Theorie-examen fysiologie 2 mei 2008
|
|
- Sandra Vedder
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Theorie-examen fysiologie 2 mei Wat kan gesteld worden van een orgaanstelsel? A. Dit zijn alle organen tezamen in het lichaam. B. Dit is een groep organen die samen een bepaalde functie vervullen. C. Dit zijn 2 of meer weefsels die samen een bepaalde functie vervullen. 2. Welke functie behoort tot de animale functies? A. Groei. B. Beweging. C. Voortplanting. 3. Wat kan gesteld worden van de celmembraan? A. Deze bestaat uit 3 lagen en bestaat voornamelijk uit eiwitten en vetten. B. Deze bestaat uit 2 lagen en bestaat voornamelijk uit eiwitten en vetten. C. Deze bestaat uit 3 lagen en bestaat voornamelijk uit koolhydraten en eiwitten. 4. Hoe vindt de uitwisseling van CO2 en O2, tussen de alveoli en het bloed, plaats? A. Door middel van osmose. B. Door middel van filtratie. C. Door middel van diffusie. 5. Wat is een functie van epitheelweefsel? A. Motoriek. B. Secretie. C. Bewustzijn. 6. Hoeveel procent van het bloedplasma bestaat uit bloedeiwitten? A. 2 procent. B. 7 procent. C. 45 procent. 7. Bij welk proces speelt het plasma-eiwit albumine een belangrijke rol? A. Bij de colloïd osmotische druk. B. Bij de afweer. C. Bij de bloedstolling. 8. Wat kan gesteld worden van haemoglobine? A. Dit is onderdeel van de erythrocyt en kan CO2 en O2 binden. B. Dit is onderdeel van de leukocyt en kan CO2 en O2 binden. C. Dit is onderdeel van de erythrocyt en kan alleen O2 binden. 9. Welke vitamine speelt een belangrijke rol bij de vorming van thrombocyten? A. Vitamine B12. B. Vitamine D. C. Vitamine K.
2 10. Welke volgorde van bloedvaten, bezien vanaf het linker ventrikel, is juist? A. Aorta descendens, aorta abdominalis, aorta ascendens, vena cava superior. B. Aorta ascendens, aorta abdominalis, aorta descendens, vena cava inferior. C. Aorta ascendens, aorta descendens, vena porta, vena cava inferior. 11. Welke bloedvaten worden ook wel weerstandsvaten genoemd? A. Arteriën. B. Arteriolen. C. Capillairen. 12. Welke van de onderstaande factoren zorgt voor een betere terugstroom van het bloed naar het hart, in de venen? A. De zwaartekracht. B. Venodilatatie. C. Skeletspiercontracties. 13. In welke van de volgende situaties kan oedeem ontstaan? A. Wanneer er teveel plasma-eiwitten in het weefselvocht zitten. B. Wanneer er teveel eiwitten in het bloed zitten. C. Wanneer de bloeddruk erg laag is. 14. Waar is de epiglottis gelegen? A. In de farynx. B. In de larynx. C. In de oesophagus. 15. Welke van de volgende stellingen is juist? I : Het cytoplasma is het protoplasma plus de kern. II: Lysosomen ruimen afbraakproducten op in de cel. 16. Wat is een belangrijk verschil tussen de neusademhaling en mondademhaling? A. Bij het door de neus ademen ondervindt de lucht minder weerstand. B. Bij het door de mond ademen ondervindt de lucht minder weerstand. C. Bij het door de mond ademen wordt de lucht beter verwarmd. 17. Wat kan gesteld worden van de vitale capaciteit? A. Dit is de hoeveelheid lucht die maximaal kan worden uitgeademd na een normale inademing. B. Dit is de hoeveelheid lucht die maximaal kan worden ingeademd na een normale uitademing. C. Dit is de hoeveelheid lucht die maximaal kan worden uitgeademd na een maximale inademing. 18. Wat is de effectieve alveolaire ventilatie bij iemand die 10 x per minuut ademt en per ademteug 550 ml lucht inademt? A. 3 liter. B. 4 liter. C. 5,5 liter.
3 19. Waardoor wordt de afgifte van O2 in de spieren bevorderd? A. Door de afname van de melkzuurconcentratie in het spierweefsel. B. Door de lagere concentratiegradiënt voor O2. C. Door de hogere temperatuur van het spierweefsel. 20. Wat wordt bedoeld met anabolisme? A. De energetische stofwisseling. B. De opbouwstofwisseling. C. De bedrijfsstofwisseling. 21. Wat is een functie van het enzym amylase? A. Koolhydraatsplitsing. B. Eiwitsplitsing. C. Vetsplitsing. 22. Wat kan gesteld worden van gal? A. Gal speelt een rol bij de vetvertering en bevat enzymen. B. Gal wordt geproduceerd door de lever en bevat geen enzymen. C. Gal wordt geproduceerd door de galblaas en bevat geen enzymen. 23. Welke bewering omtrent de oesophagus is ONJUIST? A. De oesophagus ligt in de borstholte. B. De oesophagus ligt ventraal van de trachea. C. De oesophagus bestaat uit glad spierweefsel. 24. Wat is GEEN onderdeel van maagsap? A. HCL. B. Slijm. C. Globuline. 25. Welke van de volgende klieren is een gemengde klier? A. De hypofyse. B. De pancreas. C. Een talgklier. 26. Wat treedt op bij daling van de lichaamstemperatuur? A. Vasoconstrictie in de epidermis. B. Vasoconstrictie in de dermis. C. Vasodilatatie in de dermis. 27. Wat kan gesteld worden van het lichaampje van Malpighi? A. Het is een onderdeel van de glomerulus. B. Het is een onderdeel van het nephron. C. Het is een onderdeel van het kapsel van Bowman.
