Iplan vanaanpak voor Startbeslissing maatregel Beter Benuttenl

Transcriptie

1 Iplan vanaanpak voor Startbeslissing maatregel Beter Benuttenl Naam Maatregel: Maatregelenpakket Beter Benutten in Zwolle Kampen Naam Regio: Zwolle-Kampen Netwerkstad Algemene gegevens: Uitvoerende organisatie: Verantwoordelijke bestuurder/directeur: Verantwoordelijke projectmanager: Zwolle-Kampen Netwerkstad Gerrit Jan Kok (gedeputeerde provincie Overijssel) Lisa de Groot (projectmanager gemeente Zwolle) ) Betrokken andere organisaties: Ministerie van Infrastructuur en Milieu Provincie Overijssel Rijkswaterstaat Gemeente Zwolle Gemeente Kampen wehkamp.nl Stichting Mobiliteitsmakelaar Zwolle Kampen Bereikbaar Datum / versie: 27 juni 2012, versie 1.0 Wijze waarop Plan van Aanpak is getoetst: a) Ramingsmethodiek & b) Toetsing raming en beoogde effecten: Op basis van kennis, ervaring en kengetallen is een inschatting gemaakt van de effecten van de maatregelen. Aangezien er nog geen O-meting heeft plaatsgevonden, zullen de exacte effecten na de O-meting bekend worden. De raming is gebaseerd op de huidige investeringen van de gemeente Zwolle, aangevuld met ervaring uit andere gebieden. c) second opinion: NVT Bijgevoegde (beslis)documenten Naam document Kenmerk Datum Kader BBZKN Biilaae 1 25 iuni 2012 Verslag Bijeenkomst Bijlage 2 23 mei 2012 Mobiliteitsmanaqement Rapportaqe Bereikbaarheidsarranaementen Biilaqe 3 15 iuni 2012 Verslag Bijeenkomst Bijlage 4 26 april 2012 Bereikbaarheidsarranqementen Verslaq biieenkomst Platform Mobiliteit Biilaae 5 7 maart 2012

2 Doel en inhoud van dit document Met het goedkeuren van dit plan van aanpak voor de startbeslissing Beter Benutten in Zwolle Kampen Netwerkstad (BBZKN) geven Rijk, regio en het regionaal bedrijfsleven hun steun aan de uitvoer van verschillende maatregelen Beter Benutten in de periode Tevens geven Rijk & Regio met het tekenen van dit plan van aanpak aan over voldoende financiële middelen te beschikken om de Beter Benutten maatregelen te financieren. Dit plan van aanpak voor de startbeslissing BBZKN start met een schets van de aanleiding voor Beter Benutten in Zwolle Kampen Netwerkstad. Na deze schets volgt een omschrijving van de Beter Benutten maatregelen die in de periode worden gerealiseerd. De maatregelen zijn omschreven volgens de door het ministerie van Infrastructuur en Milieu aangereikte methodiek. Het plan van aanpak sluit af met een overzicht van de totale kosten, de financieringswijze en met een schets van de belangrijkste mijlpalen en inspanningen die nodig zijn om de maatregelen BBZKN te realiseren. Ook wordt in het slotstuk de samenhang tussen de verschillende maatregelen beschreven. Op de laatste pagina van dit document tekenen Rijk (Jan Bert Dijkstra), regio (Gerrit Jan Kok en René de Heer) en bedrijfsleven (Andries van Daalen) voor de realisatie van de BBZKN maatregelen. Aanleiding Beter Benutten in Zwolle-Kampen Netwerkstad Ambitie van de Regio Zwolle Kampen Netwerkstad (ZKN) wil een gastvrije regio zijn. ZKN wil haar gasten op een klantgerichte, wervende manier ontvangen. Bereikbaarheid is daarvoor een belangrijke voorwaarde. Een goede bereikbaarheid draagt bij aan een goed imago. Het gaat om bereikbaarheid in de breedste zin van het woord. Bereikbaar voor automobilisten, fietsers, voetgangers, transporteurs en OV-gebruikers. Bereikbaar voor forenzen, scholieren en studenten, bezoekers van de binnenstad en evenementenbezoekers. ZKN wil aantrekkelijke alternatieven of arrangementen bieden om als individueel persoon te kiezen voor de juiste vervoerswijze op het juiste moment van de dag voor de juiste bestemming. Zo wordt de regio een gastvrijere regio. Bereikbaarheidsdoelen van ZKN ZKN wil het noordelijke scharnierpunt van weginfrastructuur en openbaarvervoerlijnen zijn. Daarnaast wil ZKN ook de bereikbereikbaarheid en doorstroming van verkeer binnen de regio garanderen. Dit geldt zowel voor het gemotoriseerd verkeer als ook voor de doorstroming van het openbaar vervoer. Het fietsgebruik in de regio is al hoog. De fiets wordt vaak voor korte en langere afstanden gebruikt. De regio wil dit hoge fietsgebruik in ieder geval vasthouden en liever nog vergroten. Tot slot wil de regio een bestendige plek voor de Zwolse binnenstad in de top-10 gastvrije binnensteden. De binnenstad wordt naast een koopcentrum ook een 'place to be - place to meet'. Dit zal leiden tot meer bezoekers met pieken in bezoekersaantallen op andere dan de gangbare momenten. Huidige situatie in ZKN Kracht van de regio Een grote kracht van Zwolle is dat het een knooppunt van railinfrastructuur is. De spoorlijnen die in Zwolle samenkomen hebben een landelijke en regionale functie. Een ander sterke punt is het fietsnetwerk. Er is een hoge dichtheid van fietsverbindingen. Bovendien ligt de grens van het bebouwde gebied altijd op fietsafstand van het centrum, doordat de stad evenwichtig is gegroeid. Een derde sterk punt is de gunstige ligging van de economische centra in de stad. Deze zijn namelijk direct gekoppeld aan de hoofdwegenstructuur en het OVknooppunt station Zwolle. Daarnaast zorgt de huidige structuur van het verkeerssysteem voor een goede ontsluiting per auto. Binnen een afstand van vijf kilometer zijn er drie aansluitingen met de A28. De 2

