JAARVERSLAG Stichting Trombosedienst voor het Gooi Hilversum

Transcriptie

1 Stichting Trombosedienst voor het Gooi Hilversum Jaarverslag

2 Inhoud Blad 1. Bestuursleden van de Stichting Trombosedienst voor het Gooi 3 2. Jaarverslag Directieverslag Bestuursverslag 3. Fiscale positie Balans per 31 december Resultatenrekening over Financiële positie Grondslagen van waardering en resultaatbepaling Toelichting op de balans Activa Passiva Toelichting op de resultatenrekening Baten Lasten Accountantsverklaring 35 Bijlage 37 Overzicht materiële vaste activa 2

3 1. Bestuursleden van de Stichting Trombosedienst voor het Gooi De Trombosedienst voor het Gooi is gevestigd te Hilversum en wordt beheerd door de Stichting Trombosedienst voor het Gooi. Het bestuur van deze stichting was in het jaar 2017 als volgt samengesteld: De heer F.F.L. Vlak, arts n.p. voorzitter Blaricum De heer drs. J.A. Muurling MMC, bestuurskundige secretaris Baarn De heer Drs.R.M. Reetraa, belastingadviseur penningmeester Amsterdam Mevrouw drs. C.R.G.M. Daemen-Gubbels, internist lid Bussum De heer J. van der Horst, huisarts lid Hilversum Directie: Mevrouw B.D. van Dolder, arts 3

4 DIRECTIE TROMBOSEDIENST voor het GOOI In dit jaarverslag wordt een overzicht gegeven van de ontwikkelingen en activiteiten binnen de Trombosedienst voor het Gooi (TDG) in In 2017 was er bij de TDG een significante daling van het aantal patiënten onder controle. Deze daling wordt grotendeels veroorzaakt, doordat de zgn. nieuwe middelen, NOAC s steeds vaker worden voorgeschreven (patiënten die worden behandeld met NOAC s worden niet door de trombosedienst gecontroleerd). Tevens tekent zich steeds duidelijker af dat zorg voor de trombosedienst patiënten in de toekomst slechts kan worden geborgd als trombosediensten de blik verruimen naar de gehele keten van de trombosezorg (dit betreft alle patiënten die antistollingsmiddelen gebruiken). Over de rol van de eerste lijn bij deze antistollingszorg bestaan op dit moment verschillende standpunten. De TDG heeft haar visie op de toekomst omschreven in een visiedocument en hierover contact gezocht met de diverse ketenpartners en met de zorgverzekeraars. Dit document kreeg goedkeuring in het bestuurlijk overleg van de Raad van Bestuur van Tergooi met de regionale koepel van de van huisartsen. Met ketenpartners is een stuurgroep opgericht. Deze stelt zich als eerste doel om de LSKA (landelijks Standaard Keten Antistolling) en de LESA (Landelijke Eerstelijns Samenwerkingsafspraak Antistolling) te implementeren, een wettelijke verplichting. Het tweede doel van de stuurgroep is om gezamenlijk tot een samenwerkingsvorm te komen, waarbij de zorg van alle patiënten met antistolling in het Gooi toekomstbestendig geborgd is. PATIENTENZORG Reguliere bepalingen Het aantal reguliere bepalingen in 2017 bedroeg Dit aantal is ten opzichte van 2016 gedaald met 18% (in reguliere bepalingen). Het percentage huisbezoeken bij reguliere patiënten bedroeg in %, dit is t.o.v met 4% gestegen (in 2016 was dit percentage 52%, in %). Door de hoge gemiddelde leeftijd van de populatie in het Gooi is het steeds moeilijker om patiënten tot bezoek aan een prikpost te motiveren. Door maatschappelijke ontwikkelingen blijven oudere patiënten langer thuis wonen. Het landelijk gemiddelde percentage huisbezoek over 2016 was 54.4%, in %, in %, in %. N.B. Vanaf 2015 worden patiënten, die volgens een nieuw concept door de thuiszorg worden geprikt en door de trombosedienst worden gedoseerd ook bij de reguliere thuiszorg patiënten geteld. Het aantal nieuwe patiënten over 2017 bedroeg 464. Dit aantal is t.o.v met 26% gedaald (in 2016 bedroeg het aantal nieuwe patiënten 628, in ). Het percentage patiënten met indicatie atriumfibrilleren is met 66% gedaald t.o.v (in 2015 en %). Deze daling bedraagt 9%. 4

5 Aantal reguliere Bepalingen Percentage huisbezoek Nieuwe Reguliere Patiënten Percentage atriumfibrilleren Percentage Preventieve indicaties % % 3% % % 2% % % 1% % % 0,5% % % 0,3% % % 0,3% % % 0,2% % % 0,2% % % 0% % % 0% Aan de FNT (Federatie Nederlandse Trombosediensten) werd het medisch jaarverslag over 2017 verstrekt, opdat dit in het gemeenschappelijk jaarverslag 2017 kan worden verwerkt. Zelfmeten In 2017 werden 80 patiënten getraind voor het gebruik van zelfmeetapparatuur (begroot was 100). Voor deze training maakten 63 patiënten gebruik van de mogelijkheid om via internet getraind te worden. De digitale trainingsmethode heeft het voordeel, dat de training op het door de patiënt gewenste tijdstip en tempo kan worden gevolgd. Op 31 december 2017 maakten in totaal patiënten gebruik van zelfmeetapparatuur. In 2017 zijn geen patiënten getraind in het zelfdoseren, per 31 december 2016 bedroeg het aantal zelfdoserende patiënten 251 (per 31 dec bedroeg dit aantal 281). Aantal patiënten zelfmanagement eind van het jaar Aantal zelfdoserende patiënten In 2017 stapten 332 patiënten over op de NOAC s. (in patiënten) In totaal waren op 1 januari patiënten binnen de TDG overgestapt op NOAC s. Deze leidraad, opgesteld op verzoek van het Ministerie van Volksgezondheid, bevat adviezen betreffende de geleidelijke en veilige introductie van nieuwe orale anticoagulantia (NOAC s). De leidraad is opgesteld door vertegenwoordigers van de direct betrokken wetenschappelijke verenigingen (NVVC, NIV, NVN, NOV, VAL/NVKC, NVZA/KNMP) en 5

