Gemeenteraad van 23 april 2018

Transcriptie

1 Gemeenteraad van 23 april 2018 Aanwezig: Verontschuldigd: Afwezig: Guy Van Hirtum - burgemeester Herman Wynants, Filip Verrezen, Kelly Verboven, Kristof Welters, Tinne Wuyts, Iris De Wever - schepenen Clyde Tai-Apin - OCMW-voorzitter - schepen Jan Michiels, Frans De Cock, Harri Verbraecken, René Verachtert, Lowie Thys, Frank Verlooy, Marjan De Groot, Jef Van den Eynde, Pascal Kwanten, Brigitte Helsen, Patrick Vanschoubroek, Winny Van Calster, Jürgen Engelen, Nancy Van Hoof, Flor Celen, Rita Moons - raadsleden Evelien Belmans - voorzitter gemeenteraad Jo Vankrunkelsven - algemeen directeur Tamara Van den Eynden, Myriam Valgaeren - raadsleden Om 20 uur opent de voorzitter van de gemeenteraad, Evelien Belmans, de vergadering. OPENBARE ZITTING 001 Secretariaat. Notulen. Goedkeuring verslag 26 maart Burgemeester Guy Van Hirtum merkt op dat in de titel en het besluitend gedeelte van agendapunt 16, aangaande het partnerschap met Fulda, naast Voortkapel best ook de gemeente Westerlo wordt vermeld. Het besluit zal in deze zin worden aangepast. De notulen van de vorige zitting worden goedgekeurd met 24 ja-stemmen en 1 onthouding. Stemden voor: Onthouding Guy Van Hirtum, Herman Wynants, Filip Verrezen, Kelly Verboven, Kristof Welters, Tinne Wuyts, Iris De Wever, Clyde Tai-Apin, Jan Michiels, Harri Verbraecken, René Verachtert, Lowie Thys, Frank Verlooy, Marjan De Groot, Jef Van den Eynde, Pascal Kwanten, Brigitte Helsen, Patrick Vanschoubroek, Winny Van Calster, Jürgen Engelen, Nancy Van Hoof, Flor Celen, Rita Moons en Evelien Belmans Frans De Cock 002 Kerkfabrieken. Jaarrekening. Advies rekening dienstjaar 2017 van de kerkfabriek Sint-Carolus Borromeus Heultje. Schepen Filip Verrezen licht het agendapunt toe.

2 Samenvatting De jaarrekeningen van de kerkfabrieken zijn aan het advies van de gemeenteraad onderworpen. Voorgeschiedenis Op 18 maart 2018 werd de jaarrekening 2017 met bijlagen van de kerkfabriek Sint-Carolus Borromeus Heultje ingediend door het centraal kerkbestuur via Religiopoint. De kerkraad keurde deze rekening goed op 14 februari Argumentatie De jaarrekening 2017 van de kerkfabriek van Heultje werd nagekeken en juist bevonden. Juridische grond - Decreet van 7 mei 2004 over de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten. Artikelen 54 en 55 bepalen dat de rekeningen van de kerkfabrieken, die door het centraal kerkbestuur gezamenlijk en gelijktijdig worden ingediend bij het gemeentebestuur en de gouverneur, onderworpen zijn aan het advies van de gemeenteraad en aan de goedkeuring van de gouverneur. - Besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse Regering over het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten (meermaals gewijzigd). - Omzendbrief BB2013/01 van het Vlaams Ministerie van Bestuurszaken Agentschap Binnenlands Bestuur Afdeling Lokale en Provinciale Besturen Financiën en personeel betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Organisatieondersteuning actie Erediensten actienummer raming kosten - raming opbrengsten - De jaarrekening 2017 van de kerkfabriek heeft geen impact op het budget 2018 van de gemeente. Het exploitatieoverschot (N-waarde) ,55 euro en het saldo van investeringen van 0,00 euro (Z-waarde) worden overgenomen in het budget 2019 van de kerkfabriek. Het overschot van het exploitatieresultaat (N) 2017 wordt verplicht verrekend in het budget 2019 van de kerkfabriek. Stemming Unaniem BESLUIT Artikel 1 De gemeenteraad verleent gunstig advies over de jaarrekening dienstjaar 2017 van de kerkfabriek Sint-Carolus Borromeus Heultje met een exploitatieoverschot van ,55 euro en met een saldo van investeringen van 0,00 euro. Artikel 2 Dit advies wordt aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur en het kerkbestuur overgemaakt.

3 003 Kerkfabrieken. Jaarrekening. Advies rekening dienstjaar 2017 van de kerkfabriek Sint-Niklaas Zoerle-Parwijs. Schepen Filip Verrezen licht het agendapunt toe. Samenvatting De jaarrekeningen van de kerkfabrieken zijn aan het advies van de gemeenteraad onderworpen. Voorgeschiedenis Op 18 maart 2018 werd de jaarrekening 2017 met bijlagen van de kerkfabriek Sint-Niklaas Zoerle-Parwijs ingediend door het centraal kerkbestuur via Religiopoint. De kerkraad keurde deze rekening goed op 14 januari Argumentatie De jaarrekening 2017 van de kerkfabriek van Zoerle-Parwijs werd nagekeken en juist bevonden. Juridische grond - Decreet van 7 mei 2004 over de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten. Artikelen 54 en 55 bepalen dat de rekeningen van de kerkfabrieken, die door het centraal kerkbestuur gezamenlijk en gelijktijdig worden ingediend bij het gemeentebestuur en de gouverneur, onderworpen zijn aan het advies van de gemeenteraad en aan de goedkeuring van de gouverneur. - Besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse Regering over het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten (meermaals gewijzigd). - Omzendbrief BB2013/01 van het Vlaams Ministerie van Bestuurszaken Agentschap Binnenlands Bestuur Afdeling Lokale en Provinciale Besturen Financiën en personeel betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Organisatieondersteuning actie Erediensten actienummer raming kosten - raming opbrengsten - De jaarrekening 2017 van de kerkfabriek heeft geen impact op het budget 2018 van de gemeente. Het exploitatieoverschot (N-waarde) ,39 euro en het saldo van investeringen van 0,00 euro (Z-waarde) worden overgenomen in het budget 2019 van de kerkfabriek. Het overschot van het exploitatieresultaat (N) 2017 wordt verplicht verrekend in het budget 2019 van de kerkfabriek. Stemming Unaniem BESLUIT Artikel 1 De gemeenteraad verleent gunstig advies over de jaarrekening dienstjaar 2017

