wat ik hier on(der)gespecificeerd heb genoemd. Het is belangrijk je te realiseren dat hoe we iets noemen onbelangrijk is; waar het om gaat is hoe we verschijnselen verklaren. p. 3, (4). Verg. NL Hij zag haar vallen (= hij zag de vallen die ze had opgesteld, of: hij zag dat ze viel). De ambiguïteit zit 'm hier niet (alleen) in de ambiguïteit van een woord (zoals bank; zgn. "lexicale ambiguïteit") maar (ook) in de verschillende syntactische structuren die aan de zin ten grondslag kunnen liggen (zgn. "structurele ambiguïteit" of "syntactische ambiguïteit"); ga dat na door voor beide interpretaties de zin redekundig te ontleden. p. 3, (5) cook someone s goose = iemand te gronde richten, helemaal verslaan. p. 4 De auteurs leggen hier uit dat het argument dat ik hierboven heb gebruikt om te beargumenteren dat bank ambigu is (namelijk, dat je het in verschillende omstandigheden kunt gebruiken) niet steekhoudend is. Dat wist je natuurlijk al, want ik heb laten zien dat volgens precies datzelfde argument sofa ook ambigu zou zijn. Maar welk argument is er dan eigenlijk wel dat bank ambigu is? p4, laatste alinea. Anders dan de tekst eerst suggereert, zijn er drie klassen van gevallen te onderscheiden. Eerst de niet-systematische ambiguïteit, zoals in (4). (a) Dat kapotte standbeeld heb ik gemaakt 2
3 Ten tweede de onderspecificatie, zoals bij sofa: er is één woord sofa, dat van toepassing is op zowel paarse als roze sofa s: het is wschl. niet zo dat er twee woorden sofa zijn, die onzichtbaar/onhoorbaar verschillend gespecificeerd zijn voor [+roze] resp. [+paars]. Eén argument daarvoor is dat talen dat onderscheid in kleur nu eenmaal nooit markeren (dus waarschijnlijk ook niet onhoorbaar): er is geen taal waarin je aan bijv. een suffix kunt horen wat de kleur is van het object. Merk op dat als sofa wel ambigu was, dat het dan een systematische ambiguïteit zou zijn (je hebt immers hetzelfde effect bij auto stoel, etc.). Ten derde de systematische ambiguiteit. Voorbeeld: het onderscheid tussen een hond en de hond is in bijv het Russisch niet hoorbaar, maar (vermoedelijk) wel aanwezig, dus sobaka 'hond' is ambigu; het onderscheid wordt in sommige talen (NL) hoorbaar gemarkeerd. De ambiguïteit is systematisch, omdat hij niet alleen geldt voor soboka mar ook voor kosjka 'poes', etc. De niet-systematisch ambiguïteit in (4) geldt toevallig voor duck omdat er twee woorden duck zijn, maar niet voor he saw her swan etc. Een puzzelgeval is nu bijv. het Engelse friend. Is dat ondergespecificeerd (nietgespecificeerd voor geslacht), of ambigu (er is een onhoorbare markering mannelijk of vrouwelijk, die in andere talen (bijv. NL) wel hoorbaar is)? p. 5 Probeer aan jezelf uit te leggen hoe het argument van PLAUSIBILITY OF LACK OF SPECIFICATION uitwerkt voor bank en sofa. Waarom is het niet plausibel dat er bij de verschillende lezingen van bank sprake is van onderspecificatie? p. 7. (9) realiseer je dat dog in het Engels hond kan betekenen, maar ook reu (mannelijke hond). Ambigu of ongespecificeerd? p. 7 (11). Probeer te begrijpen waarom (12) contradictoir is, maar (11) niet. Stel dat we veronderstellen dat dog ondergespecificeerd is; verwachten we dan dat (11) contradictoir is? Stel dat we veronderstellen dat dog ambigu is; verwachten we dan dat (11) contradictoir is? Wat is de conclusie? Zijn (iiia) en (iiib) contradictoir? (iii) a. Zij liep naar de bank, maar niet naar de bank b. Zij liep naar de sofa, maar niet naar de sofa p. 9. De redenering over (27) is als volgt. Je kunt (27) letterlijk of sarcastisch opvatten. Is dat ambiguïteit (er zijn eigenlijk twee verschillende zinnen die allebei klinken als (27), de ene met een sarcastische, en de andere met een letterlijke betekenis) of onderspecificatie (de taal laat in het midden of iets letterlijk of sarcastisch moet worden opgevat)? De redenering van Sadock is: het moet wel onderspecificatie zijn, want je ziet precies hetzelfde verschijnsel bij briljant, slim, et cetera (CONSTANCY), en als je zou willen volhouden dat er sprake is van ambiguïteit, dan zou je dus moeten volhouden dat al die bijvoeglijk naamwoorden ambigu zijn tussen een letterlijke en sarcastische betekenis, en dat zou wel heel erg toeval wezen. De auteurs leggen vervolgens uit dat dat argument niet doorslaggevend is, omdat er op 3
