Leden wetenschappelijk comité

Transcriptie

1 Leden wetenschappelijk comité Prof. Dr. P. Bols, Departement veterinaire fysiologie, Fac. biomedische, farmaceutische en diergeneeskundige wetenschappen, Universiteit Antwerpen Prof. Dr. M. Eens, Departement biologie, Fac. Wetenschappen, Universiteit Antwerpen Prof. Dr. F. Gasthuys, waarnemer Fac. diergeneeskunde, UGent Prof. Dr. M. Keirse, Fac. geneeskunde, KU Leuven Dr. K. Peremans, Vakgroep medische beeldvorming van huisdieren, Fac. diergeneeskunde, UGent Dr. J. Pluijmakers, Animal behaviour clinic, Nederland Dr. M. van Dierendonck, Vakgroep ethologie en welzijn, Fac. diergeneeskunde, Universiteit Utrecht, Nederland Dr. E. van Tilburg, FOD volksgezondheid, veiligheid van voedselketen en leefmilieu Prof. Dr. Em. M. Verdonck, Vakgroep voortplanting, verloskunde en bedrijfsdiergeneeskunde Fac. diergeneeskunde, UGent Locatie KAHO Sint-Lieven Campus Waas Hospitaalstraat Sint-Niklaas Tel (0) Contactpersoon: Adinda Sannen Leden wetenschappelijke begeleidingscommissie Info en inschrijven: POSTGRADUAAT Toegepast Diergedrag Dr. R. De Meester, KAHO Sint-Lieven Dr. I. Overmeire, KAHO Sint-Lieven Dr. J. Pluijmakers, Animal behaviour clinic, NL Academiejaar Dr. H. Vervaecke, KAHO Sint-Lieven Dr. J. Vicca, KAHO Sint-Lieven KAHO Sint-Lieven Hospitaalstraat 23 - B-9100 Sint-Niklaas Met dank aan Inez Draps, studente dierenzorg KAHO Sint-Lieven, voor het maken van enkele foto s voor deze brochure.

2 Doelgroep De doelgroep bestaat uit dierenartsen, psychologen, biologen, bachelors in agro- en biotechnologie, psychologisch assistenten, welzijnsevaluatoren e.a. met een bijzondere interesse in en eventueel ervaring met diergedrag en dierenwelzijn. Het postgraduaat is toegankelijk voor hen die in het bezit zijn van een bachelor of master diploma of voor personen die elders verworven competenties kunnen voorleggen. De opleidingscommissie evalueert deze competenties. Doelstelling Mensen vormen die in staat zijn om op een professionele en wetenschappelijke wijze, in samenwerking met dierenartsen, eigenaars van dieren te begeleiden bij het voorkomen en behandelen van probleemgedrag bij gezelschaps- en landbouwdieren. Tijdens deze opleiding bieden nationale en internationale experts de nieuwste kennis aan op gebied van dierengedrag. In het tweede jaar kies je voor een optie Gedragstherapie waarin de kennis van het dierengedrag, gedragstherapie en training centraal staan. Ofwel kies je voor de optie waarin de nadruk wordt gelegd op Welzijnsevaluaties. Opleidingsconcept Deze opleiding is uniek in België. Het postgraduaat bestaat uit twee academiejaren waarvan het eerste jaar gemeenschappelijk is. Het tweede jaar biedt de keuze tussen de focus op therapie en training of op welzijnsevaluatie. Indien men het volledige traject volgt (eerste jaar + tweede jaar volgens jouw optie) kan men het diploma postgraduaat Toegepast Diergedrag behalen. De modules uit de optie Welzijnsevaluatie kan je ook apart volgen. In dat geval kan je een getuigschrift behalen voor de gevolgde module(s). De lessen gaan voornamelijk door op donderdag, vrijdag en zaterdag, gemiddeld éénmaal per maand. De voertaal van de cursus