Samenvatting medische jaarverslagen 2011
|
|
- Nienke van Dam
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Samenvatting medische jaarverslagen Jaarverslag FNT Medisch 2011_WEB_NEW.indd :53
2 Colofon Redactie algemene inhoud dr. Henk J. Adriaansen, arts klinische chemie mevr. Ada de Bruijn-Wentink, beleidsmedewerker FNT Vormgeving omslag Samplonius & Samplonius B.V., Berkel en Rodenrijs Productie Samplonius & Samplonius B.V., Berkel en Rodenrijs Jaarverslag FNT Medisch 2011_WEB_NEW.indd :53
3 Voorwoord Voor u ligt de Samenvatting Medische Jaarverslagen van de Federatie van Nederlandse Trombosediensten (FNT) over het jaar Alle gegevens zijn digitaal aangeleverd door de leden trombosediensten. Mevrouw Ada de Bruijn-Wentink heeft alle gegevens samengevoegd tot tabellen en figuren. Zij heeft een aantal analyses uitgevoerd en een eerste aanzet gemaakt voor de tekst van dit jaarverslag. Ik wil haar hartelijk danken voor haar inzet, creativiteit en precisie. De leden van het bestuur en mevrouw Odette D.M. Paauwe-Insinger worden bedankt voor het kritisch lezen van het manuscript. Voorschoten, oktober 2012 dr. Henk J. Adriaansen, arts klinische chemie Samenvatting medische jaarverslagen Federatie van Nederlandse Trombosediensten Jaarverslag FNT Medisch 2011_WEB_NEW.indd :53
4 4 Samenvatting medische jaarverslagen Federatie van Nederlandse Trombosediensten Jaarverslag FNT Medisch 2011_WEB_NEW.indd :53
5 Inhoudsopgave Voorwoord 3 Inhoudsopgave 5 1 Inleiding 6 2 Aantal patiënten, bepalingen, controlefrequentie en bloedafname aan huis 6 Aantal patiënten en bepalingen 6 Controlefrequentie 6 Bloedafname aan huis 7 3 Indicaties voor antistollingsbehandeling 7 Arteriële indicaties 7 Veneuze indicaties 8 4 Kwaliteit van antistollingsbehandeling 9 Kwaliteit middels bestands 9 Kwaliteit middels lineaire interpolatiemethode 10 Acenocoumarol versus fenprocoumon (reguliere patiënten) 11 Doseerprogramma 12 5 Bloedingscomplicaties 12 6 Zelfmanagement 13 7 Discussie en conclusie 14 Samenvatting medische jaarverslagen Federatie van Nederlandse Trombosediensten Jaarverslag FNT Medisch 2011_WEB_NEW.indd :53
6 1. Inleiding Voor u ligt de Samenvatting Medische Jaarverslagen Op 31 december 2011 waren 61 trombosediensten aangesloten bij de FNT. Het betreffen 58 trombosediensten in Nederland, twee in Spanje, één op Curaçao. Alle diensten hebben dit verslagjaar data aangeleverd. De gegevens van Centro Clinico Europa te Benidorm en de Nederlandse Trombosedienst Torremolinos zijn gezien de bijzondere patiëntenpopulatie separaat in de tabellen weergegeven en niet in de totalen opgenomen. Nog niet alle trombosediensten zijn in staat gegevens aan te leveren met betrekking tot de patiëntbehandeljaren, de lineaire interpolatiemethode en het zelfmanagement. Ook bleek het voor enkele trombosediensten lastig om de gegevens van de zelfmeetpatiënten die niet zelfdoseren te scheiden van de totale groep zelfmanagementpatiënten en om deze patiënten onder te brengen bij de reguliere patiëntengroep. Dit geldt eveneens voor de patiëntengroep Near Patient Testing. Deze laatste groep is in veel gevallen opgenomen in het automatiseringssysteem voor de zelfmanagementpatiënten terwijl de patiënten voor dit verslag onder de reguliere patiëntengroep resulteren. In het verslag zijn de resultaten weergegeven van de afgelopen tien en vijf jaren. De vijf-jaren overzichten bevatten gegevens van de trombosediensten die over alle jaren gegevens hebben aangeleverd. De bereikte antistollingsintensiteit is naast de bekende bestands dit jaar voor de tweede keer door middel van de lineaire interpolatiemethode weergegeven. 2. Aantal patiënten, bepalingen, controlefrequentie en bloedafname aan huis Aantal patiënten en bepalingen Het totaal aantal patiënten dat onder behandeling is van de trombosediensten is in 2011 met 7,5 % toegenomen ten opzichte van In figuur 1 is de ontwikkeling van patiëntaantallen over de afgelopen 10 jaar weergegeven. De toename is in 2011 groter dan in de voorgaande jaren. Uit figuur 2 blijkt de eveneens groeiende trend van het aantal bepalingen. In 2011 werden ruim 6,3 miljoen bepalingen uitgevoerd (tabel 2). Figuur 2 Totaal aantal bepalingen (N = divers*) Figuur 1 Totaal aantal behandelde patiënten (N = divers*) * Divers = alle trombosediensten die het betreffende jaar data hebben aangeleverd In 2011 werden door 59 trombosediensten ruim patiënten behandeld (tabel 1). * Divers = alle trombosediensten die het betreffende jaar data hebben aangeleverd Controlefrequentie De controlefrequentie is in 2011 licht gedaald ten opzichte van het voorgaande jaar. Tot en met 2009 werd de controlefrequentie berekend op het aantal patiënten. Vanaf 2010 gebeurt dit op het aantal patiëntbehandeljaren. De grafiek betreft de mediaan 6 Samenvatting medische jaarverslagen Federatie van Nederlandse Trombosediensten Jaarverslag FNT Medisch 2011_WEB_NEW.indd :53
7 van de 42 trombosediensten die in staat waren om het aantal patiëntbehandeljaren te berekenen. Niet iedere trombosedienst kan op dit moment deze parameter aanleveren. De controlefrequentie is enigszins vervuild doordat niet iedere trombosedienst de Near Patient Testing patiënten onder de reguliere patiënten onderbrengt. De controlefrequentie varieert in 2011 tussen 15,7 tot 25,4 controles per patiënt per jaar (tabel 2). Figuur 3 Controlefrequentie (N=42) Bloedafname aan huis Het aantal bloedafnames aan huis is voor het eerst sinds jaren licht gedaald. Het mediane percentage van alle trombosediensten is 41,3%. Zie tabel 2 en figuur 4. De spreiding van het percentage afnames aan huis tussen de trombosediensten blijft groot en varieert van 26,1% tot 51,8%. Het percentage wordt berekend door het aantal bepalingen aan huis te delen door het totaal aantal bepalingen (poliklinisch én aan huis) ,6 19,0 18,9 21,5 21, Figuur 4 Mediaan % aan huis bloedafnames (N=divers) , , ,4 41,6 41, Indicaties voor antistollingsbehandeling Er zijn door 59 trombosediensten bijna indicaties vastgelegd. Bij 84,1% van de in 2011 behandelde patiënten betreft het een arteriële indicatie en bij 15,9% een veneuze indicatie. Op basis van de patiëntbehandeljaren zijn de percentages respectievelijk 87,0% en 13,0%. De andere verhouding kan worden verklaard door de langere behandeltijd van de patiënten met een arteriële indicatie. De veneuze indicaties DVT en longembolie zijn gegroepeerd tot de indicatie Veneuze Tromboembolie (VTE). In 2011 wordt 60% van alle patiënten behandeld voor de indicatie atriumfibrilleren (figuur 5a). Arteriële indicaties In figuur 5b is de verdeling van de overige arteriële indicaties weergegeven. Figuur 5b Overige arteriële indicaties uitgesplitst (N=59) 7% 5% 4% 4% 1% 20% Figuur 5a Indicaties per hoofdgroep (N=59) 12% atriumfibrilleren 60% 24% overig arterieel 18% kunstklep 6% 9% veneuze trombo-embolie 15% 14% profylaxe en overige 1% coronaire syndromen en ingrepen cardiomyopathie vaatchirurgie hartklepgebrek en dec. Cordis cerebrale embolie cerebraal vaatlijden bioklepprothese perifeer arterieel vaatlijden arteriele embolie ernstig arterieel vaatlijden Samenvatting medische jaarverslagen Federatie van Nederlandse Trombosediensten Jaarverslag FNT Medisch 2011_WEB_NEW.indd :53
8 In figuur 6 is de ontwikkeling van het aantal patiënten met de indicatie kunstklep en het aantal patiënten met de indicatie atriumfibrilleren in de afgelopen 5 jaren weergegeven. Het aantal patiënten met atriumfibrilleren neemt jaarlijks sterk toe; het aantal behandelde patiënten met een kunstklep blijft nagenoeg gelijk. Figuur 6 Totaal behandelde patiënten per arteriële indicatie (N=51) Kunstklep Atriumfibrilleren De groei van het aantal nieuw ingeschreven patiënten met de indicatie atriumfibrilleren is eveneens evident (figuur 7). In 2011 bedroeg het totaal aantal nieuw ingeschreven patiënten met atriumfibrilleren ruim patiënten tegenover ruim in In 2011 werden bij alle trombosediensten samen ruim patiënten met de indicatie atriumfibrilleren behandeld tegenover in 2010 (tabel 3c). Dat betekent een groei van in totaal patiënten. Daarentegen werden, zoals boven is aangegeven, nieuwe patiënten met de indicatie atriumfibrilleren ingeschreven. Dit betekent dat bij ongeveer patiënten met atriumfibrilleren de antistollingsbehandeling is gestopt. Zoals vorig jaar is opgemerkt reflecteert dit de grote turnover van patiënten met atriumfibrilleren. Deze waarneming is van belang bij het inschatten van het effect op het totaal aantal patiënten onder cumarinetherapie bij de introductie van de nieuwe orale anticoagulantia (NOAC s). Figuur 7 Aantal nieuw ingeschreven patiënten per arteriële indicatie (N=51) Atriumfibrilleren Kunstklep vrouw vrouw man man Veneuze indicaties Het totaal aantal behandelde patiënten met een veneuze indicatie blijft licht groeien. Figuur 8 Totaal behandeld en nieuw ingeschreven patiënten VTE (N=51) De onderverdeling van de VTE groep is weergegeven in figuur 9. Figuur 9 Onderverdeling totaal behandelde patiënten VTE (N=51) 21% % Totaal behandeld Nieuw ingeschreven 11% 30% dvt longembolie recidief longembolie recidief dvt 8 Samenvatting medische jaarverslagen Federatie van Nederlandse Trombosediensten Jaarverslag FNT Medisch 2011_WEB_NEW.indd :53
