Deel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Deel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd"

Transcriptie

1 Deel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd In deze les leer je zwakke werkwoorden als persoonsvorm in de tegenwoordige tijd op de juiste manier spellen. De sterke werkwoorden leveren vaak geen d- of t-problemen op. Ik ga ervan uit dat je het onderwerp en de persoonsvorm al kunt herkennen in een enkelvoudige zin en dat je van de meeste werkwoorden de tegenwoordige tijd kunt benoemen. Dit is namelijk noodzakelijk om de werkwoordspelling zonder fouten uit te voeren. Hieronder vind je nog even een opfrisser van eerder opgedane kennis. Persoonsvorm De persoonsvorm vind je door van de betreffende zin een ja/nee-vraag te maken. Dan komt de persoonsvorm vooraan in de zin te staan. Hij heeft een hond. Heeft hij een hond? Heeft is dus de persoonsvorm. Onderwerp Het onderwerp kun je het beste vinden door de persoonsvorm van getal te veranderen. Je maakt dan meervoud van de persoonsvorm als die in het enkelvoud in de zin staat of je maakt enkelvoud van de persoonsvorm als die in het meervoud in de zin staat. Het zinsdeel dat mee zal moeten veranderen om de zin weer kloppend te maken is het onderwerp. Hij heeft een hond. *Hij hebben een hond. wordt dan: Zij hebben een hond. Hij is dus het onderwerp. 1

2 Schema werkwoordspelling De eerste vraag uit het schema werkwoordspelling: Gaat het om een persoonsvorm? Antwoord: ja.1 Dan is de volgende vraag: tegenwoordige tijd of verleden tijd? Antwoord: Tegenwoordige tijd. 2 Ik ga ervan uit dat je het antwoord weet op de eerst twee vragen. Daarna volgt de vraag: een t erbij of niets erbij. Dit is punt 4 in het schema werkwoordspelling (figuur 1). Over dit punt gaat deze les. Bij het oplossen van een spellingsopgave wordt vaak op de verkeerde plaats in het schema werkwoordspelling gezocht naar een oplossing dus we beperken ons tot de tegenwoordige tijd om misverstanden te voorkomen. Bekijk filmpje 5 van spellingjuf.nl. Figuuur1. Schema werkwoordspelling t tt 4 PV? ja 1 2 vt - 5 te ten de den nee vd 3 vd bijv. d t 6 2

3 persoonsvorm tegenwoordige tijd 4 stam op d Achter een werkwoord waarvan de stam op een d eindigt schrijf je een t achter de stam of je schrijft er niets achter. De stam is het hele werkwoord min -en. voorbeelden: hij wordt een t achter de stam ik word niets achter de stam zij wordt een t achter de stam word je niets achter de stam Het werkwoord eindigt dus met d of dt. Als je namelijk een t achter de stam moet schrijven dan eindigt het woord op dt en als je er niets achter moet schrijven dan blijft alleen de stam over die al met een d eindigde. Om er achter te komen of het d of dt wordt, stel je jezelf drie vragen (I, II en III). Als het antwoord op die vragen nee is dan schrijf je een t achter de stam en wordt het dt. Hierbij kun je gebruik maken van de tabel d, t, dt. Stam niet op d Werkwoorden waarvan de stam niet op een d eindigt krijgen dus nooit een d en dus ook niet dt. Verder gelden dezelfde regels. Je moet jezelf dus wel afvragen of je er nog een t achter moet schrijven door de drie eerste vragen te beantwoorden. Dus niets achter de stam of een t achter de stam. tabel d, t, dt I II Stam plus Wordt het woordje ik ermee in verband gebracht? - onderwerp = ik Staat jij of je erachter en is jij of je ook het onderwerp van de zin? - onderwerp = jij of je en staat achter de persoonsvorm Staat er bijvoorbeeld: je vader, dan is dat het onderwerp en dus is je niet het onderwerp. III Gaat het om een opdracht? - gebiedende wijs (= imperatief) IV Antwoord op bovenstaande vragen is nee. t De rest. Voorbeelden 1. I. Ik werk, II. Werk jij?, III. Werk door!, IV. Hij werkt 2. I. Ik word, II. Word je?, III. Word eens, IV. Het wordt / Wordt je jas niet vuil? Tip! Begin altijd met het opschrijven van het hele werkwoord. Haal vervolgens -en eraf en bepaal of het om PV tegenwoordige tijd gaat of niet. 3

4 Let wel goed op de uitspraak van een woord want het belangrijkste uitgangspunt in de spelling is wel dat je een woord schrijft zoals je het in goed Nederlands zegt. Voorbeeld: lezen wordt: Hij leest. en niet *Hij lezt. Veel voorkomende fouten Soms kom ik fouten tegen waarbij de tegenwoordige tijd fout geschreven wordt als: * Hij knipdt met een schaar. Kun je aangeven wat daar fout gaat? * Hij verdeeld de kaarten. Wat gaat hier fout? * Hij raasd als een dolle door de straat. Wat gaat hier fout? Toch bestaat het woord verdeeld wel als goed gespeld maar niet bij de tegenwoordige tijd. In een volgende les meer hierover. Eerst is het tijd om de persoonsvorm tegenwoordige tijd te oefenen. Misschien heb je gemerkt dat t ex kofschip niet gebruikt wordt. Dat klopt. Dat mag je bij een persoonsvorm in de tegenwoordige tijd dan ook niet gebruiken. Na deze oefeningen kun jij analyseren waar je steeds de fout in gaat. Bij I, II, II of IV. Als je dat eenmaal weet dan kunnen we daar samen aan werken. 4