is Nederlands maar een goede kennis van het Engels is nadrukkelijk gewenst vermits een deel van de opleiding (zowel doceren als vakliteratuur) Engelstalig is. Het toegelaten aantal deelnemers voor deze cursus is beperkt om voldoende kwaliteit te kunnen garanderen. Programma overzicht Academiejaar (Eerste jaar) Module 1: Wetenschappelijke methodiek Module 2: Algemene ethologie Module 3: Toegepaste ethologie Module 4: Leerprincipes en trainingstechnieken Module 5: De mens achter het dier Module 6: Neuropsychologische en (neuro-)fysiologische basis van gedrag Academiejaar Tweede jaar: keuze uit optie Gedragstherapie of optie Welzijnsevaluatie Optie Gedragstherapie: kan je enkel volgen als je het eerste jaar voltooid hebt. Module 7: Welzijn gezelschapsdieren Module 8: Psychopathologie Module 9: Gedragsproblemen bij gezelschapsdieren Module 10: Toegepaste gedragstherapie voor gezelschapsdieren Module 11: Toegepaste gedragstherapie voor gezelschapsdieren: praktijkoefeningen Module 12: Stage opdracht Optie Welzijn: kan je volgen als aansluiting op het eerste jaar of je kan de modules ook apart volgen. Module 7: Welzijn gezelschapsdieren Module 13: Ethologie en welzijnsevaluatie van het varken Module 14: Ethologie en welzijnsevaluatie van de kip Module 15: Ethologie en welzijnsevaluatie van het rund Module 16: Ethologie en welzijnsevaluatie van het paard Module 17: Ethologie en welzijnsevaluatie van labodieren Module 18: Welzijnsevaluatie dierentuinen, dolfinaria en circussen Module 19: Wetenschappelijke benadering van de integratie van welzijnsindicatoren en rapportage Om het postgraduaat te behalen moet je slagen in de modules 1-6 en resp of 7, De modules 7, 13-19, worden ook opengesteld als aparte entiteiten, waarvoor een bewijs van deelname wordt afgeleverd, tenzij je opteert ook voor deze modules geëvalueerd te worden. Om toegelaten te worden tot de modules 8-12 moet je de modules 1-6 gevolgd hebben. Praktische informatie Dagindeling 09u00 12u30 en 13u30 17u00. Elke dag staat voor 1 studiepunt. Elk jaar omvat 30 studiepunten. De opleiding is ingedeeld in een aantal modules bestaande uit meerdere lesdagen. Inschrijvingsgeld Bij inschrijving voor het gehele programma bedraagt het inschrijvingsgeld 3300 voor het eerste jaar (lessen gegeven in ) en 3300 voor het tweede jaar (optie Gedragstherapie of optie Welzijnsevaluatie; lessen gegeven in ). Per module (uit optie Welzijnsevaluatie; gegeven in ) is de prijs afhankelijk van het aantal studiepunten. Deze schommelt tussen 330 en 770. Voor verdere informatie i.v.m. de inhoud van de verschillende modules, studiepunten per module, lesgevers, lessenrooster, leslocatie, ligging,... kun je terecht op deze website: Om nog beter tegemoet te komen aan de noden van onze cursisten, werken we momenteel aan een vernieuwd curriculum. De basisinformatie hierover vind je al in deze folder. Meer gedetailleerde informatie wordt op de website gezet zodra beschikbaar. Neem dus in de komende maanden regelmatig eens een kijkje op de website. Inschrijven kan via de website van dvo (dienst Voortgezette opleidingen): Opleidingscheques worden door de hogeschool aanvaard. Verdere info: zie studiegids.