3 aansluitingen bij Zwolle-Noord en Zwolle-Zuid zijn direct verbonden aan de buitenring en de aansluiting Zwolle Centrum heeft een nagenoeg directe verbinding met de binnenring. Door de gunstige ligging van Zwolle, de goede voorzieningen en de mooie binnenstad is het vestigingsklimaat in Zwolle goed. Aandachtspunten in de regio Een zwak punt vormen de knelpunten in het wegennet. In de spitsperiodes, op zaterdagmiddag en bij evenementen is de verkeersvraag rond de A28 afslag Zwolle Centrum en de binnenring veel hoger dan het verkeersaanbod, waardoor er stagnatie optreedt. Dit heeft negatieve gevolgen voor de leefbaarheid en de bereikbaarheid en de beleving daarvan. Verder zijn de kruisingen met de binnenring een zwakke schakel in het kwalitatief hoogstaande fietsnetwerk. Door hoge intensiteiten van fiets- en autoverkeer op de binnenring is de oversteekbaarheid voor fietsers beneden peil. Dit draagt ook bij aan een verminderde doorstroming van autoverkeer en openbaar vervoer. Een ander aandachtspunt is de doorstroming van het openbaar vervoer. Op de binnenring valt een groot aantal busverbindingen samen tot twee busbundels: een in noordwestelijke richting en een in zuidoostelijke richting. Deze busbundels vallen ook weer samen met belangrijke fiets- en autoverbindingen. Een laatste aandachtspunt zijn de acht grote Zwolse onderwijsinstellingen met een regionale functie. In de ochtendspits is het extra druk in treinen en bussen door het grote aantal scholieren en studenten. Trends in ZKN Zwolle heeft een belangrijke regionale functie. Op een stad van inwoners zijn er circa arbeidsplaatsen. In Kampen zijn er circa arbeidsplaatsen. Zwolle heeft een toonaangevend ziekenhuis, veel onderwijsinstellingen, een ruim winkelaanbod en een bloeiend cultureel leven. Dit trekt werknemers, scholieren, studenten en bezoekers uit de hele regio. Er is dagelijks een grote inkomende pendel van auto's en er rijden veel treinen en bussen naar Zwolle. Het auto- en busverkeer legt een grote druk op de infrastructuur, met name tijdens de ochtend- en avondspits en tijdens winkelpîeken op donderdagavond en zaterdagmiddag. Zwolle is een groeistad. Waar veel steden in Nederland krimpen, is de prognose dat Zwolle blijft groeien, tot inwoners in Daarnaast wordt de regiofunctie van Zwolle steeds groter. Het voorzieningenniveau in kleinere kernen daalt. De regio is daardoor steeds meer aangewezen op Zwolle. Zwolle krijgt steeds meer bezoekers, en hierdoor neemt de druk op de infrastructuur toe. Daarnaast groeit het autoverkeer. Meer mensen hebben een auto en mensen pakken sneller de auto en leggen grotere afstanden af. Ook hierdoor neemt de druk op de infrastructuur toe. Dit leidt in de nabije toekomst tot een verdergaande aantasting van de leefkwaliteit rond de binnenstad van Zwolle, als er geen duurzame maatregelen genomen worden. De verwachting is dat het autonome autoverkeer 2,5% per jaar groeit tot Tot slot. Het gedrag van de consument is aan het veranderen. Als gevolg van deze gedragsverandering verandert de traditionele functie van winkels en winkelcentra. De tendens is dat de consument van tegenwoordig veeleisender is en het steeds drukker heeft in zijn vrije tijd. Internet heeft ertoe geleid dat veel consumenten vaak beter zijn geïnformeerd over een product dan de verkoper in de winkel zelf. Consumenten kiezen daarom steeds vaker een bij hun actuele koopmotief passende aankoopplaats. De toegevoegde waarde van de winkel in de binnenstad, de bereikbaarheid daarvan en het parkeren spelen een steeds belangrijkere rol bij die afweging. Ondernemers hebben baat bij een aantrekkelijke en bereikbare binnenstad om zo hun omzet duurzaam op peil te houden. Aan de slag met Beter Benutten ZKN maakt graag gebruik van de mogelijkheid om binnen de kaders van het landelijke programma Beter Benutten te werken aan het vergroten van de regionale gastvrijheid. Te meer omdat er de komende vijf jaar ingrijpende werkzaamheden zijn rond afslag Zwolle Centrum van de A28, de binnenring en het station van Zwolle. In dit gebied worden doorstroomassen voor het openbaar vervoer en twee centrumflankbushaltes 3

4 gerealiseerd. Door deze werkzaamheden komt de bereikbaarheid van de binnenstad verder onder druk te staan. ZKN wil het programma Beter Benutten ZKN aangrijpen om de bereikbaarheid ook tijdens de werkzaamheden te garanderen. Dat is des te belangrijker omdat de verwachting is dat het aantal bezoekers van de binnenstad wel zal blijven stijgen. De Zwolse gemeenteraad heeft in 2011 het Ontwikkelingsprogramma Binnenstad vastgesteld. Dit programma heeft als doel om in 2020 jaarlijks 4 miljoen meer bezoekers naar Zwolle te trekken. Dit doel zal deels gerealiseerd worden door vernieuwing en verbouwing van Museum de Fundatie, dat eind mei 2013 zijn deuren opent. Ook de opening van de Hanzelijn op draagt bij aan dit doel. De Hanzelijn biedt de kans om meer bezoekers via het spoor naar Zwolle te laten komen. ZKN heeft al de laatste jaren al ervaring opgedaan met het Beter Benutten van bestaande infrastructuur. Eind 2012 loopt het Mobiliteitsconvenant Zwolle Kampen Bereikbaar (afgesloten in januari 2010) af. Dit convenant en het bijbehorende uitvoeringsprogramma richt zich op het stimuleren van slim werken, slim reizen oplossingen voor het woon-werkverkeer en zakelijk verkeer van werkgevers en werknemers uit Zwolle en Kampen. Een aantal maatregelen uit het programma van BBZKN kan de opvolger worden van (een deel van) dit convenant. Innovatieve maatregelen, zoals bereikbaarheidsarrangementen die bijdragen aan verbetering van de ketenmobiliteit, kunnen een nieuw impuls geven aan beïnvloeding van het reisgedrag van deze doelgroep. De regio heeft de afgelopen jaren ook goede ervaringen opgedaan met dynamisch verkeersmanagement. Er zijn pilots geweest om de doorstroming rond het station en de bereikbaarheid van de binnenstad van Zwolle en parkeeraccommodaties te verbeteren. Ook heeft samenwerking tussen overheden in het Minder Hinder Team geleid tot congestiereductie bij evenementen en werkzaamheden. Ook deze ervaringen willen we graag inzetten en vergroten binnen de kaders van BBZKN. ZKN wil binnen het programma Beter Benutten inzetten op multi modale gedragbeïnvloeding van reizigers, waardoor beter wordt ingespeeld op de gedifferentieerde vervoersvraag. De doelstelling van het kabinet is congestiereductie van 20 tot 30% in de spits en accommodatie van een gemiddelde groei van 5% van het aantal reizigerskilometers per jaar op het spoor in de periode ZKN wil deze doelstelling op vier knelpunten rond de Zwolse binnenstad realiseren. Dit zal gebeuren door het deelprogramma Beter Benutten ZKN (BBZKN) op te starten. In dit programma BBZKN wordt gestuurd op samenhang en realisatie van Mobiliteitsmanagement-, Verkeersmanagement- en Marketingmaatregelen die bijdragen aan de ambities van Rijk, regio en bedrijfsleven. Opgave BBZKN BBZKN werkt in de periode aan de volgende opgave: De bereikbaarheid garanderen en verbeteren in ZKN met focusgebied verkeer rond A28-afslag Zwolle Centrum en de binnenring. Beschrijving van de problematiek I het knelpunt (waar en hoeveel) Zoals gezegd richt BBZKN zich op vier knelpunten rond de Zwolse binnenstad. Op onderstaande kaart zijn deze knelpunten weergegeven: 4