5 Oefeningen persoonsvorm tegenwoordige tijd Voorbeeld 1 Ik worden vandaag 23 jaar. I II III IV word Je ziet dat de vervoeging van het werkwoord in de tabel is ingevuld (word) en er is een kruisje gezet bij de vraag die met juist beantwoord kan worden. In dit geval heeft het woordje ik met het werkwoord te maken. Dus een kruisje bij I. Voorbeeld 2 Susanne benijden haar vriendin om haar knappe uiterlijk. I II III IV benijdt X In dit geval gaat vraag I niet op, vraag II ook niet en vraag III ook niet. Wat overblijft is punt IV dus een t erbij terwijl de stam al met een d eindigde. Conclusie: dt. X Als je oefening 1 gemaakt hebt, dan controleer je bij je buurman of jullie dezelfde antwoorden hebben. Als er een discussie ontstaat over een juist antwoord dan kun je je docent om raad vragen. Als je meerdere oefeningen maakt dan merk je vanzelf dat je steeds sneller herkent of het I, II, III of IV moet zijn en dat het eigenlijk helemaal niet zo moeilijk is als je dacht. Na elke oefening (10 zinnen) even samen overleggen dus. Het wordt ook zichtbaar waar je steeds dezelfde fout maakt. Als je buurman of buurvrouw het je niet kan uitleggen dan help ik je graag. 5

6 Oefening 1 Zin 1 Vinden je dat een mooie auto? I II III IV Zin 2 De recensent raden die film voor iedereen aan. I II III IV Zin 3 Worden Madonna niet te oud voor een popartiest? I II III IV Zin 4 Bieden jij wel eens op Marktplaats? I II III IV Zin 5 Je gezondheid vinden ik het belangrijkst van alles. I II III IV Zin 6 Wie het antwoord raden mag gratis naar Ajax-PSV. I II III IV Zin 7 Jimmy verlaten de studio. I II III IV Zin 8 Voeden je jouw kind met de borst of met de fles? I II III IV Zin 9 Die regel gelden alleen voor kinderen onder de zestien. I II III IV Zin 10 Redden hem voordat het te laat is! I II III IV 6

7 Oefening 2 Zin 1 De politieman laden zijn geweer als voorzorgsmaatregel. I II III IV Zin 2 Ik vinden speeddating echt iets voor jou. I II III IV Zin 3 Bereiden je altijd voor op het ergste. I II III IV Zin 4 Melden diefstal altijd bij de politie! I II III IV Zin 5 Vermelden zijn adres zodat we hem terug kunnen mailen. I II III IV Zin 6 Hij werken al vier jaar niet meer. I II III IV Zin 7 Met drie treffers leiden Huntelaar Schalke 04 naar een ruime overwinning. I II III IV Zin 8 Ik wijden heel mijn leven aan het geloof. I II III IV Zin 9 Wat gebeuren er als je op die rode knop drukt? I II III IV Zin 10 Het worden vandaag wel makkelijk gemaakt. I II III IV 7

8 Oefening 3 Zin 1 De buurman rijden in een Porsche. I II III IV Zin 2 De moeder voeden haar kind elke drie uur. I II III IV Zin 3 Worden morgen op tijd wakker! I II III IV Zin 4 Ik raden haar leeftijd in een keer goed. I II III IV Zin 5 Verraden jij het juiste antwoord de hele tijd? I II III IV Zin 6 Mijn zus verbranden haar tong aan de hete soep. I II III IV Zin 7 Het bedrag dat hij bieden is heel hoog. I II III IV Zin 8 Mijn telefoon laden ik een keer per week op. I II III IV Zin 9 Hij verbazen zich over de situatie. I II III IV Zin 10 Bidden je elke dag voor het eten? I II III IV 8

9 Oefening 4 Zin 1 Braden je altijd een kalkoen met kerstmis? I II III IV Zin 2 Ik verbieden je met die jongens om te gaan! I II III IV Zin 3 Zijn moeder bereiden altijd het eten. I II III IV Zin 4 Worden nou eens volwassen! I II III IV Zin 5 Geregeld worden er een mp3-speler op school gestolen. I II III IV Zin 6 De jongen kladden s nachts treinen en bussen onder. I II III IV Zin 7 Rijden jij wel eens onder invloed? I II III IV Zin 8 Die winkelketen breiden uit in een rap tempo. I II III IV Zin 9 Hoelang broeden een pinguïn op haar ei? I II III IV Zin 10 Ik rijden al mijn hele leven paard. I II III IV 9

10 Oefening 5 Zin 1 Die muziek vinden ik echt niet om aan te horen. I II III IV Zin 2 De altijd vrolijke jager doden dieren voor zijn plezier. I II III IV Zin 3 Mijden contact met vreemde mannen! I II III IV Zin 4 Vinden jij dat een aantrekkelijke jongen? I II III IV Zin 5 Melden jij je wel eens ziek omdat je gaat winkelen? I II III IV Zin 6 Vermelden je naam altijd op het werkstuk dat je inlevert. I II III IV Zin 7 Hij verdoezelen dat hij in de gevangenis heeft gezeten. I II III IV Zin 8 Ik schelden mijn beste vrienden nooit uit. I II III IV Zin 9 De parachute redden het leven van de piloot. I II III IV Zin 10 Mijden iedere vorm van geweld! I II III IV 10

11 Reflectieformulier werkwoordspelling persoonsvorm tegenwoordige tijd Naam Klas Datum Was dit een moeilijke oefening voor jou? Zo ja leg uit. Kon je met deze werkwijze de persoonsvorm tegenwoordige tijd foutloos oplossen na drie oefeningen? Zo nee, leg uit o Ja o Nee o Werkwoordspelling vind ik niet zo belangrijk. Ik haal zonder ook wel goede cijfers o Voor mijn beroep is het niet belangrijk o Het kost te veel tijd om er goed over na te denken o Anders. Wat zou je kunnen helpen om dit ook in de praktijk foutloos toe te passen? Kruis aan: o Ik maak bijna geen fouten meer in de praktijk bij de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd o Nog een paar oefeningen maken o Nog veel oefenen o Ik heb een andere soort oefeningen nodig o Ik moet eerst leren het O van een zin te benoemen o Ik moet eerst leren de PV van een zin te benoemen o Anders. 11

