Opleidingsonderdeel (OPO) 1 Algemene ethologie Postgraduaat in toegepast diergedrag Studiepunten 3

Transcriptie

1 ECTS Opleidingsonderdeel (OPO) 1 Algemene ethologie Opleiding Postgraduaat in toegepast diergedrag Studiepunten 3 Verplicht/Keuze Verplicht Op basis van specifieke vooropleidingen van voldoende hoog niveau kan vrijstelling worden aangevraagd. Cursisten die bijvoorbeeld OPO JPB03T (Ethologie 3, Odisee) gevolgd hebben, kunnen een vrijstelling krijgen. Onderwijstaal Nederlands, maar lesmateriaal kan in het Engels zijn. Passieve kennis van Engels is dus vereist. De evaluatie wordt in het Nederlands afgenomen. Beginsituatie Kandidaten met een bachelordiploma worden tot dit opleidingsonderdeel toegelaten. Er is geen specifieke voorkennis vereist. Opleidingsspecifieke Beschikken over een wetenschappelijke aanpak. leerresultaten (OLR s) Binnen een breder kader aandacht hebben voor het welzijn van dier en mens. Toegepaste begeleiding/counseling van gezelschapsdieren en hun omgeving, met als doel een optimaal welzijn te realiseren, probleemgedrag te voorkomen, te identificeren en op te lossen. Kerndoelen De cursist kan discipline-eigen terminologie correct hanteren. De cursist heeft kennis van de algemene ethologie en dierspecifieke ethologie van gezelschapsdieren. De cursist kan ook buiten de context van gedragsconsulten problemen met betrekking tot gedrag en welzijn van gezelschapsdieren opmerken en oplossingen adviseren. De cursist heeft een allerte en kritische zienswijze ten opzichte van dierenwelzijn. De cursist heeft kennis van de mogelijke oorzaken van probleemgedrag. Leerinhoud De eigenheid van de ethologie als wetenschap. De vier vragen van Tinbergen: causaal, ontogenetisch, functioneel en fylogenetisch. De evolutie van sociaal en seksueel gedrag met onder andere paarsystemen, seksuele competitie, dominantie. Didactische werkvormen Hoorcolleges. Evaluatie Na afronding van het OPO is er een schriftelijk examen met een combinatie van meerkeuzevragen, gesloten vragen en juist/fout vragen. Dit opleidingsonderdeel is tolereerbaar (zie ook OER). Noodzakelijk studiemateriaal Cursusmateriaal ter beschikking gesteld door de docenten. Coördinator Hilde Vervaecke (Hilde.Vervaecke@odisee.be) Lesgevers Hilde Vervaecke Adinda Sannen Odisee, / 1

2 ECTS Opleidingsonderdeel (OPO) 2 Toegepaste ethologie Opleiding Postgraduaat in toegepast diergedrag Studiepunten 7 Verplicht/Keuze Verplicht Onderwijstaal Aan dit opleidingsonderdeel verlenen nationale en internationale experten hun medewerking. Het gevolg is dat niet alle lessen in het Nederlands kunnen worden gegeven, maar dat Engels soms de voertaal is voor les en -materiaal. Een gedegen kennis van het Engels is dus een vereiste, ook al omdat te consulteren publicaties meestal in het Engels zijn. De evaluatie wordt afgenomen in de taal waarin de respectievelijke les gegeven werd. Beginsituatie Cursisten moeten deelnemen/ deelgenomen hebben aan of vrijstelling hebben voor voorgaande module. Opleidingsspecifieke Beschikken over een wetenschappelijke aanpak. leerresultaten (OLR s) Binnen een breder kader aandacht hebben voor het welzijn van dier en mens. Toegepaste begeleiding/counseling van gezelschapsdieren en hun omgeving, met als doel een optimaal welzijn te realiseren, probleemgedrag te voorkomen, te identificeren en op te lossen. Kerndoelen De cursist kan discipline-eigen terminologie correct hanteren. De cursist heeft kennis van de algemene ethologie en dierspecifieke ethologie van gezelschapsdieren. De cursist heeft inzicht in de verschillende modellen van welzijn en kennis van de soortspecifieke behoeften ten opzichte van welzijn. De cursist kan ook buiten de context van gedragsconsulten problemen met betrekking tot gedrag en welzijn van gezelschapsdieren opmerken en oplossingen adviseren. De cursist heeft een alerte en kritische zienswijze ten opzichte van dierenwelzijn. De cursist heeft kennis van de mogelijke oorzaken van probleemgedrag. Leerinhoud Domesticatie en de effecten op gedrag. Voor paard, hond, kat en konijn per diersoort: o natuurhistorie, rassen en rasverschillen o ontogenie van gedrag en ethogram o diersoortgebonden behoeften noodzakelijk voor het verantwoord houden van deze dieren, omgevingsverrijking als welzijnsvoorwaarde o communicatie o mens-dier gedrag Didactische werkvormen Hoorcolleges door één of meerdere experten per diersoort. Evaluatie Na afronding van het OPO is er een schriftelijk examen met meerkeuzevragen. Dit opleidingsonderdeel is NIET tolereerbaar (zie ook OER). Noodzakelijk studiemateriaal Cursusmateriaal ter beschikking gesteld door de docenten. 1 / 2

3 Coördinator Lesgevers Hilde Vervaecke Jaume Fatjo (hond) Christine Halsberghe (kat) Elian Hattinga van t Sant (hond) Anouck Haverbeke (paard) Inge Overmeire (konijn) Jolanda Pluijmakers (hond) Hilde Vervaecke (algemeen) Odisee, / 2

