In het lichaam van een meercellig organisme treedt specialisatie van cellen op.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "In het lichaam van een meercellig organisme treedt specialisatie van cellen op."

Transcriptie

1 Algemene anatomie en fysiologie/fysiologie/ niveau 2 Cellen Bouw en functie van cellen Levende organismen bestaan uit één of meer cellen, die er voor zorgen dat de soort en het individu in stand wordt gehouden. Zowel planten als dieren komen voor als ééncelligen, dus bestaande uit één enkele cel en als meercelligen, dus bestaande uit veel cellen. Voorbeelden van eencellige organismen zijn onder andere micro-organismen (of microben) die men alleen met een microscoop kan waarnemen, zoals bacteriën en eencellige dieren. Ze kunnen ook uit meerdere cellen bestaan, zoals schimmels en wieren. De zichtbare planten en dieren bestaan uit een zeer groot aantal cellen. De mens behoort tot het dierenrijk en is opgebouwd uit talloze miljoenen cellen. Naarmate het levend wezen hoger is ontwikkeld, dat wil zeggen meer complex, neemt niet alleen het aantal cellen toe maar ook het aantal soorten cellen. Men spreekt dan van een meercellig organisme. In het lichaam van een meercellig organisme treedt specialisatie van cellen op. Weefsels en cellen De cel is het kleinste zelfstandige deeltje van het menselijk lichaam. De cytologie bestudeert de bouw en functie van de cellen. Bouw en functie van een cel zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, uit de bouw wordt meestal de functie al duidelijk. Een cel leeft en heeft een aantal kenmerkende eigenschappen zoals: - de stofwisseling, het opnemen, verwerken en uitscheiden van stoffen - het verrichten van arbeid, bijvoorbeeld bewegen - het vermogen om op prikkels uit de omgeving te reageren - voortplanting - groei De bouw van een cel is afhankelijk van de taak die deze moet vervullen. Bouw van de cellen Ondanks verschillen bestaan er ook veel overeenkomsten in de bouw. Elke cel bestaat uit een wand, de celmembraan waarbinnen zich de celvloeistof, het cytoplasma en de celkern bevinden.

2 Weefsels Cellen van eenzelfde soort en met dezelfde functie noemt men een weefsel. Zo kent men spierweefsel, zenuwweefsel, epitheelweefsel, bind- en steunweefsel. Een orgaan bestaat uit verschillende weefselsoorten die samen een functie vervullen. Welke weefsels in een orgaan zitten, is afhankelijk van de functie die het orgaan heeft. Zo heeft de maag tot taak de voedselbrij uit de slokdarm op te vangen, te verteren en daarna voort te bewegen naar de dunne darm. De maagwand is dan ook aan de binnenzijde bekleed met kliercellen die het maagsap maken. De spieren in de maagwand zorgen ervoor dat het voedsel verder naar de darmen kan worden vervoerd. Organen en structuren die gezamenlijk aan een bepaalde levensfunctie werken, noemt men een orgaanstelsel. Zo zijn het zenuwstelsel en het hormoonstelsel nauw met elkaar verbonden. Ook uitscheiding van afvalstoffen wordt verricht door diverse orgaanstelsels, zoals het urinewegstelsel, het spijsverteringsstelsel en het ademhalingsstelsel. Celdifferentiatie Aanvankelijk lijken jonge cellen onderling veel op elkaar. Maar al gauw ontwikkelen ze een verschillende vorm en wordt hun functie verschillend. De cellen binnen zo'n meercellige organisme hebben zo, eventueel groepsgewijs, hun eigen taak. De verschillen in bouw, samenstelling en functie hangen samen met de speciale taak die de cellen in de organisatie van ons lichaam hebben gekregen. Bij de micro-organismen nemen de cellen alle taken voor hun rekening. Bij de hogere organismen ontwikkelen de cellen specifieke eigenschappen, waardoor ze hun taak binnen het organisme kunnen vervullen. Zo kennen we bijvoorbeeld: -epitheelcellen (of dekweefsel), deze dienen voor de buitenste bekleding van het organisme. Het dekweefsel heeft als taak het bedekken van het hele lichaam, zowel van buiten (de huid) als aan de binnenkant van organen die met de buitenwereld in contact staan. -bindweefselcellen (het bind- en steunweefsel), die dienen als vulmiddel en helpen mee de diverse organen op hun plaats te houden. Hiertoe behoren het beenweefsel, kraakbeen, banden, pezen van spieren en ook het bloed. -spiercellen die dienen om de verschillende bewegingen van het organisme mogelijk te maken. Hiertoe behoort het spierweefsel. Spieren zijn opgebouwd uit dunne, langwerpige spiercellen. Onder invloed van een zenuwprikkel kunnen spiercellen zich sterk samentrekken. -zenuwcellen die dienen om signalen door te geven en te verwerken tot reactieprikkels. Het zenuwweefsel bestaat uit twee soorten cellen met vele uitlopers. De eigenlijke zenuwcellen noemt men neuronen. Deze dienen voor het overbrengen van prikkels in het lichaam. De tweede soort zijn de steuncellen, deze noemt men gliacellen. Deze cellen dienen voor de voeding van de neuronen.

3 Bouw van de weefsels Een samenwerkingsverband van eenzelfde soort cellen noemt men een weefsel. Een weefsel bestaat uit levende cellen, die afhankelijk van de taak, ieder een eigen constructie en vorm hebben. De gespecialiseerde cellen vormen gespecialiseerde weefsels. We onderscheiden vier grote groepen weefsels: - epitheelweefsel Is dekweefsel, denk hierbij aan de (opper)huid en holle organen. - bind- en steunweefsel Denk hierbij aan beenweefsel, kraakbeen, banden, pezen, etc. - spierweefsel We kennen dwarsgestreept spierweefsel, glad spierweefsel en hartspierweefsel. Al het spierweefsel heeft tot taak krachten uit te oefenen en die komen tot stand door samentrekking van de spieren (door aansturende prikkel van de zenuwcel). - zenuwweefsel Vormt het zenuwstelsel, het berichtensysteem van het lichaam, het geeft signalen door. We kennen het animale zenuwstelsel en het vegetatieve zenuwstelsel.

4 De huid. Bouw, ligging en functie van huid Onze huid is in vele opzichten belangrijk en veel meer dan zomaar het omhulsel van ons lichaam. De huid is de eerste verdedigingslinie tegen schadelijke invloeden in onze omgeving. De huid zorgt ervoor dat wij niet snel oververhit, onderkoeld of uitgedroogd raken. De huid bezit tastgevoel zodat wij dingen kunnen voelen en daardoor bijvoorbeeld complexe handelingen met onze handen kunnen verrichten. De huid maakt ons herkenbaar voor de mensen om ons heen. Zonder huid zouden wij niet kunnen bestaan. De huid is aan de buitenkant niet egaal. Overal zijn met het blote oog fijne groeven en lijnen te zien. Deze worden het huidreliëf genoemd. De huid aan de handpalmen en voetzolen heeft een ander reliëf dan elders op het lichaam. Het huidreliëf zorgt ervoor dat de huid in staat is mee te geven bij bewegingen van het lichaam De indeling van de huid Men onderscheidt aan de huid ofwel cutis de volgende lagen: -opperhuid/epidermis De opperhuid bestaat uit dekweefsel (is epitheel) en vormt zweetklieren, geurklieren, talgklieren, haren en nagels. De opperhuid bevat geen bloedvaten, zenuwen of lymfeklieren. Wel bevindt zich hier een aantal (gevoels) zintuigen die koude, warmte, pijn en tast registreren. (Een oppervlakkige schaafwond, die alleen de opperhuid beschadigt, bloedt dus niet, er kan wel weefselvocht naar buiten treden.) -lederhuid/corium (of dermis) De lederhuid bestaat uit een bindweefsellaag die bloedvaten, lymfevaten, zenuwen en zintuigen bevat. De grens tussen de opperhuid en de lederhuid verloopt grillig, gegolfd. De lederhuid dringt in de vorm van papillen de opperhuid binnen. In deze papillen liggen bloedvaten en zintuigen. De zweetklieren en de haren met hun talgklieren (die alle tot de opperhuid worden gerekend) dalen af tot diep in de lederhuid. -onderhuids bindweefsel/subcutis Het onderhuids bindweefsel is de laag die zich onder de lederhuid bevindt. Deze verbindt de huid met de onderliggende weefsels. Deze laag bevat veel vetweefsel (subcutaan vet) dat het lichaam beschermt tegen afkoeling. Het bestaat uit een losmazig bindweefsellaag.