4 Artikel 2 van de kerkfabriek Sint-Niklaas Zoerle-Parwijs met een exploitatieoverschot van ,39 euro en met een saldo van investeringen van 0,00 euro. Dit advies wordt aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur en het kerkbestuur overgemaakt. 004 Milieu. Dierenwelzijn, overeenkomst voor opvang van dolende dieren. Beslissing. Schepen Tinne Wuyts licht het agendapunt toe. Raadslid Frans De Cock zegt het te waarderen dat er snel een oplossing is gevonden voor dolende dieren. Hij vraagt of deze overeenkomst ook het kattenproject verder zal invullen. Schepen Tinne Wuyts verduidelijkt dat het kattenproject hier los van staat. Hiervoor worden in de drie gemeenten uit onze politiezone de dierenartsen aangeschreven om een vernieuwde werking op te zetten. Burgemeester Guy Van Hirtum merkt op dat de overeenkomst dient ondertekend te worden door de voorzitter van de gemeenteraad. Samenvatting Omdat het dierenasiel van Aarschot zijn activiteiten stopgezet heeft moet de gemeenteraad een beslissing nemen over een nieuwe overeenkomst met een nieuwe partner voor de opvang van dolende dieren. Voorgeschiedenis en Einde 2017 heeft de Vlaamse Vereniging voor Dierenbescherming de dienstverleningsovereenkomst met de gemeente Westerlo opgezegd. Het asiel in Aarschot heeft zijn activiteiten stopgezet. De opvang van dolende dieren en het lopende zwerfkattenproject komen hierdoor in het gedrang. Feiten en Context - Door de sluiting van het asiel kan de Vlaamse Vereniging voor Dierenbescherming niet meer instaan voor het in bewaring nemen van een zwerfdier zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst goedgekeurd bij raadsbesluit. - In samenwerking met de IPZ en de 3 betrokken gemeenten werd een prijsvraag gedaan bij zeven asielcentra die het dichtst bij de IPZ Zuiderkempen gevestigd zijn. Op basis van de 3 ingediende prijsoffertes werd in overleg een keuze gemaakt en een ontwerpdienstverleningsovereenkomst opgemaakt. Deze uniforme overeenkomst zal in de 3 gemeentebesturen ter goedkeuring worden voorgelegd. - Op 5 december 2017 werden volgende asielen gecontacteerd om een dienstverleningsovereenkomst te sluiten: o De Helpende Dierenpoten vzw, Vlasselaar 21, 3221 Nieuwrode o Dierenbescherming De Schakel, Steenheuvelstraat 19, 3390 Tielt-Winge o Het Blauwe Kruis van België, Netelaarstraat 12, 2160 Wommelgem o De Zorghoeve, Dorpstraat 681, 3061 Leefdaal o Noodasiel Lommel vzw, Maatheide 74H, Lommel o Dierenasiel Tienen, Viaductstraat 176bis, 3300 Tienen o Veeweyde vzw, Toekomststraat 4, 2381 Weelde - De Helpende dierenpoten vzw, De zorghoeve VZW en Het Blauwe kruis deden een voorstel om tot een dienstverleningsovereenkomst te komen. Het voorstel van de Helpende dierenpoten is financieel het voordeligste.

5 - Voor de opvang van de dieren worden volgende forfaitaire vergoedingen betaald: - 25 per ophaling ongeacht het aantal dieren. - Een kilometervergoeding van 0,35 per gereden km. - Wanneer de eigenaar van het dier niet wordt gevonden betaalt de gemeente een dagvergoeding van 3 voor de opvang van het dier, voor een maximale termijn van 15 dagen. In geval de eigenaar van het dier wordt teruggevonden zal De Helpende Dierenpoot bij deze persoon alle kosten (kosten voor ophaling, dierenartskosten, verzorgingskosten, ) terug vorderen. De overeenkomst is geldig tot 31 december 2018 en wordt jaarlijks stilzwijgende verlengd tenzij één van de partijen voor 31 oktober de overeenkomst opzegt. Argumentatie Aangezien voornamelijk de politie te maken krijgt met dolende dieren is het belangrijk dat binnen de Politiezone Zuiderkempen er één asiel is waarmee een dienstverleningsovereenkomst wordt gesloten. Het voorstel van De Helpende Dierenpoten vzw is het voordeligste. De overeenkomst voorziet de mogelijkheid voor burgers om een dolend dier af te leveren bij het asiel. Om misbruik (bv het dumpen van eigen huisdieren) te voorkomen is in dit geval een attest van de politie vereist. Indien de rechtmatige eigenaar van het dier wordt gevonden dienen de kosten door het asiel te worden verhaald op de eigenaar in plaats van de gemeente. Door het afsluiten van de overeenkomst kan de huidige werking worden behouden. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Kwaliteitsvolle leefomgeving actie Dierenwelzijn actienummer omschrijving project Opvang dolende dieren raming kosten 2000 euro raming opbrengsten / Juridische grond Wet betreffende de bescherming en het welzijn der dieren van 14 augustus 1986 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 9. Stemming Unaniem BESLUIT Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 De gemeenteraad beslist de dienstverleningsovereenkomst met De Helpende Dierenpoten vzw goed te keuren. De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het exploitatiebudget van 2018 op budgetcode 2018/ /1/0470- dierenbescherming; (actienummer: ) De beslissing wordt overgemaakt aan De Helpende Dierenpoten vzw, Vlasselaar 21, in 3221 Nieuwrode. Dienstverleningsovereenkomst Tussen het gemeentebestuur van Westerlo

6 vertegenwoordigd door de voorzitter gemeenteraad Evelien Belmans en de algemeen directeur Jo Vankrunkelsven, enerzijds en De Helpende Dierenpoten vzw, Vlasselaar 21, 3221 Nieuwrode, vertegenwoordigd door Brenda Wijers, zaakvoerster van de Helpende Dierenpoten vzw, anderzijds is overeengekomen wat volgt: Artikel 1 De Helpende Dierenpoten vzw is bereid op te treden als asiel voor de opvang van de op het grondgebied van de gemeente zwervende, verloren of achtergelaten dieren. Artikel 2 De openingsuren van het asiel te Nieuwrode zijn van 14u30 tot 19u. Buiten de openingsuren is het asiel toegankelijk op afspraak. Het asiel is steeds bereikbaar op het volgende nr. 0475/ Wanneer de telefoon niet wordt beantwoord, wordt er een boodschap ingesproken. De verantwoordelijke of één van de verantwoordelijke vrijwilligers bellen dan zo spoedig mogelijk terug. Artikel 3 De gemeente zal een hok ter beschikking stellen om de dieren, in afwachting van de ophaling door de Helpende Dierenpoten vzw, tijdelijk onder te brengen. De ophaling gebeurt op afspraak, binnen de 24u na melding aan het asiel. Artikel 4 De Helpende Dierenpoot vzw zal steeds een hok ter beschikking houden om de dieren onder te brengen; Dit is ter beschikking van de gemeente, die vrij is om het dier zelf ter plaatse te brengen. Tijdens de openingsuren zal er iemand aanwezig zijn om het dier in ontvangst te nemen, hetzij de verantwoordelijke, hetzij één van de vrijwilligers. Artikel 5 Particulieren dienen in het bezit te zijn van een attest van de lokale politie voor de aflevering van een dier in het asiel. Artikel 6 De dieren die in het asiel ondergebracht worden zullen verder onder de wettige verplichtingen komen te staan: Het asiel zal de wettige eigenaar zoeken. De dieren zullen 15 dagen worden geobserveerd om nadien ter adoptie te worden aangeboden. Dieren die ziek, gewond, uitgeput of in een andere situatie aan het asiel worden toevertrouwd zullen de nodige verzorging ontvangen. De dierenartskosten worden door het asiel gedragen. Artikel 7 De gemeente verbindt zich tot het betalen van volgende forfaitaire vergoedingen voor de opvang van de dieren: per ophaling ongeacht het aantal dieren. Een kilometervergoeding van 0,35 per gereden km. Wanneer de eigenaar van het dier niet wordt gevonden betaalt de gemeente een dagvergoeding van 3 voor de opvang van het dier. Dit voor een maximale termijn van 15 dagen.

