Bij brieven van 19 maart 2015 geven Streekomroep en BLOS aan voornemens zijn te fuseren.

Transcriptie

1 7, ^ j Raadsvoorstel Vergadering d.d. 31 mei 2016 Agendapunt: 10. R Datum B&W 19 april 2016 Portefeuillehouder ATH DoGument-nr Opsteller pkolũl Fusie Streekomroep met BLOS Voorgesteld wordt aan het Commissariaat voor de Media een positief advies uit te brengen met betrekking tot de samenstelling en representativiteit van het PBO van de samen te voegen omroepen. Inleiding/aanleiding Bij besluit van 29 januari 2013 heeft het Commissariaat voor de Media Stichting Streekomroep De Kempen (hierna Streekomroep) aangewezen als lokale publieke media-instelling voor de n Bladel, en Reusel-De Mierden. De aanwijzing eindigt op 19 mei Bij besluit van 15 oktober 2013 heeft het Commissariaat de Bergeijkse Lokale Omroep Stichting (hierna BLOS) aangewezen als lokale publieke media-instelling voor de Bergeijk. De aanwijzing eindigt op 16 december Bij brieven van 19 maart 2015 geven Streekomroep en BLOS aan voornemens zijn te fuseren. Op 1 maart 2016 hebben wij van het Commissariaat voor de Media (hierna het Commissariaat) de aanvraag tot aanwijzing als lokale publieke media-instelling voor de Bergeijk, Bladel, en Reusel-De Mierden ontvangen. Voordat het Commissariaat een beslissing neemt op deze aanvraag, dient de raad op grond van artikel 2.61, derde lid van de Mediawet 2008 te adviseren over de vraag of de media-instelling voldoet aan de eisen die deze wet stelt. De raad dient de volgende vragen te beantwoorden: a. is de lokale publieke media-instelling een rechtspersoon naar Nederlands recht met volledige rechtsbevoegdheid? b. stelt de lokale publieke media-instelling zich blijkens haar statuten uitsluitend of hoofdzakelijk ten doel het op lokaal niveau uitvoeren van de publieke mediaopdracht door het verzorgen van media-aanbod dat gericht is op de bevrediging van maatschappelijke behoeften die in een leven, en het verrichten van alle activiteiten die nodig zijn om daarmee een publieke taak te vervullen? c. heeft de lokale publieke media-instelling een orgaan dat het beleid voor het media-aanbod bepaalt? d. heeft het orgaan van de lokale publieke media-instelling dat het media-aanbodbeleid bepaalt, het programmabeleidbepalend orgaan (pbo), een zodanige samenstelling dat het representatief is voor de belangrijkste in de voorkomende maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen? Wat betreft de vragen a, b en c geeft het CvdM aan dat beide instellingen aan deze eisen voldoen. Want voordat het CvdM de raden om advies vraagt, heeft het Commissariaat zich er al van vergewist dat aan deze eisen wordt voldaan. Als dat niet zo zou zijn, zou de aanvraag niet om advies aan de zijn verzonden. De kern van de lijke advisering, zo schrijft het CvdM, richt zich op de vraag of het orgaan van de media-instelling dat het media-aanbodbeleid (pbo) bepaalt een zodanige samenstelling heeft dat het representatief is voor de belangrijkste in de voorkomende maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen. 1

2 ì kev^işdu. wolvin. PBO De Mediawet 2008 schrijft voor dat lokale omroepen een representatief orgaan hebben dat het beleid voor het media-aanbod bepaalt. Dit programmabeleidbepalende orgaan (pbo) is, naast het bestuur en de redactie,een afzonderlijk orgaan binnen de omroep. De leden van het pbo vertegenwoordigen elk een stroming binnen de. De representativiteit van het pbo komt tot uitdrukking in de samenstelling van dit orgaan. In de Mediawet 2008 staat het begrip representativiteit niet nader omschreven. Het commissariaat beschrijft echter dat de genoemde hoofdstromingen in de Mediawet 2008 (maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke) kunnen worden onderverdeeld in enkele concrete stromingen, te weten: - Maatschappelijke zorg en welzijn - Kunst en cultuur - Kerkgenootschappen en genootschappen op geestelijke grondslag - Onderwijs en educatie - Werkgevers - Werknemers - Etnische en culturele minderheden - Sport en recreatie -Jongeren - Ouderen - Agrarische sector Deze opsomming van het Commissariaat is niet limitatief. Het CvdM beschrijft: Het is uiteindelijk de raad, door middel van zijn advies aan het Commissariaat over de representativiteit van het pbo, die bepaalt welke stromingen voor de lokale gemeenschap van zoveel belang zijn dat zij in ieder geval een stem moeten hebben in het pbo. Lokale publieke media-instellingen zijn verplicht in hun pbo ten minste een vertegenwoordiger van etnische en culturele minderheden op te nemen. Zoals hierboven beschreven richt de kern van de lijke advisering zich op de vraag of het orgaan van de media-instelling dat het media-aanbodbeleid (pbo) bepaalt een zodanige samenstelling heeft dat het representatief is voor de belangrijkste in de voorkomende maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen. Het is van belang hierbij te vermelden dat alleen de stromingen getoetst worden en niet de inhoud. Dit is voorbehouden aan het CvdM. Wettelijk en/of beleidskader Mediawet Argumenten 1.1 De samenstelling van het PBO is representatief De maatschappelijke stromingen Maatschappelijke Zorg en Welzijn, Cultuur en Kunst, Werknemers en jongeren, Onderwijs en Educatie, Etnische en Culturele Minderheden en Ouderen zijn vertegenwoordigd in het PBO. Het PBO is zodanig samengesteld dat het representatief is voor de belangrijkste in de voorkomende maatschappelijke stromingen. 1.2 De samenstelling van het PBO is nagenoeg gelijk aan het PBO van de Streekomroep Het voorgestelde PBO is nagenoeg gelijk aan het PBO dat uw raad in 2015 als representatief heeft bepaald. Er is een lid toegevoegd dat woonachtig is in de Bergeijk en bestuurlijke ervaring heeft opgedaan bij de BLOS. 1.3 De voorgenomen fusie past in het landelijk beleid. De organisatie voor Lokale Omroepen in Nederland (OLON) wil van de huidige ca. 275 lokale omroepen terug naar 62 grotere omroepen. Het overkoepelende orgaan van de Nederlandse lokale omroepen heeft dat recentelijk (2 april 2016) bekend gemaakt. In Eindhoven en omgeving wordt 2