9 4. Kwaliteit van antistollingsbehandeling Het percentage patiënten met een INR binnen de therapeutische range wordt beschouwd als een maat voor medische kwaliteit en wordt gebruikt als een van de indicatoren voor kwaliteit. In 2002 heeft de ledenvergadering van de FNT besloten dat het percentage longterm patiënten met een INR binnen de therapeutische range een kwaliteitsindicator is welke gebruikt wordt bij de audits. Als grens is gesteld dat tenminste 70% van de longterm patiënten in de 1e intensiteitsgroep en tenminste 65% van de patiënten in de 2e intensiteitsgroep een INR binnen de therapeutische range moet hebben. In 2011 zijn dezelfde streefwaarden en therapeutische ranges gehanteerd als in voorgaande jaren. Streefwaarden en therapeutische range in INR 1e Intensiteitsgroep 2e Intensiteitsgroep Optimale streefwaarde 3,0 3,5 Therapeutische range 2,0 3,5 2,5 4,0 Streefgebied 2,5 3,5 3,0 4,0 Kwaliteit middels bestands In 2011 heeft één trombosedienst bij de 1e intensiteitsgroep de grens van 70% niet behaald. Wat betreft de 2e intensiteitsgroep bereikten twee trombosediensten de gestelde limiet van 65% niet (tabel 4c). De mediaan percentages voor de drie patiëntengroepen zijn weergegeven in figuur 10. Figuur 10 Het mediane % van de drie patiëntengroepen binnen de therapeutische range (N=51) 1e intensiteitsgroep 2e intensiteitsgroep ,2 79,5 79,3 78,5 80,0 74,8 74,8 76,0 74,4 76,4 64,2 64,1 63,8 63,4 65, ,5 73,3 74,1 73,0 73,2 68,1 67,5 65,1 66,0 67,2 58,6 54,3 52,5 53,4 53, Instel binnen Shortterm binnen Longterm binnen Zowel bij de 1e intensiteitsgroep als bij de 2e intensiteitsgroep zijn de mediane percentages voor de drie patiëntengroepen hoger dan de percentages in Bij de 1e intensiteitsgroep heeft 80% van de longterm patiënten een INR binnen de therapeutische range. Dit percentage is niet eerder zo hoog geweest. In figuur 11 en 12 worden voor de drie groepen de percentages patiënten met een INR boven (figuur 11) en onder (figuur 12) de therapeutische range getoond. De percentages patiënten met een INR-waarde onder de therapeutische range zijn in 2011 lager dan in De percentages patiënten met een INR-waarde boven de therapeutische range zijn daarentegen nagenoeg gelijk aan die van De genoemde verbetering van het percentage patiënten met een INR binnen de therapeutische range komt derhalve voornamelijk door een afname van het aantal patiënten met een te lage INR. Samenvatting medische jaarverslagen Federatie van Nederlandse Trombosediensten Jaarverslag FNT Medisch 2011_WEB_NEW.indd :53
10 Figuur 11 Het mediane % van de drie patiëntengroepen boven de therapeutische range (N=51) e intensiteitsgroep e intensiteitsgroep Instel boven Shortterm boven Longterm boven Figuur 12 Het mediane % van de drie patiëntengroepen onder de therapeutische range (N=51) 1e intensiteitsgroep 2e intensiteitsgroep ,7 19,5 19,2 18,2 16,8 10,3 10,2 10,3 9,6 8,5 6,2 6,1 6,5 5,9 5, ,8 33,4 32,4 30,1 23,2 18,4 18,9 19,3 18,3 18,1 10,5 10,5 11,2 10,8 10, Instel onder Shortterm onder Longterm onder Kwaliteit middels lineaire interpolatiemethode Naast de bestands is dit jaar is voor de tweede maal de lineaire interpolatiemethode gebruikt als indicator voor de kwaliteit. Middels de lineaire interpolatie wordt van alle beschikbare INR-resultaten voor iedere patiënt het percentage van de tijd berekend welke de patiënt binnen het therapeutisch gebied is ingesteld. De resultaten van de trombosediensten zijn op twee verschillende manieren uitgewerkt. Ten eerste is gevraagd om voor de totale trombosedienst per patiëntengroep het percentage tijd te berekenen dat de INR s onder, binnen of boven de therapeutische range verkeerden. Deze parameter wordt aangeduid met lineaire interpolatie op trombosedienstniveau. De tweede parameter betreft de lineaire interpolatie op patiëntniveau. Dit toont per patiëntengroep de spreiding van de resultaten: < 50%, 50-59%, 60-69%, 70-79%, 80-89%, % van de tijd ingesteld binnen de therapeutische range. Evenals bij de bestands worden deze twee indicatoren berekend voor de zes verschillende te onderscheiden patiëntengroepen: instel, shortterm en longterm patiënten voor zowel de 1e intensiteitsgroep als de 2e intensiteitsgroep. Ook dit jaar kunnen niet alle trombosediensten deze parameters berekenen: 52 trombosediensten hebben de gegevens aangeleverd. In figuur 13 worden voor de longterm patiënten de resultaten van de lineaire interpolatie op trombosedienstniveau vergeleken met de resultaten van de bestands. De mediane percentages zijn vrijwel gelijk. Dit geldt overigens ook voor iedere individuele trombosedienst (zie tabel 4c). De resultaten van de lineaire interpolatie op trombosedienstniveau zijn zelfs iets beter. Zoals vorig jaar reeds is opgemerkt, betekent dit dat de door de FNT de afgelopen decennia gehanteerde bestands voor het vaststellen van de kwaliteit vergelijkbaar is met de algemeen als gouden standaard beschouwde lineaire interpolatiemethode. Figuur 13 Mediaan van de twee kwaliteitsindicatoren voor de longterm patiënten (N=52) % ,4 80,8 73,2 1 e inten.gr 2 e inten.gr s L.I. trombosedienstniveau 75,3 10 Samenvatting medische jaarverslagen Federatie van Nederlandse Trombosediensten Jaarverslag FNT Medisch 2011_WEB_NEW.indd :53
11 Lineaire interpolatie op patiëntniveau geeft een andere soort van informatie over de kwaliteit dan de twee in figuur 13 weergegeven parameters. Het geeft met name de spreiding van de resultaten weer. In figuur 14 zijn voor beide intensiteitsgroepen van de longterm patiënten de percentages patiënten weergegeven die een bepaalde tijd binnen de therapeutische range verkeerden. Er is een duidelijke spreiding waarbij de verdeling tussen de twee intensiteitsgroepen verschilt: bij de 1e intensiteitsgroep is de grootste groep 90 tot 100% van de tijd binnen de therapeutische range ingesteld; bij de 2e intensiteitsgroep is de grootste groep 80 tot 89% van de tijd in de therapeutische range ingesteld. De minder goede resultaten bij de 2e intensiteitsgroep zien we ook terug bij de bestands en de lineaire interpolatie op trombosedienstniveau. Figuur 14 Verdeling van de patiënten op basis van tijd binnen de therapeutische range (N=52) Figuur 15a Percentage patiënten per trombosedienst dat bepaalde tijd binnen de therapeutische range verkeerde (de nummers corresponderen met de trombosedienstnummers) (N=52) e Intensiteitsgroep % 60-69% 70-79% 80-89% % % patiënten ,5 8,4 11,4 15,6 21,0 27,6 23,3 23,9 29,8 18, % 60-69% 70-79% 80-89% % 1 e intensiteit 2 e intensiteit v/d tijd binnen de therapeutische range Ook op basis van de lineaire interpolatie zijn de resultaten in 2011 iets beter dan de resultaten in Het percentage patiënten dat 90 tot 100% van de tijd binnen de therapeutische range verkeerde is voor de 1e intensiteitsgroep gestegen van 27,4% in 2010 naar 29,8% in Voor de 2e intenstiteitsgroep verbeterde dit percentage van 14,8% naar 18,0%. De groep patiënten welke 80 tot 90% van de tijd binnen de therapeutische range was ingesteld is voor beide intensiteitsgroepen eveneens in 2011 relatief gegroeid, terwijl de groepen welke <80% van de tijd juist waren ingesteld in 2011 relatief kleiner waren dan in De prestaties kunnen ook per trombosedienst worden weergegeven. Zie figuur 15a en 15b voor respectievelijk de 1e en 2e intensiteitsgroep. Figuur 15b Percentage patiënten per trombosedienst dat bepaalde tijd binnen de therapeutische range verkeerde (de nummers corresponderen met de trombosedienstnummers) (N=52) e Intensiteitsgroep % 60-69% 70-79% 80-89% % Ook bij de individuele trombosediensten worden de minder goede resultaten van de 2e intensiteitsgroep gezien: in figuur 15a heeft de paarse ster (90-100% in de therapeutische range) het grootste oppervlak en in figuur 15b de groene en de rode ster (respectievelijk 80-89% en 70-79% in de therapeutische range). De spreiding van de resultaten tussen de trombosediensten is overigens vrij groot. Acenocoumarol versus fenprocoumon (reguliere patiënten) Voor de vergelijking van acenocoumarol met fenprocoumon zijn de resultaten van de bestands Samenvatting medische jaarverslagen Federatie van Nederlandse Trombosediensten Jaarverslag FNT Medisch 2011_WEB_NEW.indd :53