6 vervolgens in een separate bijeenkomst besproken met andere wetenschappelijke verenigingen en het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG). De leidraad is gebaseerd op de (inter-)nationale literatuur, nationale en internationale richtlijnen en het recent verschenen rapport van de Gezondheidsraad Nieuwe antistollingsmiddelen: een gedoseerde introductie, waarin een uitgebreide wetenschappelijke analyse van de literatuur over de NOAC s wordt gegeven. MEDEWERKERS Het aantal formatieplaatsen voor de werknemers met een vast dienstverband bedroeg in ,8 FTE, aangevuld met de oproepkrachten in totaal 20,8 FTE (in ,8). Opnieuw zijn enkele medewerkers opgeleid tot doseeradviseur. Het paramedisch doseren is in de dagelijkse routine opgenomen, zodat de artsen meer ruimte hebben om de specifieke doseerproblemen op te lossen, om supervisie te geven aan de doseeradviseurs en overleg met ketenpartners te voeren. Er werd ruim gebruik gemaakt van het aanbod tot scholing. Dit past in het streven om alle medewerkers via opleiding en examens te kwalificeren. Dit is extra van belang met het oog op de huidige ontwikkelingen als gevolg van de introductie van de zgn. nieuwe antistollingsmiddelen. Het verzuimpercentage bedroeg in ,76%. Dit betekent een afname van 12% t.o.v (6,53%). De personeelsvertegenwoordiging (PVT), die in 2005 werd geïnstalleerd, telt thans vier leden en functioneerde ook in 2017 weer naar wens. Er werd volgens plan mét en zonder de directeur vergaderd en zoals gebruikelijk éénmaal met twee afgevaardigden van het bestuur. In het kader van de ISO-accreditatie is een algemene introductie van nieuwe medewerkers binnen de organisatie aan het takenpakket van de PVT toegevoegd. KWALITEIT Transitiebeoordeling door Raad voor Accreditatie (RvA). Nadat de TDG op 1 april 2016 als tweede zelfstandige trombosedienst in Nederland de accreditatie volgens de ISO normen had behaald, vond in november 2016 het eerste controlebezoek plaats. Dit controlebezoek werd in maart 2017 succesvol afgerond. Klachtenregistratie Aantal klachten per Werkplek tot 1 juli administratie bloedafname doseren laboratorium zelfmeten Overige, relationeel TOTAAL

7 De digitale registratie van klachten is sinds 1 juli 2015 ondergebracht in het KWARS = het Kwaliteits Registratie Systeem, waarbinnen naast klachten ook een aantal andere kwaliteit gerelateerde items worden geregistreerd. Dit betreft uitkomsten van interne audits, afwijkende controles op het laboratorium of bij de externe rondzendingen, klachten over leveringen extern, en verbeter suggesties van cliënten en medewerkers. Vanuit KWARS zijn diverse rapportages mogelijk: De klachten worden vanaf 1 juli 2015 onderverdeeld in interne en externe meldingen. Aantal externe meldingen per werkplek Administratie Algemene werkruimte Bloedafname Artsenkamer (doseren) Laboratorium Zelfmanagement Overig TOTAAL Aantal interne meldingen per werkplek Administratie Algemene werkruimte Bloedafname Artsenkamer (doseren) Laboratorium Zelfmanagement Overig TOTAAL De externe meldingen, dit zijn ingediende klachten, betroffen hoofdzakelijk onzorgvuldigheden in de diverse werkzaamheden, met name het doseren en de administratie. Er waren in 2017 geen klachten van medewerkers over onheus gedrag van een patiënt. Bij de interne meldingen valt op dat het totale aantal meldingen is afgenomen, alleen de interne meldingen over het doseren nagenoeg constant is gebleven. Binnen de TDG is afgesproken om alle onjuistheden in doseringen te registreren binnen het digitale patiënten registratiesysteem. Alle ingediende klachten zijn intern nagetrokken, waar nodig besproken met de betreffende medewerkers; waar mogelijk zijn punten ter verbetering geformuleerd. Alle klachten werden naar tevredenheid van de klager opgelost, interventie van de Geschillencommissie Zorginstellingen, (opvolger van de gemeenschappelijke klachten commissie) was derhalve niet nodig. 7