5 Kaart 1: Knelpunten BBZKN op kaart De precieze reizigerstromen en het aantal reizigers dat dagelijks langs de knelpunten reist kan nog niet worden gegeven. Bovenstaand kaartje wordt geactualiseerd zodra de inwinning compleet is. Over het invullen van de. witte vlekken' wordt momenteel overleg gevoerd met IenM. Planning is om de inwinning gereed te hebben, en dus een goede a-meting uit te voeren, in Q3 van Dit is ook als mijlpaal opgenomen. De knelpunten laten zich als volgt beschrijven: Beschrijving locatie Probleembeschrijving Doelgroep Wanneer.t AFRIT ZWOLLE CENTRUM Gebied afritten Centrum, o.a. Blaloweg, Katerdijk, Burg. Roeienweg, Pannekoekendijk, Harm Smeengekade Dit gebied vormt een belangrijk 'poort' naar de binnenstad en (kleinere) kantoorlocaties. Daarnaast verbinding binnenring - buitenring. Tevens zeer belangrijke OVdoorstroomas. 1. KNOOPPUNT WILLEMSKADE Willemskade, Emmawijk Deel binnenring dat de Rieteweg, Westerlaan, Emmawijk (Singel) met elkaar verbindt. Belangrijke route voor (regionaal) OV Doorstroming onder druk in huidige situatie. Dit deel van de buitenring/binnenring loopt regelmatig vast. Slechte afwikkeling Burg. Roeienweg zorgt voor terugslag afrit (v.a. Noord). Gezien de omvangrijke werkzaamheden t/m 2016 vermindert de capaciteit. Hierdoor komt zowel de bereikbaarheid binnenstad als de regionale doorstroming verder onder druk te staan. Ook de OV-doorstroming komt hiermee verder onder druk te staan. Tevens aandacht voor langzaam verkeer. Veel fiets -en voetgangersbewegingen in dit gebied. Aandacht voor verkeersveiligheid. Regelmatig congestie, mede door vele kruisende verkeersbewegingen en aanwezigheid spoorwegovergang. OVdoorstroming onder druk. Toekomstige bustunnel mondt hier uit. Inpassing hiervan vraagt om aandacht in relatie tot de afwikkeling/doorstroming. Daarnaast loopt dit gebied regelmatig vast ten tijde van (grotere) evenementen ljsselhailen. Forens (woonwerk, zakelijk) Bezoekers binnenstad, Bezoekers Evenementen IJsselhallen, Scholier, student Forens (woonwerk, zakelijk) Bezoekers binnenstad, Bezoekers evenementen ljsselhalien Spits Zaterdag Evenementen Spits Zaterdag Evenementen Welke vervoerswijzen Auto OV Fiets/voetganger Auto (regionaal) OV :3 Doorstroming onder druk in huidige Forens (woon- STATION ENTREE situatie, met congestie. Dit deel van de werk, zakelijk) BINNENRINGI binnenring loopt regelmatig vast. Bezoekers HANZE POORT Stationplein Stationswef- Burg. van Belangrijk ontsluiting van aanliggende wijken. Zeer veel OV-bewegingen en langzaam verkeer (o.a. looproute). Dit binnenstad, Bezoekers evenementen Roijensingel - Groot maakt dat dit gebied zeer druk is, met IJsselhallen, Wezen land veel conflicterende bewegingen. Scholier, student Aandacht voor verkeersveiligheid. Zeer belanqriike OV- Belanqriike relatie met de ontwikkelinq Met name OV Spits Evenementen Auto OV Fiets/voetganger 5

6 route richting Eekwal/ Spoorzone (en looproute binnenstad). gerelateerd Weezenlanden. Daarnaast de looproute van station naar de binnenstad. 4 KNOOPPUNT Doorstroming onder druk in huidige VECHTSTRAAT situatie, Vechtstraat - Bisschop met congestie. Dit deel van de Willebrandlaan binnenring loopt regelmatig vast. Forens (woon- Doorgaand verkeer Stadshagen N35 werk, zakelijk), Spits Auto Gebied dat noordelijke maakt gebruik van deze route (mede Bezoekers Zaterdag Fiets kant binnenstad, i.r.t. werkzaamheden Ceintuurbaan). Op binnenstad winkelgebied gezette tijden veel congestie. Daarnaast Diezerpoort en doorsnijdt een belangrijke aanliggende wijk Dieze hoofdfietsroute dit gebied. ontsluit. Tabel 1: korte omschrijving knelpunten Ziekenhuislocatie Sofia is nog niet opgenomen in de knelpuntenomschrijving. Mogelijk wordt deze in toekomst bijgevoegd. Dit is afhankelijk van de ontwikkeling van verkeer als de verhuizing naar deze locatie gereed is. Doelgroepen BBZKN richt zich op vier doelgroepen die langs die vier knelpunten reizen. Kort worden per doelgroep een aantal kengetallen gegeven: Forenzen Woon-werkverkeer & Zakelijk verkeer Dagelijks reizen er forenzen van en naar Zwolle; In 2009 waren er ruim banen in Zwolle. Van deze banen werden er ruim vervuld door mensen die dagelijks forenzen vanuit de regio ZKN naar Zwolle. Bijna banen werden vervuld door mensen die buiten de regio wonen. Ongeveer van de banen worden vervuld door mensen die in Zwolle wonen. Bezoekers van de binnenstad Zwolle In 2010 trok de Zwolse binnenstad ruim 12 miljoen bezoekers; In 2020 moet dit aantal gegroeid zijn naar 17 miljoen bezoekers; Ongeveer 13% van het aantal bezoekers van dagelijkse boodschappen komt van buiten Zwolle; Ongeveer 49% van het aantal bezoekers van niet-dagelijkse boodschappen komt van buiten Zwolle. Evenementenbezoekers Zwolle en Kampen De 10 grootste Zwolse evenementen plus Sail Kampen trokken in 2010/2011 ongeveer evenementenbezoekers; Denk hierbij bijvoorbeeld aan bezoekers van: Sail Kampen ( bezoekers in 2010), Bevrijdingsfestival ( bezoekers in 2011), Blauwvingerdagen ( bezoekers in 2011) en Legoworld ( bezoekers in 2011). Studenten en scholieren in de stad Zwolle In het schooljaar 2010/2011 waren er in Zwolle ruim studenten en scholieren; De vier MBO-instellingen ontvingen in 2010/ scholieren, de vier Zwolse HBOinstellingen ontvingen in datzelfde jaar studenten; Deltion ( scholieren) en Windesheim ( studenten) zijn verreweg de grootste Zwolse onderwijsinstellingen; Ongeveer 13% van de MBO-scholieren woont in Zwolle, ongeveer 16% van de HBO-studenten woont in Zwolle. Alle andere scholieren en studenten wonen buiten Zwolle en reizen dus dagelijks van en naar Zwolle. 6