4 ECTS Opleidingsonderdeel (OPO) 3 - Leerprincipes en trainingstechnieken Opleiding Postgraduaat in toegepast diergedrag Studiepunten 6 Verplicht/Keuze Verplicht Onderwijstaal Aan dit opleidingsonderdeel verlenen nationale en internationale experten hun medewerking. Het gevolg is dat niet alle lessen in het Nederlands kunnen worden gegeven, maar dat Engels soms de voertaal is voor les en -materiaal. Een gedegen kennis van het Engels is dus een vereiste. De evaluatie wordt afgenomen in de taal waarin de respectievelijke les gegeven werd. Beginsituatie Cursisten moeten deelnemen/deelgenomen hebben aan, of vrijstelling hebben voor, voorgaande modules. Opleidingsspecifieke Beschikken over een wetenschappelijke aanpak. leerresultaten (OLR s) Binnen een breder kader aandacht hebben voor het welzijn van dier en mens. Toegepaste begeleiding/counseling van gezelschapsdieren en hun omgeving, met als doel een optimaal welzijn te realiseren, probleemgedrag te voorkomen, te identificeren en op te lossen. Kerndoelen De cursist kan discipline-eigen terminologie correct hanteren. De cursist heeft kennis van de algemene ethologie en dierspecifieke ethologie van gezelschapsdieren. De cursist kan ook buiten de context van gedragsconsulten problemen met betrekking tot gedrag en welzijn van gezelschapsdieren opmerken en oplossingen adviseren. De cursist heeft een alerte en kritische zienswijze ten opzichte van dierenwelzijn. De cursist heeft kennis van de mogelijke oorzaken van probleemgedrag. De cursist heeft kennis van sturing van het gedrag door emoties. De cursist heeft kennis van de cognitieve vaardigheden van gezelschapsdieren. De cursist heeft kennis van leerprincipes, trainingstechnieken, gedragsmodificatietechnieken. De cursist kan trainingstechnieken en gedragsmodificiatietechnieken vertalen naar een praktisch toepasbaar, wetenschappelijk onderbouwd en individueel toegespitst behandelingsplan. De cursist kan in een multidisciplinaire beroepsomgeving kunnen samenwerken binnen het vakgebied van toegepast diergedrag. Leerinhoud Leerprocessen. Cognitie en nature-nurture discussie. Leerprincipes: basisconcepten en definities. Principes van ongeconditioneerd gedrag (o.a. habituatie en sensitisering). 1 / 2

5 Basisprincipes van klassieke conditionering. Basisprincipes van operante conditionering. Controleren van gedrag: o.a. motivatie, beloningsschema s, extinctie, aversieve controle, straf. Trainingstechnieken: introductie tot clicker-, SATS en lurereward training. Trainingstechnieken: toepassing en kritische evaluatie van o.a. positieve en aversieve technieken. Gebruik van leerprincipes en trainingstechnieken in gedragstherapie en ter voorkoming van gedragsproblemen. Hulpmiddelen: o.a. clicker, trainingsdiscs, targetsticks, hoofdhalters etc. Let op: dit opleidingsonderdeel omvat geen trainingssessie. Het inoefenen van bovenstaande praktische trainingsvaardigheden tot een volleerd trainer valt buiten het doel van deze opleiding. Didactische werkvormen Hoorcolleges door één of meerdere experten per diersoort. Evaluatie Er wordt een globale opdracht ingeleverd na afloop van het opleidingsonderdeel, waarin gevraagd wordt een verslag in te dienen over het trainen van een dier naar keuze. Indien de opdracht niet ingeleverd wordt ten laatste op de afgesproken datum, geldt dit als niet afgelegd. De opdracht wordt in het Nederlands uitgewerkt. Dit opleidingsonderdeel is tolereerbaar (zie ook OER). Noodzakelijk studiemateriaal Cursusmateriaal ter beschikking gesteld door de docenten. Coördinator Lesgevers Jolanda Pluijmakers Erica Bokelmann Jan Heremans Eva Lambrecht Marta Gasci Jolanda Pluijmakers Ellen Van Krunkelsven Odisee, / 2

6 ECTS Opleidingsonderdeel (OPO) 4 - Wetenschappelijke methodiek Opleiding Postgraduaat in toegepast diergedrag Studiepunten 3 Verplicht/Keuze Verplicht Een vrijstelling kan worden aangevraagd* op basis van een universitair diploma met statistiek in het programma én een masterproef die een substantieel deel dataverwerking omvat. *Let op dit impliceert niet automatisch een goedkeuring van de aanvraag tot vrijstelling. Onderwijstaal Nederlands, maar lesmateriaal kan in het Engels zijn. Passieve kennis van Engels is dus vereist. De evaluatie wordt in het Nederlands afgenomen. Beginsituatie Cursisten moeten deelnemen/deelgenomen hebben aan, of vrijstelling hebben voor, voorgaande modules. Opleidingsspecifieke Beschikken over een wetenschappelijke aanpak. leerresultaten (OLR s) Binnen een breder kader aandacht hebben voor het welzijn van dier en mens. Kerndoelen De cursist heeft basiskennis van de statistiek die hem in staat stelt de onderzoekopzet en statistische gegevens gepubliceerd in wetenschappelijke artikelen te interpreteren en kritisch te evalueren. De cursist is bekend met de eisen met betrekking tot de vorm, inhoud en opbouw van wetenschappelijke artikelen. De cursist kan discipline-eigen terminologie correct hanteren. De cursist kan doelgericht wetenschappelijke en praktijkinformatie opzoeken, correct bronnen selecteren en gebruiken en een referentielijst opstellen. De cursist heeft een kritische attitude bestaande uit nauwkeurigheid, kritische reflectie, wetenschappelijke en praktijkgerichte nieuwsgierigheid en verantwoording van gemaakte keuzes. De cursist heeft inzicht in de relatie tussen mens en dier en de interactie tussen beiden met betrekking tot het welzijn van mens en dier. Leerinhoud Introductie tot de statistiek. Opbouw wetenschappelijke artikelen. Onaanvaardbare fouten bij gedragsstudies. Didactische werkvormen Hoorcolleges. Evaluaties van A1-publicaties. Oefeningen. Evaluatie Schriftelijk examen. Dit opleidingsonderdeel is tolereerbaar (zie ook OER). Noodzakelijk studiemateriaal Cursusmateriaal ter beschikking gesteld door de docenten. Coördinator Jo Vicca (Jo.Vicca@odisee.be) 1 / 2

