Theorie-examen Fysiologie april 2009
|
|
- Silke van Wijk
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Theorie-examen Fysiologie april Wat is, uiteindelijk, de beperkende factor bij inspanning? A. Het ademminuutvolume. B. Het hartminuutvolume. C. De vitale capaciteit. 2. Hoe kan het lichaam in totaal de grootste hoeveelheid energie vrijmaken (bij de aanwezigheid van voldoende zuurstof)? A. Door de verbranding van aminozuren. B. Door de verbranding van vetzuren. C. Door de verbranding van koolhydraten. 3. Welke verandering treedt NIET op tijdens inspiratie? A. Toename van de druk in de buikholte. B. Toename van de veneuze toevoer naar het rechter atrium. C. Afname van de druk in de longen. 4. Wat kan gesteld worden van leukocyten? A. Leukocyten binden zuurstof en kooldioxide. B. Leukocyten zijn bloedcellen met gespecialiseerde afweerfuncties. C. Leukocyten treden nooit buiten de bloedbaan. 5. Waar is de systolische bloeddruk, onder normale omstandigheden, het hoogst? A. In de arteriolen. B. In de arteriën van de extremiteiten. C. In de aorta. 6. Wat is de functie van de kleppen aan het begin van de aorta? A. Deze hebben tot taak te voorkomen dat het bloed vanuit de aorta terugvloeit in het linker ventrikel. B. Deze hebben tot taak te voorkomen dat het bloed vanuit de aorta terugvloeit in het rechter ventrikel. C. Deze hebben tot taak te voorkomen dat het bloed vanuit de aorta terugvloeit in het linker atrium. 7. Hoe wordt de lymfe vanuit het darmgebied afgevoerd? A. Via de grote borstbuis (ductus thoracicus) naar de rechter vena subclavia. B. Via de grote borstbuis (ductus thoracicus) naar de linker vena subclavia. C. Via de rechter lymfestam (ductus lymfaticus dexter) naar de linker vena subclavia.
2 8. Waar bevindt zich de precapillaire sfincter? A. Op de overgang van arteriool naar capillair. B. Op de overgang van arteriool naar arterie. C. Op de overgang van arteriool naar vene. 9. Hoe kan er, onder andere, oedeem in het weefsel ontstaan? A. Door een afname van de intercapillaire druk. B. Door een afname van de eiwitconcentratie in het weefselvocht. C. Door een afname van de eiwitconcentratie in het bloedplasma. 10. Waar mondt de vena cava superior in uit? A. In het rechter ventrikel. B. In het linker atrium. C. In het rechter atrium. 11. Wat is kenmerkend voor de venen? A. Ze hebben dunne, slappe wanden. B. Ze hebben zeer dunne, halfdoorlaatbare wanden. C. Ze hebben dikke, gespierde wanden. 12. Waarop berust hoofdzakelijk de regulering van de ademhaling? A. Op de hoeveelheid stikstof in het bloed. B. Op de hoeveelheid kooldioxide in het bloed. C. Op de spanning van de longvliezen. 13. Waar vindt de uitwisseling van zuurstof en kooldioxide plaats in de longen? A. In het capillairnet om de alveoli. B. In het capillairnet om de pleura. C. In het capillairnet om de bronchiën. 14. Welke van de volgende stellingen is juist? I: Tijdens de uitademing gaat het diafragma omlaag. II: Tijdens de uitademing verandert de inhoud van de anatomische dode ruimte niet. A. Alleen I is juist. B. Alleen II is juist. C. I en II zijn beide juist.
3 15. Waar bevindt zich het ademcentrum? A. In de medulla oblongata. B. In de hypothalamus. C. In de hypofyse. 16. Waarvan is het expiratoir reservevolume van de longen een onderdeel? A. Van de vitale capaciteit. B. Van het residuaal volume. C. Van het inspiratoir reservevolume. 17. Waarin wordt vet gesplitst in de dunne darm? A. In glucose en glycerol. B. In glycerol en vetzuren. C. In vetzuren en aminozuren. 18. Wat scheidt de nier onder normale omstandigheden, onder andere, uit? A. Bacteriën. B. Glucose. C. Ureum. 19. Wat wordt er teruggeresorbeerd in de dikke darm? A. Glucose en aminozuren. B. Alles behalve bloedcellen en eiwitten. C. Water en zouten. 20. Waar bevindt zich de vena porta? A. Tussen de lever en de vena cava inferior. B. Tussen het maagdarmkanaal en de lever. C. Tussen het maagdarmkanaal en de vena cava inferior. 21. Waar geeft de pancreas zijn producten aan af? A. Aan het bloed. B. Aan de dunne darm. C. Aan zowel het bloed als aan de dunne darm. 22. Welke stoffen komen vanuit de dunne darm, na opname, via het lymfestelsel in het bloed terecht? A. Glucose. B. Aminozuren. C. Vetzuren.