4 verschillende manieren sprake zou kunnen zijn van een niet-toevallige, maar systematische ambiguïteit. p. 11. Probeer dit na te doen met het Nederlandse hij zag haar vallen. p. 12. Toegepast op onze voorbeelden, probeerde Sadock (1972) dus aan te tonen dat sofa ambigu is, door te laten zien dat je kunt zeggen: (iv) Het is een sofa, maar hij is niet paars Probeer te begrijpen waarom dat argument niet goed is. p. 13 (41)-(44) Zo kun je ook aantonen dat hij zag haar vallen ambigu is (doordat er twee verschillende syntactische structuren aan ten grondslag liggen), door te laten zien dat er in (v) nog maar één interpretatie overblijft: (v) Hij zag haar hard vallen We kunnen begrijpen waarom (hard past alleen bij een werkwoord vallen, niet bij een meervoudig zelfstandig naamwoord vallen; dan moet je harde gebruiken). Als hij zag haar vallen ongespecificeerd was (één structuur had, met een vage betekenis die in beide situaties (zij valt/zij heeft vallen) van toepassing was) dan zou je niet begrijpen waarom het toevoegen van zo'n bepaling ineens één sub-klasse van situaties zou uitsluiten. p. 14 transformatie : een syntactische regel die van een onderliggende boomstructuur een afgeleide boomstructuur afleidt. Je kent wschl. bijvoorbeeld vraagwoordverplaatsing, die een vragende expressie vooropplaatst, en die gewerkt heeft in [welk boek] i heeft zij t i gelezen?. Zwicky & Sadock veronderstellen dat (45) (49) door verschillende transformaties zijn afgeleid van een zelfde onderliggende structuur, die ook de onderliggende structuur is van (3). Het algemeen idee is hier als volgt. Indien een zin ambigu is doordat er twee verschillende syntactische structuren aan ten grondslag kunnen liggen (zoals bij hij zag haar vallen), dan is het alleszins te verwachten dat die twee verschillende syntactische structuren niet precies dezelfde syntactische operaties toelaten (zoals bijvoorbeeld de invoeging van hard in (v)). Indien een zin daarentegen alleen maar ongespecificeerd is, en er dus maar één syntactische structuur aan ten grondslag ligt, dan is het niet te verwachten dat het toepassen van een syntactische operatie op die ene structuur ineens de betekenis nader zou specificeren. We kunnen hetzelfde laten zien met meer reguliere syntactische operaties zoals vooropplaatsing. Merk in (vi) en (vii) op wat het betekenisverschil is tussen de a-variant en de b-variant, waarin vooropplaatsing heeft plaatsgevonden. Kennelijk zijn de a-varianten syntactisch 4
5 ambigu, en staat maar één van beide syntactische structuren vooropplaatsing toe. We kunnen het hele patroon verklaren door te veronderstellen dat bijvoeglijke bepalingen niet voorop geplaatst mogen worden; probeer te begrijpen hoe dat het patroon verklaart. (vi) a. Hij zag haar vallen b. Haar zag hij vallen (vii) a. Ik zag de man met de verrekijker b. Met de verrekijker zag ik de man Er is, andersom, geen enkele syntactische operatie die je zou kunnen uitvoeren op (ii), waardoor de zin ineens alleen nog maar op gele sofa's van toepassing zou zijn. (ii) is dus in ieder geval niet syntactisch ambigu. p. 16. De twee lezingen van (55) zijn we verwachtten van de psychosemanticus dat hij George zou onderzoeken en we verwachtten van George dat hij door de psychosematicus zou worden onderzocht. (56) heeft alleen de eerste lezing. Raising is de transformatie die (56), waarin the psychosemanticist object is van expect, afleidt van een onderliggende structuur waarin the psychosemanticist subject is van examine (zoals in (55)). p over "identity tests" We gaan gebruikmaken van constructies waarin twee zinsdelen "hetzelfde moeten betekenen". Dat is bijvoorbeeld zo in (viii): (viii) a. Jan kocht een broodje, en Piet ook b. Jan en Piet kochten een broodje Door de weglating van het predikaat in het onderstreepte deel van (viiia) [en door het gebruik van het woordje ook] wordt afgedwongen dat het (ontbrekende) predikaat bij Piet hetzelfde betekent als het predikaat bij Jan. Dus (viiia) is niet waar als Jan een broodje kocht en Piet alleen maar een appel. Hetzelfde geldt eigenlijk nog sterker voor (viiib): Jan en Piet doen ook hier "hetzelfde". In het artikel komen nog een aantal andere constructies voor die IDENTITY OF SENSE te forceren. We kunnen hiervan gebruik maken om ambiguïteit te onderscheiden van onderspecificatie. Het idee is dit. Bekijk zin (ix): (ix) Jan liep naar de bank en Piet ook a. Jan liep naar het geldinstituut, en Piet liep naar het geldinstituut b. Jan liep naar het zitmeubel, en Piet liep naar het zitmeubel c. Jan liep naar het geldinstituut, en Piet liep naar het zitmeubel d. Jan liep naar het zitmeubel, en Piet liep naar het geldinstituut 5