DPS. Communicatie. Werkblad: werkwoordspelling

DPS. Communicatie. Werkblad: werkwoordspelling Werkstuk schrijven DPS Communicatie Werkblad: werkwoordspelling On line, korte, doelgerichte cursussen. Aan de slag wanneer het u uitkomt. Via Skype contact met een ervaren docent. Makkelijker was het

Nadere informatie

PV? tt of vt stam+t? of + niets. PV? tt of vt te/ten of de/den ( t ex kofschip) PV? VD? t of d ( t ex kofschip)

PV? tt of vt stam+t? of + niets. PV? tt of vt te/ten of de/den ( t ex kofschip) PV? VD? t of d ( t ex kofschip) Deel : De puzzel valt op z n plaats In deze les leer je het schema werkwoordspelling toe te passen bij verschillende spellingsproblemen in de vorm van een soort rebusspel. Hierbij wordt ervan uitgegaan

Nadere informatie

Werkwoordspelling. Tegenwoordige tijd persoonsvorm

Werkwoordspelling. Tegenwoordige tijd persoonsvorm Werkwoordspelling Tegenwoordige tijd persoonsvorm Ik loop hij loopt wij lopen Dit boekje is gemaakt om de werkwoordspelling van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd te leren. Als je goed de regels

Nadere informatie

Dit programma is gemaakt voor leerlingen vanaf groep 6 van de basisschool, alle niveaus van het vmbo en mbo 1 en 2.

Dit programma is gemaakt voor leerlingen vanaf groep 6 van de basisschool, alle niveaus van het vmbo en mbo 1 en 2. Werkwoordspelling op maat Werkwoordspelling op maat besteedt aandacht aan het hele algoritme van de spelling van regelmatige werkwoorden en ook aan de verleden tijd van onregelmatige werkwoorden. Doelgroepen

Nadere informatie

(ZAKELIJKE) TAALVERZORGING 1 NEDERLANDS

(ZAKELIJKE) TAALVERZORGING 1 NEDERLANDS (ZAKELIJKE) TAALVERZORGING 1 NEDERLANDS 0 AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je een verzorgd schrijven. - Kun je op een juiste manier werkwoorden vervoegen (d, t of dt). Tijdens deze uitleg kun je oefenen

Nadere informatie

Loopt vader met moeder in het park?

Loopt vader met moeder in het park? Oefening 3 Maak van de gewone zin een vraagzin. Kleur de persoonsvorm lichtblauw. 1. Vader loopt met moeder in het park. Loopt vader met moeder in het park? 2. Morgen ga ik boodschappen doen. Soms begint

Nadere informatie

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8 Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8 Naam: 1 Inhoudsopgave: 3 - Onderwerp 4 - Persoonsvorm 5 - Gezegde 6 - Lijdend voorwerp 7 - Meewerkend voorwerp 8 - Werkwoorden 8 - Zelfstandig naamwoorden 9 - Bijvoeglijk

Nadere informatie

Spelling. A. Kijk voor de vormen van de tegenwoordige tijd naar het volgende schema:

Spelling. A. Kijk voor de vormen van de tegenwoordige tijd naar het volgende schema: Spelling 1. Werkwoorden: tegenwoordige tijd A. Kijk voor de vormen van de tegenwoordige tijd naar het volgende schema: ik - je/u/hij/ze t we/jullie/ze en bijvoorbeeld: ik drink ik bied je drinkt je biedt

Nadere informatie

Spelling Werkwoorden. Doelgroep Spelling Werkwoorden. Omschrijving Spelling Werkwoorden

Spelling Werkwoorden. Doelgroep Spelling Werkwoorden. Omschrijving Spelling Werkwoorden Spelling Werkwoorden Spelling Werkwoorden is een programma voor het leren schrijven van de werkwoordsvormen. Deze module behandelt de spelling van infinitief, tegenwoordige tijd, verleden tijd, voltooid

Nadere informatie

Basis Werkwoordspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basisspelling en Basisgrammatica.

Basis Werkwoordspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basisspelling en Basisgrammatica. Basis Werkwoordspelling Basis Werkwoordspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basisspelling en Basisgrammatica. Basis Werkwoordspelling is een programma voor het leren

Nadere informatie

- De zin in een andere tijd zetten (tijdproef). - De zin vragend maken. - Van enkelvoud meervoud maken of andersom (getalproef).

- De zin in een andere tijd zetten (tijdproef). - De zin vragend maken. - Van enkelvoud meervoud maken of andersom (getalproef). 2. Persoonsvorm pv Wat is de persoonsvorm? Daar draait in een zin eigenlijk alles om. De persoonsvorm is altijd een werkwoord. Hoe kun je de persoonsvorm vinden? - De zin in een andere tijd zetten (tijdproef).

Nadere informatie

Werkwoordspelling op maat

Werkwoordspelling op maat Werkwoordspelling op maat Muiswerk Werkwoordspelling op maat besteedt aandacht aan het hele algoritme van de spelling van regelmatige werkwoorden en ook aan de verleden tijd van onregelmatige werkwoorden.

Nadere informatie

Zelftoetsing en analyse werkwoordspelling

Zelftoetsing en analyse werkwoordspelling Zelftoetsing en analyse werkwoordspelling Bij het maken van de toets houd je het schema werkwoordspelling bij de hand. Je noteert bij elke zin welke route je gevolgd hebt. Er zijn maar vier routes die

Nadere informatie

LESBRIEF. Laat uw leerlingen 10 minuten lezen in 7Days. Uw leerlingen mogen zelf weten welke artikelen ze deze 10 minuten lezen.