7 Lesgevers Ella Roelant Hilde Vervaecke Jo Vicca Odisee, / 2

8 ECTS Opleidingsonderdeel (OPO) 5 - Neurofysiologie, neuropsychologie, voeding en gedrag Opleiding Postgraduaat in toegepast diergedrag Studiepunten 4 Verplicht/Keuze Verplicht Onderwijstaal Aan dit opleidingsonderdeel verlenen nationale en internationale experten hun medewerking. Het gevolg is dat niet alle lessen in het Nederlands kunnen worden gegeven, maar dat Engels soms de voertaal is voor les en -materiaal. Een gedegen kennis van het Engels is dus een vereiste. De evaluatie wordt afgenomen in de taal waarin de respectievelijke les gegeven werd. Beginsituatie Cursisten moeten deelnemen/deelgenomen hebben aan of vrijstelling hebben voor voorgaande modules. Opleidingsspecifieke Beschikken over een wetenschappelijke aanpak. leerresultaten (OLR s) Toegepaste begeleiding/counseling van gezelschapsdieren en hun omgeving, met als doel een optimaal welzijn te realiseren, probleemgedrag te voorkomen, te identificeren en op te lossen. Kerndoelen De cursist kan discipline-eigen terminologie correct hanteren. De cursist heeft kennis van de mogelijke oorzaken van probleemgedrag. De cursist heeft kennis van sturing van het gedrag door emoties. De cursist heeft kennis van het effect van psychofarmaca, hormoontherapie, neutraceuticals en voeding op gedrag. De cursist heeft kennis en inzicht in de fysiologie van gedrag. De cursist kan een objectieve en wetenschappelijk onderbouwde diagnose stellen. De cursist kan trainingstechnieken en gedragsmodificiatietechnieken vertalen naar een praktisch toepasbaar, wetenschappelijk onderbouwd en individueel toegespitst behandelingsplan. De cursist kan een objectieve en ethisch verantwoorde risicoevaluatie opstellen. De cursist heeft een kritische attitude bestaande uit nauwkeurigheid, kritische reflectie en verantwoording van gemaakte keuzes doorheen het volledige proces van counseling. Leerinhoud Neurofysiologische basis van gedrag. Neuropsychologische basis van gedrag. Emotie en gedrag. Dieet en gedrag. Invloed van hormonen op gedrag. Erfelijkheid en gedrag. Didactische werkvormen Hoorcolleges door verschillende experten. Evaluatie Na afronding van het OPO is er een schriftelijk examen met 1 / 2

9 meerkeuzevragen. Dit opleidingsonderdeel is tolereerbaar (zie ook OER). Noodzakelijk studiemateriaal Cursusmateriaal ter beschikking gesteld door de docenten. Coördinator Jo Vicca Lesgevers Frank Coopman Myriam Hesta Daniel Mills Guy Vingerhoets Odisee, / 2

10 ECTS Opleidingsonderdeel (OPO) 6 - Mens-dier relatie, wetgeving en ethiek Opleiding Postgraduaat in toegepast diergedrag Studiepunten 5 Verplicht/Keuze Verplicht Onderwijstaal Aan dit opleidingsonderdeel verlenen nationale en internationale experten hun medewerking. Het gevolg is dat niet alle lessen in het Nederlands kunnen worden gegeven, maar dat Engels soms de voertaal is voor les en -materiaal. Een gedegen kennis van het Engels is dus een vereiste. De evaluatie wordt afgenomen in de taal waarin de respectievelijke les gegeven werd. Beginsituatie Cursisten moeten deelnemen/deelgenomen hebben aan of vrijstelling hebben voor voorgaande modules. Opleidingsspecifieke Beschikken over een wetenschappelijke aanpak. leerresultaten (OLR s) Binnen een breder kader aandacht hebben voor het welzijn van dier en mens. Toegepaste begeleiding/counseling van gezelschapsdieren en hun omgeving, met als doel een optimaal welzijn te realiseren, probleemgedrag te voorkomen, te identificeren en op te lossen. Kerndoelen De cursist kan discipline-eigen terminologie correct hanteren. De cursist heeft inzicht in de relatie tussen mens en dier en de interactie tussen beiden met betrekking tot het welzijn van mens en dier. De cursist kan ethisch afgewogen adviezen geven. De cursist heeft kennis van de cognitieve vaardigheden van gezelschapsdieren. De cursist heeft kennis van de mogelijke oorzaken van probleemgedrag. De cursist heeft kennis van de wetgeving met betrekking tot welzijnvan gezelschapsdieren in een Belgische en Europese context en beroepseigen aansprakelijkheid. De cursist kan een expert rapport schrijven voor vragende partijen zoals advocaten, verzekeringsmaatschappijen, overheid. De cursist kan in een multidisciplinaire beroepsomgeving kunnen samenwerken binnen het vakgebied van toegepast diergedrag. Leerinhoud Ethiek en deontologie. Basiswetgeving i.v.m. welzijn (o.a. huisvesting, ontklauwen, couperen ) en (gevaarlijke) dieren. Aansprakelijkheid gedragsbegeleider. Communicatie met de eigenaar: slecht nieuwsgesprek. Communicatie met de eigenaar: communicatietechnieken. Didactische werkvormen Hoorcolleges door verschillende experten. Evaluatie Na afronding van het OPO is er een schriftelijk examen met meerkeuzevragen. 1 / 2