7 Artikel 8 In geval de eigenaar van het dier wordt teruggevonden zal De Helpende Dierenpoot bij deze persoon alle kosten (kosten voor ophaling, dierenartskosten, verzorgingskosten, ) terug vorderen. Artikel 9 Deze overeenkomst wordt afgesloten met ingang op 26 februari 2018 en loopt tot 31 december 2018 en wordt stilzwijgend verlengd met telkens een kalenderjaar tenzij één van beide partijen vóór 31 oktober van het lopende jaar de opzegging aangetekend heeft bekendgemaakt aan de andere partij of in uitvoering van artikel 10 van deze overeenkomst. Artikel 10 Onmiddellijke beëindiging Iedere partij is gerechtigd de overeenkomst onmiddellijk te beëindigen indien de andere partij een zware inbreuk heeft gepleegd op zijn contractuele verplichtingen en nalaat deze inbreuk te corrigeren of te beëindigen na ontvangst van een schriftelijke aanmaning waarin de nalatige partij verzocht wordt de inbreuk te corrigeren of te beëindigen binnen 30 dagen na ontvangst. In geval de nodige erkenning voor de uitvoering van haar activiteiten worden ingetrokken door de LNE dierenwelzijn of er geen geldige stedenbouwkundige, milieu-, en/of omgevingsvergunning afgeleverd is, zal de Helpende Dierenpoten genoodzaakt zijn haar activiteiten te staken. Artikel 11 Het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van overheidsopdrachten, is integraal van toepassing op deze opdracht. De eventuele algemene voorwaarden of factuurvoorwaarden van de opdrachtnemer zijn niet van toepassing. Deze overeenkomst wordt ondertekend in Westerlo, op in twee originele exemplaren. Elke partij verklaart een ondertekend exemplaar ontvangen te hebben. Voor de gemeente Westerlo, De algemeen directeur, Jo Vankrunkelsven, de voorzitter, Evelien Belmans, Voor Helpende Dierenpoten VZW, Brenda Wijers 005 Dierenwelzijn. Hondenloopweide Asberg. Goedkeuren verhuurmodaliteiten en ontwerp gebruiksovereenkomst. Schepen Tinne Wuyts licht het agendapunt toe. Samenvatting Voor de realisatie van een hondenloopweide dienen de verhuurmodaliteiten en gebruikscontract te worden goedgekeurd. Voorgeschiedenis Het college heeft in zitting van 29 december 2017 de realisatie van een hondenloopweide principieel goedgekeurd.

8 Het college heeft in zitting van 29 maart 2018 het ontwerp van gebruiksovereenkomst goedgekeurd en het dossier doorverwezen ter goedkeuring van de contractuele voorwaarden naar de gemeenteraad. Feiten en context Een hondenloopweide is een omheinde groenzone waar de hond ongeleid kan spelen en rondrennen onder het waakzame oog van de begeleider. Na onderhandeling en akkoord tussen partijen wordt een ontwerp van gebruiksovereenkomst opgesteld voor het perceel gelegen te Westerlo, Asberg 28, gekadastreerd sectie C, eerste afdeling Westerlo, perceelnummer 152, met als oppervlakte 4110 m². De gemeente betaalt en voorziet de nodige infrastructuur en onderhoud zoals bepaald in het collegebesluit van 29 december 2017 en beschreven in het contract onder artikel 2 en 6. Het gebruik start op 1 juni 2018 voor tenminste 15 jaar waarna het jaarlijks stilzwijgend verlengd wordt. Het contract kan door beide partijen te allen tijde worden opgezegd mits naleving van een opzegtermijn van 6 maanden conform artikel 4. Bij vervroegde beëindiging door de eigenaar dient de eigenaar de restwaarde te vergoeden (artikel 2). De basisvergoeding wordt vastgesteld op 61,65 euro per jaar. Deze vergoeding is jaarlijks te indexeren volgens de gezondheidsindex van toepassing in de huurwetgeving. Juridische grond Politiecodex Burgerlijk wetboek, gemene huurcontracten. Adviezen Voor de aanleg van deze weide in landbouwzone is geen stedenbouwkundige of milieuvergunning vereist. Argumentatie Hondenliefhebbers in onze gemeente zijn vragende partij voor een hondenloopweide. Om aan deze nood tegemoet te komen werd gezocht naar een geschikte locatie om een hondenloopweide te realiseren. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Kwaliteitsvolle leefomgeving. Propere gemeente. actie Dierenwelzijn Investering hondenweide Zoerle-Parwijs actienummer (uitvoering overeenkomst) (investeringen) omschrijving project Hondenloopweide raming kosten Jaarlijkse basisvergoeding van 61,5 euro (te indexeren) budget nog te voorzien via aanpassing van de raming. Investering in infrastructuur (draad, poort, banken ea). Er is maximaal euro voorzien op de raming, maar voor de overeenkomst is een te verrekenen investeringsbedrag van euro voorzien op basis van de meest recente ramingen. raming opbrengsten Geen

