Koers VO in beeld Passend onderwijs in cijfers en grafieken

Transcriptie

1 Koers VO in beeld Passend onderwijs in cijfers en grafieken Derde editie, juni 218

2

3 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Inleiding Leerlingaantallen Voortgezet speciaal onderwijs... 5 Vso Vso Landelijke cijfers vso... 8 Groeitelling vso februari Leerlingen in residentiële instellingen Leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs Zorgleerling in beeld Dekkend netwerk Binnen of buiten de regio Thuiszitters De Monitor dekkend netwerk vso Intake leerplichtige anderstalige nieuwkomers Netwerkontwikkeling Deelname netwerkbijeenkomsten voor scholen Plaatsingsoverleg Deelname aan ALV, RvT en OPR Enquête bestuurlijke structuur Leerlingstromen ABT vso ABT OPDC ABT lwoo en pro Tot slot Koers VO in beeld, passend onderwijs in cijfers en grafieken juni 218 3

4 Inleiding Binnen het samenwerkingsverband Koers VO willen de deelnemende schoolbesturen, de raad van toezicht, de ondersteuningsplanraad en het college van bestuur transparant zijn over ontwikkelingen binnen passend onderwijs en zich door middel van het publiceren van kengetallen verantwoorden over het gevoerde beleid. De derde editie van Koers VO in beeld, passend onderwijs in cijfers en grafieken is met dit doel tot stand gekomen. In Koers VO in beeld worden gegevens weergegeven met betrekking tot leerlingaantallen, het dekkend netwerk, netwerkontwikkeling en leerlingstromen via de drie adviescommissies beoordeling toelaatbaarheid van Koers VO. Ieder jaar verstrekt het samenwerkingsverband informatie over alle facetten van passend onderwijs waarbij Koers VO betrokken is. Op basis van deze gegevens wordt ingesprongen op nieuwe ontwikkelingen en wordt het gesprek over passend onderwijs met elkaar gevoerd. Deze publicatie is tot stand gekomen door gebruik te maken van belangrijke gegevens die iets zeggen over de kwaliteit van het samenwerkingsverband. Bronnen die zijn gebruikt zijn data van DUO, Onderwijs Transparant (OT), eigen registraties en de kengetallen passend onderwijs vanuit het Ministerie van OCW. Koers VO in beeld, passend onderwijs in cijfers en grafieken juni 218 4

5 1. Leerlingaantallen De afgelopen jaren is het totale aantal leerlingen van Koers VO gestegen naar leerlingen op teldatum 1 oktober 217. In tabel 1.1 is de onderverdeling tussen de leerlingen uit het regulier vo en vso3 en vso4 weergegeven Overzicht leerlingaantallen samenwerkingsverband Koers VO vo regulier ,29% ,7% ,72% vso totaal ,15% ,98% ,6% TOTAAL ,45% ,71% ,81% vso ,66% 838 -,48% 826-1,43% vso ,42% ,9% ,41% In de meerjarenbegroting (goedgekeurd ALV ) wordt voor het voortgezet speciaal onderwijs een gemiddelde groei van 1% per jaar geprognosticeerd bestaande uit een daling in vso3 en een stijging in vso4. In tabel 1.1 is zichtbaar dat het aantal leerlingen in vso3 licht is gedaald. Het aantal leerlingen in vso4 is gestegen, dit jaar meer dan voorgaande jaren. Het relatief hoge groeipercentage van dit jaar kan mogelijk te verklaard worden door de grotere instroom op 1 augustus 217 in verband met de wachtlijsten in schooljaar Voortgezet speciaal onderwijs Passend onderwijs vraagt scholen vooral te kijken naar mogelijkheden van leerlingen 1. De bekostiging van leerlingen in het (voortgezet) speciaal onderwijs wordt geregeld middels drie bekostigingscategorieën: laag (L), midden (M) of hoog (H). De categorieën worden ook wel benoemd als categorie 1, 2 en 3. De categorie bepaalt de middelen die beschikbaar zijn voor de betreffende leerling. De ondersteuningsbekostiging per leerling (personeel + materieel) bedraagt: Categorie L (1) 9.413,2 + 61, , , , ,91 Categorie M (2) , , , , ,68 Categorie H (3) 2.763, , , , ,43 In Koers VO worden de oude benamingen vso3 en vso4 nog gebruikt om de vaak sterk van elkaar verschillende doelgroepen goed in beeld te houden. Vso3 Wat betreft het aantal leerlingen in vso3 is er een absolute stijging waarneembaar ten opzichte van 213, maar is het leerlingaantal sinds 1 oktober 214 wel dalend. Deze daling betreft de leerlingen in de lage bekostigingscategorie. In vso3 is een piek zichtbaar bij de telling van 1 oktober 214. Een mogelijke oorzaak van deze stijging is dat vanaf deze datum alle 12-jarigen uit het speciaal onderwijs bij het voortgezet speciaal 1 Leerlingen die vanuit het regulier onderwijs worden verwezen naar het voortgezet speciaal onderwijs hebben een toelaatbaarheidsverklaring (tlv) nodig die is afgegeven door een samenwerkingsverband passend onderwijs. Een leerling kan ondersteuning in het vso nodig hebben vanwege een lichamelijke en/of verstandelijke beperking en/of chronische ziekte (vso3) of vanwege gedrags- en/of psychiatrische problematiek (vso4). Koers VO in beeld, passend onderwijs in cijfers en grafieken juni 218 5

6 Aantal leerlingen Aantal leerlingen onderwijs werden meegeteld. Eerder werden leerlingen vaak langer meegeteld in het speciaal onderwijs (basisschoolleeftijd) en kwamen dus ten laste van het primair onderwijs. In de tabel wordt zichtbaar dat het totaal aantal leerlingen in vso3 in het afgelopen jaar licht is gedaald. Het leerlingaantal met een midden- en hoge bekostiging is in de afgelopen jaren wel gestegen. De groei in het afgelopen jaar van leerlingen in de hoogste bekostigingscategorie doet zich met name voor bij Stichting BOOR ( leerlingen) Leerlingaantallen vso3 per categorie L M H Totaal Categorie 1 okt okt okt okt okt 217 In tabel 1.3 staat het overzicht van de leerlingaantallen vso3 per schoolbestuur. Binnen de regio is er op de scholen van PCBO (A.J. Schreuderschool, Regenboog) sprake van krimp. Op de meeste scholen van Stichting BOOR (Tyltylschool, A. van Voorthuyzenschool, Mytylschool De Brug, Openluchtschool De Recon) is er sprake van groei ten opzichte van 216. Onder overig zijn de leerlingen opgenomen die deelnemen aan onderwijs op vso-scholen buiten de regio van Koers VO. Doordat ook na verhuizing het oorspronkelijke samenwerkingsverband dat de tlv heeft afgegeven de bekostiging blijft vergoeden, zal er altijd sprake zijn van een aantal leerlingen op scholen buiten de regio Leerlingaantallen vso3 per bestuur Stg. PC Basis- /Orthop. Onderw. Martinusstichting Stichting BOOR CSG De Waard Overig 1 okt okt okt okt okt 217 Koers VO in beeld, passend onderwijs in cijfers en grafieken juni 218 6

