O10. Innovatieve opsporingstechnieken ondergrondse infrastructuur

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "O10. Innovatieve opsporingstechnieken ondergrondse infrastructuur"

Transcriptie

1 tussenrapport O O10 Innovatieve opsporingstechnieken ondergrondse infrastructuur Fase 1: Inventariseren en analyseren van technieken en het opstellen van een programma van eisen COB-137 omslag_tussenrapporto10_wt.indd :26:36

2 Tussenrapport O Innovatieve opsporingstechnieken ondergrondse infrastructuur COB O10 FASE 1: Inventariseren en analyseren van technieken en het opstellen van een programma van eisen.

3 Het onderzoek is begeleid en/of uitgevoerd door Uitvoeringscommissie O10 Organisatie Naam ProRail De heer ing. E-J. Achterhuis (Ernest-Jan) Arcadis De heer ing. K.A. Meinen (Karel) Grontmij De heer ing. D.J. de Bijl (Dick) Kiwa gastec De heer ir. P.P. van Norden (Paul) De heer ir. D. Oesterholt (Dave) COB De heer drs. A.W.M. Kamphuis (Anne) De heer ing. R.A. van Ravesteijn (Richard) Financiers ProRail Rijkswaterstaat Arcadis Grontmij Kiwa gastec

4 Samenvatting Omdat veel schade aan kabels en leidingen ontstaat bij het uitvoeren van graafwerkzaamheden en de maatschappelijke ontwikkeling gestart is om de ondergrond beter te ordenen, ontstaat een steeds grotere behoefte om de ondergrondse infrastructuur beter in kaart te brengen. Vanuit de ordeningsvraag en het maatschappelijke perspectief heeft het platform kabels en leidingen van het COB de ambitie uitgesproken een objectieve praktijkproef (in het vervolg aangeduid als consumententest) van innovatieve detectietechnieken te willen opstellen. Om deze ambitie te verwezenlijken is gestart met het project Innovatieve opsporingstechnieken ondergrondse Infrastructuur COB O10. Ter voorbereiding van een praktijkproef is inzicht vereist in de bestaande technieken en aanbieders van opsporingstechnieken. Het project bestaat daarom uit twee fasen: Eerste fase: Inventariseren en analyseren van technieken en het opstellen van een programma van eisen. Tweede fase: uitwerking en houden van de consumententest. In dit rapport worden de resultaten van de eerste fase van het project gepresenteerd. De mogelijkheden van beschikbare technieken zijn onderzocht aan de hand van recente en lopende onderzoeken uitgevoerd door TNO, GIGA, ORFEUS, KIWA en KLO. Uit deze onderzoeken kan geconcludeerd worden dat grondradar en radiodetectie de meest gebruikte en meest geschikte innovatieve technieken zijn. TNO ziet ook mogelijkheden voor grondsonar en de Ground-Tracer. Deze laatste maakt gebruik van een techniek (detectie van vrij potentiaal) die door geen enkele andere fabrikant gebruikt wordt. Op basis van kennis en ervaring van deskundigen die aan dit onderzoek hebben meegewerkt zijn de mogelijkheden van de diverse technieken zoals indringdiepte, onderscheidend vermogen, gebruiksgemak etc. samengevat 3

5 in een matrix. De matrix geeft in één oogopslag de mogelijkheden en beperkingen van de technieken, en is daardoor een goed keuze-hulpmiddel voor een ieder die detectietechnieken wil gaan inzetten. Om de keuze voor een techniek verder te vereenvoudigen zijn voor een aantal toepassingen, zoals de grondroerder die gaat graven in een stuk land of de netbeheerder die exact wil weten waar zijn leidingen liggen, een aantal keuzemogelijkheden uitgewerkt. Ook dit kan dienen als een praktisch keuzehulpmiddel. Fabrikanten van detectiesystemen proberen het onderscheidend vermogen te verbeteren door nieuwe antennesystemen en betere en makkelijker te bedienen software. ORFEUS streeft er naar een grondradar te ontwikkelen die een factor 1,5 beter is dan de huidige grondradarsystemen. Uit gesprekken met gebruikers van grondradar en radiodetectie blijkt dat, net als bij het graven van proefsleuven, 100% detectie met een methode niet mogelijk is. In de praktijk wordt gebruik gemaakt van een combinatie van technieken en methoden om met grote zekerheid leidingen te detecteren, namelijk een combinatie van grondradar, radiodetectie, proefsleuven graven, deksels lichten, prikstokken en voorkennis van de ondergrondse infrastructuur. De detectie- en meetsnelheid hangen sterk af van de complexiteit van het leidingstelsel en de traceerbaarheid (diepte, diameter, materiaalsoort) van de leidingen. Gebruikers geven ook aan dat, geheel in lijn met het graven van proefsleuven, de deskundigheid en ervaring van de gebruiker invloed heeft op de betrouwbaarheid en snelheid waarmee resultaten verkregen kunnen worden. Naarmate er meer tijd beschikbaar is voor een meting zal de nauwkeurigheid omhoog gaan. Ook de deskundigheid van de gebruiker en zijn manier van aanpak is van grote invloed op het uiteindelijke resultaat. Hieruit blijkt dat voor een realistisch beeld van de detectietechnieken deze technieken altijd in combinatie met de aanpak van ervaren gebruikers en de beschikbare tijd gezien moeten worden. Omdat voorgaande onderzoeken zich voornamelijk op de technieken hebben gericht, blijkt hieruit de noodzaak om een test uit te gaan voeren waarin ook de aspecten deskundigheid en tijd worden meegenomen. In een zogenaamde consumententest kunnen aanbieders van ondergrondse detectietechnieken demonstreren wat zij kunnen opsporen met de hun beschikbare technieken. Door niet primair naar technieken te kijken maar naar de uitvoerders wordt een zo realistisch mogelijk beeld verkregen van de mogelijkheden en beperkingen van deze technieken in de praktijk. De ervaringen die tijdens de consumententest worden opgedaan kunnen in de toekomst gebruikt worden om te beoordelen of certificatie van aanbieders mogelijk is. De consumententest is in dit rapport in hoofdlijnen uitgewerkt. Het is de ambitie van het COB dat deze test uitgevoerd gaat worden. 4

6 Samenvatting conclusies: De belangstelling en vraag naar detectietechnieken is groot. Reeds verrichte onderzoeken geven en goed beeld van de mogelijkheden van de diverse technieken, zoals grondradar en radiodetectie. Verbeteringen van de technieken zijn mogelijk. Hieraan wordt hard gewerkt door de fabrikanten en onderzoeksprojecten zoals ORFEUS. Mits deskundig toegepast is het al mogelijk om innovatieve technieken succesvol toe te passen. In de meeste gevallen zal voor een goed resultaat een combinatie van technieken ingezet dienen te worden. Het resultaat wordt mede bepaald door de deskundigheid van de gebruiker, zijn plan van aanpak en de beschikbare tijd. Hieruit volgt de noodzaak van een consumententest waarin niet primair technieken met elkaar vergeleken worden maar waarin uitvoerders demonstreren welke objecten zij met hun ondergrondse technieken kunnen detecteren en hoe zij de resultaten kunnen vastleggen. 5

7 Inhoud Samenvatting 3 Inhoud 6 1 Projectomschrijving Maatschappelijk context project Opdracht project Opbouw van het rapport 11 2 Wensen van de vragende partijen Doel van de enquete Beschrijving enqueteformulier Resultaten van de enquete Welke branche vertegenwoordigt u? Hoeveel mag het gereedschap kosten Hoe snel moet het gereedschap op de markt zijn? Hoe kan het gereedschap gebruikt worden? Technische eisen Wat is de gewenste range (diepte)? Hoe snel moeten de resultaten beschikbaar zijn? Welke afmetingen moet het detecteren? Welke materialen moet het detecteren Andere technische eisen Hoe zwaar mag het gereedschap worden? Wie gaat het gereedschap gebruiken? Hoe moeten de resultaten uitgedrukt worden Zijn er nog andere operationele eisen? 14 3 Resultaten uitgevoerde onderzoeken Inleiding Samenvatting uitgevoerde onderzoeken Conclusies uitgevoerde onderzoeken 15 6

8 4 Vergelijking technieken Mogelijkheden/Methoden Vernieuwingen bij grondradar en radiodetectie Wat is de Matrix Detecteerbaarheid en nauwkeuringheid Vastlegging en Registratie Invloed van externe omstandigheden Logistiek en tijd Overzicht van uitvoerders Gesprekken met uitvoerders De noodzaak van een consumententest 24 5 Wensen vergeleken met innovatieve technieken Inleiding Resultaten enquête versus de matrix van mogelijkheden Samenvattende tabel met veelvoorkomende situaties Conclusie 30 6 Consumententest Inleiding Resultaten consumententest De vraag bepaalt de competentie Criteria vragende partij Verschillende competentieniveau s Doel van de consumententest Voorstel uitwerking en beoordeling consumententest Organisatiecheck Kennis en ervaring bij data-inwinning Kennis en ervaring bij data-verwerking Voorbereidingen van de consumententest Voorbereidingen voor het beoordelen van de organisatie Voorbereidingen voor het beoordelen van de data-inwinning Voorbereidingen van de locatie voor de veldproef Voorbereidingen van het testprogramma Voorbereidingen voor het beoordelen van de data-verwerking Kosten Voorstel beoordelingssystematiek Samenvatting belang van consumententest 40 7

9 7 Literatuurlijst 41 I Enquête 42 II Samenvatting van onderzoek naar ondergrondse detectiemethoden 45 III Grondradarsystemen 51 IV IDS 55 V Radiodetectie 57 VI Matrix aspecten nader bekeken 61 VII Uitvoerders van detectietechnieken 71 VIII Ervaringen van uitvoerders 73 IX Presentatie KLO 78 X Balanced Scorecard 86 XI Definities 87 8

10 9

11 1 Projectomschrijving In dit hoofdstuk wordt de noodzaak en aanpak van het onderzoek beschreven. 1.1 Maatschappelijk context project In Nederland ligt circa 1,7 miljoen km aan kabels en leidingen. Van een groot gedeelte is de ligging bekend of met een bepaalde bandbreedte. Maar er zijn ook veel kabels en leidingen waarvan de ligging niet bekend is. Omdat veel schade aan kabels en leidingen ontstaat bij het uitvoeren van graafwerkzaamheden en de maatschappelijke ontwikkeling gestart is om ondergrond beter te ordenen, ontstaat een steeds grotere behoefte om de ondergrondse infrastructuur beter in kaart te brengen. Zo is het ministerie van Economische Zaken bezig met de invoering van de wet informatieuitwisseling ondergrondse netten (WION). Deze wet heeft tot doel graafschade aan kabels en leidingen te voorkomen door een betere informatie-uitwisseling betreffende de ligging van netten. De nauwkeurigheid waarin informatie-uitwisseling van kabels en leidingen plaats zal moeten vinden in het kader van deze aankomende wetgeving is 1 meter. Ook bij het uitvoeren van werken hebben verschillende partijen behoefte aan goede informatie van wat al dan niet verborgen in de grond aanwezig is. Planontwikkelaars hebben in een vroegtijdig stadium behoefte aan goede informatie om zo tijdens de ontwikkeling- en uitvoeringsfase verrassingen te voorkomen. Netwerkbeheerders hebben behoefte aan goede informatie om zo hun netwerk goed te kunnen beheren en onderhouden en derden te kunnen voorzien van juiste informatie. Uitvoerende partijen hebben behoefte aan goede informatie om risico s te verminderen. Maar ook de eigenaren van de ondergrond, veelal de gemeenten, willen in het kader van een goede boven- en ondergrondse ordening weten waar welke kabels en leidingen liggen en welke ruimte nog beschikbaar is voor toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. Om inzicht te krijgen in de ligging van kabels en leidingen in de ondergrond zijn er meerdere technieken. Van oudsher worden proefsleuven gegraven, alleen geeft deze techniek een lokaal beeld en is doorgaans belastend voor de samenleving. Tegenwoordig zijn er innovatieve non-destructieve methoden. Deze laatste groep is nog niet geheel ingeburgerd bij partijen die belang hebben in de juiste ligginggegevens van kabels en leidingen. De maatschappelijke trend waarbij een afname van de maatschappelijke acceptatie van overlast en hinder in combinatie met de toegenomen behoefte aan mobiliteit en bereikbaarheid zorgt voor een extra impuls om innovatieve technieken te gebruiken. 10