11 Dit opleidingsonderdeel is tolereerbaar (zie ook OER). Noodzakelijk studiemateriaal Cursusmateriaal ter beschikking gesteld door de docenten. Coördinator Jolanda Pluijmakers Lesgevers Stef Aerts Reineke Hameleers Eva Lambrecht Anne McBride Marie-Paule Mispelter Jolanda Pluijmakers Anne McBride Odisee, / 2

12 ECTS Opleidingsonderdeel (OPO) 7 Welzijn gezelschapsdieren Opleiding Postgraduaat in toegepast diergedrag Studiepunten 3 Verplicht/Keuze Verplicht Onderwijstaal Aan dit opleidingsonderdeel verleent een internationale expert zijn medewerking. Het gevolg is dat Engels de voertaal is voor les en - materiaal. Een gedegen kennis van het Engels is dus een vereiste. De evaluaties worden afgenomen in het Engels. Beginsituatie Cursisten moeten deelnemen/deelgenomen hebben aan of vrijstelling hebben voor voorgaande modules. Opleidingsspecifieke Beschikken over een wetenschappelijke aanpak. leerresultaten (OLR s) Binnen een breder kader aandacht hebben voor het welzijn van dier en mens. Toegepaste begeleiding/counseling van gezelschapsdieren en hun omgeving, met als doel een optimaal welzijn te realiseren, probleemgedrag te voorkomen, te identificeren en op te lossen. Kerndoelen De cursist kan discipline-eigen terminologie correct hanteren. De cursist heeft kennis van de algemene ethologie en dierspecifieke ethologie van gezelschapsdieren. De cursist heeft inzicht in de verschillende modellen van welzijn en kennis van de soortspecifieke behoeften ten opzichte van welzijn. De cursist heeft inzicht in de relatie tussen mens en dier en de interactie tussen beiden met betrekking tot het welzijn van mens en dier. De cursist kan ook buiten de context van gedragsconsulten problemen met betrekking tot gedrag en welzijn van gezelschapsdieren opmerken en oplossingen adviseren. De cursist kan welzijnsevaluaties toepassen. De cursist kan ethisch afgewogen adviezen geven. De cursist heeft een alerte en kritische zienswijze ten opzichte van dierenwelzijn. De cursist heeft kennis van de mogelijke oorzaken van probleemgedrag. De cursist heeft kennis van sturing van het gedrag door emoties. De cursist heeft een kritische attitude bestaande uit nauwkeurigheid, kritische reflectie en verantwoording van gemaakte keuzes doorheen het volledige proces van counseling. Leerinhoud De concepten dierenwelzijn en levenskwaliteit. De drie elementen van welzijn. Negatieve emoties: pijn, angst en negatieve stress. Gedragsbehoeften. De vijf vrijheden. Dierenwelzijn en omgaan met negatieve omgevingsfactoren. Welzijn en het beoordelen van de levenskwaliteit. Indicatoren 1 / 2

13 op basis van het dier en de hulpbronnen. Fysiologische en gedragsveranderingen die gebruikt kunnen worden om welzijn te toetsen. Gedragsproblemen en hun implicatie op welzijn. Didactische werkvormen Hoorcolleges, praktische groepsopdrachten, presentaties. Evaluatie Permanente evaluatie bestaande uit groepswerken en de presentaties ervan in het Engels. Aanwezigheid tijdens alle lessen is VERPLICHT. Bij het niet voldoen aan de aanwezigheidsplicht (uitgezonderd wettige afwezigheden) wordt de beoordeling voor het volledige OPO 0/20. Bij herkansing wordt de permanente evaluatie vervangen door een schriftelijke opdracht. Dit opleidingsonderdeel is NIET tolereerbaar (zie ook OER). Noodzakelijk studiemateriaal Notities tijdens de les te nemen door de cursist. Coördinator Jolanda Pluijmakers Lesgevers Xavier Manteca Jolanda Pluijmakers Odisee, / 2

14 ECTS Opleidingsonderdeel (OPO) 8 - Onderzoekspracticum Opleiding Postgraduaat in toegepast diergedrag Studiepunten 3 Verplicht/Keuze Verplicht Een vrijstelling kan worden aangevraagd* op basis van een universitair diploma met statistiek in het programma én een masterproef die een substantieel deel dataverwerking omvat. *Let op dit impliceert niet automatisch een goedkeuring van de aanvraag tot vrijstelling. Onderwijstaal Nederlands, maar lesmateriaal kan in het Engels zijn. De opdracht wordt in het Engels uitgewerkt. Beginsituatie Cursisten moeten deelnemen/deelgenomen hebben aan of vrijstelling hebben voor voorgaande modules. Opleidingsspecifieke Beschikken over een wetenschappelijke aanpak. leerresultaten (OLR s) Kerndoelen De cursist heeft basiskennis van de statistiek die hem in staat stelt de onderzoekopzet en statistische gegevens gepubliceerd in wetenschappelijke artikelen te interpreteren en kritisch te evalueren. De cursist is bekend met de eisen met betrekking tot de vorm, inhoud en opbouw van wetenschappelijke artikelen. De cursist kan doelgericht wetenschappelijke en praktijkinformatie opzoeken,correct bronnen selecteren en gebruiken en een referentielijst opstellen. De cursist kan onderzoeksinformatie weergeven in een rapport. De cursist is in staat een proefopzet van een eenvoudig en kleinschalig onderzoek te formuleren, het onderzoek uit te voeren en de aangeleverde conclusies te verwerken in een wetenschappelijke publicatie. De cursist heeft een kritische attitude bestaande uit nauwkeurigheid, kritische reflectie, wetenschappelijke en praktijkgerichte nieuwsgierigheid en verantwoording van gemaakte keuzes. Leerinhoud Uitwerken en uitvoeren van een observatieopdracht. Aangeleverde conclusies verwerken in een wetenschappelijk rapport. Didactische werkvormen Uitvoeren van een kleinschalig wetenschappelijk onderzoek. Schrijven van een Engelstalig rapport over het onderzoek. Evaluatie Schriftelijke opdracht die bestaat uit 3 deelopdrachten. Deelopdracht 1: literatuurstudie (10 punten). Deelopdracht 2: onderzoeksplan en data (10 punten). Deelopdracht 3: wetenschappelijk paper (15 punten). De totaalscore voor dit OPO is de som van de behaalde punten op elk van de onderdelen. Indien een deelopdracht niet wordt ingeleverd op de gestelde deadline, wordt vanaf het moment 1 / 2

