Beleidsnota. Stichting Lokale Omroep De Bilt

Transcriptie

1 Beleidsnota Stichting Lokale Omroep De Bilt 15 december 2011

2 INLEIDING In het kader van een nieuwe vergunningaanvraag heeft de Stichting Lokale Omroep De Bilt recent een nieuw programmabeleidsbepalend orgaan (PBO) samengesteld met daarin vertegenwoordigers van de belangrijkste binnen de gemeente voorkomende maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen. Op 24 november 2011 is dit PBO door de gemeenteraad representatief verklaard, waarna op 23 februari 2012 de Stichting Lokale Omroep De Bilt (verder: de stichting) door het Commissariaat voor de Media (opnieuw) is aangewezen als lokale mediainstelling voor de gemeente De Bilt voor een periode van vijf jaar, namelijk tot 8 januari Het media-aanbod bestaat uit het exploiteren van een radiostation (Roulette FM), een kabelkrant (Regio TV De Bilt) en een tweetal websites ( en Het bestuur van voornoemde stichting acht het wenselijk om aan het begin van deze nieuwe vergunningperiode de huidige status vast te leggen en voor de komende periode een aantal voor de media-instelling belangrijke kernpunten nader uit te werken en hiermee de toekomstige beleidslijnen vast te stellen. Het beleid in deze nota is geformuleerd binnen het krachtenveld waarbij behalve wettelijke bepalingen en de functies van een lokale media-instelling, de thans beschikbare middelen, de personen en instituten waar de stichting direct dan wel indirect mee te maken heeft en de financiën een belangrijke rol spelen. Met dit beleidsdocument wordt tevens aan de gemeente verantwoording afgelegd met betrekking tot de besteding van de verstrekte subsidiegelden. Allereerst worden nu de functies en verplichtingen van een lokale media-instelling op een rijtje gezet (hoofdstuk 1) en volgt een weergave van de belangrijkste gebeurtenissen in de afgelopen periode alsmede de stand van zaken ten aanzien van de in 2008 gestelde beleidsdoelen (hoofdstuk 2). Vervolgens wordt de verwachte financiële situatie voor de komende periode beschreven (hoofdstuk 3) en worden aan de hand hiervan nieuwe beleidslijnen op technisch/organisatorisch en financieel terrein geformuleerd (hoofdstuk 4 en 5). Tenslotte wordt nog beschreven hoe personen en instituties die bij de media-instelling zijn betrokken, kunnen bijdragen aan het halen van gestelde doelen en wat de stichting zal ondernemen om dit te bevorderen (hoofdstuk 6). HOOFDSTUK 1 Functies en verplichtingen van een lokale media-instelling 1.1 Functies van een lokale media-instelling Uit de diverse verplichtingen die door onder meer de Mediawet 2008 worden opgelegd, valt een aantal functies af te leiden die een lokale omroep wordt geacht te vervullen. Dit betreft het versterken van de lokale democratie, lokale informatievoorziening en opiniëring, een culturele en educatieve functie, het bevorderen van communicatie en sociale cohesie, bewustmaking en activering van inwoners, en een lokale kweekvijver voor mediatalent en formats. Hierbij dient te worden opgemerkt dat volgens artikel 51f Mediawet de hierna onder en te bespreken functies samen tenminste 50% van de door het Commissariaat voor de Media toegewezen zendtijd dienen te beslaan. 1

3 1.2.1 Versterken van de lokale democratie Een lokale media-instelling wordt geacht een bijdrage te leveren aan de instandhouding en bevordering van de democratie. Deze bijdrage kan bestaan uit het vervullen van een politieke functie door te informeren, opiniërend te zijn, een platform voor discussie en expressie te bieden waarbij radiomakers een directe inbreng in het politieke debat kunnen hebben, het kritisch volgen van ontwikkelingen en burgers activeren tot deelname aan het politieke debat zodat de politiek een gezicht krijgt. De media-instelling dient hiervoor onafhankelijk te kunnen opereren en laagdrempelig en toegankelijk te zijn voor de inwoners van de gemeente. Daarnaast kan een lokale media-instelling een belangrijke functie vervullen in het openbaar maken van gemeentelijk beleid en de betrokkenheid van inwoners daarbij, doordat bijvoorbeeld door het uitzenden van gemeenteraadsvergaderingen het publieke bereik wordt vergroot Lokale informatievoorziening en opiniëring Een lokale media-instelling kan via de haar beschikbare media actueel lokaal nieuws en actuele informatie bundelen en gericht weer geven, dwarsverbanden leggen en op een journalistiek vaardige wijze becommentariëren. Daarnaast dient de mediainstelling de vergaarde informatie te verduidelijken en consequenties voor de inwoners te schetsen en zonodig inwoners aan het woord laten om een toelichting te geven. Daarnaast kan een lokale media-instelling een aanvullende rol spelen bij calamiteiten Culturele en/of educatieve functies Deze functie richt zich op cultuur en educatie in brede zin en kan niet los worden gezien van de functie genoemd onder Culturele en/of educatieve bijdragen van de lokale media-instelling kunnen bijvoorbeeld variëren van een concreet programmaonderdeel over het ontstaan van de gemeente De Bilt, een complete radiocursus plat Utrechts of het frequent programmeren van een culturele agenda Bevorderen van communicatie en sociale cohesie Een lokale media-instelling dient als laagdrempelig communicatiemiddel voor de inwoners waarbij ideeën en meningen kunnen worden uitgewisseld. Daarmee dient de media-instelling als sociaal cohesiemiddel binnen de lokale gemeenschap en kan op deze wijze wederzijds begrip tussen inwoners versterken. Noodzaak voor het slagen daarvan is het leggen van een accent op pluriformiteit en culturele diversiteit van het media-aanbod Medium voor bewustmaking en activering samenlevingsopbouw Door een actieve inbreng van inwoners bij de totstandkoming van programma s kweekt de lokale media-instelling betrokkenheid bij de lokale gemeenschap. De lokale media-instelling kan daardoor een zeer krachtig alternatief vormen als tegenhanger van de landelijke en regionale media, juist omdat de lokale mediainstelling dichterbij de bevolking kan staan, vanwege de kleinere schaal waarop wordt geopereerd. 2