LESBRIEF. Laat uw leerlingen 10 minuten lezen in 7Days. Uw leerlingen mogen zelf weten welke artikelen ze deze 10 minuten lezen. Vrijdag 26 februari 2016 Artikelen: Alle artikelen - 7Days week Inhoud: Leerlingen leren artikelen analyseren. Leerlingen herhalen het correct spellen van de persoonsvorm in de tegenwoordige en verleden

Nadere informatie

Basisgrammatica. Doelgroep Basisgrammatica

Basisgrammatica. Doelgroep Basisgrammatica Basisgrammatica In Muiswerk Basisgrammatica wordt aandacht besteed aan de drie belangrijkste woordsoorten die de traditionele grammatica onderscheidt. Verder komen de eerste beginselen van zinsontleding

Nadere informatie

D of T Bingo! www.meesterklaas.nl. Hoe heette dat meisje dat daar zo veel tijd aan besteedde? Wie heeft de tv uitgezet?

D of T Bingo! www.meesterklaas.nl. Hoe heette dat meisje dat daar zo veel tijd aan besteedde? Wie heeft de tv uitgezet? Lees de zinnen voor in willekeurige volgorde. De leerlingen moeten vervolgens het d/t woord in die zin juist invullen. Wanneer een leerling alle zinnen als eerst heeft roept hij of zij INGO! Zijn alle

Nadere informatie

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Kun je dit nog? Spelling. Kaartjes met schrijfaanwijzingen. Kaartje bij woordpakket 1. Voorbeeld

Kun je dit nog? Spelling. Kaartjes met schrijfaanwijzingen. Kaartje bij woordpakket 1. Voorbeeld eek Kaartje bij woordpakket erkwoorden: jij/je achter de persoonsvorm tegenwoordige tijd jij-vorm voor de persoonsvorm (ik-vorm + t) jij-vorm achter de persoonsvorm (ik-vorm) kruipen jij kruipt kruip jij?

Nadere informatie

Werkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets.

Werkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets. Werkwoorden Hebben en zijn De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets. persoon onderwerp hebben zijn 1 enk. ik heb ben 2 enk. jij/u hebt bent

Nadere informatie

Hoe werk ik een opdracht uit?

Hoe werk ik een opdracht uit? Taalwijzers Hoe werk ik een opdracht uit? Hoe schrijf ik een volzin? Hoe verklaar ik een moeilijk woord? Hoe vervoeg ik werkwoorden? Hoe lees ik een zakelijke tekst? Welk lidwoord moet ik gebruiken? Hoe

Nadere informatie

Spiekkaart. Persoonsvorm - p.v.

Spiekkaart. Persoonsvorm - p.v. Persoonsvorm - p.v. DE PERSOONSVORM IS EEN WERKWOORD 1. 2. 3. Zet de zin in een andere tijd: Muis schrijft een brief. Muis schreef een brief. Het werkwoord dat verandert is de persoonsvorm. Maak van de

Nadere informatie

Wegwijs in de werkwoordspelling

Wegwijs in de werkwoordspelling Wegwijs in de werkwoordspelling 1 Een aantal begrippen Tijd = de tijd waarin gesproken wordt: vandaag, gisteren, morgen Persoon = wie aan het spreken is of de persoon om wie het gaat in de zin. Infinitief

Nadere informatie

1.Taalzee. 2. De zee Hieronder zie je een voorbeeld van hoe een stukje zee er uit kan zien.

1.Taalzee. 2. De zee Hieronder zie je een voorbeeld van hoe een stukje zee er uit kan zien. 1.Taalzee Bij Taalzee krijgen leerlingen een eigen stukje zee met dieren. Deze dieren moeten ze in leven/gezond houden door taaloefeningen te doen. Er zijn ruim 20.000 verschillende opgaven, verdeeld over

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 7. Eindverslag 86. Extra opdrachten 90. Tips voor op school 94

Inhoud. Inleiding 7. Eindverslag 86. Extra opdrachten 90. Tips voor op school 94 Inhoud Inleiding 7 deel 1 lees- en kijkbio Hoofdstuk 1 Verhalen vertellen 10 Hoofdstuk 2 Zelf verhalen vertellen 12 Hoofdstuk 3 Voorlezen 16 Hoofdstuk 4 Verhalen lezen 18 Hoofdstuk 5 Verhalen in boeken

Nadere informatie

Indien je de regels uit dit bestand kunt toepassen en je kent de stappen die je in het schema moet maken, dan beheers je de werkwoordspelling goed.

Indien je de regels uit dit bestand kunt toepassen en je kent de stappen die je in het schema moet maken, dan beheers je de werkwoordspelling goed. Regels werkwoordspelling In dit bestand worden de 5 werkwoordsvormen uitgelegd. Het gaat om: 1. Tegenwoordige tijd 2. Verleden tijd 3. Voltooid deelwoord 4. Onvoltooid deelwoord 5. Bijvoeglijk gebruikt

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 2: lezen, woordenschat en spelling

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 2: lezen, woordenschat en spelling Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 2: lezen, woordenschat en spelling Samenvatting door W. 754 woorden 2 november 2014 6,8 30 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Nederlands hoofdstuk

Nadere informatie

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden

Nadere informatie

Werkwoorden: hele werkwoord, ik-vorm, jij-vorm en hij/zij-vorm. werkwoorden

Werkwoorden: hele werkwoord, ik-vorm, jij-vorm en hij/zij-vorm. werkwoorden eek Kaartje bij woordpakket erkwoorden: hele werkwoord, ik-vorm, jij-vorm en hij/zij-vorm werkwoorden persoonsvorm enkelvoud (pv ev) hele werkwoord stam ik-vorm jij-vorm hij/zij-vorm klappen klapp ik klap

Nadere informatie

IN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING. werkwoordspelling.com M.Kiewit

IN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING. werkwoordspelling.com M.Kiewit IN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING werkwoordspelling.com M.Kiewit Schematisch overzicht Stap 1: De persoonsvorm De persoonsvorm is het werkwoord dat op de eerste plaats komt te staan als

Nadere informatie

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd.