15 dat de deadline is verstreken per begonnen 24 uur dat de opdracht te laat is ingeleverd 1 punt op de totaalscore in mindering gebracht. Dit opleidingsonderdeel is tolereerbaar (zie ook OER). Noodzakelijk studiemateriaal Cursusmateriaal ter beschikking gesteld door de docenten. Coördinator Jolanda Pluijmakers (jolanda@davalon.nl) Lesgevers Jolanda Pluijmakers Ella Roelant Odisee, / 2

16 ECTS Opleidingsonderdeel (OPO) 9 - Psychopathologie Opleiding Postgraduaat in toegepast diergedrag Studiepunten 3 Verplicht/Keuze Verplicht Onderwijstaal Beginsituatie Opleidingsspecifieke leerresultaten (OLR s) Aan dit opleidingsonderdeel verleent een internationale expert zijn medewerking. Het gevolg is dat Engels de voertaal is voor les en - materiaal. Een gedegen kennis van het Engels is dus een vereiste. De evaluatie wordt afgenomen in de taal waarin de respectievelijke les gegeven werd. Cursisten moeten deelgenomen hebben aan of vrijstelling hebben voor voorgaande modules. Beschikken over een wetenschappelijke aanpak. Toegepaste begeleiding/counseling van gezelschapsdieren en hun omgeving, met als doel een optimaal welzijn te realiseren, probleemgedrag te voorkomen, te identificeren en op te lossen. Kerndoelen De cursist kan discipline-eigen terminologie correct hanteren. De cursist heeft kennis van de mogelijke oorzaken van probleemgedrag. De cursist heeft kennis van sturing van het gedrag door emoties. De cursist heeft kennis van het effect van psychofarmaca, hormoontherapie, nutraceuticals en voeding op gedrag. De cursist heeft kennis en inzicht in de fysiologie van gedrag. De cursist kan een objectieve en wetenschappelijk onderbouwde diagnose stellen. De cursist kan trainingstechnieken en gedragsmodificiatietechnieken vertalen naar een praktisch toepasbaar, wetenschappelijk onderbouwd en individueel toegespitst behandelingsplan. De cursist kan een objectieve en ethisch verantwoorde risicoevaluatie opstellen. De cursist heeft een kritische attitude bestaande uit nauwkeurigheid, kritische reflectie en verantwoording van gemaakte keuzes doorheen het volledige proces van counseling. Leerinhoud Lichamelijke oorzaken van gedragsproblemen, o.a. ontwikkelingsstoornissen. Hormonale invloed op gedrag en agressie. Psychopathologische processen: angst, agressie, depressie, stereotypisch gedrag. Kritische evaluatie van het gebruik van psychofarmaca, nutraceuticals, feromoontherapie en alternatieve therapieën bij de behandeling van probleemgedrag. Kritische evaluatie van andere behandelingen. 1 / 2

17 Didactische werkvormen Hoorcolleges. Evaluatie Schriftelijk examen met meerkeuzevragen. Dit opleidingsonderdeel is NIET tolereerbaar (zie ook OER). Noodzakelijk studiemateriaal Cursusmateriaal ter beschikking gesteld door de docent. Coördinator Jolanda Pluijmakers Lesgevers Jon Bowen Odisee, / 2

18 ECTS Opleidingsonderdeel (OPO) 10 Gedragsproblemen bij gezelschapsdieren Opleiding Postgraduaat in toegepast diergedrag Studiepunten 8 Verplicht/Keuze Verplicht Onderwijstaal Aan dit opleidingsonderdeel verlenen nationale en internationale experten hun medewerking. Het gevolg is dat niet alle lessen in het Nederlands kunnen worden gegeven, maar dat Engels soms de voertaal is voor les en -materiaal. Een gedegen kennis van het Engels is dus een vereiste. De evaluatie wordt afgenomen in de taal waarin de respectievelijke les gegeven werd. Beginsituatie Cursisten moeten deelgenomen hebben aan of vrijstelling hebben voor voorgaande modules. Opleidingsspecifieke Beschikken over een wetenschappelijke aanpak. leerresultaten (OLR s) Binnen een breder kader aandacht hebben voor het welzijn van dier en mens. Toegepaste begeleiding/counseling van gezelschapsdieren en hun omgeving, met als doel een optimaal welzijn te realiseren, probleemgedrag te voorkomen, te identificeren en op te lossen. Kerndoelen De cursist kan discipline-eigen terminologie correct hanteren. De cursist heeft kennis van de algemene ethologie en dierspecifieke ethologie van gezelschapsdieren. De cursist heeft inzicht in de verschillende modellen van welzijn en kennis van de soortspecifieke behoeften ten opzichte van welzijn. De cursist heeft kennis van de mogelijke oorzaken van probleemgedrag. De cursist heeft kennis van sturing van het gedrag door emoties. De cursist heeft kennis van de cognitieve vaardigheden van gezelschapsdieren. De cursist heeft kennis van het effect van psychofarmaca, hormoontherapie, nutraceuticals en voeding op gedrag. De cursist heeft kennis van leerprincipes, trainingstechnieken, gedragsmodificatietechnieken. De cursist heeft kennis en inzicht in de fysiologie van gedrag. De cursist kan een objectieve en wetenschappelijk onderbouwde diagnose stellen. De cursist kan trainingstechnieken en gedragsmodificiatietechnieken vertalen naar een praktisch toepasbaar, wetenschappelijk onderbouwd en individueel toegespitst behandelingsplan. De cursist kan een objectieve en ethisch verantwoorde risicoevaluatie opstellen. De cursist heeft een kritische attitude bestaande uit nauwkeurigheid, kritische reflectie en verantwoording van gemaakte keuzes doorheen het volledige proces van counseling. Leerinhoud Oorzaken, diagnose en behandeling van gedragsproblemen bij 1 / 2