4 Kweekvijver voor mediatalent en formats Een lokale media-instelling kan een goede functie vervullen in het opleiden en ontwikkelen van medewerkers voor landelijke en regionale media-instelling alsmede het ontwikkelen van programma-ideeën en formats. HOOFDSTUK 2 Gebeurtenissen en realisatie doelen in de periode Algemeen Het bestuur en de statuten van de stichting Per 1 januari 2008 heeft binnen de stichting een bestuurswisseling plaatsgevonden waarbij een nieuwe voorzitter (de heer G.H. Bakker) en een nieuwe secretaris (de heer J.A. Verhoef) zijn benoemd. Op een later tijdstip is ook een nieuwe penningmeester (mevrouw L.L. Voorhagen) benoemd. Voornoemde personen vormen thans nog steeds het bestuur van de stichting en ontvangen geen enkele vergoeding voor de door hun uitgevoerde werkzaamheden. Dit betekent dat bestuurskosten, reis- en verblijfskosten, reclame- en acquisitiekosten geheel voor eigen rekening van de bestuursleden komen. Op 6 juli 2011 zijn de statuten van de stichting aangepast omdat deze niet meer voldeden aan de vereisten zoals die door de Mediawet 2008 worden gesteld Bemensing en benoeming sleutelfiguren In 2008 zijn zowel een hoofdredacteur als een programmaleider benoemd. De benoeming van de hoofdredacteur was slechts een formaliteit door een vrijwilliger die deze werkzaamheden feitelijk al uitvoerde, als zodanig te benoemen. De programmaleider is in 2010 benoemd, omdat er voor die tijd geen geschikte persoon binnen de organisatie bereid was om deze functie te vervullen. De taken van de hoofdredacteur bestaan uit het aansturen van de redactie en het verzorgen van de programmasamenstelling. De programmaleider heeft de artistieke en organisatorische supervisie over het media-aanbod zoals radioformats en vormgeving en organiseert en verdeelt de radiozendtijd onder de medewerkers. Ter verduidelijking van voornoemde taken, ter bewaking van de journalistieke onafhankelijkheid en vanwege actualisatie met betrekking tot de Mediawet heeft de stichting op 25 mei 2011 een nieuw programmastatuut (redactiestatuut) opgesteld. Het is afgelopen periode gebleken dat het zeer lastig blijkt om enthousiaste en geschikte vrijwilligers te vinden en die voor langere tijd te binden aan de organisatie. In 2010 is ook een door de School voor de Journalistiek (SvJ) dagelijks aangeleverd programma (Campusradio) gestaakt, vanwege bezuinigingen in het onderwijs. De stichting onderhoudt nog wel steeds nauwe contacten met de SvJ en de belangrijkste instroom aan medewerkers is ook daarvan afkomstig. Voor het onderhoud en de samenstelling van de kabelkrant heeft de stichting één vrijwilliger, maar die heeft aangegeven op termijn te willen stoppen met zijn werkzaamheden. Opleiding en scholing wordt ook door de aanwezige vrijwilligers verzorgd, hetgeen regelmatig ook voor extra druk op organisatie legt. 3

5 Vanwege het beschikbare budget binnen de stichting vindt het bestuur het tot op heden niet verantwoord om één of meerdere betaalde (deeltijd)krachten in te zetten. Het bieden van een stageplek is ook geen alternatief op dit moment omdat er geen dan wel onvoldoende begeleiding kan worden geboden Kijk- en luisteronderzoek De stichting heeft een aantal malen een kijk- en luisteronderzoek bij hogescholen gepresenteerd als afstudeeropdracht. Hier bleek echter nauwelijks serieuze belangstelling voor te bestaan. Het inschakelen van een professioneel bureau voor het doen van een dergelijk onderzoek is gezien het budget van de stichting niet verantwoord, omdat dit een veelvoud kost van hetgeen eerst werd aangenomen (ca ,=. De stichting wordt overigens wel opgenomen in de zogenaamde bevolkingsmonitor van de gemeente De Bilt. Hieruit bleek globaal dat de helft van de inwoners de media-instelling kent en de helft daarvan kijkt en luistert. Vermeldenswaardig is nog dat de stichting een uitgever heeft gevonden die in 2012 in totaal vier keer een huis-aan-huis-blad onder alle huishoudens in de gemeente verspreid. De stichting levert content aan en de uitgever vult advertentieruimte, waardoor dit de stichting per saldo niets kost. Hierdoor is de bekendheid van het media-aanbod verder vergroot. 2.2 Televisie (Regio TV De Bilt) De stichting exploiteert op kanaal 45 (analoog) binnen de gemeente een kabelkrant. De kabelkrant wordt dagelijks ververst en zendt maandelijks live de raadsvergadering uit via in het gemeentehuis gemonteerde camera s. Voor de periode heeft de stichting een contract afgesloten met een zzp-er die vanuit een financiële bijstandsregeling was gestart. In deze periode heeft de stichting niet geïnvesteerd in de kabelkrant omdat deze binnen de mediarechtelijke bepalingen voor rekening en risico van het bedrijf van de zzp-er werd geëxploiteerd. Deze exploitatie bleek echter onvoldoende inkomsten op te leveren, waardoor het bedrijf eind 2010 werd gestaakt. De computerapparatuur en software van het bedrijf zijn door de stichting overgenomen. Het onderhouden en actualiseren gebeurt vanaf 2011 weer bij een vrijwilliger op zijn huisadres, omdat hiervoor in de huidige studioruimte van de media-instelling geen ruimte voor is. De kabelkrant zelf wordt tot op heden via in het gemeentehuis geplaatste apparatuur op het kabelnet doorgegeven in het standaard televisieformaat. De gemeente heeft aangegeven de ruimte zelf te willen gebruiken en dat verhuizing daarom op termijn gewenst is. Mogelijk zal dit in de toekomst samenvallen met de digitalisering van de kabelkrant. Hiervoor heeft de stichting een offerte ontvangen. Dit zal echter wel een behoorlijke kostenpost opleveren. Ten tijde van het schrijven van dit document wordt door Ziggo (ook voor lokale media-instellingen) namelijk een entreesom inclusief apparatuur van 3.500,= in rekening gebracht en daarna een maandelijkse bijdrage van 410,=. Via de overkoepelende organisatie van lokale omroepen (OLON) wordt gepoogd om deze bedragen omlaag te krijgen. 4