6 Moedertaalsprekers hebben de intuïtie dat (ix) waar is in de omstandigheden omschreven in (ixa) en (ixb), maar niet in (ixc) en (ixd) (die laatste twee heten de GEKRUISTE interpretaties). Dat is niet raar, want de zin zou alleen maar waar kunnen zijn in bijvoorbeeld situatie (ixc), indien we het eerste voorkomen van liep naar de bank in zin (ix), dat wordt toegepast op Jan, opvatten als 'liep naar het geldinstituut', en het tweede (onhoorbare) voorkomen van liep naar de bank in zin (ix), dat wordt toegepast op Piet, opvatten als 'liep naar het zitmeubel'. En dat kan niet, want de constructie (en het woordje ook) eisen dat de beide predikaten dezelfde betekenis hebben. Contrasteer dat met de situatie in (x): (x) Jan kocht een sofa, en Piet ook a. Jan kocht een geel zitmeubel, en Piet kocht een geel zitmeubel b. Jan kocht een paars zitmeubel, en Piet kocht een paars zitmeubel c. Jan kocht een paars zitmeubel, en Piet kocht een geel zitmeubel d. Jan kocht een geel zitmeubel, en Piet kocht een paars zitmeubel Je kunt zelf aanvoelen dat (x) niet alleen waar is in situaties (xa) en (xb), maar ook in de gekruiste situaties (xc) en (xd). Dat kunnen we begrijpen doordat sofa niet twee betekenissen heeft ('geel zitmeubel' en 'paars zitmeubel') die in beide deelzinnen hetzelfde moeten zijn, maar slechts één algemene betekenis 'zitmeubel' die ongespecificeerd is voor kleur. Het contrast tussen (ix) en (x) levert dus een test op voor ambiguïteit versus onderspecificatie. p. 18 Je hoeft niet in conjunction reduction te geloven (dat doet niemand meer), of te begrijpen hoe dat werkte, om het argument te volgen: -je mag alleen soortgelijke constituenten nevenschikken. Daarom staat (58) twee interpretaties toe, niet vier. Maar als er in (4) en (57) sprake was van onderspecificatie (vaagheid), dan zou je vier interpretaties verwachten. -andersom moet tossed down their lunches in (61), die ambigu is, kiezen tussen schrokten hun lunch op en gooiden hun lunch op de grond: dus Morton en Oliver doen hetzelfde. p Bedoelingen van de spreker (om iemand te verrassen met wat je zegt, of te misleiden; om letterlijk of metaforisch opgevat te worden) zijn vaak niet in de taaluiting zelf aanwijsbaar. Dat ik: (xi) Voldemort komt eraan! kan bedoelen als belofte van iets fijns, of als waarschuwing voor iets engs, kun je misschien aan mijn gezicht zien, maar niet aan de semantische of syntactische structuur van de zin zelf. De zin is dus ongespecificeerd; niet ambigu tussen een waarschuwings-interpretatie en een belofte-interpretatie. Je verwacht dus, gegeven het voorgaande, dat dit soort "perlocuties" 6
7 zich voor identiteitstests net zo zullen gedragen als sofa in (x): ook de gekruiste bedoelingen zullen mogelijk zijn. Je zult lezen dat dat vaak uitkomt, maar niet altijd; de auteurs proberen te verklaren hoe dat komt. p. 31 De appendix mag je wel overslaan. Presentatie Als je een presentatie over dit artikel moet geven, is het de bedoeling dat je een hand-out maakt met voorbeelden aan de hand waarvan je uitlegt wat het verschil is tussen onderspecificatie en ambiguïteit, en welke tests er zoal kunnen worden gebruikt en hoe die werken, en welke er betrouwbaar zijn en welke niet, en waarom. De presentatie moet minuten duren. Je hoeft niet alle tests te bespreken, alleen de belangrijkste; het is leuk als je eigen voorbeelden bedenkt. Je hoeft het natuurlijk niet met Zwicky en Sadock eens te zijn. Kleine opdracht (als je geen presentatie geeft over dit artikel) Vind in de teksten (kranten, romans, cursusbeschrijvingen ) die u gedurende de komende weken onder ogen komen twee voorbeelden van ambiguïteit. Toon aan, met een test, dat de voorbeeldzinnen inderdaad ambigu zijn (en niet ondergespecificeerd), en leg uit hoe de test dat laat zien. 7
Inleiding: Combinaties
Zinnen 1 Inleiding: Combinaties Combinaties op verschillende niveaus: Lettergrepen als combinaties van fonemen. Woorden als combinaties van morfemen. Zinnen als combinaties van woorden en woordgroepen.
Nadere informatieWat? Betekenis 2: lambda-abstractie. Boek. Overzicht van dit college. Anna Chernilovskaya. 7 juni 2011
Wat? Betekenis 2: lambda-abstractie Anna Chernilovskaya 7 juni 2011 Vorige keer: Predicaatlogica Vertaling van zinnen Deze keer: Predicaatlogica uitbreiding Vertaling van zinnen in details Overzicht van
Nadere informatieJan gaat naar de apotheek om een brand te blussen
Jan gaat naar de apotheek om een brand te blussen Onderzoek naar het wel of niet defeasible zijn van de meaning enrichment bij weak definites CKI Bachelor Eindwerkstuk 7,5 ECTS Universiteit Utrecht Nena
Nadere informatieEmbedded implicatures!?!
Embedded implicatures!?! Belief reports Jan gelooft dat Piet ziek is. = Piet is ziek B j (Piet is ziek) Belief reports met scalaire elementen Jan gelooft dat Piet enkele boeken van Chomsky gelezen heeft
Nadere informatieOntleden. Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden.
Ontleden Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden. Bij het redekundig ontleden verdeel je de zin in zinsdelen en geef je elk zinsdeel een redekundige naam. Deze zinsdelen
Nadere informatieLTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 7
LTX016B05 Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis College 7 2/121 Vandaag: vierde college Regeer- en Bindtheorie (4/6) 3/121 Vorige colleges:! structuur van alle woordgroepen (X -theorie) XP YP X X ZP specifier
Nadere informatieDe kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie / 15:06 Pag. 47. Kaart 17. Ik heb de band lek, getekend door C. van Bree in 1991.