4 28. Wat is GEEN normaal bestanddeel van urine? A. Hormonen. B. Vitaminen. C. Glucose. 29. Waar bevindt zich de lis van Henle in de nier? A. In de schorslaag. B. In de merglaag. C. In het nierbekken. 30. Welke van de volgende stellingen is juist? I: De ventrikelcontractie duurt 0,3 sec. II: De hartpauze duurt 0,4 sec. 31. Wat kan gesteld worden van exocriene klieren? A. Dit zijn klieren met een afvoerbuis. B. Dit zijn klieren met interne secretie. C. Dit zijn klieren die hormonen produceren. 32. Waar wordt het hormoon adrenaline geproduceerd? A. In de hypofyse. B. In het bijnierschors. C. In het bijniermerg. 33. Wat is de functionele en structurele eenheid van het zenuwstelsel? A. Het axon. B. Het neuron. C. De neuriet. 34. Wat is GEEN functie van de liquor? A. Warmtebuffer. B. Barriere voor bacterien. C. Prikkelbaarheid. 35. Door welke structuur zijn de twee helften van het cerebrum met elkaar verbonden? A. Door het corpus callosum. B. Door de pons varoli. C. Door de truncus cerebri. 36. Welke van de volgende stellingen is juist? I: De trachea bevindt zich in het mediastinum. II: Het binnenste longvlies is de pleura parietalis.
5 37. Wat kan gesteld worden van sensibele zenuwvezels? A. Deze worden ook wel afferente zenuwvezels genoemd. B. Deze lopen vanaf het centraal zenuwstelsel naar de spieren of klieren. C. Deze worden ook wel centrifugale neuronen genoemd. 38. Wat kan gesteld worden van het axon? A. Het is het receptief gedeelte van het neuron. B. Het is het conductief gedeelte van het neuron. C. Het is het transmissief gedeelte van het neuron. 39. Wat is het effect van het orthosympatisch zenuwstelsel op het hart? A. Verlaging van de hartfrequentie. B. Verhoging van de hartfrequentie. C. Het orthosympatisch zenuwstelsel heeft geen effect op het hart. 40. Waarvan is sprake bij de kniepeesreflex? A. Van een pseudoreflex. B. Van een lange reflexboog. C. Van een korte reflexboog. 41. Hoeveel ATP wordt geleverd door de aerobe omzetting van 1 molecuul glucose? A. 2 ATP. B. 36 ATP. C. 130 ATP. 42. Wat kan gesteld worden van diapedese? A. Dit is het vermogen van leukocyten om door de vaatwand te treden. B. Dit is het opnemen en verteren van schadelijke stoffen door de leukocyten. C. Dit is het produceren van antitoxinen door de lymfocyten. 43. Welke van de volgende stellingen is juist? I: Vitamine D is oplosbaar in vet. II: Vitamine B12 speelt een rol bij de aanmaak van Hb in het beenmerg. 44. Wat kan gesteld worden van het Hart Minuut Volume (HMV)? A. Het HMV is in rust ongeveer 25 liter. B. Het HMV is de beperkende factor bij inspanning. C. Door toename van het HMV tijdens inspanning zal de systolische bloeddruk dalen. 45. Wat kan gesteld worden van de ductus thoracicus? A. Deze verzamelt, onder andere, lymfe uit de rechter arm. B. Deze verzamelt, onder andere, lymfe uit de onderste lichaamshelft. C. Deze mondt uit in de arteria subclavia sinister.
6 46. Wat is kenmerkend voor de milt? A. De milt is rechtstreeks aangesloten op de grote lymfevaten. B. De milt is rechtstreeks aangesloten op het poortadersysteem. C. De milt vormt leukocyten bij het ongeboren kind. 47. Welk hormoon wordt NIET door de hypofyse geproduceerd? A. ACTH. B. Groeihormoon. C. Thyroxine. 48. Wat kan gesteld worden van de oesophagus? A. Hier worden enzymen afgescheiden ter koolhydraatsplitsing. B. Het distale deel van de oesophagus wordt het antrum genoemd. C. Het is een transportkanaal in de tractus digestivus. 49. Wat is een andere naam voor het jejunum? A. De twaalfvingerige darm. B. De kronkeldarm. C. De nuchtere darm. 50. Hoe heet de overgang van de oesophagus naar de maag? A. De fundus. B. De pylorus. C. De cardia.
Theorie-examen Fysiologie april 2009
Theorie-examen Fysiologie april 2009 1. Wat is, uiteindelijk, de beperkende factor bij inspanning? A. Het ademminuutvolume. B. Het hartminuutvolume. C. De vitale capaciteit. 2. Hoe kan het lichaam in totaal
Nadere informatieTheorie-examen Fysiologie 21 april 2006.