7 Aantal leerlingen Aantal leerlingen Overzicht leerlingaantallen vso3 incl. deelnamepercentages vo regulier vso Deelnamepercentage 1,6% 1,67% 1,6% 1,59% 1,55% Er is een zeer licht dalende lijn zichtbaar in het deelnamepercentage van vso3 ten opzichte van het totaal aantal leerlingen in de regio van Koers VO. Vso4 In vso4 is daarentegen een constant stijgende lijn waar te nemen in het absolute leerlingenaantal, alsook in het deelnamepercentage. Deze stijging is conform de verwachtingen en aldus opgenomen in de begrotingen van Koers VO. Voor alle leerlingen in vso4 geldt een bekostiging in de lage categorie Leerlingaantallen vso okt okt okt okt okt 217 Er zijn binnen Koers VO drie schoolbesturen (Stichting BOOR, Stichting Horizon en Stichting Yulius) met samen elf vso4-scholen. In grafiek 1.6 wordt zichtbaar dat bij alle schoolbesturen de vso4- leerlingaantallen in 217 stijgen ten opzichte van Leerlingaantallen vso4 per bestuur Stichting Horizon Stichting Yulius Stichting BOOR Overig 1 okt okt okt okt okt Zoals blijkt uit tabel 1.7 is er ook in 217 sprake van een stijging van het deelnamepercentage in vso4. Dit houdt in dat er sprake is van een grotere groei in vso4 dan de groei in het regulier voortgezet onderwijs. Koers VO in beeld, passend onderwijs in cijfers en grafieken juni 218 7

8 1.7 - Overzicht leerlingaantallen vso4 incl. deelnamepercentages vo regulier vso Deelnamepercentage 2,% 2,7% 2,1% 2,12% 2,24% Landelijke cijfers vso In tabel 1.8 is het deelnamepercentage van het totale vso van Koers VO afgezet tegen het landelijke deelnamepercentage van het vso. Waar het deelnamepercentage landelijk daalt, is er bij Koers VO sprake van een stijging ten opzichte van 213. De geconstateerde stijging hoeft niet direct te leiden tot financiële consequenties. Echter doordat de totale bekostiging van het samenwerkingsverband gebudgetteerd is, zullen er bij stijgende leerlingaantallen in het vso naar rato meer middelen naar het vso gaan. Dat heeft consequenties voor het budget dat naar het regulier onderwijs gaat Overzicht deelnamepercentages vso Koers VO en landelijk Deelnamepercentage vso totaal Koers VO Deelnamepercentage vso totaal landelijk 3,6% 3,74% 3,7% 3,71% 3,8% 3,61% 3,66% 3,47% 3,45% 3,48% Groeitelling vso februari 218 In het vso vindt jaarlijks op 1 februari een tussentijdse leerlingtelling plaats van de in- en uitstroom. Op deze peildatum wordt bepaald of er sprake is van tussentijdse instroom in de periode 1 oktober tot en met 1 februari van het lopende schooljaar. Het samenwerkingsverband is vervolgens bij een hogere instroom dan uitstroom wettelijk verplicht minimaal de personele basis- en ondersteuningsbekostiging voor deze extra instroom over te dragen aan de school. Een samenwerkingsverband heeft de keuze om ook de materiële basis- en ondersteuningsbekostiging aan de school te vergoeden. Koers VO heeft sinds de invoering van Passend Onderwijs de volledige bekostiging aan de scholen vergoed en zal dit voor de komende ondersteuningsplanperiode blijven uitvoeren. De groeitelling in het (voortgezet) speciaal onderwijs is geen nieuwe bekostiging als gevolg van de invoering van het passend onderwijs. Sinds de invoering is de vergoeding hiervan echter vanuit het ministerie overgegaan naar de samenwerkingsverbanden en de wijze van berekenen is daarmee veranderd Tussentijdse in- en uitstroom vso3 en vso Instroom 1 februari Uitstroom 1 februari Verschil -/- 52 -/ /- 19 Waar in 215, 216 en 218 sprake is van tussentijdse netto uitstroom (het verschil tussen de in- en uitstroom), blijkt uit tabel 1.9 dat er in 217 juist sprake is van een tussentijdse netto instroom van leerlingen in het vso. Voor de (hoofd)brinnummers van de scholen in de regio van Koers VO is dit nader geanalyseerd. Met name de schoolbesturen BOOR en Horizon vertonen een sterke tussentijdse netto instroom. Dit betekent dat het aantal leerlingen, bekostigd door Koers VO, toeneemt. Bij de overige vso-scholen is er nog steeds sprake van tussentijdse netto uitstroom. De bekostiging van de groeitelling is zo opgebouwd dat krimpende scholen geen bekostiging hoeven terug te betalen, maar dat groeiende scholen wel extra bekostiging krijgen van het samenwerkingsverband. In het geval van Koers VO betekent dit dat er met betrekking tot de Koers VO in beeld, passend onderwijs in cijfers en grafieken juni 218 8