3 Postgraduaat Toegepast Diergedrag Programmagids academiejaar en

4 INHOUD I. DOELSTELLING Maatschappelijke behoefte Doelgroep Doelstelling... 3 II. OPLEIDINGSCONCEPT Opleidingscommissie Opleidingscoördinatoren Examencommissie Instroomprofiel Praktische organisatie Structuur van de opleiding Tijdsindeling Opdrachten Evaluatie Getuigschrift... 5 III. INSCHRIJVINGSMODALITEITEN Toelatingsvoorwaarden Inschrijvingsgeld/inschrijvingsvoorwaarde KMO-portefeuille... 6 IV. PROGRAMMA INHOUD... 6 Academiejaar (1 ste jaar): gemeenschappelijk... 6 Module 1a: Wetenschappelijke methodiek (theorie: statistiek) Module 2: Algemene ethologie (inclusief observatietechnieken) Module 3: Toegepaste ethologie (diersoortspecifiek) Module 4: Leerprincipes en trainingstechnieken Module 5: De mens achter het dier Module 6: Neuropsychologische en (neuro-)fysiologische basis van gedrag Academiejaar (2 de jaar): optie Gedragstherapie... 8 Academiejaar (2 de jaar): optie Welzijnsevaluatie... 8 V. DOCENTEN (PROMOTIE )... 8 VI. JAARPLANNING Toegepast Diergedrag /9

5 I. DOELSTELLING 1. Maatschappelijke behoefte Gezelschapsdieren vertonen soms ongewenst of ongewoon gedrag dat eigenaars niet altijd (juist) kunnen interpreteren. Dit leidt soms tot frustraties voor de eigenaars en hun dieren. Sinds een tiental jaar is de aandacht van wetenschappers voor het gedrag van huisdieren dan ook sterk toegenomen. Ook het welzijn van nutsdieren staat meer in de belangstelling. Zowel bij de consumenten als bij de producenten is de bezorgdheid voor het dierenwelzijn in deze sector toegenomen. Er is dan ook nood aan een wetenschappelijke basis om dit welzijn te evalueren. Mensen worden er zich stilaan van bewust dat afwijkende gedragingen bij dieren vaak een indicatie zijn van het feit dat er iets mis is met het welzijn van het dier én dat er mogelijk een oplossing voor bestaat. Ook in allerlei televisieprogramma s en tijdschriften wordt er steeds meer aandacht besteed aan deze problematiek. KAHO Sint-Lieven biedt het postgraduaat toegepast diergedrag aan waarin cursisten gevormd worden om op een professionele en wetenschappelijke wijze, in samenwerking met dierenartsen, eigenaars van dieren te begeleiden bij het voorkomen en behandelen van probleemgedrag bij hun dieren. 2. Doelgroep De doelgroep voor dit postgraduaat zijn dierenartsen, psychologen, biologen, bachelors en masters in de agro- en biotechnologie (afstudeerrichting dierenzorg), psychologisch assistenten, e.a. met een bijzondere interesse in en eventueel ervaring met diergedrag en dierenwelzijn. Het postgraduaat in toegepast diergedrag is toegankelijk voor hen die in het bezit zijn van een bachelor of master diploma of voor personen die elders verworven competenties van gelijkwaardig niveau kunnen voorleggen. Deze competenties worden geëvalueerd door de opleidingscommissie (zie verder). 3. Doelstelling Mensen vormen die in staat zijn om op een professionele en wetenschappelijke wijze, in samenwerking met dierenartsen, eigenaars van dieren te begeleiden bij het voorkomen en behandelen van probleemgedrag bij gezelschaps- en landbouwdieren. Tijdens deze opleiding bieden nationale en internationale experts de nieuwste kennis aan op gebied van dierengedrag. In het tweede jaar kies je voor een optie Gedragstherapie waarin de kennis van het dierengedrag, gedragstherapie en training centraal staan. Ofwel kies je voor de optie waarin de nadruk wordt gelegd op Welzijnsevaluaties. II. OPLEIDINGSCONCEPT 1. Opleidingscommissie De opleidingscommissie bewaakt de kwaliteit van de opleiding en stuurt de organisatie van de opleiding aan. Ze bestaat uit: Dr. R. De Meester, KAHO Sint-Lieven Dr. J. Pluijmakers, DAVALON, the petcoach company, NL Dr. H. Vervaecke, KAHO Sint-Lieven Dr. J. Vicca, KAHO Sint-Lieven Dr. A. Sannen, KAHO Sint-Lieven Anja De Kimpe (ombuds) Toegepast Diergedrag /9