Theorie-examen Fysiologie 21 april 2006. 1. Welke bestanddelen horen, onder normale omstandigheden, niet voor te komen in urine? A. Hormonen en afbraakproducten. B. Eiwitten. C. Zouten. 2. Wat is een voorbeeld
Nadere informatieTheorie - herexamen Fysiologie 23 mei 2008
Theorie - herexamen Fysiologie 23 mei 2008 1. Waar wordt het groeihormoon gevormd? A. In de hypofyse. B. In het bijniermerg. C. In de pancreas. 2. Wat is een kenmerk van een weefsel? A. Het is altijd opgebouwd
Nadere informatieCapabel Examens 2011 Pagina 1
1. Wat is de kleinste levende eenheid van een organisme? A) Een cel. B) Een orgaan. C) Een weefsel. 2. Bij welke levensverrichting van de cel speelt chromatine een belangrijke rol? A) Bij de prikkelbaarheid.
Nadere informatie3. Wat gebeurt er met het kernmembraan in de eerste fase van de celdeling?
1. Welke stof beweegt zich het makkelijkst door het celmembraan? A) Eiwit. B) Vet. C) Water. 2. Waarbij zijn de centraallichaampjes van belang? A) Bij de celdeling. B) Bij de celgroei. C) Bij de celstofwisseling.
Nadere informatieA. de hersenen en het ruggenmerg B. het hersenvlies en de hersenstam C. het cerebrospinaal vocht en de gevoelszenuwen D. de klieren en de lymfevaten
Hoofdstuk 1 Meerkeuzevraag 1.1 Meerkeuzevraag 1.2 Meerkeuzevraag 1.3 Meerkeuzevraag 1.4 Meerkeuzevraag 1.5 Meerkeuzevraag 1.6 Meerkeuzevraag 1.7 Waar ligt de lever in de buikholte? A. Boven rechts B. Boven
Nadere informatieTractus digestivus externe secretie
Tractus digestivus externe secretie Spijsverteringskanaal: Mond Mond keelholte Slokdarm Maag Dunne darm Dikke darm Endeldarm Anus Spijsverteringsstelsel: Lever Galblaas Alvleesklier Wand van het spijsverteringskanaal
Nadere informatieTake-home toets. Thema 4.3.1: Anatomie en fysiologie van het hart en de circulatie
Take-home toets Thema 4.3.1: Anatomie en fysiologie van het hart en de circulatie 1. I Arterien vervoeren altijd zuurstofrijk bloed II Arterien vervoeren het bloed naar het hart 2. Waar vindt de kleine
Nadere informatie1. Waarvan is DNA een belangrijke bouwstof? A) Van de celmembraan. B) Van de chromosomen. C) Van de kernmembraan.
1. Waarvan is DNA een belangrijke bouwstof? A) Van de celmembraan. B) Van de chromosomen. C) Van de kernmembraan. 2. Wat zijn vegetatieve verrichtingen van de cel? A) Beweging en prikkelbaarheid. B) Prikkelbaarheid
Nadere informatieHerhalen anatomie art Cubiti: Elleboog
Herhalen anatomie art Cubiti: Elleboog -Art Humero-ulnaris: scharnier Flexie-extensie -Art Humero-radialis: anatomische kogel Flexie-extensie, rotatie, ab-ad niet door ulna -Art Radio-ulnaris proximalis:
Nadere informatieThema 4.2.1: Anatomie en fysiologie van de thorax, longen en het respiratoirsysteem
Take-home toets Thema 4.2.1: Anatomie en fysiologie van de thorax, longen en het respiratoirsysteem 1. Welke van de onderstaande spieren speelt (spelen) een rol bij de ademhaling? a. diafragmaspieren b.
Nadere informatieAls het bloed uit de holle ader verder stroomt, in welk bloedvat komt het dan?
De lever is gelegen in de buikholte? A. Boven rechts B. Boven links C. Onder rechts D. Onder links Als het bloed uit de holle ader verder stroomt, in welk bloedvat komt het dan? A. De aorta B. De holle
Nadere informatie1. Waar in de cel bevindt zich het centraallichaampje? A) In de celkern. B) In het cellichaam. C) In het celmembraan.
1. Waar in de cel bevindt zich het centraallichaampje? A) In de celkern. B) In het cellichaam. C) In het celmembraan. 2. Wat is een voorbeeld van een animale verrichting? A) De stofwisseling. B) De uitscheiding
Nadere informatieAnatomie / fysiologie. Taken circulatiestelsel. Onderverdeling bloedvaten. Cxx53 5 en 6 Bloedvaten Lymfe
Anatomie / fysiologie Cxx53 5 en 6 Bloedvaten Lymfe FHV2009 / Cxx53_5_6 / Anatomie & Fysiologie - Circulatie 1 Taken circulatiestelsel Voedingsstoffen, nadat ze verteerd (in stukken gedeeld) zijn, opnemen
Nadere informatieProefexamen ANATOMIE EN FYSIOLOGIE
Proefexamen ANATOMIE EN FYSIOLOGIE Deelexamen 1 In dit proefexamen worden over de volgende onderwerpen vragen gesteld: opbouw van het menselijk lichaam algemene fysiologie spijsverteringsstelsel ademhalingsstelsel
Nadere informatieFysiologie. Algemeen. 1.1 organisatieniveau s. Cel. Weefsel. Orgaan. Orgaanstelsel. Organisme
Fysiologie Algemeen De fysiologie bestudeert met behulp van natuurwetenschappelijke methoden het functioneren van levende organismen. De kleinst levende eenheid van de mens is de cel. 1.1 organisatieniveau
