Gelaatsbehandeling deel 1 (3.16.1) Opleiding: Schoonheidsspecialist niveau 3

Transcriptie

1 Gelaatsbehandeling deel 1 (3.16.1) Opleiding: Schoonheidsspecialist niveau 3 Voorblad antal vragen: 40 Examen Gelaatsbehandeling deel 1 Het examen bestaat uit 40 multiple choice vragen. Telkens zijn drie antwoorden gegeven, waarvan 1 antwoord het juiste of het beste is. Iedere vraag weegt even zwaar, en telt mee als 1 punt. Om te slagen voor deze toets heeft u minimaal 26 punten nodig. U kunt in totaal 40 punten voor dit examen halen, u heeft 26 punten nodig om voor het examen te slagen Gelaatsbehandeling deel 1 (3.16.1) Examen - Pagina 1 van 11

2 1 Waar in de cel bevindt zich chromatine? In de celkern. b. In het cytoplasm c. In het cellichaam. 2 Waar in de huid bevindt zich epitheelweefsel? In de onderhuid. b. In de opperhuid. c. In de lederhuid. 3 Welke weefselsoort bestaat uit cellen met veel tussenstof? Epitheelweefsel. b. indweefsel. c. Spierweefsel. 4 In welk weefsel van de huid zijn deels de mimische spieren verweven? In het zenuwweefsel van de huid. b. In het bindweefsel van de lederhuid. c. In het epitheelweefsel van de opperhuid. 5 Wat is de samenstelling van bloed? loedplasma en bloedcellen. b. Rode en witte bloedcellen en water. c. Rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes. 6 Tot waar in de huid bevinden zich de bloedvaten? Tot in de coriumpapillen van de opperhuid. b. Tot in de coriumpapillen van de lederhuid. c. Tot in de coriumpapillen van de onderhuid Gelaatsbehandeling deel 1 (3.16.1) Examen - Pagina 2 van 11

3 7 Welke van onderstaande beweringen over de lymfe is juist? Lymfe wordt afgevoerd naar de poortader. b. Lymfe bevat rode bloedcellen. c. Lymfe stolt langzamer dan het bloed. 8 Welk weefselhormoon is verantwoordelijk voor een egale roodheid? Histamine. b. Insuline. c. cetylcholine. 9 Wat is de endocriene functie van de eierstokken? Het produceren van oestrogenen en progesteron. b. Het produceren van eicellen en oestrogenen. c. Het produceren van eicellen en progesteron. 10 Waaruit bestaat het centrale zenuwstelsel? Uit het ruggenmerg en de hersenen. b. Uit het ruggenmerg en de ruggenmergzenuwen. c. Uit de hersenen en de hersenzenuwen. 11 Wat wordt bedoeld met anabolisme? De spijsvertering. b. De opbouwstofwisseling. c. De afbraak van stoffen, waarbij energie vrijkomt. 12 Waardoor wordt de luchtpijp afgesloten bij een slikbeweging? Door het strottenklepje. b. Door de huig. c. Door de kraakbeenringen Gelaatsbehandeling deel 1 (3.16.1) Examen - Pagina 3 van 11

4 13 Welke klieren hebben eenzelfde functie als de nieren? De talgklieren. b. De endocriene klieren. c. De zweetklieren. 14 Welk eindproduct onstaat bij de vertering van koolhydraten? minozuren. b. Glucose. c. Glycerol. 15 Welke vitamine kan het lichaam onder invloed van zonlicht aanmaken? Vitamine. b. Vitamine. c. Vitamine D. 16 Waarvan zijn haren een aanhangsel? Van de opperhuid. b. Van de lederhuid. c. Van de onderhuid. 17 Welk orgaan zorgt mede voor de temperatuurregulatie? Dit is een functie van het skelet. b. Dit is een functie van de lymfe. c. Dit is een functie van de huid. 18 Waar eindigt het verhoorningsproces van de huid? In het stratum granulosum. b. In het stratum lucidum. c. In het stratum corneum Gelaatsbehandeling deel 1 (3.16.1) Examen - Pagina 4 van 11

5 19 Waar bevindt zich het basale membraan? Tussen de opperhuid en de lederhuid. b. Tussen de onderhuid en het spierweefsel. c. Tussen de lederhuid en de onderhuid. 20 Wat wordt bedoeld met het ontstekingsverschijnsel 'calor'? Roodheid. b. Pijn. c. Warmte. 21 Wat is een folliculitis? Een ontstoken haarzakje. b. Een zweetklierabces. c. Een steenpuist. 22 Hoe ontstaat een koortslip? Door fysische invloeden. b. Door letsel. c. Door microbiologische invloeden. 23 Specifiek in het gelaat kan iemand last hebben van epheliden. Wat zijn dit? Dit zijn zomersproeten. b. Dit zijn ouderdomsvlekken. c. Dit zijn ouderdomswratten Gelaatsbehandeling deel 1 (3.16.1) Examen - Pagina 5 van 11

6 24 Hoe wordt een tijdelijke roodheid, hyperaemie, als gevolg van zonnebrand genoemd? Dermatomycose. b. Erythema caloricum. c. Erythema solaris. 25 Welke van onderstaande afwijkingen is aangeboren? Overhangende oogleden. b. Rimpels. c. Zadelneus Gelaatsbehandeling deel 1 (3.16.1) Examen - Pagina 6 van 11