12 gebruikt. Fenprocoumon scoort wederom beter dan acenocoumarol bij de groep longterm patiënten in zowel de 1e als de 2e intensiteitsgroep (figuur 16). Het verschil voor de 1e intensiteitsgroep is ten opzichte van vorig verslagjaar iets kleiner, namelijk 3,1% i.p.v. 4,4%. Bij de 2e intensiteitsgroep is het verschil echter iets toegenomen: in ,3% ten opzichte van 6,0% in Het verschil tussen de beide intensiteitsgroepen is daarmee in 2011 toegenomen. Fenprocoumon blijkt vooral van meerwaarde voor patiënten welke gedoseerd moeten worden in de 2e intensiteitsgroep. Figuur 16 Mediaan % longterm patiënten binnen de therapeutische range per cumarine preparaat 2011 (N=59) ,0 82,1 Figuur 17 Behandeltijd acenocoumarol versus fenprocoumon (N=59) 71,8 78,1 1 e intensiteitsgroep 2 e intensiteitsgroep Acenocoumarol Fenprocoumon Doseerprogramma Voor het vergelijk van de doseerprogramma s zijn de resultaten van de bestands gebruikt. In figuur 18 is voor de 1e intensiteitsgroep en de 2e intensiteitsgroep per automatiseringsprogramma weergegeven hoe de trombosediensten scoren voor wat betreft het percentage longterm patiënten binnen de therapeutische rang Figuur 18 % longterm patiënten binnen de therapeutische range per trombosedienst gegroepeerd naar automatiseringsprogramma (N=59) e intensiteitsgroep Programma 2 e intensiteitsgroep 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 10,9 88,9 18,6 80,9 Fenprocoumon Acenocoumarol Programma 0% Mediaan Gemiddelde 1=TDAS, 2=TRODIS, 3=TROMIS, 4= MijnINR, 5= Portavita en 6=GLIMS 5. Bloedingscomplicaties De afgelopen jaren is het aantal geregistreerde ernstige bloedingscomplicaties gestaag toegenomen. De verklaring hiervoor betrof een betere registratie door de trombosediensten. Over het jaar 2011 zijn echter minder bloedingscomplicaties geregistreerd dan in het voorgaande jaar. Totaal werden complicaties gemeld ten opzichte van in 2010 (tabel 5). Het aantal geregistreerde intracraniële bloedingen nam licht af van 773 naar 757. Het mediane aantal ernstige bloedingscomplicaties is 1,1 en de mediaan voor de intracraniële bloedingen per 100 patiëntbehandeljaren is in ,3. Deze getallen zijn lager dan hetgeen op basis van de literatuur mag worden verwacht, maar het verschil is zeker voor de intracerebrale bloedingen gering. Het is mogelijk dat door de intensieve antistollingsbegeleiding door de Nederlandse trombosediensten de incidentie van ernstige bloedingscomplicaties lager is dan hetgeen in de literatuur is beschreven. Opgemerkt dient te worden dat nog steeds sprake is van spreiding in rapportage tussen trombosediensten die deels veroorzaakt wordt door nog niet volledige registratie bij een aantal trombosediensten. 12 Samenvatting medische jaarverslagen Federatie van Nederlandse Trombosediensten Jaarverslag FNT Medisch 2011_WEB_NEW.indd :53
13 6. Zelfmanagement Sinds 2002 groeit het aantal zelfmanagementpatiënten ieder jaar sterk. Vorig jaar is de definitie van de zelfmanagementpatiënt gewijzigd: de patiënten die zelfprikken maar niet zelfdoseren worden niet meer beschouwd als zelfmanagementpatiënt, maar als reguliere patiënt. Daarnaast worden sinds 2010 het aantal behandelde patiënten en de patiëntbehandeljaren gerapporteerd waar voorheen de patiëntaantallen op 1 januari en 31 december uitgangspunt waren. Vergelijking van het aantal patiënten met de voorgaande jaren was vorig jaar daardoor niet goed mogelijk. Het aantal zelfmanagementpatiënten (patiënten die zelfmeten én zelfdoseren) stijgt in 2011 bij 53 trombosediensten met patiënten tot ; een toename van 20%. Bij deze trombosediensten betreft het eind ,3% van het totaal aantal patiënten onder behandeling (tabel 12a). Ook hier is de spreiding tussen de trombosediensten groot: <1% tot 14,5% zelfmanagementpatiënten. Aan de trombosediensten is dit jaar gevraagd om tevens het aantal patiënten dat zelf de INR meet, maar zich niet zelf doseert, te rapporteren. 48 Trombosediensten konden deze resultaten rapporteren. Bij deze trombosediensten stijgt het aantal zelfmeters met patiënten tot op 31 december; een toename van 43% (tabel 12b). In deze tabel staan ook de aantallen zelfmanagementpatiënten op 1 januari en op 31 december. Bij 59 trombosediensten is het aantal zelfmanagementpatiënten met toegenomen. Tot 2009 werd ongeveer 80% van de patiënten die hun eigen INR meten ook opgeleid om zelf te doseren. Slechts 20% was uitsluitend zelfmeter. Van de in 2011 met het zelfmeten gestarte patiënten is minder dan 50% opgeleid om ook zelf te doseren. Het totaal aantal patiënten dat zelf de INR meet is eind , waarvan bijna 68% zich zelf doseert. Het werkelijke aantal patiënten is nog hoger, omdat niet alle trombosediensten in staat waren om de gevraagde getallen te rapporteren. Landelijk is eind 2011 bijna 11% van de patiënten met orale anti-stollingsmedicatie zelfmeter- of zelfmanagementpatiënt. Opgemerkt dient te worden dat dit percentage sterk varieert tussen de trombosediensten. De kwaliteitsparameters van de zelfmanagementpatiënten zijn weergegeven in tabel 13. In figuur 19 is voor de longterm patiënten voor beide intensiteitsgroepen het percentage patiënten met een INR binnen de therapeutische range weergegeven. Dit betreffen de mediane percentages van 39 trombosediensten, verkregen met zowel de bestands als de lineaire interpolatiemethode op trombosedienstniveau. In analogie met de reguliere patiënten zijn de resultaten berekend met de lineaire interpolatiemethode op trombosedienstniveau, iets beter dan de resultaten welke zijn verkregen middels de bestands (figuur 19). Figuur 19 Mediaan % zelfmanagementpatiënten binnen therapeutische range bestands versus lineaire interpolatie (N=39) ,5 83,4 Met de resultaten van 2011 is het mogelijk om de resultaten van vijf achtereenvolgende jaren te vergelijken. Hierbij dient nogmaals te worden opgemerkt dat de definitie van zelfmanagement per 2010 is gewijzigd; vanaf dat verslagjaar betreft zelfmanagement alleen de patiënten die zelfmeten én zelfdoseren. In figuur 20a zijn voor de beide intensiteitsgroepen de mediane percentages van de zelfmanagementpatiënten met een INR binnen de therapeutische range weergegeven. Het percentage goed ingestelde patiënten is vrijwel ieder jaar hoger dan het percentage in het voorgaande jaar. Alleen in 2011 is het percentage patiënten met een INR in de therapeutische range in de 2e intensiteitsgroep iets lager dan het percentage in In figuur 20b worden per intensiteitsgroep de resultaten van de zelfmanagementpatiënten vergeleken met de resultaten bij reguliere longterm patiënten. De laatste twee jaren zijn de mediane percentages voor de zelfmanagementpatiënten duidelijk hoger dan de mediane percentages voor de reguliere longterm patiënten. Dit geldt voor beide intensiteitsgroepen. 77,2 79,7 1 e intensiteit 2 e intensiteit s Lineaire interpolatie Samenvatting medische jaarverslagen Federatie van Nederlandse Trombosediensten Jaarverslag FNT Medisch 2011_WEB_NEW.indd :53