Nadere informatieBij hoeveel procent vochtverlies gaat de sportprestatie achteruit? Ong. 1% Bart van der Meer WM/SM theorie les 11 Amice
Bij hoeveel procent vochtverlies gaat de sportprestatie achteruit? Ong. 1% Bart van der Meer WM/SM theorie les 11 Amice Bij hoeveel procent vochtverlies krijg je een dorstsignaal? Ong. 2% Bewerkt door
Nadere informatieHoorcollege Tractus digestivus. Dirk Geurts
Hoorcollege Tractus digestivus Dirk Geurts Voorbereiding E-book/boek Anatomie en fysiologie van Martini lezen (Hoofdstuk 16, Het spijsverteringsstelsel); probeer een goed overzicht te krijgen van wat dit
Nadere informatieGEZONDHEIDSKUNDE. Het menselijk lichaam
GEZONDHEIDSKUNDE Het menselijk lichaam 1 KENMERKEN VAN HET LEVEN Anatomie à wetenschap die zich bezighoudt met de bouw van het menselijk lichaam (waar ligt wat?). Fysiologie à Wetenschap die zich bezighoudt
Nadere informatieFysiologie les 7. Herhalen Lymfestelsel:
Herhalen Lymfestelsel: Fysiologie les 7 Lymfe ontstaat in het weefsel, weefselvocht (plasma zonder plasmaeiwitten) lekt de lymfecapillairen in. Deze komen samen in grotere lymfe vaten. Meerdere lymfevaten
Nadere informatieVoor voortgangtoets 3.1
H8 Bloedsomloop H8 Bloedsomloop 8.1 t/m 8.4 8.6 t/m 8.10 Colloid osmotische druk, Osmose, diffusie, actief transport Voor voortgangtoets 3.1 Vervoer van stoffen O 2 van longen naar cellen CO 2 van cellen
Nadere informatieHart anatomie en fysiologie
Hart anatomie en fysiologie Anatomie van het hart Het hart is omgeven door een effen vlies, het hartzakje of pericard(3). Het hart ligt in de borstholte, tussen de longen (1), bijna in het midden met de
Nadere informatieTabel blz22 en 23 14 Begrippen Steady state, Zuurstofschuld en Second wind. Tijdens inspanning glucose spiegel : adrenaline glucagon cortisol
Inspanningsfysiologie Hoofdstuk 10 Les 14 Bovengrens prestatievermogen: HMV beperkende factor, niet longen Bij begin inspanning stijgt P CO₂ arterieel bloed, ademprikkel, longen passen aan. Ongetrainde
Nadere informatieHerhalen anatomie art Coxae: Heup. Fysiologie les 9
Herhalen anatomie art Coxae: Heup Fysiologie les 9 1: Het hartminuutvolume van een volwassene bedraagt in rust ongeveer: A) 5 liter/minuut B) 15 liter/minuut C) 25 liter/minuut D) 35 liter/minuut 9 2)
Nadere informatieLes 7 Spijsvertering 2. Spijsvertering Maag. Maagwand. Maag, duodenum, gal, resorptie, vetten, eiwitten, poortader
Les 7 Spijsvertering 2 Maag, duodenum, gal, resorptie, vetten, eiwitten, poortader ANZN 1e leerjaar - Les 7 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 1 Spijsvertering Maag ventriculus gaster maag leeg ongeveer
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 13 Hormonen
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 13 Hormonen Samenvatting door Elin 1039 woorden 4 april 2018 9,5 8 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie Hoofdstuk 13 13.1 * Hormoonklieren = organen die
Nadere informatieFysiologie les 5 Herhalen 3A Bloedsomloop
Fysiologie les 5 Herhalen 3A Bloedsomloop Cellulair; Haematocriet, Erytrocyt (Affiniteit, Erytropoëtine, HB) Leukocyt (diapedese, fagocytose) Trombocyt 45% Plasma = water met opgeloste stoffen, glucose,
Nadere informatieRespiratie Functie en bouw van de luchtwegen. Een uitingsvorm van het gebruik van de hulpademhalingsspieren is neusvleugelen.
Respiratie 2 Functie en bouw van de luchtwegen FHV2009 / Cxx54 3+4 / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus 1 Het uitwisselingsproces van O 2 en CO 2 tussen de cellen en de bloedbaan vindt eerder
Nadere informatieHET ADEMHALINGSSTELSEL
HET ADEMHALINGSSTELSEL ANATOMIE EN FYSIOLOGIE Functies van het ademhalingsstelsel De functies van het ademhalings-stelsel Gasuitwisseling tussen bloed en lucht Verplaatsen van lucht van en naar de uitwisselingsoppervlakken
Nadere informatieGrijze stof wordt gevormd door de cellichamen van de neuronen en de dendrieten
I hated every minute of training, but I said, "Don't quit. Suffer now and live the rest of your life as a champion. Muhammad Ali Bart van der Meer WM/SM - theorieles 14 Amice Bewerkt door Reina Welling
Nadere informatieLes 9 Nier. Nieren. Nieren, regulatie urine, vochthuishouding, diurese, clearance, GFR. Woordbetekenis Ren (L) b.v Art.
Les 9 Nier Nieren, regulatie urine, vochthuishouding, diurese, clearance, GFR ANZN 1e leerjaar - Les 9 - Matthieu Berenbroek, 2000-2011 1 Nieren Woordbetekenis Ren (L) b.v Art. renalis / vena perirenaal
Nadere informatie2. Van welke van de onderstaande factoren is de hartslagfrequentie NIET afhankelijk? a. de wil b. lichamelijke activiteiten c.