6 2. Wetenschappelijk Comité Dr. Ir. S. Aerts, Opleiding Agro- en Biotechnologie, KAHO Sint-Lieven Prof. Dr. P. Bols, Departement veterinaire fysiologie, Fac. biomedische, farmaceutische en diergeneeskundige wetenschappen, Universiteit Antwerpen Prof. Dr. M. Eens, Departement biologie, Fac. Wetenschappen, Universiteit Antwerpen Prof. Dr. F. Gasthuys, waarnemer Fac. diergeneeskunde, UGent Prof. Dr. M. Keirse, Fac. geneeskunde, KULeuven Dr. K. Peremans, Vakgroep medische beeldvorming van huisdieren, Fac. diergeneeskunde, UGent Dr. J. Pluijmakers, DAVALON, the petcoach company, NL Dr. M. v. Dierendonck, Vakgroep ethologie en welzijn, Fac. diergeneeskunde, Universiteit Utrecht, Nederland Dr. E. v. Tilburg, FOD volksgezondheid, veiligheid v. voedselketen en leefmilieu Prof. Dr. Em. M. Verdonck, Vakgroep voortplanting, verloskunde en bedrijfsdiergeneeskunde Fac. diergeneeskunde, UGent 3. Opleidingscoördinatoren Dr. Rudy De Meester en Dr. Jolanda Pluijmakers zijn opleidingscoördinator met betrekking tot inhoudelijke aspecten. Dr. Adinda Sannen volgt als coördinator de inhoudelijke en organisatorische aspecten van de opleiding op. 4. Examencommissie De examencommissie is samengesteld uit leden van de opleidingscommissie en de ombuds. De examencommissie bewaakt de evaluatieprocedure. Ze beoordeelt de vrijstellingen ingevolge aangebrachte EVC (elders verworven competenties) en EVK (elders verworven kwalificaties). Ze neemt de definitieve beslissing over het al dan niet slagen van de cursist. Ze neemt ook een beslissing in alle specifieke casussen die niet voorzien zijn in het examenreglement van de KAHO Sint-Lieven. Intern beroep tegen een ongunstige examenbeslissing kan ingediend worden volgens artikel 63 van het examenreglement van KAHO Sint-Lieven ( Hiertoe dient de cursist binnen een termijn van vijf kalenderdagen een formele klacht te richten aan de algemeen directeur van de hogeschool. Dit gebeurt bij voorkeur bij aangetekend schrijven waarin de feitelijke omschrijving van de ingeroepen bezwaren wordt opgenomen. 5. Instroomprofiel De cursist heeft een bijzondere interesse in diergedrag (huisdieren en/of productiedieren) en heeft minstens een bachelor diploma: dierenarts, psycholoog, bioloog, socioloog, bachelor of master in de agro- en biotechnologie, psychologisch assistent, e.a 6. Praktische organisatie De cursus wordt inhoudelijk en didactisch ontwikkeld en geëvalueerd door de Opleidingscommissie (=Wetenschappelijke begeleidingscommissie) en het Wetenschappelijk Comité. De Dienst Voortgezette Opleidingen (DVO) van KAHO Sint-Lieven ondersteunt de uitwerking van het opleidingsconcept en de praktische organisatie. 7. Structuur van de opleiding Het betreft een postgraduaat van 60 studiepunten (STP). Het postgraduaat bestaat uit twee academiejaren waarvan het eerste jaar gemeenschappelijk is. Het tweede jaar biedt de keuze tussen de focus op therapie en training of op welzijnsevaluatie. De modules uit de optie Welzijnsevaluatie kunnen ook apart gevolgd worden. OPGELET: de optie Welzijnsevaluatie is een nieuwe optie die we momenteel aan het uitwerken zijn. Om zo goed mogelijk in te spelen op de noden van de cursisten, vergt dit nog enig onderzoek. De uiteindelijke versie kan dus afwijken van degene in deze brochure. We passen deze brochure steeds aan dus neem regelmatig eens een kijkje op de website. Toegepast Diergedrag /9