14 Figuur 20a Mediaan % zelfmanagement patiënten binnen de therapeutische range (N=38) Figuur 20b Mediaan % zelfmanagementpatiënten en reguliere patiënten binnen de therapeutische range e intensiteitsgroep ,0 80,6 80,2 80,3 81, ,5 73,8 75,1 77,6 77, ,2 77,0 80,6 80,2 80,3 79,5 79,3 78,5 81,5 80, e intensiteit 2e intensiteit e intensiteitsgroep ,5 73,8 75,1 77,6 77, ,5 73,3 74,1 73,0 73, Regulier N=51 Zelfmanagement N=38 7. Discussie en conclusie In het vorig verslagjaar is een aantal wijzigingen ingevoerd rondom de definities van de patiëntengroepen. Zo werd de definitie van zelfmanagementpatiënt gewijzigd. Het betreft hier nog uitsluitend patiënten die zelfmeten én zelfdoseren. De patiënten die niet zelfdoseren vallen voortaan onder de reguliere patiënten. Ook worden enkele parameters op een andere wijze berekend, is het begrip patiëntbehandeljaren toegevoegd en is de lineaire interpolatiemethode toegevoegd als methodiek om de kwaliteit van behandeling vast te stellen. De wijzigingen bemoeilijken voor sommige parameters de vergelijkbaarheid met voorgaande jaren. Het totaal aantal patiënten onder behandeling bij trombosediensten is toegenomen tot ruim patiënten. Deze toename is sterker dan in voorgaande jaren. In 2011 werden ruim 6,3 miljoen bepalingen uitgevoerd. Dit aantal is exclusief de INR-metingen t.b.v. de zelfmeters en zelfmanagementpatiënten. Patiënten met arteriële indicaties vormen met ruim 84% de grootste groep. Ongeveer 60% van alle patiënten wordt behandeld met als hoofdindicatie atriumfibrilleren. De gestage relatieve en absolute toename van patiënten met atriumfibrilleren zet zich voort. Naast deze groei valt de hoge turn over op van deze populatie patiënten. De relatieve hoge turn over is belangrijk om de gevolgen van de introductie van nieuwe orale antistollingsmiddelen in te kunnen schatten. Wat betreft de therapeutische kwaliteitscontrole zijn de resultaten in 2011 iets beter dan de resultaten van het voorgaande jaar. De mediaan voor het percentage goed ingestelde longterm patiënten voor de 1e intensiteitsgroep is 80,0%. Dit percentage is nog nooit zo hoog geweest. Voor de 2e intensiteitsgroep is 73,2% van de longterm patiënten goed ingesteld. Deze beide percentages liggen ruim boven de door de FNT vastgestelde normen van minimaal 70% en 65% voor respectievelijk de 1e en 2e intensiteitsgroep. Dit betreffen echter mediane percentages. De verbetering van de percentages patiënten met een INR binnen de therapeutische range komt voornamelijk door een afname van het aantal patiënten met een te lage INR. De percentages patiënten met een INR-waarde boven de therapeutische range zijn nagenoeg 14 Samenvatting medische jaarverslagen Federatie van Nederlandse Trombosediensten Jaarverslag FNT Medisch 2011_WEB_NEW.indd :53
15 onveranderd. Bij de bespreking van de Samenvatting Medische Jaarverslagen in de ledenvergadering van de FNT in 2010 is gewezen op het belang van het bewaken van de bovengrens. Dit in het licht van de discussie over de door de FNT-gehanteerde streefwaarden, welke iets hoger zijn dan de internationaal gehanteerde streefwaarden. Dit jaar is voor de tweede keer de lineaire interpolatiemethode als kwaliteitsindicator gebruikt. Middels lineaire interpolatie van alle beschikbare INR-resultaten wordt voor iedere patiënt het percentage van de tijd berekend welke de patiënt binnen het therapeutisch gebied is ingesteld. De resultaten worden weergegeven als lineaire interpolatie op trombosedienstniveau en lineaire interpolatie op patiëntniveau. Vorig jaar is reeds opgemerkt dat deze parameters geen ander beeld geven van de kwaliteit van de antistollingszorg in Nederland. De resultaten van de lineaire interpolatie op trombosedienstniveau zijn gelijkwaardig of zelfs iets beter zijn dan de resultaten welke verkregen zijn middels de bestands. De resultaten van de lineaire interpolatie op patiëntniveau geven met name de spreiding van de resultaten weer. Naast de spreiding tussen de trombosediensten blijkt ook hier dat de resultaten bij de 1e intensiteitsgroep beter zijn dan de resultaten bij de 2e intensiteitsgroep. In dit kader is de waarneming van belang dat fenprocoumon wederom beter scoort dan acenocoumarol, bij met name de patiënten in de 2e intensiteitsgroep. Door actief patiënten, die gedoseerd moeten worden in de 2e intensiteitsgroep, over te zetten op fenprocoumon kunnen de therapeutische resultaten worden verbeterd. In 2011 werden door 53 trombosediensten ruim zelfmanagementpatiënten begeleid. In vergelijking met 2010 is dit een toename met bijna patiënten, ofwel 20%. Ruim 7% van de totale patiëntengroep is thans zelfmanagementpatiënt. De absolute toename van het aantal zelfmanagementpatiënten op het eind van 2011 is bijna patiënten. Dit aantal is lager, doordat bij een deel van de patiënten de antistollingsbehandeling gedurende het jaar is gestopt. Het aantal zelfmeters (die niet zelfdoseren) nam in 2011 bij 48 trombosediensten toe met ruim patiënten tot bijna ; een toename van 43%. In 2011 zijn derhalve meer patiënten opgeleid voor uitsluitend zelfmeten, dan voor het zelfmanagement. Tot 2009 was slechts 20% van de opgeleide patiënten uitsluitend zelfmeter. Deze trendbreuk is voor een deel te verklaren door het grote aanbod van patiënten dat wil zelfmeten. Door uitsluitend het zelfmeten te faciliteren heeft een aantal trombosediensten haar opleidingscapaciteit vergroot. Het totale aantal patiënten dat zelfmeet en wel of niet zelfdoseert is in 2011 met ongeveer patiënten gestegen tot ruim Het werkelijke aantal patiënten is nog hoger. Immers niet alle trombosediensten waren in staat om de gevraagde getallen te rapporteren. Landelijk is eind 2011 bijna 11% van de patiënten met orale antistollingsmedicatie zelfmeter of zelfmanagementpatiënt. Opgemerkt dient te worden dat dit percentage sterk varieert tussen de trombosediensten. Wat betreft de therapeutische resultaten bij de zelfmanagementgroep zijn deze goed en wederom zelfs iets beter dan die bij de reguliere patiënten. Zelfmanagement bij patiënten onder orale antistollingsmedicatie is een patiëntvriendelijke en veilige behandeling. Samenvatting medische jaarverslagen Federatie van Nederlandse Trombosediensten Jaarverslag FNT Medisch 2011_WEB_NEW.indd :53
16 16 Samenvatting medische jaarverslagen Federatie van Nederlandse Trombosediensten Jaarverslag FNT Medisch 2011_WEB_NEW.indd :54 patiënta complica bepalinge den pat complica bepaling den pa complic bepalin den pa compli bepalin den p compl bepal den comp bepa den com bepa den com bep den
17 ntaantallen caties controlefrequentie ngen zelfmanagement streefwaaratiëntaantallen kwaliteit indicaties icaties controlefrequentie longterm ingen zelfmanagement streefwaar patiëntaantallen kwaliteit indicatie licaties controlefrequentie longterm lingen zelfmanagement streefwaa patiëntaantallen kwaliteit indicatie plicaties controlefrequentie longter alingen zelfmanagement streefwa patiëntaantallen kwaliteit indicat plicaties controlefrequentie longte alingen zelfmanagement streefwa n patiëntaantallen kwaliteit indica mplicaties controlefrequentie longt palingen zelfmanagement streefw n patiëntaantallen kwaliteit indica mplicaties controlefrequentie long epalingen zelfmanagement streefw en patiëntaantallen kwaliteit indic omplicaties controlefrequentie long epalingen zelfmanagement streef en patiëntaantallen kwaliteit indi ontrolefrequentie lon t stree Tabellen: Gegevens uit het medisch jaarverslagformulier Jaarverslag FNT Medisch 2011_WEB_NEW.indd :54
18 Inhoudsopgave Tabel 1 Aantal patiënten, % nieuwe patiënten, medicatiegebruik 19 Tabel 2 Aantal bepalingen, % aan huis en controlefrequentie 20 Tabel 3a Totaal indicaties 21 Tabel 3b Indicatie kunstklep 22 Tabel 3c Indicatie atriumfibrilleren 23 Tabel 3d Indicatie Veneuze tromboembolie (VTE) 24 Tabel 4a Therapeutisch resultaat instel patiënten 25 Tabel 4b Therapeutisch resultaat shortterm patiënten 26 Tabel 4c Therapeutisch resultaat longterm patiënten 27 Tabel 4d Therapeutisch resultaat acenocoumarol gebruikers longterm patiënten 28 Tabel 4e Therapeutisch resultaat fenprocoumon gebruikers longterm patiënten 29 Tabel 5 Ernstige bloedingscomplicaties reguliere patiënten 30 Tabel 6 Intracraniële bloedingen 31 Tabel 7 Spier- en gewrichtsbloedingen 32 Tabel 8 Bloedingen Tractus Digestivus 33 Tabel 9 Overige bloedingen 34 Tabel 10 Ischaemisch en onbekend CVA 35 Tabel 11 Aantal patiënten zelfmanagement, gestopte patiënten 36 Tabel 12a Zelfmanagementpatiënten in % van totaal behandelde patiënten 37 Tabel 12b Zelfmetende en zelfmanagementpatiënten 38 Tabel 13 Therapeutisch resultaat zelfmanagementpatiënten 39 Bijlage Nummer trombosedienst, automatiseringssysteem en accreditatiestatus Samenvatting medische jaarverslagen Federatie van Nederlandse Trombosediensten Jaarverslag FNT Medisch 2011_WEB_NEW.indd :54