4 23. Hoe noemen we de overgang van de maag naar de dunne darm? A. Cardia. B. Duodenum. C. Pylorus. 24. Welke van de volgende stellingen is juist? I: Het lichaampje van Malpighi bestaat uit een veneus bloedvatennetwerkje en het kapsel van Bowman. II: Het lichaampje van Malpighi is een onderdeel van het nefron. A. Alleen I is juist. B. Alleen II is juist. C. I en II zijn beide juist. 25. Waar wordt tijdens inspanning de doorbloeding het minst veranderd? A. In de hersenen. B. In de huid. C. In de maag. 26. Wat is de meest effectieve manier om warmte af te geven bij zeer warm weer? A. Koele drankjes drinken. B. Verdampen van transpiratievocht. C. Rustig ademhalen. 27. Waar zijn de zintuigcellen in de huid voornamelijk gelokaliseerd? A. In de opperhuid. B. In de lederhuid. C. In het onderhuidse bindweefsel. 28. Wat treedt reflectorisch op bij stijging van de lichaamstemperatuur? A. Verhoogde spierarbeid. B. Verminderde ademfrequentie. C. Vasodilatatie van de bloedvaten in één van de huidlagen. 29. Wat zijn hormonen? A. Stoffen, afgescheiden door slijmvliesepitheel. B. Stoffen, afgescheiden door klieren met interne secretie. C. Stoffen, afgescheiden door klieren met externe secretie.
5 30. Welke van de volgende beweringen is juist? A. Adrenaline zet glucose om in glycogeen. B. Glucagon zet glucose om in glycogeen. C. Insuline zet glucose om in glycogeen. 31. Waar wordt het hormoon adrenaline gevormd? A. In het bijnierschors. B. In het bijniermerg. C. In de bijschildklier. 32. Welke stof is nodig om het schildklierhormoon thyroxine aan te maken? A. Jodium. B. Magnesium. C. Vitamine D. 33. Hoe verlopen de sensibele zenuwvezels die vanuit de periferie naar het centrale zenuwstelsel verlopen? A. Deze gaan de achterhoorn van het ruggenmerg binnen. B. Deze gaan niet naar het ruggenmerg C. Deze gaan de voorhoorn van het ruggenmerg binnen. 34. Wat verstaat men onder een motor-unit (motorische eenheid)? A. Een sensibele voorhoorncel met diens uitlopers. B. Een aantal voorhoorncellen in het ruggenmerg, die gezamenlijk een spier innerveren (prikkelen). C. Een motorische voorhoorncel, diens uitlopers en een aantal door die motorische voorhoorncel geïnnerveerde (geprikkelde) spiervezels. 35. Wat is, onder andere, een gevolg van orthosympathische activiteit? A. Remming van de hartactiviteit. B. Remming van de maagactiviteit. C. Stimulatie van de pancreassecretie. 36. Hoe noemt men het buitenste hersen- en ruggenmergvlies? A. Tunica arachnoidea. B. Pia mater. C. Dura mater.
6 37. Welke structuur vormt de verbinding tussen de beide hemisferen? A. Pons Varoli. B. Groeve van Rolandi. C. Corpus callosum. 38. Waar is de AV-knoop gelegen in het hart? A. In het rechter atrium bij de inmonding van de vena cava. B. Op de overgang tussen het rechter atrium en het rechter ventrikel. C. In het bindweefselschot tussen het rechter en linker ventrikel. 39. Wat is een functie van het animale zenuwstelsel? A. Groei. B. Metabolisme. C. Motoriek. 40. Welk gedeelte van het myocard is het dikst? A. Het gedeelte van het linker atrium. B. Het gedeelte van het linker ventrikel. C. Het gedeelte van rechter ventrikel. 41. Welke stof komt procentueel het meest voor in zowel ingeademde lucht als uitgeademde lucht? A. Zuurstof. B. Kooldioxide. C. Stikstof. 42. Wat kan NIET gesteld worden van een neurotransmitter? A. Een voorbeeld van een neurotransmitter is adrenaline. B. Een neurotransmitter is een chemische stof in een synaps die een naderende prikkel, over het axon, kan doorgeven. C. Een neurotransmitter is een stof die het axon middels een schede omgeeft en dus beschermt. 43. Welk hormoon wordt, onder andere, afgescheiden door de hypofyse? A. Thyroxine. B. Het groeihormoon. C. Testosteron.
7 44. Welke vitaminen zijn oplosbaar in vet? A. Vitamine B en C. B. Vitamine A, B, D en E. C. Vitamine K, A, D en E. 45. Wat wordt bedoeld met de term 'katabolisme'? A. De stofwisseling tijdens activiteit. B. De stofwisseling tijdens rust. C. De stofwisseling tijdens groei. 46. Welke onderdelen van de cel zorgen voor de energievoorziening? A. De lysosomen. B. De vacuolen. C. De mitochondriën. 47. Wat kan gesteld worden van een orgaan? A. Het is een groep cellen met dezelfde vorm en functie. B. Het is de kleinste, levende eenheid van het lichaam. C. Het zijn twee of meer weefsels die, met elkaar verbonden, samen een bepaalde functie uitoefenen. 48. Wat is de hoofdfunctie van het bloed? A. Het transport van spijsverteringssappen. B. Het constant houden van het interne milieu. C. Het reguleren van het kooldioxidegehalte in de longen. 49. Welke structuur vindt men, onder andere, in het mediastinum? A. De slokdarm. B. De twaalfvingerige darm. C. De milt. 50. Iemand heeft een ademfrequentie van 15 en verplaatst daarbij per ademteug 650 ml lucht. Hoeveel bedraagt de effectieve verversing van de longblaasjes per minuut? A. 12 liter. B. 9,75 liter. C. 7,5 liter.
Theorie-examen Fysiologie 21 april 2006.
Theorie-examen Fysiologie 21 april 2006. 1. Welke bestanddelen horen, onder normale omstandigheden, niet voor te komen in urine? A. Hormonen en afbraakproducten. B. Eiwitten. C. Zouten. 2. Wat is een voorbeeld
Nadere informatieTheorie-examen fysiologie 2 mei 2008
Theorie-examen fysiologie 2 mei 2008 1. Wat kan gesteld worden van een orgaanstelsel? A. Dit zijn alle organen tezamen in het lichaam. B. Dit is een groep organen die samen een bepaalde functie vervullen.