6 2.3 Radio (Roulette FM) Algemeen Roulette FM zendt uit via 106,6 MHz in de ether en via 101,9 MHz op de kabel in de gemeente De Bilt. Daarnaast zijn de uitzendingen via 104,6 MHz op het glasvezelnet te ontvangen in Amersfoort-Noord, Soest en Soesterberg Programmering De afgelopen periode is getracht de programmering meer in overeenstemming te krijgen met de daarvoor geldende normen. Helaas zijn de uitzendingen van Campusradio gestaakt, maar er zijn vele nieuwe programma s ontwikkeld. Zo is er sinds twee jaar dagelijks aan het begin van de avond het programma Regioblik met actualiteiten uit de regio met de nadruk op gemeente De Bilt. Ook is er een wekelijks programma waarin een ondernemer uit de regio aan het woord komt, is er een kunsten cultuurprogramma waarbij de cultuurcoördinator van de gemeente is betrokken en is er een programma waarin lokale bandjes aan bod komen. Tenslotte is in het weekend recent met het programma Station De Bilt gestart, waarin actualiteiten en achtergronden aan bod komen. Het blijft echter een lastige opgave om met het beperkte aanbod van geschikte vrijwilligers voor continuïteit te zorgen. Dit laatste bleek helaas uit het feit dat het sportprogramma op zondag vanwege het vertrek van een vrijwilliger niet kon worden voortgezet Muziekformat Het muziekformat is de afgelopen periode iets aangepast, in die zin dat de minder bekende artiesten niet meer aan bod komen. Overigens wordt het onderscheid met andere media-instellingen zoveel mogelijk gemaakt door het uitzenden van lokale nieuwsberichten en informatie Nieuwsverzorging Met het beperkte aantal vrijwilligers is het gelukt om de afgelopen periode het niveau van algemene nieuwsverzorging buiten specifieke nieuwsprogramma s om, te continueren. Zo is er de gehele week tweemaal per uur lokaal nieuws en informatie. Daarnaast worden er op werkdagen en in het weekend nog steeds agendablokken uitgezonden met een overzicht van activiteiten en uitgaanstips in de gemeente en de directe omgeving. Daarnaast heeft de stichting het abonnement op het Novumnieuws gehandhaafd. Hiermee wordt tweemaal per uur de landelijke nieuwsvoorziening gewaarborgd Antenne-opstelpunt radio en ontvangstkwaliteit Medio 2009 gaf de eigenaar van de lokatie van het antenne-opstelpunt (Nieuw Weteringseweg) aan dat dit niet langer kon worden gebruikt. Het bleek niet eenvoudig om een alternatieve lokatie te vinden. Een aantal lokaties zoals de RIVMpijp werd geen toestemming voor gegeven en één lokatie (C2000) zorgde voor een zodanig lange procedure dat dit niet haalbaar bleek. Uiteindelijk is onder tijdsdruk gekozen voor een minder optimale lokatie (Kometenlaan), waarbij door het Agentschap Telecom het maximaal toegestaan uitzendvermogen vanwege de afstand tot nabij gelegen radiostations is gehalveerd tot 40 Watt ERP (Effective Radiated Power). De ontvangst is hierdoor in het noordelijk deel van de gemeente waar deze grenst aan de gemeente Hilversum, niet optimaal. De in de afgelopen periode beoogde rol als regioradio binnen de driehoek Amersfoort-Utrecht-Hilversum 5