19 Nummer Totaal aantal behandelde patiënten** Tabel 1 Regulier en zelfmanagementpatiënten Totaal aantal patiëntbehandeljaren* +/- *** Nieuw ingeschreven reguliere patiënten Percentage nieuwe patiënten**** Acenocoumarol Fenprocoumon t.o.v % behandeltijd in ,9 94,4 5, ,3 94,0 6, ,5 64,9 34, ,6 39,6 60, ,2 88,9 11, ,6 94,0 6, ,9 92,3 7, ,5 95,3 4, ,1 47,9 52, ,5 91,2 8, ,0 97,1 2, ,9 84,0 15, ,3 89,3 10, ,6 81,0 19, ,5 95,7 4, ,9 77,7 22, ,7 82,7 17, ,8 93,9 6, ,6 82,5 17, ,9 94,3 5, ,4 41,1 58, ,7 76,7 23, ,0 48,5 51, ,1 95,7 4, ,1 85,6 14, ,4 23,4 76, ,2 86,8 13, ,4 73,7 26, ,7 93,0 7, ,2 92,8 7, ,8 92,3 7, ,3 63,2 36, ,8 7,8 92, ,5 91,7 6, ,8 27,1 72, ,0 96,0 3, ,3 94,3 5, ,0 92,2 7,3 Totaal Mediaan 21,1 89,1 10,7 Gemiddelde 77,9 21, ,6 86,0 14, ,0 96,7 3, ,7 84, ,6 89,0 10, ,0 95,0 5, ,8 90,3 9, ,6 96,9 2, , ,4 94,2 5, ,8 84,4 15, ,8 87,7 11, ,7 83,4 16, ,0 87,8 11, ,6 96,1 3, ,1 93,1 6, ,2 95,4 4, ,6 78,4 20, ,8 77,9 22, ,0 74,3 25, ,3 92,0 8, ,4 88,9 10,2 Eindtotaal ,5 * Alleen die diensten zijn vermeld die voor beide groepen patiënten patiëntbehandeljaren hebben opgegeven. ** Totaal behandelde patiënten is het aantal reguliere patiënten op incl. zelfmanagement + het aantal nieuw ingeschrevenen regulier *** Het totaalverschil is uitsluitend berekend over trombosediensten die over beide jaren data hebben aangeleverd **** Percentage nieuwe patiënten wordt berekend door het aantal nieuwe patiënten te delen op het totaal aantal behandelde patiënten. Uitgangspunt is dat alle patiënten als regulier worden ingeschreven. Niet meegenomen ,0 25,0 Samenvatting medische jaarverslagen Federatie van Nederlandse Trombosediensten Jaarverslag FNT Medisch 2011_WEB_NEW.indd :54
20 Nummer Patiëntbehandeljaren Behandelde patiënten* Tabel 2 Reguliere patiënten Aantal bepalingen poli plus aan huis Aantal bepalingen aan huis % Aan huis Controlefrequentie** ,9 48,7 19,7 21, ,5 25,0 20,1 19, ,2 40,3 25,4 27, ,9 26,1 19,5 17, ,6 22, ,4 38,8 22,9 21, ,2 33,6 18,8 16, ,3 39,0 23,0 21, ,1 27,2 22,4 22, ,8 40,0 17,1 20, ,7 40,0 22,2 22, ,3 42,6 17,3 17, ,3 41,7 21,9 22, ,9 47,6 22,0 21, ,9 28,7 20,1 19, ,0 38,1 20, ,7 38,2 19,6 18, ,7 34,8 21,2 18, ,0 42,6 15, ,7 32,6 23,8 22, ,4 37,9 19,6 21, ,8 40,8 22,0 19, ,4 40,1 21,9 21, ,4 27,8 19,8 19, ,0 42,1 22, ,4 26,2 22,8 24, ,1 44,1 20,9 21, ,3 46,0 21,8 22, ,4 37,3 21,1 22, ,7 43,4 23,6 22, ,8 41,7 19,6 20, ,1 42,5 21,5 21, ,9 45,5 22,2 22, ,7 48,2 21,6 22, ,6 44,5 20,0 20, ,5 39,5 17,7 17, ,1 40,0 19,7 19, ,7 41,8 19,0 18, ,1 33,7 18,9 19, ,5 48,4 22,2 22, ,3 28,3 15,7 14, ,9 49,1 22,7 20, ,2 42,1 23,3 25, ,2 41,6 17,4 18, ,1 42,8 19,6 24, ,2 43,7 23,5 21, ,2 47,8 23,4 23, ,8 51,8 19,0 18, ,5 45,0 23,6 24, ,0 50,0 24,3 24,1 Totaal Mediaan 41,3 41,6 21,4 21, , ,4 30,9 19, ,7 40, ,4 31, ,7 38, ,7 39, ,3 39, ,3 43,8 20,0 Eindtotaal * Aantal behandelde patiënten is het aantal patiënten op plus nieuw ingeschreven + ingeschreven vanuit zelfmanagement Niet meegenomen ,3 20 Samenvatting medische jaarverslagen Federatie van Nederlandse Trombosediensten Jaarverslag FNT Medisch 2011_WEB_NEW.indd :54
21 Tabel 3a Regulier en zelfmanagementpatiënten Nummer Indicaties 2011 Patiëntbehandeljaren* arterieel veneus totaal % arterieel % veneus arterieel veneus totaal % arteriëel % veneus Totaal ,5 15, ,2 12,8 Mediaan 84,1 15,9 87,0 13, Eindtotaal ,1 15,9 Niet meegenomen * Sommige trombosediensten hebben alleen de patiëntbehandeljaren voor de zelfmanagementpatiënten opgegeven Samenvatting medische jaarverslagen Federatie van Nederlandse Trombosediensten Jaarverslag FNT Medisch 2011_WEB_NEW.indd :54
22 Nummer Kunstklep Totaal arteriële indicaties Tabel 3b Regulier en zelfmanagementpatiënten Aantallen % Kunstklep van arteriële indicaties Nieuw ingeschreven totaal Kunstklep Patiëntbehandeljaren Totaal arteriële indicaties % Kunstklep van totaal arteriële indicaties , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,5 Totaal , ,0 Mediaan 7,6 8, , , , , , , , , Eindtotaal , * Sommige trombosediensten hebben alleen de patiëntbehandeljaren bij de zelfmanagementpatiënten opgegeven Niet meegenomen , Samenvatting medische jaarverslagen Federatie van Nederlandse Trombosediensten Jaarverslag FNT Medisch 2011_WEB_NEW.indd :54
23 Nummer Atriumfibrilleren Totaal arteriële indicaties Tabel 3c Indicaties regulier en zelfmanagementpatiënten Aantallen % Atriumfibrilleren van arteriële indicaties Nieuw ingeschreven totaal Atriumfibrilleren Patiëntbehandeljaren Totaal arteriële indicaties % Atriumfibrilleren van totaal arteriële indicaties , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,2 Totaal , ,0 Mediaan 73,1 73, , , , , , , , , Eindtotaal , Niet meegenomen , Samenvatting medische jaarverslagen Federatie van Nederlandse Trombosediensten Jaarverslag FNT Medisch 2011_WEB_NEW.indd :54
SAMENVATTING MEDISCHE JAARVERSLAGEN 2013 FEDERATIE VAN NEDERLANDSE TROMBOSEDIENSTEN
SAMENVATTING MEDISCHE JAARVERSLAGEN 2013 FEDERATIE VAN NEDERLANDSE TROMBOSEDIENSTEN INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding 2 2 Aantal patiënten 2 Aantal patiënten 2 Bepalingen, controlefrequentie en bloedafname aan
Nadere informatieSamenvatting medische jaarverslagen 2010
a aties controlefreq en zelfmanagement streefwa tiëntaantallen kwaliteit indicatie aties controlefrequentie longter gen zelfmanagement streefwaa atiëntaantallen kwaliteit indicati caties controlefrequentie
Nadere informatieSAMENVATTING MEDISCHE JAARVERSLAGEN 2014
SAMENVATTING MEDISCHE JAARVERSLAGEN FEDERATIE VAN NEDERLANDSE TROMBOSEDIENSTEN Kwaliteit Differentiatie Inzicht Innovatie INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding 2 2 Aantal patiënten en INR-bepalingen 2 Aantal patiënten
Nadere informatieColofon. Publicatie Federatie Nederlandse Trombosediensten Krimkade 20a 2251 KA Voorschoten
Samenvatting medische jaarverslagen 2007 Colofon Publicatie Federatie Nederlandse Trombosediensten Krimkade 20a 2251 KA Voorschoten Redactie dr. Henk J. Adriaansen, arts klinische chemie mevr. Ada de Bruijn-Wentink,
Nadere informatieFEDERATIE VAN NEDERLANDSE TROMBOSEDIENSTEN. Samenvatting Medische Jaarverslagen
FEDERATIE VAN NEDERLANDSE TROMBOSEDIENSTEN Samenvatting Medische Jaarverslagen 2015 inhoud 01 Inhoud 02 Inleiding 02 Aantal patiënten en patiëntbehandeljaren 03 Controlefrequentie 03 Indicaties voor antistollingsbehandeling
Nadere informatiepatiëntaantallen kwaliteit indicaties complicaties longterm controlefrequentie bepalingen zelfmanagement streefwaarden
patiëntaantallen kwaliteit complicaties indicaties longterm controlefrequentie bepalingen zelfmanagement streefwaarden Samenvatting Medische Jaarverslagen 2009 Colofon Redactie algemene inhoud Publicatie
Nadere informatieSamenvatting Medische Jaarverslagen FEDERATIE VAN NEDERLANDSE TROMBOSEDIENSTEN
FEDERATIE VAN NEDERLANDSE TROMBOSEDIENSTEN 2.768 3.220 2015 1.280 656 855 3.220 1.285 5.319 2014 1.145 1.256 2017 1.670 2.564 1.256 1.343 2013 1.084 4.842 2016 1.561 956 2.564 2012 880 Samenvatting Medische
Nadere informatieFEDERATIE VAN NEDERLANDSE TROMBOSEDIENSTEN. Samenvatting Medische Jaarverslagen
FEDERATIE VAN NEDERLANDSE TROMBOSEDIENSTEN Samenvatting Medische Jaarverslagen inhoud 01 Inhoud 02 Inleiding 02 Aantal patiënten en patiënt 03 Controlefrequentie 03 Indicaties voor antistollingsbehandeling
Nadere informatiePagina:1. Medisch Jaarverslagformulier. ten behoeve van de. Federatie van Nederlandse Trombosediensten
Medisch Jaarverslagformulier 2008 ten behoeve van de Federatie van Nederlandse Trombosediensten Gaarne voor 1 juni 2009 ingevuld retourneren aan: Bureau FNT Postpus 200 2250 AE VOORSCHOTEN Pagina:1 Hierbij
Nadere informatieIntroductie. Jaarverslag
JAARVERSLAG 2016 Jaarverslag 2016 2 Introductie Het jaarverslag over 2016 heeft creativiteit als vormgevend thema. Creativiteit is een deugd van mensen en organisaties waarop in de huidige tijd, met de
Nadere informatieSamenvatting Vitamine K antagonisten zijn antistollingsmiddelen in tabletvorm. Ze worden voorgeschreven voor de behandeling en preventie van trombose.