7 De opleiding bestaat uit volgende modules (opleidingsonderdelen): MODULES (OPLEIDINGSONDERDELEN) AANTAL STP Academiejaar (1 ste jaar): gemeenschappelijk 30 1.Wetenschappelijke methodiek 1A. Theorie: statistiek 1B. Praktijk Algemene ethologie (inclusief observatietechnieken) 3 3. Toegepaste ethologie (diersoortspecifiek) 7 4. Leerprincipes en trainingstechnieken 6 5. De mens achter het dier 4 6. Neuropsychologische en (neuro-)fysiologische basis van gedrag 4 Academiejaar (2 de jaar): optie Gedragstherapie Welzijn gezelschapsdieren 3 8. Psychopathologie 3 9. Gedragsproblemen bij gezelschapsdieren Toegepaste gedragstherapie voor gezelschapsdieren Toegepaste gedragstherapie voor gezelschapsdieren: praktijkoefening Stage opdracht 3 Academiejaar (2 de jaar): optie Welzijnsevaluatie Welzijn gezelschapsdieren Ethologie en welzijnsevaluatie van het varken Ethologie en welzijnsevaluatie van de kip Ethologie en welzijnsevaluatie van het rund Ethologie en welzijnsevaluatie van het paard Ethologie en welzijnsevaluatie van labodieren Welzijnsevaluatie dierentuinen, dolfinaria en circussen Wetenschappelijke benadering van de integratie van welzijnsindicatoren 3 en rapportage 8. Tijdsindeling De studielast per studiepunt wordt vastgelegd op 25 uur. De opleiding heeft dus een studielast van uren (25u x 60STP). Elk studiepunt wordt gerealiseerd in een lesdag van 7 contacturen (9u00-12u30 en 13u30-17u00). Het programma loopt over ten minste twee academiejaren. Een jaarprogramma omvat 30 studiepunten. Maandelijks worden drie tot vier opeenvolgende lesdagen georganiseerd, telkens donderdag, vrijdag en zaterdag en soms aangevuld met woensdag. Het eindexamen (stageverslag en onderzoeksrapport) wordt eventueel georganiseerd binnen de 6 maand na de laatste lesdag zodat de cursisten de nodige tijd krijgen om een kwalitatief product af te leveren. 9. Opdrachten Per opleidingsonderdeel (OO) wordt in de ECTS-fiche aangegeven welke opdrachten cursisten dienen te vervullen (paper, stageverslag, praktijkopdracht, onderzoeksrapport, theoretische studie ). 10. Evaluatie Per opleidingsonderdeel wordt in de ECTS-fiche aangegeven hoe het opleidingsonderdeel wordt geëvalueerd (open boek examen, examen meerkeuzevragen, stageverslag, presentatie van een rapport, permanente evaluatie van de uit te voeren opdrachten ) 11. Getuigschrift Cursisten die de volledige opleiding hebben gevolgd (eerste jaar + tweede jaar volgens hun optie) en met succes elk opleidingsonderdeel hebben afgerond krijgen het Toegepast Diergedrag /9