9 Stemming Unaniem BESLUIT Artikel 1 De gemeenteraad neemt kennis van het initiatief tot realisatie van een hondenloopweide, keurt de verhuurmodaliteiten en ontwerp van gebruiksovereenkomst goed en machtigt burgemeester en algemeen directeur de gebruiksovereenkomst te ondertekenen. 006 Basisonderwijs. Convenant vervangingen van korte afwezigheden in het basisonderwijs. Goedkeuring. Schepen Kelly Verboven licht het agendapunt toe. Samenvatting Vanaf het schooljaar kunnen de scholen in het basisonderwijs een eigen beleid voeren betreffende vervangingen van korte afwezigheden van personeelsleden in functie van eigen lokale noden en prioriteiten. Bij korte afwezigheden van personeelsleden in de basisscholen kan het schepencollege vervangers aanstellen. De gemeenteraad keurt het convenant goed dat het gebruik regelt van de vervangingseenheden die men hiervoor mag gebruiken. Voorgeschiedenis De gemeenteraad keurde op 3 november 2014 het convenant voor vervangingen van korte afwezigheden in het basisonderwijs tijdens de schooljaren tot en met goed. Juridische grond De wet van 19 december 1974 regelt de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel. De artikelen 2 1, 6, 7 en 8 van het decreet van 6 juli 2001 handelen over de intergemeentelijke samenwerking. Hoofdstuk VIII bis, afdeling 6 van het Decreet Basisonderwijs van 25 februari 1997 gaat over de inspraak van het personeel op niveau van de scholengemeenschap. Het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009 geeft de bepalingen weer over vervangingen van korte afwezigheden in het basisonderwijs. De ministeriële omzendbrief Pers/2005/23 van 16 november 2005 regelt de vervanging van korte afwezigheden in het basis- en secundair onderwijs. Artikel 43 van het gemeentedecreet zegt dat de gemeenteraad bevoegd is om het convenant goed te keuren. Adviezen Het beheerscomité en de representatieve vakorganisaties gaven hun akkoord op 9 maart Argumentatie De vervangingseenheden kunnen enkel aangewend worden indien ze worden samen gelegd in een samenwerkingsverband, meer bepaald:

10 - een scholengemeenschap; - een samenwerkingsplatform tussen (een) scholengemeenschap(pen) en (een) onderwijsinstelling(en) die niet beho(o)r(t)en tot een scholengemeenschap; - een samenwerkingsplatform tussen meerdere scholengemeenschappen; De vervangingseenheden worden toegekend en kunnen worden aangewend op voorwaarde dat een convenant werd afgesloten tussen de betrokken schoolbesturen en minstens één vakorganisatie. Het schoolbestuur maakt deel uit van de scholengemeenschap Scholen aan de Nete (121863). Het convenant vervangingen van korte afwezigheden voor de schooljaren tot en met moet aangepast worden in toepassing van de onderwijsreglementering o.a. de nieuwe verlofstelsels die in voege zijn sedert 2 september Het modelconvenant van OVSG diende als uitgangspunt bij het opmaken van het ontwerp dat ter goedkeuring voorligt. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Basisonderwijs actie Organiseren basisonderwijs actienummer omschrijving project Goedkeuring van het convenant vervangingen van korte afwezigheden raming kosten / raming opbrengsten / Stemming Unaniem BESLUIT Artikel 1 Artikel 2 De gemeenteraad keurt het convenant Project voor vervangingen van korte afwezigheden in het basisonderwijs goed zoals aangegeven in de bijlage bij dit raadsbesluit. Het convenant is geldig vanaf 9 maart 2018 tot einde contract scholengemeenschap (31 augustus 2020). 007 Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige verordening inzake het versterken van de woonkwaliteit. Definitieve vaststelling na schorsing. Schepen Iris De Wever licht het agendapunt toe en verklaart waarom de verordening voor de tweede maal geagendeerd wordt. Samenvatting De gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het versterken van de woonkwaliteit wordt voorgelegd aan de gemeenteraad voor definitieve vaststelling na schorsing door de deputatie. De schorsing is het gevolg van het uitbreiden van de tekst van de verordening met de term verbouwen terwijl in de ontwerptekst enkel nieuwbouw, herbouw en het opsplitsen van een woning in meerdere wooneenheden was opgenomen.

11 Voorgeschiedenis - Op 11 mei 2016 werd er een voorstel voorgelegd aan het schepencollege om principieel in te stemmen met de opmaak van een stedenbouwkundige verordening voor het versterken van de woonkwaliteit. - In samenwerking met het Kempens Woonplatform werd er vorig jaar gestart met de opmaak van een ontwerp van stedenbouwkundige verordening inzake het versterken van de woonkwaliteit. - Op 20 juni 2016 werd er een eerste overleg georganiseerd met het Kempens Woonplatform omtrent de inhoud en de aanpak tot opmaak van de stedenbouwkundige verordening. - Op 19 oktober 2016 werd er een aangepaste versie besproken met het Kempens Woonplatform. - Op 27 februari 2017 heeft het college principieel beslist om de procedure op te starten. - Op 21 maart 2017 werd het ontwerp van stedenbouwkundige verordening toegelicht aan de gecoro. - Op 22 januari 2018 heeft de gemeenteraad de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening versterken van de woonkwaliteit definitief vastgesteld. - Op 22 maart 2018 heeft de deputatie het besluit van de gemeenteraad van 22 januari 2018 waarbij de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening versterken van de woonkwaliteit geschorst met het voorstel om de term verbouwen te schrappen aangezien dit beschouwd wordt als een essentiële wijziging na het openbaar onderzoek en adviesverlening. Feiten en context - De stedenbouwkundige verordening Woonkwaliteit heeft tot doel om een duidelijk kader te bieden waaraan stedenbouwkundige projecten moeten voldoen om de woonkwaliteit te verzekeren. - Het ontwerp van stedenbouwkundige verordening werd eerst afgetoetst aan een aantal concrete projecten om op die wijze eventuele knelpunten te vinden en bij te sturen alvorens er wordt gestart met de advisering en goedkeuring van de stedenbouwkundige verordening. - Het ontwerp van stedenbouwkundige verordening werd behoudens enkele taalkundige herformuleringen op voorstel van de gecoro van 21 maart 2017 niet aangepast. Het ontwerp van stedenbouwkundige verordening werd aangevuld met de parkeernorm. Adviezen Op 25 oktober 2017 heeft de gecoro een voorwaardelijk advies uitgebracht over het ontwerp van stedenbouwkundige verordening voor het versterken van de woonkwaliteit. Op 20 december 2017 heeft het Departement Omgeving een positief advies uitgebracht over het ontwerp van stedenbouwkundige verordening voor het versterken van de woonkwaliteit. Er werd een niet-verplicht advies gevraagd aan de dienst omgevingsberoepen van de provincie Antwerpen. Op 19 december 2017 bezorgde de dienst omgevingsberoepen haar opmerkingen. Openbaar onderzoek Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 29 november 2017 tot en met 28 december 2017.