3 f voorgesteld dat elf lokale omroepen één streekomroep gaan vormen met een werkgebied van inwoners. Een overzicht van de door OLON voorgestelde streekomroepen is voor u bij deze nota ter inzage gelegd. De fusie van de Streekomroep met de Blos is een eerste stap in deze richting. Er kan gekozen worden om het PBO als niet representatief te beoordelen. De n Bladel en zijn vanuit de historie vertegenwoordigd in het PBO. De Reusel-De Mierden is niet vertegenwoordigd en een nieuw toegevoegd lid uit de Bergeijk vertegenwoordigt geen stroming. Tijdens een bestuurlijk overleg van de vier betrokken n met de omroepen d.d. 17 maart 2016 is besloten dat actief zal worden gezocht naar leden uit de n Reusel-De Mierden en Bergeijk zodat in het toekomstig PBO ook deze n vertegenwoordigd zijn. Voor is het huidige PBO representatief. Er zijn twee personen uit opgenomen in het PBO. De ontwikkelingen rondom de landelijk voorgestelde fusie van lokale omroepen zullen wij nauwlettend volgen. Bij eventuele wijzigingen met betrekking tot de subsidie of alternatieven voor huisvesting worden ook deze ontwikkelingen betrokken. Met de vaststelling dat het voorgestelde PBO representatief is voor de wordt geen risico gelopen. Financieel In de Mediawet 2008 speelt het begrip "lokaal toereikend media-aanbod" een cruciale rol. Ook door de rechter is meermaals beslist dat de realisatie daarvan door de lokale omroepen leidend is voor bijvoorbeeld de lijke bekostigingsvraag. Om zoveel mogelijk bewoners van alle leeftijden te kunnen blijven bereiken is het noodzakelijk dat de omroep van alle kanalen gebruik kan blijven maken. Het gaat om programma's en activiteiten zoals analoge en digitale radio en tv via ether/kabel/computer, interactief internet via computer, mobiele toepassingen via smartphones en tabiets en dergelijke. De overgang van analoog naar digitaal uitzenden brengt hoge kosten met zich mee. Hierdoor is de exploitatie van de omroep niet meer sluitend. In het kader van de lijke zorgplicht voor een lokale omroep per 2010 is in de nieuwe Mediawet 2008 artikel opgenomen. Hierin is onder andere bepaald dat het College zorgt voor de bekostiging van het functioneren van de lokale publieke media-instelling. Als twee of meer raden een gezamenlijk advies hebben uitgebracht als bedoeld in artikel 2.61 (onderhavig advies) zorgen de Colleges van Burgemeester en Wethouders van de betreffende n gezamenlijk voor de bekostiging. De n Bergeijk, Bladel, en Reusel-De Mierden bereiden momenteel een gezamenlijk advies voor voor bekostiging van de Streekomroep. Meer informatie treft u aan in de VNG-brochure "Beleidsinstrumenten lijke bekostiging lokale omroepen" en het "Vernieuwingsconvenant Gemeenten-Lokale Omroepen ", welke voor u ter inzage zijn gelegd. ÍH.uÁuWU rr mm Het voorgestelde besluit is al bekend gemaakt bij de Streekomroep en de BLOS. Zij zijn al op de hoogte gebracht van de procedures. Plann De raad wordt verzocht om binnen 18 weken na ontvangst van het verzoek van het CvdM haar advies uit te brengen, dat wil zeggen voor 4 juli Met het CvdM is overeen gekomen dat deze termijn uitgebreid mag worden naar 12 juli 2016 in verband met de planning van de raadsvergaderingen. 3

4 f Bijlagen verzoek van het CvdM d.d , ontvangen met bijlagen, de VNG-brochure "Beleidsinstrumenten lijke bekostiging lokale omroepen" het "Vernieuwingsconvenant Gemeenten-Lokale Omroepen ", 19 april 2016 Burgemeester en wethouders van de secretaris, de burgemeester, JU, ' rre neer mr. H.J.M. Timmermans meí/roàjw J.A.M. Thijs-Rademakers 4

5 ì I ùn. eet*, uibreŭatre. Raadsbesluit R De raad van de ; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 april 2016; gehoord de beraadslaging in de commissievergadering van 17 mei 2015; besluit: gezien het gezamenlijke programmabeleidbepalende orgaan van Stichting Streekomroep De Kempen en Bergeijkse Lokale Omroepstichting een positief advies af te geven aan het Commissariaat voor de Media met betrekking tot het verlenen van de zendmachtiging aan de nieuwe Stichting Streekomroep De Kempen. Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de van 7 juni 2016 De raad voornoemd de g de voorzitter, I 5