5 Stofwisseling. Stofwisseling is een basiskenmerk van de levende cel. Cellen hebben voor hun groei en voor het uitvoeren van hun specifieke taak voeding nodig (brandstoffen en bouwstoffen). Deze voeding wordt opgenomen van buiten het organisme (eten) en binnen het organisme aangepast aan voor celstofwisseling bruikbare bestanddelen (spijsvertering). De cel onttrekt aan deze bestanddelen de noodzakelijke elementen voor zijn taak en onttrekt er producten aan waarmee hij zich kan voorzien van de noodzakelijke energie. Voedingsstoffen worden dus door het organisme opgenomen uit de omgeving. De vaste en vloeibare stoffen worden verwerkt voor inwendig gebruik door het spijsverteringsstelsel, het inwendig milieu. De gasvormige stoffen worden opgenomen door het ademhalingsstelsel, het uitwendig milieu. De stofwisseling op het niveau van uitwendig en inwendig milieu -doel van de stofwisseling/metabolisme Het doel is eenvoudig, het doen functioneren van het organisme (menselijk lichaam). De stofwisseling van de cel kent twee kanten. In de cel worden de voedingsstoffen op twee manieren gebruikt. Een deel van de voedingsstoffen, namelijk de eiwitten, mineralen en water, wordt gebruikt om nieuwe cellen op te bouwen. Het teveel aan voedingsstoffen wordt tijdelijk opgeslagen in de lever. Deze groei, herstel of vernieuwing van cellen heet anabool of anabolisme en wordt de opbouwstofwisseling of assimilatie genoemd. Het andere deel van de voedingsstoffen, namelijk vetten en koolhydraten, wordt met behulp van de zuurstof verbrand om het lichaam van warmte en energie te kunnen voorzien. Dit verbruik van voedingsstoffen heet katabool of katabolisme en wordt bedrijfsstofwisseling of dissimilatie genoemd. Ook het verbruik van de opgeslagen voedingsstoffen is katabool. Bij deze verbranding van voedingsstoffen komen afvalstoffen vrij. Het bloed voert deze afvalstoffen naar de nieren, de darmen, de longen of de huid. Daar worden de afvalstoffen verwerkt en uitgescheiden in de vorm van urine, ontlasting, uitgeademde lucht en zweet. Het evenwicht tussen deze beide functies heet metabolisme.

6 Spijsvertering. Onder spijsvertering verstaat men alle verrichtingen van het spijsverteringsstelsel en alle processen daar omheen om te komen tot een "vertering" van de spijzen. Het doel van de spijsvertering is om voedsel om te zetten in stoffen die door het bloed kunnen worden opgenomen. De opname in het bloed kan alleen gebeuren als het voedsel in opgeloste toestand verkeert. Voedselbestanddelen die onopgelost zijn in het maagdarmkanaal, moeten als onverteerbare resten uit het lichaam worden afgevoerd. De bouw en functie van het spijsverteringskanaal De voedingsstoffen kunnen dus niet zomaar worden benut door het lichaam. De spijsvertering zorgt ervoor dat dit uiteindelijk wel kan gebeuren. De organen die meewerken aan de spijsvertering maken deel uit van het spijsverteringsstelsel. Het spijsverteringsstelsel bestaat uit het spijsverteringskanaal en klieren die spijsverteringssappen afscheiden. De spijsvertering bestaat uit een aantal processen, namelijk: opname van voedsel, het fijnmalen van voedsel, het verteren en afbreken van voedingsstoffen, het transport door de darmen, opname van voedingsstoffen in het bloed en het verwijderen van de onverteerbare voedselresten.

7 Ademhaling De mens heeft voedsel nodig om te leven. De voedingsstoffen worden door ons gebruikt om het lichaam op te bouwen en eventueel te herstellen, het lichaam "in bedrijf te houden en het lichaam te beschermen. Voor de opbouw van het lichaam worden bouwstoffen gebruikt. Bouwstoffen zijn bijvoorbeeld eiwitten, zouten en water. Om ons lichaam in bedrijf te houden hebben we brandstoffen nodig. De brandstoffen die we gebruiken zijn koolhydraten en vetten. Deze brandstoffen leveren de benodigde energie. De bouwstoffen en brandstoffen moeten de nodige vitamines bevatten. Goede voeding (kwaliteit en kwantiteit) is absoluut noodzakelijk voor het juiste verloop van de verschillende processen binnen ons lichaam. Ons ademhalingsstelsel bestaat uit een stel organen die dienen om lucht in het lichaam te voeren. De ingeademde lucht brengt zuurstof naar ons bloed. Zuurstof is nodig in het lichaam bij de verbranding van stoffen, om energie en warmte vrij te maken. Bij deze verbranding ontstaat koolzuurgas. Het ademhalingsstelsel heeft als tweede taak ervoor te zorgen dat dit gas het lichaam verlaat. Via het bloed en de uitgeademde lucht wordt het koolzuurgas afgegeven aan de buitenlucht.

8 Nieren De bouw, ligging en functie van uitscheidingsorganen -nieren (renes) vroeger werd gedacht dat de nieren uitsluitend afvalstoffen uit het lichaam verwijderen via de urine. Later is deze opvatting veranderd. Men is er achter gekomen dat de nieren de hoeveelheid en bovendien de samenstelling van de lichaamsvloeistoffen regelen. De bouw en functie van de nieren worden verderop met u besproken. -de darmen met name de dikke darm scheiden de onverteerbare voedselresten af. Deze verlaten het lichaam via de endeldarm/anus. -de longen scheiden door middel van de uitademing de gasvormige afvalstoffen uit. -de huid is een uitscheidingsorgaan. De zweetklieren scheiden zweet en zouten uit (afvalstoffen). De uitgangen van de zweetklieren, de poriën, scheiden ook koolzuur uit.

9 Hart en bloedvaten. De bouw, ligging en functie van bloed en lymfesysteem Het bloed is een vervoermiddel dat nuttige stoffen naar alle weefsels van ons lichaam leidt en de schadelijke stoffen afvoert. Bloed is de rode vloeistof in onze bloedvaten. Via deze bloedvaten, aders, slagaders en haarvaten, stroomt het bloed door het hele lichaam. Bloed bestaat uit een vloeistof (het bloedplasma) en uit cellen (bloedcellen). De verhouding bloedplasma en bloedcellen is ongeveer gelijk. (Gelijke volume eenheden vloeistof en vaste bestanddelen.) Het bloed De kandidaat kan de samenstelling van het bloed omschrijven Het bloed is een vloeibaar weefsel, bestaande uit verschillende soorten cellen, die in een vloeistof zweven. Deze vloeistof is het bloedplasma. Het hart Het hart (in het Latijn: cor) bestaat uit twee met elkaar verbonden pompen, die opgebouwd zijn uit harstspierweefsel, twee kleppen of klepsystemen en vliezen. Het hart is een holle spier en werkt als een pomp voor de circulatie van het bloed, lymfe en water. Het is de motor van de bloedomloop. Het is ongeveer zo groot als een vuist en ligt vrijwel midden achter het borstbeen. Het hart ligt in een centrale ruimte van de borstkas. Aan weerszijden van het hart liggen de longen. Functie van de bloedsomloop Wanneer we de tekeningen of schema's van de bloedomloop goed bekijken, dan kunnen we het volgende opmerken: de bloedsomloop bestaat uit twee verschillende bloedbanen die de grote en kleine bloedsomloop worden genoemd. De bloedvaten De bouw en de functie van de bloedvaten: -slagaders/arteriën - aders/venen en de haarvaten/capillairen Alle bloedvaten hebben een wand die uit een aantal lagen bestaat. De binnenste laag is bij alle bloedvaten gelijk. Dit is de intima en bestaat uit een laag endotheelcellen. De middelste laag is de media. De opbouw van deze laag verschilt per bloedvat. Er kunnen elastische vezels in zitten en spiervezels. Hoe dichter een bloedvat bij het hart ligt, hoe dikker de middelste laag is. De buitenste laag is de adventitia, deze bestaat uit los bindweefsel. De wand van de aders is dunner, zachter en minder elastisch dan de wand van de slagaders. Bovendien bevat de wand van de aders veel meer collagene vezels. In de aders bevinden zich kleppen. Deze laten een bloedstroom toe in de richting van het hart. De kleppen verhinderen dat bloed naar een lager punt terugstroomt. Bij de haarvaten wordt de vaatwand vrijwel geheel gevormd door de laag endotheelcellen, met een zeer dun elastisch bindweefsellaagje eronder en hier en daar een gladde spiervezel. De haarvaten zijn de eigenlijke weefselbloedvaten. Hun aantal wordt geschat op enige miljarden.