8 getuigschrift postgraduaat toegepast diergedrag. Om het postgraduaat te behalen dient men dus te slagen in de modules 1-6 en resp of 7, De modules 7, 13-19, worden ook opengesteld als aparte entiteiten, waarvoor een bewijs van deelname wordt afgeleverd. Indien men opteert ook voor deze modules geëvalueerd te worden, kan men hiervoor een bewijs van slagen in het examen worden toegekend. III. INSCHRIJVINGSMODALITEITEN 1. Toelatingsvoorwaarden Kandidaten moeten beschikken over een diploma bachelor of master. 2. Inschrijvingsgeld/inschrijvingsvoorwaarde Academiejaar (30 STP): en academiejaar (30 STP): (incl. cursusmateriaal en koffiepauzes). De cursisten schrijven per academiejaar in via de inschrijvingsmodule van de dienst voortgezette opleidingen ( Na inschrijving ontvangen zij een factuur. De inschrijving voor is pas definitief na betaling van 1650 voorschot. Het resterende bedrag van min de prijs van de modules waarvoor u vrijstelling heeft, kan dan uiterlijk tegen 20 oktober 2012 worden betaald. U ontvangt ook hiervoor een factuur. De prijs van de mogelijk apart te volgen modules (uit de optie Welzijnsevaluatie) zullen waarschijnlijk schommelen tussen 330 en 770. Je kunt steeds schriftelijk annuleren tot 14 dagen voor de start van de cursus. De annuleringskosten bedragen dan 50 euro. Na deze datum ben je het volledige deelnamebedrag verschuldigd. Voor de aanvang van de opleiding kan je je ook kosteloos laten vervangen door een collega die voldoet aan de inschrijvingsvereisten. Elke annulering of vervanging van de aangemelde persoon dient steeds SCHRIFTELIJK te worden gemeld aan het secretariaat van de dienst Voortgezette opleidingen. 3. KMO-portefeuille Er dient met de volgende richtlijnen rekening te worden gehouden: Indien u met KMO-portefeuille (enkel voor KMO-bedrijven!) wenst te betalen, dient u bij de projectaanvraag volgend erkenningsnummer van de KAHO Sint-Lieven te vermelden: DV.O KMO-bedrijven die wensen gebruik te maken van deze KMO-maatregel, dienen hun projectaanvraag voor KaHo Sint-Lieven via KMO-portefeuille gedaan te hebben maximum 14 kalenderdagen na de aanvang van de opleiding. KMO-aanvragen die later dan 14 dagen nà de start van de cursus binnenkomen, kunnen NIET aanvaard worden. Gelieve eveneens de naam van de cursist en de opleiding bij de projectaanvraag te vermelden! Opgelet: cateringkosten en voorschotfacturen komen niet in aanmerking voor de KMO-portefeuille. IV. PROGRAMMA INHOUD Academiejaar (1 ste jaar): gemeenschappelijk Module 1a: Wetenschappelijke methodiek (theorie: statistiek). Studiepunten: 3 Datareductie Correlaties Kansverdelingen Statistische testen Steekproefgrootte Toegepast Diergedrag /9

9 Module 1b: Wetenschappelijke methodiek (praktijk). Studiepunten: 3 Opbouw wetenschappelijke artikelen Impactfactoren Onaanvaardbare fouten bij het schrijven van wetenschappelijke artikelen Uitwerken van een proefopzet + uitvoering ervan Interpreteren van de statistische output van de proefresultaten en deze verwerken in een wetenschappelijke publicatie Module 2: Algemene ethologie (inclusief observatietechnieken). Studiepunten: 3 De eigenheid van de ethologie als wetenschap Natuurlijke selectie De vier vragen van Tinbergen Ontwikkeling van gedrag (nature versus nurture) Functie en evolutie van sociaal en seksueel gedrag Leren observeren Module 3: Toegepaste ethologie (diersoortspecifiek). Studiepunten: 7 Domesticatie en de effecten op gedrag Stress als concept en de toepassing op onze omgang met dieren Voor paard, hond, kat, knaagdieren en parkietachtigen per diersoort: o natuurhistorie, rassen en rasverschillen o ontogenie van gedrag en ethogram o diersoortgebonden behoeften noodzakelijk voor het verantwoord houden van deze dieren, omgevingsverrijking als welzijnsvoorwaarde o Communicatie o Mens-dier gedrag Module 4: Leerprincipes en trainingstechnieken. Studiepunten: 6 