8 Kwaliteitsindicatoren -- Steekproeven reguliere en Zelfmanagementpatiënten Conform het voorschrift van de FNT werd het niveau van de antistolling op twee peildagen bepaald, apart voor de zgn. reguliere patiënten en voor de patiënten in de groep van het zelfmanagement. Sinds 2015 worden zelfmetende patiënten, die zelf doseren en zelfmetende patiënten die niet zelf doseren, apart geregistreerd en worden de resultaten bij de reguliere patiënten gedifferentieerd tussen reguliere patiënten die thuis of poliklinisch worden behandeld. Vanaf 2016 zal voor de bestandsstatistiek uitsluitend de lineaire interpolatiemethode worden gebruikt. Het resultaat van de bestandstatistiek over 2017 levert de volgende conclusies op: Stand van zaken over 2017: Over de gehele linie is een verbetering van de kwaliteit van de resultaten te zien, gemiddeld met 4,5 %. Het lukt dus beter om de patiënten binnen de nieuwe therapeutische grenzen te doseren. Deze verbetering is het grootst bij de poliklinische patiënten en in het eerste streefgebied. Citaat uit jaar verslag 2015: Algemeen: De scores van de steekproeven over 2017 zijn over alle groepen patiënten tot 10 % lager dan in Dit resultaat wordt veroorzaakt door het feit dat de therapeutische grenzen in het voorjaar van 2016 tot de internationaal gestelde grenzen zijn verlaagd en is een landelijk gegeven. Op landelijk niveau wordt met de producenten van het software programma nagegaan, of het doserings-algoritme aanpassing behoeft. Bij de zelfmanagement patiënten die alleen zelf meten en ook bij de zelfmanagement patiënten die zelf meten en ook doseren is de verbetering t.o.v minder groot dan bij de reguliere patiënten. Resultaten reguliere patiëntengroep. (Toetsing door middel van lineaire interpolatie.) Long-term patiënten binnen eerste streefniveau % Long-term patiënten binnen tweede streefniveau ,6% 73,9% ,0% 75,3% ,6% 75,8% ,6% 73,8% ,2% 73,5% Vanaf 2015 gesplitst in reguliere patiënten groep thuis ,4% 70,2% ,1% 62.6% ,2% 64.7% Resultaten reguliere patiëntengroep. (Toetsing door middel van lineaire interpolatie.) Long-term patiënten binnen eerste streefniveau % Long-term patiënten binnen tweede streefniveau ,6% 73,9% ,0% 75,3% ,6% 75,8% ,6% 73,8% ,2% 73,5% 8

9 Vanaf 2015 gesplitst in reguliere patiënten groep poliklinisch ,7% 75.8% % 66.7% % 70,4% Het is evident dat de thuis-patiënten minder goed zijn ingesteld dan patiënten die de poliklinieken bezoeken. Resultaten zelfmetende patiënten, die niet zelf doseren. (Toetsing door middel van lineaire interpolatie.) Long-term patiënten binnen eerste streefniveau Long-term patiënten binnen tweede streefniveau ,6% 78,0% ,8% 66,6% ,2% 69,9% Gemiddelde resultaten patiënten, die zelf meten en doseren. (Toetsing door middel van lineaire interpolatie.) Long-term patiënten binnen eerste streefniveau Long-term patiënten binnen tweede streefniveau ,6% 85,0% ,6% 85,7% ,6% 82,5% ,9% 82,1% ,5% 81,5% ,5% 83,0% ,6% 73,5% ,9% 75,9% NB: De scores van de patiënten die niet alleen zelf meten, maar ook zelf doseren zijn zoals de afgelopen jaren het hoogst van de verschillende patiëntengroepen. Waarschijnlijk speelt hierbij tevens een rol, dat deze patiënten voor de start van de cursus zelfdoseren worden overgezet naar het preparaat fenprocoumon. Dit middel heeft een langere halfwaardetijd dan acenocoumarol. Binnen de FNT wordt jaarlijks gezien, dat patiënten die fenprocoumon gebruiken gemiddeld 5% beter scoren in percentage binnen de therapeutische range dan patiënten die acenocoumarol gebruiken. -- Registratie ernstige complicaties (bloeding, CVA, trombo-embolie): Bespreking De TDG voert een actief beleid t.a.v. het registreren van (ernstige) complicaties, zowel bloedingen als trombo-emboliën tijdens antistollingsbehandeling. Zij doet dat o.a. door actieve navraag van de reden van ziekenhuis opname, oorzaak van overlijden en door het opvragen van aanvullende gegevens van complicaties bij de behandelend arts. Daarnaast registreert de coördinator medische zaken de relatie van een ernstige complicatie met het gevoerde doseringsbeleid om calamiteiten - verwijtbare complicaties, opgetreden t.g.v. onjuist medisch handelen- of een structurele fout in het doseerbeleid tijdig te onderkennen en passende maatregelen te kunnen nemen. 9

10 Regulier + zelfmeten Aantal Fenp Trauma Overleden Evaluatie relatie dosering ¹ 1 2H 2L 4 3/ 5 Ernstige bloeding CVA / intracranieel Tr.digestivus Gewrichten 0 Hematurie Hemoptoë Oog: conjunctiva Oog: intraoculair Vaginaal Neus Huid 0 Spier 0 Elders Totaal overige locaties Totaal Trombo-embol. complic. icva / w.v. recidief 20/ TIA / w.v. recidief 10 / VTE / w.v. recidief 2 / syst.embolie / w.v. recidief 3 / overige / w.v. recidief 1 / 0 1 Totaal / w.v. recidief 36 / Onbekend CVA