10 Hormonen. De bouw, ligging en functie van het hormoonstelsel Naast het zeer snel werkende zenuwstelsel (hierover straks meer) wordt het organisme bestuurd door stoffen met een zeer specifieke werking. Zij zetten allerlei organen aan tot actie. Deze stoffen zijn de hormonen. Hormonen worden afgescheiden door hormoonvormende cellen en klieren en worden afgescheiden in de bloedbaan (interne secretie). De hormonen verspreiden zich via het bloed door het lichaam en hebben een effect ver weg van de plaats waar ze werden afgegeven. Alle hormoonvormende cellen en klieren worden samen het hormoon- ofwel endocriene stelsel genoemd. Het hormoonstelsel staat in nauw verband met het zenuwstelsel, dat in het volgende hoofdstuk uitvoerig wordt besproken. Hormonen zijn dus stoffen die zorgen voor informatieoverdracht. Ze dragen als het ware boodschappen over aan cellen en beïnvloeden daarmee de stofwisseling en de functies van organen. We onderscheiden 2 soorten hormonen, de algemene werkzame hormonen, die volgens een vast patroon werken, en de hormonen die ontstaan wanneer dat nodig is. Het hormoonstelsel omvat alle klieren en weefsels die hormonen aanmaken.

11 Zenuwstelsel. Het zenuwstelsel vangt informatie op uit het lichaam en uit de buitenwereld. Deze informatie wordt vervolgens door het zenuwstelsel verwerkt. Hierdoor is de mens in staat dingen te zien, te horen, te voelen, te proeven en te ruiken. Als reactie hierop kan het lichaam doelgericht bewegen en weglopen van gevaar. Vaak is men van dit hele proces niet bewust, het verloopt automatisch zonder dat men hoeft na te denken. Het zenuwstelsel regelt daar- naast ook de coördinatie van bewegingen, het bevat het geheugen en regelt psychische processen, zoals het bewustzijn, het nadenken en emotionele stemming. Samen met het hiervoor omschreven hormoonstelsel regelt het zenuwstelsel ook belangrijke lichaamsprocessen zoals de stofwisseling en groei, de samenstelling van de lichaamsvloeistoffen, de rijping van organen, de voortplanting en het gedrag. Het zenuwstelsel is hiermee een uiterst belangrijk orgaanstelsel, dat grote invloed heeft op het functioneren van een mens. De bouw, ligging en functie van het zenuwstelsel Het menselijk organisme wordt bestuurd door 2 zenuwstelsels, het -animale zenuwstelsel, dat onder invloed van de wil staat, dus willekeurige is, en het -vegetatieve zenuwstelsel, dat niet onder invloed van de wil staat dus onwillekeurig is. Het centrale zenuwstelsel behoort tot het willekeurige zenuwstelsel en bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg. Het perifere stelsel behoort ook tot het willekeurige zenuwstelsel, is gelegen tussen ruggenmerg en de eindorganen. Tot het perifere stelsel behoren de motorische of bewegingszenuwen en het sensibele of gevoelszenuwen, die prikkels opneemt en opdrachten doorgeeft tot uitvoeren van handelingen of bewegingen. Het vegetatieve stelsel, het onwillekeurige zenuwstelsel, bestaat ook uit 2 delen, het sympathische systeem, dat in principe stimulerend werkt en het parasympatische systeem, dat in principe remmend werkt. Het vegetatieve stelsel regelt de functies waar niet bij nagedacht hoeft te worden, zoals de hartslag, celstofwisseling, darm en orgaanfuncties, etc. Het perifere zenuwstelsel Het perifere zenuwstelsel is het tweede onderdeel dat bij het willekeurige of animale zenuwstelsel behoort (is het deel dat zich buiten het centrale zenuwstelsel bevindt/perifeer betekent aan de buitenkant). Het is het zenuwstelsel waardoor het contact van de mens met de buitenwereld wordt gemaakt. Hierbij onderscheiden we motorische en sensibele zenuwen. Sensibele zenuwen brengen prikkels via de -hersenzenuwen naar de hersenen, die via zintuigen vanuit de buitenwereld komen. In onze hersenen zijn 12 paar hersenzenuwen. Deze bevinden zich aan de onderkant van de hersenen (zij ontspringen in de hersenstam/het verlengde merg, de middenhersenen en de tussenhersenen), die uittreden boven het niveau van het ruggenmerg. Ze verlaten de schedel door kleine openingen en gaan vandaar naar de huid, de spieren en andere organen van hoofd en nek. Hersenzenuwen zijn motorisch, sensorisch of gemengd. Waar de zenuwvezels van voorwortel en achterwortel samenkomen, vormen ze een -ruggenmergzenuw zij treden in en uit via de voorhoorns en de achterhoorns en verlaten het ruggenmerg tussen de wervels. We bezitten 31 paar ruggenmergzenuwen. Het eerste paar treedt uit tussen schedel en atlas, het overige dertig paar tussen twee opeenvolgende wervels. leder paar

12 ruggenmergzenuwen correspondeert met een stukje ruggenmergsegment. De motorische voor- en de sensibele achterwortel, welke respectievelijk afkomstig zijn uit de voorhoorn en achterhoorn van het ruggenmerg. Motorische zenuwen zorgen voor het tot stand komen van bewegingen. De prikkels gaan dan vanuit de hersenzenuwen naar de spieren die dan worden aangezet tot samentrekking of ontspanning. Het vegetatieve of autonome zenuwstelsel Zoals hiervoor omschreven behoort het vegetatieve- of autonome zenuwstelsel tot het onwillekeurige zenuwstelsel. Dit deel verzorgt orgaanfuncties zoals de bloedsomloop, de ademhaling, de spijsvertering, de uitscheiding en de stofwisseling. Het kan worden verdeeld in: - het sympathische zenuwstelsel - het parasympathische zenuwstelsel

13 Spierstelsel De bouw en de functie van het spierstelsel boven de bekkengordel -onwillekeurige spieren deze spieren staan niet onder de invloed van onze wil, zoals o.a. de hartspier en orgaanfuncties. Dit betreft hartspierweefsel en glad spierweefsel. Zij worden bestuurd door het onwillekeurige zenuwstelsel (sympathische en para- sympathische zenuwstelsel). -willekeurige spieren Deze spieren zijn merendeels bevestigd aan het skelet en heten daarom ook wel skeletspieren. Ze zijn aan de wil onderworpen en zorgen voor de beweging. Het betreft in vrijwel alle gevallen dwarsgestreept spierweefsel. Zij worden bestuurd door het willekeurige zenuwstelsel (centraal en perifeer). Pezen Spieren kunnen zorgen voor beweging doordat ze vastzitten aan het skelet (skeletspieren). Sommige spieren zitten rechtstreeks vast aan het skelet, andere via pezen. De pezen bestaan uit stevig bindweefsel. Er zijn enkelpezige en meerpezige spieren. -Een pees kan zelf niet samentrekken, maar kan wel grotere krachten verdragen dan een spier. Een pees is dus een niet rekbaar koord waarmee een spier is verbonden aan het skelet. -peesschede. Deze bindweefselkoker bestaat uit bindweefsel. De binnenzijde bestaat uit een glad slijmvlies (synovia), dat er voor zorgt dat de pees zich gemakkelijk in de koker kan bewegen.