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd. Grammaticaoefeningen 3 Wonen en vervoer Werkwoorden in een andere tijd Oefening 1 Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd. 1 Begrijp je deze informatie? ja / nee,

Nadere informatie

1 Agenda. 1 Jouw agenda Samen met je buurman of buurvrouw. Stel elkaar vragen over je agenda. 2. Wat zet jij allemaal in je agenda?

1 Agenda. 1 Jouw agenda Samen met je buurman of buurvrouw. Stel elkaar vragen over je agenda. 2. Wat zet jij allemaal in je agenda? Na deze les kun je: uitleggen wat je hebt aan een agenda; huiswerk opschrijven met afkortingen; afspraken in je agenda zetten; je lesrooster in je agenda zetten. 1 Agenda De één heeft een papieren agenda,

Nadere informatie

Lesbrief: Bewust sociaal Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen?

Lesbrief: Bewust sociaal Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen? Lesbrief: Bewust sociaal Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen? Copyright Stichting Vakcollege Groep 2015. Alle rechten voorbehouden. Inleiding Zonder dat we het door hebben worden we steeds asocialer. Dit

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.

Nadere informatie

Lesbrief bij Als honden konden bidden van Margriet Cobben

Lesbrief bij Als honden konden bidden van Margriet Cobben Lesbrief bij Als honden konden bidden van Margriet Cobben Voor groep 6, 7 en 8 Inhoud van deze lesbrief Thema s in het boek Lesopzet Doel van de les Uitwerking Bijlage: opdrachtenblad Thema s in het boek

Nadere informatie

Werkwoordspelling Leer- en oefenboek (3) Spellingsoefeningen gemengd Groep 6

Werkwoordspelling Leer- en oefenboek (3) Spellingsoefeningen gemengd Groep 6 Werkwoordspelling Leer- en oefenboek (3) Spellingsoefeningen gemengd Groep 6 2017 Junior Einstein bv Enschede, the Netherlands Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen

Nadere informatie

Ontleden. Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden.

Ontleden. Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden. Ontleden Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden. Bij het redekundig ontleden verdeel je de zin in zinsdelen en geef je elk zinsdeel een redekundige naam. Deze zinsdelen

Nadere informatie

LESSTOF. Basis Werkwoordspelling

LESSTOF. Basis Werkwoordspelling LESSTOF Basis Werkwoordspelling INHOUD INLEIDING... 3 DOELGROEP... 3 STRUCTUUR... 3 OMVANG... 4 INHOUD... 6 Lesstof Basis Werkwoordspelling 2 INLEIDING Muiswerkprogramma s zijn computerprogramma s voor

Nadere informatie

3 Pesten is geen lolletje

3 Pesten is geen lolletje Na deze les kun je: het verschil tussen plagen en pesten noemen; jouw ervaringen met pesten vertellen; uitleggen hoe je pesten kunt stoppen; afspraken maken over pesten. 3 Pesten is geen lolletje Pesten

Nadere informatie

tip! in leerjaar 1, is nog weinig verschil; mavo mag deze samenvatting ook gebruiken

tip! in leerjaar 1, is nog weinig verschil; mavo mag deze samenvatting ook gebruiken Boekverslag door Tmp_cox 1720 woorden 25 oktober 2012 5.8 259 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands NIEUW NEDERLANDS; Samenvatting, (mavo), havo, vwo hoofdstuk 1 t/m 6 tip! in leerjaar

Nadere informatie

Zinnen. Zinsontleding VOORBEELDPAGINA S. Bestelnr Het grote taalboek - oefenboek - Paragraaf 18 Zinsontleding.

Zinnen. Zinsontleding VOORBEELDPAGINA S. Bestelnr Het grote taalboek - oefenboek - Paragraaf 18 Zinsontleding. VOORBEELDPAGINA S Zinnen Zinsontleding Soorten zinnen Er zijn verschillende soorten zinnen. De meest gebruikte zijn: s MEDEDELENDE ZINNEN IN DE AANTONENDE WIJS )K GA VANDAAG NAAR HET STRAND s VRAGENDE

Nadere informatie

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af. Intro Met de docent Wat ga je doen in dit hoofdstuk? 1 Herhalen: je gaat herhalen wat je hebt geleerd in hoofdstuk 7, 8 en 9. 2 Toepassen: je gaat wat je hebt geleerd gebruiken in een situatie over werk.

Nadere informatie

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan? Les 1: Een poëziekaart maken Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart Lees over Verbonden zijn. Verbonden zijn De Nieuwsbegrip leesles gaat over de ramadan. Tijdens de

Nadere informatie

Basis Werkwoordspelling

Basis Werkwoordspelling Basis Werkwoordspelling Basis Werkwoordspelling is een programma voor het leren schrijven van de werkwoordsvormen. Doelgroepen Basis Werkwoordspelling Het programma Basis Werkwoordspelling is bedoeld voor

Nadere informatie

LESSTOF. Basis Werkwoordspelling

LESSTOF. Basis Werkwoordspelling LESSTOF Basis Werkwoordspelling 2 Lesstof Basis Werkwoordspelling INHOUD INLEIDING... 4 DOELGROEP... 4 STRUCTUUR... 5 OMVANG... 5 INHOUD... 8 Lesstof Basis Werkwoordspelling 3 INLEIDING Muiswerkprogramma

Nadere informatie

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6 We gaan een werkstuk maken en je mag het helemaal zelf doen. Het is helemaal jouw eigen werkstuk. Maar om je even goed op weg te helpen hebben we hieronder alle stapjes even op een rij gezet. Wat moet

Nadere informatie

Uitleg bij de spellingskaartjes.