9 Aantal leerlingen Aantal leerlingen groeitelling van leerlingen extra bekostigd moeten worden, ondanks dat er sprake is van een netto uitstroom van 19 leerlingen Netto in- of uitstroom leerlingen vso LY 2VT 2RX 2RT 2RJ 2RI 18BD 2KH 17WK 2XM 1UC 1BS AW Horizon Yulius PCBO Martinus BOOR De Waard Hoofdbrinnummer + bestuur 1 februari februari februari februari 218 Leerlingen in residentiële instellingen Binnen Koers VO zijn er ook leerlingen die op voordracht van jeugdzorg zijn geplaatst in een instelling en daar onderwijs ontvangen. Koers VO heeft geen invloed op de plaatsing en er wordt geen tlv afgegeven voor dit type plaatsing. Het gaat hierbij niet om plaatsingen in het justitieel kader. In grafiek 1.11 wordt het aantal residentiële leerlingen over de afgelopen jaren weergegeven. Het aantal residentiële leerlingen is vrijwel constant Leerlingaantallen in residentiële instellingen in regio Koers VO okt okt okt okt Leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs In het leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) en praktijkonderwijs (pro) hebben zich vanaf 216 grote wijzigingen voorgedaan. Sinds januari 216 zijn de ondersteuningsmiddelen voor lwoo en pro toegevoegd aan het budget lichte ondersteuning van de samenwerkingsverbanden passend onderwijs. Het is daarmee ook wettelijk vastgelegd dat, per 1 januari 216, het samenwerkingsverband bepaalt welke leerlingen in aanmerking komen voor een plek in het praktijkonderwijs (toelaatbaarheidsverklaring pro) of recht hebben op extra ondersteuning in het vmbo Koers VO in beeld, passend onderwijs in cijfers en grafieken juni 218 9

10 Aantal leerlinegn Percentage Aantal leerlingen via leerwegondersteunend onderwijs (aanwijzing lwoo). De bekostiging voor leerlingen met een lwooaanwijzing of toelaatbaarheidsverklaring pro bedraagt in ,71 per leerling. In grafiek 1.12 is het aantal leerlingen met een lwoo-aanwijzing of pro-beschikking over de afgelopen jaren weergegeven. Uit onderstaande grafiek blijkt dat het aantal lwoo-leerlingen binnen Koers VO daalt, en dat het aantal leerlingen in het praktijkonderwijs stijgt. Het laatste jaar is deze stijging wel afgevlakt. De daling in het lwoo hangt mogelijk samen met een algehele stijging van het opleidingsniveau in de regio Rotterdam (bron: DUO) Leerlingaantallen lwoo en pro pro lwoo 1 oktober oktober oktober oktober oktober oktober oktober Deelnamepercentage lwoo en pro 6. 16,% ,5% 15,% 14,5% 3. 14,% ,5% 13,% 12,5% 1 oktober oktober oktober oktober oktober oktober oktober ,% Aantal leerlingen Percentage lwoo/ pro Voor de bekostiging van een samenwerkingsverband passend onderwijs is het verschil tussen het deelnamepercentage lwoo en pro op 1 oktober 212 en heden meer van belang dan het totaal aantal leerlingen in het lwoo en pro. De lwoo- en pro-middelen zijn namelijk door het ministerie van OCW vastgesteld op het deelnamepercentage op 1 oktober 212. Bij een lager deelnamepercentage van het huidige jaar ten opzichte van 212 is de bekostiging hoger dan de uitgaven, bij een hoger percentage wordt er minder bekostigd dan uitgegeven. Uit grafiek 1.13 wordt duidelijk dat het deelnamepercentage lwoo en pro voor Koers VO sinds 212 is gedaald van 15,8% naar 14,7%. Dit heeft tot gevolg dat er meer middelen beschikbaar komen voor het samenwerkingsverband omdat Koers VO wordt bekostigd voor lwoo en pro voor 15,8% van het aantal leerlingen. Deze middelen worden via het waarderingssysteem beschikbaar gesteld aan de scholen voor voortgezet onderwijs. Koers VO in beeld, passend onderwijs in cijfers en grafieken juni 218 1

11 Aantal leerlingen Van alle leerlingen die onderwijs op een school voor praktijkonderwijs in de regio van Koers VO volgen, woont 94,8% ook in deze regio 2. Dit percentage is in de afgelopen jaren vrijwel hetzelfde gebleven. Leerlingen uit de regio van Koers VO die praktijkonderwijs volgen buiten de regio, doen dit voornamelijk om geografische redenen. De groei van het praktijkonderwijs in Koers VO kan niet worden verklaard doordat er meer leerlingen afkomstig zijn uit andere samenwerkingsverbanden. 1.3 Zorgleerling in beeld Het traject De zorgleerling in beeld (ZIB) bestaat sinds schooljaar Het ZIB-traject is een uitwerking van afspraken van po-scholen, vo-scholen en de samenwerkingsverbanden po en vo om de aansluiting tussen primair en voortgezet onderwijs voor zorgleerlingen te verbeteren. Kern is dat leerlingen, na een selectie door de basisschool, op basis van het didactisch niveau (toetsgegevens eind groep 7), in aanmerking kunnen komen voor aanvullend onderzoek (IQ-onderzoek en onderzoek naar sociaal emotionele problematiek). Deze gegevens kunnen door de basisschool worden gebruikt voor het opstellen van het advies aan de ouders en door de scholen voor voortgezet onderwijs voor de aanvraag van een aanwijzing lwoo of toelaatbaarheidsverklaring pro. Met het traject wordt het ondersteuningsadvies van de basisschool kwalitatief sterker onderbouwd. Ouders kunnen hierdoor eerder en beter voorgelicht worden en hun kind ook tijdig op een passende school aanmelden. In totaal gaat het om 429 basisscholen in de regio van Koers VO die een ZIB-aanvraag kunnen doen Onderzoeken Zorgleerling in Beeld regulier basisonderwijs aanvragen onderzoeken adviezen lwoo adviezen pro dubbele adviezen Grafiek 1.15 bevestigt het beeld uit paragraaf 1.2, dat over de afgelopen jaren het aantal lwooleerlingen daalt en het aantal leerlingen in het praktijkonderwijs stijgt. Ten opzichte van is echter een trendbreuk zichtbaar waarin juist het aantal adviezen praktijkonderwijs daalde en daarna stabiel blijft. 2 Op basis van een intern onderzoek uit 217. Koers VO in beeld, passend onderwijs in cijfers en grafieken juni