14 Het skelet Het geraamte noemen we meestal het skelet. Het heeft de volgende functies: -vorm, steun en groei. Het skelet geeft vormvastheid aan het lichaam, zonder skelet zou ons lichaam in elkaar zakken. Het geeft steun aan de inwendige structuren. Het geraamte bestaat uit kraakbeenweefsel en botweefsel. Het ontwikkelt zich door middel van groei van kraakbeen tot een volledig verbeend skelet. In sommige botten komt het rode beenmerg voor. Dit zorgt voor de aanmaak van de cellen van het bloed. -bescherming organen. Het skelet beschermt belangrijke organen, zoals de hersenen, het hart, de longen en het ruggenmerg. -aanhechtingsmogelijkheden Het skelet maakt beweging mogelijk, doordat het gewrichten vormt en doordat spieren en banden zich kunnen aanhechten aan de (te bewegen) botten.

GEZONDHEIDSKUNDE. Het menselijk lichaam

GEZONDHEIDSKUNDE. Het menselijk lichaam GEZONDHEIDSKUNDE Het menselijk lichaam 1 KENMERKEN VAN HET LEVEN Anatomie à wetenschap die zich bezighoudt met de bouw van het menselijk lichaam (waar ligt wat?). Fysiologie à Wetenschap die zich bezighoudt

Nadere informatie

1. Waarvan is DNA een belangrijke bouwstof? A) Van de celmembraan. B) Van de chromosomen. C) Van de kernmembraan.

1. Waarvan is DNA een belangrijke bouwstof? A) Van de celmembraan. B) Van de chromosomen. C) Van de kernmembraan. 1. Waarvan is DNA een belangrijke bouwstof? A) Van de celmembraan. B) Van de chromosomen. C) Van de kernmembraan. 2. Wat zijn vegetatieve verrichtingen van de cel? A) Beweging en prikkelbaarheid. B) Prikkelbaarheid

Nadere informatie

3. Wat gebeurt er met het kernmembraan in de eerste fase van de celdeling?

3. Wat gebeurt er met het kernmembraan in de eerste fase van de celdeling? 1. Welke stof beweegt zich het makkelijkst door het celmembraan? A) Eiwit. B) Vet. C) Water. 2. Waarbij zijn de centraallichaampjes van belang? A) Bij de celdeling. B) Bij de celgroei. C) Bij de celstofwisseling.

Nadere informatie

Algemene anatomie en fysiologie

Algemene anatomie en fysiologie Naam kandidaat: Voetverzorger Kwalificatiecode 10505 Algemene anatomie en fysiologie Datum : 4 juni 2009 Werktijd : 60 minuten Deelkwalificatiecode : 51934 Waardering Cesuur Werkwijze : 1 punt per vraag,

Nadere informatie

1. Waar in de cel bevindt zich het centraallichaampje? A) In de celkern. B) In het cellichaam. C) In het celmembraan.

1. Waar in de cel bevindt zich het centraallichaampje? A) In de celkern. B) In het cellichaam. C) In het celmembraan. 1. Waar in de cel bevindt zich het centraallichaampje? A) In de celkern. B) In het cellichaam. C) In het celmembraan. 2. Wat is een voorbeeld van een animale verrichting? A) De stofwisseling. B) De uitscheiding

Nadere informatie

In welke volgorde vindt deze deling plaats?

In welke volgorde vindt deze deling plaats? 1. Wat behoort tot de vegetatieve levensverrichtingen van een cel? A) Beweging. B) Prikkelbaarheid. C) Stofwisseling. 2. Wat is de functie van het centraallichaampje? A) Het leveren van energie. B) Het

Nadere informatie

Fig. 0. 1 De Leefstijlacademie

Fig. 0. 1 De Leefstijlacademie Inleiding Wat goed dat je hebt doorgezet naar de volgende cursus! Je wilt dus nog meer te weten komen over hoe je lichaam precies in elkaar zit en hoe het werkt! En dat precies is wat je in deze cursus

Nadere informatie

Van cel tot organisme hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/62551

Van cel tot organisme hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/62551 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 25 oktober 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/62551 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Weefsels

Samenvatting Biologie Weefsels Samenvatting Biologie Weefsels Samenvatting door een scholier 1693 woorden 29 oktober 2008 7,1 21 keer beoordeeld Vak Biologie Samenvatting epitheelweefsel: Epitheelweefsel kan in gedeeld worden naar vorm:

Nadere informatie

Het bewegingsstelsel. 1 Inleiding

Het bewegingsstelsel. 1 Inleiding DC 14 Het bewegingsstelsel 1 Inleiding Wij bewegen voortdurend. Om dat mogelijk te maken, hebben we een heel systeem. Dat systeem bestaat voornamelijk uit beenderen, gewrichten en spieren. De spieren worden

Nadere informatie

Van cel tot organisme vmbo-b12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/62357

Van cel tot organisme vmbo-b12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/62357 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 09 juni 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/62357 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 1: Organen en cellen

Samenvatting Biologie Thema 1: Organen en cellen Samenvatting Biologie Thema 1: Organen en cellen Samenvatting door M. 721 woorden 15 januari 2014 7,1 28 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Organismen Organismen is een levend wezen:

Nadere informatie

Werkstuk Biologie Het menselijk lichaam

Werkstuk Biologie Het menselijk lichaam Werkstuk Biologie Het menselijk lichaam Werkstuk door een scholier 1888 woorden 29 januari 2006 7,1 80 keer beoordeeld Vak Biologie Mijn werkstuk gaat over het menselijk lichaam. Na veel zoeken en nadenken

Nadere informatie

Thema: Transport HAVO. HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai

Thema: Transport HAVO. HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai Thema: Transport HAVO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai Doelstellingen De student moet - de bestanddelen van bloed kunnen noemen, ingecalculeerd de kenmerken

Nadere informatie

Toets Anatomie Opleiding Sport en Bewegen. Behaalde punten Hulpmiddelen geen

Toets Anatomie Opleiding Sport en Bewegen. Behaalde punten Hulpmiddelen geen Cijfer In te vullen voor docent In te vullen door leerling Beroepsprestatie B.P.1.3 S.B Naam leerling Toets Anatomie Opleiding Sport en Bewegen Klas SB3O1A+B Versie 1 Datum Tijdsduur 60 minuten Naam docent

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 6

Samenvatting Biologie Thema 6 Samenvatting Biologie Thema 6 Samenvatting door Saar 879 woorden 10 april 2018 0 keer beoordeeld Vak Biologie Aantekeningen Biologie P3: Homeostase en regelkringen: Bij meercellige organismen: de cellen

Nadere informatie

Capabel Examens 2011 Pagina 1

Capabel Examens 2011 Pagina 1 1. Wat is de kleinste levende eenheid van een organisme? A) Een cel. B) Een orgaan. C) Een weefsel. 2. Bij welke levensverrichting van de cel speelt chromatine een belangrijke rol? A) Bij de prikkelbaarheid.

Nadere informatie

Thema 3 Voeding en je lichaam

Thema 3 Voeding en je lichaam Naut samenvatting groep 7 Mijn Malmberg Thema 3 Voeding en je lichaam Samenvatting Voeding en je lichaam Je lichaam heeft voedingsstoffen nodig. Die zitten in ons eten en drinken. Voedsel en vocht zijn

Nadere informatie

Fysiologie / zenuwstelsel

Fysiologie / zenuwstelsel Fysiologie / zenuwstelsel Zenuwcel/neuron. 5 1. Korte uitlopers dendrieten 2. Lange uitloper neuriet of axon 3. Myelineschede/schede van Schwann 4. Motorische eindplaat of synaps 5. Kern of nucleus Zenuwcel/neuron.