19 honden: o gedragsproblemen: definitie, diverse benaderingen en methodieken o agressieproblemen: affectieve agressie, pijngerelateerde agressie, prooi agressie o angstproblemen: ongerustheid (anxiety) m.b.t. sociale en niet sociale prikkels, verlatingsangst o zindelijkheidsproblemen: markeren, onderdanigheidsplasjes e.a. o vernielgedrag o onhandelbaar gedrag, trainingsproblemen en managen van gedrag: opspringen, stelen van voorwerpen of voedsel, trekken aan de riem, overmatig vocaal gedrag, hyperactief gedrag, ongewenst seksueel gedrag e.a. o stereotypisch en compulsief gedrag: staart najagen, vlieghappen, likgranuloom e.a. o eetstoornissen: pica, coprophagia, moeilijke eters e.a. Oorzaken, diagnose en behandeling van gedragsproblemen bij katten: o agressieproblemen o ongerustheid (anxiety), angsten en fobieën o zindelijkheidsproblemen o vernielgedrag o onhandelbaar gedrag, trainingsproblemen en managen van gedrag o stereotypisch en compulsief gedrag o eetstoornissen Oorzaken, diagnose en behandeling van gedragsproblemen bij paarden. Oorzaken, diagnose en behandeling van gedragsproblemen bij konijnen, fretten en andere kleine zoogdieren. Didactische werkvormen Hoorcolleges door verschillende experten. Evaluatie Schriftelijk examen met meerkeuzevragen. Dit opleidingsonderdeel is NIET tolereerbaar (zie ook OER). Noodzakelijk studiemateriaal Cursusmateriaal ter beschikking gesteld door de docenten. Coördinator Jolanda Pluijmakers Lesgevers Christine Halsberghe Anouck Haverbeke Anne McBride Jolanda Pluijmakers Odisee, / 2

20 ECTS Opleidingsonderdeel (OPO) 11 Toegepaste gedragstherapie voor gezelschapsdieren: theorie Opleiding Postgraduaat in toegepast diergedrag Studiepunten 6 Verplicht/Keuze Verplicht Onderwijstaal Nederlands, maar lesmateriaal kan in het Engels zijn. Een gedegen kennis van het Engels is dus een vereiste. De evaluatie wordt afgenomen in de taal waarin de respectievelijke les gegeven werd. Beginsituatie Cursisten moeten deelgenomen hebben aan of vrijstelling hebben voor voorgaande modules. Opleidingsspecifieke Beschikken over een wetenschappelijke aanpak. leerresultaten (OLR s) Binnen een breder kader aandacht hebben voor het welzijn van dier en mens. Toegepaste begeleiding/counseling van gezelschapsdieren en hun omgeving, met als doel een optimaal welzijn te realiseren, probleemgedrag te voorkomen, te identificeren en op te lossen. Kerndoelen De cursist heeft basiskennis van de statistiek die hem in staat stelt de onderzoekopzet en statistische gegevens gepubliceerd in wetenschappelijke artikelen te interpreteren en kritisch te evalueren. De cursist kan discipline-eigen terminologie correct hanteren. De cursist kan doelgericht wetenschappelijke en praktijkinformatie opzoeken, kritisch evalueren, verwerken, refereren en communiceren. De cursist heeft een kritische attitude bestaande uit nauwkeurigheid, kritische reflectie, wetenschappelijke en praktijkgerichte nieuwsgierigheid en verantwoording van gemaakte keuzes. De cursist heeft kennis van de algemene ethologie en dierspecifieke ethologie van gezelschapsdieren. De cursist kan ethisch afgewogen adviezen geven. De cursist heeft kennis van de mogelijke oorzaken van probleemgedrag. De cursist heeft kennis van sturing van het gedrag door emoties. De cursist heeft kennis van het effect van psychofarmaca, hormoontherapie, nutraceuticals en voeding op gedrag. De cursist heeft kennis van leerprincipes, trainingstechnieken, gedragsmodificatietechnieken. De cursist heeft kennis en inzicht in de fysiologie van gedrag. De cursist kan een objectieve en wetenschappelijk onderbouwde diagnose stellen. De cursist kan trainingstechnieken en gedragsmodificiatietechnieken vertalen naar een praktisch toepasbaar, wetenschappelijk onderbouwd en individueel toegespitst behandelingsplan. 1 / 2