7 is daardoor ook niet haalbaar gebleken. Wel is als gevolg van een herindeling van frequenties de lokale media-instelling in Culemborg vanaf een naastgelegen frequentie verplaatst, waardoor in zuidelijke richting ondanks een vermogensafname, de ontvangst sterk is verbeterd Apparatuur en software Vanwege de verplaatsing van het antenne-opstelpunt heeft de stichting ca ,= moeten investeren in een nieuwe antennemast en nieuwe apparatuur om een verbinding te leggen met de studioruimte. In 2010 heeft de stichting bovendien bij het vertrek van een bestuurslid de voorheen door hem om niet beschikbaar gestelde studioapparatuur en automatiseringssoftware in zijn geheel overgenomen voor ,= en via derden een benodigde soundprocessor aangeschaft voor 4.000,=. Dit heeft er voor gezorgd dat er dat jaar in de organisatie alleen nog verbeterpunten konden worden uitgevoerd die niet tot nauwelijks zorgden voor financiële lasten. Hoewel de overgenomen apparatuur nog steeds functioneert, doen zich het afgelopen jaar regelmatig problemen voor. Dit manifesteert zich met name in de radioautomatisering Lokatie-uitzendingen De stichting bezit op dit moment nog niet over een functionele mobiele studio en/of rapportagezender waardoor live uitzendingen mogelijk zijn. De afgelopen periode zijn wel regelmatig met opnameapparatuur op beperkte schaal opnamen gemaakt die voor de radio-uitzendingen zijn gebruikt. 2.4 Internet De website is in de loop van de jaren enigszins aangepast en wordt redelijk goed bezocht. De website is in 2011 volledig vernieuwd. In het begin zorgde dit voor een toename van het aantal bezoekers tot ca. 400 per dag, maar enkele maanden later bleek dat deze toename niet kon worden vastgehouden. Via laatstgenoemde website kan via een stream ook radio worden geluisterd. De afgelopen maanden blijkt de capaciteit van deze stream die extern wordt verzorgd, regelmatig niet toereikend. Op dit moment kan deze dienst niet zelf worden geleverd omdat de stichting niet beschikt over een glasvezelaansluiting. 2.5 Financieel Subsidie In 2008 is de Mediawet op het gebied van subsidiëring van lokale media-instellingen gewijzigd. Op grond van deze wet is door de Vereniging Nederlandse Gemeenten aan de gemeenten geadviseerd om de lokale media-instelling tenminste 1,30 (geïndexeerd) per huishouden te verstrekken. Gemeente De Bilt heeft zich inmiddels geconformeerd aan dit advies waardoor de stichting jaarlijks in ieder geval kan rekenen op ca ,= aan basisinkomsten Advertentie-inkomsten De afgelopen periode was beoogd om de advertentieomzet jaarlijks te doen toenemen. Als gevolg van de economische crisis en het feit dat een vrijwilliger hier slechts een aantal dagdelen per week aan kon besteden zijn deze inkomsten helaas achter gebleven. Op dit moment bedragen de inkomsten ongeveer 5.000,= per jaar. Vanaf november 2011 is er een acquisiteur die tevens voor gedrukte media 6

8 werkt, voor de stichting actief. Deze acquisiteur kan ook een combinatie van gedrukte media en kabelkrant en/of radio aanbieden. Een tweede acquisiteur heeft zich recent gemeld, maar hier zijn nog geen nadere afspraken mee gemaakt. De stichting heeft de afgelopen periode ook getracht via zogenaamde barterdeals inkomsten te verwerven. Zo is op deze basis een overeenkomst met een lokale krant waarbij de stichting wekelijks advertentieruimte krijgt in ruil voor een aankondiging van de hoofdpunten uit de krant op de radio en wordt de accountant betaald met radioreclame. Ook heeft op deze basis een bijeenkomst voor de vrijwilligers plaatsgevonden Sponsoring en fondsen Het vinden van sponsors is tot op heden niet mogelijk gebleken. Wel stelt de SSW De Bilt aan ons de ruimte van het antenne-opstelpunt om niet ter beschikking, hetgeen als een vorm van sponsoring kan worden gezien. Fondsen zijn door de economische crisis uitgekleed en kunnen veelal alleen voor specifieke projecten worden benaderd, hetgeen met het huidige aantal vrijwilligers een te grote druk op de organisatie legt. Hoewel de stichting een ANBI-status heeft, is er tot op heden niet meer dan enkele tientallen euro s aan donaties ontvangen. HOOFDSTUK 3 De financiële situatie 3.1. De huidige financiële situatie Inleiding De stichting werkt nog steeds volledig met vrijwilligers en het bestuur ontvangt geen enkele onkostenvergoeding. Er wordt echter veel van een lokale media-instelling verwacht. Zo moet er worden voldaan aan wettelijke bepalingen en eisen van het Agentschap Telecom en vereist voortschrijding van de techniek dat regelmatig moet worden geïnvesteerd, wil de media-instelling niet achterop raken. De media-instelling moet van zich laten horen en zich laten zien in de gemeente, hetgeen eigenlijk alleen kan door met apparatuur op pad te gaan. Daarnaast zal de kabelkrant bijvoorbeeld moeten digitaliseren en investeren in nieuwe apparatuur omdat steeds meer inwoners van de gemeente afscheid nemen van analoge televisie. Concreet betekent dit dat we nu iedere dag een aantal kijkers verliezen. Tenslotte moet de bestaande apparatuur en software worden vervangen en/of dient er uitgebreid onderhoud plaats te vinden Vaste kosten, waarde apparatuur en inkomsten De vaste kosten per jaar bedragen al jaren circa ,= exclusief BTW. Hierin zijn begrepen de huur van de studioruimte, de kosten van Buma/Stemra/Sena, OLON, telecommunicatiekosten, kosten van het Agentschap Telecom en een voorschot nutskosten. Met de aanschaf van apparatuur of huur daarvan, reserveringen voor nieuwe apparatuur en afschrijvingen alsmede verzekeringen is bij deze bedragen geen rekening gehouden en bezuinigingen op de huidige uitgaven zijn niet (meer) mogelijk. De huidige in de studioruimte aanwezige apparatuur is vanaf 2008 verzekerd voor een bedrag ad ,=. Per saldo blijft er circa ,= over, waarvan een deel wordt besteed aan onderhoud en reparatie en 7