Uitleg bij de spellingskaartjes. Uitleg bij de spellingskaartjes. 1. De BLAUWE kaartjes zijn bedoeld om alleen te oefen met de spellingskaartjes 2. Met de Paarse kaartjes mag je met zijn tweeën oefenen met de spellingskaartjes 3. De Groene

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 1 bij 1.2 * Doe de opdracht met de groep. Uitleg voor de docent: De cursisten lopen door elkaar door het lokaal. Laat de cursisten elkaar in tweetallen begroeten,

Nadere informatie

Klankzuivere werkwoorden vervoegen Methode voor beelddenkers Juf Kitty 2016

Klankzuivere werkwoorden vervoegen Methode voor beelddenkers Juf Kitty 2016 Klankzuivere werkwoorden vervoegen Methode voor beelddenkers Juf Kitty 2016 Inleiding Waarom klopt het niet als je werdt schrijft? Is het kookte of kookde? Als je onvoldoende Nederlands spreekt als tweede

Nadere informatie

LESBRIEF. Laat uw leerlingen 10 minuten lezen in 7Days. Uw leerlingen mogen zelf weten welke artikelen ze deze 10 minuten lezen.

LESBRIEF. Laat uw leerlingen 10 minuten lezen in 7Days. Uw leerlingen mogen zelf weten welke artikelen ze deze 10 minuten lezen. Vrijdag 19 februari 2016 Artikelen: Alle artikelen - Days week Inhoud: Leerlingen leren artikelen analyseren. Leerlingen leren de persoonsvorm in de zin te ontdekken en zowel in de tegenwoordige als de

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Schooljaar 2015 2016 Nederlands havo vwo 1 Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling H 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende

Nadere informatie

1 Werkwoorden. Voor deze aanbieding geld: op = op!!!

1 Werkwoorden. Voor deze aanbieding geld: op = op!!! 1 Werkwoorden Vrijwel iedereen is zich ervan bewust dat de spelling van de werkwoordsvormen in het Nederlands een valkuil is. Wie heeft zich nooit afgevraagd: d of t of dt? Gelukkig zijn er een paar regels

Nadere informatie

Thema Nederlandse cultuur en gewoontes

Thema Nederlandse cultuur en gewoontes http://www.edusom.nl Thema Nederlandse cultuur en gewoontes Lesbrief 32. Mag ik even uitpraten? Wat leert u in deze les? Eén lange zin maken van twee korte zinnen. Je mening geven. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Adviezen voor het bevorderen van de taalontwikkeling. Afdeling Logopedie

Adviezen voor het bevorderen van de taalontwikkeling. Afdeling Logopedie Adviezen voor het bevorderen van de taalontwikkeling Afdeling Logopedie Uw kind gaat praten, omdat er vanaf zijn geboorte in zijn nabijheid gepraat wordt en omdat vanaf zijn geboorte tegen hem gesproken

Nadere informatie

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en aan wie: een brief aan de minister

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en aan wie: een brief aan de minister Les 1: Een brief aan de minister schrijven Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken 1. Bekijk het Nieuwsbegripfilmpje van het Jeugdjournaal op www.nieuwsbegrip.nl. Het filmpje gaat over de staking

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten Kofi is op het werk. De chef geeft opdrachten: zij zegt wat Kofi moet doen. De eerste opdracht is de rommel opruimen. Kofi moet de vloer vegen. Het is weer netjes

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar een winkel om

Nadere informatie

Werkwoordspelling Leer- en oefenboek (1) Spellingsoefeningen tegenwoordige tijd en bijzondere werkwoorden Groep 7

Werkwoordspelling Leer- en oefenboek (1) Spellingsoefeningen tegenwoordige tijd en bijzondere werkwoorden Groep 7 Werkwoordspelling Leer- en oefenboek (1) Spellingsoefeningen tegenwoordige tijd en bijzondere werkwoorden Groep 7 2017 Junior Einstein bv Enschede, the Netherlands Behoudens de in of krachtens de Auteurswet

Nadere informatie

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort. Woordsoorten De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort. Woord Uitleg Voorbeeld Werkwoord Lidwoord Zelfstandig Bijvoeglijk

Nadere informatie

SPELLING VAN WERKWOORDEN

SPELLING VAN WERKWOORDEN SPELLING VAN WERKWOORDEN teksten van medeleerlingen als vertrekpunt, sobere uitleg, eenduidig en eenvoudig, grotendeels zelfcorrigerend persoonsvormen Boekje 1 1 Bij het schrijven kom je soms lastige problemen

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht.

Thema Gezondheid. Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht. http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht. Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren met de leerkracht. Zinnen maken met omdat. Hulp vragen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende regel De stam van werkwoorden kunnen noteren

Nadere informatie

Werkwoordspelling Leer- en oefenboek (3) Spellingsoefeningen gemengd Groep 7

Werkwoordspelling Leer- en oefenboek (3) Spellingsoefeningen gemengd Groep 7 Werkwoordspelling Leer- en oefenboek (3) Spellingsoefeningen gemengd Groep 7 2017 Junior Einstein bv Enschede, the Netherlands Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen

Nadere informatie

Lesdoelen De kinderen kunnen aanhalingstekens gebruiken.

Lesdoelen De kinderen kunnen aanhalingstekens gebruiken. groep 8 vakantie instaples 1 taal Lesdoelen De kinderen kunnen aanhalingstekens gebruiken. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal Verlengde instructie: Per kind een blad met

Nadere informatie

Teksverklaringen!!!!! Samenvattingen!! - Meerkeuzevragen! - Open! !!!! Nederlands! 1. Spellen! 2. Samenvatting schrijven

Teksverklaringen!!!!! Samenvattingen!! - Meerkeuzevragen! - Open! !!!! Nederlands! 1. Spellen! 2. Samenvatting schrijven NEDERLANDS Nederlands Teksverklaringen Samenvattingen 1. Hoofdgedachte 2. Meerkeuzevragen 3. Tekstverbanden 4. Open vragen 5. Argumentatie 6. Mening en doel van de schrijver 1. Spellen 2. Samenvatting

Nadere informatie

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk? Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk? Verantwoordelijkheid. Ja, ook heel belangrijk voor school!!! Het lijkt veel op zelfstandigheid, maar toch is het net iets anders. Verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Bezoek een bedrijf. Wat kun je en wat weet je na deze lesbrief?