Nadere informatie

Herhalingsles Het lichaam. Ademhaling. Benoem de aangeduide delen op onderstaande tekeningen aan.

Herhalingsles Het lichaam. Ademhaling. Benoem de aangeduide delen op onderstaande tekeningen aan. Herhalingsles Het lichaam Ademhaling Benoem de aangeduide delen op onderstaande tekeningen aan. Als we ademen, stroomt er lucht binnen in ons lichaam. Welke weg legt deze lucht af? Vul het schema aan.

Nadere informatie

6,9. Werkstuk door een scholier 1972 woorden 23 mei keer beoordeeld

6,9. Werkstuk door een scholier 1972 woorden 23 mei keer beoordeeld Werkstuk door een scholier 1972 woorden 23 mei 2003 6,9 240 keer beoordeeld Vak Biologie Inhoudsopgave Inleiding Hoofdstuk 1: Huid Hoofdstuk 2: Spieren Hoofdstuk 3: Geraamte Hoofdstuk 4: Ademhaling Hoofdstuk

Nadere informatie

Ooit nagedacht over wat er gebeurt onder een halsband?

Ooit nagedacht over wat er gebeurt onder een halsband? Ooit nagedacht over wat er gebeurt onder een halsband? Bij mensen kan slechts 1 w h i p l a s h a c c i d e n t langdurige pijn en lijden veroorzaken. De anatomie van de hond is fundamenteel gelijk aan

Nadere informatie

Cellen aan de basis.

Cellen aan de basis. Cellen aan de basis. Cellen aan de basis In het thema cellen aan de basis vinden we twee belangrijke thema s uit biologie voor jou terug. 1. Organen en cellen (thema 1 leerjaar 3) 2. Stofwisseling (thema

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Regeling

Samenvatting Biologie Regeling Samenvatting Biologie Regeling Samenvatting door P. 1319 woorden 20 maart 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie samenvatting Regeling SE2 Het zenuwstelsel Het zenuwstelsel

Nadere informatie

Fysiologie / Metabolisme stofwisseling

Fysiologie / Metabolisme stofwisseling Fysiologie / Metabolisme stofwisseling Onder de fysiologie vallen bij de sportmassage de volgende onderdelen: Celleer/cytologie Weefselleer/histologie Stofwisseling/metabolisme Spijsvertering Hart, bloedvaten

Nadere informatie

6.9. Werkstuk door E woorden 25 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou. Inhoudsopgave

6.9. Werkstuk door E woorden 25 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou. Inhoudsopgave Werkstuk door E. 1687 woorden 25 juni 2006 6.9 23 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Inhoudsopgave Het Bloed De Bloedsomloop De bloedvaten Uitscheiding De Hartslag Weefselvloeistof

Nadere informatie

Onwillekurig of Autonoom Ingedeeld in parasympatisch en orthosympatisch

Onwillekurig of Autonoom Ingedeeld in parasympatisch en orthosympatisch Paragraaf 8.1 en 8.2 perifere zenuwstelsel Uitlopers van zenuwcellen buiten de hersenen en het ruggenmerg centrale zenuwstelsel Zenuwcellen en uitlopers in hersenen en ruggenmerg autonome zenuwstelsel

Nadere informatie

BASISSTOF 1 HET BLOED OM TE ONTHOUDEN

BASISSTOF 1 HET BLOED OM TE ONTHOUDEN BASISSTOF 1 HET BLOED Bloed bestaat uit bloedplasma, bloedcellen en bloedplaatjes. 55% is bloedplasma. 45% bloedcellen en bloedplaatjes. Er zijn twee soort bloedcellen: rode bloedcellen en witte bloedcellen.

Nadere informatie

Bepaalde voedingsmiddelen, zoals yoghurt een zuurkool, worden met behulp van bacteriën gemaakt.

Bepaalde voedingsmiddelen, zoals yoghurt een zuurkool, worden met behulp van bacteriën gemaakt. Opdracht door een scholier 1977 woorden 9 december 2016 5,8 6 keer beoordeeld Vak Biologie Theorie algemeen: Bacteriën leven bijna overal. Je vindt ze in een woestijnen en ijsbergen. Ze komen voor in het

Nadere informatie

Voedingsleer. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Voedingsleer en het plantenrijk

Voedingsleer. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Voedingsleer en het plantenrijk Waar gaat deze kaart over? Deze kaart gaat over voedingsleer: over voedingsstoffen en de manier waarop ons lichaam met deze stoffen omgaat. Wat wordt er van je verwacht? Na het bestuderen van deze kaart

Nadere informatie

1. We ademen om te leven

1. We ademen om te leven 1. We ademen om te leven Net als alle levende wezens hebben wij energie nodig om te leven. De spijsvertering zorgt ervoor dat ons lichaam de voedingsstoffen opneemt. De bloedsomloop brengt die stoffen

Nadere informatie

GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 1. Het zenuwstelsel

GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 1. Het zenuwstelsel GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 1 Het zenuwstelsel 1 INLEIDING Zenuwstelsel Bouw en ligging van het zenuwstelsel Het centrale zenuwstelsel Het perifere zenuwstelsel Werking van het zenuwstelsel Het willekeurige

Nadere informatie

Samenvattingen. Samenvatting Thema 6: Regeling. Basisstof 1. Zenuwstelsel regelt processen:

Samenvattingen. Samenvatting Thema 6: Regeling. Basisstof 1. Zenuwstelsel regelt processen: Samenvatting Thema 6: Regeling Basisstof 1 Zenuwstelsel regelt processen: - regelen werking spieren en klieren - verwerking van impulsen van zintuigen Zintuigcellen: - staan onder invloed van prikkels

Nadere informatie

BOTTUMOREN. 1. Normaal botweefsel

BOTTUMOREN. 1. Normaal botweefsel BOTTUMOREN Om beter te kunnen begrijpen wat een bottumor juist is, wordt er in deze brochure meer uitleg gegeven over de normale structuur van het bot. Op die manier krijgt u een beter zicht op wat abnormaal

Nadere informatie

H5 Begrippenlijst Zenuwstelsel

H5 Begrippenlijst Zenuwstelsel H5 Begrippenlijst Zenuwstelsel acetylcholine Vaak voorkomende neurotransmitter, bindt aan receptoren en verandert de permeabiliteit van het postsynaptische membraan voor specifieke ionen. animatie synaps

Nadere informatie

Bij hoeveel procent vochtverlies gaat de sportprestatie achteruit? Ong. 1% Bart van der Meer WM/SM theorie les 11 Amice

Bij hoeveel procent vochtverlies gaat de sportprestatie achteruit? Ong. 1% Bart van der Meer WM/SM theorie les 11 Amice Bij hoeveel procent vochtverlies gaat de sportprestatie achteruit? Ong. 1% Bart van der Meer WM/SM theorie les 11 Amice Bij hoeveel procent vochtverlies krijg je een dorstsignaal? Ong. 2% Bewerkt door

Nadere informatie

A. de hersenen en het ruggenmerg B. het hersenvlies en de hersenstam C. het cerebrospinaal vocht en de gevoelszenuwen D. de klieren en de lymfevaten

A. de hersenen en het ruggenmerg B. het hersenvlies en de hersenstam C. het cerebrospinaal vocht en de gevoelszenuwen D. de klieren en de lymfevaten Hoofdstuk 1 Meerkeuzevraag 1.1 Meerkeuzevraag 1.2 Meerkeuzevraag 1.3 Meerkeuzevraag 1.4 Meerkeuzevraag 1.5 Meerkeuzevraag 1.6 Meerkeuzevraag 1.7 Waar ligt de lever in de buikholte? A. Boven rechts B. Boven

Nadere informatie

Werkstuk Biologie Het menselijk lichaam

Werkstuk Biologie Het menselijk lichaam Werkstuk Biologie Het menselijk lichaam Werkstuk door een scholier 2111 woorden 5 maart 2003 6,1 174 keer beoordeeld Vak Biologie Inhoud 1.1 het skelet 1.2 botten en kraakbeen 1.3 alle botten in het lichaam

Nadere informatie

De romp bestaat uit een borstholte en een buikholte, gescheiden door het middenrif.