11 Zelfmanagement = zelfdoseerders Ernstige bloeding CVA / intracranieel Aantal Fenp Trauma Overleden Evaluatie relatie dosering ¹ 1 2H 2L 4 3/5 Tr.digestivus 1 1 Gewrichten 0 Hematurie Hemoptoë Oog: conjunctiva Oog: intraoculair Vaginaal Neus Huid Spier Elders Totaal overige locaties Totaal Trombo-embol. complic. icva / w.v. recidief TIA / w.v. recidief VTE / w.v. recidief 1 / 1 1 syst. embolie / w.v. recidief overage / w.v. recidief Totaal / w.v. recidief 1 / 1 1 Onbekend CVA 0 Evaluatie relatie complicatie / antistollingsbehandeling (o.b.v. INR t.t.v. de complicatie) 1= INR binnen therapeutische range 2= INR buiten therapeutische range, adequate voorafgaande dosering; H = INR hoog, L = INR laag 3= INR buiten therapeutische range, (mogelijk) doseerfout door trombosedienst 4= INR niet bekend, adequate voorafgaande dosering 5= INR niet bekend, (mogelijk) doseerfout door trombosedienst 11

12 In 2017 zijn 60 ernstige bloedingen geregistreerd: 57 bij de reguliere patiënten, incl. zelfmeters en NPT; 3 keer betrof het een zelfmanager. Het relatief grootste aandeel vormen 15 intracraniële en 24 gastro-intestinale bloedingen. 37 trombo-embolische complicaties werden gemeld, 36 ervan bij reguliere patiënten; 33 daarvan betroffen een recidief van de behandelindicatie. Tot slot: 3 maal trad een CVA op waarvan de aard onbekend is gebleven. Bij patiënten met een ernstige bloeding was de INR bij 37% van hen onbekend bij een adequaat voorafgaand doseerschema. Indien de INR ten tijde van het optreden van de bloeding bekend was die bij ruim 47% van de patiënten binnen de therapeutische range, bij 14% te laag en bij de resterende 39% te hoog. Bij patiënten met een trombo-embolische complicatie was de INR ten tijde van het optreden van de complicatie bij 30% onbekend. Indien wel bekend was de INR bij 32% in de therapeutische range en, in tegenstelling tot bij bloedingen, bij 44% te laag en bij 24% te hoog. Ten opzichte van 2016 zijn er met name minder intracraniële bloedingen gezien, bij de overige ernstige complicaties zijn geen significante verschuivingen gevonden. Een dergelijke fluctuatie wordt wel vaker gezien, vooralsnog wordt dit vervolgd. Het kan niet uitgesloten worden dat dit toch het gevolg is van de verlaging van de therapeutische ranges m.i.v Voor zowel ernstige bloedingen als voor trombo-embolische complicaties geldt dat zij ook optreden bij goed ingestelde antistolling. Fenprocoumon gebruik gaat niet gepaard met een evidente toename in ernstige complicaties: 28% van de ernstige bloedingen en 22% van de trombo-embolische complicaties bij een fenprocoumon behandeling bij 22% van de patiënten. Het blijft echter een punt van aandacht en nauwkeurige monitoring van de relatie tussen de opgetreden complicatie en het behandelbeleid bij de patiënt. Er is een balans tussen het aantal meldingen vanuit regulier en zelfmanagement. In vergelijking met andere trombosediensten scoort de TDG telkenmale relatief hoog in het aantal complicaties, een gevolg van het actief registreren. De incidentie valt echter ruimschoots binnen datgene wat op grond van literatuur en bevindingen uit studies verwacht mag worden. Er zijn geen calamiteiten (complicatie mogelijk te wijten aan doseerfout) geweest. Externe kwaliteitscontroles In 2017 werd, zowel bij de externe kwaliteitscontrole van de INR bepaling als die van de POCT apparatuur gebruikt bij het zelfmanagement, een score van 100 % behaald (ECAT). Arbo-zaken Het Plan van Aanpak, opgesteld naar aanleiding van de RIE & E 2014, werd uitgevoerd. De samenwerking met de ARBO-Unie verliep soepel. FINANCIELE ASPECTEN De overheid heeft middels NZa bepaald dat het principe van de marktwerking voor trombosediensten per 2014 zijn intrede heeft gedaan. De trombosediensten dienen met de koepels (van zorgverzekeringen) apart prijsafspraken te maken. Dit leidt regelmatig tot 12