Take-home toets Thema 4.6 Anatomie en fysiologie van het centrale en perifere zenuwstelsel 1. Door activiteiten van de nervus vagus wordt a. de hartslagfrequentie verhoogd b. de hartslagfrequentie verlaagd
Nadere informatieVragenles Deel 1. Vraagje. Infrastructuur menselijk lichaam. Matthieu Berenbroek
Vragenles Deel 1 Matthieu Berenbroek http://www.berenbroek.eu/ Vraagje Verschil tussen serum en antibiotica? Serum: Bloedplasma zonder fibrinogeen Antiserum = engelse antidote puur antistoffen tegen specifieke
Nadere informatieAnatomie en Fysiologie van Dieren
Anatomie en Fysiologie van Dieren Versie 2 1 april 2011 17.00-19.00 uur Tentamen: 40 multiple choice vragen Dit tentamen is in het verleden niet goed ingescand. Hierdoor ontbreken sommige vragen en in
Nadere informatieSammenvatting Fysiologie Sportmassage
Henny Leentvaar (Sport)Massage Sammenvatting Fysiologie Sportmassage Datum: 14 april 2008 Opgesteld door: Henny Leentvaar Fysiologie Algemeen De fysiologie bestudeert met behulp van natuurwetenschappelijke
Nadere informatieBiologie paragraaf 10.4 en 10.5 De dialyse is de zuivering van het bloed. Er gaan afvalstoffen (zoals ureum), overtollige zouten, overtollig water en
Biologie paragraaf 10.4 en 10.5 De dialyse is de zuivering van het bloed. Er gaan afvalstoffen (zoals ureum), overtollige zouten, overtollig water en lichaamsvreemde stoffen (bijvoorbeeld resten van medicijnen)
Nadere informatieOrganisatie van de urinewegen
Urine wegen Informatie bij les 3 De stof in deze presentatie is een samenvatting uit het boek Anatomie en fysiologie; een inleiding van uitgeverij Pearson Organisatie van de urinewegen Functies van de
Nadere informatieAnatomie / fysiologie Circulatie. Stellingen n.a.v. vorig college. Stellingen, vervolg. Bloeddruk
Anatomie / fysiologie Circulatie Bloeddruk 1 Stellingen n.a.v. vorig college Het ventrikelseptum van het hart is dikker dan het atriumseptum van het hart. Een hart dat over de top van de Frank Starling-curve
Nadere informatieSportmassage IVS Opleidingen Uitwerking van de theorielessen. FYSIOLOGIE
Sportmassage IVS Opleidingen Uitwerking van de theorielessen. FYSIOLOGIE Algemeen (Deel 2, hoofdstuk 1, pg. 83) Fysiologie: bestudeerd het functioneren van levende organismen 1.1Organisatie niveaus Cel:
Nadere informatieAlgemene anatomie en fysiologie
Naam kandidaat: Voetverzorger Kwalificatiecode 10505 Algemene anatomie en fysiologie Datum : 4 juni 2009 Werktijd : 60 minuten Deelkwalificatiecode : 51934 Waardering Cesuur Werkwijze : 1 punt per vraag,
Nadere informatieFysiologie Huid Spijsvertering
Bart van der Meer WM/SM theorie les 10 Amice Bewerkt door Reina Welling niow.nl Fysiologie Huid Spijsvertering http://www.youtube.com/watch?v=iud7uxaq hue De 3 hoofdlagen Meest oppervlakkig (perifeer)
Nadere informatieCellen aan de basis.
Cellen aan de basis. Cellen aan de basis In het thema cellen aan de basis vinden we twee belangrijke thema s uit biologie voor jou terug. 1. Organen en cellen (thema 1 leerjaar 3) 2. Stofwisseling (thema
Nadere informatieBT15 tm 1 toets BT15 tm 1 toets
1 2013-2014 BT15 tm 1 toets 2 SPIJSVERTERING 1. Waar mondt de ductus parotideus uit in de mondholte? A. Bij de 2 e molaar van de maxilla B. Bij de 2 e molaar van de mandibula C. Bij de 2 e premolaar van
Nadere informatieSamenvatting Biologie Biologie Hoofdstuk 9: vertering, ademhaling, verbranding, bloedsomloop
Samenvatting Biologie Biologie Hoofdstuk 9: vertering, ademhaling, verbranding, bloedsomloop Samenvatting door Madelief 1197 woorden 7 februari 2018 5,2 16 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Paragraaf
Nadere informatieSamenvatting Biologie Thema 6
Samenvatting Biologie Thema 6 Samenvatting door Saar 879 woorden 10 april 2018 0 keer beoordeeld Vak Biologie Aantekeningen Biologie P3: Homeostase en regelkringen: Bij meercellige organismen: de cellen
Nadere informatieBloed en lymfe. Bloed en lymfe systeem. Bloed stelsel. Bloed en lymfe systeem. Bloed stelsel. Samenstelling van het bloed 20-8-2012.