De romp bestaat uit een borstholte en een buikholte, gescheiden door het middenrif. Samenvatting Thema 1: Organen en cellen Basisstof 1 Levenskenmerken (levensverschijnselen): - stofwisseling (ademhaling, voeding, uitscheiding) - groei - voortplanting - reageren op prikkels - ontwikkeling

Nadere informatie

Naam: BLOEDSOMLOOP. Vraag 1. Waaruit bestaat bloed?

Naam: BLOEDSOMLOOP. Vraag 1. Waaruit bestaat bloed? Naam: BLOEDSOMLOOP Bloed Een volwassen persoon heeft 5 á 6 liter bloed. Dat bloed bestaat uit bloedplasma, bloedcellen (rode en witte) en bloedplaatjes. Als bloed een paar dagen heeft gestaan, zakken de

Nadere informatie

Samenvatting Biologie H3 Organen en cellen

Samenvatting Biologie H3 Organen en cellen Samenvatting Biologie H3 Organen en cellen Samenvatting door een scholier 751 woorden 30 mei 2017 8,2 6 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou H3 organen en cellen iets uitleg voorbeelden

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 4:

Samenvatting Biologie Thema 4: Samenvatting door L. 717 woorden 19 juni 2013 4,8 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting Biologie Thema 4: Zintuig Ligging Prikkel Waarneming Gezichts~ In de ogen Licht Zien

Nadere informatie

Module Anatomie en fysiologie

Module Anatomie en fysiologie Module Anatomie en fysiologie Colofon Auteur Body Bosgra Esther van Schuur Henriëtte van Grinsven Marianne de Jonge Marieke Poort Redactie Clazien Rodenburg, Tekstbureau RoMein Beeld ARKA media BV Het

Nadere informatie

Transport door het lichaam. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/60187

Transport door het lichaam. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/60187 Auteur Bea Fricova Laatst gewijzigd 26 juni 2015 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres https://maken.wikiwijs.nl/60187 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs

Nadere informatie

Biologie ( havo vwo )

Biologie ( havo vwo ) Tussendoelen Biologie ( havo vwo ) Biologie havo/vwo = Basis Biologische eenheid Levenskenmerk Uitleggen hoe bouw en werking van onderdelen van een organisme bijdragen aan de functies voeding, verdediging

Nadere informatie

H.6 regeling. Samenvatting

H.6 regeling. Samenvatting H.6 regeling Samenvatting Zenuwstelsel Het zenuwstelsel bestaat uit: Centrale zenuwstelsel ( bestaat uit: grote hersenen, kleine hersenen, hersenstam en ruggenmerg Zenuwen Functies van zenuwstelsel: Verwerken

Nadere informatie

VWO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA

VWO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA Thema: Transport VWO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA Docent: A. Sewsahai Doelstellingen De student moet 5V: blz. 215 t/m

Nadere informatie

MEDISCHE BASISKENNIS INLEIDING HOOFDSTUK 1 2015/2016

MEDISCHE BASISKENNIS INLEIDING HOOFDSTUK 1 2015/2016 MEDISCHE BASISKENNIS HOOFDSTUK 1 INLEIDING 2015/2016 2 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 INLEIDING Inhoud: 1:1 inleiding: 1:2 anatomie: 1:3 fysiologie 1:4 topografie. 3 1:1 INLEIDING ANATOMIE FYSIOLOGIE EN PATHOLOGIE

Nadere informatie

H2 Bouw en functie. Alle neuronen hebben net als gewone cellen een gewone cellichaam.

H2 Bouw en functie. Alle neuronen hebben net als gewone cellen een gewone cellichaam. Soorten zenuw cellen Neuronen H2 Bouw en functie Alle neuronen hebben net als gewone cellen een gewone cellichaam. De informatie stroom kan maar in een richting vloeien, van dendriet naar het axon. Dendrieten

Nadere informatie

Spreekbeurt menselijk lichaam. Door Lara Sieperda.

Spreekbeurt menselijk lichaam. Door Lara Sieperda. Spreekbeurt menselijk lichaam. Door Lara Sieperda. Inleiding. Ik hou mijn spreekbeurt over het menselijk lichaam. Omdat ik later kinderarts wil worden en ik het heel interessant vind. Ons lichaam. Het

Nadere informatie

Theorie-examen Fysiologie 21 april 2006.

Theorie-examen Fysiologie 21 april 2006. Theorie-examen Fysiologie 21 april 2006. 1. Welke bestanddelen horen, onder normale omstandigheden, niet voor te komen in urine? A. Hormonen en afbraakproducten. B. Eiwitten. C. Zouten. 2. Wat is een voorbeeld

Nadere informatie

2. Van welke van de onderstaande factoren is de hartslagfrequentie NIET afhankelijk? a. de wil b. lichamelijke activiteiten c.

2. Van welke van de onderstaande factoren is de hartslagfrequentie NIET afhankelijk? a. de wil b. lichamelijke activiteiten c. Take-home toets Thema 4.6 Anatomie en fysiologie van het centrale en perifere zenuwstelsel 1. Door activiteiten van de nervus vagus wordt a. de hartslagfrequentie verhoogd b. de hartslagfrequentie verlaagd

Nadere informatie

DE HUID. 1 Bouw en functie

DE HUID. 1 Bouw en functie DE HUID 1 Bouw en functie De huid is het grootste orgaan van je lichaam.het is ook een soort "visitekaartje". Vandaar dat je je huid goed moet verzorgen. Je huid beschermt je tegen beschadiging, infecties,

Nadere informatie

Gelaatsbehandeling deel 1 (3.16.1) Opleiding: Schoonheidsspecialist niveau 3

Gelaatsbehandeling deel 1 (3.16.1) Opleiding: Schoonheidsspecialist niveau 3 Gelaatsbehandeling deel 1 (3.16.1) Opleiding: Schoonheidsspecialist niveau 3 Voorblad antal vragen: 40 Examen Gelaatsbehandeling deel 1 Het examen bestaat uit 40 multiple choice vragen. Telkens zijn drie

Nadere informatie

Examentrainer. Vragen vmbo-bk. Scan

Examentrainer. Vragen vmbo-bk. Scan THEMA 4 REGELING EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN 3 VMBO-bk Examentrainer Vragen vmbo-bk Scan In een Engelse folder staat informatie over een bepaald apparaat. Hiermee kan het centrale zenuwstelsel onderzocht

Nadere informatie

Uit waarnemingen en voorbeelden de relatie prikkel- reactie vaststellen

Uit waarnemingen en voorbeelden de relatie prikkel- reactie vaststellen School: Vak: AV Biologie Leerplan: D/2012/7841/004 Handboek: Biogenie 3.2 (leerboek + werkboek) Leerkracht: Graad: 2de graad ASO Leerjaar: 1ste leerjaar Aantal lestijden/week: 2u/week Schooljaar: les leerplan

Nadere informatie

Uit waarnemingen en voorbeelden de relatie prikkel-reactie vaststellen

Uit waarnemingen en voorbeelden de relatie prikkel-reactie vaststellen School: Vak: AV Biologie Leerplan: D/2012/7841/003 Handboek: Biogenie 3.1 (leerboek + werkboek) Leerkracht: Graad: 2de graad ASO Leerjaar: 1ste leerjaar Aantal lestijden/week: 1u/week Schooljaar: les leerplan

Nadere informatie

Regeling. Regeling is het regelen van allerlei processen in het lichaam. Regeling vindt plaats via twee orgaanstelsels: Zenuwstelsel.