De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie 07-11-13 / 15:06 Pag. 47 47 Kaart 17. Ik heb de band lek, getekend door C. van Bree in 1991. De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie 07-11-13 / 15:06
Nadere informatieZinsontleden en woordbenoemen groep 7/8
Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8 Naam: 1 Inhoudsopgave: 3 - Onderwerp 4 - Persoonsvorm 5 - Gezegde 6 - Lijdend voorwerp 7 - Meewerkend voorwerp 8 - Werkwoorden 8 - Zelfstandig naamwoorden 9 - Bijvoeglijk
Nadere informatieCover Page. Author: Scholz, Franziska Title: Tone sandhi, prosodic phrasing, and focus marking in Wenzhou Chinese Issue Date:
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19983 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Scholz, Franziska Title: Tone sandhi, prosodic phrasing, and focus marking in
Nadere informatieEen hele eenvoudige benadering van de oplossing van dit probleem die men wel voorgesteld heeft, is de volgende regel:
Accent op voorzetsels en partikels Het tweede probleem dat ik wil gebruiken ter illustratie is een probleem dat meer van belang is voor de spraaktechnologie. Een van de technologieën die spraaktechnologen
Nadere informatieSemantic Versus Lexical Gender M. Kraaikamp
Semantic Versus Lexical Gender M. Kraaikamp Samenvatting Semantisch versus lexicaal geslacht: synchrone en diachrone variatie in Germaanse geslachtscongruentie De meeste Germaanse talen, waaronder het
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing
Onderdeel: leesvaardigheid Lesperiode: 1 Hoofdstuk: 1 + 2 Theorie blz. 7-8, 50 aantekeningen oefeningen uit het leerboek stappenplan lezen De leerling kent de termen onderwerp, deelonderwerp, hoofdgedachte,
Nadere informatie1 WOORDSOORTEN 3 2 ZINSDELEN 8
Deel 1 Grammatica 1 1 WOORDSOORTEN 3 1.1 Tot welke woordsoort behoren de onderstreepte woorden in de volgende zinnen? 3 1.2 Multiple choice. Benoem de onderstreepte woorden 4 1.3 Benoem de onderstreepte
Nadere informatieDoelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar
Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar Hieronder vindt u de leerplandoelen taalbeschouwing die we met onze evaluatie in kaart willen brengen. Ze staan in dezelfde volgorde
Nadere informatieOpgedragen aan Helen Waldrep, mijn geweldige overgrootmoeder
Opgedragen aan Helen Waldrep, mijn geweldige overgrootmoeder Inhoud Deel 1 Hoe kom je er? 7 1. Alles is goed 11 2. Een gevaarlijke gedachte 17 3. God is goed 23 4. Meer informatie graag 31 5. Wist Mozes
Nadere informatieSamenvatting. wh-vraagzinnen genoemd, omdat in het Engels dergelijke vraagwoorden met de letters wh beginnen.
Samenvatting Talen verschillen in de wijze waarop woorden en zinnen of delen daarvan gecombineerd worden om een betekenisvolle expressie te vormen. Bijvoorbeeld, in de Engelse wh-vraagzin Who does John
Nadere informatieAntwoorden Nederlands Ontleding
Antwoorden Nederlands Ontleding Antwoorden door een scholier 1587 woorden 27 april 2010 5,8 10 keer beoordeeld Vak Nederlands Taalkundig ontleden; Lidwoorden; Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig
Nadere informatieFormeel Denken. Herfst 2004
Formeel Denken Herman Geuvers Deels gebaseerd op het herfst 2002 dictaat van Henk Barendregt en Bas Spitters, met dank aan het Discrete Wiskunde dictaat van Wim Gielen Herfst 2004 Contents 1 Propositielogica
Nadere informatiePerson Markers in Spoken Spontaneous Israeli Hebrew. A Systematic Description and Analysis S. Cohen
Person Markers in Spoken Spontaneous Israeli Hebrew. A Systematic Description and Analysis S. Cohen Persoonsmarkeerders in het Spontaan Gesproken Israelisch Hebreeuws (Samenvatting) Het corpus-gebaseerde
Nadere informatieTransfer en toegang tot Universele Grammatica in tweedetaalverwerving door volwassenen
Samenvatting Transfer en toegang tot Universele Grammatica in tweedetaalverwerving door volwassenen Negen casestudies naar de verwerving van het Engels, Duits en Zweeds door volwassen moedertaalsprekers
Nadere informatiehandelingswijzer redekundig ontleden zinsdelen
handelingswijzer redekundig ontleden zinsdelen Naslagwerk Voor leerlingen en ouders INHOUD INHOUD... 2 REDEKUNDIGE ONTLEDING: ZINSDELEN... 3 PERSOONSVORM (pv)... 3 WERKWOORDELIJK GEZEGDE (ww gez)... 3
Nadere informatieZinnen. Zinsontleding VOORBEELDPAGINA S. Bestelnr Het grote taalboek - oefenboek - Paragraaf 18 Zinsontleding.
VOORBEELDPAGINA S Zinnen Zinsontleding Soorten zinnen Er zijn verschillende soorten zinnen. De meest gebruikte zijn: s MEDEDELENDE ZINNEN IN DE AANTONENDE WIJS )K GA VANDAAG NAAR HET STRAND s VRAGENDE
Nadere informatieSamenvatting in het Nederlands
Samenvatting in het Nederlands Congruentie is het verschijnsel in natuurlijke taal dat de vorm van het ene woord afhangt van de kenmerken van een ander woord. Zo hangt in het Nederlands de vorm van het
Nadere informatieHoe identificeer je constituenten?
5 Hoe identificeer je constituenten? In hoofdstuk 1 hebben we het idee geïntroduceerd dat zinnen structuur hebben; nu komen we in meer detail op dat onderwerp terug. We hebben in hoofdstuk 4 gezien dat
Nadere informatieOpdrachten Werkcollege 4
1. Vertaling in predicatenlogica Opdrachten Werkcollege 4 Vertaal de volgende zinnen naar de eerste orde predicatenlogica: Jan of Piet studeert wiskunde Moskou is een stad in Rusland Geen student die 5
Nadere informatieZelfstandig naamwoord
2 Zelfstandig naamwoord 1 Weet jij wat een zelfstandig naamwoord is? Vink aan waar je het aan herkent. Je kunt er meervoud van maken. Je kunt er een voor zetten. Het is meestal een ding. Het is een doe-woord.