12 2. Dekkend netwerk Een wettelijke, belangrijke opdracht van Koers VO is het realiseren van een dekkend netwerk van passend onderwijsondersteuningsaanbod. Koers VO streeft naar een dekkend netwerk waarin elke leerling zonder onderbrekingen, binnen korte tijd, op de meest passende vorm van onderwijs, zo dicht mogelijk bij huis, les krijgt (Ondersteuningsplan , p.4). Zowel kwantiteit als kwaliteit van het aanbod spelen hierbij een belangrijke rol. De mate waarin het netwerk van Koers VO dekkend is wordt mede bepaald door de kwaliteit en de variëteit van het aanbod. Kwalitatief zijn er nog geen eenduidige manieren om dit te meten. Dit is een aandachtspunt binnen het samenwerkingsverband. Goed meetbare indicatoren voor een adequaat dekkend netwerk zijn (1) het percentage leerlingen van de totale populatie dat in het (speciaal) onderwijs binnen/buiten de regio naar school gaat en (2) het aantal thuiszitters. 2.1 Binnen of buiten de regio Eén van de gegevens waaruit blijkt of er een adequaat dekkend netwerk is binnen de regio van Koers VO is of alle leerlingen met een onderwijsondersteuningsbehoefte op een onderwijsplek binnen de regio van Koers VO naar school kunnen gaan. Uit grafiek 2.1 blijkt dat dit niet voor alle leerlingen het geval is, maar dat de grote meerderheid (87%) van de leerlingen die wonen in de Koers VO-regio naar een school voor speciaal onderwijs binnen de regio gaat. Ter vergelijking: op de reguliere scholen voor voortgezet onderwijs van Koers VO komt 9% van de leerlingen van buiten de Koers VO-regio Dekkend netwerk voortgezet speciaal onderwijs Buiten de regio totaal Binnen de regio totaal Buiten de regio vso4 Binnen de regio vso4 Buiten de regio vso3 Binnen de regio vso3 % 1% 2% 3% 4% 5% 6% 7% 8% 9% 1% 1 okt okt okt okt okt 213 De vso3-scholen buiten de regio waar de meeste leerlingen uit het gebied van Koers VO onderwijs volgen zijn de Ericaschool in Vlaardingen (11 leerlingen), de Herman Broerenschool in Naaldwijk (9 leerlingen) en Delft (6 leerlingen), School Bleyburgh in Sliedrecht (9 leerlingen) en SO De Watertoren in Brielle (6 leerlingen). In totaal volgen er 65 vso3-leerlingen onderwijs buiten het gebied van Koers VO. Dit zijn scholen die eenzelfde type onderwijs verzorgen als de scholen in het samenwerkingsverband Koers VO, maar waar leerlingen om geografische redenen naar toe gaan. Er is sprake van een lichte daling van het aantal vso3-leerlingen die buiten de regio onderwijs volgen. Dit komt overeen met de algemene dalende leerlingaantallen in vso3. Vso4-leerlingen op scholen buiten de regio gaan voornamelijk naar vso-scholen van Yulius in de nabije steden Schiedam, Spijkenisse, Dordrecht en de scholen van Horizon in Dordrecht en wat verder weg, Alphen aan den Rijn en Gouda. In totaal zijn dat 123 van de 198 leerlingen (62%) die Koers VO in beeld, passend onderwijs in cijfers en grafieken juni

13 Aantal thuiszitters buiten de regio naar een vso4-school gaan. Opvallend is de groei van het aantal leerlingen dat in naar het Emaus College in Ermelo ( s Heeren Loo Onderwijs, 8 naar 16 leerlingen) gaat. Zoals uit het bovenstaande blijkt, volgt het overgrote deel van de leerlingen dat buiten de regio naar school gaat, onderwijs op een vso-school in naastliggende samenwerkingsverbanden. Dit grensverkeer is vanwege reisafstand verklaarbaar. Ook wordt duidelijk dat als wordt gekeken naar de populatie van de scholen voor voortgezet speciaal onderwijs binnen Koers VO, deze scholen een brede regiofunctie vervullen voor (vele) andere samenwerkingsverbanden. 2.2 Thuiszitters Een belangrijk streven in passend onderwijs is het tegengaan van thuiszitten. Het voorkomen en bestrijden van thuiszitten van leerlingen is een opdracht van het samenwerkingsverband waar een maatschappelijke focus op ligt. Sinds 215 is er de Taskforce Thuiszitters. Hierin zijn scholen, schoolbesturen, de gemeente Rotterdam, de samenwerkingsverbanden Koers VO en PPO Rotterdam en ketenpartners vanuit de jeugdhulp vertegenwoordigd. Samen hebben deze partners een forse reductie van het aantal thuiszitters en de duur van het thuiszitten tot doel gesteld. Landelijk is in 216 het Thuiszitterspact 3 afgesloten waarin staat Wij verbinden ons aan de ambitie dat in 22 geen enkel kind langer dan drie maanden thuiszit zonder passend aanbod van onderwijs en/of zorg. Koers VO heeft daaruit volgend gezamenlijk met de overige samenwerkingsverbanden en gemeenten uit de G4 (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) het plan G4 Thuiszittersaanpak opgesteld. In dit plan is als uitgangspunt opgenomen dat voorkomen van thuiszitten beter is dan genezen. Met deze gedachte zetten de partners van de G4 in op het voorkomen van uitval in het onderwijs. Naast preventie willen de partners ook een grotere inzet op een toegankelijke, laagdrempelige integrale aanpak van onderwijszorgarrangementen, ook in het regulier onderwijs. Bij de interpretatie van de gegevens met betrekking tot thuiszitters dient wel rekening te worden gehouden met het feit dat het aantal thuiszitters groot lijkt (13 thuiszitters in maart 218) doch slechts,23% van het totaal aantal leerlingen van Koers VO betreft. Hier geldt echter het uitgangspunt elke thuiszitter is er één teveel. Het aantal thuiszitters wordt daarom binnen Koers VO voortdurend gemonitord, vanuit het Koersloket. Voor de weergave (tabel 2.2) van het verloop van het aantal thuiszitters wordt gebruik gemaakt van de gegevens uit de rapportages die sinds november 215 door Koers VO verplicht tweemaandelijks aan de Inspectie voor het Onderwijs worden verstrekt Totaal aantal thuiszitters sinds november Het Thuiszitterspact is op 13 juni 217 ondertekend door ministeries van VWS, OCW en Veiligheid en Justitie, VNG, PO- Raad en VO-Raad. Koers VO in beeld, passend onderwijs in cijfers en grafieken juni