9 waaruit in 2009 ook de plotselinge verhuizing van het antenne-opstelpunt is gefinancierd De benodigde financiële middelen Reeds in 2002 heeft de OLON een onderzoek verricht naar de benodigde uitgaven voor lokale media-instellingen*. Dit enigszins gedateerde onderzoek vormt heden ten dage nog steeds een goed uitgangspunt voor de benodigde bedragen waar een specifieke lokale media-instelling die optimaal kan functioneren over zou moeten kunnen beschikken. Door de OLON werd dit in 2002 voor gemeenten met inwoners voor radio met een ondersteunende website (dus exclusief televisie) op jaarbasis begroot op en voor gemeenten tot inwoners op ,=**. Redelijkerwijze zou dit voor de stichting in de gemeente De Bilt met circa inwoners pro rata gaan om een bedrag ad ,=. Wanneer de media-instelling alleen met vrijwilligers werkt, wordt dit bedrag door de OLON begroot op ,=. In laatstgenoemd bedrag dat vanaf 2002 uiteraard dient te worden gecorrigeerd, zijn begrepen: Algemene kosten (kantoor, contributies, bestuurskosten, ,= auteursrechten, verzekeringen, publiciteit, accountant, reis- en verblijfskosten, reclame- en acquisitiekosten, BTW en bankkosten) Huisvestingskosten (huur, telefoon, energie, beveiliging, onderhoud, ,= kosten diverse verbindingen exclusief aanvoer kabelkopstation) Studio-inrichting en apparatuur inclusief rapportagezender, kleine ,= aanschaf en afschrijving en onderhoud Vrijwilligers en personeel (opleiding, verzekering, kantine) 4.556,= Onvoorziene kosten 10% 7.634,= Totaal ,= * Zie Handreiking relatie gemeente-lokale omroep 2005 van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). ** Dit bedrag is het bedrag zoals dat in 2002 is vastgesteld en dat feitelijk zou moeten worden geïndexeerd De verwachte financiële situatie voor de periode Subsidie De gemeente heeft in 2010 aan het bestuur van de stichting aangegeven het advies van de VNG te volgen op grond waarvan jaarlijks (geïndexeerd) 1,30 per huishouden aan de stichting wordt verstrekt, maar ook zeker niet aanvullend te willen subsidiëren. Zoals eerder aangegeven betekent dit jaarlijks aan vaste inkomsten minimaal ca ,= Advertentie-inkomsten Nu er recent een acquisiteur is die voor de stichting adverteerders kan werven en daarbij interessante combinaties kan bieden tussen gedrukte media en radio en televisie verwacht de stichting de advertentie-inkomsten in de komende periode tot 2016 te kunnen verhogen tot ca ,= per jaar. Bij de bepaling van dit bedrag is de toename van de tijd die in werving kan worden geïnvesteerd meegenomen evenals de lastige economische omstandigheden die mogelijk nog enkele jaren zullen voortduren. Hierin is ook de waarde van zogenaamde barterdeals opgenomen. Mogelijk kunnen deze inkomsten nog toenemen door opname van de kabelkrant in het digitale pakket en/of een upgrade van de kabelkrant, zoals verderop wordt beschreven. 8

10 Conclusie Hoewel de bestuursleden en de vrijwilligers geen vergoedingen ontvangen en er meer inkomsten zijn dan in het begin van 2008 mag duidelijk zijn dat met voornoemde inkomsten nauwelijks groei is te bewerkstelligen en dat er strategische keuzes dienen te worden gemaakt. Kostenbesparingen op huidige uitgaven zijn niet (meer) mogelijk. HOOFDSTUK 4 Beleidslijnen (technisch en organisatorisch) voor de periode Inleiding De hierna te beschrijven beleidslijnen nemen de wettelijke bepalingen en de verwachte financiële situatie als uitgangspunt. Vanwege de uitbesteding van de exploitatie van het televisiekanaal in de periode heeft de afgelopen periode de nadruk met name gelegen op radio en internet. Vanwege een aantal hiervoor aangeduide ontwikkelingen zullen radio en televisie in combinatie met internet de komende periode allebei de nodige aandacht en investeringen vergen. Zoals aangegeven zijn er binnen het beperkte budget keuzes gemaakt, die hierna worden omschreven. De rol die betrokken personen en instituten bij de gemaakte keuzes kunnen spelen en kunnen helpen om doelen te bereiken wordt in hoofdstuk 6 apart beschreven. 4.2 Algemeen Meer samenwerking met gedrukte media In lijn met de ontwikkeling die op acquisitiegebied is ingezet, wil de stichting meer de samenwerking aangaan met de gedrukte media. De stichting verwacht een synergieeffect te kunnen bereiken door het uitwisselen van nieuws en fotomateriaal en de huidige technische mogelijkheden waarbij gemakkelijk van film een beeld kan worden gebruikt voor het plaatsen van een foto. De samenwerking kan er daarnaast voor zorgen dat de continuïteit is gewaarborgd en er beter kan worden voldaan aan mediarechtelijke voorschriften omdat er mogelijk afspraken kunnen worden gemaakt over de exploitatie. Nu berust de exploitatie van de kabelkrant bij één vrijwilliger, die bovendien heeft aangegeven op termijn zijn werkzaamheden te willen beëindigen Free-publicity De stichting heeft in 2011 een contract gesloten met een uitgever voor verspreiden van een huis-aan-huis krant (paragraaf 2.1.3) en een aantal malen is er in de krant aandacht besteed aan de media-instelling. De stichting wil de samenwerking met de gedrukte media de komende periode ook benutten om meer free-publicity te genereren. De stichting zal daartoe actief aangeven waar zij mee bezig is. Als voorbeelden kunnen worden genoemd de opname in het digitale pakket of de aanwezigheid op locatie (zie hierna) Beoogde realisatie De stichting zal zich de komende periode inspannen om met de gedrukte media afspraken te maken omtrent samenwerking die er tevens toe leiden dat de continuïteit van de kabelkrant in de komende periode beter wordt gewaarborgd. 9