13 verschillende tarieven voor dezelfde verrichtingen. Begrijpelijkerwijs levert dit vragen op van patiënten, die door de trombosedienst helaas niet bevredigend kunnen worden beantwoord. Het boekjaar 2017 werd afgesloten met een positief resultaat van euro. Reeds in 2015 is gebleken dat het hanteren van marktaandelen als basis voor offertes niet tot een werkbare situatie leidt. ORGANISATORISCHE ASPECTEN Huisvesting Nadat aanvankelijk was aangekondigd dat de huidige behuizing van de TDG in het kader van de nieuwbouw van Tergooi ziekenhuizen zou ophouden te bestaan, werd in 2015 medegedeeld, dat de TDG door wijziging van de nieuwbouwplannen nog minimaal 5 jaar van het huidige pand gebruik kan maken. Dit is voor de TDG een zeer positieve ontwikkeling. Inmiddels is het pand aan het Oostereind 109 in eigendom van Tergooi ziekenhuizen. Near patiënt testing In 2015 werd het zgn. near patient testing (NPT) verder uitgebreid. Bij NPT worden verzorgingstehuizen/verpleegtehuizen gefaciliteerd om een actieve rol te spelen in de antistollingsbehandeling van hun bewoners. Hiertoe een samenwerkingscontract met de instelling aangegaan en worden zelfmeet-apparaten in bruikleen verstrekt. In 2017 werden evenals in 2016 geen nieuwe NPT contracten afgesloten, omdat er grote onduidelijkheden waren t.a.v. de financiering ervan. In het najaar van 2017 ontstond duidelijkheid t.a.v. de financiering van de NPT, de TDG sloot met een aantal koepels een DVO af. ICT Er werden kritische overleggen gevoerd met Portavita. Het programma van eisen, dat in overleg met andere trombosediensten en in samenwerking met Portavita in 2015 was opgesteld, werd in 2016 en in 2017 slechts gedeeltelijk geïmplementeerd. Samenwerking met andere trombosediensten Op 31 oktober 2015 werd een intentie tot samenwerking getekend met de trombosedienst van het Meander Medisch Centrum. Naast samenwerking op diverse vlakken, zoals doseren, auditeren, onderwijs en inkoop is de vorming van een kenniscentrum voor antistolling het gemeenschappelijk doel. Dit past in de visie van de FNT om te komen tot zgn. regionale antistollingscentra. In 2016 werden mogelijkheden tot verdieping van de samenwerking onderzocht, in 2017 werd de conclusie getrokken dat verdere verdieping van de samenwerking niet aan de orde was. De samenwerking met de Trombosedienst Delft e.o. op managementniveau werd onderbroken. Mevrouw van Dolder beëindigde per 1 september 2017 haar functie van medisch leider aldaar. De samenwerking met de Trombosedienst Flevoland werd in 2017 gecontinueerd. In het kader hiervan wordt sinds 2005 vanuit de Trombosedienst voor het Gooi dagelijks supervisie op de doseeradviseurs van Flevoland gegeven. Mevrouw A. Th. M. van Holten- Verzantvoort, coördinator medische zaken bij de Trombosedienst voor het Gooi, vervult bij de Trombosedienst Flevoland de functie van medisch leider op basis van detachering door de TDG. Wel werd duidelijk dat deze samenwerking per 1 juli 2018 zal worden beëindigd. 13

14 Mevrouw van Holten vervult tevens de functie van medisch leider voor de Trombosedienst Schiedam. Er kwam een eind aan de onderlinge detachering van doseerartsen van de Trombosedienst Schiedam en de Trombosedienst voor het Gooi. Samenwerking Klinisch Chemisch Lab Tergooi ziekenhuizen (KCHL) De samenwerking met het KCHL van TGZ inzake bloedafname op de prikposten, als pilot in 2009 gestart, werd in 2017 naar tevredenheid gecontinueerd. CONCLUSIE Ook in 2017 heeft de Trombosedienst voor het Gooi door de enthousiaste en professionele inzet van haar medewerkers gefunctioneerd als gezonde, moderne zorgorganisatie voor een specifieke doelgroep. De trombosedienst blijkt in staat om op professionele wijze in te spelen op de ontwikkelingen in de zorgmarkt; voor 2015 betekende dit de start van de marktwerking. Binnen de TDG is hierbij ruimte voor innovatieve projecten gecreëerd, de gangbare veneuze bloedafname werd in 2017 vervangen door de vingerprikmethode. In 2017 is gestart om met ketenpartners te zoeken naar een samenwerkingsvorm waarbij de zorg voor alle patiënten met antistolling toekomstbestendig geborgd is. In 2018 zal dit proces worden geïntensiveerd. Hierbij wil ik alle medewerkers van de TDG bedanken voor hun enthousiaste inzet in Het bestuur wil ik danken voor haar betrokkenheid en haar belangeloze inzet voor de Trombosedienst voor het Gooi in Hilversum, juni Mevrouw Drs. B.D. van Dolder, directeur. 14

15 Bestuursverslag 2017 Stichting Trombosedienst voor het Gooi De Stichting Trombosedienst voor het Gooi heeft ten doel het in stand houden en exploiteren van een trombosedienst, gericht op het bevorderen van een adequate behandeling van patiënten met antitrombotica en/of andere behandeling gericht op de diagnostiek en preventie van trombose. De dienst richt zich op cliënten in de regio Gooi en Vechtstreek. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting. De dagelijkse leiding van de stichting berust bij de directeur/medisch leider. Samenstelling van het bestuur per 31 december 2017 Naam Eerste benoeming Functie Drs. C.R.G.M. Daemen-Gubbels, internist 2017 Lid Drs. J. van der Horst, huisarts 2008 Lid Drs. J.A. Muurling MMC, bestuurskundige 2007 Secretaris Drs. R.M. Reetraa, belastingconsulent 2008 Penningmeester Drs. F.F.L. Vlak, arts n.p Voorzitter 2017 in grote lijnen Het bestuur is in 2017 viermaal bijeengeweest. Daarnaast heeft er overleg plaatsgevonden met een delegatie van de Trombosedienst Meander Medisch Centrum, met de Raad van bestuur van Tergooi en met de personeelsvertegenwoordiging van de TDG. De directeur heeft het bestuur in haar reguliere rapportages uitvoerig geïnformeerd over de ontwikkelingen binnen de dienst en over de landelijke ontwikkelingen rond de trombosezorg. De effecten van het voorschrijven van nieuwe middelen werden in 2017 duidelijk zichtbaar. Het aantal bepalingen daalde weliswaar minder dan verwacht maar zeker is dat deze trend onomkeerbaar is. Het bestuur zet zich in voor het blijven bieden van een kwalitatief hoogwaardige en toegankelijke antistollingszorg in de regio. Het beseft daarbij dat een transformatie van de huidige werkwijze van de dienst noodzakelijk is. De uitdaging waar bestuur en directie voor staan is een functionele en, in organisatorische zin, stevige inbedding van de dienstverlening in een regionaal netwerk antistollingszorg. Dat vraagt tevens medewerking van andere zorgaanbieders. Deze zullen, in sterkere mate dan nu het geval is, de verantwoordelijkheid dragen voor onderdelen van de trombosezorg die nu nog door de dienst worden geleverd. De TDG en de overige zorgaanbieders behoren deze onderdelen te combineren tot een kwalitatief hoogwaardige trombosezorg die aansluit op de behoefte van elke individuele patiënt. Aanvankelijk was in 2016 ingezet op een intensievere samenwerking met Amersfoort. In de loop van 2017 is, gezamenlijk met Amersfoort en rekening houdend met de ontwikkelingen, besloten deze samenwerking te verbreden naar een samenwerking met het Canisius Wilhelminaziekenhuis en de Trombosedienst s-hertogenbosch. Daarbij is de intentie uitgesproken om een onderzoek naar nauwe samenwerking tussen de verschillende trombosediensten te realiseren. Het onderzoek moet resulteren in een haalbaarheidsstudie c.q. business-case die de partijen de mogelijkheid geeft hun commitment uit te spreken om een samenwerking aan te gaan; Om bij de haalbaarheidsstudie c.q. business-case in elk geval de volgende items te onderzoeken: voordelen met betrekking tot research development en innovatie, voordelen voor diagnostiek en 15