14 Aantal thuiszitters Ten opzichte van de eerste meetdatum doet zich een stijging voor. De verklaring voor de stijging in het aantal thuiszitters in december 216 kan gezocht worden in het beter melden door scholen (o.a. ook betere melding door het vso); onvoldoende vso-capaciteit; het ontbreken van de (beschikbaarheid van) juiste zorg en daarnaast meer vestigers en hervestigers. De capaciteitsproblemen in in het vso4 zijn inmiddels in samenspraak met de gemeente Rotterdam en de aanbieders voor vso adequaat aangepakt. Dit heeft geleid tot een daling van het aantal thuiszitters in september 217. De capaciteitsproblemen in het vso4 werden veroorzaakt door een grote instroom uit omliggende samenwerkingsverbanden. Door middel van de Monitor dekkend netwerk vso en capaciteitsafspraken met het vso4 kunnen in de toekomst afspraken gemaakt worden om beter te kunnen sturen of capaciteit en bezetting van het vso (zie paragraaf 2.3) Totaal aantal thuiszitters per gemeente op teldata juni 217 september 217 december 217 maart 218 In grafiek 2.3 staan de thuiszittende leerlingen woonachtig buiten de regio van Koers VO opgenomen. Dit zijn leerlingen die op een school van Koers VO staan ingeschreven en door omstandigheden niet naar school gaan. Deze leerlingen zijn vrijwel allen afkomstig uit de gemeenten aangrenzend aan het werkgebied van Koers VO op één leerling uit Leiden en één leerling uit Den Haag na. De gemeentes met de meeste thuiszitters (teldatum maart 218) zijn de gemeentes Rotterdam (89) en Capelle a/d IJssel (8). Om het aantal thuiszitters terug te brengen is het belangrijk dat er adequate samenwerking met jeugdhulp is. Gemeentes zijn daarmee een zeer belangrijke partner in het oplossen van de thuiszittersproblematiek. In grafiek 2.4 is het aantal thuiszitters naar rato van het totaal aantal leerlingen in de regio in beeld gebracht. Hieruit blijkt dat het percentage thuiszitters in maart 218 in Rotterdam weliswaar het hoogste is (,3%), maar dat dit in verhouding niet veel verschilt met de percentages van de overige gemeentes. Alle percentages liggen tussen de en,3% van de totale leerlingpopulatie. Koers VO in beeld, passend onderwijs in cijfers en grafieken juni

15 Pecentage thuiszitters Percentage thuiszitters t.o.v. het totaal aantal ingeschreven leerlingen per gemeente peildatum ,6%,5%,4%,3%,2%,1%,% juni 217 september 217 december 217 maart 218 Er zijn vele redenen waarom individuele leerlingen thuis komen te zitten. Wat vaak voorkomt zijn problemen op individueel niveau waar de school van de leerling geen oplossing voor heeft, onoplosbare problemen tussen de leerling en de school, een gebrek aan een passend onderwijsaanbod, voornamelijk ontbrekende capaciteit in het vso4 en wachtlijsten voor behandeling/opname in de jeugdzorg. 2.3 De Monitor dekkend netwerk vso Sinds de start van passend onderwijs in 214 is de vraag naar lesplekken vso4 in de regio Rotterdam toegenomen. Dit is onder andere te verklaren door het toegenomen totaal aantal leerlingen in het onderwijs en daarmee ook het aantal leerlingen in het speciaal onderwijs. De toegenomen vraag heeft in het recente verleden geleid tot stevige capaciteitsproblemen in het vso4-onderwijs. Er zijn hierdoor leerlingen thuis komen te zitten in plaats van dat ze voor hen passende onderwijs ontvingen: een zeer ongewenste situatie. In samenspraak met de omliggende samenwerkingsverbanden en het vso, die die met al deze samenwerkingsverbanden te maken heeft, is er het afgelopen jaar op initiatief van Koers VO de Monitor dekkend netwerk vso ontwikkeld om zo meer inzicht te kunnen verkrijgen in de trends van het gebruik van ons vso. De schoolbesturen met vso hebben een brede regiofunctie. Leerlingen uit omliggende samenwerkingsverbanden maken gebruik van het vso dat fysiek gelegen is in de regio van Koers VO (met name in Rotterdam en Barendrecht). Doordat er sprake is van dit grensverkeer hebben bovenregionale partners belang bij een goede monitoring met betrekking tot het gebruik van het beschikbare (v)so. Het doel van de monitor is om regio breed de kwantitatieve ontwikkelingen van in-, door- en uitstroom van leerlingen op vso4-locaties (so en vso) zichtbaar te maken, zodat tijdig kwalitatieve en kwantitatieve maatregelen genomen kunnen bij dreigende (capaciteits)problemen in het dekkend netwerk. 2.4 Intake leerplichtige anderstalige nieuwkomers Historisch is het zo gegroeid dat Koers VO namens de gemeente Rotterdam en schoolbesturen de intake van leerplichtige anderstalige nieuwkomers (LAN) coördineert. Het samenwerkingsverband verzorgt dit sinds 21. Dit kan gezien worden als een bijzondere situatie, omdat dit geen kerntaak van een samenwerkingsverband voor passend onderwijs is. Koers VO in beeld, passend onderwijs in cijfers en grafieken juni

16 Percenatge Aantal tests Leerlingen die 12 jaar of ouder zijn, kunnen terecht in een internationale schakelklas (isk) van een beperkt aantal vo-scholen van BOOR (RVC De Hef, Olympia College, OSG Hugo de Groot en het Wolfert College) en LMC (Zuiderpark College, Carré College). Een non-verbale IQ-test bepaalt op welk niveau de leerling kan instromen in het isk: praktijkonderwijs, vmbo, havo of vwo. Het niveau van de geteste leerlingen is tussen de jaren en op hoofdlijnen stabiel. Ten opzichte van vorig schooljaar is het aantal leerlingen met vwo-niveau met ruim twee procent gestegen, maar het aantal leerlingen met havo-niveau is met twee procent gedaald. De overige onderwijsniveaus zijn nagenoeg gelijk gebleven Aantal intakes LAN per schooljaar (tm april) In en zijn er meer leerlingen getest dan in de jaren daarvoor. Deze piek is niet verrassend gezien het groeiend aantal vluchtelingen dat in deze periode naar Nederland is gekomen. Dit vraagt veel van de flexibiliteit van schoolbesturen met een onderwijsaanbod voor isk-leerlingen. Vanaf 216 lijkt er spraken van een licht dalende trend. De herkomst van de leerlingen wordt weergegeven in grafiek 2.6. De meeste leerlingen zijn afkomstig uit het Midden-Oosten. Dit is goed te verklaren door de situatie in die regio. Voor Koers VO is het belangrijk te blijven monitoren wat het percentage leerlingen met een onderwijsondersteuningsbehoefte is dat uit deze categorie leerlingen voortkomt. In het verleden is gebleken dat isk-leerlingen procentueel meer deelnemen aan praktijkonderwijs of gebruik maken van lwoo Procentuele verdeling herkomstlanden leerlingen Internationale Schakelklas (tm april) Koers VO in beeld, passend onderwijs in cijfers en grafieken juni