1 Samenvatting Samenvatting Vitamine K antagonisten zijn antistollingsmiddelen in tabletvorm. Ze worden voorgeschreven voor de behandeling en preventie van trombose. Zowel arteriële trombose (trombose
Nadere informatieJaarverslag 2006. Trombosedienst Regio Eindhoven
Jaarverslag 2006 Trombosedienst Regio Eindhoven Inhoudsopgave Voorwoord 3 Samenvatting 4 Het Jaarverslag 5 1. Profiel van de stichting 5 2. Visie en strategie 5 3. Governance 6 3.1 Raad van Bestuur 6 3.2
Nadere informatieCHAPTER 9. Samenvatting
CHAPTER 9 Samenvatting Samenvatting 143 Samenvatting Ondanks dat de kwaliteit van de antistollingsbehandeling met vitamine K antagonisten door de jaren heen is verbeterd, bestaat er nog steeds het risico
Nadere informatieUvA-DARE (Digital Academic Repository) Antistolling binnen de grenzen Daalderop, J.H.H. Link to publication
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Antistolling binnen de grenzen Daalderop, J.H.H. Link to publication Citation for published version (APA): Daalderop, J. H. H. (2008). Antistolling binnen de grenzen
Nadere informatieHANDLEIDING ZELFDOSEREN FENPROCOUMON
Pagina 1 van 11 HANDLEIDING ZELFDOSEREN FENPROCOUMON Stichting Trombosedienst Delft e.o. Van Bleyswijckstraat 93a 2613 RR DELFT T: 015 8200292 F: 015 2159608 www.trombosedienst-delft.nl Pagina 2 van 11
Nadere informatieIntroductie. Jaarverslag
JAARVERSLAG 2017 Introductie Michael E. Porter schreef in 2009: The current delivery system is not organized around value for patients [...] Our system rewards those who shift costs, bargain away or capture
Nadere informatieSamenvatting. Aanleiding voor de adviesvraag
Samenvatting Aanleiding voor de adviesvraag Op dit moment zijn bijna 400.000 mensen in Nederland aangewezen op behandeling met antistollingsmiddelen van het type vitamine K-antagonist (VKA). Hoewel zeer
Nadere informatieFNT-NORMEN. Pag. Inhoudsopgave 1. Begrippenlijst 2
FNT-NORMEN Pag. Inhoudsopgave 1 Begrippenlijst 2 1. Beschikbaarheid arts trombosedienst (okt. 2016) 3 2. Registratie en analyse van medische kwaliteit (okt. 2016) 7 3. 24 - uur bereikbaarheid trombosediensten
Nadere informatieStichting Regionale Trombosedienst s-gravenhage e.o.
Jaarverslag 2010 Stichting Regionale Trombosedienst s-gravenhage e.o. 1 Inhoudsopgave VOORWOORD... 3 1. ALGEMENE GEGEVENS VAN DE ORGANISATIE... 6 2. DIRECTIEVERSLAG... 8 3. VOORTSCHRIJDENDE KENGETALLEN...
Nadere informatieDOACs in 15 dia s Transmuraal Trombose Expertise Centrum Groningen
DOACs in 15 dia s - 2018 - Transmuraal Trombose Expertise Centrum Groningen Wat zijn DOACs? DOACs zijn bloedverdunners: Directe Orale Anti Coagulantia Die worden gebruikt bij atriumfibrilleren (AF) en
Nadere informatieDe plaats van de trombosedienst in de toekomst
De plaats van de trombosedienst in de toekomst Moderator Prof dr H.C.J. Eikenboom 1st author / speaker Felix van der Meer Trombosedienst Leiden en Omstreken LUMC, afdeling Trombose en Hemostase Belangenverklaring
Nadere informatieNascholing Antistolling
Nascholing Antistolling Algemene module nivo 1 en 2 Een initiatief van de Stuurgroepketen Antistollingsbehandeling Dr. R. Fijnheer, versie 1, november 2011 doel antistollings therapie behandelen van arteriële
Nadere informatieRapport. Cardiovasculair risicomanagement. Simvastatine: keuze en dosering 2009-2010
Rapport Cardiovasculair risicomanagement Simvastatine: keuze en dosering 2009-2010 Colofon Auteur Daniëlla Theunissen, apotheker Met medewerking van Marianne Nijpels, apotheker Illustratie Len Munnik september
Nadere informatiePoint-of-care INR monitoring in patiënten op vitamine K antagonisten. Jossi Biedermann Erasmus MC Star-MDC
Point-of-care INR monitoring in patiënten op vitamine K antagonisten Jossi Biedermann Erasmus MC Star-MDC Patiënten behandeld met VKA in Nederland Federatie Nederlandse Trombosediensten: Samenvatting medisch
Nadere informatieFEDERATIE VAN NEDERLANDSE TROMBOSEDIENSTEN. Antistollingszorg verandert, trombosediensten in beweging
FEDERATIE VAN NEDERLANDSE TROMBOSEDIENSTEN Antistollingszorg verandert, trombosediensten in beweging Trombosediensten hebben als doelstelling het leveren van een optimale antistollingsbehandeling aan patiënten
Nadere informatieInfospot. Nieuwe orale anticoagulantia (NOAC s) Oktober - November - December 2014
Infospot Nieuwe orale anticoagulantia (NOAC s) Oktober - November - December 2014 Nieuwe orale anticoagulantia (NOAC s) - Oktober - November - December 2014 1 I. Definitie Nieuwe Orale Anticoagulantia
Nadere informatieCO 2 -uitstootrapportage 2011
Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding
Nadere informatieUpdate basisinformatie Koers VO
Update basisinformatie Koers VO Actuele stand 1-10-010 Actis onderzoek M. Bouwmans MSc. Rotterdam, 6 mei 011 Inhoudsopgave 1 Inlei di ng 3 1.1 Leeswijzer 3 Sam enw er kingsver band Koers VO 4.1 Aantal
Nadere informatieResultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015
Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel
Nadere informatieOntwikkelingen in het aanbod gefinancierde rechtsbijstand
Ontwikkelingen in het aanbod gefinancierde rechtsbijstand Een overzicht van 1997 22 Drs. ing. Norbert Broenink Drs. Esmy Kromontono Maart 23 Inhoud 1 Inleiding 5 2 Deelname aan het stelsel 7 2.1 Aantal
Nadere informatieNascholing Antistolling
Nascholing Antistolling Algemene module nivo 3 Een initiatief van de Stuurgroepketen Antistollingsbehandeling Dr. R. Fijnheer, versie 4, juli 2012 de stollingsbalans trombose te veel stolling antistolling
Nadere informatieResultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2015
Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2015 Willemstad, oktober 2015 Inleiding In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten.
Nadere informatieResultaten van het eerste gebruikersjaar met Veilig leren lezen-kim overtreffen landelijk gemiddelde en de 2 e maanversie
Resultaten van het eerste gebruikersjaar met Veilig leren lezen-kim overtreffen landelijk gemiddelde en de 2 e maanversie In het schooljaar 2014-2015 is de vernieuwde versie van Veilig leren lezen de kimversie
Nadere informatiePerioperatief beleid t.a.v anticoagulantia de nieuwste inzichten. Felix van der Meer Afdeling Trombose en Hemostase Trombosedienst Leiden
Perioperatief beleid t.a.v anticoagulantia de nieuwste inzichten Felix van der Meer Afdeling Trombose en Hemostase Trombosedienst Leiden Anticoagulantia Vitamine K antagonisten (VKA) Trombocytenaggregatieremmers
Nadere informatieFeiten en cijfers. Beroerte. Aantal nieuwe patiënten met een beroerte. Definitie. Uitgave van de Nederlandse Hartstichting.