12 Het openbaar onderzoek werd aangekondigd in het Belgisch Staatsblad op 22 november 2017, op de gemeentelijke website op 20 november 2017 en in De Zondag op 26 november Er werden geen opmerkingen noch bezwaren ontvangen tijdens het openbaar onderzoek. Argumentatie - De dienst ruimtelijke ordening heeft in 2014 een richtlijn uitgewerkt die momenteel gehanteerd wordt bij voorbesprekingen met bouwheren en architecten, doch de tegenstelbaarheid en juridische afdwingbaarheid wordt soms betwist. Door deze richtlijn uit te werken als stedenbouwkundige verordening kan hierover geen betwisting meer bestaan. - De opmaak van de stedenbouwkundige verordening inzake het versterken van de woonkwaliteit kadert binnen het uitwerken van een actief huisvestingsbeleid zoals dit is opgenomen in de beleidsnota De stedenbouwkundige verordening woonkwaliteit vormt de basis om een gezonde sociale mix te verwezenlijken in het woonaanbod en te voorzien in voldoende kwaliteit in deze woningen. Het doel van de nieuwe verordening woonkwaliteit is om een bepaalde basiskwaliteit voor wonen vast te leggen, waaraan architecten en projectontwikkelaars zich dienen te houden. De stedenbouwkundige verordening gaat uit van een aantal basisprincipes omtrent minimale oppervlaktes en plafondhoogtes van elke woonentiteit evenals een minimaal aantal aanwezige functies per woonentiteit (wc, keuken, leefruimte, berging, ), minimale raamoppervlaktes voor daglicht enz. De verordening gaat op deze manier pure opbrengstarchitectuur en te kleine appartementen met daaraan verbonden leefbaarheidsproblemen tegen. De verordening schept duidelijkheid naar zowel bestuur als private ontwikkelaars en architecten voor wat betreft de minimale woonkwaliteit waaraan voldaan moet worden. - Het ontwerp van stedenbouwkundige verordening werd uitvoerig getest op voorontwerpen en stedenbouwkundige aanvragen die lopende zijn. Er kan geconcludeerd worden dat de meeste aanvragen in overeenstemming waren met het ontwerp van stedenbouwkundige verordening. - De opmerkingen uit de adviezen werden verwerkt in het ontwerp van stedenbouwkundige verordening; ook het college bracht nog enkele verduidelijkingen aan. Deze opmerkingen en aanpassen werden beschouwd als zijnde geen essentiële wijzigingen. - De deputatie heeft op 22 maart 2018 de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening versterken van de woonkwaliteit definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 januari 2018 geschorst omdat de deputatie geoordeeld heeft dat na het openbaar onderzoek en de adviesverlening er nog een substantiële wijziging werd aangebracht door de tekst uit te breiden met de term verbouwen in artikel 4 en artikel 8. Het toevoegen van deze term verbouwen zou tot gevolg kunnen hebben dat een minimale binnen- en buitenruimte verplicht is om een vergunning voor het verbouwen van een bestaande woning te kunnen bekomen, wat niet steeds mogelijk is en derhalve kennelijk onredelijk voorkomt. De uitbreiding van de verordening met de term verbouwen werd niet onderworpen aan een openbaar onderzoek en adviesverlening waardoor deze formaliteiten worden miskend en een substantiële vormvereiste niet werd nageleefd. De term verbouwen werd in artikel 4 en artikel 8 van de verordening terug geschrapt, zodat de tekst geen essentiële wijzigingen meer bevat na het openbaar onderzoek en de adviesverlening zodat er toepassing kan worden gemaakt van de administratieve lus.

13 Juridische grond Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening artikel Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Vergunningenbeleid actie Stedenbouwkundige vergunningen actienummer omschrijving project Stedenbouwkundige verordening woonkwaliteit raming kosten Geen raming opbrengsten Geen Stemming Unaniem BESLUIT Artikel 1 De gemeenteraad besluit de stedenbouwkundige verordening inzake het versterken van de woonkwaliteit definitief vast te stellen. De verordening wordt samen met het gemeenteraadsbesluit en het volledige advies van de gecoro onmiddellijk aan de deputatie toegezonden. Bijlage Stedenbouwkundige verordening inzake het versterken van de woonkwaliteit. STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING INZAKE HET VERSTERKEN VAN DE WOONKWALITEIT De verduidelijking behoort niet tot de vastgestelde verordening en heeft als dusdanig geen rechtskracht Deze stedenbouwkundige verordening inzake het versterken van de woonkwaliteit heeft geen betrekking op de opdeling van woningen die in het verleden vergund werden, dan wel wordt vermoed vergund te zijn op het ogenblik van inwerkingtreding van deze verordening. TITEL 1: ALGEMENE BEPALINGEN Verordenend gedeelte Artikel 1: Definities Voor de toepassing van deze stedenbouwkundige verordening wordt verstaan onder: 1 Woning Elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande; 2 Meergezinswoning Elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van twee of meerdere gezinnen of alleenstaanden. Hieronder worden ook appartementen en flats begrepen.

14 3 Kamer Woning waarin één of meer van de volgende voorzieningen ontbreken: WC, bad of douche, kookgelegenheid, en waarvan de bewoners voor deze voorzieningen afhankelijk zijn van de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt. 4 Verbouwen Aanpassingswerken doorvoeren binnen het bestaande bouwvolume van een constructie waarvan de buitenmuren voor ten minste 60 % behouden worden; 5 Herbouwen Een constructie volledig afbreken, of méér dan 40 % van de buitenmuren van een constructie afbreken, en binnen het bestaande bouwvolume van de geheel of gedeeltelijk afgebroken constructie een nieuwe constructie bouwen; 6 Nieuwbouw Als nieuwbouw wordt beschouwd een volledig nieuw op te richten woning. 7 Buitenruimte De oppervlakte van het gedeelte van het perceel dat niet wordt ingenomen door bebouwing. Toegankelijke terrassen op verdiepingen en / of toegankelijke terrassen op platte daken zijn eveneens in de buitenruimte opgenomen. 8 Netto vloeroppervlakte van de woning Som van de netto vloeroppervlakte van de verschillende ruimtes die deel uitmaken van de woning, met uitzondering van daken en terrassen. De netto vloeroppervlakte van een ruimte wordt berekend door de oppervlakte te berekenen van die ruimte tussen de afgewerkte binnenzijden. Bij ruimtes met een plafondhoogte lager dan 180 cm wordt het deel met een plafondhoogte lager dan 180 cm niet opgenomen in de berekening van de netto vloeroppervlakte van de woning. De netto-vloeroppervlakte wordt berekend exclusief: kelder- en/of tuinbergingen, terrassen, gemeenschappelijke delen, buiten- en/of binnenmuren, (leidingen-)kokers. 9 Fietsstalplaats een open of overdekte ruimte die voldoende groot en uitgerust is (bv. met klemmen, rekken, een steunmuur) voor het stallen van één fiets. 10 Parkeerplaats een ruimte waar één auto kan worden geparkeerd, meer bepaald een gesloten garage, een staanplaats in een gesloten ruimte of in open lucht daartoe speciaal aangelegd en uitgerust. Verduidelijking Woning: er wordt enkel een onderscheid gemaakt tussen woningen en kamers. Studio s, appartementen en ééngezinswoningen worden alle beschouwd als woningen. Enkel indien de bewoners aangewezen zijn op 1 of meerdere gemeenschappelijke voorzieningen (WC, bad, douche, keuken), wordt de entiteit als een kamer bekeken. Hiervoor is de Vlaamse Wooncode