Nadere informatieTheorie - herexamen Fysiologie 23 mei 2008
Theorie - herexamen Fysiologie 23 mei 2008 1. Waar wordt het groeihormoon gevormd? A. In de hypofyse. B. In het bijniermerg. C. In de pancreas. 2. Wat is een kenmerk van een weefsel? A. Het is altijd opgebouwd
Nadere informatieCapabel Examens 2011 Pagina 1
1. Wat is de kleinste levende eenheid van een organisme? A) Een cel. B) Een orgaan. C) Een weefsel. 2. Bij welke levensverrichting van de cel speelt chromatine een belangrijke rol? A) Bij de prikkelbaarheid.
Nadere informatieA. de hersenen en het ruggenmerg B. het hersenvlies en de hersenstam C. het cerebrospinaal vocht en de gevoelszenuwen D. de klieren en de lymfevaten
Hoofdstuk 1 Meerkeuzevraag 1.1 Meerkeuzevraag 1.2 Meerkeuzevraag 1.3 Meerkeuzevraag 1.4 Meerkeuzevraag 1.5 Meerkeuzevraag 1.6 Meerkeuzevraag 1.7 Waar ligt de lever in de buikholte? A. Boven rechts B. Boven
Nadere informatieAls het bloed uit de holle ader verder stroomt, in welk bloedvat komt het dan?
De lever is gelegen in de buikholte? A. Boven rechts B. Boven links C. Onder rechts D. Onder links Als het bloed uit de holle ader verder stroomt, in welk bloedvat komt het dan? A. De aorta B. De holle
Nadere informatieThema 4.2.1: Anatomie en fysiologie van de thorax, longen en het respiratoirsysteem
Take-home toets Thema 4.2.1: Anatomie en fysiologie van de thorax, longen en het respiratoirsysteem 1. Welke van de onderstaande spieren speelt (spelen) een rol bij de ademhaling? a. diafragmaspieren b.
Nadere informatieHart anatomie en fysiologie
Hart anatomie en fysiologie Anatomie van het hart Het hart is omgeven door een effen vlies, het hartzakje of pericard(3). Het hart ligt in de borstholte, tussen de longen (1), bijna in het midden met de
Nadere informatie1. Waar in de cel bevindt zich het centraallichaampje? A) In de celkern. B) In het cellichaam. C) In het celmembraan.
1. Waar in de cel bevindt zich het centraallichaampje? A) In de celkern. B) In het cellichaam. C) In het celmembraan. 2. Wat is een voorbeeld van een animale verrichting? A) De stofwisseling. B) De uitscheiding
Nadere informatieTake-home toets. Thema 4.3.1: Anatomie en fysiologie van het hart en de circulatie
Take-home toets Thema 4.3.1: Anatomie en fysiologie van het hart en de circulatie 1. I Arterien vervoeren altijd zuurstofrijk bloed II Arterien vervoeren het bloed naar het hart 2. Waar vindt de kleine
Nadere informatieAnatomie / fysiologie. Taken circulatiestelsel. Onderverdeling bloedvaten. Cxx53 5 en 6 Bloedvaten Lymfe
Anatomie / fysiologie Cxx53 5 en 6 Bloedvaten Lymfe FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 1 Taken circulatiestelsel Voedingsstoffen, nadat ze verteerd (in stukken gedeeld) zijn, opnemen
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 13 en 14
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 13 en 14 Samenvatting door een scholier 1351 woorden 5 februari 2006 6, 18 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar H 13 In skeletspieren is het spierweefsel verdeeld
Nadere informatieGEZONDHEIDSKUNDE. Het menselijk lichaam
GEZONDHEIDSKUNDE Het menselijk lichaam 1 KENMERKEN VAN HET LEVEN Anatomie à wetenschap die zich bezighoudt met de bouw van het menselijk lichaam (waar ligt wat?). Fysiologie à Wetenschap die zich bezighoudt
Nadere informatieSamenvatting Biologie Thema 6
Samenvatting Biologie Thema 6 Samenvatting door Saar 879 woorden 10 april 2018 0 keer beoordeeld Vak Biologie Aantekeningen Biologie P3: Homeostase en regelkringen: Bij meercellige organismen: de cellen
Nadere informatieNormwaarde = is een waarde die je af leest, zoals bij de thermostaat, zie je 19 graden staan dan is dat de normwaarde. Zo warm moet het zijn.
Boekverslag door E. 1602 woorden 17 maart 2014 6.8 55 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie samenvatting paragraaf 1 Een regelkring = is een kring van meerdere apparaten die samen
Nadere informatieFysiologie les 5 Herhalen 3A Bloedsomloop
Fysiologie les 5 Herhalen 3A Bloedsomloop Cellulair; Haematocriet, Erytrocyt (Affiniteit, Erytropoëtine, HB) Leukocyt (diapedese, fagocytose) Trombocyt 45% Plasma = water met opgeloste stoffen, glucose,
Nadere informatie1. Waarvan is DNA een belangrijke bouwstof? A) Van de celmembraan. B) Van de chromosomen. C) Van de kernmembraan.