17 Aantal deelnemers 3. Netwerkontwikkeling Goed kunnen samenwerken in een netwerk is essentieel voor het boeken van resultaten in passend onderwijs. De ontwikkeling van het samenwerkingsverband als netwerk gebeurt op verschillende niveaus. Binnen en tussen de formele organen van de vereniging, tussen zorgcoördinatoren, directies, schoolbesturen en met externe netwerkpartners. Netwerkontwikkeling binnen Koers VO heeft zich bij de start van passend onderwijs gefocust op het leren kennen van elkaar. Inmiddels krijgen ontwikkeling, innovatie en intervisie een steeds grotere betekenis. 3.1 Deelname netwerkbijeenkomsten voor scholen Binnen Koers VO worden er bijeenkomsten en overleggen op niveau van de scholen georganiseerd. Op basis van ervaringen uit voorgaande jaren zijn keuzes gemaakt in het soort overleggen dat wordt georganiseerd. Plaatsingsoverleg Het doel van het plaatsingsoverleg vanuit het Koersloket is om scholen de gelegenheid te bieden collegiaal mee te denken over het best passend onderwijs voor de leerling waarvan de inbrengende school dit niet langer zelf kan bieden. Als het moeilijk is voor een school om zelf een leerling geplaatst te krijgen op een andere school, kan de leerling ingebracht worden in het regionaal plaatsingsoverleg van Koers VO. Er is een overleg voor het noordelijke deel van de regio en een voor het zuidelijke deel. Zo wordt gezamenlijk de best passende onderwijsplek gezocht voor leerlingen. De school die de leerling inbrengt is casusmanager. Er kunnen leerlingen ingebracht worden die afkomstig zijn vanuit het primair onderwijs (po, groep 8), leerlingen die tussentijds instromen vanuit verschillende leerjaren van het voortgezet onderwijs (vo) en thuiszitters. In grafiek 3.1 wordt het aantal aanwezige scholen bij de plaatsingsoverleggen weergegeven. Het totaal aantal scholen Noord is 49 en Zuid Aantal aanwezigen bij plaatsingsoverleggen Noord en Zuid sep-17 nov-17 dec-17 jan-18 feb-18 mrt-18 apr-18 Noord Zuid In zijn er verschillende expertisebijeenkomsten voor zorgcoördinatoren georganiseerd met dit schooljaar als thema Samenwerken met ouders en Wat ervaart een leerling met een taalstoornis. Deze bijeenkomsten zijn door respectievelijk 25 en 35 deelnemers bezocht. Verder is er een Workshop OPP verzorgd (1 deelnemers) en is er een inhoudelijke bijeenkomst georganiseerd voor begeleiders passend onderwijs en zorgcoördinatoren samen (43 deelnemers). Koers VO in beeld, passend onderwijs in cijfers en grafieken juni

18 Percentage aanwezige deelnemers Bijeenkomsten die jaarlijks worden georganiseerd: Werk-/kennisateliers voor zorgcoördinatoren Bijeenkomsten jongeren in kwetsbare posities o Stuurgroep arbeidstoeleiding pro/vso o Platform voortijdig schoolverlaten (vsv) Koers VO Vso3 bijeenkomsten met scholen en met gedragsdeskundigen Vso4 bijeenkomsten met scholen Adviesraad OPDC Vanaf schooljaar wordt iedere schoollocatie bezocht door een Koersconsulent en beleidsmedewerker van Koers VO. Doel hiervan is om met enige regelmaat het gesprek te voeren over passend onderwijs in het samenwerkingsverband en de betekenis daarvan voor de school. Dit gesprek is met de zorgcoördinator en locatiedirecteur samen. Gebleken is dat dit het onderlinge gesprek tussen schoolleiding en zorgcoördinator over passend onderwijs op school stimuleert. Elke schoollocatie heeft hiermee twee vaste contactpersonen vanuit Koers VO. Zo wordt op niveau van het samenwerkingsverband beter zicht verkregen op de inrichting van passend onderwijs op schoolniveau, de behoefte van individuele scholen aan ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband, relevante thema s die onderwerp kunnen zijn voor netwerkbijeenkomsten en potentiële kansen voor innovatieve samenwerking tussen regulier en speciaal onderwijs. Dit alles natuurlijk ten behoeve van passend onderwijs voor steeds meer leerlingen. 3.2 Deelname aan ALV, RvT en OPR Een belangrijk kenmerk van de kwaliteit van een netwerk is de betrokkenheid van de deelnemers. Zo ook in een samenwerkingsverband. Daarbij is de deelname van de leden van Koers VO aan de volgende drie formele organen van belang en ook meetbaar: (1) de algemene ledenvergadering, (2) de raad van toezicht (RvT) en (3) de ondersteuningsplanraad (OPR). Als eerste worden gegevens over de ALV weergegeven in grafiek % 9% 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% % Aanwezigheid leden bij de ALV van Koers VO (procentueel) Uit bovenstaande grafiek blijkt dat de deelname aan de algemene ledenvergaderingen dit schooljaar licht stijgt ten opzichte van voorgaande jaren. Over de afgelopen tien ledenvergaderingen is gemiddeld 55% van de leden aanwezig en daarmee slechts iets meer dan de helft van de aangesloten schoolbesturen. Dit is een aandachtspunt met betrekking tot betrokkenheid van de leden bij het samenwerkingsverband. In de weergave is de deelname van schoolbesturen van buiten de regio die via opting-in deelnemen aan Koers VO niet meegenomen. Koers VO in beeld, passend onderwijs in cijfers en grafieken juni