16 kosten exploitatie, huisvestiging, faciliteiten, personeel. De intentieverklaring is in 2017 getekend. Het betreft hier in eerste opzet samenwerking rond kennis die niet in de regio beschikbaar is. De toegankelijkheid tot deze kennis in onmisbaar voor het behoud van hoogwaardige antistollingszorg in de regio. Parallel daaraan is contact gezocht met de Raad van bestuur van Tergooi. Daarbij is aangegeven dat de dienst, naast de samenwerking op landelijk niveau, streeft naar een regionaal antistollingscentrum waaraan elk van de regionale zorgaanbieders in de regio (ziekenhuis, specialisten, huisartsen maar daarnaast ook apothekers, tandartsen en instellingen voor chronische zorg) een aandeel zal leveren. In dat kader zijn hernieuwde samenwerkingsafspraken, mede verwijzend naar de LSKA2 noodzakelijk. Besloten is de regie van deze ontwikkeling te beleggen bij het MCC het Gooi. In maart 2017 heeft Marc Elissen aangegeven zijn bestuurslidmaatschap versneld te zullen neerleggen. Dit i.v.m. zijn betrokkenheid bij de ontwikkelingen van de trombosezorg in Lelystad. Het aanhouden van zijn lidmaatschap zou tot een dubbelfunctie leiden die in de hedendaagse governance niet wenselijk is. Daarnaast had Sylvia Luykx-de Bakker al eerder aangegeven haar bestuurslidmaatschap te zullen neerleggen. Het bestuur dank beiden voor hun uiterst waardevolle inzet de afgelopen jaren. Daarnaast prijs het bestuur zich gelukkig met het feit dat Karin Daemen, interniste verbonden aan Tergooi en het AMC, bereid is gevonden toe te treden tot het bestuur. Het jaarlijkse overleg tussen een delegatie van het bestuur en de personeelsvertegenwoordiging over 2017 heeft begin 2018 plaatsgevonden. Bij die gelegenheid is gesproken over de ontwikkelingen en is de verwachting uitgesproken dat de gevolgen voor de personeelsformatie van de terugloop van de aantal bepalingen, door natuurlijk verloop kan worden opgevangen. De leden van het bestuur van de Stichting ontvangen voor hun werkzaamheden geen honorering. Er worden geen onkostenvergoedingen verstrekt en zijn er in 2017 geen overige kosten door leden van het bestuur gedeclareerd. Het bestuur en de directie hebben bij de uitoefening van hun taken uitdrukkelijk de keuze gemaakt om de Zorgbrede Governance Code toe te passen als leidraad voor bestuur, toezicht en verantwoording van het beleid in de Trombosedienst. De richtlijnen bieden waarborgen voor kwaliteit en onafhankelijkheid van bestuur en toezicht. Rekening houdend met het feit dat de introductie van de nieuwe middelen vraagt om een ingrijpende transformatie van de stichting, is de bestuursleden Vlak, Muurling en Retraa gevraagd gedurende deze transformatieperiode aan te blijven als bestuurslid. Zij hebben medegedeeld hiertoe bereid te zijn. Het bestuur heeft vervolgens na overleg met de notaris in 2016 de statuten aangepast. Langs deze weg is de statutaire ruimte verkregen voor de noodzakelijke bestuurlijke stabiliteit gedurende deze periode. Ook in 2017 toonde de dienst weer aan een stabiele en betrouwbare zorgorganisatie te zijn. Het bestuur spreekt haar grote waardering uit voor de inzet van directie en medewerkers. Namens het bestuur, Florent F.L.Vlak, voorzitter Jan Muurling, secretaris 16

17 3. Fiscale positie Sinds 1 januari 2014 met de invoering van de prestatiebekostiging is de Trombosedienst belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. Met een schrijven d.d. 22 mei 2017 van de belastingdienst is de Trombosedienst voor het Gooi vrijgesteld voor de vennootschapsbelasting. 17

18 4. Balans per 31 december 2017 Activa Vaste activa Materiële vaste activa Vlottende activa Vorderingen en overlopende activa Liquide middelen Passiva Eigen vermogen Vermogen Voorzieningen Kortlopende schulden en overlopende passiva