12 1.2 Opdracht project Vanuit de ordeningsvraag en het maatschappelijke perspectief heeft het platform kabels en leidingen van het COB de ambitie uitgesproken een objectieve praktijkproef (in het vervolg aangeduid als consumententest) van innovatieve detectietechnieken te willen opstellen. Om deze ambitie te verwezenlijken is gestart met het project Innovatieve opsporingstechnieken ondergrondse Infrastructuur COB O10. Ter voorbereiding van een praktijkproef is inzicht vereist in de bestaande technieken en aanbieders van opsporingstechnieken. Het project bestaat daarom uit twee fasen: Eerste fase: Inventariseren en analyseren van technieken en het opstellen van een programma van eisen. Tweede fase: uitwerking en houden van de consumententest. In dit rapport worden de resultaten van de eerste fase van het project gepresenteerd. 1.3 Opbouw van het rapport Uitgangspunt voor het opstellen van het rapport was, dat wensen van vragende partijen centraal staan. Deze wensen zijn vastgelegd in hoofdstuk 2. Ook uitgevoerde onderzoeken worden in kaart gebracht en nieuwe ontwikkelingen verwoord. In hoofdstuk 3 komen deze punten aan bod. Een vergelijking tussen de beschikbare technieken worden gegeven in hoofdstuk 4. Ook worden de toepassingsgebieden aangegeven en een overzicht van uitvoerders van detectietechnieken. De prestaties van de technieken en de wensen worden aan elkaar gekoppeld in het vijfde hoofdstuk. Tevens vindt in dit hoofdstuk de scopewijziging van detectietechnieken naar uitvoerders van detectieonderzoeken plaats. De achtergronden van deze scopewijziging wordt toegelicht. In het zesde hoofdstuk wordt het competentieprofiel van deze detectiebedrijven beschreven en worden de contouren van de consumententest geschetst. Noot: Waar gesproken wordt over kabels of leidingen worden zowel kabels als leidingen bedoeld. 11

13 2 Wensen van de vragende partijen In dit hoofdstuk zijn de wensen van de vragende partijen in kaart gebracht. 2.1 Doel van de enquete De wensen van de vragen partijen zijn met behulp van een enquête in kaart gebracht. De enquête richt zich op een beperkt aantal representanten van branches die een goed overall beeld hebben van de wensen binnen hun branche. 2.2 Beschrijving enqueteformulier In het in 2005 verschenen rapport Innovatieve opsporingstechnieken voor kabels en leidingen [1] worden de resultaten weergegeven van een enquête welke tot doel had om op basis van wensen van vragende partijen een functioneel programma van eisen op te stellen voor ondergrondse detectietechnieken. Bij het opstellen van de enquête is gebruik gemaakt van de in bovengenoemde rapport gebruikte enquête, zodat in een later stadium de resultaten van het huidige onderzoek vergeleken kunnen worden met de in bovengenoemde rapport vermelde resultaten. De enquête en een opsomming van de resultaten staan beschreven in bijlage I. 2.3 Resultaten van de enquete De resultaten van de enquête zijn in onderstaande paragrafen samengevat. De uitkomsten van de enquête staan vermeld in bijlage I Welke branche vertegenwoordigt u? Meerdere antwoorden waren mogelijk. Bijna alle branches zijn vertegenwoordigd. Met name de kabel- en leidingbeheerders (6x) en de grondroerders (3x) worden vaak genoemd Hoeveel mag het gereedschap kosten Drie van de tien respondenten geven aan dat het gereedschap minder dan ,- moet kosten, drie anderen vinden ,- tot ,- goed. Vier hebben geen mening Hoe snel moet het gereedschap op de markt zijn? Drie respondenten geven aan dat het gereedschap over een jaar op de markt moet zijn. Vijf respondenten vinden over twee jaar prima Hoe kan het gereedschap gebruikt worden? Meerdere antwoorden zijn mogelijk. Het gereedschap is in veel gevallen gewenst voor: Storingsonderzoek, controle beheerders Aanvullende informatie 12

14 Identificeren onduidelijke gegevens Vergunningsprocedures Diepteligging Opsporen objecten Technische eisen De wensen voor de nauwkeurigheid in het horizontale vlak zijn vrij evenredig verdeeld tussen heel nauwkeurig (0,01 m), nauwkeurig (0,1 m) en minder nauwkeurig (1 m of anders). De wensen voor de nauwkeurigheid in het verticale vlak liggen voornamelijk bij de 0,1 m, met een geringer aantal voor nauwkeuriger (0,01 m) of minder nauwkeurig (1 m of anders). De wensen voor de nauwkeurigheid van de afmetingen van het object zijn vrij evenredig verdeeld tussen nauwkeurig (0-10%) en minder nauwkeurig (10 20%). De kans dat het gereedschap een kabel of leiding detecteert die ook daadwerkelijk aanwezig is: De wensen zijn vrij evenredig verdeeld tussen heel betrouwbaar (99,90%) en betrouwbaar (95%). De kans dat het gereedschap een kabel of leiding detecteert, welke niet aanwezig is (vals alarm): De wensen liggen vooral bij betrouwbaar (< 5% vals alarm). Een minderheid kiest voor minder betrouwbaar (< 10% vals alarm) Wat is de gewenste range (diepte)? Een meerderheid kiest voor een diepte tot 2 meter. Twee respondenten kiezen voor een diepte tot 5 meter Hoe snel moeten de resultaten beschikbaar zijn? Een meerderheid kiest voor directe beschikbaarheid. Drie respondenten kiezen voor een beschikbaarheid op kantoor Welke afmetingen moet het detecteren? De wensen voor de afmetingen zijn vrij evenredig verdeeld tussen de kleinste kabel of leiding, 2 cm en 10 cm Welke materialen moet het detecteren Drie van de tien respondenten geven aan dat alles gedetecteerd moet kunnen worden. De overige respondenten geven een mix aan van materialen. Dit komt er op neer dat zij tezamen willen dat alles gedetecteerd wordt, op vloeistoffen na Andere technische eisen Dit was een open vraag. Hierbij werden de volgende antwoorden gegeven: Goed op bestaande tekeningen te zetten. 13

15 Relatief goed hanteerbaar. Elektrische signalen detecteren per soort. De apparatuur moet gebruikersvriendelijk zijn. D.w.z. dat er geen hbo-er aan te pas zou moeten komen Hoe zwaar mag het gereedschap worden? Geen van de respondenten kiest voor een apparaat dat door twee of meer personen getild moet worden Wie gaat het gereedschap gebruiken? In de meerderheid van de gevallen gaat een MTS-er het apparaat gebruiken Hoe moeten de resultaten uitgedrukt worden De wensen voor een 2D-scan en een 3D-scan zijn vrijwel gelijk verdeeld. Twee respondenten kiezen ook voor de waarschuwing om wel of niet te graven. Een ander geeft expliciet aan dat de resultaten goed op bestaande tekeningen te zetten zijn Zijn er nog andere operationele eisen? Alle in de enquête genoemde eisen zijn aangevinkt, maar met name de volgende eisen scoren hoog: Schokbestendig Bedieningsgemak Bestand tegen weersinvloeden Vuilbestendig 14

16 3 Resultaten uitgevoerde onderzoeken Dit hoofdstuk geeft een samenvatting van de resultaten van eerder uitgevoerde onderzoeken naar ondergrondse opsporingstechnieken. 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de resultaten van recente openbaar beschikbare onderzoeken op het gebied van ondergrondse opsporingstechnieken samengevat. In bijlage II worden de onderzoeken uitvoeriger toegelicht. Het betreft de volgende onderzoeken: Het COB onderzoek Innovatieve opsporingstechnieken voor kabels en leidingen, feb Het Europese Giga project Het Europese ORFEUS project Het Gastec onderzoek Lokalisering van ingegraven leidingen De KLO presentatie Grondradar, een update, november Samenvatting uitgevoerde onderzoeken Het COB rapport Innovatieve opsporingstechnieken voor kabels en leidingen beschrijft de opsporingstechnieken en geeft een aantal scenario s voor verder onderzoek en ontwikkeling van detectiesystemen. Het Europese Giga project somt aan de hand van praktijkproeven de beperkingen op van de huidige generatie grondradarsystemen. ORFEUS, de opvolger van het Giga project, heeft zich onder andere tot doel gesteld een grondradar te ontwikkelen die een factor 1,5 beter is dan de huidige systemen. Kiwa Gastec heeft onderzoek gedaan naar beschikbare technieken en leveranciers en vervolgens veldproeven uitgevoerd. Een recente presentatie van het KLO naar de huidige stand van grondradar geeft een overzicht van de stand der techniek en haar mogelijkheden. 3.3 Conclusies uitgevoerde onderzoeken Uit de onderzoeken blijkt dat met name grondradar en radiodetectie de meest gebruikte technieken zijn. Echter beide technieken hebben ook hun beperkingen. De detectiediepte van de huidige grondradar systemen wordt beperkt daar natuurkundige wetten, waarbij het onderscheidend vermogen afneemt bij grotere indringdieptes. Bovendien is de indringdiepte afhankelijk van de grondsoort. Het Giga rapport geeft een aantal ervaringsgetallen voor de indringdiepte en het onderscheidend vermogen. Met name in bepaalde grondsoorten zoals klei is de indringdiepte en het onderscheidend vermogen van grondradar erg beperkt. Dit is ook de reden dat men in het ORFEUS project tot betere resultaten hoopt te komen. In zandgronden zijn goede resultaten bereikt, in kleigronden minder goede. Voor het lokaliseren van niet-metallische kabels met kleine diameters zijn dan andere opsporingstechnieken nodig. 15

17 Radiodetectie is alleen toepasbaar op signaalvoerende, metallische kabels of leidingen of via een sonde in een leiding. Invloeden uit de omgeving, als zwerfstromen, kunnen resultaten beïnvloeden. De Gastec rapporten geven inzicht in een consumententest waarbij twee grondradar systemen en één radiodetectiesysteem werden beproefd. De resultaten geven tevens een beeld van de mogelijkheden van deze technieken op dat moment. Het KLO rapport geeft een opsomming van de mogelijkheden en beperkingen van grondradar. Eén van de conclusies is dat grondradar wanneer dit de enige techniek is die gebruikt wordt de eerste 2 á 3 jaar nog niet bruikbaar is voor volledige betrouwbare detectie van kabels en leidingen, maar zeker wel goed bruikbaar bij ondersteuning van graafwerkzaamheden. 16

18 4 Vergelijking technieken Innovatieve technieken kunnen niet los gezien worden van bestaande methoden omdat ze vaak in combinatie gebruikt worden. Daarom worden in dit hoofdstuk naast innovatieve ondergrondse detectietechnieken ook bestaande methoden besproken. Vervolgens worden in een matrix de mogelijkheden van alle beschikbare technieken naast elkaar gezet. Op deze wijze wordt een helder beeld verkregen van mogelijkheden en beperkingen van zowel innovatieve technieken als bestaande methoden. Een groot gedeelte van het hoofdstuk bespreekt deze mogelijkheden en legt verbanden met andere aspecten die met het opsporen van kabels en leidingen te maken hebben. 4.1 Mogelijkheden/Methoden De methoden of mogelijkheden die vaak worden benut om kabels en leidingen in kaart te brengen (in gebruikelijke volgorde op dit moment) zijn de volgende (gebaseerd op de eerdere onderzoeken tevens in dit rapport): 1. Gebruikmaken van historische informatie (oud werknemers e.d.) 2. Raadplegen van kaarten 3. Gebruikmaken van omgevingsparameters (afsluiters, deksels e.d.) 4. Detecteren door middel van proefsleuven 5. Detecteren door middel van aanprikken 6. Detecteren door middel van radiodetectie 7. Detecteren door middel van grondradar Ad 1. Historische informatie (oud werknemers e.d.) Historische informatie, bijvoorbeeld aanwezig bij oud werknemers, kan worden geraadpleegd bij het verduidelijken van de ondergrondse infrastructuur bij bijvoorbeeld een private locatie. Een ander voorbeeld is de persoonlijke kennis van een oude kabelaar die jaren in een bepaald gebied gewerkt heeft voor een bepaalde branche. Concreet voorbeeld van het gebruik van deze kennis is de scratchlaag toegevoegd aan de zogenaamde kabelsleufkaarten van ProRail Noordoost, een samenwerkingsverband van ProRail met VolkerRail. Ad 2. Het raadplegen van kaarten Een standaard begrip in de kabelwereld. KLIC is daar het beste voorbeeld van. Ad 3. Omgevingsparameters Een belangrijk aspect dat niet vaak wordt benoemd is de toepassing van omgevingsparameters. Het inventariseren van afsluiters, brandkranen, putdeksels, signaleringspunten (zoals de zwart/gele betonpaaltjes van de Gasunie) maar ook het lichtten van putdeksels, maaiveldverzakkingen, grondsporen (aan maaiveld zichtbaar, maar ook als signalering tijdens het graven van sleuven). Omgevingsparameters kunnen nuttige informatie 17