7 Gedragsverandering staat centraal Bij Beter Benutten staat gedragsverandering van de reiziger centraal. De maatregelen die binnen de kaders van BBZKN in de periode beogen de volgende vier typen gedragsverandering bij de reiziger: voorkomen van reizen reizen op een ander tijdstip reizen met een ander vervoermiddel reizen via een andere route Om het reisgedrag te veranderen focust ZKN enerzijds in op de ontwikkeling van innovatieve bereikbaarheidsarrangementen en anderzijds door verkeersmanagement. De bereikbaarheidsarrangementen komen in de plaats van het "klassieke" mobiliteitsmanagement. De bereikbaarheidsarrangementen zijn erop gericht om alle doelgroepen (en dus niet alleen forenzen) te verleiden tot ander reisgedrag. Naast het "voorkomen van reizen" en "reizen op een ander tijdstip" wordt de reizigers met bereikbaarheidsarrangementen ook verleid voor zijn reis (deels) een ander vervoermiddel te kiezen. Verkeersmanagement wordt gebruikt om de reiziger voor vertrek en onderweg te informeren over de beste route naar zijn bestemming. Betrouwbare en actuele gegevensinwinning is hiervoor een vereiste. Doelstellingen BBZKN De hoofdstelling van BBZKN is het garanderen en verbeteren van de bereikbaarheid rond vier gedefinieerde knelpunten. De maatregelen die tot eind 2014 worden gerealiseerd dragen bij aan de volgende twee progra mmadoelstellingen: 20% congestiereductie in de spits op de vier knelpunten eind 2014 ten opzichte van de 0 meting. De O-meting zal berekend worden voor de situatie tijdens de werkzaamheden aan de binnenring; Accommodatie van 5% meer ketenverplaatsingen (fiets en OV). Door ons te richten op deze doelstelling, beogen we de volgende effecten: Bereikbaarheidsgarantie van de binnenstad bij autonome groei van autoverkeer gelijktijdig met werkzaamheden een regionaal modal-shift van auto naar OVjfiets daling van het aantal autokilometers in de spits minder studenten en scholieren in de spits evenredige benutting van parkeervoorzieningen verbetering van de betrouwbaarheid van reistijden met auto en OV van deur tot deur toename van de gastvrijheidsbeleving van de bezoekers aan de Zwolse binnenstad en evenementen In het definitieve monitoringsplan dat eind augustus 2012 wordt vastgesteld worden de programmadoelstellingen verder toegelicht en wordt tevens aangegeven hoe voortgang op de doelstellingen wordt gemeten. Ook de beoogde effecten worden in het monitoringsplan verder gespecificeerd. Een opzet met uitgangspunten is in deze startbeslissing gevoegd. Scope BBZKN Het programma BBZKN richt zich op de vier knelpunten binnen het focusgebied afslag Zwolle Centrum van de A28 en de binnenring. Het gaat om maatregelen op het gebied van gedragsbeïnvloeding van forenzen, zakelijk verkeer, bezoekers van de binnenstad en van evenementen, scholieren en studenten. De maatregelen worden in de periode gewerkt gaat worden aan de weg uitgevoerd. Precies de periode waarin rond de op- en afritten Centrum van de A28 7

8 Maatregelsporen en ondersteunende activiteiten BBZKN De maatregelen BBZKN richten zich op twee sporen: Verkeersmanagement & lts 2 Bereikbaarheidsarrangementen & Spitsmijden Om bovenstaande maatregelsporen te realiseren worden binnen het kader van BBZKN een aantal ondersteunende activiteiten ondernomen. Het gaat daarbij om programmasturing en communicatie enerzijds en monitoring anderzijds. Wij hanteren de volgende definities voor bovenstaande sporen en activiteiten: Definitie Spoor Verkeersmanagement & lts binnen BBZKN: Het verminderen van congestie door de vier doelgroepen op de benoemde knelpunten met hulp van systemen vooraf en realtime te informeren en te sturen, zodat de verkeersvraag en aanbod zowel in tijd als ruimte beter matchen. Definitie Spoor Bereikbaarheidsarrangementen & Spitsmijden binnen BBZKN: Het verminderen van congestie door voor de vier doelgroepen op de benoemde knelpunten een samenhangend pakket aan maatregelen te realiseren, deze aan te bieden en het gebruik ervan te stimuleren met als doel het verleiden tot gedragsverandering van de reiziger. Definitie Ondersteunende activiteit Programmasturing en communicatie binnen BBZKN: Het sturen op en intern en extern communiceren over het samenhangend realiseren van maatregelen en activiteiten binnen BBZKN, zodat alle maatregelen en activiteiten tezamen de vooraf gedefinieerde (hoofd)doelstellingen kunnen realiseren. Definitie Ondersteunende activiteit Monitoring binnen BBZKN: Het meten van de effecten van alle BBZKN maatregelen op de vier vooraf vastgestelde knelpunten om tussentijds en achteraf te kunnen (bij)sturen en om het gewenste resultaat en effect van de maatregelen te kunnen meten. 8

9 Maatregelen Spoor Verkeersmanagement & lts Binnen het spoor Verkeersmanagement & lts worden twee maatregelen gerealiseerd: BBZKN maatregel 1: Sturen en geleiding BBZKN maatregel 2: Inwinning & lts Deze twee maatregelen worden volgens de door het ministerie van Infrastructuur en Milieu aangereikte methodiek beschreven. BBZKN Maatregel 1: Sturen en geleiding Vanaf de snelweg en de buitenring wordt het verkeer zo optimaal mogelijk over het beschikbare wegennet verdeeld. Hierbij wordt rekening gehouden met: de beschikbare capaciteit op de wegen de reistijd op de wegvakken in combinatie met de trend van de capaciteit beschikbare parkeercapaciteit, waarbij gestreefd wordt naar een evenredige verdeling tussen de verschillende parkeerfaciliteiten het zoveel mogelijk ontlasten van hoofdfietsroutes en de doorstroomassen OV De maatregel 'sturen en geleiding' maakt gebruik van de wegkant-gerelateerde systemen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de bestaande systemen langs de buitenring en de snelweg. Het (te realiseren) verkeerverwijssysteem neemt de geleiding vanaf de buitenring naar o.a. de parkeerfaciliteiten over (en bij incidenten/evenementen). Het vervolmaken van het inwinnetwerk, om zo de effecten te kunnen meten en te kunnen monitoren, is verwerkt in maatregel 2. BBZKN Maatregel 2: Inwinning & lts De informatie die wordt ingewonnen ten behoeve van het sturen en geleiden, wordt ook gebruikt voor het breder informeren van reizigers binnen regio Zwolle over alternatieven. Vanuit Zwolle wordt hierbij gedacht aan informatieverspreiding via applicaties op smartphones en het tonen van informatie in (openbare) instellingen ter vergroting van het bewustzijn van alternatieven. Omdat er veel ontwikkelingen zijn vanuit de subclusters wordt voorgesteld aan te sluiten bij de ontwikkelingen binnen de subclusters op landelijk niveau. De informatie die wordt ingewonnen in Zwolle wordt beschikbaar gesteld. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de informatie kan worden uitgewisseld via landelijke datahuizen zoals het NDW en het (toekomstige) NDOV en NDP. Voor het aanleveren van goede informatie is een sluitend netwerk van inwinning noodzakelijk, waarbij de knelpunten en bestemmingen van de verschillende doelgroepen goed bemeten worden. Momenteel is ZKN druk met het vervolmaken van het inwinnetwerk. In de scopebeschrijving wordt hier verder op ingegaan. Uitgebreide beschrijving van de maatregel! het project: BBZKN Maatregel 1: Sturing en geleiding Om het verkeer zo goed mogelijk te kunnen geleiden en sturen is een goed netwerk van inwinningspunten en een goed netwerk van sturingspunten noodzakelijk. In en om Zwolle is op de A28 en de buitenring (in onderstaand figuur de blauwe lijnen) het inwinnetwerk en de sturingspunten (dmv DRIP's) al gerealiseerd. Het rode gedeelte is het nog te realiseren inwinnetwerk om de reistijden en intensiteiten te kunnen meten. Ook is het inwinnetwerk de basis van het monitoringsprogramma. Op dit moment worden de buitenring en de A28 in het Minder Hinder Team achteraf besproken. Daar wordt gekeken welke incidenten er opgetreden zijn, welke 9