7 asus 1 Mevrouw Hoefsmid komt bij u in de schoonheidssalon voor een gelaatsbehandeling. Voor u begint met de gelaatsbehandeling maakt u de volgende huidanalyse Gelaatsbehandeling deel 1 (3.16.1) Examen - Pagina 7 van 11

8 26 Waar is het huidtype van mevrouw Hoefsmid een gevolg van? Van een verminderde talgklierproductie. b. Van een verminderde zweetklierproductie. c. Van een verminderd verhoorningsproces. 27 Welke behandeling die gegeven kan worden aan mevrouw Hoefsmid, behoort tot de behandeling met besmettingsrisico's? Een behandeling met een koeldampapparaat. b. Het verwijderen van mili c. Het geven van een kalmerende massage. 28 Mevrouw Hoefsmid heeft rond de ogen een huidafwijking. Waarvan is deze het gevolg? Van een afwijking van de bloedvaten. b. Van een afwijking van de verhoorning. c. Van een afwijking van de zweetproductie. 29 Waaruit blijkt dat de huid van mevrouw Hoefsmid gedehydrateerd is? Er zitten milia rond de ogen. b. De huid is droog. c. De huid is plaatselijk vochtarm Gelaatsbehandeling deel 1 (3.16.1) Examen - Pagina 8 van 11

9 30 Welke bloedvatafwijking komt voor bij mevrouw Hoefsmid en waar is dit een voorbeeld van? Een erytheem, dit is een afwijking aan de slagaders. b. Een heamatoom, dit is een afwijking van de aders. c. Een spinnaevus, dit is een afwijking aan de haarvaten. 31 Welke vezels dienen voor de stevigheid van de huid? De reticuline vezels. b. De collagene vezels. c. De elastine vezels. 32 Waar in het gelaat zal sprake zijn van verslapping van de huid van mevrouw Hoefsmid? Rondom de mond zal de huid als eerste verslappen. b. Rondom de ogen zal de huid als eerste verslappen. c. Rondom de ogen zal de huid als eerste verslappen. 33 Door wie wordt een gevoelsprikkel in de huid waargenomen? Een synaps. b. Een receptor. c. Een effector. 34 Welk soort prikkels spelen als eerste een rol bij het testen van de gevoeligheid van de huid van mevrouw Hoefsmid? De motorische prikkels. b. Zowel motorische alswel sensorische prikkels. c. De sensibele prikkels Gelaatsbehandeling deel 1 (3.16.1) Examen - Pagina 9 van 11

10 35 Welke afwijking toont de spierspanning bij mevrouw Hoefsmid en wat is de oorzaak? Van een verworven afwijking veroorzaakt door degeneratie. b. Van een aangeboren afwijking veroorzaakt door een infectie. c. Van een verworven afwijking veroorzaakt door letsel. 36 Op dit moment heeft mevrouw Hoefsmid geen last van allergie. Is bij mevrouw Hoefsmid sprake van veel pigment in de huid en waar in de huid wordt het pigment aangemaakt? Er is sprake van weinig pigment en deze wordt aangemaakt in de lederhuid. b. Er is sprake van veel pigment en deze wordt aangemaakt in de onderhuid. c. Er is sprake van weinig pigment en deze wordt aangemaakt in de opperhuid. 37 Waarvoor dient het pigment in de huid? Voor de bescherming van invloeden van zowel UV-stralen als IR-stralen. b. Voor de bescherming van invloeden van UV-stralen. c. Voor de bescherming van invloeden van IR-stralen. 38 an welke efflorescentie kan de psoriasis bij mevrouw Hoefsmid worden herkend? an bullae. b. an nodi. c. an een squamae Gelaatsbehandeling deel 1 (3.16.1) Examen - Pagina 10 van 11

11 39 Welke aandoening van mevrouw Hoefsmid wordt veroorzaakt door microbiologische invloeden? Gordelroos veroorzaakt door een virus. b. Psoriasis veroorzaakt door een schimmel. c. llergie veroorzaakt door een bacterie. 40 Hoe wordt de allergie van Mevrouw Hoefsmid voor bergamot ook wel genoemd? erlock dermatitis. b. llergisch contact eczeem. c. Urticari - Dit was de laatste vraag Gelaatsbehandeling deel 1 (3.16.1) Examen - Pagina 11 van 11

12 Naam:... Datum: Geboortedatum: Handtekening: Opleiding: SV Schoonheidsspecialist niveau 3 - Examen: Gelaatsbehandeling deel 1 (3.16.1) - ode / Kenmerk: proefexamen Examen Gelaatsbehandeling deel 1 Het examen bestaat uit 40 multiple choice vragen. Telkens zijn drie antwoorden gegeven, waarvan 1 antwoord het juiste of het beste is. Iedere vraag weegt even zwaar, en telt mee als 1 punt. Om te slagen voor deze toets heeft u minimaal 26 punten nodig ntwoordformulier - Pagina 1 van 2

13 Dit was de laatste vraag ntwoordformulier - Pagina 2 van 2

14 orrectiemodel Gelaatsbehandeling deel 1 (3.16.1) orrectiemodel - Pagina 1 van 2

15 esuur ehaalde punten ijfer 39 10,0 36 9,0 33 8,0 30 7,0 26 6,0 21 5,0 15 4,0 9 3,0 3 2,0 0 1, Gelaatsbehandeling deel 1 (3.16.1) orrectiemodel - Pagina 2 van 2