19 leveren bij het in kaart brengen van kabels en leidingen. In Engeland is de inventarisatie van putten en lichtten van deksels zelfs verplicht gesteld. Ad 4. Proefsleuven De methode van proefsleuven spreekt voor zich. Het is de standaard op dit moment. Dat wat je ziet dat is de waarheid. Fysiek aangetoond, begrijpbaar en uitvoerbaar door elk persoon. Ad 5. Aanprikken Aanprikken is een goede optie om (liefst) een enkele kabel te traceren. Deze methode wordt toegepast in slappe bodems als veen of klei. Er zijn diverse prikkers te verkrijgen in metaal of kunststof uitvoering en voor verschillende grondsoorten verschillende prikkoppen. In zandgronden is het gebruik van een spuitlans vergelijkbaar. Hier wordt de te prikken holle lans de grond ingebracht met behulp van spuitwater. In sommige gevallen kan het gebruik van een handboor vergelijkbare uitkomsten bieden. Ad 6. Detectie met behulp van radiodetectie Bij het overgrote deel van de beschikbare producten op dit vlak, berust het systeem op het oppikken van een signaal dat ofwel op de desbetreffende kabel is geplaatst middels een zender dan wel het oppikken van het signaal dat op dat moment op de kabel of leiding aanwezig is. Het kan alleen op signaalvoerende, metallische kabels of leidingen worden toegepast. Een andere methode is het opvangen van een signaal dat via een sonde in de buis wordt uitgezonden. Beperkingen bij dit systeem zijn onder andere de bediening van het systeem, invloeden uit de omgeving, zoals zwerfstromen, overspringen van het signaal en bijvoorbeeld toepassing van een sonde, de lengte van de kabel. Ad 7. Detectie met behulp van grondradar Alle producten op dit vlak berustten op het volgende principe: er wordt een signaal uitgezonden en opgevangen. Dit signaal ondervindt tijdens zijn afgelegde weg veranderingen door fysieke veranderingen in de ondergrond. Dit enkele signaal wordt vastgelegd in een bestand en gevisualiseerd op het beeldscherm. Om een visueel beeld te kunnen vormen wordt niet enkel dit ene signaal vastgelegd. Om een visueel beeld te kunnen creëren moeten een reeks signalen achter elkaar worden geplaatst. Op deze wijze ontstaat er een meetprofiel van de afgelegde weg waarover is gemeten. Dit meetprofiel kan vervolgens worden geïnterpreteerd als een doorsnede van de bodem ter plaatse van de afgelegde weg waar de meting is uitgevoerd. Eventuele laagscheidingen bodemveranderingen en objecten worden in deze doorsnede direct op het beeldscherm getoond. In veel gevallen wordt de data opgeslagen om gebruikt te kunnen worden voor ruimtelijke weergave van de ondergrondse infrastructuur Vernieuwingen bij grondradar en radiodetectie In bijlages III tot en met V wordt een overzicht gegeven van vernieuwingen bij grondradar en radiodetectie. Het beperkt zich tot deze technieken omdat 18

20 deze methoden op grond van eerdere onderzoeken (zie hoofdstuk 3) en gesprekken met uitvoerders (zie hoofdstuk 4.8) het meest veelbelovend lijken. Er is getracht interessante vernieuwingen te vermelden en een beeld te schetsen van wat de diverse apparatuur kan. Om dubbelingen te voorkomen zijn niet alle apparaten van alle fabrikanten besproken worden, maar is een zo goed mogelijk dwarsdoorsnede gegeven van wat beschikbaar en mogelijk is. Grondradar systemen verbeteren zich vooral op het gebied van betere antennes, betere software en snellere verwerking van de resultaten. Systemen waarmee de locatie van pijpleidingen in een traject met een breedte van twee meter met een snelheid van 7 km/h gescand én automatisch verwerkt kunnen worden zijn al beschikbaar. Aan radiodetectie systemen en CAT s worden allerlei mogelijkheden toegevoegd om effectiever en intelligenter te meten. Wel zitten er duidelijke verschillen tussen de diverse fabrikanten. 4.2 Wat is de Matrix Om inzicht te verkrijgen in de voor- en nadelen van de verschillende eerder genoemde mogelijkheden, is een matrix opgesteld waarin deze tegen elkaar worden uitgezet. Deze matrix is opgebouwd door op de horizontale balk de diverse mogelijkheden uiteen te zetten tegen de verschillende criteria op de verticale balk. De verschillende criteria en subcriteria zijn in relatie met de praktijk gebracht. Zodoende zijn bijvoorbeeld de afmetingen en diepteligging van kabels met een doorsnede van 5 cm op een diepte groter dan 2 meter niet behandeld omdat dit in de regel niet voorkomt. Deze informatie is verkregen uit gesprekken met ervaren kabelaannemers als BAM-IT, Infranova en VolkerRail. De matrix heeft een aantal functies; 1. een leek inzicht te verschaffen in de mogelijkheden per techniek; 2. een opdrachtgever een controlelijst in handen te geven waarmee hij zich kan beschermen tegen ondeskundige onderaannemers 3. En de belangrijkste functie; duidelijk maken dat kabels en leidingen niet worden opgespoord door techniek x of y, maar dat er diverse parameters van invloed zijn op de techniekkeuze en dat het kennisniveau van de aanbiedende partij doorslaggevend is. De matrix is ingevuld en opgesteld in samenwerking met aanbieders, leveranciers en aannemers. De volgende figuur geeft de matrix weer: 19

21 toekenningsvorm vraag / subcriteria techniek Kaartraadpleging Historische informatie Omgevingsparameters Prikken Graven Proeflseuf Radiodetectie Radiodetectie met sonde Grondradar Software, MOL/Cabletracks Detecteerbaarheid in relatie tot dimensie, diepte, grondsoort en materiaal kans Metaal, 10 mm diepte 0,5 meter minus maaiveld zand Metaal, 10 mm diepte 0,5 meter minus maaiveld klei Metaal, 10 mm diepte 0,5 meter minus maaiveld veen Metaal, 10 mm diepte 1,0 meter minus maaiveld zand Metaal, 10 mm diepte 1,0 meter minus maaiveld klei Metaal, 10 mm diepte 1,0 meter minus maaiveld veen Metaal, 50mm diepte 0,5 meter minus maaiveld zand Metaal, 50mm diepte 0,5 meter minus maaiveld klei Metaal, 50mm diepte 0,5 meter minus maaiveld veen Metaal, 50mm diepte 1,0 meter minus maaiveld zand Metaal, 50mm diepte 1,0 meter minus maaiveld klei Metaal, 50mm diepte 1,0 meter minus maaiveld veen Metaal, 50mm diepte 2,0 meter minus maaiveld zand Metaal, 50mm diepte 2,0 meter minus maaiveld klei Metaal, 50mm diepte 2,0 meter minus maaiveld veen Metaal, 100mm diepte 0,5 meter minus maaiveld zand Metaal, 100mm diepte 0,5 meter minus maaiveld klei Metaal, 100mm diepte 0,5 meter minus maaiveld veen Metaal, 100mm diepte 1,0 meter minus maaiveld zand Metaal, 100mm diepte 1,0 meter minus maaiveld klei Metaal, 100mm diepte 1,0 meter minus maaiveld veen Metaal, 100mm diepte 2,0 meter minus maaiveld zand Metaal, 100mm diepte 2,0 meter minus maaiveld klei Metaal, 100mm diepte 2,0 meter minus maaiveld veen Metaal, 100mm diepte 3,0 meter minus maaiveld zand Metaal, 100mm diepte 3,0 meter minus maaiveld klei Metaal, 100mm diepte 3,0 meter minus maaiveld veen Metaal, 100mm diepte 5,0 meter minus maaiveld zand Metaal, 100mm diepte 5,0 meter minus maaiveld klei Metaal, 100mm diepte 5,0 meter minus maaiveld veen Metaal, 300mm diepte 0,5 meter minus maaiveld zand Metaal, 300mm diepte 0,5 meter minus maaiveld klei Metaal, 300mm diepte 0,5 meter minus maaiveld veen Metaal, 300mm diepte 1,0 meter minus maaiveld zand Metaal, 300mm diepte 1,0 meter minus maaiveld klei Metaal, 300mm diepte 1,0 meter minus maaiveld veen Metaal, 300mm diepte 2,0 meter minus maaiveld zand Metaal, 300mm diepte 2,0 meter minus maaiveld klei Metaal, 300mm diepte 2,0 meter minus maaiveld veen Metaal, 300mm diepte 3,0 meter minus maaiveld zand Metaal, 300mm diepte 3,0 meter minus maaiveld klei Metaal, 300mm diepte 3,0 meter minus maaiveld veen Metaal, 300mm diepte 5,0 meter minus maaiveld zand Metaal, 300mm diepte 5,0 meter minus maaiveld klei Metaal, 300mm diepte 5,0 meter minus maaiveld veen

22 toekenningsvorm vraag / subcriteria techniek Detecteerbaarheid in relatie tot dimensie, diepte, grondsoort en materiaal Niet Metaal, 50mm diepte 0,5 meter minus maaiveld zand Niet Metaal, 50mm diepte 0,5 meter minus maaiveld klei Niet Metaal, 50mm diepte 0,5 meter minus maaiveld veen Niet Metaal, 50mm diepte 1,0 meter minus maaiveld zand Niet Metaal, 50mm diepte 1,0 meter minus maaiveld klei Niet Metaal, 50mm diepte 1,0 meter minus maaiveld veen Niet Metaal, 50mm diepte 2,0 meter minus maaiveld zand Niet Metaal, 50mm diepte 2,0 meter minus maaiveld klei Niet Metaal, 50mm diepte 2,0 meter minus maaiveld veen Kaartraadpleging Historische informatie Omgevingsparameters Prikken Graven Proeflseuf Radiodetectie Radiodetectie met sonde Grondradar Software, MOL/Cabletracks Niet Metaal, 100mm diepte 0,5 meter minus maaiveld zand Niet Metaal, 100mm diepte 0,5 meter minus maaiveld klei Niet Metaal, 100mm diepte 0,5 meter minus maaiveld veen Niet Metaal, 100mm diepte 1,0 meter minus maaiveld zand Niet Metaal, 100mm diepte 1,0 meter minus maaiveld klei Niet Metaal, 100mm diepte 1,0 meter minus maaiveld veen Niet Metaal, 100mm diepte 2,0 meter minus maaiveld zand Niet Metaal, 100mm diepte 2,0 meter minus maaiveld klei Niet Metaal, 100mm diepte 2,0 meter minus maaiveld veen Niet Metaal, 100mm diepte 3,0 meter minus maaiveld zand Niet Metaal, 100mm diepte 3,0 meter minus maaiveld klei Niet Metaal, 100mm diepte 3,0 meter minus maaiveld veen Niet Metaal, 100mm diepte 5,0 meter minus maaiveld zand Niet Metaal, 100mm diepte 5,0 meter minus maaiveld klei Niet Metaal, 100mm diepte 5,0 meter minus maaiveld veen Niet Metaal, 300mm diepte 0,5 meter minus maaiveld zand Niet Metaal, 300mm diepte 0,5 meter minus maaiveld klei Niet Metaal, 300mm diepte 0,5 meter minus maaiveld veen Niet Metaal, 300mm diepte 1,0 meter minus maaiveld zand Niet Metaal, 300mm diepte 1,0 meter minus maaiveld klei Niet Metaal, 300mm diepte 1,0 meter minus maaiveld veen Niet Metaal, 300mm diepte 2,0 meter minus maaiveld zand Niet Metaal, 300mm diepte 2,0 meter minus maaiveld klei Niet Metaal, 300mm diepte 2,0 meter minus maaiveld veen Niet Metaal, 300mm diepte 3,0 meter minus maaiveld zand Niet Metaal, 300mm diepte 3,0 meter minus maaiveld klei Niet Metaal, 300mm diepte 3,0 meter minus maaiveld veen Niet Metaal, 300mm diepte 5,0 meter minus maaiveld zand Niet Metaal, 300mm diepte 5,0 meter minus maaiveld klei Niet Metaal, 300mm diepte 5,0 meter minus maaiveld veen