Regeling. Regeling is het regelen van allerlei processen in het lichaam. Regeling vindt plaats via twee orgaanstelsels: Zenuwstelsel. Regeling Regeling is het regelen van allerlei processen in het lichaam. Regeling vindt plaats via twee orgaanstelsels: (1) Zenuwstelsel (2) Hormoonstelsel Verschillen in bouw en functie: bestaat uit functie

Nadere informatie

Eencellige en meercellige organismen

Eencellige en meercellige organismen 2 Eencellige en e organismen 2.1 Eencelligen en en Tonen onderstaande microscopische foto s een of een organisme? Kruis aan. 1 2 pantoffeldiertje amoebe 3 4 lever nier 5 6 blauwwier wortel tuinboon Conclusie

Nadere informatie

Uitscheiding en afweer

Uitscheiding en afweer Uitscheiding en afweer De lever: slokdarm galblaas maag 12-ving. darm dunne darm ligging van de lever Functies van de lever: bloedsuikerspiegel (glucosegehalte in bloed) op peil houden overtollige eiwitten

Nadere informatie

1) Wat is het verschil tussen de grote en kleine bloedsomloop? 2) Tot welke bloedsomloop behoren je hersenen?

1) Wat is het verschil tussen de grote en kleine bloedsomloop? 2) Tot welke bloedsomloop behoren je hersenen? Computeropdracht Bloedsomloop Basisstof 2, 3 en 5 Ga naar biologiepagina.nl > Havo 5 > Bloedsomloop > PC- les > computerles 1 Bekijk de animaties zorgvuldig en maak de opdrachten in de opgegeven volgorde,

Nadere informatie

Samenvatting Biologie 1-1 tot 1-3

Samenvatting Biologie 1-1 tot 1-3 Samenvatting Biologie 1-1 tot 1-3 Samenvatting door K. 1464 woorden 10 december 2012 5,6 11 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar 8.1 Het werkt! Hoe werkt je lichaam? Organen: delen van het lichaam

Nadere informatie

Beide helften van de hersenen zijn met elkaar verbonden door de hersenbalk. De hersenstam en de kleine hersenen omvatten de rest.

Beide helften van de hersenen zijn met elkaar verbonden door de hersenbalk. De hersenstam en de kleine hersenen omvatten de rest. Biologie SE4 Hoofdstuk 14 Paragraaf 1 Het zenuwstelsel kent twee delen: 1. Het centraal zenuwstelsel bevindt zich in het centrum van het lichaam en bestaat uit de neuronen van de hersenen en het ruggenmerg

Nadere informatie

Pagina 2. -Inhoudsopgave. 2 Inhoudsopgave. 3 Inleiding. 4 Hoofdstuk 1. Celleer. 11 Hoofdstuk 2. Weefselleer/Histologie. 23 Hoofdstuk 3.

Pagina 2. -Inhoudsopgave. 2 Inhoudsopgave. 3 Inleiding. 4 Hoofdstuk 1. Celleer. 11 Hoofdstuk 2. Weefselleer/Histologie. 23 Hoofdstuk 3. Pagina 1 -Inhoudsopgave. Paginanummer Onderdeel 2 Inhoudsopgave 3 Inleiding 4 Hoofdstuk 1. Celleer. 11 Hoofdstuk 2. Weefselleer/Histologie 23 Hoofdstuk 3. De huid 34 Hoofdstuk 4. De stofwisseling 37 Hoofdstuk

Nadere informatie

Samenvatting door Hidde 506 woorden 31 maart keer beoordeeld. Biologie Hoofdstuk 14: Zenuwstelsel Centraal zenuwstelsel

Samenvatting door Hidde 506 woorden 31 maart keer beoordeeld. Biologie Hoofdstuk 14: Zenuwstelsel Centraal zenuwstelsel Samenvatting door Hidde 506 woorden 31 maart 2017 0 keer beoordeeld Vak Biologie Biologie Hoofdstuk 14: Zenuwstelsel 14.1 Centraal zenuwstelsel Zenuwstelsel bestaat uit 2 delen: - centraal zenuwstelsel

Nadere informatie

Een persoon raakt opgewonden en begint te hyperventileren. Om de hyperventilatie te stoppen, pakt hij een plastic zak.

Een persoon raakt opgewonden en begint te hyperventileren. Om de hyperventilatie te stoppen, pakt hij een plastic zak. Examentrainer Vragen Hyperventilatie Het overmatig snel verversen van de lucht in de longen wordt hyperventilatie genoemd. Door bewust of onbewust snel in en uit te ademen, daalt de concentratie van CO

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Celleer

Samenvatting Biologie Celleer Samenvatting Biologie Celleer Samenvatting door een scholier 2690 woorden 9 april 2006 6,7 153 keer beoordeeld Vak Biologie Celleer Celmembraan De wand van de cel heet: celmembraan Deze is semi- permeabel

Nadere informatie

Inhoudstabel Thuisstudie

Inhoudstabel Thuisstudie Inhoudstabel Thuisstudie Cel, weefsel en huid Anatomie en fysiologie 1 Anatomie en fysiologie 2 Cosmetica Huidanalyse Reinigen en ontharen Lichaamsmassage Ontharen Inrichting en apparatuur Gezichtsmassage

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Boek 2: Je lichaam

Samenvatting Biologie Boek 2: Je lichaam Samenvatting Biologie Boek 2: Je lichaam Samenvatting door S. 823 woorden 12 oktober 2014 6,8 15 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Basisstof 2. De 4 functies van het skelet : Stevigheid

Nadere informatie

Module Anatomie en fysiologie

Module Anatomie en fysiologie Module Anatomie en fysiologie De CO 2 -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl www.climatecalc.eu Cert. no. CC-000057/NL Colofon Auteurs Esther van

Nadere informatie

halvemaanvormige kleppen) Doordat de hartkamers het bloed met kracht wegpompen.

halvemaanvormige kleppen) Doordat de hartkamers het bloed met kracht wegpompen. 4BASISSTOF De 2 havo vwo bloedvaten thema 3 De bloedsomloop opdracht 18 Vul het schema in. Kies bij 1 uit: van de organen weg naar het hart toe van het hart weg naar de organen toe. Kies bij 2 uit: hoog

Nadere informatie

4,3. Samenvatting door een scholier 1547 woorden 28 februari keer beoordeeld

4,3. Samenvatting door een scholier 1547 woorden 28 februari keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 1547 woorden 28 februari 2014 4,3 5 keer beoordeeld Vak Biologie Bloed bestaat uit bloedplasma, in het bloedplasma drijven bloedcellen en bloedplaatjes. Waar bestaat bloedplasma

Nadere informatie

6,7. Samenvatting door een scholier 1580 woorden 20 juni keer beoordeeld

6,7. Samenvatting door een scholier 1580 woorden 20 juni keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 1580 woorden 20 juni 2011 6,7 3 keer beoordeeld Vak Biologie Les 1. - Organen zorgen bijvoorbeeld voor je bloedsomloop, spijsvertering en uitscheiding. - Onder alle omstandigheden

Nadere informatie

Inhoud. Woord vooraf 1 1. Over de auteurs 1 2. Redactionele verantwoording 1 3 Curriculummodel 1 3 Didactisch concept Basiswerken 1 4

Inhoud. Woord vooraf 1 1. Over de auteurs 1 2. Redactionele verantwoording 1 3 Curriculummodel 1 3 Didactisch concept Basiswerken 1 4 Inhoud Woord vooraf 1 1 Over de auteurs 1 2 Redactionele verantwoording 1 3 Curriculummodel 1 3 Didactisch concept Basiswerken 1 4 1 Cellen en weefsels 1 6 1.1 Kenmerken van het leven 1 7 1.2 De opbouw

Nadere informatie

Spijsverteringsstelsel. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/88213

Spijsverteringsstelsel. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/88213 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 16 december 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/88213 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs

Nadere informatie

Paragraaf 6.1 en 6.2. 2. Osmotische waarde, ph weefselvloeistof, glucosegehalte

Paragraaf 6.1 en 6.2. 2. Osmotische waarde, ph weefselvloeistof, glucosegehalte Paragraaf 6.1 en 6.2 1. Neem de volgende begrippen over in je schrift en geef een omschrijving Homeostase In stand houden van het interne milieu opperhuid Bovenste laag van de huid chitine Koolhydraat

Nadere informatie

Grijze stof wordt gevormd door de cellichamen van de neuronen en de. Witte stof wordt gevormd door de met myeline omgeven neurieten