Leerprocessen Cognitie en nature-nurture discussie Leerprincipes: basis concepten en definities Principes van ongeconditioneerd gedrag: o.a. habituatie en sensitisering Basisprincipes van klassieke conditionering Basisprincipes van operante conditionering Controleren van gedrag: o.a. motivatie, beloningsschema s, extinctie, aversieve controle, straf Trainingstechnieken: Introductie tot clicker-, SATS en lure-reward training Trainingstechnieken: Toepassing en kritische evaluatie van o.a. positieve en aversieve technieken Gebruik van leerprincipes en trainingstechnieken in gedragstherapie en ter voorkoming van gedragsproblemen Hulpmiddelen: o.a. clicker, trainingsdiscs, targetsticks, hoofdhalters etc. Praktijksessies: praktijktoepassing van clicker-, SATS en lure-reward training met honden en aan de hand van videobeelden Praktijksessie: omgaan met vogels (kan vervangen worden door een ander dier naargelang de beschikbaarheid en voorkeur van de cursisten) Module 5: De mens achter het dier. Studiepunten 4 Ethiek en deontologie Basiswetgeving i.v.m. welzijn (o.a. huisvesting, ontklauwen, couperen ) en (gevaarlijke) dieren Aansprakelijkheid gedragsbegeleider Communicatie met de eigenaar: slecht nieuwsgesprek Communicatie met de eigenaar: communicatietechnieken Toegepast Diergedrag /9

10 Module 6: Neuropsychologische en (neuro-)fysiologische basis van gedrag. Studiepunten: 4 Neurofysiologische basis van gedrag (zenuwstelsel en hormonen) Neuropsychologische basis van gedrag Emotie en gedrag Dieet en gedrag Academiejaar (2 de jaar): optie Gedragstherapie Momenteel wordt er gewerkt aan een herziening van het curriculum voor het tweede jaar. Zodra deze rond is, worden de informatie aangevuld. Academiejaar (2 de jaar): optie Welzijnsevaluatie Momenteel wordt er gewerkt aan een herziening van het curriculum. Zodra deze rond is, worden de informatie aangevuld. V. DOCENTEN (PROMOTIE ) ACADEMIEJAAR (1 STE JAAR) GEMEENSCHAPPELIJK MODULE 1 Wetenschappelijke methodiek (theorie: B. Windels statistiek) Wetenschappelijke methodiek (praktijk) R. De Meester, J. Pluijmakers H. Vervaecke, J. Vicca MODULE 2 Algemene ethologie A. Sannen, H. Vervaecke MODULE 3 Toegepaste ethologie L. Beernaerts (parkietachtigen) R. Casey & Anne Seawright (kat) J. Fatjo (hond) I. Overmeire (konijn) J. Pluijmakers (hond) M. Van Dierendonck (paard) H. Vervaecke (algemeen) MODULE 4 Leerprincipes en trainingstechnieken E. Bokelmann, E. Lambrechts, A. Miklosi, J. Pluijmakers, E. Van Krunkelsven MODULE 5 De mens achter het dier R. De Meester, M.-P. Mispelter, J. Pluijmakers, E. Vanautryve, M. Verdonck MODULE 6 Neuropsychologische en (neuro- )fysiologische basis van gedrag P. Bols, F. Coopman, M. Hesta, C. Jacobs, J.A.R.A.M. Van Hooff, G. Vingerhoets VI. JAARPLANNING De start van de opleiding is voorzien op donderdag 27 september maand september oktober november december Lesdagen van 9u00 tot 17u00 inclusief pauzes, telkens do-vrij-zat. Tussen haakjes staat het Modulenummer. 27 (M2), 28 (M2), 29 (M1a) 19 (M2-3), 20 (M1a) 15 (M1b), 16 (M2-3), 17 (M3) 13 (M3), 14 (M1b), 15 (M3) Toegepast Diergedrag /9

11 januari februari maart april mei juni 23 (M1b: let op is een woensdag), 24 (M3), 25 (M3), 26 (M3) 21 (M4), 22 (M4), 23 (M4) 21 (M4), 22 (M1b), 23 (M4) 25 (M4), 26 (M5), 27 (M5) 23 (M5), 24 (M6), 25 (M6) 6 (M6-5), 7 (M6), 8 (M5-6) 21 nm: examen M5 en M6. Deze datum onder voorbehoud. Toegepast Diergedrag /9