1. Waarvan is DNA een belangrijke bouwstof? A) Van de celmembraan. B) Van de chromosomen. C) Van de kernmembraan. 2. Wat zijn vegetatieve verrichtingen van de cel? A) Beweging en prikkelbaarheid. B) Prikkelbaarheid
Nadere informatieThema: Transport HAVO. HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai
Thema: Transport HAVO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai Doelstellingen De student moet - de bestanddelen van bloed kunnen noemen, ingecalculeerd de kenmerken
Nadere informatieGrijze stof wordt gevormd door de cellichamen van de neuronen en de dendrieten
I hated every minute of training, but I said, "Don't quit. Suffer now and live the rest of your life as a champion. Muhammad Ali Bart van der Meer WM/SM - theorieles 14 Amice Bewerkt door Reina Welling
Nadere informatie3. Wat gebeurt er met het kernmembraan in de eerste fase van de celdeling?
1. Welke stof beweegt zich het makkelijkst door het celmembraan? A) Eiwit. B) Vet. C) Water. 2. Waarbij zijn de centraallichaampjes van belang? A) Bij de celdeling. B) Bij de celgroei. C) Bij de celstofwisseling.
Nadere informatieGaswisseling Uitscheiding
Examen Voorbereiding Gaswisseling Uitscheiding Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016 Thema 6 Gaswisseling en Uitscheiding Begrippenlijst: Begrip Trilhaarepitheel Bronchiën Bronchiolen Longblaasjes Hemoglobine
Nadere informatieRegeling. Regeling is het regelen van allerlei processen in het lichaam. Regeling vindt plaats via twee orgaanstelsels: Zenuwstelsel.
Regeling Regeling is het regelen van allerlei processen in het lichaam. Regeling vindt plaats via twee orgaanstelsels: (1) Zenuwstelsel (2) Hormoonstelsel Verschillen in bouw en functie: bestaat uit functie
Nadere informatieV5 Begrippenlijst Hormonen
V5 Begrippenlijst Hormonen ADH Hormoon dat de terugresorptie van water in de nierkanaaltjes stimuleert. adrenaline Hormoon dat door het bijniermerg wordt afgescheiden. Adrenaline wordt ook door zenuwvezels
Nadere informatie2. Van welke van de onderstaande factoren is de hartslagfrequentie NIET afhankelijk? a. de wil b. lichamelijke activiteiten c.
Take-home toets Thema 4.6 Anatomie en fysiologie van het centrale en perifere zenuwstelsel 1. Door activiteiten van de nervus vagus wordt a. de hartslagfrequentie verhoogd b. de hartslagfrequentie verlaagd
Nadere informatieFysiologie / zenuwstelsel
Fysiologie / zenuwstelsel Zenuwcel/neuron. 5 1. Korte uitlopers dendrieten 2. Lange uitloper neuriet of axon 3. Myelineschede/schede van Schwann 4. Motorische eindplaat of synaps 5. Kern of nucleus Zenuwcel/neuron.
Nadere informatieRespiratie Functie en bouw van de luchtwegen. Een uitingsvorm van het gebruik van de hulpademhalingsspieren is neusvleugelen.
Respiratie 2 Functie en bouw van de luchtwegen FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus 1 Het uitwisselingsproces van O 2 en CO 2 tussen de cellen en de bloedbaan vindt eerder
Nadere informatieExamentrainer. Vragen vmbo-bk. Scan
THEMA 4 REGELING EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN 3 VMBO-bk Examentrainer Vragen vmbo-bk Scan In een Engelse folder staat informatie over een bepaald apparaat. Hiermee kan het centrale zenuwstelsel onderzocht
Nadere informatieHerhalen anatomie art Cubiti: Elleboog
Herhalen anatomie art Cubiti: Elleboog -Art Humero-ulnaris: scharnier Flexie-extensie -Art Humero-radialis: anatomische kogel Flexie-extensie, rotatie, ab-ad niet door ulna -Art Radio-ulnaris proximalis:
Nadere informatieInspanningsfysiologie. Energiesystemen. Fosfaatpool. Hoofdstuk 5. 1. Fosfaatpool 2. Melkzuursysteem 3. Zuurstofsysteem
Inspanningsfysiologie Hoofdstuk 5 Energiesystemen 1. Fosfaatpool 2. Melkzuursysteem 3. Zuurstofsysteem Fosfaatpool Anaërobe alactische systeem Energierijke fosfaatverbindingen in de cel Voorraad ATP en
Nadere informatieEen persoon raakt opgewonden en begint te hyperventileren. Om de hyperventilatie te stoppen, pakt hij een plastic zak.
Examentrainer Vragen Hyperventilatie Het overmatig snel verversen van de lucht in de longen wordt hyperventilatie genoemd. Door bewust of onbewust snel in en uit te ademen, daalt de concentratie van CO
Nadere informatieH2 Bouw en functie. Alle neuronen hebben net als gewone cellen een gewone cellichaam.