Nadere informatieOnderdeel onderwerp aantekening opdrachten extra huiswerk. 1, 2 A, B, C 3 A en B. synoniemen ja 1,2 3,4. ja 1 2 3 A,B 4,5 6 Ja. Test Blz 45 en 46 Test
Boek 1, H 1 Onderdeel onderwerp aantekening opdrachten extra huiswerk Lezen Onderwerp van een tekst ja 1, 2 A, B, C 3 A en B 3C of 4 Vaardigheden interview Kattebelletje nee 1, 2 4 2 Taal en Woordenschat
Nadere informatieNiveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad
Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad Waarom? Voor Nederlands zijn er 3 modules van elk 4 uur per week. De uren worden aansluitend gegeven, het gaat dus om een volledige namiddag. De vaardigheden
Nadere informatieFormuleren voor gevorderden
Formuleren voor gevorderden Het programma Formuleren voor Gevorderden is gemaakt voor leerlingen in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en voor leerlingen in mbo en hbo voor wie vaardigheden op het
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Vak: Nederlands, onderdeel taalportfolio Lesperiode: 1 Taalportfolio deel 1 In je taalportfolio komen 4 opdrachten die gedurende het jaar worden uitgedeeld en uitgelegd. In de eerste rapportperiode worden
Nadere informatieWaar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?
Hoe word ik beter in geschiedenis? Als je beter wilt worden in geschiedenis moet je weten wat er bij het vak geschiedenis van je wordt gevraagd, wat je bij een onderwerp precies moet kennen en kunnen.
Nadere informatieFormuleren voor gevorderden
Formuleren voor gevorderden Het Muiswerkprogramma Formuleren voor Gevorderden is gemaakt voor leerlingen in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en voor leerlingen in mbo en hbo voor wie vaardigheden
Nadere informatieBetekenis 2: lambda-abstractie
Betekenis 2: lambda-abstractie Anna Chernilovskaya 4 June 2009 Wat? Vorige keer: Predicaatlogica Vertaling van zinnen Deze keer: Predicaatlogica uitbreiding Vertaling van zinnen in details Overzicht van
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende regel De stam van werkwoorden kunnen noteren
Nadere informatieLuister naar het lied en lees mee met de tekst. Kies telkens het juiste woord.
5 Veldhuis & Kemper Te blond werkblad 1-1 Luister naar het lied en lees mee met de tekst. Kies telkens het juiste woord. Te blond Veldhuis & Kemper Je haren zijn te blond Je lippen veel te (1) bol/vol
Nadere informatieSamenvatting in het Nederlands
Samenvatting in het Nederlands De vraag die in dit proefschrift centraal staat, betreft de aard van aspectuele verschillen in het Russisch. Het belangrijkste doel is het aanwijzen van een eigenschap of
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Vak: Nederlands Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2016-2017 Lesperiode: 1 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende
Nadere informatieLTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 11
LTX016B05 Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis College 11 2/68 Vandaag: tweede college Minimalisme (2/4) 3/68 Minimalisme! voortzetting van de generatieve syntaxis (1991-heden)! kernidee: de grammatica
Nadere informatieVoordat ik je uitleg wat voornaamwoorden zijn, wil ik je vragen of je bij het lezen van de onderstaande zinnen een plaatje voor je ziet.
Voornaamwoorden Door Henk Wolf. Groningen, 2014. In dit artikeltje leer je wat voornaamwoorden zijn, welke soorten voornaamwoorden er bestaan en welke kenmerken elk van die soorten heeft. Wat zijn voornaamwoorden?
Nadere informatieCVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3
CVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3 Voor Nederlands zijn er 3 modules van elk 4 uur per week. De uren worden aansluitend gegeven, het gaat dus om een volledige namiddag. De
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Klas: IG3v (Docent: RKW) D Week: 13 t/m 24 Onderdeel: Grammatica Woordsoorten Nieuw Nederlands. 3 vwo. 5 e editie Hoofdstuk 1, 2, 3, 4 en 5 Werkwoorden en persoonlijke, bezittelijke, wederkerende, aanwijzende,
Nadere informatieDPS. Communicatie. Werkblad: werkwoordspelling
Werkstuk schrijven DPS Communicatie Werkblad: werkwoordspelling On line, korte, doelgerichte cursussen. Aan de slag wanneer het u uitkomt. Via Skype contact met een ervaren docent. Makkelijker was het
Nadere informatieFormuleren voor gevorderden
Formuleren voor gevorderden Het Muiswerkprogramma Formuleren voor Gevorderden is gemaakt voor leerlingen in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en voor leerlingen in mbo en hbo voor wie vaardigheden
Nadere informatieAsterix & Obelix het cijfergeheim van de Romeinen
Asterix & Obelix het cijfergeheim van de Romeinen Asterix & Obelix het cijfergeheim van de Romeinen In module twee van het eerste jaar van de PABO-TOP aan de Stenden Hogeschool, is het de opdracht om een
Nadere informatie2. Syntaxis en semantiek
2. Syntaxis en semantiek In dit hoofdstuk worden de begrippen syntaxis en semantiek behandeld. Verder gaan we in op de fouten die hierin gemaakt kunnen worden en waarom dit in de algoritmiek zo desastreus
Nadere informatieIn dit boekje staan verschillende mogelijkheden om iets op te lossen.