15 van toepassing en niet deze verordening. De gemeenschappelijke delen van een gebouw (bv. lift, trappenhal, gemeenschappelijke hal) maken deel uit van het gebouw en dus niet van de individuele woning. Deze mogen dus niet bij de netto vloeroppervlakte van de woning gerekend worden. TITEL 2: WOONKWALITEITSNORMEN Verordenend gedeelte Artikel 2: Toepassingsgebied Deze stedenbouwkundige verordening is van toepassing op elke woning en meergezinswoning gelegen op het grondgebied van de gemeente Westerlo. De verordening zal dienen bij de beoordeling van aanvragen voor het bekomen van een omgevingsvergunning voor de nieuwbouw van een woning, het opsplitsen van een woning in 2 of meerdere woningen en elke wijziging van een hoofdfunctie naar die van wonen. Bij aanvragen voor het verbouwen, herbouwen en uitbreiden van een woning zijn de bepalingen van de verordening enkel van toepassing op het onderwerp van de aanvraag. Worden uitgezonderd van het toepassingsgebied: omgevingsaanvragen voor het bouwen, verbouwen, herbouwen en/of uitbreiden van hotel- of pensionkamers, alsmede de kamers, slaapzalen of cellen die deel uitmaken van gebouwen die worden aangewend als collectieve verblijfplaats zoals de tehuizen voor bejaarden, de verpleeginrichtingen, de kazernes, de internaten, de kloosters, de opvangcentra, de gevangenissen. Ook de aanvragen van sociale huisvestingsmaatschappijen worden vrijgesteld aangezien de sociale huisvestingsmaatschappijen reeds gebonden zijn aan de kwaliteitsnormen van de VMSW. Tenslotte worden ook de aanvragen voor assistentiewoningen in de zin van erkende assistentiewoningen conform de artikelen van het woonzorgdecreet vrijgesteld. Aanvragen voor woningen die beschermd zijn als monument, stads- of dorpsgezicht of opgenomen zijn in de inventaris bouwkundig erfgoed worden vrijgesteld van artikel 5 en 6 indien de historische structuur van de woning niet strookt met de bepalingen uit de verordening. Verduidelijking Er wordt een onderscheid gemaakt tussen nieuwbouw, opsplitsen van een woning en wijziging van hoofdfunctie naar die van wonen enerzijds en verbouwen, uitbreiden en herbouwen anderzijds. Dit om te vermijden dat wie een aanvraag doet voor een bestaande woning waarvan één of meerdere bepalingen van onderhavige verordening niet van toepassing zijn geen omgevingsvergunning zou krijgen. Wie bv. een slaapkamer heeft met onvoldoende verlichting, maar een omgevingsaanvraag doet voor het uitbreiden van zijn keuken, kan dan toch een omgevingsvergunning verkrijgen. Verordenend gedeelte Artikel 3: Ruimten Elke woning moet minstens beschikken over: een leefruimte (zit- en eetruimte) en een kookruimte; al dan niet in één ruimte geïntegreerd.

16 een slaapruimte(n); een bergruimte (van minimum 5 m²;) een badkamer, minimaal bestaande uit lavabo en douche en / of bad (voorzien van stromend koud en warm water); een toilet met waterspoeling (al dan niet geïntegreerd in de badkamer); een buitenruimte. Verduidelijking Alle ruimten, behoudens de buitenruimte in de vorm van een terras of tuin, moeten zich in de woning bevinden. Een tuin- of kelderberging telt dus niet mee als berging. Verordenend gedeelte Artikel 4: Oppervlaktenormen WONING Bij de nieuwbouw van meergezinswoningen, herbouwen en het opsplitsen van een woning in 2 of meerdere woningen moet de gemiddelde netto-vloeroppervlakte van alle woningen minstens 85 m² bedragen. De minimale netto-vloeroppervlakte per woning bedraagt minimaal 60 m². De minimale netto-vloeroppervlakte van een bergruimte in de woning bedraagt 5 m². De netto-vloeroppervlakte wordt berekend exclusief: kelder- en/of tuinbergingen, terrassen, gemeenschappelijke delen, buiten- en/of binnenmuren, (leidingen-)kokers. BUITENRUIMTE Elke woning moet beschikken over een private bruikbare buitenruimte met een minimum oppervlakte van 12m². De vrije breedte van deze buitenruimte moet minimaal 2.50 m zijn, exclusief dakrand van een dakterras. Bij woningen die de leefruimte op de gelijkvloerse verdieping hebben, moet de privatieve bruikbare buitenruimte minstens 40 m² bedragen, waarbij de vrije breedte minimaal 6 m is. FIETSENSTALLING Een fietsstalplaats moet gemakkelijk toegankelijk zijn vanaf de openbare weg en moet tenminste 0,7m breed, 1,75 m lang en 1,25 m hoog zijn. Verduidelijking In een gebouw met een netto-vloeroppervlakte van 340 m² (exclusief gemeenschappelijke delen) mogen dus maximum 4 woningen gerealiseerd worden. Dit betekent niet dat elke woning in het gebouw moet beschikken over een netto-vloeroppervlakte van 85 m². Een woning met een nettovloeroppervlakte van 75 m² moet bv. gecompenseerd worden door een woning met een nettovloeroppervlakte van 95 m². Verordenend gedeelte Artikel 5: Plafondhoogtes Bij nieuwbouw, herbouwen, het opsplitsen van een woning in 2 of meerdere woningen en elke wijziging van een hoofdfunctie naar die van wonen gelden volgende minimale plafondhoogtes:

17 Minimum 2,50 m voor de leefruimte (zit- en eetruimte) en de kookruimte; Minimum 2,40 m voor alle overige ruimtes. Maximum 1/3de van een ruimte mag lager zijn dan de voor die ruimte geldende hoogte. De oppervlakte onder een hellend dak wordt niet meegerekend indien de vrije hoogte lager is dan 1.80m. Verduidelijking Door het toelaten dat 1/3 de van een ruimte lager mag zijn dan de voor die ruimte geldende hoogte, wordt er mogelijk gemaakt dat er bv. slaapkamers onder een hellend dak voorzien worden. Kelders moeten niet voldoen aan de minimale plafondhoogtes omdat zij niet als woonruimte worden beschouwd. Ook zolders die niet worden ingericht voor bewoning moeten niet voldoen aan de minimale plafondhoogte. Verordenend gedeelte Artikel 6: Daglichtnorm Iedere woning moet over voldoende verlichtings- en verluchtingsmogelijkheden beschikken. De leefruimte (zit- en eetruimte), keuken en slaapruimte(n) moeten daglicht ontvangen door tenminste één (dak)venster, met volgende minimumoppervlakte (= oppervlakte glas inclusief de strikt noodzakelijke kader): - Voor de leefruimte (zit- en eetruimte) en keuken: minimum 1/8 ste van de vloeroppervlakte aan raamopening; - Voor de slaapruimte(n): minimum 1/12 de van de vloeroppervlakte aan raamopening. Verduidelijking Beglaasde buitendeuren worden als ramen gerekend. De oppervlakte wordt berekend als de oppervlakte van het glas met de strikt noodzakelijke kader. Het deels opvullen van de kader met panelen in aluminium of hout worden niet mee in rekening genomen. Aandachtspunten: - Bovenzijde raamopening 210cm t.o.v. afgewerkt vloerniveau (diepe lichtinval en reflectie langsheen plafond) - Aanzethoogte van ramen in kinderslaapkamers en bejaardenwoningen 100cm t.o.v. afgewerkt vloerniveau (zittend naar buiten kijken) Aanzethoogte van dakvlakramen 100cm Verordenend gedeelte Artikel 7: Zichten relatie buitenruimte Bij nieuwbouw, herbouwen, het opsplitsen van een woning in 2 of meerdere woningen en elke wijziging van een hoofdfunctie naar die van wonen moet er vanuit de leefruimte voldoende zicht naar de woonomgeving zijn. Hiervoor dient er in de leefruimte minimum 1 m² raamoppervlakte te zijn, waarvan de onderzijde zich op ten hoogste 110 cm van de vloer bevindt.

18 Verduidelijking / Verordenend gedeelte Artikel 8: Normen voor buitenruimte Bij nieuwbouw, herbouwen of het opsplitsen van een woning in 2 of meerdere woningen en elke wijziging van een hoofdfunctie naar die van wonen moet elke woning beschikken over een private bruikbare buitenruimte met een minimum oppervlakte van 12m². De vrije breedte van deze buitenruimte moet minimaal 2.50 m zijn, exclusief dakrand van een dakterras. Bij woningen die de leefruimte op de gelijkvloerse verdieping hebben, moet de privatieve bruikbare buitenruimte minstens 40 m² bedragen, waarbij de vrije breedte minimaal 6 m is. De buitenruimte moet vlot bereikbaar zijn vanuit de woning. Bij nieuwbouw, het opsplitsen van een woning in 2 of meerdere woningen en elke wijziging van een hoofdfunctie naar die van wonen moet de private buitenruimte aansluiten bij de leefruimte. Bij meergezinswoningen mag de buitenruimte ook gedeeltelijk collectief zijn op voorwaarde dat: - de collectieve buitenruimte voor alle bewoners toegankelijk is vanuit de eigen woning of een gemeenschappelijke ruimte; - de collectieve buitenruimte niet toegankelijk is voor auto s. - evenwel dient elke woning in een meergezinswoning te beschikken over een private buitenruimte, die vlot bereikbaar is vanuit de woning. - de oppervlakte van de buitenruimte (privaat + collectief) bedraagt minimum 12m². Buitenruimten voorzien op de verdieping dienen de goede bezonning en privacy van de aanpalende bewoners te respecteren. Verduidelijking Private buitenruimte moet aansluiten bij de leefruimte om te vermijden dat men bv. via een slaapkamer naar het terras moet. De private buitenruimte/terras mag voorzien worden in open lucht of deels of volledig inpandig in het bouwblok en dus deels of volledig overdekt. Verordenend gedeelte Artikel 9: Parkeerplaatsen Bij nieuwbouw en herbouwen van een meergezinswoning, het opsplitsen van een woning in 2 of meerdere woningen en elke wijziging van een hoofdfunctie naar die van wonen moeten er per woongelegenheid minstens 1,5 parkeerplaats worden voorzien. Bij kommagetallen moet er worden afgerond naar de hogere eenheid. Bij grondgebonden ééngezinswoningen moet er per woning 1 parkeerplaats worden voorzien. Wanneer het parkeren individueel georganiseerd wordt bij elke woning, dient het aantal parkeerplaatsen per wooneenheid apart berekend te worden. Wanneer het parkeren collectief wordt georganiseerd, dient het aantal parkeerplaatsen globaal berekend te worden op het totale aantal wooneenheden. Bij kommagetallen moet er afgerond worden naar een hogere eenheid. Vanaf meergezinswoningen met 6 woongelegenheden dient het parkeren ondergronds te

19 gebeuren. Evenwel mag maximum 1/3 de van de parkeerplaatsen bovengronds worden voorzien. Bij technische onmogelijkheid om ondergronds te gaan, dat moet blijken uit een bijgevoegde motivatienota (stabiliteitsstudie of watertoets of.), vervalt de verplichting om de parkeerplaatsen deels of volledig ondergronds te voorzien. In voorkomend geval kunnen alle opgelegde parkeerplaatsen bovengronds voorzien worden. Het aanleggen van bovengrondse parkeerplaatsen kan enkel op voorwaarde dat er nog voldoende groenaanleg op het perceel wordt voorzien. De vergunningverlenende overheid kan de aanvraag weigeren wanneer het om redenen van goede plaatselijke ordening niet wenselijk is de geplande parkeerplaats te voorzien. De parkeerplaatsen en fietsstalplaatsen moeten voorzien worden hetzij op het bouwperceel zelf waarop het hoofdgebouw zal komen, hetzij op een aanpalend perceel, binnen een omtrek van 100m te rekenen van de omtrek van het bouwperceel op voorwaarde dat hiervoor geen bouwplaats moet opgeofferd worden. Een parkeerplaats moet minstens 2,5 meter breed en 5 meter lang zijn. Verduidelijking / Verordenend gedeelte Artikel 10: Fietsstalplaats Bij nieuwbouw en herbouwen van een woning, het opsplitsen van een woning in 2 of meerdere woningen en elke wijziging van een hoofdfunctie naar die van wonen moeten er per woning minimum 2 fietsstalplaatsen worden voorzien. Een fietsstalplaats moet gemakkelijk toegankelijk zijn vanaf de openbare weg en moet tenminste 0,7m breed, 1,75 m lang en 1,25 m hoog zijn.