Feiten en cijfers Uitgave van de Nederlandse Hartstichting November 211 Beroerte Definitie Beroerte (in het Engels Stroke ), ook wel aangeduid met cerebrovasculaire aandoeningen/accidenten/ziekte (CVA),
Nadere informatieVerruiming van periodieke controle van patiënten met antistolling die zelf INR meten
Laboratoriumgeneeskunde september 2018 jaargang 1 nummer 4 pp. 48-58 tekst: Melchior Nierman, Linda Kooter, David van Berlo, Sjoerd Euser, Jeannette Gootjes, Martien Herruer wetenschap Verruiming van periodieke
Nadere informatiePatiëntrelevantie en Validatieprocedure. Het patiёntenperspectief op de behandeling met orale antistollingsmiddelen bij atriumfibrilleren
Patiëntrelevantie en Validatieprocedure Het patiёntenperspectief op de behandeling met orale antistollingsmiddelen bij atriumfibrilleren Het patiёnt Expert Procedures on Clinical, Economic, and Patient
Nadere informatieInstructie tot zelfdoseren van orale antistolling
Instructie tot zelfdoseren van orale antistolling Begrippen Bij het maken van een dosering worden de volgende begrippen behandeld: n n n n n INR (International Normalized Ratio) Streefwaarden Doseringsschema
Nadere informatieDe waarde van trombosediensten in Nederland
De waarde van trombosediensten in Nederland Position paper Mei 2011 Inhoudsopgave Samenvatting 4 1. Inleiding 8 2. Trombosepatiënten in Nederland 10 3. Antistollingsbehandelingen in Nederland 15 4. Resultaten
Nadere informatieADC TROMBOSEDIENST Kwaliteit
ADC TROMBOSEDIENST Kwaliteit De missie De visie In het kort: het functioneren van de ADC-Trombosedienst Welke uitslag is goed, hoe lang antistolling slikken en hoe dun moet het bloed zijn? Intensiteit
Nadere informatieDaar waar implementatie en documentatie speelt worden beide impliciet aanwezig verondersteld Kwaliteitsdoelstellingen en -beleid
Kwaliteitsdoelstellingen en -beleid 4.1.2.3, 4.1.2.4 4.1.2.3.c, 4.1.2.4 + 4.2.2.2 Komen de doelstellingen van de trombosedienst voldoende aan bod in het kwaliteitssysteem? Is er een juiste en volledige
Nadere informatieOntwikkeling leerlingaantallen
Ontwikkeling leerlingaantallen Elk jaar wordt op 1 oktober het leerlingaantal van elke basisschool geregistreerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (). Op basis van deze leerlingtelling wordt de bekostiging
Nadere informatieInterpretatie van de data
Interpretatie van de data De volgende paragraaf geeft verdere uitleg over de interpretatie van de grafieken en tabellen met fictieve data die gebruikt worden in dit document. PROM pre score In Tabel 1
Nadere informatieAWBZ en Wlz: een vergelijking
Trends in de indicatiestelling AWBZ en Wlz: een vergelijking Inleiding In deze factsheet presenteren we de meest opvallende trends in de indicatiebesluiten en in de aanspraak op zorg bij cliënten van 18
Nadere informatieTrombosedienst Leiden en omstreken
Trombosedienst Leiden en omstreken Saskia van Foeken Verpleegkundige Trombosedienst Leiden Doelstelling Met deze voorlichting willen we bereiken: Dat de cliënt een zo optimaal mogelijke antistollingsbehandeling
Nadere informatieVerschillenanalyse effect nieuwe BKR. Samenvatting. Inleiding. datum Directie Kinderopvang, Ministerie SZW. aan
Verschillenanalyse effect nieuwe BKR datum 15-8-2018 aan van Directie Kinderopvang, Ministerie SZW Lucy Kok en Tom Smits, SEO Economisch Onderzoek Rapportnummer 2018-78 Copyright 2018 SEO Amsterdam. Alle
Nadere informatieZIC: Kengetallen DIS per 1 september 2016
Samenvatting (12 september 2016) Vanaf de rapportagemaand juli 2016 is de scope verplaatst van 2010-2015 naar 2011-2016. Bij het onderscheid naar sectoren is het opvallend dat de volledigheid van aangeleverde
Nadere informatieDGV rapport. Cardiovasculair risicomanagement. Simvastatine: keuze en dosering in 2007 DGV NEDERLANDS INSTITUUT VOOR VERANTWOORD MEDICIJNGEBRUIK
DGV rapport Cardiovasculair risicomanagement Simvastatine: keuze en dosering in 2007 DGV NEDERLANDS INSTITUUT VOOR VERANTWOORD MEDICIJNGEBRUIK Colofon Auteur drs. Geert Westerhuis DTP Ellen Wiggemansen
Nadere informatieAantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016
Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,
Nadere informatieNOAC s. Bossche Samenscholingsdagen 2014 N. Péquériaux Laboratoriumarts/Medisch leider trombosedienst M. Jacobs Cardioloog
NOAC s Bossche Samenscholingsdagen 2014 N. Péquériaux Laboratoriumarts/Medisch leider trombosedienst M. Jacobs Cardioloog Antistollingsmedicatie Toegepast ter preventie en behandeling van arteriële en
Nadere informatieGeneesmiddelen die de stolling beïnvloeden bij atrium fibrilleren
27-10-2016 Geneesmiddelen die de stolling beïnvloeden bij atrium fibrilleren Wobbe Hospes, ziekenhuisapotheker Agenda Waarom en wanneer antistolling? Stollingscascade en aangrijpingspunten geneesmiddelen
Nadere informatieZIC: Kengetallen DIS per 1 oktober 2016
Samenvatting (10 oktober 2016) Scope: de jaren 2011 t/m 2016. Bij het onderscheid naar sectoren is het opvallend dat de volledigheid van aangeleverde GGZ-DBC s achter blijft. Vergelijk de volledigheid
Nadere informatieIndicatie antistolling. NOAC/DOAC Is de praktijk net zo verwarrend als de naam.? Indicaties VKA in NL Wat gebruikten we. Het stollingsmechanisme
Indicatie antistolling NOAC/DOAC Is de praktijk net zo verwarrend als de naam.? Behandeling DVT/ longembolie Atriumfibrilleren Mechanische hartklep Arterieel vaatlijden Hartfalen met kamerdilatatie ( alleen
Nadere informatieZelfmanagementprotocol
Zelfmanagementprotocol Aangenomen in de Ledenvergadering van 15 april 2013 Aangepast na besluit tot afschaffing instroomtoets in de Ledenvergadering 15-06-2015 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Intake 2.1 Instroomcriteria
Nadere informatieTrombosedienst Apeldoorn-Zutphen
Trombosedienst Apeldoorn-Zutphen Deze folder is een aanvulling op de Informatie voor mensen met trombose die aan alle trombosepatiënten wordt verstrekt. In deze folder vindt u achtereenvolgens: Telefonische
Nadere informatieProgramma verschillende workshops van elk 15 minuten.
1 2 Programma 13.30-14.00 Inloop met koffie en thee 14.00-14.10 Opening 14.10-14.45 Leven met antistolling. Lezing door Mireille Schouten, arts van de INR Trombosedienst. Aansluitend kunt u vragen stellen
Nadere informatieJoost Meijer, Amsterdam, 2015
Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom
Nadere informatieResultaten Conjunctuurenquete 2014
Willemstad, april 15 Inhoud Inleiding... 2 Methodologie... 2 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Investeringsbelemmeringen en bevorderingen...3 Concurrentiepositie...5 Vertrouwen in de economie...5 Vertrouwen
Nadere informatieDe belangrijkste conclusies die op basis van de tellingen in 2018 (in vergelijking met 2016) kunnen worden getrokken zijn:
FACTSHEET Tellingen Coffeeshopbezoekers Roermond Resultaten metingen 2018: april en augustus In opdracht van de gemeente Roermond voert Breuer&Intraval jaarlijks (van 2018 tot en met 2021) tellingen uit
Nadere informatieZelfmanagementprotocol
Zelfmanagementprotocol Aangenomen in Ledenvergadering 13-10-2016 Aanpassing in Ledenvergadering 14-02-2017 Revisiedatum: oktober 2018 Pag. 1 van 14 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Intake 2.1 Instroomcriteria
Nadere informatieVakspecifieke vragenlijst bij TABrichtlijn
Afdeling: , Registratienummer: Toelichting voor aanvrager Legenda: j = ja n = nee ged = gedeeltelijk nvt = niet van toepassing Achter elke invulling
Nadere informatiePraktijkrichtlijn voor Trombosediensten
Praktijkrichtlijn voor Trombosediensten versie 05.02. 2014 samengesteld door de FNT-Kwaliteitscommissie en vastgesteld door de ledenvergadering van de Federatie van Nederlandse Trombosediensten Deze Praktijkrichtlijn
Nadere informatieFenprocoumon Trainingscentrum Zelfcontrole Trombosedienst
Handleiding Zelfdoseren Fenprocoumon Trainingscentrum Zelfcontrole Trombosedienst Deze instructie is speciaal geschreven voor trombosedienstcliënten die, na te hebben geleerd zelf de controletest (INR)
Nadere informatieMisdrijven en opsporing
4 Misdrijven en opsporing R.J. Kessels en W.T. Vissers In 2015 registreerde de politie 960.000 misdrijven, 4,6% minder dan in 2014. Sinds 2007 is de geregistreerde criminaliteit met ruim een kwart afgenomen.
Nadere informatieJAARVERSLAG Stichting Trombosedienst voor het Gooi Hilversum
Stichting Trombosedienst voor het Gooi Hilversum Jaarverslag 2015 1 Inhoud Blad 1. Bestuursleden van de Stichting Trombosedienst voor het Gooi 3 2. Jaarverslag 2015 4 2.1. - Directieverslag 2.2. - Bestuursverslag
Nadere informatieStichting Trombosedienst Regio Eindhoven
Stichting Trombosedienst Regio Eindhoven Jaardocument 2012 HET BESTUURSVERSLAG...3 1. PROFIEL VAN DE STICHTING...3 1.2 GOVERNANCE...3 1.2.1 Raad van Bestuur...3 1.2.2 Raad van Toezicht...3 1.2.3 Het management...3
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
Appendix I Nederlandse Samenvatting - 139 - Popular Summary in Dutch NEDERLANDSE SAMENVATTING Bij langdurige antistollingsbehandeling wordt gebruik gemaakt van vitamine K antagonisten. Vitamine K is een
Nadere informatieStolling en antistolling. Esther Kragten, arts trombose en trombofilie
Stolling en antistolling Esther Kragten, arts trombose en trombofilie Inhoud Antistolling peri-operatief onderbreken continueren Risico op trombose Arterieel Veneus Risico op bloeding: Peri-operatief Nabloeding
Nadere informatiemet de antistollingsbehandeling.