19 3.3 - Overzicht aanwezigheid bij de ALV van Koers VO per schoolbestuur Aanwezigheid Schoolbestuur 1 x Stg. v. Interconf./Alg. B.V.O. te Rotterdam e.o. (Stichting LMC Rotterdam) 9 x Stichting BOOR 8x Martinusstichting Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs Rotterdam Stichting Krimpenerwaard College Stichting Scholengemeenschap Montessori Lyceum Rotterdam Yulius Onderwijs Stichting Horizon 7x Stichting OZHW voor PO & VO Stichting Acis openbaar po en vo Hoeksche Waard* Stichting Grafisch Lyceum Rotterdam Vereniging CVO Rotterdam en omgeving 6x Stichting Wellant* 5 x Stichting STC-Group Vereniging Gereformeerd Voortgezet Onderwijs Westelijk Nederland 3 x Vereniging Christelijk Voortgezet Onderwijs in de Hoeksche Waard* 2 x Stichting Islamitisch Voortgezet Onderwijs Rotterdam CSG De Waard* Stichting Edudelta Onderwijsgroep Stichting BLICK op onderwijs Stichting Vrije Scholen Zuidwest NL 1 x De Passie, stichting voor Evang. Bijb.getr. Onderw. Stichting PCBO te Rotterdam-Zuid Stichting v. RK Voorbereidend Hoger en Middelbaar Onderwijs Noord. R'dam *De vier schoolbesturen uit de Hoeksche Waard zijn -in goed overleg- in schooljaar niet aanwezig geweest in verband met de focus op de oprichting van een eigen samenwerkingsverband per 1 augustus 218. In tabel 3.3 is de aanwezigheid van leden weergegeven. De afgelopen tien algemene ledenvergaderingen van Koers VO beslaan de eerste vier jaar van passend onderwijs en daarmee van het samenwerkingsverband. Schoolbesturen die de ALV van Koers VO niet bijwonen hebben daar zo hun redenen voor. Dit is een blijvend aandachtspunt binnen de vereniging Overzicht afwezigheid bij RvT vergadering Datum Aantal leden afwezig Koers VO in beeld, passend onderwijs in cijfers en grafieken juni

20 Aantal deelnemers Tabel 3.4 laat zien dat de aanwezigheid bij vergaderingen van de raad van toezicht goed is. Het totaal aantal leden is 7. De gemiddelde aanwezigheid bij de vergaderingen is 9%. De betrokkenheid van de RvT bij het samenwerkingsverband is hoog. Hieronder volgt informatie over de aanwezigheid bij vergaderingen van de leden van de OPR Aanwezigheid leden bij OPR-vergaderingen van Koers VO (totaal 24 zetels) Overzicht aanwezigheid vergaderingen OPR Aantal zetels bezet Type zetel Ouders Personeel Totaal Grafiek 3.5 laat zien dat de aanwezigheid van de OPR-leden gemiddeld 45% is. In tabel 3.6 wordt zichtbaar dat er daarnaast helaas sprake is van een groeiend aantal vacante zetels. Dit is zorgelijk als het gaat om een kwalitatieve invulling van de belangrijke functie van medezeggenschap in het samenwerkingsverband. Er is wel sprake van evenwicht tussen de ouder- en de personeelsgeleding bij de vergaderingen van de OPR. Twee schoolbesturen hebben reeds in 213 afgezien van een afvaardiging naar de OPR van Koers VO, te weten CSG De Waard en Stichting voor R.K. Voorbereidend Hoger en Middelbaar Onderwijs voor Noordelijk Rotterdam. Dit zijn ook leden met een lage aanwezigheid bij de algemene ledenvergaderingen. Koers VO in beeld, passend onderwijs in cijfers en grafieken juni 218 2

21 Enquête bestuurlijke structuur 217 Aan het begin van schooljaar is op initiatief van de leden van de RvT een evaluatie over de bestuurlijke structuur uitgevoerd door middel van een enquête onder de formele organen ALV, RvT, OPR, MR en CvB. De respons op de enquête was 53%. In het algemeen kan worden gesteld dat de respondenten tevreden zijn over het overall functioneren van samenwerkingsverband Koers VO. De respons geeft een positief beeld van de werking van de huidige bestuurlijke structuur met verwijzing naar een basis die al stevig staat. Wat beter kan is duidelijkheid over de verschillende rollen en bevoegdheden en de onderlinge verhoudingen tussen de organen. Vooral vanuit de medezeggenschapsorganen OPR en MR is er onvoldoende bekendheid met de bevoegdheden, samenstelling en functioneren van de ALV en RvT maar dit geldt omgekeerd ook. Mede door de nieuwe wet Versterking bestuurskracht is besloten dat er vanaf schooljaar structureel overleg tussen de diverse formele organen zal plaatsvinden. Een gezamenlijke aftrap hiertoe heeft plaatsgevonden in juni 218. Inhoudelijke ontwikkelpunten zoals bijvoorbeeld verantwoording en overige aandachtspunten zoals bijvoorbeeld de betrokkenheid van de leden bij Koers VO, worden meegenomen in het Ondersteuningsplan Koers VO en de daaruit volgende jaarplannen. Koers VO in beeld, passend onderwijs in cijfers en grafieken juni

22 Aantal verklaringen 4. Leerlingstromen De drie adviescommissies beoordeling toelaatbaarheid (ABT) van Koers VO zijn (1): de ABT vso, (2) de ABT OPDC en (3) de ABT lwoo en pro. De hierna volgende gegevens gaan over de leerlingstromen die via deze ABT s verlopen binnen Koers VO. 4.1 ABT vso De ABT vso is belast met het adviseren aan het college van bestuur van Koers VO over de afgifte van toelaatbaarheidsverklaringen voor het vso (tlv s) binnen de regio van Koers VO Totaal aantal afgegeven tlv's ABT vso vso3 vso4 In grafiek 4.1 is het verloop van de door Koers VO afgegeven tlv s in de afgelopen jaren (215 tot en met april 218) weergegeven. In totaal zijn er in deze periode 128 tlv s voor vso3 en 2292 tlv s vso4 afgegeven. De piek in april tot en met juli 216 werd veroorzaakt door de verplichte herindicatie in de periode van de twee schooljaren en van alle vso-leerlingen die voorheen met een CvIbeschikking toegang hadden tot het vso. Van alle zittende leerlingen is door Koers VO opnieuw beoordeeld of, en hoe lang zij in aanmerking kwamen voor een toelaatbaarheidsverklaring. Tegen het eind van dit schooljaar is er net als in voorgaande schooljaren een stijgende trend zichtbaar in het aantal aanvragen voor een tlv vso. Met name voor vso4 is dit aan de orde. De looptijd van tlv s vso4 is meestal korter dan voor vso3 (zie ook grafiek 4.3). Sinds augustus 216 werkt Koers VO voor de registratie van tlv s volledig via het digitale systeem Onderwijs Transparant (OT). Met dit systeem is het ook goed mogelijk om de schoolsoort te registreren. Koers VO in beeld, passend onderwijs in cijfers en grafieken juni