21 De cursist kan een objectieve en ethisch verantwoorde risicoevaluatie opstellen. De cursist heeft een kritische attitude bestaande uit nauwkeurigheid, kritische reflectie en verantwoording van gemaakte keuzes doorheen het volledige proces van counseling. Leerinhoud Opbouw van het consult, schrijven van het behandelingsplan en begeleiding na het consult. Gedragstherapie bij huisdieren: verschillende toepassingsmethoden en therapiemethodes. Risico-analyse, herplaatsing en/of euthanasie. Opzetten, uitvoeren en interpreteren van gedragstesten. Organiseren van rehabilitatiecursussen/sessies. De functie van spel in de gedragstherapie. Gebruik van psychofarmaca, nutraceuticals en feromoontherapie ter ondersteuning van gedragstherapie bij honden en katten. Didactische werkvormen Hoorcolleges door verschillende experten, eventueel aangevuld met groepsopdrachten. Evaluatie Schriftelijk examen met meerkeuzevragen. Dit opleidingsonderdeel is NIET tolereerbaar (zie ook OER). Noodzakelijk studiemateriaal Cursusmateriaal ter beschikking gesteld door de docenten. Coördinator Jolanda Pluijmakers Lesgevers Christine Halsberghe Anouck Haverbeke Eva Lambrecht Marie-Paule Mispelter Jolanda Pluijmakers Odisee, / 2

22 ECTS Opleidingsonderdeel (OPO) 12 Toegepaste gedragstherapie voor gezelschapsdieren: praktijkoefeningen Opleiding Postgraduaat in toegepast diergedrag Studiepunten 6 Verplicht/Keuze Verplicht Onderwijstaal Nederlands, maar lesmateriaal kan in het Engels zijn. Een gedegen kennis van het Engels is dus een vereiste. De evaluatie wordt afgenomen in het Nederlands. Beginsituatie Cursisten moeten deelgenomen hebben aan of vrijstelling hebben voor voorgaande modules. Opleidingsspecifieke Beschikken over een wetenschappelijke aanpak. leerresultaten (OLR s) Binnen een breder kader aandacht hebben voor het welzijn van dier en mens. Toegepaste begeleiding/counseling van gezelschapsdieren en hun omgeving, met als doel een optimaal welzijn te realiseren, probleemgedrag te voorkomen, te identificeren en op te lossen. Kerndoelen De cursist kan discipline-eigen terminologie correct hanteren. De cursist heeft kennis van de algemene ethologie en dierspecifieke ethologie van gezelschapsdieren. De cursist heeft inzicht in de verschillende modellen van welzijn en kennis van de soortspecifieke behoeften ten opzichte van welzijn. De cursist heeft inzicht in de relatie tussen mens en dier en de interactie tussen beiden met betrekking tot het welzijn van mens en dier. De cursist kan welzijnsevaluaties toepassen. De cursist kan ethisch afgewogen adviezen geven. De cursist heeft kennis van de mogelijke oorzaken van probleemgedrag. De cursist heeft kennis van sturing van het gedrag door emoties. De cursist heeft kennis van het effect van psychofarmaca, hormoontherapie, nutraceuticals en voeding op gedrag. De cursist heeft kennis van leerprincipes, trainingstechnieken, gedragsmodificatietechnieken. De cursist heeft kennis en inzicht in de fysiologie van gedrag. De cursist kan een objectieve en wetenschappelijk onderbouwde diagnose stellen. De cursist kan trainingstechnieken en gedragsmodificiatietechnieken vertalen naar een praktisch toepasbaar, wetenschappelijk onderbouwd en individueel toegespitst behandelingsplan. De cursist kan een objectieve en ethisch verantwoorde risicoevaluatie opstellen. De cursist heeft een kritische attitude bestaande uit 1 / 2

23 nauwkeurigheid, kritische reflectie en verantwoording van gemaakte keuzes doorheen het volledige proces van counseling. Leerinhoud Gesprekstechnieken, diagnoses formuleren en samenstellen van behandelingsplannen voor diverse soorten gedragsproblemen bij honden en katten (in groepsverband via rollenspel en video). Organisatie van gedragsconsulten. In kleine groepen uitvoeren en uitwerken van een gedragsconsult. Didactische werkvormen Onderwijsleergesprekken. Praktische oefeningen via rollenspel en video. Evaluatie Permanente evaluatie. Cursisten worden aan de hand van een evaluatieschema beoordeeld. Cursisten moeten op alle afzonderlijke evaluatiecriteria geslaagd zijn om te slagen voor dit OPO. Aanwezigheid tijdens alle lessen is VERPLICHT. Bij het niet voldoen aan de aanwezigheidsplicht (uitgezonderd wettige afwezigheden) wordt de beoordeling voor het volledige OPO 0/20. Dit opleidingsonderdeel is NIET tolereerbaar (zie ook OER). In geval van een onvoldoende wordt er een nieuw consult georganiseerd. Noodzakelijk studiemateriaal Cursusmateriaal ter beschikking gesteld door de docenten. Coördinator Jolanda Pluijmakers Lesgevers Christine Halsberghe Jolanda Pluijmakers Odisee, / 2