19 5. Resultatenrekening over 2017 exploitatie begroting exploitatie Baten Opbrengst trombo-testbepalingen Opbrengst zelfmeting training, begeleiding NPT-kwartalen Bij/Af: verrekening ivm overschrijding productieplafond Opbrengst detachering Totale baten Lasten Salarissen Sociale lasten en overige personeelskosten Medische middelen Huishoudelijke kosten Algemene kosten Afschrijvingen materiële vaste activa Rentelasten Totale lasten Resultaat

20 6. Financiële positie Beschikbaar op lange termijn: Vermogen Voorzieningen Geïnvesteerd op lange termijn: Materiële vaste activa Werkkapitaal De toename van het werkkapitaal ad is hierna in de staat van herkomst en besteding van de middelen gespecificeerd: Staat van herkomst en besteding van de middelen Herkomst van de middelen: Resultaat Afschrijvingen Toename voorzieningen Besteding van de middelen: Investeringen in materiele vaste activa Toename werkkapitaal

21 7. Grondslagen van waardering en resultaatbepaling Algemene grondslagen voor de bepaling van de jaarrekening Deze jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de bepalingen van algemeen aanvaarde richtlijnen voor financiële verslaglegging conform de regels van RJ 665 Zorginstellingen. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd op basis van de aanschafbedragen en indien van toepassing onder aftrek van behaalde boekwinsten bij verkoop. Afgeschreven wordt volgens de regels van de Nederlandse Zorgautoriteit. Er wordt afgeschreven vanaf de datum van ingebruikname. Een overzicht van de materiële vaste activa is opgenomen in de bijlage. Voorzieningen Jaarlijks wordt beoordeeld of er ten laste van het resultaat de voorziening wordt gedoteerd, terwijl hiervoor in aanmerking komende kosten ten laste van de voorziening worden gebracht. Er zijn voorzieningen opgebouwd ter gelijkmatige verdeling van de onderhoudskosten van het pand, ter gelijkmatige verdeling van de jubilea-uitkeringen aan personeel, ter gelijkmatige verdeling van de lustrumviering, PLB-uren, reorganisatiekosten en om de noodzakelijke personele bezetting om te buigen in het kader van de Vingerprikmethode. In 2017 is een voorziening facilitering bloedafname Tergooi gevormd. Grondslagen van de resultaatbepaling Opbrengsten en kosten worden verwerkt in het jaar waarop zij betrekking hebben. 21

22 8. Toelichting op de balans 8.1 Activa Vaste activa Materiële vaste activa Het verloop van de materiële vaste activa is: 2017 Boekwaarde per 1 januari Investeringen: CoaguChek VIP CoaguChek Computerapparatuur Afschrijvingen Boekwaarde per 31 december Verbouwing Inventaris laboratorium Inventaris kantoor CoaguChek CoaguChek VIP Computerapparatuur Auto's

23 Vlottende activa Vorderingen en overlopende activa Debiteuren Depotbedrag portokosten Fietsplan Vooruitbetaalde autoverzekering Te ontvangen ziektewet uitkering Borg tankpassen Verrekening ABD-Delft Scholing Lelystad Roche Inkoop materiaal VIP te ontvangen Vooruitbetaalde automatiseringskosten Vooruitbetaalde abonnementen Diversen Liquide middelen Rabobank ING bank ING bank Kas De liquide middelen zijn vrij opneembaar

24 Passiva Eigen Vermogen Vermogen Beginsaldo 1 januari Resultaat verslagjaar Eindsaldo 31 december Voorzieningen Voorziening facilitering bloedafname Tergooi Stand begin boekjaar 0 0 Dotatie ten laste van de resultatenrekening Stand einde van het boekjaar Betreft een voorziening om de mogelijkheden van verdere samenwerking met het laboratorium van Tergooi ten aanzien van gecombineerde bloedafname te faciliteren. 24

25 Voorzieningen Voorziening onderhoud gebouw Stand begin van het boekjaar In verband met mogelijke verplaatsing van het gebouw is er niet meer gedoteerd. Voorziening jubilea Stand begin boekjaar Dotatie ten laste van de resultatenrekening Onttrekking Stand einde van het boekjaar Voorziening lustrum Stand begin boekjaar Dotatie ten laste van de resultatenrekening Stand einde van het boekjaar

26 Voorzieningen Voorziening reorganisatiekosten Stand begin van het boekjaar Dotatie ten laste van de resultatenrekening Onttrekking Stand einde boekjaar In verband met de intrede van de vingerprikmethode zal er mogelijk personeel moeten inkrimpen. Het komende jaar zijn op landelijk niveau ingrijpende wijzigingen in de organisatie van de trombosezorg te verwachten. Dit heeft voor de Trombosedienst voor het Gooi belangrijke consequenties; voorbereiding van dit transitieproces in samenwerking met de ketenpartners, o.a. voor het inwinnen van juridisch advies. Zorgverzekeraars dringen aan op een dergelijk transitieproces. Voorziening PLB-uren Stand begin van het boekjaar Onttrekking Dotatie ten laste van de resultatenrekening Stand einde boekjaar Voorziening transitie naar vingerprikmethode Stand begin van het boekjaar Dotatie Onttrekking Stand einde boekjaar Totaal voorzieningen