Bloed en lymfe Bloed en lymfe systeem plaatje 2009 Bloed en lymfe systeem Beauty Level Basics blz. 144-167 Bloed stelsel Algemeen: Menselijk lichaam bevat gemiddeld 5 liter bloed Bloed = vloeibaar weefsel
Nadere informatieFysiologie Huid Spijsvertering
Bart van der Meer WM/SM theorie les 10 Amice Bewerkt door Reina Welling niow.nl Het grootste orgaan Fysiologie Huid Spijsvertering 1,5-2 m² ± 6% van het lichaamsgewicht h Günther von Hagen, Body Worlds
Nadere informatieV5 Begrippenlijst Hormonen
V5 Begrippenlijst Hormonen ADH Hormoon dat de terugresorptie van water in de nierkanaaltjes stimuleert. adrenaline Hormoon dat door het bijniermerg wordt afgescheiden. Adrenaline wordt ook door zenuwvezels
Nadere informatieThema: Transport HAVO. HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai
Thema: Transport HAVO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai Doelstellingen De student moet - de bestanddelen van bloed kunnen noemen, ingecalculeerd de kenmerken
Nadere informatieBiologie SE4. Hoofdstuk 13 Paragraaf 1 Begrippenlijst:
Hoofdstuk 13 Paragraaf 1 Begrippenlijst: Hormoonklieren: Exocriene klieren: Endocriene klieren: Hypothalamus: Biologie SE4 organen die elders in het lichaam organen en weefsels activeren. zweet- en verteringsklieren
Nadere informatieInspanningsfysiologie. Energiesystemen. Fosfaatpool. Hoofdstuk 5. 1. Fosfaatpool 2. Melkzuursysteem 3. Zuurstofsysteem
Inspanningsfysiologie Hoofdstuk 5 Energiesystemen 1. Fosfaatpool 2. Melkzuursysteem 3. Zuurstofsysteem Fosfaatpool Anaërobe alactische systeem Energierijke fosfaatverbindingen in de cel Voorraad ATP en
Nadere informatieBloed en lymfe systeem. Bloed en lymfe systeem. Bloed stelsel. Bloed stelsel. Samenstelling van het bloed. Bloedplasma 16-9-2014
Bloed en lymfe systeem plaatje Bloed en lymfe systeem Beauty Level Basics blz. 144-167 Bloed stelsel Algemeen: Menselijk lichaam bevat gemiddeld 5 liter bloed Bloed = vloeibaar weefsel (bind en steun weefsel)
Nadere informatieOnwillekurig of Autonoom Ingedeeld in parasympatisch en orthosympatisch
Paragraaf 8.1 en 8.2 perifere zenuwstelsel Uitlopers van zenuwcellen buiten de hersenen en het ruggenmerg centrale zenuwstelsel Zenuwcellen en uitlopers in hersenen en ruggenmerg autonome zenuwstelsel
Nadere informatie1. Een orgaan waarbij stoffen vanuit het interne milieu naar het externe milieu gebracht worden
Paragraaf 5.1 1. Een orgaan waarbij stoffen vanuit het interne milieu naar het externe milieu gebracht worden 2. a) Huid, longen, nieren en lever b) Water c) Huid: zouten, Longen: CO 2, Nieren: Ureum,
Nadere informatieSpijsvertering. Of wat gebeurt er met onze voeding
Spijsvertering Of wat gebeurt er met onze voeding Het spijsverteringsproces Opname van voedsel Vloeibaar maken Verteren Opname in bloed Verwijderen van onverteerbare resten Het spijsverteringskanaal De
Nadere informatieExtra paragraaf. Hormonen
Extra paragraaf Hormonen In deze extra paragraaf leer je meer over hormonen. Het gaat over de structuur van hormonen en de manier waarop ze werken. Daarnaast leer je een aantal hormoonklieren en het samenspel
Nadere informatieslagaders haarvaten aders uitzonderingen Bevat kleppen - - X Aorta, longslagader Gespierde dikke wand
Paragraaf 4.1 en 4.2 Neem de volgende begrippen over in je schrift en geef een omschrijving ader Bloedvat waarin bloed richting het hart stroomt slagader Bloedvat waarin het bloed van het hart afstroomt
Nadere informatieBouw. Spijsverteringsstelsel. Tractus digestivus 2 Mond en verder. bestaat uit: Cavum oris (mondholte)
Tractus digestivus 2 Mond en verder FHV2009 / Cxx54 9+10 / Anatomie & Fysiologie -Tractus digestivus 2 1 Bouw Cavum oris (mondholte) FHV2009 / Cxx54 9+10 / Anatomie & Fysiologie -Tractus digestivus 2 2
Nadere informatieGaswisseling Uitscheiding
Examen Voorbereiding Gaswisseling Uitscheiding Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016 Thema 6 Gaswisseling en Uitscheiding Begrippenlijst: Begrip Trilhaarepitheel Bronchiën Bronchiolen Longblaasjes Hemoglobine
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Biologie: Eukaryote cel 7/2/2015. dr. Brenda Casteleyn
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Biologie: Eukaryote cel 7/2/2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) en studenten van forum http://www.toelatingsexamen-geneeskunde.be
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 9
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9 Samenvatting door I. 2669 woorden 14 december 2014 5,8 9 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie samenvatting 9.1: Lichaam à orgaanstelsels Orgaanstelsel
Nadere informatieGunstig voor gaswisseling: - kleine diffusie afstand, grote gezamenlijke oppervlak, concentratie verschillen van O2
Samenvatting door Jacomijn 1410 woorden 20 maart 2018 6,2 3 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Samenvatting Biologie H13 Gaswisseling en uitscheiding 13.1 Ademen Ingeademde lucht bestaat uit:
Nadere informatieFysiologie / Metabolisme stofwisseling
Fysiologie / Metabolisme stofwisseling Onder de fysiologie vallen bij de sportmassage de volgende onderdelen: Celleer/cytologie Weefselleer/histologie Stofwisseling/metabolisme Spijsvertering Hart, bloedvaten
Nadere informatieProefexamen ANATOMIE EN FYSIOLOGIE
Proefexamen ANATOMIE EN FYSIOLOGIE Deelexamen In dit proefexamen worden over de volgende onderwerpen vragen gesteld: bloed uitscheidingsstelsel huid beenderstelsel spierstelsel Beschikbare tijd: 45 minuten
Nadere informatieEen persoon raakt opgewonden en begint te hyperventileren. Om de hyperventilatie te stoppen, pakt hij een plastic zak.