23 toekenningsvorm vraag / subcriteria techniek Nauwkeurigheid van de detectie Invul Diepteprecisie (cm) Positieprecisie XY (cm) Kaartraadpleging Historische informatie Omgevingsparameters Prikken Graven Proeflseuf Radiodetectie Radiodetectie met sonde Grondradar Software, MOL/Cabletracks Vastlegging en Registratie ja/nee Invloed van de kwaliteit van de operator ja ja ja ja ja ja ja ja nee Invul Vereist opleidingsniveau LBO, MBO, HBO MBO MBO MBO LBO LBO MBO MBO MBO LBO kans Mogelijkheid tot 'postprocessing' Detectie is verbonden aan positionering (meetwiel/gps etc) Foutgevoeligheid (aantal handmatige acties/procedure fouten) Controleerbaar (zonder op te zoeken) Invloed van externe omstandigheden kans Zwerfstromen Afdekkende lagen, bodemopbouw (ondergronds) Verharding Verharding (versterkt) Vochtigheidsgraad oppervlak Grondwaterstand Bovengrondse objecten Herkenning van materiaaleigenschappen/details kans Diameter Vorm Materiaalsoort Verloopstukken Gestapeld afzonderlijke kabels in bundel Kabel of leiding breuken Terugvinden "onbekende" kabels of leidingen Logistiek en tijd ja/nee Directe detectie en volgen ja ja nee nee ja ja ja nee nee vlakdekkende informatie ja nee nee nee nee ja ja ja nee Kans snelheid Risico's Kans op schade Kans op ongevallen Kans op overlast (buiten gebruik stellen, weg opbreken)

24 In de volgende paragrafen wordt kort ingegaan op een aantal aspecten uit de matrix. In bijlage VI worden deze aspecten nader uitgewerkt. 4.3 Detecteerbaarheid en nauwkeuringheid Een belangrijk gegeven voor het gebruik van een techniek is de detecteerbaarheid. Onder detecteerbaarheid wordt verstaan het feitelijk opsporen in het veld. Detecteerbaarheid was tot nog toe de doorslaggevende factor waar men op heeft gefocusseerd in eerdere inventarisaties en onderzoekscommissies. Met de Matrix en de nadere toelichting in bijlage VI hopen we duidelijkheid te verschaffen in de noodzaak tot relativering van de detecteerbaarheid en nauwkeurigheid. 4.4 Vastlegging en Registratie Onder dit criterium zijn de volgende subcriteria benoemd welke in bijlage VI nader zullen worden toegelicht; Afhankelijk van de kwaliteit van de operator Vereist opleidingsniveau Mogelijkheid tot 'postprocessing' Detectie is verbonden aan positionering (meetwiel/gps etc) Foutgevoeligheid (aantal handmatige acties/procedure fouten) Controleerbaar (zonder op te zoeken) 4.5 Invloed van externe omstandigheden Externe omstandigheden kunnen elke vorm van fysieke kabel en leidingregistratie zowel positief als negatief beïnvloeden. Onder dit criterium zijn een aantal subcriteria benoemd, in bijlage VI zullen deze criteria nader worden toegelicht; Zwerfstromen Afdekkende lagen, bodemopbouw (ondergronds) Verharding Vochtigheidsgraad oppervlak Grondwaterstand Bovengrondse objecten 4.6 Logistiek en tijd Een veel gehoorde opmerking op de inzet van grondradar is dat het zolang duurt. Vaak wordt hierbij gerefereerd aan de eerder toegelichte geplande dataopname (actieve opsporing of geplande data-opname). Zodoende dat het criterium tijd is toegevoegd aan de matrix. Dit criterium is onderverdeeld in de volgende subcriteria, die in bijlage VI worden toegeicht; Directe detectie en volgen Postprocessing vlakdekkende informatie snelheid 4.7 Overzicht van uitvoerders Tal van bedrijven houden zich bezig met ondergrondse detectie. Deze bedrijven zijn te splitsen in: Aannemers 23

25 Ingenieursbureau s Kennisinstituten Bij sommige bedrijven is het gebruik van detectietechnieken hun corebusiness, andere bedrijven hebben een afdeling die zich hierin heeft gespecialiseerd. In bijlage VII wordt een overzicht gegeven van een aantal uitvoerders. Op grond van de informatie die de bedrijven geven op hun websites is moeilijk te bepalen hoe bekwaam de bedrijven zijn in ondergrondse detectie. Aangezien er nog geen keurmerk of certificaat voor ondergrondse detectietechnieken bestaat, kan dit niet als onderscheid dienen tussen de bedrijven. Dit kan een reden zijn om over te gaan tot certificatie. 4.8 Gesprekken met uitvoerders Voor het onderzoek naar de mogelijkheden van ondergrondse detectiemethoden zijn gesprekken gevoerd met een tweetal uitvoerders. Tevens zijn de mogelijkheden van CableTrack bekeken, die diensten levert aanvullend op de uitvoerders. De interviews en gedetailleerde informatie over CableTrack zijn te vinden in bijlage VII. Het volgende kan geconcludeerd worden: Grondradar en radiodetectie zijn de meest gebruikte technieken. Een slim gebruik van de combinatie van deze technieken levert betere resultaten. Tot nog toe zijn er geen fabrikanten die deze technieken hebben geïntegreerd in één product. De kwaliteit van het eindresultaat wordt sterk bepaald door de meetprotocollen en de deskundigheid (inzicht) van degenen die meten en de resultaten uitwerken. De ervaring leert dat middelbaar geschoold personeel (Landmeters) goed met de apparatuur overweg kunnen. CableTrack levert een software applicatie voor het registreren van metingen op digitale kaarten, vooral voor radiodetectie maar grondradar kan ook. Het gebruik van dit soort applicaties kan een aantrekkelijk hulpmiddel zijn voor het vastleggen van radiodetectiemetingen in een database waar andere geïnteresseerden (bijv. grondroerders) ook gebruik van kunnen maken. 4.9 De noodzaak van een consumententest In paragraaf 4.7 is geconcludeerd dat het op dit moment moeilijk is om in te schatten hoe bekwaam een bedrijf is in ondergrondse detectie. In paragraaf 4.8 wordt benadrukt dat het resultaat van de detectie niet alleen van de gebruikte technieken afhangt maar ook van de deskundigheid van het personeel. Indien we een uitspraak willen doen over de mogelijkheden die technieken te bieden hebben, dan kunnen we dat niet los zien van de uitvoerders van deze detectietechnieken. 24

26 Daarom is het nodig een consumententest te gaan doen waarin de uitvoerders en de door hen gebruikte technieken met elkaar vergeleken gaan worden. 25

27 5 Wensen vergeleken met innovatieve technieken Dit hoofdstuk geeft een samenvatting van de mogelijkheden van de innovatieve technieken aan de hand van de wensen van de gebruikers en op basis van gebruikstoepassingen. 5.1 Inleiding In hoofdstuk 2 zijn de wensen van de vragende partijen duidelijk gemaakt. De volgende drie hoofdstukken geven inzicht in de beschikbare technieken, de ervaringen van de uitvoerders en de ontwikkelingen die gaande zijn. Hoofdstuk 4 geeft een opsomming van de mogelijkheden van de beschikbare technieken. Aan de hand van deze informatie wordt nu ingegaan op de vraag in hoeverre de wensen van de vragende partijen passen op de mogelijkheden. 5.2 Resultaten enquête versus de matrix van mogelijkheden In systematische volgorde zullen de resultaten van de enquête vergeleken worden met de mogelijkheden. Gezien de stand der techniek worden hier alleen de traditionele methoden zoals proefsleuven en de meest gebruikte nieuwe technieken zoals grondradar, ground-tracer en radiodetectie/cat met elkaar vergeleken. Vraag 2: Hoeveel mag een gereedschap kosten? De respondenten die minder dan ,- aangaven, zullen niet bij de grondradar uitkomen. Radiodetectie (CAT s) en de traditionele technieken zijn wel beschikbaar voor die prijs. Vraag 3: Hoe snel moet een gereedschap op de markt zijn? De in dit rapport besproken gereedschappen zijn al op de markt. Uit het literatuuronderzoek komt naar voren dat de komende jaren geen revolutionaire nieuwe technieken te verwachten zijn. Het zou mooi zijn als het Orfeus project (boorkop radar en 1,5x betere grondradar) haar doelstellingen kan realiseren. Vraag 4: Hoe kan het gereedschap gebruikt worden? Paragraaf 5.3 geeft een goede leidraad voor potentiële gebruikers van ondergrondse opsporingstechnieken. Vraag 5: Technische eisen Nauwkeurigheid in het horizontale vlak Ongeveer een derde van de respondenten vraagt een nauwkeurigheid van 1 cm. Voor deze groep is graven en prikken (2cm) de beste optie. 26

28 Een ander derde deel gaf 10 cm aan. Dan zijn grondradar en radiodetectie bruikbare middelen. Bij nog grotere onnauwkeurigheid kunnen ook andere middelen zoals kaartraadpleging, historische informatie, en omgevingsparameters volstaan. Nauwkeurigheid in het verticale vlak De meeste respondenten kiezen voor een nauwkeurigheid van 10 cm. Dan zijn prikken, graven, grondradar en radiodetectie bruikbare middelen. Indien men nog nauwkeuriger wil (1 cm), blijft alleen graven over. Nauwkeurigheid in de afmetingen van het object Ongeveer de helft van de respondenten vraagt een grote nauwkeurigheid. Dan is graven de beste optie. Voor de andere helft die geen grote nauwkeurigheid vraagt, is grondradar een optie. Radiodetectie geeft geen inzicht in de afmetingen van het object. Betrouwbaarheid in het vinden van objecten De betrouwbaarheid is nauw verbonden met de kwaliteiten van de bediener en de tijd die hem beschikbaar staan. Dit onderdeel zal in de consumententest duidelijker gaan worden. Uit de literatuur blijkt dat bij grondradar een detectiepercentage van meer dan 80% tot twee meter diepte mogelijk is, een fout alarm kans van minder dan 10%. Met name bij grondradar is de kans op detectie erg afhankelijk van de bodemsoort, de diepteligging en de diameter. Bij radiodetectie is dit niet het geval, maar radiodetectie vindt alleen metalen leidingen waar een signaal op staat (of m.b.v. een sonde). Indien men 100% betrouwbaarheid vereist van kleine objecten, zijn proefsleuven de beste optie. Hier kleven praktische bezwaren aan omdat proefsleuven op vooraf bepaalde locaties gegraven worden. Men zal niet in het gehele gebied willen graven! Vraag 6: Diepte detectie De meeste respondenten kiezen een diepte tot 2 m. Tot deze diepte kan goed gegraven worden en is grondradar vaak mogelijk. Voor details: pleeg de matrix op pagina 20. Radiodetectie en ground-tracer gaan nog dieper. Vraag 7: Snelheid beschikbaarheid De meeste respondenten kiezen voor een directe beschikbaarheid. Alle technieken laten ogenblikkelijk zien óf er iets ligt. Sommige moderne radarsystemen kunnen on-the-fly kaarten produceren. In de meeste gevallen kost het verwerken van de grondradar gegevens een paar dagen. Overigens geldt voor alle technieken dat de gegevens pas later op papier worden gezet en dat dit ook de nodige tijd kost. Vraag 8: Welke afmetingen moet het detecteren? Zie ook het laatste punt van vraag 5 over de betrouwbaarheid van detectie. Radiodetectie is onafhankelijk van de afmetingen van het object. Grondradar 27

29 is daar erg gevoelig voor. De fijngevoeligheid van grondradar in zandgronden (zand > 50%) kan als volgt worden samengevat: Diameter van de leiding (cm) > 80 Herkenbaar tot diepte (m) 1 1,5 2 5 De respondenten die de kleinste kabels nog willen vinden (vaak liggen dunne kabels zoals telecomkabels en laagspanningskabels niet dieper dan 1 m) zullen deze met grondradar kunnen detecteren (in goede grond). Vraag 9: Welke materialen moet het kunnen detecteren? De meeste respondenten willen alles of een veelheid van materialen kunnen detecteren. In dat geval kan men het beste gebruik maken van meerdere technieken, zoals een combinatie van proefsleuven, grondradar en radiodetectie. Zie ook de leidraad voor potentiële gebruikers van ondergrondse opsporingstechnieken in paragraaf 5.3. Vraag 10: Overige technische eisen Gezien de diversiteit aan antwoorden zal hier niet dieper op in worden gegaan. Vraag 11: gewicht van het gereedschap Alle respondenten willen een apparaat dat door één persoon te tillen is. Dit is mogelijk bij alle apparaten en technieken, uitgezonderd bij de grotere radarsystemen. Vraag 12: Wie gaat het gereedschap gebruiken? Overeenkomstig de wensen van de meerderheid van de respondenten zijn alle technieken (uitgezonderd de ground-tracer) door MTS-ers te gebruiken, mits juist getraind. Vraag 13: Weergave van de resultaten Alleen de grondradar systemen (incl. ground-tracer) beschikken over software om de informatie over te zetten in 2D en 3D tekeningen. Cable Track software kan worden gebruikt voor het digitaliseren van CATgegevens. 5.3 Samenvattende tabel met veelvoorkomende situaties Onderstaande tabel geeft voor een aantal veel voorkomende situaties weer welke detectietechniek het meest zinvol is. Vaak is dit een combinatie van technieken. In de kolom naast de techniek wordt aangegeven wat de functie van de betreffende techniek is. De tabel gaat niet uit van ad-hoc werkzaamheden maar van situaties waarbij voorbereidingstijd is. 28