20 De fietsstalplaatsen moeten voorzien worden hetzij op het bouwperceel zelf waarop het hoofdgebouw zal komen, hetzij op een aanpalend perceel, binnen een omtrek van 100m te rekenen van de omtrek van het bouwperceel op voorwaarde dat hiervoor geen bouwplaats moet opgeofferd worden. Verduidelijking Gemakkelijk toegankelijk houdt bv. in dat er maximum 3 traptreden overbrugd moeten worden met de fiets. Verordenend gedeelte Artikel 11: Afwijkingsmogelijkheden De vergunningverlenende overheid kan afwijkingen toestaan op de bepalingen van deze verordening. De afwijking kan worden toegestaan omwille van: - De specifieke kenmerken van site, gebouw of programma (vb. waardevolle gebouwen, markante gebouwen en beeldbepalende gebouwen) - de opname van een pand op de Inventaris van het Bouwkundige Erfgoed (indien de afwijking het behoud van de erfgoedwaarde ten goede komt) - een innovatieve oplossing waarbij de beoogde kwaliteiten die spreken uit de geest van de verordening worden bereikt op een wijze die afwijkt van de courante bouwwijze De afwijking moet een verbetering betekenen, niet alleen voor het gebouw waarop de aanvraag betrekking heeft, maar ook voor de ruimere omgeving. Afwijkingen inzake parkeerplaatsen en fietsstalplaatsen: Indien uit de omgevingsaanvraag blijkt dat het technisch onmogelijk is om aan artikel 9 en/of 10 van de verordening te voldoen, kan er worden afgeweken van de bepalingen hieromtrent. Indien de bevoegde omgevingsambtenaar aan de vergunningverlenende overheid voorstelt een vergunning te verlenen voor werken die afwijken volgens de bepalingen hierboven vermeld, dan wordt dit in het verslag uitdrukkelijk vermeld en worden de redenen voor de afwijking omschreven. Indien de vergunningverlenende overheid beslist een vergunning te verlenen voor werken die afwijken volgens de bepalingen hierboven vermeld, dan wordt dit in de vergunningsbeslissing uitdrukkelijk vermeld en worden de redenen voor de afwijking omschreven. Verduidelijking De verordening heeft een groot toepassingsgebied en bevat dus voornamelijk algemeen toepasbare regels waarin abstractie wordt gemaakt van zeer specifieke regelgeving. Evenmin kunnen deze regels rekening houden met uitzonderlijke situaties zoals een uitzonderlijk gevormd perceel, moeilijk op te lossen hoeksituaties, weinig courant voorkomende omgevingskarakteristieken, etc. Bovendien zijn ze opgemaakt met oog op de doorsnee woonprogramma s en kan het nuttig zijn om voor specifieke woonprogramma s andere voorwaarden te hanteren. De aanvrager dient hiertoe een gemotiveerd verzoek in bij de vergunningverlenende overheid. Een afwijking kan echter niet toegestaan worden om een programma en/of een vloeroppervlakte te realiseren, waardoor de ruimtelijke draagkracht van de omgeving overschreden wordt.

21 De technische onmogelijkheid om geen of onvoldoende parkeerplaatsen en/of fietsstalplaatsen te voorzien moet blijken uit een gegronde motiveringsnota. Indien de parkeerplaatsen en fietsstalplaatsen volgens deze verordening niet voorzien worden, is het gemeentelijk belastingreglement inzake compensatoire vergoeding van toepassing. Indien een aanvraag tot het bekomen van een omgevingsvergunning afwijkt van één of meerdere bepalingen van deze verordening, moet de vergunningsaanvraag vergezeld gaan van een uitdrukkelijke aanvraag in de vorm een motiveringsnota of voldoen aan de bepalingen van artikel VCRO. De motiveringsnota moet duidelijkheid geven over de gewenste afwijking(en) van het project ten opzichte van de verordening. De motiveringsnota beschrijft de motieven die aanleiding geven tot de vraag tot afwijking. Ze beschrijft de te verwachten impact van deze afwijkingen op de kwaliteiten die door de verordening worden beoogd voor project en omgeving, waarbij minimaal volgende elementen worden beschreven: - een opsomming van de bepalingen van de algemene bouwverordening waarvan wordt afgeweken - de aard en omvang van alle afwijkingen - een duidelijke en expliciete motivering voor de afwijkingen. Deze motivering omvat minstens: waarom er niet aan de betreffende bepaling(en) wordt voldaan dat de afwijking(en), zowel voor het gebouw als voor de ruimere omgeving, een verbetering en/of meerwaarde betekent dat de geest van de verordening wordt bereikt, dat de achterliggende logica en doelstelling van de betreffende voorschriften gerespecteerd wordt. Met dergelijke mogelijkheid tot afwijken mag echter niet lichtzinnig worden omgegaan om te vermijden dat de afwijking de regel wordt. De beslissing tot afwijking wordt daarom uitdrukkelijk gemotiveerd in de adviezen van de omgevingsambtenaar aan de vergunningverlenende overheid en desgevallend door de vergunningverlenende overheid. Op deze wijze wordt de manier waarop met de afwijkingsmogelijkheden wordt omgegaan openbaar gemaakt. Een voorbeeld-motiveringsnota is opgenomen achteraan deze verordening. TITEL 3: SLOTBEPALINGEN Definitief vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad van ***** op *********. Goedgekeurd door de Deputatie van de provincie Antwerpen op **********. Gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op **********. TITEL 4: VOORBEELD MOTIVERINGSNOTA voor AFWIJKING van de STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING INZAKE HET VERSTERKEN VAN DE WOONKWALITEIT Gegevens eigenaar/bouwheer: Gegevens architect:

22 PERCEEL / PERCELEN DIE ONDERWERP VORMEN VAN DE AANVRAAG Ligging: Kadastrale gegevens: Korte beschrijving van de ruimtelijke context: BESCHRIJVING VAN PROJECT Nieuwbouw / verbouwing: Beschrijving van ruimten en oppervlaktes van de verschillende programmaonderdelen: Ruimtelijke opzet: - stedenbouwkundige concept: - architecturaal concept: Beschrijving ruimtelijke, functionele en landschappelijke inpassing van het project: Beschrijving impact van het project op de omgeving (privacy/inkijk, bezonning, geluidshinder, etc.): AFWIJKING VAN DE STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING INZAKE HET VERSTERKEN VAN DE WOONKWALITEIT Afwijking 1: De algemene bouwverordening waarvan wordt afgeweken: Aanduiding van mate van afwijking t.o.v. bepaling waarvan wordt afgeweken: Motivering van noodzaak tot afwijking t.o.v. de bepaling waarvan wordt afgeweken: - vanuit de specifieke kenmerken van site, gebouw of programma: - vanuit de opname van een pand op de Inventaris van het Bouwkundige Erfgoed (indien de afwijking het behoud van de erfgoedwaarde ten goede komt): - vanuit een innovatieve oplossing waarbij de beoogde kwaliteiten die spreken uit de geest van de verordening worden bereikt op een wijze die afwijkt van de courante bouwwijze: Motivering van verbetering door afwijking t.o.v. de bepaling waarvan wordt afgeweken: - voor het project zelf: - voor de ruimere omgeving: Aanduiding van behoud van achterliggende doelstelling t.o.v. de bepaling waarvan wordt afgeweken: Afwijking 2: idem als hierboven. Etc. Aansluitend behandelt de gemeenteraad het agendapunt 16, in aanwezigheid van kolonel Koen Bollen, zonecommandant en luitenant Eddy Peeters, postoverste Westerlo.