11 Daarnaast zal zij zich inspannen om de naamsbekendheid van de media-instelling te vergroten, bijvoorbeeld door het genereren van free-publicity. 4.3 Televisie/kabelkrant Opname in het digitale pakket Ondanks de hoge kosten is de stichting van mening dat geïnvesteerd moet worden in de opname in het digitale pakket. Alle kijkers in de gemeente kunnen dan weer worden bediend, terwijl het gebied waarin de kabelkrant kan worden ontvangen in het digitale pakket bovendien groter is. Thans is de look van de kabelkrant al jaren identiek, zodat de instap in het digitale pakket ook het aangewezen moment is voor een algehele modernisering De verhuizing van de apparatuur Voor de apparatuur van de kabelkrant is geen ruimte binnen de huidige studioruimte. Recent is gestart met het verplaatsen van de opslag uit een ruimte zodat deze als kantoor en deels als serverruimte voor deze apparatuur kan worden ingericht. De ruimte zal moeten worden opgeknapt en ingericht, waarna de apparatuur kan verhuizen. Ook kunnen dan de computers voor het onderhouden en verversen van de kabelkrant vanaf het huisadres van de vrijwilliger naar het studioadres verhuizen Beoogde realisatie Het streven van de stichting is om medio 2012 te worden doorgegeven in het digitale pakket, alle benodigde apparatuur naar de studioruimte te hebben verplaatst, te hebben ingericht volgens de nieuwste technische normen (inclusief breedbeeld) en de kabelkrant te hebben voorzien van nieuwe vormgeving. 4.4 Radio Radioautomatisering en overgenomen apparatuur De in de afgelopen periode overgenomen apparatuur en software heeft met name het laatste jaar regelmatig voor storingen gezorgd. De radio-automatisering is hier met name debet aan omdat deze sterk is verouderd en alleen nog werkt met oudere besturingssystemen en oudere computerapparatuur. Recent is er nieuwe software op de markt gekomen die ook door landelijke media-instellingen wordt gebruikt en voor lokale media-instellingen tegen een aantrekkelijk tarief wordt aangeboden. Van belang is om eerst de automatisering aan te pakken omdat die de meeste storingen veroorzaakt en daarna de eerder overgenomen apparatuur te reviseren of in het uiterste geval te vervangen. Mogelijk kan met de beschikbare financiële middelen geen vergelijkbare mengtafel worden aangeschaft Programmering en locatie-uitzendingen De stichting probeert met de beperkte financiële middelen en het beperkte aantal vrijwilligers zo goed mogelijk de functies en verplichtingen zoals die in hoofdstuk 1 zijn omschreven, na te komen en uit te dragen. De komende periode wil de mediainstelling zich op radiogebied laten horen en laten zien en de inwoners een actieve rol laten vervullen door actief deel te nemen aan de uitzendingen (zie onder meer de functie onder 1.2.5). De stichting wil dit bereiken door de aanschaf van losse onderdelen en daarmee zelf een eenvoudige locatieset samen te stellen. Hiermee moet worden bewerkstelligd dat het vanuit iedere plaats binnen de gemeente 10

12 mogelijk moet zijn om live uitzendingen te verzorgen. De bedoeling is om deze set met name te gebruiken bij grotere festiviteiten zoals Koninginnedag en het Uprisingfestival zodat dit nauwelijks een grotere belasting van de vrijwilligers met zich meebrengt. Als dit succesvol is, kan worden bekeken in hoeverre het mogelijk is om tegen een vergoeding op kleinere of commerciële festiviteiten aanwezig te zijn Ontvangstkwaliteit Door de verplaatsing van het antenneopstelpunt is de ontvangst met name in het noordelijk deel van de gemeente verslechterd. Dit blijft een punt van aandacht Beoogde realisatie De stichting wil gedurende het jaar 2012 in etappes de huidige automatiseringssoftware en apparatuur vervangen en daarmee het aantal storingen minimaliseren. In 2013 dient vervolgens de mengtafel en bijbehorende apparatuur te worden gereviseerd. Indien uit nader onderzoek blijkt dat vervanging noodzakelijk is, worden hiervoor gelden gereserveerd en wordt er naar gestreefd om vervanging in 2014 te laten plaatsvinden. Verder zal de stichting met haar beschikbare middelen een locatieset samenstellen die medio 2012 gereed dient te zijn. Zij zal zich inspannen om daarmee vanaf dat tijdstip op de meest belangrijke festiviteiten binnen de gemeente aanwezig te zijn. Daarnaast zal zij bezien of er bereidheid bestaat om op locatie aanwezig te zijn op minder belangrijke en commerciële festiviteiten tegen betaling van een vergoeding. De stichting zal zich voorts blijven inspannen om via de haar beschikbare middelen waaronder overleg bij het Agentschap Telecom de ontvangstkwaliteit in de ether (106,6 MHz) binnen de gemeente te optimaliseren. HOOFDSTUK 5 Beleidslijnen (financieel) voor de periode Inleiding Als gevolg van de wijziging van de Mediawet wordt door de gemeente op advies van de VNG de voorgeschreven bijdrage per huishouden verstrekt. De gemeente heeft daarbij eenduidig aangegeven dat niet aanvullend zal worden gesubsidieerd, maar dat zij van de media-instelling ook niet meer zal verlangen dan thans het geval is. Het beleid zal zich daarom alleen toe kunnen spitsen op sponsoring en reclameinkomsten. Sponsoring is in de huidige economische tijd lastig gebleken, maar daarmee is niet gezegd dat dit onmogelijk is. Gezien het feit dat de reclameinkomsten niet zodanig zijn gestegen als verwacht maar desalniettemin in de afgelopen periode zijn toegenomen, lijkt het verstandig om daar de komende periode op te focussen Reclame-inkomsten Op dit moment is een acquisiteur actief voor de media-instelling die ook werkzaam is voor de gedrukte media (huis-aan-huis-blad) in de gemeente. Zoals aangegeven heeft zich een tweede acquisiteur bij de stichting gemeld, waarmee nog geen afspraken zijn gemaakt. De stichting wil de mogelijkheden van gecombineerd 11