24 ECTS Opleidingsonderdeel (OPO) 13 - Eindopdracht Opleiding Postgraduaat in toegepast diergedrag Studiepunten 3 Verplicht/Keuze Verplicht Onderwijstaal Nederlands, maar een gedegen kennis van het Engels is een vereiste om de nodige wetenschappelijke papers te raadplegen. De evaluatie wordt afgenomen in het Nederlands. Beginsituatie Cursisten moeten deelnemen/deelgenomen hebben aan of vrijstelling hebben voor voorgaande modules. Opleidingsspecifieke Beschikken over een wetenschappelijke aanpak. leerresultaten (OLR s) Binnen een breder kader aandacht hebben voor het welzijn van dier en mens. Toegepaste begeleiding/counseling van gezelschapsdieren en hun omgeving, met als doel een optimaal welzijn te realiseren, probleemgedrag te voorkomen, te identificeren en op te lossen. Kerndoelen De cursist heeft basiskennis van de statistiek die hem in staat stelt de onderzoekopzet en statistische gegevens gepubliceerd in wetenschappelijke artikelen te interpreteren en kritisch te evalueren. De cursist kan discipline-eigen terminologie correct hanteren. De cursist kan doelgericht wetenschappelijke en praktijkinformatie opzoeken, kritisch evalueren, verwerken, refereren en communiceren. De cursist heeft een kritische attitude bestaande uit nauwkeurigheid, kritische reflectie, wetenschappelijke en praktijkgerichte nieuwsgierigheid en verantwoording van gemaakte keuzes. De cursist heeft kennis van de algemene ethologie en dierspecifieke ethologie van gezelschapsdieren. De cursist heeft inzicht in de verschillende modellen van welzijn en kennis van de soortspecifieke behoeften ten opzichte van welzijn. De cursist heeft inzicht in de relatie tussen mens en dier en de interactie tussen beiden met betrekking tot het welzijn van mens en dier. De cursist kan welzijnsevaluaties toepassen. De cursist kan ethisch afgewogen adviezen geven. De cursist heeft kennis van de mogelijke oorzaken van probleemgedrag. De cursist heeft kennis van sturing van het gedrag door emoties. De cursist heeft kennis van de cognitieve vaardigheden van gezelschapsdieren. De cursist heeft kennis van het effect van psychofarmaca, hormoontherapie, nutraceuticals en voeding op gedrag. 1 / 3

25 De cursist heeft kennis van leerprincipes, trainingstechnieken, gedragsmodificatietechnieken. De cursist heeft kennis en inzicht in de fysiologie van gedrag. De cursist kan een objectieve en wetenschappelijk onderbouwde diagnose stellen. De cursist kan trainingstechnieken en gedragsmodificiatietechnieken vertalen naar een praktisch toepasbaar, wetenschappelijk onderbouwd en individueel toegespitst behandelingsplan. De cursist kan een objectieve en ethisch verantwoorde risicoevaluatie opstellen. De cursist heeft een kritische attitude bestaande uit nauwkeurigheid, kritische reflectie en verantwoording van gemaakte keuzes doorheen het volledige proces van counseling. Leerinhoud De cursisten ontvangen als leerinhoud instucties met betrekking tot uitvoeren van de eindopdracht waarna zij zelfstandig onderstaande leerervaringen doorlopen: Observeren, analyseren en objectief beschrijven van proces van in de praktijk uitgevoerde gedragsconsulten door minimaal twee verschillende gedragstherapeuten, volgens verkregen instructies voor het uitvoeren van het eindwerk. Kritisch evalueren van het verloop van een gedragsconsult uitgekozen voor de eindpresentatie (case study). Samenstellen en onderbouwen van een eigen diagnose en behandelingsplan volgens eigen inzicht van de case study volgens ontvangen instructies. Samenstellen van een powerpoint en presentatie van de casestudie volgens de ontvangen instructies. Didactische werkvormen De stage betreft een observatiestage die zelfstandig wordt uitgevoerd zonder begeleiding van een stagementor en bestaat uit drie consulten gevolgd voor minstens twee verschillende diersoorten bij minstens twee verschillende gedragstherapeuten. Per consult wordt er, volgens een vooraf besproken schema, een beperkt verslag opgesteld dat wordt goedgekeurd door de opleidingsverantwoordelijke. De opleidingsverantwoordelijke selecteert vervolgens één van de consulten (case study). Van dit consult wordt een uitgebreid verslag gemaakt volgens de aangeleverde instructies. In het verslag worden differentiaaldiagnose, diagnose, behandelingsopties en concreet behandelingsplan uitgewerkt. Tijdens een openbare verdediging wordt de case voorgesteld en worden er vragen van de jury beantwoord. Het is onmogelijk om van het voorgeschreven format af te wijken. Evaluatie Deelopdracht 1: De beperkte schriftelijke verslagen van de 2 / 3

26 gevolgde consulten. Pas nadat men deze deelopdracht op voldoende wijze heeft volbracht, kan men de volgende deelopdracht starten (pass/fail). Deelopdracht 2: het stagerapport: de gedetailleerde schriftelijke uitwerking volgens de aangeleverde instructies van een door de opleidingsverantwoordelijke geselecteerde case study. Deze deelopdracht telt voor 50% van de eindscore mee. Deelopdracht 3: de presentatie en verdediging van de geselecteerde case voor een jury volgens de aangeleverde instructies. Deze deelopdracht telt voor 50% van de eindscore mee. Indien een deelopdracht niet wordt ingeleverd op de gestelde deadline, wordt vanaf het moment dat de deadline is verstreken per begonnen 24 uur dat de opdracht te laat is ingeleverd 1 punt op de totaalscore in mindering gebracht. Om te kunnen slagen voor dit opleidingsonderdeel moet men geslaagd zijn voor alle deelopdrachten. Dit opleidingsonderdeel beoordeelt de globale capaciteiten als gedragstherapeut en is NIET tolereerbaar (zie ook OER). Deelvrijstellingen zijn mogelijk in geval van herkansing. Noodzakelijk studiemateriaal Begeleidende nota s met concrete afspraken rond deze stage, de schriftelijke rapportering errond en de verdediging van de geselecteerde case. Coördinator Jolanda Pluijmakers (Jolanda@davalon.nl) Lesgevers Jolanda Pluijmakers Jury: Jolanda Pluijmakers, Christine Halsberghe en Eva Lambrecht Odisee, / 3