27 Langlopende schulden Er zijn geen langlopende schulden. 27

28 Kortlopende schulden en overlopende passiva Te betalen overschrijding productieplafond zorgverzekeraars Crediteuren Accountants- en administratiekosten Loonheffing PFZW Reservering vakantiegeld Reservering vakantiedagen Administratieve bijstand Tergooi Te betalen bereikbaarheidsdiensten Dubbele betaling verzekeraars Te betalen NPT vergoeding Te betalen netto loon Diverse Niet uit de balans blijkende verplichtingen Huur: Het pand, Oostereind 109 te Hilversum, waarin de Stichting Trombosedienst voor het Gooi is gevestigd, wordt gehuurd van Tergooi te Hilversum. Het huurcontract is op 22 november 2016 verlengd voor onbepaalde tijd met een opzegtermijn van een jaar. De geindexeerde huur voor dit pand bedraagt circa per jaar inclusief servicekosten. Lease: De stichting is een raamovereenkomst aangegaan voor operational lease van CoaguChek zelfmeetapparatuur. Deze leaseverplichtingen worden afgelost in 20 kwartaaltermijnen. Ultimo 2013 bedraagt de totale verplichting ca Pensioenen: Alle (deel) gerechtigde personeelsleden nemen deel aan het verplichte pensioenfonds PFZW. 28

29 9. Toelichting op de resultatenrekening Met ingang van 2014 worden de tarieven bepaald in overleg met ziektekostenverzekeraars en de Trombosedienst. Er worden nu verschillende tarieven gehanteerd tussen de verzekeraars enerzijds en de Trombosedienst anderzijds. Het werkelijk aantal gefactureerde verrichtingen bedroeg in het boekjaar 2017: afnamen, 88 trainingen, begeleidings-jaren en 171 NPT-jaren. De tarieven zijn per koepel van verzekeraars apart vastgesteld. Zie "Koepelmap". In deze koepelmap is ook een overzicht van de gedeclareerde verrichtingen per koepel. Het werkelijk aantal kilometers over 2017 van de dienstauto's bedroeg (begroot: ). 29

30 9.1. Opbrengst trombo-testbepalingen: exploitatie 2016 trombo- exploitatie begroting trombotests tests bedrag Begroot voor Gedeclareerd: Begroot voor 2017: Coaguchek trainingen 150 Coaguchek begeleidingsjaren Gedeclareerd: Coaguchek trainingen aantallen 88 Coaguchek begeleiding - jaren Begroot voor 2017: NPT-jaren 190 Gedeclareerd: NPT-jaren Totaal opbrengst

31 9.2. Specificatie kostenrekeningen Salarissen exploitatie 2017 begroting 2017 exploitatie 2016 aantal kosten aantal kosten aantal kosten Salarissen personeel 20, , Vakantietoeslag af: ontvangen ziekengeld Inhuur gedetacheerde artsen Totaal salarissen , Sociale lasten en overige personeelskosten exploitatie begroting exploitatie Sociale lasten Pensioenpremie Overige personeelskosten

32 exploitatie begroting exploitatie Medische middelen Laboratoriumkosten: Spuiten, naalden, glaswerk Lease TOP IL Portavita, NPT-kwartalen Portavita, licentiekosten Overige laboratoriumkosten Materiaal coaguchek Materiaal coaguchek VIP Laboratoriumonderzoek bij derden Huishoudelijke kosten Algemene kosten Vervoerskosten: Reparatie en onderhoud auto's Benzine Verzekering, wegenbelasting Overige vervoerskosten Totaal vervoerskosten Administratiekosten: Telefoonkosten Drukwerk en kantoorbenodigheden Porti Automatiseringskosten Overige administratiekosten Diverse verzekeringen Totaal administratiekosten

33 exploitatie begroting exploitatie Huisvestingskosten: Huur en servicekosten hoofdgebouw Huur prik poli's Kosten huisvesting Mutatie voorziening onderhoud gebouwen 0 0 Belastingen Totaal huisvestingskosten Algemene beheerskosten: Mutatie voorziening reorganisatiekosten Accountants- en advieskosten Contributie federatie Dotatie voorziening facilitering bloedafname Tergooi Dotatie voorziening Lustrum Dotatie voorziening Vingerprikmethode Kosten kwaliteitscontrole Reis-,verblijf- en vergaderkosten Afboeking debiteuren/crediteuren Totaal algemene beheerskosten Totaal algemene kosten Afschrijvingen materiele vaste activa Verbouwing Inventaris laboratorium Inventaris kantoor CoaguChek VIP Computerapparatuur Auto's Totaal afschrijvingen Rentelasten Rente- en bankkosten

34 34

35

36

37 Overzicht materiële vaste activa a a n s c h a f w a a r d e a f s c h r i j v i n g e n Afschrijvings- desinveste- investe- cumulatief desinveste- cumulatief boekwaarde percentage ringen 2017 ringen % Verbouwing Inventaris laboratorium Inventaris laboratoruim Inventaris laboratoruim Inventaris kantoor Inventaris kantoor Inventaris kantoor Inventaris kantoor Inventaris kantoor Inventaris kantoor CoaguChek CoaguChek CoaguChek CoaguChek CoaguChek CoaguChek VIP

38 Overzicht materiële vaste activa a a n s c h a f w a a r d e a f s c h r i j v i n g e n Afschrijvings- desinveste- investe- cumulatief desinveste- cumulatief boekwaarde percentage ringen 2017 ringen % CoaguChek Pro Computerapparatuur Computerapparatuur Computerapparatuur Computerapparatuur Computerapparatuur Computerapparatuur Auto's Toyota 36-RBN Toyota 2-KDG Toyota 2-KDG Toyota 4-SLR Fiat 6-SJK Toyota 5-SXX Toyota 5-SXX Toyota Aygo 78-ZL-LZ Toyota 1-SKJ Toyota KR-195-D