In dit boekje staan verschillende mogelijkheden om iets op te lossen. Mochten er aanvullingen zijn, kunt u altijd een e-mail sturen naar info@obs-delandweert.nl. ONTLEDEN Taalkundig ontleden. benoem de
Nadere informatieSamenvatting in het Nederlands
Samenvatting in het Nederlands Constructies, beperkingen en voorstellingswijze: Adposities in het Nederlands De term adpositie wordt gebruikt voor partikels, preposities (voorzetsels) en postposities (achterzetsels).
Nadere informatieLesbrief nummer 29 juni 2016
Lesbrief nummer 29 juni 2016 Wilt u laten weten wat u van deze TLPST vond? Hebt u tips voor de volgende aflevering? Mail ons: redactie@tlpst.nl. De dokter praat moeilijk Stel, je bent wat ziekjes en gaat
Nadere informatieWat ga je in deze opdracht leren? Meer leren over: soorten vragen, vraagwoorden, signaalwoorden en sleutelwoorden
Wat ga je in deze opdracht leren? Meer leren over: soorten vragen, vraagwoorden, signaalwoorden en sleutelwoorden Soorten vragen, vraagwoorden, signaal- en sleutelwoorden Schema 1 Soorten vragen Open vraag
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Het programma van deze PIT wordt gedurende het schooljaar aangepast aan het tempo en het niveau van de klas. Vak: Nederlands, onderdeel taalportfolio Klas: IG1 - EBR Lesperiode: 1 en 2 Taalportfolio opdracht
Nadere informatieSamenvatting in het Nederlands
Samenvatting in het Nederlands Het hoofddoel van deze studie is een verklaring te geven voor de belangrijkste syntactische en semantische eigenschappen van mediale constructies in een aantal talen. Het
Nadere informatieTaalverandering. 19. Taalverandering. Opdracht 19.1
19. Taalverandering Opdracht 19.1 Vraag: Noem twee voorbeelden van varianten in het Nederlands (of in een andere taal) die steeds meer gebruikt lijken te gaan worden. Geef een lexicale en een andere variant.
Nadere informatieCollege 4: Gegeneraliseerde Kwantoren
Semantiek CKI/CAI Utrecht, herfst 2008 College 4: Gegeneraliseerde Kwantoren Onderwerpen: NP denotaties als verzamelingen van verzamelingen, monotoniciteit bij kwantoren, determiner denotaties als relaties
Nadere informatieOmzendbrief betreffende het bezit van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen waarvan de verkoop of het gebruik verboden is
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief betreffende het bezit van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen waarvan de verkoop of het gebruik verboden is Huidige versie
Nadere informatieAppendix. ))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))) Over kwantoren
Appendix ))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))) Over kwantoren 1 Inleiding We hebben in hoofdstuk 2 aangenomen dat een uitdrukking als deze ruit in (1)a de syntactische structuur van (1)b heeft, en
Nadere informatieA Grammar of Tadaksahak, a Northern Songhay Language of Mali. geeft een beschrijving van de taal Tadaksahak, die gesproken wordt
Summary 352 12. Samenvatting A Grammar of Tadaksahak, a Northern Songhay Language of Mali geeft een beschrijving van de taal Tadaksahak, die gesproken wordt door de Idaksahak, een groep van ongeveer 30.000
Nadere informatieTaaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen
Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen 1.1 Eigen kennis 1.1.1 Kinderen kunnen hun eigen kennis activeren, m.a.w. ze kunnen aangeven wat ze over een bepaald onderwerp al weten en welke ervaringen ze er
Nadere informatieKLAS: M2 VAK: Nederlands 2019/2020 Week Vanaf Opmerking jaarplanning. Leerdoel/inhoud/stof/onderwerp/onderdeel/toets overig.
KLAS: M2 VAK: Nederlands 2019/2020 Week Vanaf Opmerking jaarplanning 34 19 aug 35 26 aug 20 augustus Mentorles brugklas 20 augustus Eerste uur mentorles (alle klassen) Docentenactiviteit Verhaal Gefixt
Nadere informatieNadat Susan gedronken had, verdampte het water. Zonder haar kwamen er geen bijdragen binnen
Samenvatting Dit proefschrift gaat over de manier waarop mensen hun grammaticale kennis van hun moedertaal gebruiken terwijl ze luisteren en lezen. Het onderzoek concentreert zich op een bepaald type zinnen
Nadere informatiePDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/61779
Nadere informatieMuiswerk Strategisch Lezen is gericht op het aanleren van deelvaardigheden die nodig zijn voor een strategische leesaanpak.
Strategisch Lezen Muiswerk Strategisch Lezen is gericht op het aanleren van deelvaardigheden die nodig zijn voor een strategische leesaanpak. Doelgroepen Strategisch Lezen Muiswerk Strategisch Lezen is
Nadere informatie0 Overzicht. 1 Decompositie Overzicht van de algemene benadering, met twee grotere oefeningen. Literatuur: Cruse pp 195-235.