Soorten zenuw cellen Neuronen H2 Bouw en functie Alle neuronen hebben net als gewone cellen een gewone cellichaam. De informatie stroom kan maar in een richting vloeien, van dendriet naar het axon. Dendrieten
Nadere informatieFysiologie les 7. Herhalen Lymfestelsel:
Herhalen Lymfestelsel: Fysiologie les 7 Lymfe ontstaat in het weefsel, weefselvocht (plasma zonder plasmaeiwitten) lekt de lymfecapillairen in. Deze komen samen in grotere lymfe vaten. Meerdere lymfevaten
Nadere informatie6,7. Samenvatting door een scholier 1580 woorden 20 juni keer beoordeeld
Samenvatting door een scholier 1580 woorden 20 juni 2011 6,7 3 keer beoordeeld Vak Biologie Les 1. - Organen zorgen bijvoorbeeld voor je bloedsomloop, spijsvertering en uitscheiding. - Onder alle omstandigheden
Nadere informatieFysiologie / Metabolisme stofwisseling
Fysiologie / Metabolisme stofwisseling Onder de fysiologie vallen bij de sportmassage de volgende onderdelen: Celleer/cytologie Weefselleer/histologie Stofwisseling/metabolisme Spijsvertering Hart, bloedvaten
Nadere informatieSamenvatting Biologie Regeling
Samenvatting Biologie Regeling Samenvatting door P. 1319 woorden 20 maart 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie samenvatting Regeling SE2 Het zenuwstelsel Het zenuwstelsel
Nadere informatieH.6 regeling. Samenvatting
H.6 regeling Samenvatting Zenuwstelsel Het zenuwstelsel bestaat uit: Centrale zenuwstelsel ( bestaat uit: grote hersenen, kleine hersenen, hersenstam en ruggenmerg Zenuwen Functies van zenuwstelsel: Verwerken
Nadere informatieAnatomie / fysiologie Circulatie. Stellingen n.a.v. vorig college. Stellingen, vervolg. Bloeddruk
Anatomie / fysiologie Circulatie Bloeddruk 1 Stellingen n.a.v. vorig college Het ventrikelseptum van het hart is dikker dan het atriumseptum van het hart. Een hart dat over de top van de Frank Starling-curve
Nadere informatieGunstig voor gaswisseling: - kleine diffusie afstand, grote gezamenlijke oppervlak, concentratie verschillen van O2
Samenvatting door Jacomijn 1410 woorden 20 maart 2018 6,2 3 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Samenvatting Biologie H13 Gaswisseling en uitscheiding 13.1 Ademen Ingeademde lucht bestaat uit:
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 11, Regeling door hormonen
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 11, Regeling door hormonen Samenvatting door een scholier 1429 woorden 19 juni 2006 5,7 16 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar H11 1 Ribosomen: koppelen aminozuren
Nadere informatieBij hoeveel procent vochtverlies gaat de sportprestatie achteruit? Ong. 1% Bart van der Meer WM/SM theorie les 11 Amice
Bij hoeveel procent vochtverlies gaat de sportprestatie achteruit? Ong. 1% Bart van der Meer WM/SM theorie les 11 Amice Bij hoeveel procent vochtverlies krijg je een dorstsignaal? Ong. 2% Bewerkt door
Nadere informatieInhoud. Woord vooraf 1 1. Over de auteurs 1 2. Redactionele verantwoording 1 3 Curriculummodel 1 3 Didactisch concept Basiswerken 1 4
Inhoud Woord vooraf 1 1 Over de auteurs 1 2 Redactionele verantwoording 1 3 Curriculummodel 1 3 Didactisch concept Basiswerken 1 4 1 Cellen en weefsels 1 6 1.1 Kenmerken van het leven 1 7 1.2 De opbouw
Nadere informatieTabel blz22 en 23 14 Begrippen Steady state, Zuurstofschuld en Second wind. Tijdens inspanning glucose spiegel : adrenaline glucagon cortisol
Inspanningsfysiologie Hoofdstuk 10 Les 14 Bovengrens prestatievermogen: HMV beperkende factor, niet longen Bij begin inspanning stijgt P CO₂ arterieel bloed, ademprikkel, longen passen aan. Ongetrainde
Nadere informatieFig. 0. 1 De Leefstijlacademie
Inleiding Wat goed dat je hebt doorgezet naar de volgende cursus! Je wilt dus nog meer te weten komen over hoe je lichaam precies in elkaar zit en hoe het werkt! En dat precies is wat je in deze cursus
Nadere informatieAnatomie en fysiologie van de lever. Suzanne van Meer AIOS MDL, UMC Utrecht 5 april 2018
Anatomie en fysiologie van de lever Suzanne van Meer AIOS MDL, UMC Utrecht 5 april 2018 Disclosure Geen belangenverstrengeling Inhoud Doelen: - Kennis over de macro en micro anatomie van de lever - Kennis
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 13 Hormonen
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 13 Hormonen Samenvatting door Elin 1039 woorden 4 april 2018 9,5 8 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie Hoofdstuk 13 13.1 * Hormoonklieren = organen die
Nadere informatieSamenvattingen. Samenvatting Thema 6: Regeling. Basisstof 1. Zenuwstelsel regelt processen:
Samenvatting Thema 6: Regeling Basisstof 1 Zenuwstelsel regelt processen: - regelen werking spieren en klieren - verwerking van impulsen van zintuigen Zintuigcellen: - staan onder invloed van prikkels
Nadere informatie1. Een orgaan waarbij stoffen vanuit het interne milieu naar het externe milieu gebracht worden