Examentrainer Vragen Hyperventilatie Het overmatig snel verversen van de lucht in de longen wordt hyperventilatie genoemd. Door bewust of onbewust snel in en uit te ademen, daalt de concentratie van CO
Nadere informatieFysiologie / spijsvertering
Fysiologie / spijsvertering Onder de fysiologie vallen bij de sportmassage de volgende onderdelen: Celleer/cytologie Weefselleer/histologie Stofwisseling/metabolisme Spijsvertering Hart, bloedvaten en
Nadere informatieTractus digestivus 3 Spijsvertering pj
Tractus digestivus 3 Spijsvertering pj 3 alvleesklier / dunne darm / dikke darm / lever Verslikken is een verstoring van de normale slikreflex? (N) Bij verslikken komt er voedsel in de trachea door niet
Nadere informatie16-9-2014. Reina Welling WM/SM-theorieles 7. Waar zorgt de wervelkolom voor? (m.a.w. wat is de functie van de wervelkolom?)
Reina Welling WM/SM-theorieles 7 Met dank aan Jolanda Zijlstra en Bart van der Meer niow.nl Waar zorgt de wervelkolom voor? (m.a.w. wat is de functie van de wervelkolom?) A. Steun B. Bescherming C. Beweging
Nadere informatieBloed, Afweer en Infectieziekten
Bloed, Afweer en Infectieziekten Functies Vervoer van stoffen O 2 van longen naar cellen CO 2 van cellen naar longen Voedingstoffen van de dunne darm naar cellen Ureum van de lever naar de nieren Hormonen
Nadere informatieBij eencellige dieren transport via diffusie (over kleine afstand). Het transporteren van zuurstof en afvalstoffen (traag proces).
Samenvatting door J. 2603 woorden 19 maart 2013 7,1 17 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie voor jou- Havo5- Thema 5: Transport 5,1 De bloedsomloop Bij eencellige dieren transport
Nadere informatieBASISSTOF 1 HET BLOED OM TE ONTHOUDEN
BASISSTOF 1 HET BLOED Bloed bestaat uit bloedplasma, bloedcellen en bloedplaatjes. 55% is bloedplasma. 45% bloedcellen en bloedplaatjes. Er zijn twee soort bloedcellen: rode bloedcellen en witte bloedcellen.
Nadere informatieReis door het Nephron. Hilde de Geus
Reis door het Nephron Hilde de Geus Anatomie De nier Het nephron Het nephron Wat is nierfunctie? Vermogen om bloed te zuiveren referentie stof volume bloed per tijdseenheid (ml-min) Bloeddruk regulatie
Nadere informatieSamenvatting Biologie Transport
Samenvatting Biologie Transport Samenvatting door een scholier 1385 woorden 5 april 2006 8,2 8 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Hoofdstuk Transport Basisstof 1: De bloedsomloop Bloedsomloop:
Nadere informatieAnatomie en fysiologie van de lever. Suzanne van Meer AIOS MDL, UMC Utrecht 5 april 2018
Anatomie en fysiologie van de lever Suzanne van Meer AIOS MDL, UMC Utrecht 5 april 2018 Disclosure Geen belangenverstrengeling Inhoud Doelen: - Kennis over de macro en micro anatomie van de lever - Kennis
Nadere informatie1. Hier zie je een overzicht van alle compartimenten van het spijsverteringsstelsel in ons lichaam. Geef de namen van de compartimenten en organen.
Spijsvertering vragen bij het COO-programma bij Biologie van dieren Algemeen 1. Hier zie je een overzicht van alle compartimenten van het spijsverteringsstelsel in ons lichaam. Geef de namen van de compartimenten
Nadere informatieIn welke volgorde vindt deze deling plaats?
1. Wat behoort tot de vegetatieve levensverrichtingen van een cel? A) Beweging. B) Prikkelbaarheid. C) Stofwisseling. 2. Wat is de functie van het centraallichaampje? A) Het leveren van energie. B) Het
Nadere informatieSamenvatting Biologie 1-1 tot 1-3
Samenvatting Biologie 1-1 tot 1-3 Samenvatting door K. 1464 woorden 10 december 2012 5,6 11 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar 8.1 Het werkt! Hoe werkt je lichaam? Organen: delen van het lichaam
Nadere informatie1) Tot de flexorenvan de knie behoort o.a. A) M Soleus B) M Glutaeus maximus C) M Gastrocnemius D) M Vastus medialis. Vragen les 1 fysiologie
1) Tot de flexorenvan de knie behoort o.a. A) M Soleus B) M Glutaeus maximus C) M Gastrocnemius D) M Vastus medialis Vragen les 1 fysiologie 2) Aan de spina iliaca anterior superior (sias) hechten vast:
Nadere informatieRegeling. Regeling is het regelen van allerlei processen in het lichaam. Regeling vindt plaats via twee orgaanstelsels: Zenuwstelsel.