Betere antistollingsbehandeling Vernieuwde samenwerking tussen trombosedienst en zorginstellingen Drs. Marja E.C. Kaag, projectmanager,portavita Amsterdam Drs. Jeroen J.M. Deijns, specialist ouderengeneeskunde
Nadere informatieRelatie trombosedienst & tandarts. 14 februari 2017 Elly van Mourik Alderliesten, medisch leider Nadine Goessens, manager
Relatie trombosedienst & tandarts 14 februari 2017 Elly van Mourik Alderliesten, medisch leider Nadine Goessens, manager Ongeveer 1 miljoen mensen in Nederland gebruikt enige vorm van antistolling ter
Nadere informatieJAARVERSLAG Stichting Trombosedienst voor het Gooi Hilversum
Stichting Trombosedienst voor het Gooi Hilversum Jaarverslag 2017 1 Inhoud Blad 1. Bestuursleden van de Stichting Trombosedienst voor het Gooi 3 2. Jaarverslag 2017 4 2.1. - Directieverslag 2.2. - Bestuursverslag
Nadere informatieAmsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA)
Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA) Tandartsendeel Versie november 2016 Christèle Warmerdam, SIGRA Yvonne Groenstege, FBA Inhoudsopgave Inleiding... 3 Landelijke Standaard, leidraad en
Nadere informatieresultaten Vacature-enquête
resultaten Vacature-enquête voorjaar 2014 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Vacatures maart 2014 4 3. Vacatures per sector 5 4. Conclusies 11 Bijlage 1 Tabellen 12 Kenmerk: Project: 81110 Juni 2014 1. Inleiding
Nadere informatieMonitor Samenwerkingsverband PO 2707 Amsterdam Diemen augustus 2015 augustus Vergelijking van de regio s
Samenwerkingsverband PO 2707 Amsterdam Diemen augustus 2015 augustus 2016 Vergelijking van de regio s Inleiding In opdracht van de schoolbesturen wordt door het een aantal belangrijke kwantitatieve gegevens
Nadere informatieInhoud Aantal actieve contracten. ZIC: Kengetallen DIS per 1 juli Aantallen in DIS per jaar, ingedeeld op de EINDDATUM van DBC/traject
Samenvatting (11 juli 2016) Vanaf deze rapportagemaand is de scope verplaatst van 2010-2015 naar 2011-2016. Bij het onderscheid naar sectoren is het opvallend dat de volledigheid van aangeleverde GGZ-DBC
Nadere informatieCover Page. The following handle holds various files of this Leiden University dissertation:
Cover Page The following handle holds various files of this Leiden University dissertation: http://hdl.handle.net/1887/61127 Author: Hulle, T. van der Title: The diagnostic and therapeutic management of
Nadere informatieHandleiding. zelfdoseren. Fenprocoumon. Trainingscentrum Zelfcontrole Trombosedienst
Handleiding zelfdoseren Fenprocoumon Trainingscentrum Zelfcontrole Trombosedienst 151902 28022017 Deze instructie is speciaal geschreven voor trombosedienstcliënten die, na te hebben geleerd zelf de controletest
Nadere informatieHalfjaarrapportage werk.nl 1e helft 2014
Halfjaarrapportage werk.nl 1e helft 2014 Publieksversie 2 Inhoudsopgave Samenvatting... 3 Trendcijfers werk.nl... 4 1. Klanttevredenheid werkzoekenden en werkgevers... 5 1.1 Werkzoekenden... 5 1.2 Werkgevers...
Nadere informatieAntitrombotisch beleid. Karina Meijer ochtendrapport Interne Geneeskunde
Antitrombotisch beleid Karina Meijer ochtendrapport Interne Geneeskunde 300616 Achtergrond Initiatief door NIV, geschreven door multidisciplinaire werkgroep internisten, huisartsen, orthopeden, longartsen,
Nadere informatieVitamine B12 deficiëntie. Een rapport naar De Incidentie en Prevalentie van vitamine B12 deficiëntie in Nederland
Vitamine B12 deficiëntie Een rapport naar De Incidentie en Prevalentie van vitamine B12 deficiëntie in Nederland In de periode januari 2010 tot en met december 2013 worden er in totaal 261.078 vitamine
Nadere informatieJaarverslag prostatectomieregistratie NVU 2017
https://doi.org/10.1007/s13629-019-0251-x ARTIKEL Jaarverslag prostatectomieregistratie NVU 2017 Henk van der Poel 1 Igle-Jan de Jong Werkgroep oncologische urologie (WOU) van de NVU The Author(s) 2019
Nadere informatieResultaten Conjuntuurenquête jaar 2015
Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016 Inleiding
Nadere informatieEén op de vijf patiënten vindt oefentherapeut zonder verwijzing Factsheet Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg, maart 2009
Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL De gegevens mogen met bronvermelding (Margit K Kooijman, Ilse CS Swinkels, Chantal J Leemrijse. Eén op de vijf patiënten vindt oefentherapeut zonder verwijzing.
Nadere informatieStand van zaken antistolling 2017
Stand van zaken antistolling 2017 Karina Meijer internist-hematoloog UMCG Transmuraal Trombose Expertise Centrum Groningen Disclosures Lokale PI voor Einstein (rivaroxaban), Resonate (dabigatran), Hokusai
Nadere informatieAcenocoumarol Trainingscentrum Zelfcontrole Trombosedienst
Handleiding Zelfdoseren Acenocoumarol Trainingscentrum Zelfcontrole Trombosedienst Deze instructie is speciaal geschreven voor trombosedienstcliënten die, na te hebben geleerd zelf de controletest (INR)
Nadere informatieMONITOR TOEKOMSTSCENARIO S LELYSTAD Onderzoek & Statistiek Gemeente Lelystad
MONITOR TOEKOMSTSCENARIO S LELYSTAD 2019 Onderzoek & Statistiek Gemeente Lelystad Juli 2019 Colofon Dit is een rapportage opgesteld door: Team Onderzoek en Statistiek Gemeente Lelystad Team O&S Postbus
Nadere informatieAmsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA)
Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA) Specialisten Ouderengeneeskundedeel Versie november 2016 Christèle Warmerdam, SIGRA Yvonne Groenstege, FBA Inhoudsopgave Inleiding... 3 Landelijke Standaard,
Nadere informatieMensenhandel in en uit beeld
Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen Mensenhandel in en uit beeld Cijfers vervolging en berechting 2008-2012 Inleiding Op 21 december 2012 presenteerde ik de cijfermatige
Nadere informatieSprekende Cijfers 2014-3 Woningmarkt regio Noord-Holland. Sprekende Cijfers. Kwartaalbericht Q3 Woningmarkt Regio Noord-Holland
Sprekende Cijfers -3 Woningmarkt regio Noord-Holland Sprekende Cijfers Kwartaalbericht Woningmarkt Regio Noord-Holland Pagina 1 van 49 regio Amsterdam oktober Sprekende Cijfers -3 Woningmarkt regio Noord-Holland
Nadere informatieCIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN
CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN Peiling 1 januari 2014 D.T.P. Van Hassel R.J. Kenens 2 CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN Peiling 1 januari 2014 D.T.P. van Hassel R.J. Kenens
Nadere informatieZIC: Kengetallen DIS per 1 januari 2017
Samenvatting (18 januari 2017) Scope: de jaren 2011 t/m 2016. In het laatste kwartaal van 2016 is door SiRM (www.sirm.nl), in opdracht van de ACM (Autoriteit Consument & Markt), een vergelijkend onderzoek
Nadere informatieWillemstad, mei Resultaten Conjunctuurenquête 2016
Willemstad, mei 2017 Resultaten Conjunctuurenquête 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 5 1.1 Investeringsbelemmeringen en bevorderingen... 5 1.2 Concurrentiepositie...
Nadere informatieGebruikers Handleiding voor zelfmanagementpatienten. Met web applicatie Tropaz 2.0
Gebruikers Handleiding voor zelfmanagementpatienten Met web applicatie Tropaz 2.0 Ondervindt u problemen bij het gebruik van het programma Tropaz, neemt u dan contact op met uw eigen trombosedienst. 2012
Nadere informatieJAARVERSLAG 2014. Stichting Trombosedienst voor het Gooi Hilversum
Stichting Trombosedienst voor het Gooi Hilversum Jaarverslag 2014 1 Inhoud Blad 1. Bestuursleden van de Stichting Trombosedienst voor het Gooi 3 2. Jaarverslag 2014 4 2.1. - Directieverslag 2.2. - Bestuursverslag
Nadere informatieStichting Trombosedienst Regio Eindhoven
Stichting Trombosedienst Regio Eindhoven Jaardocument 2014 HET BESTUURSVERSLAG...3 1. PROFIEL VAN DE STICHTING...4 1.2 GOVERNANCE...4 1.2.1 Raad van Bestuur...4 1.2.2 Raad van Toezicht...4 1.2.3 Het management...4
Nadere informatieAddendum bij het Zelfmanagementprotocol. ten behoeve van Near Patient Testing (NPT)
Addendum bij het Zelfmanagementprotocol ten behoeve van Near Patient Testing (NPT) Aangenomen in Ledenvergadering: 13-10-2016 Revisiedatum: oktober 2018 Pag. 1 van 5 1. Inleiding In dit addendum zijn kwaliteitscriteria
Nadere informatiePraktijkrichtlijn voor Trombosediensten
Praktijkrichtlijn voor Trombosediensten I Algemeen Deze praktijkrichtlijn is een centraal onderdeel van de Veldnorm Federatie van Nederlandse Trombosediensten ( veldnorm ) en als zodanig een trombosedienst-specifieke
Nadere informatie