10 evenementen hebben plaatsgevonden en waar overlast is ontstaan. De ingezette regelscenario's worden dan doorgenomen. Van belang is dat -naast dit terugkijken en indien nodig achteraf bijsturen- het inwinnetwerk ook de mogelijkheid biedt om rea I-time bij te sturen. De inwinning moet ook real-time gemonitord worden om indien noodzakelijk- de regelscenario's (of de voor de knelpunten specifieke nieuwe scenario's) in te kunnen zetten. Het ontwikkelen van nieuwe regelscenario's maakt ook onderdeel uit van de uitwerking van de maatregelen voor DVM. Ook worden op de drie belangrijkste fietsroutes (waarvan één regionaal) de intensiteiten ingewonnen om te kijken wat de effecten van de knelpuntgerichte maatregelen zijn op het fietsgebruik. Ook wordt plaats -en tijdstipafhankelijk via VRI's gestuurd op prioriteit van bussen op drukke routes (langs de knelpunten) om zo de reistijd en doorstroming te verbeteren. Daarnaast wordt ingezet op een goede oversteekbaarheid van fietsers/langzaam verkeer op de routes die qua autodoorstroming een lagere prioriteit hebben door aanwezige VRl's goed af te stellen. Figuur 2:overzicht inwinning Zwolle BBZKN Maatregel 2: Inwinning/lTS Vervolmaken van inwinnetwerk Om het netwerk compleet te maken moet de aansluiting van de binnenring op de buitenring en de binnenring zelf nog bemeten worden. Voor dit rode gebied uit figuur 2 moet de inwinning nog gerealiseerd worden. Op dit moment is hiervoor een gedegen schatting aanwezig. De kosten voor inwinning zijn onder het ITS gedeelte ingedeeld, maar wel als aparte posten benoemd. Aansluiting bij landelijk subc!uster ln-car ZKN heeft de intentie om aan te haken bij het landelijk subcluster in-car. Om goed te kunnen aansluiten bij dit landelijk cluster is het noodzakelijk om goede databronnen te hebben, die gebruikt kunnen worden in een landelijke Intelligente Transport Systemen (ITS)-uitwerking. Door aan te haken bij het landelijke subcluster wil ZKN bereiken dat de regionale informatie zowel pre-trip als on-trip beschikbaar is voor de reiziger om zo een goede bijdrage te kunnen leveren aan de congestiereductie tijdens de spits. Voor de Pre-trip informatie wordt ingezet op voorspelde reistijd op route A-B, een multi-modale routeplanner (uni-modaal) om alternatieven te kunnen vergelijken, informatie over wegwerkzaamheden en advies op maat op basis van een geselecteerd profiel (bijvoorbeeld fietsen als minder dan 40% kans regen). Ook legt deze maatregel een link met de BBZKN maatregelen 3 en 4 (spoor Bereikbaarheidsarrangementen & Spitsmijden) en met het programma 10

11 ketenmobiliteit van de provincie Overijssel. Hiermee wordt dus ook ingezet op een toename van (regionaal) fietsgebruik en een toename van OV-gebruik (met name deur-tot-deur). De On-trip informatie dient te bestaan uit onder andere waarschuwingen bij (significante) verandering van de actuele situatie en voorstellen voor alternatieven (route, tijdstip, modaliteit). Bij een overstap (ketenmobiliteit) via bijv. een P&R wordt de OV-informatie (vertrektijd, frequentie e.d.) gegeven. Door het beschikbaar stellen van goede informatie, kunnen alle doelgroepen en de regionale weggebruikers input krijgen over de bereikbaarheid van Zwolle en de doorstroming rondom Zwolle. On-trip informatie heeft een sterke relatie met multimodale verplaatsingen. Waar mogelijk wordt ingezet op overstap op OV (fiets). Hierdoor wordt enerzijds bijgedragen aan de scharnierfunctie van Zwolle tussen Noord-NL en de Randstad. Anderzijds wordt een impuls gegeven aan de gastvrije binnenstad. Deze maatregel heeft erg veel samenhang met maatregel 4, verderop besproken. Doel van de maatregel Primair effect (onderstaande paragraaf geldt voor BBZKN maatregelen 1 en 2 ): Doel van de beide maatregelen is om bij te dragen aan de programmadoelstelling 20% congestiereductie op de vier geselecteerde knelpunten in de spits. De lts maatregelen dragen als integraal onderdeel bij aan deze doelstelling. Zo zullen door de werkzaamheden op knelpunt 1 zullen reizigers hinder ondervinden en ook beleven. Om dit tot een minimum te beperken worden reizigers met realisatie van BBZKN maatregelen 1 en 2 op locatie geïnformeerd en gestuurd langs andere routes. De pre- en on-trip informatie via de lts-maatregel zorgt ook voor geleiding en sturing van de verschillende doelgroepen. Met de BBZKN maatregelen 3 en 4 worden reizigers verleid tot het kiezen van andere modaliteiten (overstap naar fiets en/of OV) en tot het reizen op andere tijdstippen. De inwinning en productie van sturing- en geleidinginformatie uit de Verkeersmanagement maatregelen zijn de basis voor (het meten van effecten op) de ITS- en Mobiliteitsmanagementmaatregelen. Ook voor het verkrijgen van een beeld van de huidige situatie in de 0 meting voor de monitoring is de inwinning de basis. Na de werkzaamheden moeten de reizigers structureel een (volwaardig) route alternatief kunnen opvragen. De basis hiervoor is de informatie uit het inwinnetwerk, die in het ideale geval een reisadvies / alternatief geeft, gericht op de doelgroep/individuele gebruiker. Deze moet altijd actueel en betrouwbaar zijn, zodat de reiziger weet wat hij kan verwachten. Type maatregel BBZKN maatregel 1 betreft een DVM maatregel en BBZKN maatregel 2 betreft een lts-maatregel. Nadere afbakening maatregel I project BBZKN maatregel 1: Voor ZKN ligt de focus op de vier knelpunten, met aanrijdroutes over de A28, de buitenring en de voorkeursroutes, die benoemd zijn door Zwolle. Het gaat hier om routes voor auto, waarbij zorgvuldig is bekeken dat deze routes zo min mogelijk conflicteren met hoofdfietsroutes en de doorstroomassen OV. 11