23 Aantal tlv's Aantal leerlingen 4.2 Herkomst tlv aanvragen vso pro vo overig Type onderwijs (t/m 25 april) In grafiek 4.2 wordt zichtbaar wat de herkomst is van de tlv aanvragen. De scholen voor regulier voortgezet onderwijs die in de meeste leerlingen hebben aangemeld zijn het Olympia College (BOOR) en het Comenius College Lijstersingel (CVO) met beide 6 leerlingen en het Praktijkcollege Charlois (LMC) en het Calvijn Zuider Gymnasium/Vreewijk Lyceum (CVO) met elk 5 leerlingen. Zonder toelichting zegt dit weinig over de ondersteuning aan leerlingen op deze scholen. De duur van de tlv s is afhankelijk van het type vso. Zo worden voor vso4 over het algemeen tlv s afgegeven met een duur van 1 tot 2,5 jaar en is er voor vso3 meer variatie in duur. Zie grafiek Gemiddelde duur tlv Duur in maanden vso3 vso4 Koers VO in beeld, passend onderwijs in cijfers en grafieken juni

24 Bezettingspercentage Aantal plekken 4.2 ABT OPDC De ABT OPDC (orthopedagogisch didactisch centrum) verzorgt de aanvragen voor toelating tot het OPDC van Koers VO voor kortdurende plaatsing buiten de eigen school. Doel is dat de leerling na uiterlijk drie maanden terugkeert naar de school van herkomst. In grafiek 4.4 wordt het aantal gebruikte plekken binnen het OPDC sinds 1 oktober 215 weergegeven. Het totaal aantal beschikbare plekken binnen het OPDC is Aantal gebruikte plekken OPDC op peildata okt-15 jan-16 apr-16 jul-16 okt-16 jan-17 apr-17 jul-17 okt-17 jan-18 apr Noord Zuid In grafiek 4.5 is de procentuele bezetting van het OPDC sinds 1 oktober 215 weergegeven. Het gemiddelde bezettingspercentage van het OPDC sinds 1 oktober 215 is 39%. 6% Procentuele bezetting OPDC op peildata 5% 4% 3% 2% 1% % okt-15 jan-16 apr-16 jul-16 okt-16 jan-17 apr-17 jul-17 okt-17 jan-18 apr-18 De scholen met de meeste verwijzingen naar het OPDC in zijn Thorbecke VO (BOOR, 9 leerlingen), het Zuiderpark College (LMC, 6 leerlingen) en het Comenius College Lijstersingel (CVO, 5 leerlingen). In totaal hebben 52 scholen binnen Koers VO voor één of meerdere leerlingen gebruik gemaakt van de tijdelijke opvang in het OPDC. Koers VO in beeld, passend onderwijs in cijfers en grafieken juni

25 jan-16 feb-16 mrt-16 apr-16 mei-16 jun-16 jul-16 aug-16 sep-16 okt-16 nov-16 dec-16 jan-17 feb-17 mrt-17 apr-17 mei-17 jun-17 jul-17 aug-17 sep-17 okt-17 nov-17 dec-17 jan-18 feb-18 mrt-18 apr-18 Aantal leerlingen 4.3 ABT lwoo en pro De ABT lwoo en pro verzorgt de behandeling van de aanvragen voor een aanwijzing voor lwoo en een toelaatbaarheidsverklaring voor het pro. Deze relatief jonge taak wordt sinds 1 januari 216 uitgevoerd door de samenwerkingsverbanden passend onderwijs. Ieder jaar stappen in de regio van Koers VO rond de 1. leerlingen over van het primair naar het voortgezet onderwijs. Op basis van gegevens van voorgaande jaren is een ruwe schatting dat daarvan leerlingen (12-14%) in aanmerking komen voor een lwoo-aanwijzing of een probeschikking. In totaal zijn er sinds 1 januari aanwijzingen lwoo of pro afgegeven door de ABT lwoo en pro. Hiervan zijn aanwijzingen lwoo en tlv s voor het pro Totaal aantal afgegeven aanwijzingen lwoo en tlv's ABT pro lwoo pro Koers VO in beeld, passend onderwijs in cijfers en grafieken juni

26 5. Tot slot De publicatie Koers VO in beeld, passend onderwijs in cijfers en grafieken is een weergave van de kengetallen passend onderwijs binnen Koers VO. Het doel van de rapportage is om binnen Koers VO met elkaar in gesprek te zijn over ontwikkelingen, transparant gemaakt in cijfers over het samenwerkingsverband. Daarbij wordt ieder jaar in de ALV de vraag gesteld welke gegevens volgens de leden relevant zijn voor vervolgrapportages over het samenwerkingsverband. Zo kan gedacht worden aan nader en verdiepend onderzoek op basis van de al beschikbare gegevens of andere gegevens over maatschappelijke ontwikkelingen die relevant zijn voor het samenwerkingsverband. Dit is de derde en laatste publicatie Koers VO in beeld, passend onderwijs in cijfers en grafieken van de eerste ondersteuningsplanperiode In augustus 218 start een nieuwe planperiode. Er zal worden gekeken naar de wijze waarop de kengetallen deze komende planperiode het best kunnen worden gepresenteerd. Het CvB van Koers VO stelt zich tot doel één keer per jaar op deze wijze te publiceren over data en streeft een inhoudelijke kwaliteitsslag na door in vervolgrapportages een koppeling te gaan maken met het kwaliteitszorgsysteem van Koers VO. Dit betekent dat er aan de hand van de informatie uit Koers VO in beeld kritische succesfactoren, doelen en beoogde resultaten van het samenwerkingsverband worden geëvalueerd. Koers VO in beeld, passend onderwijs in cijfers en grafieken juni