Paragraaf 5.1 1. Een orgaan waarbij stoffen vanuit het interne milieu naar het externe milieu gebracht worden 2. a) Huid, longen, nieren en lever b) Water c) Huid: zouten, Longen: CO 2, Nieren: Ureum,
Nadere informatieH5 Begrippenlijst Zenuwstelsel
H5 Begrippenlijst Zenuwstelsel acetylcholine Vaak voorkomende neurotransmitter, bindt aan receptoren en verandert de permeabiliteit van het postsynaptische membraan voor specifieke ionen. animatie synaps
Nadere informatieHoorcollege Tractus circulatorius. Dirk Geurts
Hoorcollege Tractus circulatorius Dirk Geurts Voorbereiding E-book/boek Anatomie en fysiologie van Martini lezen (Hoofdstuk 13, Het cardiovasculaire stelsel: bloedvaten en bloedsomloop, paragraaf 13.1
Nadere informatieSamenvatting Biologie Thema 4:
Samenvatting door L. 717 woorden 19 juni 2013 4,8 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting Biologie Thema 4: Zintuig Ligging Prikkel Waarneming Gezichts~ In de ogen Licht Zien
Nadere informatieParagraaf 6.1 en 6.2. 2. Osmotische waarde, ph weefselvloeistof, glucosegehalte
Paragraaf 6.1 en 6.2 1. Neem de volgende begrippen over in je schrift en geef een omschrijving Homeostase In stand houden van het interne milieu opperhuid Bovenste laag van de huid chitine Koolhydraat
Nadere informatieProefexamen ANATOMIE EN FYSIOLOGIE
Proefexamen ANATOMIE EN FYSIOLOGIE Deelexamen 1 In dit proefexamen worden over de volgende onderwerpen vragen gesteld: opbouw van het menselijk lichaam algemene fysiologie spijsverteringsstelsel ademhalingsstelsel
Nadere informatieVoedingsleer. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Voedingsleer en het plantenrijk
Waar gaat deze kaart over? Deze kaart gaat over voedingsleer: over voedingsstoffen en de manier waarop ons lichaam met deze stoffen omgaat. Wat wordt er van je verwacht? Na het bestuderen van deze kaart
Nadere informatieBij het uitscheiden helpen de nieren om de samenstelling van je bloed constant te houden. Uitscheiding is het
Samenvatting door R. 1946 woorden 10 maart 2016 7 37 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Bio samenvatting H9 9.1 WAT WORDT ER BINNENIN JE LICHAAM GEREGELD? Je lichaam probeert vanbinnen om constant
Nadere informatieBiologie SE4. Hoofdstuk 13 Paragraaf 1 Begrippenlijst:
Hoofdstuk 13 Paragraaf 1 Begrippenlijst: Hormoonklieren: Exocriene klieren: Endocriene klieren: Hypothalamus: Biologie SE4 organen die elders in het lichaam organen en weefsels activeren. zweet- en verteringsklieren
Nadere informatieGEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 4. Gezonde voeding
GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 4 Gezonde voeding 1 INLEIDING Thema 3 hoofdstuk Gezonde voeding blz. 149 Onderwerpen: -Persoonlijke verschillen -Voeding en levensfasen -Voedingsmiddelen en voedingsstoffen -Richtlijnen
Nadere informatieAnatomie & Fysiologie van Dieren
Anatomie & Fysiologie van Dieren Versie 1 29 maart 2010 Tentamen: 40 multiple choice vragen Dit tentamen is niet volledig gescand. Hierdoor zijn enkele vragen weggevallen en is het aantal vragen iets korten.
Nadere informatieOoit nagedacht over wat er gebeurt onder een halsband?
Ooit nagedacht over wat er gebeurt onder een halsband? Bij mensen kan slechts 1 w h i p l a s h a c c i d e n t langdurige pijn en lijden veroorzaken. De anatomie van de hond is fundamenteel gelijk aan
Nadere informatieHET ADEMHALINGSSTELSEL
HET ADEMHALINGSSTELSEL ANATOMIE EN FYSIOLOGIE Functies van het ademhalingsstelsel De functies van het ademhalings-stelsel Gasuitwisseling tussen bloed en lucht Verplaatsen van lucht van en naar de uitwisselingsoppervlakken
Nadere informatieProefexamen ANATOMIE EN FYSIOLOGIE
Proefexamen ANATOMIE EN FYSIOLOGIE Deelexamen In dit proefexamen worden over de volgende onderwerpen vragen gesteld: zenuwstelsel hormoonstelsel zintuigen geslachtsorganen Beschikbare tijd: 45 minuten
Nadere informatieAlgemene anatomie en fysiologie
Naam kandidaat: Voetverzorger Kwalificatiecode 10505 Algemene anatomie en fysiologie Datum : 4 juni 2009 Werktijd : 60 minuten Deelkwalificatiecode : 51934 Waardering Cesuur Werkwijze : 1 punt per vraag,
Nadere informatieThema 6 Gaswisseling en uitscheiding Basisstof 1
Samenvatting door een scholier 2022 woorden 18 maart 2007 6.5 100 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Basisstof 1 Ademhaling Hier boven zie je het ademhalingsstelsel van de mens. Bij
Nadere informatieOPDRACHT EMBRYONALE BLOEDSOMLOOP. Gebruik voor deze opdracht je Binas en basisstof 1 van je boek.
OPDRACHT EMBRYONALE BLOEDSOMLOOP Gebruik voor deze opdracht je Binas en basisstof 1 van je boek. Zeven organen van een normale bloedsomloop zijn: Hoofd longen hart lever darm nieren benen 1. Van de zeven
Nadere informatieBASISSTOF 1 HET BLOED OM TE ONTHOUDEN
BASISSTOF 1 HET BLOED Bloed bestaat uit bloedplasma, bloedcellen en bloedplaatjes. 55% is bloedplasma. 45% bloedcellen en bloedplaatjes. Er zijn twee soort bloedcellen: rode bloedcellen en witte bloedcellen.