12 Zie figuren hieronder: Figuur 3: hoofdstromen richting binnenstad Figuur 4: hoofdstromen richting IJsselhallen De zes hoofdstromen richting de binnenstad komen samen op de binnenring, waar de vier knelpunten zich bevinden. Door de verkeersstromen zo te geleiden en sturen wordt een structurele bijdrage geleverd aan de congestievermindering op de knelpunten. Tijdens de werkzaamheden in het gebied van knelpunt 1 wordt het beoogde resultaat beschreven, zodat een reëel effect van de maatregel gemeten kan worden. Tijdens evenementen worden juist die routes gefaciliteerd die de knelpunten vermijden. Door ook de fietsroutes mee te nemen in het inwinnetwerk en het OV-gebruik te monitoren, worden de effecten van specifieke maatregelen (vooral maatregelen 3 en 4) ook gemeten en kan een eventuele toename van fietsers / OV-gebruikers bepaald worden. Dit met het oog op de doelstelling om 5% meer ketenverplaatsingen te accommoderen. Als het inwinnetwerk op orde is, en dus de binnenring, aanrijdroutes en de hoofdfietsroutes goed bemeten kunnen worden, kan de informatie ook gebruikt worden voor een landelijke lts-oplossing. Voor een goede basisinwinning, en een volledig beeld (noodzakelijk voor aansluiting subcluster) moet de volgende data ingewonnen worden bij verschillende bronnen: Data Ikon BeschIfcINiarhe Reistijden hoofdwegennet (A28) (hwn) via RWS/NDW Compleet Reistijden onderliggend wegennet (own) via vri's en bluetooth-kastjes Uit te breiden (VBM's) uitbreiding binnenring en radialen noodzakelijk Parkeergegevens parkeergarages via parkeersystemen garages Ontsluiting realiseren Parkeergegevens overig parkeren en P+R Deels, uitbreiding noodzakelijk Uit te breiden Intensiteiten / wachtrijlengte VRI's Deels, uitbreiding noodzakelijk Uit te breiden OV DRIS/GOVI Ontsluiting realiseren Intensiteiten / wachtrijlengte niet-vri's Via luscamera's Te realiseren Hoofdfietsroutes Ka ntradarsystemen Te realiseren Mogelijke variatie en onzekerheden in de scope Op dit moment is nog geen sluitend netwerk voor de inwinning gerealiseerd. Daarom kan nog geen Q-meting worden uitgevoerd en zijn de reistijden / intensiteiten op de binnenring en de effecten van de maatregelen op de knelpunten nog niet inzichtelijk te maken. Na realisatie van het netwerk kan een goede Q-meting plaatsvinden en worden intensiteiten en effecten concreet gemaakt. Momenteel is aansluiting bij het landelijk subcluster in-car nog niet gerealiseerd. Vanwege het -bij alle partijen bekende- verlaat aansluiten van Zwolle Kampen Netwerkstad is het landelijk subcluster reeds vergevorderd in haar gezamenlijke aanvraag. Voor ZKN betekent dit goede afstemming houden met Vincent Habers (IenM) om in een vervolgfase wel aan te kunnen sluiten. Om die reden is expliciet benoemd dat het aansluiten bij het landelijk subcluster een mijlpaal is. 12

13 Kosten excl. BTW (Kasritme investeringen opgenomen) Fase 1 ** Fase 2 Fase 3 (Q3-Q4 Omschrijving Aantal Totaal 2012) (Q12013) (na 2013) Maatregel 1: Sturing en Geleiding Realisatie VerkeerVerwijsSysteem stad in 70 borden ( ( ( Realisatie VerkeerVerwijsSysteem stad uit 20 borden ( ( Scenariomanagement (VMS Zwolle-Kampen) ( ( ( Maatregel 2: Inwinning/lTS Reistijdinwinning binnenring* 20 VBM's ( ( Inwinning drie hoofdfietsroutes* 3 kantradars ( ( Inwinning intensiteiten bestaande VRI's (o.a. software-update)* 10 ( ( Inwinning intensiteiten luscamera's (ongeregelde kruispunten)* 5 ( ( Ontsluiten bezettingsgraden P-accomodaties + P&R (uitbreiding)* ( ( Reservering voor aansluiting bij landelijk subcluster 'in-car' ( ( Benodigd budget ( ( *** ( ( * Deze investeringen zijn nodig ten behoeve van een goede O-meting. ** In het investeringoverzicht wordt gefaseerd. Voor BBZKN maatregel 1 wordt ingezet op realisatie van fase 1. Hiermee wordt enerzijds het inwinnetwerk gerealiseerd. Anderzijds wordt met deze fase gezorgd dat Maatregel 1 functioneel is. Investeringen vallend onder fase 2 en 3 worden dus niet meegenomen in het taakstellend budget BBZKN. Bij financiële meevallers binnen BBZKN of extra investeringen in BBZKN wordt de realisatie van fase 2 en 3 mogelijk wel meegenomen. *** Het bedrag van( wordt mogelijk nog naar beneden bijgesteld, Tussen IenM en gemeente Zwolle wordt nog gesproken over (co)financiering van de 20 VBM's en drie kantradars buiten de kaders van Beter Benutten. Voor 1 juli moet hier duidelijkheid over zijn. De investeringen ten behoeve van realisatie van BBZKN maatregel 2 worden wel in het taakstellend budget BBZKN meegenomen. In de laatste week van juni vinden er gesprekken plaats met de VID en de Provincie Overijssel om het inwinnetwerk te vervolmaken en een mogelijke bijdrage hiervoor vanuit de provincie (Mobiliteitsaanpak, maatregelpakket 18), Voor 1 september, maar niet voor het tekenen van deze startbeslissing, is duidelijk wat eventuele gevolgen voor de kosten voor deze twee maatregelen zijn. Het taakstellend budget voor het realiseren van beide maatregelen binnen de kaders van BBZKN bedraagt voorlopig dus ( (investering fase 1). Het gereserveerde taakstellend budget voor het aansluiten bij het landelijk subciuster in-car bedraagt (

14 Mijlpalen & Planning Mijlpalen* Planning Start gereed 1. Inwinningsnetwerk gereed Q22012 Q Genereren van een goede O-meting Q Q Analyse intensiteiten en effecten van de maatregelen Q Q Aansluiten landelijk subcluster in-car Q Q Realiseren Verkeerverwijssysteem stad in Q Q Realiseren Verkeerverwijssysteem stad uit** Q Q Scenariomanagement Q42012 Q42014 * Het Inwinningsnetwerk, de analyse van intensiteiten en effecten van de maatregelen, en het Verkeerverwijssysteem stad in worden allen voor 31 december 2012 gerealiseerd. De Zwolse gemeenteraad heeft expliciet besloten om het Verkeerverwijssysteem te realiseren voor de start van de werkzaamheden aan de Katerdijk. Met het tekenen van dit plan van aanpak startbeslissing BBZKN geven Rijk en regio een 'Go' wat betreft de financiering en realisatie van de mijlpalen 1 tot en met 5 en een onderdeel van mijlpaal 7. Op korte termijn neemt het ZKN Minder Hinderteam (gemeente Zwolle, provincie Overijssel en RWS zijn vertegenwoordigd in dit team) een Go-No Go beslissing over het programma van eisen en functioneel ontwerp alvorens over te gaan tot daadwerkelijke realisatie. De regiegroep BBZKN (ondermeer gemeente Zwolle, provincie Overijssel en landelijk programma Beter Benutten) worden begin september 2012 geïnformeerd over de stand van zaken. ** Eind 2012/ begin 2013 neemt de regiegroep BBZKN een Go-No Go beslissing over verdere invulling en financiering van mijlpalen 6 en 7. Risico's Nr Risico ( =ongewenste Kans van Gevolgen (in tijd Beheersing gebeurtenis) optreden en geld) (voor beheersin q) 1 Conflicterende wensen/eisen 10% Nihil. Betrekken regionale partners bij met betrekking tot Samenwerking met opstellen basis wensen/eisen. sturingsvisie partners goed op Indien noodzakelijk kan snel een orde. Organisatie (bestuurlijk) overleg worden staat (Minder Hinder ingepland. team). Afstemming met partners vindt momenteel constant plaats. 2 Systeem niet (integraal) 10% Beperkt. Aannemer verantwoordelijk voor verkeerskundig correct. (denk Uitloop van planning integrale systeem (keten van aan: juiste inwinning voor het mogelijk. inwinning tot presentatie en correcte informatie) Financieel weinig kwaliteit vld getoonde informatie risico. ) Belangrijk om goed uit te vragen en functioneel te omschriiven in het PvE 3 Aannemer presteert niet naar 25% Beperkt. Goede contractvorming/opstellen verwachting Uitloop van planning bestek. Inzetten op goed mogelijk. Financieel contractmanagement/directievoer beperkt risico (bijv. ing. Referenties meewegen in in geval van aanbesteding, betrekken juridische geschillen) opdrachtgever bij uitvoering, Boete/bonus clausule in bestek 4 Centraal systeem of 25% Beperkt risico in tijd Concreet en functioneel systeemdelen niet tijdig en geld. formuleren in PvE is essentieel. opgeleverd Inwinning en het centrale systeem ziin essentieel voor 14