Grijze stof wordt gevormd door de cellichamen van de neuronen en de. Witte stof wordt gevormd door de met myeline omgeven neurieten If the brain were so simple we could understand it, we would be so simple we couldn t - Lyall Watson Bart van der Meer theorieles 15 GOI Met bijzonder veel dank aan Ellen Brink, Rita Dijk Bewerkt door

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Regeling (thema 5)

Samenvatting Biologie Regeling (thema 5) Samenvatting Biologie Regeling (thema 5) Samenvatting door Jip 1978 woorden 24 mei 2018 0 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie thema 5 regeling Homeostase à het gelijk houden

Nadere informatie

7,3. Het zenuwstelsel. Zenuwcellen en zenuwen. Samenvatting door een scholier 1716 woorden 24 februari keer beoordeeld

7,3. Het zenuwstelsel. Zenuwcellen en zenuwen. Samenvatting door een scholier 1716 woorden 24 februari keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 1716 woorden 24 februari 2008 7,3 67 keer beoordeeld Vak Biologie Biologie Samenvatting Thema 7: Regeling en gedrag Het zenuwstelsel Bij het waarnemen speelt het zenuwstelsel

Nadere informatie

Hart anatomie en fysiologie

Hart anatomie en fysiologie Hart anatomie en fysiologie Anatomie van het hart Het hart is omgeven door een effen vlies, het hartzakje of pericard(3). Het hart ligt in de borstholte, tussen de longen (1), bijna in het midden met de

Nadere informatie

V5 Begrippenlijst Hormonen

V5 Begrippenlijst Hormonen V5 Begrippenlijst Hormonen ADH Hormoon dat de terugresorptie van water in de nierkanaaltjes stimuleert. adrenaline Hormoon dat door het bijniermerg wordt afgescheiden. Adrenaline wordt ook door zenuwvezels

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Biologie Hoofdstuk 9: vertering, ademhaling, verbranding, bloedsomloop

Samenvatting Biologie Biologie Hoofdstuk 9: vertering, ademhaling, verbranding, bloedsomloop Samenvatting Biologie Biologie Hoofdstuk 9: vertering, ademhaling, verbranding, bloedsomloop Samenvatting door Madelief 1197 woorden 7 februari 2018 5,2 16 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Paragraaf

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv 1

Noordhoff Uitgevers bv 1 Inhoudsopgave 5 e editie Nectar 5 havo 9 Erfelijkheid Start Liefde gaat door de neus 9.1 Jouw waarneembare eigenschappen 9.2 Stamboomonderzoek 9.3 Overerving in de familie Toepassen Variatie onder de paprika

Nadere informatie

5,2. Antwoorden door een scholier 1376 woorden 19 februari keer beoordeeld. Basisstof 1; samenstelling van bloed

5,2. Antwoorden door een scholier 1376 woorden 19 februari keer beoordeeld. Basisstof 1; samenstelling van bloed Antwoorden door een scholier 1376 woorden 19 februari 2003 5,2 202 keer beoordeeld Vak Biologie Basisstof 1; samenstelling van bloed Opdr.1 1. Bloed bestaat uit bloedplasma, bloedcellen en plaatjes 2.

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-BB 2003

Examenopgaven VMBO-BB 2003 Examenopgaven VMBO-BB 2003 tijdvak 2 dinsdag 17 juni 11.30 13.00 uur BIOLOGIE CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen

Nadere informatie

Tractus digestivus externe secretie

Tractus digestivus externe secretie Tractus digestivus externe secretie Spijsverteringskanaal: Mond Mond keelholte Slokdarm Maag Dunne darm Dikke darm Endeldarm Anus Spijsverteringsstelsel: Lever Galblaas Alvleesklier Wand van het spijsverteringskanaal

Nadere informatie

Anatomie / fysiologie. Zenuwstelsel overzicht. Perifeer zenuwstelsel AFI1. Zenuwstelsel 1

Anatomie / fysiologie. Zenuwstelsel overzicht. Perifeer zenuwstelsel AFI1. Zenuwstelsel 1 Anatomie / fysiologie Zenuwstelsel 1 FHV2009 / Cxx56 1+2 / Anatomie & Fysiologie - Zenuwstelsel 1 1 Zenuwstelsel overzicht Encephalon = hersenen Spinalis = wervelkolom Medulla = merg perifeer centraal

Nadere informatie

Werkstuk Biologie Bloed

Werkstuk Biologie Bloed Werkstuk Biologie Bloed Werkstuk door een scholier 1195 woorden 14 juni 2004 6,2 321 keer beoordeeld Vak Biologie De inleiding Waarom doen wij ons werkstuk over bloed? Wij doen ons werkstuk over bloed,

Nadere informatie

1 Cellen en weefsels Basisbegrippen Cellen Weefsels Nog enkele basisbegrippen Afsluiting 35

1 Cellen en weefsels Basisbegrippen Cellen Weefsels Nog enkele basisbegrippen Afsluiting 35 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Cellen en weefsels 9 1.1 Basisbegrippen 9 1.2 Cellen 11 1.3 Weefsels 23 1.4 Nog enkele basisbegrippen 31 1.5 Afsluiting 35 2 Skelet en spieren 36 2.1 Het bewegingsapparaat:

Nadere informatie

Theorie-examen Fysiologie april 2009

Theorie-examen Fysiologie april 2009 Theorie-examen Fysiologie april 2009 1. Wat is, uiteindelijk, de beperkende factor bij inspanning? A. Het ademminuutvolume. B. Het hartminuutvolume. C. De vitale capaciteit. 2. Hoe kan het lichaam in totaal

Nadere informatie

UNIFORM HEREXAMEN MULO 2008

UNIFORM HEREXAMEN MULO 2008 MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXAMENBUREAU VAK : BIOLOGIE DATUM : VRIJDAG 08 AUGUSTUS 2008 TIJD : 10.50 12.05 UUR DEZE TAAK BESTAAT UIT 40 ITEMS. UNIFORM HEREXAMEN MULO 2008 TENZIJ ANDERS

Nadere informatie

We kunnen het zenuwstelsel daarom onderverdelen in de controlekamer: het centrale zenuwstelsel en informatiewegen: het perifere zenuwstelsel.

We kunnen het zenuwstelsel daarom onderverdelen in de controlekamer: het centrale zenuwstelsel en informatiewegen: het perifere zenuwstelsel. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 Het zenuwstelsel De hersenen, het ruggenmerg en de zenuwen in je lichaam vormen samen het zenuwstelsel.

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Examen

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Examen Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Examen Samenvatting door een scholier 1780 woorden 5 maart 2007 7,6 47 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Vier rijken vergelijken Samenvatting 1.1 1) Wat leeft

Nadere informatie

Anatomie / fysiologie. Taken circulatiestelsel. Onderverdeling bloedvaten. Cxx53 5 en 6 Bloedvaten Lymfe

Anatomie / fysiologie. Taken circulatiestelsel. Onderverdeling bloedvaten. Cxx53 5 en 6 Bloedvaten Lymfe Anatomie / fysiologie Cxx53 5 en 6 Bloedvaten Lymfe FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 1 Taken circulatiestelsel Voedingsstoffen, nadat ze verteerd (in stukken gedeeld) zijn, opnemen

Nadere informatie

Samenvatting Biologie, 8.1 t/m 8.5

Samenvatting Biologie, 8.1 t/m 8.5 Samenvatting Biologie, 8.1 t/m 8.5 8.1 Het werkt! Organen zijn delen van het lichaam met een bepaalde taak (hart, longen, darmen, enzovoort). De meeste organen liggen in je romp. Je kan de romp verdelen

Nadere informatie

GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 3. Zintuigen

GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 3. Zintuigen GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 3 Zintuigen 1 INLEIDING Zintuigcellen Reuk-, smaak- en PH-sensoren Smaakzintuig Warmte- en koudesensoren Tast-, druk- en pijnsensoren Fotosensoren 2 ZINTUIGEN VORMEN DE VERBINDING

Nadere informatie