Nadere informatieSamenvatting door Hidde 506 woorden 31 maart keer beoordeeld. Biologie Hoofdstuk 14: Zenuwstelsel Centraal zenuwstelsel
Samenvatting door Hidde 506 woorden 31 maart 2017 0 keer beoordeeld Vak Biologie Biologie Hoofdstuk 14: Zenuwstelsel 14.1 Centraal zenuwstelsel Zenuwstelsel bestaat uit 2 delen: - centraal zenuwstelsel
Nadere informatieVWO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA
Thema: Transport VWO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA Docent: A. Sewsahai Doelstellingen De student moet 5V: blz. 215 t/m
Nadere informatieFysiologie / Hormonen Endocriene stelsel
Fysiologie / Hormonen Endocriene stelsel Hormoon = boodschapper Homao (grieks)= in beweging zetten. Hormonen worden geproduceerd door klieren en hebben een regelende functie. Hormoonwerking (Hypofyse)
Nadere informatieLes 7 Spijsvertering 2. Spijsvertering Maag. Maagwand. Maag, duodenum, gal, resorptie, vetten, eiwitten, poortader
Les 7 Spijsvertering 2 Maag, duodenum, gal, resorptie, vetten, eiwitten, poortader ANZN 1e leerjaar - Les 7 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 1 Spijsvertering Maag ventriculus gaster maag leeg ongeveer
Nadere informatieTractus digestivus externe secretie
Tractus digestivus externe secretie Spijsverteringskanaal: Mond Mond keelholte Slokdarm Maag Dunne darm Dikke darm Endeldarm Anus Spijsverteringsstelsel: Lever Galblaas Alvleesklier Wand van het spijsverteringskanaal
Nadere informatieIn welke volgorde vindt deze deling plaats?
1. Wat behoort tot de vegetatieve levensverrichtingen van een cel? A) Beweging. B) Prikkelbaarheid. C) Stofwisseling. 2. Wat is de functie van het centraallichaampje? A) Het leveren van energie. B) Het
Nadere informatiePraktische opdracht. klas 2 atheneum
1 Praktische opdracht klas 2 atheneum Expert opdrachten gaswisseling, bloed en bloedsomloop http://www.bioplek.org/2klas/2klasexpertgasbloed/2klasgasbloedinhoud.html Vragen over de posters 2 Het is mogelijk
Nadere informatieAnatomie en Fysiologie van Dieren
Anatomie en Fysiologie van Dieren Versie 2 1 april 2011 17.00-19.00 uur Tentamen: 40 multiple choice vragen Dit tentamen is in het verleden niet goed ingescand. Hierdoor ontbreken sommige vragen en in
Nadere informatieOnwillekurig of Autonoom Ingedeeld in parasympatisch en orthosympatisch
Paragraaf 8.1 en 8.2 perifere zenuwstelsel Uitlopers van zenuwcellen buiten de hersenen en het ruggenmerg centrale zenuwstelsel Zenuwcellen en uitlopers in hersenen en ruggenmerg autonome zenuwstelsel
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 9
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9 Samenvatting door I. 2669 woorden 14 december 2014 5,8 9 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie samenvatting 9.1: Lichaam à orgaanstelsels Orgaanstelsel
Nadere informatieNaam: BLOEDSOMLOOP. Vraag 1. Waaruit bestaat bloed?
Naam: BLOEDSOMLOOP Bloed Een volwassen persoon heeft 5 á 6 liter bloed. Dat bloed bestaat uit bloedplasma, bloedcellen (rode en witte) en bloedplaatjes. Als bloed een paar dagen heeft gestaan, zakken de
Nadere informatie6,4. Samenvatting door N woorden 6 november keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie H5 Homeostase
Samenvatting door N. 1886 woorden 6 november 2010 6,4 16 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie H5 Homeostase Paragraaf 1 Interne milieu: weefselvloeistof samen met bloedplasma
Nadere informatie1. We ademen om te leven
1. We ademen om te leven Net als alle levende wezens hebben wij energie nodig om te leven. De spijsvertering zorgt ervoor dat ons lichaam de voedingsstoffen opneemt. De bloedsomloop brengt die stoffen
Nadere informatieslagaders haarvaten aders uitzonderingen Bevat kleppen - - X Aorta, longslagader Gespierde dikke wand
Paragraaf 4.1 en 4.2 Neem de volgende begrippen over in je schrift en geef een omschrijving ader Bloedvat waarin bloed richting het hart stroomt slagader Bloedvat waarin het bloed van het hart afstroomt
Nadere informatieAnatomie / fysiologie
Anatomie / fysiologie Cxx53 7 en 8 Hart 1 FHV2009 / Cxx53 7+8 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 1 Ligging van het hart Kegelvormig, hol, gespierd orgaan. Ca. 10 cm lang en omvang vuist FHV2009 / Cxx53
Nadere informatieVragenles Deel 1. Vraagje. Infrastructuur menselijk lichaam. Matthieu Berenbroek
Vragenles Deel 1 Matthieu Berenbroek http://www.berenbroek.eu/ Vraagje Verschil tussen serum en antibiotica? Serum: Bloedplasma zonder fibrinogeen Antiserum = engelse antidote puur antistoffen tegen specifieke
Nadere informatie6.6. Boekverslag door D woorden 26 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie thema 5, Homeostase
Boekverslag door D. 2035 woorden 26 juni 2011 6.6 69 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie thema 5, Homeostase 1. Elke cel van je lichaam is omgeven door weefselvloeistof. Weefsel
Nadere informatieIn het lichaam van een meercellig organisme treedt specialisatie van cellen op.