13 adverteren verder onderzoeken en prestatie-afspraken omtrent de acquisitie vastleggen. 5.3 Beoogde realisatie De stichting wil zich inspannen om met deze acquisiteur en zijn opdrachtgever begin 2012 te onderzoeken in hoeverre de producten en combinaties van de verschillende media beter bij elkaar aan kunnen sluiten, waardoor deze aantrekkelijker zijn voor potentiële adverteerders. Dit sluit naadloos aan bij de beoogde verbeterde samenwerking met de gedrukte media om daarmee een synergie-effect te bewerkstelligen. Daarnaast wil de stichting begin 2012 nauwe afspraken met de acquisiteur maken over de te verwachten inkomsten (prestatieafspraken). Medio 2012 zal de voortgang worden getoetst waarbij de verwachte omzet (paragraaf 3.3.2) als uitgangspunt dient. Uiteraard worden hierbij ook de voordelen (inclusief kostenbesparingen) die uit samenwerking met de gedrukte media (paragraaf 4.2.1) kunnen zijn ontstaan, meegewogen. Indien de stichting concludeert dat de verwachte omzet in 2016 niet zal worden gehaald, worden bij de acquisitie derden betrokken. HOOFDSTUK 6 De rol van personen en instituten bij de invulling van het beleid 6.1 Inleiding Bij de invulling van het beleid waarbij de in hoofdstuk 1 beschreven functies van de lokale media-instelling dienen te worden benadrukt, kan ook een voorname rol worden vervuld door de lokale instituten en personen waar de stichting direct dan wel indirect mee te maken heeft. Voor een aantal belangrijke instituten en personen wordt deze rol hieronder beschreven en toegespitst op de hierboven omschreven doelen De gemeente De gemeente vervult ten aanzien van de lokale media-instelling een aantal wettelijke taken. Zo is recent het PBO door de gemeenteraad representatief verklaard en heeft de gemeente het Commissariaat voor de Media positief geadviseerd met betrekking tot het opnieuw verlenen van een vergunning voor de komende vijf jaar. Daarnaast verstrekt de gemeente jaarlijks een aan het aantal huishoudens gerelateerd subsidiebedrag. De Stilob acht het echter wenselijk dat bij de invulling van de aan de lokale media-instelling toegedachte functies de samenwerking tussen de gemeente en de lokale media-instelling wordt geintensiveerd. Zo zou de Stilob een rol kunnen spelen in de behoeften van de gemeente. Sinds een aantal jaren worden de raadsvergaderingen live uitgezonden op het televisiekanaal en wordt vanuit informatieve programma s steeds meer contact gezocht met de gemeente. Sinds recent de cultuurcoördinator van de gemeente ook bij de omroep is betrokken zijn deze contacten verder geïntensiveerd. De rol die de omroep vervult binnen de gemeentelijke informatie- en communicatiemix is echter nog steeds voor verbetering vatbaar. Wanneer dit verder verbetert, kan dit een positieve invloed hebben op de naamsbekendheid van de omroep. 12

14 6.3. Het programmabeleidsbepalend orgaan (PBO) en de inwoners Het PBO bestaat officieel uit vertegenwoordigers van sport en recreatie, kerkgenootschappen en genootschappen op geestelijke grondslag, werkgevers, onderwijs en educatie, cultuur en kunst, etnische- en culturele minderheden, maatschappelijke zorg en welzijn en werknemers. Alle verplichte stromingen zijn met het ingaan van de nieuwe vergunningperiode vervuld. Daarnaast wordt de stroming studenten binnen het PBO vertegenwoordigd en kan de omroep beschikken over advies door opname van een mediaspecialist. Het PBO vervult niet alleen de haar wettelijk toebedeelde rol. Zo denken betrokkenen ook mee over andere dan strikt programmatische zaken. Volgens de wettelijke bepalingen dient het bestuur van de stichting tenminste drie maal per jaar met het PBO te vergaderen. Met het gehele PBO wordt er thans viermaal per jaar vergaderd en vaak vinden nog gesprekken plaats met individuele leden over de invulling van hun stroming. De stichting wil deze contacten graag intensiveren, omdat het PBO als communicatiemiddel tussen de stichting en de inwoners inmiddels beter dan voorheen, maar nog steeds niet optimaal functioneert. Zo wil de stichting graag dat ideeën die binnen het PBO ontstaan, door het desbetreffende betrokken lid zelf worden uitgewerkt en dat voor de uitvoering ook naar geschikte vrijwilligers binnen hun eigen stroming wordt gezocht. Op deze wijze vormt de uitvoering van nieuwe ideeën geen extra belasting voor de toch al beperkte groep bestaande vrijwilligers en kan de betrokkenheid van inwoners van de gemeente bij de omroep worden versterkt. 6.4 Organisatie van Lokale Omroepen in Nederland (OLON) De stichting betaalt jaarlijks aan de OLON een contributie van circa 600,=. Hiervoor kan de stichting de OLON gebruiken als klankbord en tegen geringe tarieven gebruik maken van onder meer opleidingen. Daarnaast sluit de OLON voor alle bij haar aangesloten omroepen jaarlijks een overeenkomst voor betaling van een vast bedrag aan Buma/Stemra/Sena rechten. De OLON houdt zich verder actief bezig met problemen die diverse lokale omroepen raken zoals de financiering via gelden uit het gemeentefonds,de opname in het digitale pakket en de optimalisatie van de verdeling van etherfrequenties. Tenslotte organiseert de OLON jaarlijks een zogenaamde talent-award waar de stichting het afgelopen jaar ook aan heeft meegedaan. De stichting maakt actief gebruik van de faciliteiten van de OLON en wil jaarlijks blijven deelnemen aan de talent-award om de naamsbekendheid van de media-instelling te vergroten. 6.5 De gedrukte media Op enkele na zijn alle lokale kranten van betekenis opgegaan in grotere edities waarin meer aandacht wordt besteed aan het landelijke- en wereldnieuws. Voor het streekgebonden en lokale nieuws ontstaat een grotere rol voor lokale media. De stichting wil de contacten met de lokale gedrukte media versterken door meer te gaan samenwerken. Hiertoe wordt verder verwezen naar paragraaf Andere lokale omroepen Regelmatig wordt samengewerkt met lokale omroepen in de omgeving, maar dan met name op technisch gebied. Ook worden er incidenteel gezamenlijke uitzendingen gemaakt. Die zijn echter niet gericht op het delen van lokale of regionale content, maar meer op het kijken in elkaars keuken en het leren van elkaar. In 2008 is een poging ondernomen om samen te werken met de omroep van een direct naastgelegen gemeente, waarbij gebruik zou worden gemaakt van de content 13