0 Overzicht 1 Decompositie Overzicht van de algemene benadering, met twee grotere oefeningen. Literatuur: Cruse pp 195-235. 2 Natural semantic metalanguage (NSM) Kennismaking met één manier van decompositie,
Nadere informatieLespakket Bent u een goed verstaander? voor middelbare scholieren
Lespakket Bent u een goed verstaander? voor middelbare scholieren Handleiding bij de webtentoonstelling Bent u een goed verstaander? Waar gaat het over? Een goed verstaander... maakt dit spreekwoord moeiteloos
Nadere informatieToelichting bij geselecteerde opdrachten uit Betekenis en Taalstructuur
Toelichting bij geselecteerde opdrachten uit Betekenis en Taalstructuur Hoofdstuk 2, tot en met pagina 41. Maak opdrachten 1,2,3,4,5,7,9,10,11,15,16 *1 Met "welgevormd" wordt bedoeld dat de formule toegestaan
Nadere informatietip! in leerjaar 1, is nog weinig verschil; mavo mag deze samenvatting ook gebruiken
Boekverslag door Tmp_cox 1720 woorden 25 oktober 2012 5.8 259 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands NIEUW NEDERLANDS; Samenvatting, (mavo), havo, vwo hoofdstuk 1 t/m 6 tip! in leerjaar
Nadere informatiePraktische taalbeschouwing op de basisschool en in de eerste graad secundair onderwijs anno 2010
VIERENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS Ronde 6 Bart Masquillier VVKBaO Contact: bart.masquillier@vsko.be Praktische taalbeschouwing op de basisschool en in de eerste graad secundair onderwijs
Nadere informatie19. NLP Business Practitioner Test
19. NLP Business Practitioner Test Test je kennis... Inleiding Je bent zover dat je de test kunt maken. Het is de bedoeling dat je een 10 haalt en daarom mag je hem zo vaak inleveren als je wilt. Het boek
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Vak: Nederlands, onderdeel taalportfolio /HV Lesperiode: 1 Taalportfolio deel 1 In je taalportfolio komen 4 opdrachten die gedurende het jaar worden uitgedeeld en uitgelegd. In de eerste rapportperiode
Nadere informatieAls je zo'n zinnetje moet leren dan weet je best al wat woorden van dit zinnetje.
ENGLISH, WE WILL DO BETTER! LESSON FIVE Beste leerling! Fijn dat je er nog steeds aan werkt om je kennis van de Engelse taal te verbeteren! Daar zul je straks in de brugklas veel voordeel van hebben! HOE
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Fictie Klas: MH-1 Lesperiode:1 Taalportfolio In je taalportfolio komen 5 opdrachten die gedurende het jaar worden uitgedeeld en uitgelegd. In de eerste rapportperiode worden de eerste 3 opdrachten beoordeeld
Nadere informatieEssay. Norbert Vogel* Morele feiten bestaan niet
Essay Norbert Vogel* Morele feiten bestaan niet Ethici onderscheiden zich van gewone mensen doordat zij niet schijnen te weten wat morele oordelen zijn. Met behulp van elkaar vaak uitsluitende ismen trachten
Nadere informatieCover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20916 holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20916 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Bobuafor, Mercy Title: A grammar of Tafi Issue Date: 2013-05-30 Samenvatting Dit
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Klas: IG3v (Docent: RKW) D Week: 13 t/m 24 Onderdeel: Grammatica Woordsoorten Nieuw Nederlands. 3 vwo. 5 e editie Hoofdstuk 1, 2 en 3 2 uur per week Werkwoorden en persoonlijke, bezittelijke, wederkerende,
Nadere informatieNaam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8.
Naam: Mijn doelenboekje Grammatica Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8 www.gynzy.com Inhoud & Legenda In dit doelenboekje zijn de volgende Werelden te vinden: Taalkundige ontleding...3 Redekundige
Nadere informatieOnderdeel: Grammatica -- RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
PIT IG3 2017-2018 Trimester 2 Vak: Nederlands Onderdeel: Grammatica -- RKW Woordsoorten Week 13 t/m 24 Aantal lessen per week: 3 Nieuw Nederlands 5 e editie 1, 2 en 3 De leerling kent de onderstaande woordsoorten:
Nadere informatieA. Business en Management Onderzoek
A. Business en Management Onderzoek Concepten definiëren Een concept (concept) is een algemeen geaccepteerde verzameling van betekenissen of kenmerken die geassocieerd worden met gebeurtenissen, situaties
Nadere informatieOntleden. a) het onderwerp b) het gezegde c) de voorwerpen (lijdend en meewerkend voorwerp, voorzetselvoorwerp) d) de bepalingen
Ontleden 1. Ontleden is een vorm van syntactische analyse die traditioneel op lagere en middelbare scholen onderwezen wordt (werd). Deze traditionele zinsontleding gaat terug op de Nederlandse spraakkunst
Nadere informatieHet nutteloze syllogisme
Het nutteloze syllogisme Victor Gijsbers 21 februari 2006 De volgende tekst is een sectie uit een langer document over het nut van rationele argumentatie dat al een jaar onaangeraakt op mijn harde schijf
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Klas: IG3v (Docent: RKW) Foutieve samentrekkingen Week 25 t/m 36 kunnen herkennen en corrigeren. Onderdeel: Grammatica Zinsdelen Nieuw Nederlands 3 vwo 5 e editie
Nadere informatieThe Value of Deliberate Metaphor W.G. Reijnierse
The Value of Deliberate Metaphor W.G. Reijnierse Samenvatting De waarde van opzettelijke metaforiek Proefschrift W. Gudrun Reijnierse In de afgelopen dertig jaar zijn metaforen voornamelijk bestudeerd
Nadere informatieP l u r a l i t e i t Hoorcollege Semantiek 28 maart 2012
P l u r a l i t e i t Hoorcollege Semantiek 28 maart 2012 Enkelvoud en meervoud in de morfosyntaxis: (1) a. Het meisje lacht/*lachen. b. De meisjes *lacht/lachen. c. Tina lacht/*lachen en Lotte lacht/*lachen.
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2015-2016 Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende
Nadere informatieDe laat gearriveerde koerier drinkt achter een bruin bureau koude koffie. Deze jonge verpleegster huppelt meestal vrolijk door de lange gangen.