Bezoek een bedrijf. Wat kun je en wat weet je na deze lesbrief? Bezoek een bedrijf! Bezoek een bedrijf Je gaat op bezoek bij een bedrijf dat je zelf mag uitzoeken. Het is de bedoeling dat je bij het bedrijf gaat kijken, vragen stellen en goed oplet wat ze er allemaal

Nadere informatie

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte Les 1: Een gedicht over Egypte schrijven Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken 1. Bekijk het Nieuwsbegripfilmpje van het Jeugdjournaal op www.nieuwsbegrip.nl. Het filmpje gaat over de situatie

Nadere informatie

Tijdsplanning werkstuk groep 5

Tijdsplanning werkstuk groep 5 Naam: Groep 5 Tijdsplanning werkstuk groep 5 Wat wanneer Aan de juf het onderwerp van maandag 21 januari 2013 mijn werkstuk doorgeven inleveren opdracht 1 maandag 28 januari 2013 inleveren opdracht 2 donderdag

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Vak: Nederlands Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2016-2017 Lesperiode: 1 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende

Nadere informatie

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte Les 1: Een gedicht over Egypte schrijven Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken 1. Bekijk het Nieuwsbegripfilmpje van het Jeugdjournaal op www.nieuwsbegrip.nl. Het filmpje gaat over de situatie

Nadere informatie

STAGEBOEK 2014 VAN AFDELING..

STAGEBOEK 2014 VAN AFDELING.. STAGEBOEK 2014 VAN AFDELING.. Stageboek 2014 1 Gegevens Leerling Naam -------------------------------------------------------------------------------------- Adres Postcode Woonplaats Geboortedatum Telefoon

Nadere informatie

Inhoud. Mijn leven. ik doe mee

Inhoud. Mijn leven. ik doe mee Inhoud Inleiding...3 Hoofdstuk 1 Meedoen... 4 Hoofdstuk 2 Waarom doen?... 6 Hoofdstuk 3 Rechten... 8 Hoofdstuk 4 Plichten... 10 Hoofdstuk 5 Tips... 12 Hoofdstuk 6 Thuis... 14 Hoofdstuk 7 Familie... 16

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Spreekopdrachten thema 4 Wonen Spreekopdrachten thema 4 Wonen Opdracht 1 bij 4.1 ** Uitleg voor de docent: Op de volgende pagina vind je een blad met plaatjes. Knip de plaatjes uit en doe ze in een envelop. Geef elk tweetal een envelop.

Nadere informatie

Laat Je Rela)e Niet Stuklopen

Laat Je Rela)e Niet Stuklopen Laat Je Rela)e Niet Stuklopen Door Robbert Raas www.stop-jaloezie.com Voorwoord Dit compacte e-book is geschreven als hulp bij de eerste stap naar een leven zonder vervelende jaloezie. Op stop-jaloezie.com

Nadere informatie

Tekst lezen en vragen stellen

Tekst lezen en vragen stellen Tekst lezen en vragen stellen 1. Lees de uitleg. Als je een tekst leest, probeer je de tekst zo goed mogelijk te begrijpen. Maar dat gaat niet vanzelf. Je moet er iets voor doen. Tijdens het lezen komen

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 2 bij 1.2 Vraag en antwoord. Cursist A: lees de vraag hardop. Cursist B: lees het antwoord hardop. Klaar? Dan leest cursist B de vragen. Cursist A Cursist

Nadere informatie

OPA-methode. Inhoud. 1. De OPA-methode maakt uw zinnen leesbaar 2. Zinnen bestaan uit zinsdelen 3

OPA-methode. Inhoud. 1. De OPA-methode maakt uw zinnen leesbaar 2. Zinnen bestaan uit zinsdelen 3 OPA-methode Inhoud 1. De OPA-methode maakt uw zinnen leesbaar 2 Zinnen bestaan uit zinsdelen 3 U kunt zinnen altijd in de vier OPA-volgordes schrijven 5 PP in taal 2001 versie april 2001 1 1. De OPA-methode

Nadere informatie

Thema Kinderen en school. Lesbrief 20. Op het schoolplein

Thema Kinderen en school. Lesbrief 20. Op het schoolplein Thema Kinderen en school. Lesbrief 20. Op het schoolplein brengt zijn dochter Ama naar school. Hij praat met een moeder van een ander kind op het schoolplein. De moeder heet. Waar werkt? Wat leert u in

Nadere informatie

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan? Les 1: Een poëziekaart maken poëziekaart Lees over Verbonden zijn. Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een Verbonden zijn De Nieuwsbegrip leesles gaat over de ramadan. Tijdens de ramadan voelen

Nadere informatie

Antwoorden Nederlands Ontleding

Antwoorden Nederlands Ontleding Antwoorden Nederlands Ontleding Antwoorden door een scholier 1587 woorden 27 april 2010 5,8 10 keer beoordeeld Vak Nederlands Taalkundig ontleden; Lidwoorden; Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig

Nadere informatie

Voorbeeld lesbrief. Van je fouten leer je het meest! Lesduur 25 minuten

Voorbeeld lesbrief. Van je fouten leer je het meest! Lesduur 25 minuten Voorbeeld lesbrief Van je fouten leer je het meest! Lesduur 25 minuten Voorbereiding De eerste klas heeft de opdracht gekregen om voor deze les een gemaakte toets van > mee te nemen. Deze toets

Nadere informatie

2c nr. 1 zinnen met want en omdat

2c nr. 1 zinnen met want en omdat OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

Bijlage interview meisje

Bijlage interview meisje Bijlage interview meisje Wat moet er aan de leerlingen gezegd worden voor het interview begint: Ik ben een student van de Universiteit van Gent. Ik wil met jou praten over schrijven en taken waarbij je