15 van beide omroepen in elkaars uitzendgebied. Vanwege grote cultuurverschillen, niet compatible uitzendsystemen en een gebrek aan financiële middelen is deze poging na enkele maanden gestaakt. Het blijft echter uitermate belangrijk dat er samenwerking wordt gezocht met omroepen uit met name de aangrenzende gemeenten om kennis uit te wisselen en mogelijk samen activiteiten te ontplooien. Inmiddels zijn er een aantal jaren verstreken en de stichting wil dan de komende periode opnieuw onderzoeken of er binnen de regio meer kan worden samengewerkt met omroepen van buurgemeenten voor zover dit een bijdrage kan leveren aan de in hoofdstuk 1 genoemde functies. De directe dagelijkse leefomgeving van inwoners van de gemeente wordt namelijk niet beperkt door de gemeentegrens. Inwoners van de ene gemeente en de andere naastgelegen gemeente zullen vaak over en weer van de faciliteiten van elkaars gemeenten gebruik maken. HOOFDSTUK 7 Conclusies en samenvatting van de beleidslijnen 7.1 Conclusie De stichting kan de functies die aan een lokale omroep zijn gekoppeld niet alleen uitoefenen. Zij is daarbij afhankelijk van goede vrijwilligers die zich voor een langere periode aan de omroep willen binden. Daarnaast is een goede relatie en samenwerking met bij de omroep betrokken instituten en personen van groot belang. De afgelopen periode zijn de inkomsten door een verhoging van de subsidie en een lichte stijging van de advertentie-inkomsten vergroot. Een media-instelling binnen een middelgrote gemeente als De Bilt kan echter met de huidige inkomsten wel overleven, maar nog steeds niet optimaal functioneren omdat voortdurend afwegingen en keuzes moeten worden gemaakt. Deze keuzes worden voor de komende periode samengevat in de navolgende twee paragrafen. 7.2 Samenvatting van de besluiten en beleidslijnen Technisch en organisatorisch In de komende periode meer samenwerking zoeken met gedrukte media, waardoor de continuïteit van de kabelkrant beter wordt gewaarborgd (4.2.1 en 4.2.3). Inspanning verrichten om meer free publicity te genereren om de naamsbekendheid van de media-instelling te vergroten (4.2.2 en 4.2.3). Streven om vanaf medio 2012 met het televisiekanaal/kabelkrant te zijn opgenomen in het digitale pakket (4.3.1 en 4.3.3). Streven om vanaf medio 2012 alle benodigde apparatuur voor de exploitatie van het televisiekanaal te hebben verplaatst en ingericht volgens de nieuwste technische normen (4.3.2 en 4.3.3). Streven om vanaf medio 2012 de kabelkrant te voorzien van nieuwe vormgeving (4.3.2 en 4.3.3) In 2012 de radio-automatiseringssoftware inclusief apparatuur vervangen, waardoor storingen worden geminimaliseerd (4.4.1 en 4.4.4). In 2013 de mengtafel en bijbehorende apparatuur reviseren en bij onmogelijkheid daarvan, streven naar vervanging in 2014 door hiervoor gelden te reserveren (4.4.1 en 4.4.4) Inspanning verrichten om vanaf medio 2012 op locatie uitzendingen te verzorgen op de meest belangrijke festiviteiten in de gemeente (4.4.2 en 4.4.4). 14

16 Gedurende de komende periode onderzoeken of er bereidheid bestaat om tegen een vergoeding op locatie aanwezig te zijn (4.4.2 en 4.4.4). De komende periode blijven inspannen om de ontvangstkwaliteit in de ether (106,6 MHz) binnen de gemeente te optimaliseren (4.4.3 en 4.4.4) Financieel Begin 2012 in het kader van samenwerking met gedrukte media onderzoeken in hoeverre producten en combinaties van verschillende media beter bij elkaar kunnen aansluiten, waardoor deze aantrekkelijker zijn voor potentiële adverteerders (5.2 en 5.3) Begin 2012 prestatieafspraken maken met acquisiteur (5.3) waarbij de verwachte omzet in 2016 als uitgangspunt dient (3.3.2) en de voordelen die ontstaan door samenwerking met gedrukte media worden meegewogen (4.2.1). Medio 2012 de reclameomzet toetsen aan de verwachte omzet in 2016 en indien aangenomen mag worden dat deze niet wordt gehaald, derden bij de acquisitie inzetten (5.2 en 5.3) Instituten en personen Het gedurende de komende periode verder intensiveren van de samenwerking tussen de stichting en de gemeente ter versterking van de functies van de lokale omroep (6.2). Het intensiveren van de rol van het PBO waarbij zij zelf hun programma-ideeën uitwerken en zelf vrijwilligers werven binnen hun stroming (6.3). Maximaal gebruik maken van de klankbordfunctie van de OLON en ieder jaar een opname insturen voor de talent-awards om de naamsbekendheid van de mediainstelling verder te vergroten (6.4). Het opnieuw intensiveren van contacten met lokale omroepen in buurgemeenten om te onderzoeken of er nu wel meer duurzame mogelijkheden tot samenwerking bestaan die dienstbaar kunnen zijn aan de functies van een lokale omroep (6.5). 15