30 Wie bent u? Wat wilt u weten? Ik ben grondroerder en wil gaan graven. Ik heb geen idee wat er in de grond ligt. Ik ben storingsmonteur van een gas/waterbedrijf. Ik wil weten waar (X, Y) mijn kunststof leidingen (D > 25 mm, niet dieper dan 1 m) liggen (spade nauwkeurig). Idem voor stalen en gietijzeren leidingen. Ik ben storingsmonteur van een elektriciteitsbedrijf. Ik wil weten waar (X, Y) mijn kabels (D > 10 mm, niet dieper dan 1 m voor hoogspanningskabels en niet dieper dan 60 cm voor laagspanningskabels) liggen (spade nauwkeurig). Ik ben storingsmonteur van een telecombedrijf. Ik wil weten waar (X, Y) mijn kabels (telefoon, CA, glasvezel, diepte 70 cm) liggen (spade nauwkeurig). Ik ben storingsmonteur van een rioleringsbedrijf. Ik wil weten waar (X, Y) mijn de rioolbuizen (huisaansluiting op 80 cm diepte, hoofdleiding op 1,5 m diepte) liggen (spade nauwkeurig). Ik ben belast met het in kaart brengen van de ondergrondse infrastructuur. Ik wil zoveel mogelijk vinden en in kaart brengen (X, Y, Z). Meest zinvolle (mix van) technieken Kaartraadpleging Omgevingsparameters Graven Proefsleuf Radiodetectie Grondradar Kaartraadpleging Omgevingsparameters Grondradar Graven Proefsleuf Kaartraadpleging Omgevingsparameters Radiodetectie Graven Proefsleuf Kaartraadpleging Omgevingsparameters Radiodetectie Graven Proefsleuf Kaartraadpleging Omgevingsparameters Grondradar Graven Proefsleuf Kaartraadpleging Omgevingsparameters Grondradar Graven Proefsleuf Grondradar Kaartraadpleging Omgevingsparameters Graven Proefsleuf Radiodetectie Opmerking Risico-inschatting Detailinformatie Detailinformatie / controle Exacte laterale ligging Risicobeperking / onverwachte kabels Onderzoeksgebied verkleining Detailinformatie Detailinformatie / controle Exacte ligging en opsporen storing Onderzoeksgebied verkleining Detailinformatie Detailinformatie / controle Exacte ligging en opsporen storing Onderzoeksgebied verkleining Detailinformatie Detailinformatie / controle Exacte ligging en opsporen storing Onderzoeksgebied verkleining Detailinformatie Detailinformatie / controle Exacte ligging en opsporen storing Onderzoeksgebied verkleining Detailinformatie Detailinformatie / controle Exacte ligging en opsporen storing Gegevensverzameling Detailinformatie / controle Detailinformatie Absoluut maken & aanvulling gegevens Absoluut maken & aanvulling gegevens 29

31 Wie bent u? Wat wilt u weten? Ik ben beheerder van een signaaldragend/metalen netwerk. En wil de as-build situatie controleren van enkel mijn eigen kabels Ik ben beheerder van een NIET signaaldragend/metalen netwerk. En wil de as-build situatie controleren van enkel mijn eigen kabels Meest zinvolle (mix van) technieken Kaartraadpleging Omgevingsparameters Radiodetectie Kaartraadpleging Omgevingsparameters Grondradar Radiodetectie met sonde Opmerking Onderzoeksgebied verkleining Detailinformatie /controle Detailinformatie / controle Onderzoeksgebied verkleining Detailinformatie /controle Detailinformatie / controle Daar waar grondradar faalt 5.4 Conclusie Afhankelijk van de specifieke wensen van de gebruiker kan hij met één techniek uit of moet hij meerdere technieken inzetten. Er is tot nog toe geen techniek die alles kan. Ook de combinatie van groundtracer + grondradar + radiodetectie zal niet in alle gevallen 100% betrouwbaarheid geven. Dan zal men ook gebruik moeten maken van traditionele technieken zoals proefsleuven. 30

32 6 Consumententest Dit hoofdstuk geeft een beschrijving van het programma van eisen voor de toetsing van uitvoerders van detectietechnieken. Vervolgens wordt de consumententest beschreven. 6.1 Inleiding In de voorgaande hoofdstukken is, onder andere, ingegaan op de wensen van de vragende partijen, de huidige stand der techniek en uitvoerders van ondergrondse detectie. Kort samengevat kan gesteld worden dat: de vragende partij behoefte heeft aan een relatief volledig en op maat antwoord voor zijn situatie; er niet één geïntegreerd detectieapparaat bestaat dat tegemoet komt aan de vraag van de vragende partij; de beste resultaten kunnen worden gehaald door het naast elkaar gebruiken van verschillende technieken (zoals radiodetectie, grondradar, proefsleuven, aanprikken, etc.) en het uitvoeren van verschillende facilitaire onderzoeken (zoals het opvragen van historische informatie, het raadplegen van kaarten en het bestuderen van de omgevingsparameters zoals afsluiters, deksels e.d.); de kwaliteit van het eindresultaat in hoge mate afhankelijk is van de brede kennis en kunde van degenen die vaststelt welke detectietechnieken en facilitaire onderzoeken worden toegepast en degenen die meten en de resultaten uitwerken. Kijkende naar deze samenvatting en vergelijken we die met testen uit onderzoeken die in hoofdstuk 3 beschreven zijn, dan kan gesteld worden dat die testen inzicht geven in de mogelijkheden van technieken: onderscheidend vermogen, nauwkeurigheid. Uit hoofdstuk 4 bleek dat er nog meer aspecten een rol spelen. Met name de deskundigheid van de uitvoerder is van invloed op het meetresultaat. Er is onvoldoende kennis over de prestaties van de verschillende (innovatieve) technieken in combinatie met de uitvoerders in de praktijk. De COB consumententest zal deze leemte opvullen. Ter voorbereiding geven we in dit hoofdstuk een weergave van een ultiem competentieprofiel voor een detectiebedrijf, waarna vervolgens gekeken wordt hoe de invulling van de consumententest kan zijn. 6.2 Resultaten consumententest De resultaten van de consumententest zijn: Kennisontwikkeling van innovatieve opsporingstechnieken. Een goed inzicht krijgen in de mogelijkheden van de meest moderne technieken in de handen van de meest ervaren detectiebedrijven. Inzicht krijgen in de meerwaarde van innovatieve technieken ten opzicht van bestaande technieken. Inzicht krijgen in aspecten die van belang zijn om een certificeringtraject voor bedrijven op te kunnen starten. 31

33 6.3 De vraag bepaalt de competentie In hoofdstuk 2 wensen van de vragende partijen is naar voren gekomen dat de markt voor het opsporen en in kaart brengen van ondergrondse infrastructuur niet eenduidig is. Er zijn verschillende categorieën vragers met elk hun specifieke vragen. Deze categorieën en de door hun gestelde vragen zijn in de onderstaande tabel in hoofdlijnen weergegeven. Klantgroep Klantvraag Generieke vraag : waar liggen onze kabels en 1. Netbeheerder leidingen 2. Netbeheerder Specifieke vraag : Waar ligt mijn kabel of leiding 3. Terreinbeheerder Wat ligt er in mijn grond 4. Grondroerder Welke objecten kan ik verwachten Zo zal een aannemer (een grondroerder) voor de start van ontgravingwerkzaamheden zo betrouwbaar mogelijk willen weten welke kabels en leidingen hij kan verwachten. De signaleringsfunctie is hierbij belangrijk. Een terreinbeheerder/eigenaar die voor een projectontwikkeling een goede kaart wil hebben met alle objecten in de ondergrond zal gefocust zijn op een hoge mate van nauwkeurigheid. Een detectiebedrijf dient zich hiervan bewust te zijn en hierop in te spelen. 6.4 Criteria vragende partij Het feit dat er verschillende categorieën vragers zijn met elk hun specifieke vraag vergt van het detectiebedrijf dat deze zijn werkwijze hierop telkens afstemt. Afhankelijk van de vraag levert deze informatie van de ondergrondse infrastructuur met een afgestemde mate van betrouwbaarheid, precisie en nauwkeurigheid (cf. hoofdstuk 2). 32

34 Op basis van hoofdstuk 2 wensen vragende partijen is gekomen tot de in onderstaande tabel weergegeven criteria en subcriteria voor de aangeleverde informatie van de ondergrondse infrastructuur: Tabel 1: Voorbeeld beoordeling competentie data-inwinning. Beoordeling competentie data-inwinnning Criterium Subcriteruim waardering weegfactor totaal score Betrouwbaarheid precisie Volledigheid ligging x - y richting ligging z-richting slapende ligging uitwaaierende ligging in x,y,z richting vorm (rond, vierkant, ei, etc.) materiaaleigenschappen dimensies ligging x - y richting ligging z-richting vorm (rond, vierkant, ei, etc.) materiaaleigenschappen dimensies aantal gedecteerde kabels en leidingen Totaal score Deze criteria worden in het kader van dit onderzoek als volgt gedefinieerd: Betrouwbaarheid : is de mate waarin meetresultaten een afspiegeling zijn van de ligging van een kabel en leiding Precisie : de spreiding van een stochastische grootheid ten opzichte van haar gemiddelde. Of anders gezegd de reproduceerbaarheid Volledigheid : de mate waarin alle aanwezige objecten worden gedetecteerd De definities en de achtergronden worden in bijlage XI beschreven en toegelicht. Naast bovengenoemde criteria heeft de vragende partij behoefte aan: Snelle aanlevering van de resultaten: direct aanwijsbaar in het veld of beschikbaarheid op kantoor; Eenduidig en ondubbelzinnig interpreteerbare informatie; Goed op bestaande tekeningen te zetten. 33

35 6.5 Verschillende competentieniveau s Een detectiebedrijf moet om tegemoet te komen aan de informatiebehoefte van de vragende partij aan de volgende hoofdcriteria voldoen: moet een adequate organisatie hebben; moet voldoende kennis hebben; moet voldoende vaardigheden hebben; moet beschikken over detectietechnieken en facilitaire onderzoeken. In bovenstaande competentieprofiel wordt er van uit gegaan dat alle vragen door een detectiebedrijf opgelost worden. In het licht van 6.2 hoeft dit niet altijd het geval te zijn. Het hier opgesteld competentieprofiel heeft daarom betrekking op het ultieme (of een al omvattend) detectiebedrijf. Dit profiel heeft betrekking op een bedrijf die kan adviseren over de beste technieken en deze technieken zelf kan toepassen. In de praktijk zullen bedrijven voldoen aan delen van dit competentie profiel. Met name het toepassen van technieken kan bijvoorbeeld via onderaanneming bereikt worden. Beschikken over kennis en vaardigheden zijn de zwaarst wegende factoren in het competentieprofiel. Het concretiseren van deze hoofdcriteria resulteert in het volgende competentieprofiel voor een detectiebedrijf: beschikking hebben over een stabiele en adequate organisatie zodat een uniform, constant informatiegoed wordt afgeleverd met een nauwkeurigheid die overeenstemt met de klantvraag; kennis hebben van detectietechnieken, facilitaire onderzoeken, datainwinning en -verwerking en van het organiseren van projecten; vaardigheden hebben om detectietechnieken en facilitaire onderzoeken voor data-inwinning- en verwerking te kunnen gebruiken; beschikking hebben over een breed pallet aan detectietechnieken en facilitaire onderzoeken. 6.6 Doel van de consumententest In meerdere onderzoeken zijn beschikbare technieken voor ondergrondse opsporingstechnieken in de praktijk getest. In hoofdstuk 3 worden een aantal van deze onderzoeken beschreven. Vaak gaat het in deze testen om een inzicht te krijgen in de mogelijkheden van de technieken: onderscheidend vermogen, nauwkeurigheid enz. Het doel van de COB consumententest verschilt van de eerder uitgevoerde testen in de zin dat het niet primair om de technieken gaat maar om uitvoerders die hun deskundigheid en het gebruik van deze technieken aanbieden. Uit de voorgaande hoofdstukken is een beeld verkregen van de mogelijkheden en beperkingen van de verschillende technieken. Ook is duidelijk geworden dat techniek alleen niet het resultaat bepaald. De 34