15 werking. Hierop moet focus gehouden worden bij de planning. O.a. monitoring op de geplande en actuele projecten gedurende de werkzaamheden zijn van belano ivm inwinnino.. 5 Inwinning reistijden HWN niet 10% Geen Inwinning is voorhanden, RWS is / niet tijdig beschikbaar, betrokken via Minder Hinder team waardoor informatie HWN- (zie afstemming regionale >OWN niet optimaal kan partners) worden bepaald 6 Inwinning reistijden OWN niet 25% Beperkt risico in tijd Zie 4. Monitoring op geplande / niet tijdig beschikbaar, en geld werkzaamheden van belang. waardoor netwerkregeling (VRI's), PRIS en DRIPs niet optimaal kan worden oestuurd 7 Inwinning P -info niet (niet 10% Geen Inwinning is afhankelijk van tijdig) beschikbaar, waardoor gemeentelijke en commerciële optimale verwijzing naar P- parkeergarages, inwinning is locaties niet mogelijk is goed op orde. Goede afstemming met nartiien bliift belanariik. 8 Afhankelijkheid andere 50% Risico. Planning/fasering is projecten (bijv. Uitloop van planning verantwoordelijkheid wegwerkzaamheden) mogelijk i.v.m. opdrachtgever. waardoor planning uitloopt. geplande systeemarchitectuur met deze werkzaamheden. afhankelijkheid. Planning wordt Informeren/betrekken van duidelijk in stakeholders DO/besteksfase van de projecten. Het innen van de boeteclausule is oevolo financiën. 9 Budget niet toereikend 25% Financieel risico. Goede en tijdige afstemming met Huidige I&M en Provincie Overijssel investeringsprogram Aansluiten bij provinciaal ma overstijgt programma Ketenmobiliteit (v.a. beschikbare budget. Q1 2013) Goede fasering van investerinasnroaramma. Uitvoeringsorganisatie De realisatie wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de gemeente Zwolle. De volgende partijen zijn hierbij betrokken: Minder Hinder team, Provincie Overijssel, ZKN, RWS, I&M, gemeente Kampen, bedrijven binnenstad Zwolle, Q-park. 15

16 Maatregelen Spoor Bereikbaarheidsarrangementen & Spitsmijden Binnen het spoor Bereikbaarheidsarrangementen & Spitsmijden worden in de periode twee maatregelen gerealiseerd, namelijk bereikbaarheidsarrangementen en spitsmijden voor alle doelgroepen. De maatregelen zijn wederom gericht op de vier doelgroepen die langs de vier benoemde knelpunten reizen. De maatregelen zijn vooral gericht op het beïnvloeden het tijdstip van reizen, de keuze voor het vervoersmiddel en het voorkomen van reizen. Binnen het spoor Bereikbaarheidsarrangementen worden twee maatregelen gerealiseerd: BBZKN maatregel 3: Bereikbaarheidsarrangementen BBZKN maatregel 4: Spitsmijden voor alle doelgroepen De inhoud van deze twee maatregelen worden volgens de door het ministerie van Infrastructuur en Milieu aangereikte methodiek beschreven. BBZKN Maatregel 3: Berejkbaarheidsarrangementen Uitgebreide beschrijving van de maatregel I het project Een bereikbaarheidsarrangement wat is dat eigenlijk? Een goede bereikbaarheid draagt bij aan een goed imago. Een slechte bereikbaarheid leidt tot irritatie en kan reden zijn om een (binnen)stad niet meer of minder te gaan bezoeken, elders te gaan werken of een bedrijf te verhuizen. De ZKN wil haar gasten op een klantgerichte en wervende manier ontvangen. Bereikbaarheidsarrangementen gaan daarin een belangrijke rol spelen. De essentie van bereikbaarheidsarrangementen is dat het aanbod, de beleving en de waardering van de verplaatsing en het doel van de verplaatsing niet meer los van elkaar gezien worden. Het bereikbaarheidsarrangement levert voor de reiziger meerwaarde op. Deze meerwaarde, die per doelgroep kan variëren, kan betrekking hebben op één of meerdere van de volgende kwaliteiten: veiligheid, betrouwbaarheid, gemak, comfort, imago, beleving, prijs, informatie. En het is prettig als de bezoeker keuzes kan maken. Hij kan dan kiezen wat het beste bij hem past afhankelijk van het motief en de omstandigheden. Een bereikbaarheidsarrangement is een aantrekkelijke combinatie van bereikbaarheidsdiensten en producten die de bezoeker, bewoner, student of forens van ZKN gemakkelijk en aangenaam maakt om naar de regio te komen en zich binnen de regio te verplaatsen. Hiermee wordt de beleving van de reiziger naar en binnen ZKN als gastvrije regio vergroot. Daarnaast worden bereikbaarheidsarrangementen zodanig ingezet dat daarmee de bereikbaarheidsknelpunten worden aangepakt. De primaire doelgroepen zijn de bezoekers (binnenstad, evenementen). Maar er liggen ook koppelingen met andere doelgroepen zoals de forenzen en het zakelijk verkeer. Voor de forens is het openbaar vervoer of bijvoorbeeld het gebruik van stadsrandsparkeren (in combinatie met bijvoorbeeld een shuttledienst of goede fietsparkeervoorzieningen of andere fietsvoorzieningen) ook nuttig om congestie te vermijden en veel forenzen (uit de regio) zijn ook bezoeker van de binnenstad. Arrangementen op het gebied van het openbaar vervoer en fiets zijn voor beide doelgroepen van belang. Het ontwikkelen en aanbieden van bereikbaarheidsarrangementen is bij uitstek iets dat door markt (zoals vervoerders, winkeliers, horecaondernemers, cultuurinstellingen en andere locatie-exploitanten) getrokken wordt. Deze kennen namelijk als geen ander hun doelgroepen en hebben een direct economisch belang bij het aantrekken van meer bezoekers. De verschillende overheden spelen hierbij een faciliterende rol als wegbeheerders (bewegwijzering, verkeersmanagement, fietsvoorzieningen), parkeerexploitant, verantwoordelijke voor busverkeer, e.d. 16