Zinsdelen Nederlands Bijvoeglijke bepaling Bijwoordelijke bepaling Lijdend voorwerp Meewerkend voorwerp Naamwoordelijk gezegde Onderwerp Persoonsvorm Voorzetselvoorwerp Werkwoordelijk gezegde Bijvoeglijke
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Module 9
Samenvatting Nederlands Module 9 Samenvatting door een scholier 1519 woorden 26 juni 2004 7,5 55 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Kiliaan Module 9: A3 Tekstsoorten A4 Structuur van de boodschap C4
Nadere informatieopgaven formele structuren tellen Opgave 1. Zij A een oneindige verzameling en B een eindige. Dat wil zeggen (zie pagina 6 van het dictaat): 2 a 2.
opgaven formele structuren tellen Opgave 1. Zij A een oneindige verzameling en B een eindige. Dat wil zeggen (zie pagina 6 van het dictaat): ℵ 0 #A, B = {b 0,..., b n 1 } voor een zeker natuurlijk getal
Nadere informatieTentamen TI1300 en IN1305-A (Redeneren en) Logica
TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Tentamen TI1300 en IN1305-A (Redeneren en) Logica 21 Januari 2011, 8.30 11.30 uur LEES DEZE OPMERKINGEN AANDACHTIG DOOR
Nadere informatieContractbundel. Naam:... Klas:. ... Omschrijving van de taak taak of keuzetaak. individueel of in groep. 1. Letterlijk of figuurlijk?
Contractbundel Naam:... Klas:.... Omschrijving van de taak verplichte taak of keuzetaak individueel of in groep afgewerkt verbeterd 1. Letterlijk of figuurlijk? O O 2. Werken met woorden O O 3. Informatieve
Nadere informatieWoordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord
Woordsoorten Nederlands Aanwijzend voornaamwoord Betrekkelijk voornaamwoord Bezittelijk voornaamwoord Bijvoeglijk gebruikt werkwoord Bijvoeglijk naamwoord Bijwoord Bijzin Hoofdzin Hulpwerkwoord Koppelwerkwoord
Nadere informatieTAALFILOSOFIE. Overkoepelende vraag: WAT IS BETEKENIS?
TAALFILOSOFIE Overkoepelende vraag: WAT IS BETEKENIS? TAALFILOSOFIE Formele seman=ek Bijv. Proposi=elogica Informele seman=ek TAALWETENSCHAP Syntaxis Semantiek Pragmatiek Seman=sche categorieën Termen
Nadere informatieOverzicht presentatie
Bachelorwerkstuk Cultuur- en Godsdienstpsychologie College 3: Hoe schrijf ik een bachelorwerkstuk? (deel 2) Léon van Gulik l.vangulik@psych.ru.nl A.09.20 Overzicht presentatie Huishoudelijke mededelingen
Nadere informatieSYNTAXIS EN SEMANTIEK: BEREIK IN HET NEDERLANDS
SYNTAXIS EN SEMANTIEK: BEREIK IN HET NEDERLANDS Eddy Ruys Taal is de systematische verbinding van een vorm (klank) met een betekenis. * Wie betekenissen wil beschrijven, en wil verklaren hoe het komt dat
Nadere informatieNederlands, leesvaardigheid (oude stijl) en Nederlands (nieuwe stijl)
Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) en Nederlands (nieuwe stijl) Examen VWO Vragenboekje Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 16 mei 9.00 12.00 uur 20 01 Voor dit examen zijn
Nadere informatieBoekverslag Nederlands Een lege plek om te blijven
Boekverslag Nederlands Een lege plek om te blijven door Rutger Kopland Boekverslag door een scholier 2614 woorden 13 april 2006 6,4 5 keer beoordeeld Auteur Genre Rutger Kopland Poëzie Eerste uitgave 1975
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Schooljaar 2015 2016 Nederlands havo vwo 1 Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling H 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende
Nadere informatieDenken over taal: ontleden #2.0
DOMINICUS COLLEGE tweede klassen VWO NIJMEGEN december 2011 Denken over taal: ontleden #2.0 Je krijgt in tweetallen een aantal losse kaartjes, waarop taaluitingen staan van een tweejarige kleuter. Je ziet
Nadere informatieLogic for Computer Science
Logic for Computer Science 07 Predikatenlogica Wouter Swierstra University of Utrecht 1 Vrijdag Aanstaande vrijdag is geen hoorcollege of werkcollege. De tussentoets is uitgesteld tot volgende week dinsdag.
Nadere informatieWorkshop BLIKSEM - Leesbegrippen in de BLIKSEM Oefenteksten en Toetsen
Leesbegrippen Groep 5 1. alinea (7)* 2. anekdote (2) 3. bedoeling van de schrijver (3) 4. boodschap overbrengen (1) 5. bronvermelding (2) 6. conclusie (1) 7. de bedoeling van de schrijver (2) 8. de clou
Nadere informatieVorm en Betekenis. Jan van Eijck. Inleiding Taalkunde, Juni 2006
Vorm en Betekenis Jan van Eijck Inleiding Taalkunde, Juni 2006 Vorm en Betekenis Jan van Eijck Inleiding Taalkunde, Juni 2006 Grammaticaregels hebben betrekking op vorm. Zijn er ook regels te geven voor
Nadere informatieDeel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Deel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd In deze les leer je zwakke werkwoorden als persoonsvorm in de tegenwoordige tijd op de juiste manier spellen. De sterke werkwoorden leveren vaak geen d- of t-problemen
Nadere informatieVragen stellen 3. Wat is de vraag?
Vragen stellen 3 Wat is de vraag? Samenvatting 3 dimensies: breedte, lengte, hoogte Breedte: wat voor vragen kan ik hierbij stellen? Lengte: hoe kom ik verder? Hoogte: waar ben ik mee bezig? Breedte Voorwaarts
Nadere informatie