36 ervaring, deskundigheid en aanpak van de gebruiker bepalen mede het resultaat en de snelheid en kosten waarmee dit verkregen wordt. In de consumententest staat dus niet de vraag centraal: Wat kan de techniek bieden maar Wat kunnen uitvoerders bieden. Door de test zal duidelijk worden welke ondergrondse infrastructuur uitvoerders in een bepaalde tijd kunnen detecteren, de nauwkeurigheid van detectie en de totale tijd en kosten om de resultaten uit te werken. Een achterliggend doel van de consumententest is ervaring opdoen met dit soort praktijktesten waarbij uitvoerders beoordeeld worden. Van deze ervaring kan gebruik worden gemaakt als mogelijk in de toekomst gesproken gaat worden over het certificeren van uitvoerders van ondergrondse opsporingstechnieken. 6.7 Voorstel uitwerking en beoordeling consumententest Nu er een competentieprofiel beschreven is, zal voor het uitvoeren van een consumententest een toets op dit profiel gezocht worden. Bij het omschrijven van de toetsen wordt uitgegaan van het meest uitgebreide profiel, wetende dat er gewicht zal moeten worden gelegd bij onderdelen, waardoor bedrijven die zich specialiseren op delen van het detectie ook aan bod kunnen komen. Het competentieniveau van detectie bedrijven kan als volgt getoetst worden: 1. de organisatie en beschikbaarheid over detectietechnieken en facilitaire onderzoeksmethoden kan getoetst worden door een organisatiecheck (overeenkomend met een prekwalificatie); 2. kennis en vaardigheden van de data-inwinning kan getoetst worden door het houden van een veldproef; 3. kennis en vaardigheden van de dataverwerking kan getoetst worden door de resultaten van de data inwinning en verwerking te vergelijken met de vooraf vastgestelde ligging van kabels en leidingen in het proefveld Organisatiecheck De organisatie van een detectiebedrijf en de beschikbaarheid over detectietechnieken en facilitaire onderzoeksmethoden kan getoetst worden aan de hand van de volgende criteria: Aanwezige kennis Competenties van de dragende functionarissen Beschikbare technieken (radar, radiodetectie, etc.) Beschikbare facilitaire onderzoeksmogelijkheden Aantal referentieprojecten en verdeling hiervan in de categorieën stedelijke, industriële en landelijke gebieden Te overleggen tevredenheidsverklaringen van klanten Kennis en ervaring bij data-inwinning De beoordeling van deze competentie wordt ingevuld tijdens het uitvoeren van de consumententest. 35

37 Om deze beoordeling mogelijk te maken, worden weer criteria benoemd. Op een hoger abstractieniveau worden de criteria verdeeld in twee groepen. De eerste groep heeft betrekking op het organiseren van de consumententest. Op welke wijze wordt welke kennis en ervaring ingezet om de score van de datainwinning zo hoog mogelijk te laten zijn. De benodigde criteria kunnen in een volgende fase van het project worden ontwikkeld Kennis en ervaring bij data-verwerking De beoordeling van deze competentie start waar de vorige is geëindigd. Als de ligging van een kabel of leiding is gedetecteerd, moet de gedetecteerde ligging worden ingemeten en verwerkt en uiteindelijk in een data-bestand worden opgenomen en een digitale kaart worden gevisualiseerd. Ook hier zijn weer criteria bepaald voor het toetsen van de competentie datainwinning: Voldoet het eindproduct aan de klantvraag; Wijze van inmeten gedetecteerde infrastructuur; Kwaliteit informatiegoed meetgegevens (eenduidig en ondubbelzinnig interpreteerbaar); Tijd tussen veldproef en overleggen meetgegevens; Kwaliteit personeel (vermogen informatie over te dragen, helpdeskfunctie, etc.); Beschikbaarheid van 2D-scan en/of 3D-scan; Mogelijkheid tot vertaling naar bestaande tekening. 6.8 Voorbereidingen van de consumententest In de deze paragraaf zal worden ingaan op de systematiek voor het beoordelen van de: organisatie door het organiseren van een organisatiecheck; het beoordelen van het data-inwinningsproces door het organiseren van een veldproef; en het beoordelen van de dataverwerking door het beoordelen van het aangeleverde informatiegoed in relatie tot de vooraf vastgestelde ligging van kabels en leidingen in het proefveld Voorbereidingen voor het beoordelen van de organisatie In paragraaf Organisatiecheck zijn de criteria genoemd aan de hand van welke de organisatie van een detectiebedrijf en de beschikbaarheid over detectietechnieken en facilitaire onderzoeksmethoden kan worden getoetst. De informatie met betrekking tot deze criteria wordt in kaart gebracht Voorbereidingen voor het beoordelen van de data-inwinning In paragraaf Kennis en ervaring bij data-inwinning zijn de criteria genoemd aan de hand van welke het proces van data-inwining van een detectiebedrijf kan worden getoetst. De informatie met betrekking tot deze criteria wordt in kaart gebracht door het organiseren van een veldproef. Hiervoor wordt het volgende beoordelingsproces doorlopen: 36

38 4. Het desbetreffende bedrijf stelt eerst een onderzoeksplan op. Dit onderzoeksplan wordt beoordeeld en gewaardeerd. 5. Op basis van het onderzoeksplan voert het bedrijf de consumententest uit. Elke waarneming die het bedrijf doet wordt door de beoordelaar en het bedrijf onafhankelijk van elkaar vastgelegd. Op deze wijze wordt de betrouwbaarheid vastgelegd. 6. Het testbedrijf wordt gevraagd om bepaalde objecten meerdere keren te detecteren. Op deze wijze wordt de precisie vastgelegd. 7. Door het aantal gedetecteerde hits te vergelijken met het aantal aanwezige objecten kan de volledigheid worden vastgesteld. 8. Op basis van deze waarderingen kan de score van het bedrijf bij deze competentie worden bepaald Voorbereidingen van de locatie voor de veldproef De consumententest zal bij voorkeur plaatsvinden op een locatie waar een veelheid van verschillende soorten ondergrondse objecten (kabels, leidingen, kunstwerken, overige objecten) op verschillende dieptes en wijzen in de grond zijn verborgen. Het is wenselijk dat verschillende grondsoorten aanwezig zijn. Bij de voorbereidingen van de locatie zal overwogen moeten worden of men gebruik wil maken van een bestaande locatie of dat een nieuw testveld wordt voorbereid. Nieuwbouw zal waarschijnlijk kostbaarder zijn dan het gebruik van een bestaande locatie. Bij nieuwbouw zijn de vrijheidsgraden echter groter dan bij een bestaande locatie. Er zal een keuze gemaakt moeten worden welke infrastructuur op de locatie aanwezig moet zijn. Het is wenselijk om verschillende typen kabels en leidingen van verschillende materiaaleigenschappen te integreren. Dit moet nog verder worden uitgewerkt. Gedacht kan worden aan de volgende typen objecten: Diverse soorten gasleidingen Diverse soorten elektrische kabels (stroomvoerend, niet stroomvoerend) Diverse soorten telecom kabels Diverse soorten waterleidingen Rioolbuizen Overige objecten (stenen, kunstwerken). Er zal bepaald moeten worden aan welke randvoorwaarden de locatie moet voldoen. Dit moet nog verder worden uitgewerkt maar gedacht kan worden aan de volgende randvoorwaarden: Beschikbaarheid van de locatie Kosten van de voorbereidingen van de locatie Kosten van het gebruik van de locatie Geheimhouding/onbekendheid: de uitvoerders mogen geen voorkennis hebben van de ondergrondse infrastructuur. Bodemgesteldheid 37

39 Nadat bovenstaande keuzes zijn gemaakt kan concreet worden begonnen met het zoeken naar een bestaande locatie of het ontwerpen en realiseren van een nieuw proefveld. Hierin speelt ook mee of de locatie eenmalig gebruikt zal worden of ook in de toekomst (bijvoorbeeld bij een eventueel certificatie traject) Voorbereidingen van het testprogramma Het testprogramma zal moeten worden uitgewerkt. De test kan op verschillende manieren worden opgezet. Er zal gekozen moeten worden over welke informatie de uitvoerders mogen beschikken. Verschillende keuzes zijn mogelijk, zoals: De uitvoerders krijgen helemaal geen informatie. Ze krijgen globale informatie. Bijvoorbeeld: Er liggen drie gasleidingen. Ze krijgen ruwe schetsen van infrastructuur maar moeten zelf de exacte locatie bepalen. Ze krijgen toegang tot een plek waarbij ze een signaal op een leiding kunnen zetten. Een combinatie van bovenstaande mogelijkheden. NB De mogelijkheden zijn niet uitputtend uitgewerkt. Er zal gekozen moeten worden onder welke randvoorwaarden de uitvoerders moeten werken. Verschillende keuzes zijn mogelijk, zoals: De beschikbare tijd die de uitvoerders krijgen. De kosten die ze mogen maken. De betrouwbaarheid, precisie en volledigheid waarmee ze hun resultaten moeten aanleveren. De weersomstandigheden. Overige randvoorwaarden. Tevens zal nagedacht moeten worden over de beoordeling van de resultaten. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van de resultaten zoals beschreven in de voorgaande hoofdstukken Voorbereidingen voor het beoordelen van de data-verwerking In paragraaf Kennis en ervaring bij data-verwerking zijn de criteria genoemd aan de hand van welke het proces van dataverwerking van een detectiebedrijf kan worden getoetst. De informatie met betrekking tot deze criteria wordt in kaart gebracht door het beoordelen van het aangeleverde informatiegoed in relatie tot de vooraf vastgelegde ligging van kabels en leidingen in het proefveld. Hiervoor wordt het volgende activiteiten verricht: het invullen van enquêteformulieren door het detectiebedrijf; het afnemen van interviews bij het detectiebedrijf; het bestuderen van het aangeleverde informatiegoed en beoordelen hiervan. 38

40 Het opstellen van de enquêteformulieren, interviewstrategie, en beoordelingstrategie van het informatiegoed dient nog te worden vastgesteld. 6.9 Kosten Bovenstaande aspecten maken duidelijk dat de voorbereidingen en realisatie van de locatie en het testprogramma veel voeten in aarde heeft! Aspecten die de kosten bepalen zijn: Voorbereidingen en organisatie Locatie (nieuwbouw of gebruik maken van een bestaande locatie) Inrichten testveld Opsporen ondergrondse infra door detectiebedrijven Beoordelen resultaten Eindrapportage en communicatie met de branche De hoogte van het hiervoor benodigde budget is moeilijk in te schatten Voorstel beoordelingssystematiek Voor het krijgen van een gewogen kwantitatief waardeoordeel voor de drie toetsingscriteria elementen van het competentieprofiel en voor het detectiebedrijf als zodanig wordt voorgesteld de systematiek van Balanced Scorecard toe te passen. Het voordeel van een Balanced Scorecard is: deze is vrij eenvoudig op te zetten en toegankelijk; er kan inzicht worden gekregen in de scores per criterium, per competentie en voor het geheel door het opstellen van verschillende scorekaarten op de verschillende abstractieniveaus; zowel voor criteria als voor de competenties kan een weegfactor worden toegepast; de weegfactoren kunnen eenvoudig worden aangepast om zo een verschil in accenten te krijgen per klantgroep. de scores kunnen zowel kwantitatief als kwalitatief of gecombineerd worden uitgedrukt, hierdoor kan een detectiebedrijf bijvoorbeeld 100%, 80%, 60%, 40% en 20% scoren maar kan het detectiebedrijf ook het predicaat zeer goed, goed, voldoende, onvoldoende en slecht krijgen. Een voorbeeld van de toepassing van de balanced scoremethodiek voor de bovenstaande competenties wordt in bijlage X toegelicht. 39

41 Om aan te geven hoe dat zou kunnen worden vormgegeven per criterium voor de competentie kennis en ervaring data-inwinning, is dit de subcriteria ligging x-y richting uitgewerkt : Afwijking gemeten ligging van score werkelijk ligging (2 zijden) 10 cm > Samenvatting belang van consumententest Het grote belang van de consumententest zit in het verschil met voorgaande testen, namelijk dat het niet primair gaat om de technieken maar om uitvoerders die hun deskundigheid in het gebruik van deze technieken aanbieden. Door niet primair naar technieken te kijken maar naar de uitvoerders wordt een zo realistisch mogelijk beeld verkregen van de mogelijkheden en beperkingen van deze technieken in de praktijk. Een bijkomend voordeel van de consumententest is de verkregen ervaring met praktijktesten waarbij uitvoerders beoordeeld worden. Van deze ervaring kan gebruik worden gemaakt als mogelijk in de toekomst gesproken gaat worden over het certificeren van uitvoerders van ondergrondse opsporingstechnieken. 40