17 Een bereikbaarheidsarrangement gaat over de gehele keten van huis- tot eindbestemming en probeert te stimuleren dat voor elk onderdeel van de keten het juiste vervoermiddel wordt gekozen. Het heeft de volgende kenmerken: 1. Keuze om te gaan mede op basis van informatie over diverse reismogelijkheden : multimodale informatie over betrouwbaarheid, reistijd, prijs (vergelijking van verschillende mogelijkheden), gemak, parkeren (locaties, prijsdifferentiatie, routes, beschikbaarheid) en mogelijkheid om reistickets te boeken of om reserveringen te maken (deze bouwsteen hangt nadrukkelijk samen met BBZKN maatregel 1 &2). 2. Geleiden en informeren tijdens de reis: route, vertrektijden, overstappen (deze bouwsteen hangt nadrukkelijk samen met BBZKN maatregel 1 &2). 3. Gewenst gedrag, dat bijdraagt aan een betere bereikbaarheid (spreiding van routes, tijdstippen, parkeerlocaties en vervoerwijzen) stimuleren en belonen. 4. Binden van bezoekers door het aanbieden van keuzemogelijkheden die stimuleren tot een nieuw bezoek. Wat gaan we doen binnen de kaders van BBZKN? In de periode gaat BBZKN bereikbaarheidsarrangementen ontwikkelen en inzetten die bijdragen aan keuzes die gunstig zijn voor de bereikbaarheid: meer openbaar vervoer en ketenverplaatsingen met het openbaar vervoer, reisadvies voor routes en tijdstippen naar parkeervoorzieningen, stimuleren stadsrandparkeren (o.a. bestaande carpool- en P&R-terreinen), stimuleren spreiding vertrektijden. Daar hoort ook bij dat vervoerdiensten worden ontwikkeld en uitgevoerd. Dat betreft vooral de shuttlediensten (station, stadsrand) Ook hoort hierbij dat goede en veilige stalingsvoorzieningen voor fietsen komen op plekken waar de we de overstap naar fiets willen faciliteren en stimuleren. Hierbij valt ook te denken aan de (eventueel tijdelijke) aanleg van een goede park& bikevoorziening op een passende locatie. Er kan gebruik gemaakt worden van de resultaten van onderzoek dat uitgevoerd is naar geschikte locaties voor een dergelijke voorziening. Een gecombineerd overstappunt van auto op een ov-shuttle en de fiets behoort eveneens tot de mogelijkheden. Waar mogelijk zal worden aangesloten bij lokale en provinciale fietsprogramma's. In de regio wordt een 'bereikbaarheidsarrangeur' actief die op eigen initiatief of op verzoek van partners bemiddelt tussen vraag en aanbod van reizigers. Deze 'bereikbaarheidsarrangeur' begeleidt tevens de stappen om te komen tot een arrangement. Hij of zij werkt daarbij zoveel mogelijk met het middel van co-creatie: gebruikers, specialisten en aanbieders ontwikkelen samen de juiste arrangementen. Om deze ontwikkeling te ondersteunen wordt een 'bereikbaarheidsfonds' opgezet met als doel om de ontwikkeling van arrangementen te stimuleren en te (co)financieren. Het fonds geeft een eerste prikkel en helpt bij het zetten van de eerste stap. De partners waartussen de bereikbaarheidsarrangeur bemiddelt zullen voor een belangrijk deel zelf de realisatie van een arrangement moeten financieren. Verder wordt er zoveel mogelijk gewerkt met 'open bronnen' en via nieuwe media gestimuleerd dat partners, burgers, bezoekers, studenten en forenzen suggesties en voorstellen kunnen doen. De bereikbaarheidsarrangeur maakt verder gebruik van een aanjaagteam dat gevraagd en ongevraagd advies geeft en stimulerend werkt. Bij het realiseren van de maatregel bereikbaarheidsarrangementen wordt gewerkt vanuit het principe "succes maakt succes", daarbij is het van belang dat het eerste bereikbaarheidsarrangement snel wordt gerealiseerd, zodat geleerd kan worden kan worden van de ervaringen en het positieve resultaat een vliegwieleffect heeft. Voor het samenstellen van succesvolle bereikbaarheidsarrangementen maken we gebruik van de volgende bouwstenen : 1. Module voor informeren, boeken en reserveren: multimodaal, ketens, prijsvergelijking, 'aanbiedingen', beschikbaarheid, betrouwbaarheid. Voor dit onderdeel kan zoveel mogelijk worden aangesloten bij 17

18 (deel)producten die reeds beschikbaar zijn of in ontwikkeling zijn. Het gaat dan wel om de integratie van deze (deel)producten. 2. Tarievenpallet: tarieven/aanbiedingen voor het gebruik van het openbaar vervoer (samen reizen), parkeren (differentiëren naar tijd, plaats, parkeerduur, vertrektijd), menukaart (multimodale pakketten). Hiervoor zijn afspraken nodig met regisseurs van openbaar vervoer, vervoerbedrijven en parkeerexploitanten. 3. Shuttlediensten: stadsrand, Park and bike, stationsshuttle, evenementenshuttle en benutten regionaal netwerk van treinstations (P+R). Het gaat hier om de fysieke realisatie van deze voorzieningen en het uitvoeren van de dienstverlening. 4. Belonen en binden bij gebruik fietsenstallingen, openbaar vervoer en parkeervoorzieningen (onder bepaalde condities die bijdragen aan het versterken van de economie en het verbeteren van de bereikbaarheid). Hierbij kan gebruik worden gemaakt van het bestaande product Fiets en Win dat mogelijk ook aangepast kan worden voor ov-reizigers en of gebruikers van parkeergarages (bijvoorbeeld bij on-line afname van vervoerproducten). 5. Verblijfsarrangementen: koppeling van reizen met specifieke bestemmingen (zoals de Fundatie, evenement, dagje Zwolle). Bij het kiezen van een arrangement worden reisadviezen gegeven die het beste passen bij een goede bereikbaarheid (openbaar vervoer-keten, parkeerbestemming en route). Verblijfsarrangementen komen tot stand door locatie-exploitanten en vervoeraanbieders met elkaar te verbinden. 6. Communicatie- en marketingstrategie. Bij voorkeur wordt niet ieder deelproduct apart gecommuniceerd maar wordt uitgegaan van 'één winkel' met keuzemogelijkheden. Voor de integrale communicatie en marketing zal één organisatie verantwoordelijk moeten zijn. Voorbeeld van een Bereikbaarheidsarrangement: Museum De Fundatie Eind mei 2013 heropent museum De Fundatie. De regionale en landelijke bezoekers komen vrijwel allemaal met de auto. Een bereikbaarheidsarrangement voor De Fundatie kan bestaan uit: Reisinformatie over een ketenverplaatsing : auto - regiostation - trein - stationsshuttle Meermanskaartjes voor het gebruik van de regiotrein op bepaalde tijdstippen van de week. Keuzemogelijkheid om pakket aan te schaffen van meerdere treinkaartjes en uitrijdkaarten voor parkeergarages of stadsrandshuttle. Uitrijdkaarten die gebruikt worden na uur zijn lager geprijsd. Deelname aan een verloting of korting Voor een bezoeker van museum De Fundatie kan dit het volgende betekenen: Via de communicatie-uitingen van de Fundatie kan de bezoeker via een doorklikmogelijkheid van de website van de Fundatie een reisadvies krijgen over de verschillende mogelijkheden. De reiziger kan bijvoorbeeld kiezen uit combikaartjes (trein/toegang, de Hanzelijn maakt het gebruik van de trein aantrekkelijk) in combinatie met de stationsshuttle of de aantrekkelijke looproute vanaf het station met 'stads- en museumgidsen'. Eeen andere optie is met de auto komen en een uitrijdkaart aanschaffen voor de parkeergarage Lübeckplein in combinatie met de stationsshuttle of een ov-kaart voor een parkeerplaats bij de A28 met aanvullend vervoer. De reiziger maakt een keuze en schaft desgewenst direct zijn arrangement aan. Wat is hiervoor nodig? Integrale reis- en prijsinformatie via een webapplicatie of app die desgewenst de reiziger ook informeert over aantrekkelijke alternatieven. Samenwerking tussen NS, gemeente, provincie Overijssel, parkeerexploitanten. Mogelijk integratie van producten op één mobiliteitskaart. 18