Nadere informatie

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30 Inhoud Deel 1 Grammaticale vormen Les 1 Letter, woord, zin, getal, cijfer 12 Les 2 Zinnen 14 Les 3 Persoonlijke voornaamwoorden (1) 16 Les 4 Hij / het / je / we / ze 18 Herhalingstoets 1 20 Les 5 Werkwoorden

Nadere informatie

Werkwoordspelling Leer- en oefenboek (2) Spellingsoefeningen verleden tijd en voltooid deelwoord Groep 6

Werkwoordspelling Leer- en oefenboek (2) Spellingsoefeningen verleden tijd en voltooid deelwoord Groep 6 Werkwoordspelling Leer- en oefenboek (2) Spellingsoefeningen verleden tijd en voltooid deelwoord Groep 6 2017 Junior Einstein bv Enschede, the Netherlands Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van

Nadere informatie

Onderdeel: LEZEN Docent: RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: LEZEN Docent: RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Rapportperiode 1 Vak: Nederlands Onderdeel: LEZEN Docent: RKW 1 Aantal lessen per week: 4 Methode: Lees Mee Hoofdstuk: Blok 1 t/m 6 Blz. Weging: 1x 3x woordmixtoets 3x leestoets In totaal 6 cijfers Studievaardigheden:

Nadere informatie

LESSTOF. Werkwoordspelling op maat

LESSTOF. Werkwoordspelling op maat LESSTOF Werkwoordspelling op maat 2 Lesstof Werkwoordspelling op maat INHOUD INLEIDING... 4 STRUCTUUR... 5 INHOUD... 9 DIDACTIEK... 20 TOT SLOT... 21 Lesstof Werkwoordspelling op maat 3 INLEIDING Muiswerkprogramma

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager

Nadere informatie

Lesbrief 14. Naar personeelszaken.

Lesbrief 14. Naar personeelszaken. http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 14. Naar personeelszaken. Wat leert u in deze les? Wanneer u zeggen en wanneer jij zeggen. Je mening geven en naar een mening vragen. De voltooide tijd gebruiken.

Nadere informatie

In elke zin staat een werkwoord. Werkwoorden zijn woorden die aangeven welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal staat.

In elke zin staat een werkwoord. Werkwoorden zijn woorden die aangeven welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal staat. Grammatica: werkwoorden werkwoordsen uitleg Werkwoordsen 1. Persoonsvorm In elke zin staat een werkwoord. Werkwoorden zijn woorden die aangeven welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal

Nadere informatie

SAMEN-WERKEN MET DE MENSEN OM JOU HEEN

SAMEN-WERKEN MET DE MENSEN OM JOU HEEN cursus SAMEN-WERKEN MET DE MENSEN OM JOU HEEN Samen-Werk-Boek.. www.zozijn.nl/zozijnschool Inhoudsopgave Samen-werken met de mensen om jou heen.... 3 Wat gaan we doen in deze cursus?... 4 Jezelf voorstellen...

Nadere informatie

internet is gemakkelijk

internet is gemakkelijk internet is gemakkelijk september 2013 internet gids Inhoud tip 1: Bespreek met je ouders of begeleider als je op internet kan 4 tip 2: Maak samen internetafspraken waar iedereen zich kan in vinden 6 tip

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Spreekopdrachten thema 4 Wonen Boven: Spreekopdrachten thema 4 Wonen Opdracht 2 bij 4.1 * slaapkamer 2 trap Beneden: tuin garage TaalCompleet A1 Spreken Plus Thema 4-1 Opdracht 3 bij 4.1 ** Vertel. Wat voor huis heb jij? - Woon je in

Nadere informatie

Studiekeuzedag CMD voorbereidingswerkboek

Studiekeuzedag CMD voorbereidingswerkboek Studiekeuzedag CMD voorbereidingswerkboek Hallo! Je hebt je aangemeld voor de opleiding CMD en je bent uitgenodigd voor een studiekeuzedag om te kijken of jij bij de opleiding past en of de opleiding bij

Nadere informatie

Extra oefeningen voor werkwoordspelling

Extra oefeningen voor werkwoordspelling Extra oefeningen voor werkwoordspelling Inleiding Bij Taal actief 2 is voor groep 6 een apart werkboekje samengesteld voor de voorbereiding op de spelling van de werkwoorden. Veel gebruikers van Taal actief

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema. http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden van les 12, 13, 14 en 15. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag

Nadere informatie

BIJLAGEN LESPAKKET 1.2

BIJLAGEN LESPAKKET 1.2 BIJLAGEN LESPAKKET 1.2 BIJLAGE 1 A4 BLADEN THEMA S BIJLAGE 2 DOMINO EMOTIES BIJLAGE 3 MATCHING OEFENING GEVOELENS BIJLAGE 4 VRAGENLIJST FILM BIJLAGE 5 VRAGENSTROOKJES HOEKENWERK BIJLAGE 6 ANTWOORDENBLAD

Nadere informatie

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor www.kinderenbiddenvoorkinderen.

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor www.kinderenbiddenvoorkinderen. Bidden Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor www.kinderenbiddenvoorkinderen.nl en kinderactiviteiten www.lambertuskerk-rotterdam.nl

Nadere informatie

Hieronder volgt een gedeelte uit mijn boek voor een eerste indruk. Het leerboek telt 64 pagina s, het antwoordenboek 47 pagina s

Hieronder volgt een gedeelte uit mijn boek voor een eerste indruk. Het leerboek telt 64 pagina s, het antwoordenboek 47 pagina s Hieronder volgt een gedeelte uit mijn boek voor een eerste indruk. Het leerboek telt 64 pagina s, het antwoordenboek 47 pagina s 2 Werkwoorden waarvan de IK-VORM eindigt op een D De IK-VORM van een werkwoord

Nadere informatie