42 7 Literatuurlijst [1] Innovatieve opsporingstechnieken voor kabels en leidingen, TNO in opdracht van St. COB, Feb [2] The European GIGA Project, Guido Manacorda, Howard Scott, Dave Pinchbeck et al, [3] Scientific and technical objectives, ORFEUS website: [4] Lokalisering van ingegraven leidingen - Fase 1: Opstellen van specificaties & Inventarisatie leveranciers, GASTEC TECHNOLOGY BV, A.Alderliesten, E.A.Polman, [5] Lokalisering ingegraven leidingen - Fase 2: Praktijkbeoordeling kansrijke technieken, Kiwa NV, E.A.Polman, [6] PPT-presentatie Grondradar, een update, Werkgroep Detectietechnieken KLO, nov Zie ook bijlage IX. [7] Product specification PipeHawk II, see [8] GSSI Company Brochure.pdf, see also [9] [10] [11] [12] Website Mastop: 41

43 I Enquête In deze bijlage wordt de enquête met de gesommeerde resultaten weergegeven. Vraag nr. Vragenlijst gebruikers Ondergrondse Opsporingstechnieken Totaal aan keren JA Overige opmerkingen 1 Welke branche vertegenwoordigt u? (meerdere antwoorden mogelijk) 2 Hoeveel mag het gereedschap kosten 3 Hoe snel moet het gereedschap op de markt zijn? 4 Hoe kan het gereedschap gebruikt worden naast/binnen de gebruikelijke procedures nu (KLIC) en in de toekomst (Kadaster) (meerdere antwoorden mogelijk) Aannemers 1 Storingsmonteurs 1 Grondroerders 3 Kabel- en 6 leidingbeheerders Loon/grondverzetbedrijf 0 Waterbedrijf 2 Gemeente 1 Allen 0 1 verzekeringsmij euro euro 3 Anders 2 1 nvt Over een jaar 3 Over twee jaar 5 Anders 0 1 nvt Storingsonderzoek, controle beheerders Aanvullende informatie 7 Identificeren onduidelijke 7 gegevens Vergunningsprocedures 3 Diepteligging 6 Opsporen objecten 5 Anders Technische eisen (wat moet het gereedschap kunnen) Horizontale vlak (H) 0,01 m 2 0,10 m 3 Anders 2 1m Diepteligging (D) 0,01 m 2 42

44 0,10 m 5 Anders 1 1m 0 Afmeting object (A) 0-10% % 4 Anders 0 1 nvt 0 De kans dat het gereedschap een kabel of leiding detecteert die ook daadwerkelijk aanwezig is. 99,90% 3 95% 4. % 1 De kans dat het gereedschap een kabel of leiding detecteert, welke niet aanwezig is (vals alarm) 6 Wat is de gewenste range (diepte) 7 Hoe snel moeten de resultaten beschikbaar zijn? 8 Welke afmetingen moet het detecteren 9 Welke materialen moet het detecteren (meerdere antwoorden mogelijk) < 5% 7 < 10% 2. % 0 t.m. 2 m 6 t.m. 5 m 2 t.m.. m 1 direct 6 op kantoor 3 0,04 cm 0 2 cm 3 3 cm 1 4 cm 0 5 cm 0 10 cm 3 de kleinste kabel of leiding 3 alles 3 vloeistoffen 0 koper 3 telecomkabels 4 beton 2 asbestcement 3 glasvezel 4 PE 6 PVC 6 kunststof 3 gietijzer 5 staal 4 HDPE 5 Anders 0 Aluminium 10 Andere technische eisen zelf invullen 0 Diverse 43

45 11 Hoe groot mag het gereedschap worden (vervoer) broekzak 0 steekwagen 7 anders 0 Diverse 12 Hoe zwaar mag het gereedschap worden? 13 Wie gaat het gereedschap gebruiken (meerdere antwoorden mogelijk) 14 Hoe moeten de resultaten uitgedrukt worden (meerdere antwoorden mogelijk) Door 1 persoon te tillen 8 Door 2 personen te tillen 0 Anders 0 1 nvt LTS 1 MTS 6 HTS/WO 0 Anders 1 1 nvt 1d scan 0 2d scan 4 3d scan 5 kans op schade 0 risico (kosten) 0 graven ja/nee 2 Anders 0 Diverse 15 Zijn er nog andere operationele eisen? (meerdere antwoorden mogelijk) schokbestendig 6 bedieningsgemak 6 geen waterpas 2 bestand tegen 6 weersinvloeden vuilbestendig 6 laag stroomgebruik 2 fool proof 3 Anders 0 44

46 II Samenvatting van onderzoek naar ondergrondse detectiemethoden II-1 Rapport Innovatieve opsporingstechnieken voor kabels en leidingen In het rapport Innovatieve opsporingstechnieken voor kabels en leidingen [1] wordt een opsomming gegeven van mogelijke technieken. Deze zijn: Elektromagnetisme, actief: Grondradar 3D grondradar Elektrische weerstandsmeting Elektromagnetisch inductie (actief) Elektromagnetisme, passief: Elektromagnetisch inductie (passief) Magnetometrie Spontane potentiaal Mechanica, actief Seismografie Akoestische emissie Druksensor Overig, passief Thermografie Gravimetrie Overig, actief Gyroscoop Hybride systemen Het rapport geeft een aantal scenario s welke op grond van een inventarisatie van wensen en eisen van gebruikers interessant zijn om uit te werken. Deze scenario s zijn: Scenario A: Grondradar voor lijninfrastructuur (1D objecten) Scenario B: Grondsonar (seismografie) Scenario C: Bestaande technieken (waaronder elektromagnetische inductie en GroundTracer) 45

47 II-2 Giga project Het Giga project was een door de Europese Commissie gefinancierd project met als doel om te informeren over en het mogelijk maken van het ontwikkelen en bouwen van een nieuw en betrouwbaar type grondradar (GPR Ground Penetrating Radar). Het uiteindelijke doel is een speciaal ontwikkelde GPR met een dermate hoge precisie en resolutie die nodig is voor gleufloos inbrengen van gasleidingen door middel van horizontale boringen (Horizontal Directional Drilling). In het project waren zowel eindgebruikers als fabrikanten van GPR betrokken. Conclusies van het project zijn onder andere [2]: Op grond van veldtesten gedaan tijdens het Giga project, gecombineerd met andere veldtest-resultaten, is de conclusie dat met behulp van de beste apparatuur de firma IDS een detectiepercentage van meer dan 80% tot twee meter diepte mogelijk is, een fout alarm kans van minder dan 10%, een positienauwkeurigheid van 40 mm zowel het horizontale als verticale vlak en een resolutie van meer dan 300 mm. Twee aspecten dienen meer aandacht te krijgen: de penetratiediepte en de detectie van niet-metallische (bijv. plastic) objecten met kleine diameters. Op basis van studies verwacht Giga dat grondradars met stepped frequency sources betere resultaten mogelijk zijn dan met de nu veel gebruikte impuls systemen. Giga had een dergelijke radar willen ontwikkelen maar door de hoge kosten van de hardware heeft men hiervan afgezien. De ontwikkelingen op hardware gebied zullen daarom doorgaan met impuls systemen en zich richten op het gebruik van multi-frequentie antennes met frequentie bereiken van 150MHz tot 2GHz. Men erkent dat inherent aan het gebruik van impuls systemen er beperkingen zijn ten aanzien van frequentiebereik en dus ook aan de indringdiepte. ORFEUS, het vervolg van het GIGA project [3] vermeldt de volgende resultaten van het GIGA project: Met de best-beschikbare grondradar systemen is de indringdiepte beperkt tot 1 meter indien de bodem zeer geleidend is (bijv. klei met een 50 db/m twee-richtings verzwakking). Bij deze indringdiepte is een detectiepercentage van 80% (bij een betrouwbaarheid van 90%) te verwachten. Daarbij is ook aangetoond dat kleine niet-metallische voorwerpen (kleiner dan 20 mm) welke liggen op meer dan 0,5 m diepte, bijzonder moeilijk te detecteren zijn, met name als deze in zeer geleidende grond liggen. 46

48 II-3 ORFEUS ORFEUS, het vervolg project van GIGA, heeft op grond van de resultaten van het GIGA project, de volgende doelen gesteld [3]. Allereerst wil men komen tot betere resultaten bij bovengrondse radar metingen: Thus, the main scientific and technical objective set for the development of an enhanced GPR for utilities mapping from the surface is: to develop a GPR radar system capable of enhancing typical state-ofthe art performance as stated above by a factor of 1.5; to develop a microwave trans-receiver with high sensitivity to low signal levels (i.e. small targets at depths beyond 0.5 m); to develop an innovative hardware active background canceller able to adaptively cancel the effects of the soil from the micro-wave trans-receiver; to develop an adaptive Ultra Wide Band (UWB) antenna with radiation characteristics that can be adjusted in real-time to the type of soil; to adapt an existing artificial test site to the specific purposes and objectives of the ORFEUS project. Tevens wil ORFEUS een ondergrondse radar ( borehole radar ) ontwikkelen die gemonteerd kan worden op een boorkop, bijvoorbeeld bij gestuurde boringen (Horizontal Directional Drilling - HDD): Thus, to design and develop a side and forward looking borehead mounted radar, will include: designing an impulsive GPR to be accommodated in the bore-head of a horizontal directional drilling machine, capable of searching in front of the bore-head but also laterally; designing a GPR antenna capable of installation on a bore-head or a drill rod and an associated dielectric window ; designing and building a miniaturised and ruggedised electronic sub-system capable of surviving the harsh mechanical environment of the bore-head; designing an appropriate data transmission system, whether wireless or via the drill rods. Omdat de bodem erg van invloed is op de resultaten van de grondradar en op de te kiezen antenne - wil ORFEUS komen tot een betere afstemming van de antenne op de onderliggende grondsoort: Combining electromagnetic characterisation, at GPR frequencies, with geotechnical investigations and supplementing them with regional geological settings history information will yield a much more reliable final characterisation of the ground. 47

49 The necessary tasks involve: providing predictive models to be used in the real time optimization of adaptive ground coupled antennas; conducting geotechnical characterisation of the natural test sites; developing reliable methodologies for the in-situ measurement of soil characteristics relevant to GPR; to link the microwave characterisation to the geo-technical data and the more widely available morphogeological characteristics to generate knowledge for building a map of GPR applicability in Europe. Conclusies: Het Orfeus project is begonnen in november 2006 en zal eindigen in oktober Er doen negen organisaties aan mee, waaronder drie fabrikanten: OSYS, IDS en Trakto-Technik. De investeringen bedragen 5M, waarvan 50% van de EG. Het Orfeus project is een ambitieus project. De investeringen en de looptijd geven aan dat er veel inspanningen verwacht worden om de grondradar met een factor 1,5 te verbeteren, een boorkop radar te ontwikkelen en een adaptieve antenne te ontwikkelen. Het Orfeus project geeft tevens aan wat de te verwachten ontwikkelingen zijn in de nabije toekomst. II-4 Rapport Lokalisering van ingegraven leidingen In 2005 heeft Gastec Technology BV een multiclient onderzoek uitgevoerd met als titel: Lokalisering van ingegraven leidingen - Fase 1: Opstellen van specificaties & Inventarisatie leveranciers. [4] In deze rapportage zijn verschillende leveranciers en detectiemethodieken geïnventariseerd. Speciaal is gekeken naar de ontwikkeling die de laatste jaren heeft plaatsgevonden. Uit deze analyse kwam naar voren dat grondradartechnologie de enige methode is om sleufloos leidingen te kunnen detecteren met voldoende nauwkeurigheid. Voor de verkoop van grondradarsystemen zijn voornamelijk twee producenten actief op de Nederlandse markt, namelijk GSSI en Sensors&Software. De productontwikkeling die zij de laatste jaren hebben uitgevoerd heeft zich vooral gericht op het verbeteren van de dataverwerking, waardoor de mogelijkheden zijn vergroot en de complexiteit verminderd. Daarnaast zijn er verschillende partijen op de markt die het uitvoeren van leidingdetectie als service verkopen. Voorbeelden hiervan zijn o.a. Arcadis, Geofos, Grontmij, Deep en TNO. In geval grondradar niet mogelijk is, is het noodzakelijk om een signaal aan de leiding te brengen of een sonde in te brengen in de leiding. Een groot nadeel hiervan is het feit dat de leiding op één plaats moet 48