Regeling Regeling is het regelen van allerlei processen in het lichaam. Regeling vindt plaats via twee orgaanstelsels: (1) Zenuwstelsel (2) Hormoonstelsel Verschillen in bouw en functie: bestaat uit functie
Nadere informatieAlgemeen. 25 oktober 2017
Hand-out COO Spijsvertering 25 oktober 2017 Zelfstudie bij paragraaf 42.3 van 'Biology', Campbell (11e editie) Inhoud: dr. J.H.B. Diederen, dr. J.W.M. Freriksen, dr. J. Bogerd, dr. R.W. Schülz Realisatie:
Nadere informatieDe P, RR, adh,t, en vochtbalans
De P, RR, adh,t, en vochtbalans Een lezing Presentatie: Alfons Huisintveld Principe van de pols? Hart contractie linker ventrikel Slagvolume 70 100 ml Meten vd pulsatie Pols = a.r Hals = a.c Lies = a.f
Nadere informatieNormale histologie van het nefron. Prof. Dr. J. Bogers Cel- en weefselleer
Normale histologie van het nefron Prof. Dr. J. Bogers Cel- en weefselleer Overzicht histologie Algemene kenmerken Bloedvoorziening Nefron - Glomerulus Bouw» Podocyt» Glomerulaire basaalmembraan» Endotheel
Nadere informatieNormale histologie van het nefron
Normale histologie van het nefron Prof. Dr. J. Bogers Cel- en weefselleer Overzicht histologie Algemene kenmerken Bloedvoorziening Nefron - Glomerulus Bouw» Podocyt» Glomerulaire basaalmembraan» Endotheel
Nadere informatieB l o k t o e t s 1. 5 t o e t s m o m e n t Bloktoets 1.5 toetsmoment 1
2 0 1 4-2 0 1 5 B l o k t o e t s 1. 5 t o e t s m o m e n t 1 1 2014-2015 Bloktoets 1.5 toetsmoment 1 2 0 1 4-2 0 1 5 B l o k t o e t s 1. 5 t o e t s m o m e n t 1 2 SPIJSVERTERING (CASUS 1 T/M 6) 1.
Nadere informatie1) Wat is het verschil tussen de grote en kleine bloedsomloop? 2) Tot welke bloedsomloop behoren je hersenen?
Computeropdracht Bloedsomloop Basisstof 2, 3 en 5 Ga naar biologiepagina.nl > Havo 5 > Bloedsomloop > PC- les > computerles 1 Bekijk de animaties zorgvuldig en maak de opdrachten in de opgegeven volgorde,
Nadere informatieHart = pomp --> spier --> trainen --> krans(slag)aders vertakken verder --> hart krijgt meer voedingsstoffen
Samenvatting door Jurre 1255 woorden 16 juni 2015 6,5 3 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar 9.1 Hart en bloedsomloop Hart = pomp --> spier --> trainen --> krans(slag)aders vertakken verder -->
Nadere informatieBLOED EN BLOEDSOMLOOP VWO 3
BLOED EN BLOEDSOMLOOP VWO 3 Halvemaanvormige kleppen Over de halvemaanvormige kleppen (de kleppen aan het begin van de aorta en de longslagader) worden enkele beweringen gedaan: 1 De druk die tijdens de
Nadere informatieVoedingsleer. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Voedingsleer en het plantenrijk
Waar gaat deze kaart over? Deze kaart gaat over voedingsleer: over voedingsstoffen en de manier waarop ons lichaam met deze stoffen omgaat. Wat wordt er van je verwacht? Na het bestuderen van deze kaart
Nadere informatieFysiologie / Hormonen Endocriene stelsel
Fysiologie / Hormonen Endocriene stelsel Hormoon = boodschapper Homao (grieks)= in beweging zetten. Hormonen worden geproduceerd door klieren en hebben een regelende functie. Hormoonwerking (Hypofyse)
Nadere informatieIn het lichaam van een meercellig organisme treedt specialisatie van cellen op.
Algemene anatomie en fysiologie/fysiologie/ niveau 2 Cellen Bouw en functie van cellen Levende organismen bestaan uit één of meer cellen, die er voor zorgen dat de soort en het individu in stand wordt
Nadere informatieSamenvattingen. Samenvatting Thema 6: Regeling. Basisstof 1. Zenuwstelsel regelt processen:
Samenvatting Thema 6: Regeling Basisstof 1 Zenuwstelsel regelt processen: - regelen werking spieren en klieren - verwerking van impulsen van zintuigen Zintuigcellen: - staan onder invloed van prikkels
Nadere informatieOoit nagedacht over wat er gebeurt onder een halsband?
Ooit nagedacht over wat er gebeurt onder een halsband? Bij mensen kan slechts 1 w h i p l a s h a c c i d e n t langdurige pijn en lijden veroorzaken. De anatomie van de hond is fundamenteel gelijk aan
Nadere informatieVWO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA
Thema: Transport VWO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA Docent: A. Sewsahai Doelstellingen De student moet 5V: blz. 215 t/m
Nadere informatieModule 5 Spijsverteringsstelsel. De evolutie. De visser verzamelaar. Overleven en eten of gegeten worden
Module 5 Spijsverteringsstelsel 1/18 De evolutie De visser verzamelaar Overleven en eten of gegeten worden 2.6 miljoen jaar geleden stenen tijdperk (Paleolithicum) Geen exclusief dieet, gevarieerd door
Nadere informatie