Algemene anatomie en fysiologie/fysiologie/ niveau 2 Cellen Bouw en functie van cellen Levende organismen bestaan uit één of meer cellen, die er voor zorgen dat de soort en het individu in stand wordt
Nadere informatieHerhalen anatomie art Coxae: Heup. Fysiologie les 9
Herhalen anatomie art Coxae: Heup Fysiologie les 9 1: Het hartminuutvolume van een volwassene bedraagt in rust ongeveer: A) 5 liter/minuut B) 15 liter/minuut C) 25 liter/minuut D) 35 liter/minuut 9 2)
Nadere informatieDE HUID. 1 Bouw en functie
DE HUID 1 Bouw en functie De huid is het grootste orgaan van je lichaam.het is ook een soort "visitekaartje". Vandaar dat je je huid goed moet verzorgen. Je huid beschermt je tegen beschadiging, infecties,
Nadere informatieSamenvatting Biologie Thema 1: Organen en cellen
Samenvatting Biologie Thema 1: Organen en cellen Samenvatting door M. 721 woorden 15 januari 2014 7,1 28 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Organismen Organismen is een levend wezen:
Nadere informatieFenotype nakomelingen. donker kort 29 donker lang 9 wit kort 31 wit- lang 11
1. Bij honden is het allel voor donkerbruine haarkleur (E) dominant over het allel voor witte haarkleur (e). Het allel voor kort haar (F) is dominant over het allel voor lang haar (f). Een aantal malen
Nadere informatieExamen VMBO-BB 2005 BIOLOGIE CSE BB. tijdvak 12. Naam kandidaat Kandidaatnummer. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.
Examen VMBO-BB 2005 tijdvak 12 woensdag dinsdag 21 9 mei juni 13.30 11.30-15.00 13.00 uur BIOLOGIE CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Dit examen bestaat
Nadere informatieToets Anatomie Opleiding Sport en Bewegen. Behaalde punten Hulpmiddelen geen
Cijfer In te vullen voor docent In te vullen door leerling Beroepsprestatie B.P.1.3 S.B Naam leerling Toets Anatomie Opleiding Sport en Bewegen Klas SB3O1A+B Versie 1 Datum Tijdsduur 60 minuten Naam docent
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 6
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 6 Samenvatting door een scholier 1512 woorden 3 mei 2005 5,8 22 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Thema 6 Gaswisseling en uitscheiding Basisstof 1 Het
Nadere informatieUitscheiding en afweer
Uitscheiding en afweer De lever: slokdarm galblaas maag 12-ving. darm dunne darm ligging van de lever Functies van de lever: bloedsuikerspiegel (glucosegehalte in bloed) op peil houden overtollige eiwitten
Nadere informatieLongemfyseem is bij ouderen een van de belangrijkste oorzaken van kortademigheid en gebrek aan uithoudingsvermogen.
Examentrainer Vragen Longemfyseem Longemfyseem is bij ouderen een van de belangrijkste oorzaken van kortademigheid en gebrek aan uithoudingsvermogen. Het ontstaan van longemfyseem is een complex proces.
Nadere informatieUNIFORM HEREXAMEN MULO 2009
MINISTERIE VN ONERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXMENUREU VK : IOLOGIE TUM: INSG 11 UGUSTUS 2009 TIJ : 10.50 12.05 UUR EZE TK ESTT UIT 40 ITEMS. UNIFORM HEREXMEN MULO 2009 TENZIJ NERS NGEGEVEN, GT HET STEES
Nadere informatieVoor voortgangtoets 3.1
H8 Bloedsomloop H8 Bloedsomloop 8.1 t/m 8.4 8.6 t/m 8.10 Colloid osmotische druk, Osmose, diffusie, actief transport Voor voortgangtoets 3.1 Vervoer van stoffen O 2 van longen naar cellen CO 2 van cellen
Nadere informatieThema 3 Voeding en je lichaam
Naut samenvatting groep 7 Mijn Malmberg Thema 3 Voeding en je lichaam Samenvatting Voeding en je lichaam Je lichaam heeft voedingsstoffen nodig. Die zitten in ons eten en drinken. Voedsel en vocht zijn
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 6 + 9: Regeling en Gedrag
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 6 + 9: Regeling en Gedrag Samenvatting door R. 858 woorden 19 juni 2014 7 7 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Zintuig = orgaan dat reageert op prikkels
Nadere informatieHoorcollege Tractus digestivus. Dirk Geurts
Hoorcollege Tractus digestivus Dirk Geurts Voorbereiding E-book/boek Anatomie en fysiologie van Martini lezen (Hoofdstuk 16, Het spijsverteringsstelsel); probeer een goed overzicht te krijgen van wat dit
Nadere informatieExamentrainer. Vragen. Vertering. Wat is de naam van P?
Examentrainer Vragen Vertering 1p 1 In de afbeelding worden organen van het verteringsstelsel weergegeven. Enkele van deze organen produceren verteringssappen met enzymen. Een orgaan is aangegeven met
Nadere informatieBiologie paragraaf 10.4 en 10.5 De dialyse is de zuivering van het bloed. Er gaan afvalstoffen (zoals ureum), overtollige zouten, overtollig water en
Biologie paragraaf 10.4 en 10.5 De dialyse is de zuivering van het bloed. Er gaan afvalstoffen (zoals ureum), overtollige zouten, overtollig water en lichaamsvreemde stoffen (bijvoorbeeld resten van medicijnen)
Nadere informatie