50 worden opengebroken. Daarnaast is de te detecteren leidinglengte beperkt tot enkele honderden meters. Naar aanleiding van dit onderzoek zijn in fase 2 van het onderzoek (maart 2006) op zandgrondlocaties in Almelo en Apeldoorn praktijkproeven gedaan met grondradar en radiodetectie voor het in kaart brengen van de positie van gasleidingen. [5]. De technische evaluatie luidde aldus: In zandgrond blijkt het goed mogelijk om leidingen te detecteren. In de praktijk liggen meestal meerdere typen infrastructuur in een smalle zone bij elkaar. Des te meer informatie vooraf beschikbaar is, des te eenduidiger kunnen de signalen worden geïnterpreteerd. In de praktijk blijkt het door een geoefend persoon mogelijk om met een geoefend oog stalen en andere metalen leidingen te onderscheiden van andere leidingmaterialen. In de praktijk worden vaak meerdere technieken gecombineerd om een gebied systematisch in kaart te brengen. Met radiodetectie kunnen dan eerst de metallische leidingen in kaart worden gebracht waarna met grondradar de andere materialen worden getraceerd. Bij navraag aan IDS en GSSI bleek destijds dat minimaal HBO niveau noodzakelijk is voor de operator van het grondradarsysteem. Detectie met grondradar kostte veel tijd. Volgens IDS waren 2 personen nodig om een gedetailleerde scan te maken van een gebied. 1 persoon voerde de metingen uit en de tweede persoon verzorgde het uitzetten en markeren van het tracé en let op het aankomende verkeer. In 1 dag kon een strook van 5 meter breed en 1 kilometer lengte in kaart worden gebracht. De uitwerking van de data was 1 á 1,5 mandag werk. Het in kaart brengen van 1 kilometer leidingtracé was volgens deze gegevens 3,5 mandag werk, waarvan 2,5 dagen op HBO niveau en 1 dag op LBO niveau. Wanneer we de technische criteria van het rapport van fase 1 onder de loep nemen, kan geconcludeerd worden dat de grondradartechniek niet aan alle criteria kan voldoen. Bewezen technologie: +/- (veelal toegepast door meetbedrijven) Nauwkeurigheid + (niet geverifieerd) horizontaal/verticaal: Diepteligging + Meerdere materialen + Niet destructief + Prijs: - waarschijnlijk duurder dan proefsleuven Opleidingsniveau - (minimaal HBO) 49

51 De nauwkeurigheid van de methode kon niet goed geverifieerd worden omdat de leidingen niet zijn opgegraven. De metingen tussen de firma s IDS en GSSI geven onderlinge verschillen. Zo detecteert de firma IDS met hun systeem meer leidingen. Ook zijn verschillen gesignaleerd in de vermeende diepteligging (circa 10 cm) en in de laterale ligging (circa 20 cm). II-5 KLO presentatie Grondradar, een update De werkgroep Detectietechnieken van KLO heeft in 2007 een inventarisatie gemaakt van de gebruiksmogelijkheden van grondradar voor het opsporen van kabels en leidingen. De presentatie van de werkgroep is in bijlage IX weergegeven. De werkgroep komt tot de volgende conclusies: Grondradar is een veelbelovende techniek en ontwikkelt zich snel Aantal geschikte fabrikaten en dienstenaanbieders beschikbaar De eerste 2 a 3 jaar nog zeker niet bruikbaar voor volledig betrouwbare detectie van K+L Goed bruikbaar bij ondersteuning van graafwerkzaamheden Niet iedere kabel of leiding is in alle gevallen te vinden Foutmeldingen kunnen kabels aangeven die er niet zijn Bij hoge bezettingsgraad kunnen kosten breakeven worden aan conventionele detectiemethoden Te gebruiken, als extra check, bij risicovolle gebieden b.v. hogere netvlakken of bij heiwerken of plaatsen van damwanden, boringen Bij planvormingsproces in combinatie met aanvullende informatie De KLO werkgroep heeft niet naar andere opsporingstechnieken, zoals radiodetectie, gekeken. De werkgroep heeft ideeën voor een pilot met een aantal verschillende grondradar systemen. De werkgroep heeft ook met dhr. Rijst van GroundTracer (zie III-4) gesproken. De conclusie van de werkgroep was dat de meerwaarde van de Tracer nog niet overtuigend was. 50

52 III Grondradarsystemen III-1 Inleiding In deze bijlagen worden grondradar systemen besproken. Er is getracht interessante vernieuwingen te vermelden en een beeld te schetsen van wat de diverse apparatuur kan. Om dubbelingen te voorkomen zullen niet alle apparaten van alle fabrikanten besproken worden, maar wordt een zo goed mogelijk beeld gegeven van wat beschikbaar en mogelijk is. In bijlage V wordt een overzicht van radiodetectiemethoden gegeven. III-2 PipeHawk PipeHawk was betrokken bij een project van New York Gas (NYGas) om een draagbare grondradar ontwikkelen. Het apparaat zou op twee punten verschillen van de traditionele grondradars: Draagbaar, dus niet over de weg rijdend. De bediener kan met de antenne een zwiepende beweging maken in plaats van over een rechte lijn te bewegen. Er is een prototype ontwikkeld met een antenne die niet vlak bij grond gehouden wordt, maar volgens dhr. A.Jones van PipeHawk/Adien is het vanwege de natuurkundige beperkingen toch gewenst een antenne dicht bij de grond te gebruiken. PipeHawk levert de PipeHawk II grondradar, een apparaat op wielen. De grondradar scant de bodem af met meerdere frequenties om daarna zelf met de beste frequentie een beeld te vormen. Volgens dhr. A. Jones zijn er geen bodemdeskundigen nodig om het apparaat te bedienen. Interpretatie van de gegevens gebeurt door middel van software op kantoor. Volgens de brochure van de PipeHawk II [7] zijn de technische specificaties: Meetdiepte: tot 2,5 m (afhankelijk van bodemomstandigheden) Minimale afmetingen object: 18 mm Materialen: plastics, glasvezel, metalen, asbest cement, klei, hout en ondergrondse holten. Kosten: ,- III-3 Sensors & Software Sensors & Software Inc. levert de Pulse Echo Pro. Deze grondradar maakt gebruikt van een set van antennes waaruit er één gekozen wordt afhankelijk van de toepassing en de gekozen frequentie. Het frequentiegebied varieert van 12,5 MHz tot 1000 MHz. Volgens dhr. G. Johnston, vertegenwoordiger van Sensors & Software Inc zijn er de laatste jaren geen grote veranderingen geweest in de meetprincipes (antennes en frequenties, sampling) en prestaties. Uiteraard loopt ook Sensors & Software tegen de natuurkundige beperkingen van de radartechniek op. 51

53 Volgens Johnston is in tegenstelling met wat GIGA beweert de Stepped Frequency Source radar niet veel beter dan de Pulse System radar. Daarom heeft Sensors & Software er voor gekozen deze techniek niet verder te ontwikkelen. III-4 GroundTracer GroundTracer BV levert een aantal producten die gebruik maken van de combinatie van grondradar en de zgn. Tracer. De Tracer meet en analyseert spontane potentiaalverschillen. De Survey is met name bedoeld om grote gebieden in kaart te brengen. Het systeem beschikt over een GPS unit voor positionering. Speciale software maakt het mogelijk om snel te scannen (bijv. 94 hectare uiterwaarden bij Deventer in 6 ½ dag). De data worden automatisch verwerkt. Indien leidingen e.d. in kaart moeten worden gebracht, dienen deze handmatig ingeklikt te worden in de data. De DigAssist is een nieuwe ontwikkeling bedoeld voor real-time visualisatie van objecten in de bodem. Er zijn twee uitvoeringen: Een uitvoering welke op de graafbak van een graafmachine gemonteerd kan worden. Door de graafbak langs de grond te bewegen ziet de machinist op een scherm (PDA) de hyperboolachtige verstoringen langskomen en kan daaruit opmaken of er sprake is van een object in de bodem. Dwarsleidingen worden in dit één-dimensionale systeem beter gevisualiseerd dan langsleidingen. GroundTracer voert reeds experimenten uit in samenwerking met de Nuon. Een andere uitvoering is een hand-held apparaat om snel te kunnen controleren of er iets in de grond ligt. De grondradar van GroundTracer is een pulse radar die net als de andere radar systemen te maken heeft met de natuurkundige beperkingen. GroundTracer merkt hierbij op dat de kwaliteit van de antenne en de dataverwerking (software) van grote invloed is op het eindresultaat. Er wordt gebruik gemaakt van één vaste frequentie. Het voordeel van de combinatie met de Tracer techniek is dat de Tracer opvallende spontane potentiaalverschillen ( uit de bodem ) weergeeft die kunnen duiden op een bodemverstoring. Afhankelijk van wat men zoekt (archeologische resten, een lek in een waterleiding, een leiding diep in de grond) kan men door de Tracer op het spoor worden gebracht van de locatie van het object. De Tracer geeft niet, in tegenstelling tot de grondradar, de diepte van de verstoring aan. Dhr. Van der Rijst van GroundTracer wilde geen concrete resoluties geven als functie van de diepte. Hij vermelde wel dat er door de GroundTracer zaken zijn gevonden die door de grondradar alleen niet worden opgemerkt. Maar ook hij geeft geen 100% detectie-zekerheid. 52

54 Het opleidingsniveau voor het bedienen van de Survey is minimaal MBO. Kosten Survey: circa ,Kosten DigAssist: nog niet bekend, maar zal circa ,- bedragen. Conclusies uit het gesprek met GroundTracer: De combinatie van grondradar en spontane potentiaalmetingen maakt het interessant om de meerwaarde van dit systeem uit te testen in de praktijk. III-5 IDS IDS levert diverse typen grondradarsystemen. De Detector Duo is uitgerust met twee antennes die simultaan op twee verschillende frequenties meten. Hierdoor kan volgens IDS tegelijkertijd diepe en minder diepe leidingen worden gedetecteerd. Daarbij levert men gebruikersvriendelijke software voor verwerking van de gegevens en het aangeven van leidingen e.d. in de gegevens. De RIS-MF is een bredere versie van de Duo. Deze is speciaal ontworpen als 3D radar systeem voor het in kaart brengen van K&L en grondsoorten. Door middel van software kunnen de gegevens in een database en CADtekeningen gezet worden. Figuur 1: IDS Detector Duo en RIS-MF. IDS heeft een tabel opgestuurd met waarden voor de nauwkeurigheid, bereiken, afhankelijk van de radarfrequentie. Zie hiervoor bijlage II. III-6 GSSI GSSI levert diverse grondradar systemen voor uiteenlopende toepassingen. De systemen variëren van handapparaten tot trolleys tot systemen die aan wagens hangen. Met name de trolley systemen komen ook bij andere leveranciers voor. Ook GSSI levert 3D-data verwerking software. Vernieuwend is wellicht hun Terra Vision: een systeem dat achter een auto is gemonteerd en waarbij al rijdend met een snelheid van 7 km/h de pijplocaties automatisch worden gegenereerd: 53

55 TerraVision is GSSI s first truly One-Pass 3D system. This affords faster and more accurate data collection and target identification than has ever been available. The design goal has been to assist the user in detecting the location, depth and angle of utility pipes automatically. TerraVision collects a six-foot wide ribbon of data at a range of speeds and resolutions. It is designed to collect 1/2 mile of data at four mph, which will deliver the full resolution of one scan per inch. The internal survey wheel will keep track of data spacing, while GPS keeps track of where you are in the world. The fixed relative position of the 14 internal antennas guarantees an accurately spaced sixfoot swath of 3D data.[8]. Figuur 2: GSSI Terra Vison systeem [8] Mevr. S. Kathage, vertegenwoordigster van GSSI in Duitsland, geeft geen concrete detectiedieptes en objectdiameters omdat die erg afhangen van de antennefrequentie. GSSI levert geen combinatie met radiodetectie. 54

56 IV IDS IDS heeft de volgende tabellen voor de karakteristieken voor diverse typen radar systemen aangeleverd. 55

57 56

58 V Radiodetectie V-1 Inleiding In deze bijlagen worden radiotectie-systemen besproken. Er is getracht interessante vernieuwingen te vermelden en een beeld te schetsen van wat de diverse apparatuur kan. V-2 Radiodetectie In de volgende paragrafen worden systemen besproken die gebruik maken van Radiodetectie (Radio Frequency Locators) en aanverwante technieken (zoals magnetische velden). V-3 C.Scope Cable Avoidance Tool De Cable Avoidance Tool (CAT) van C.Scope is een gereedschap dat onder andere gebruik maakt van radiodetectie. De CAT kent drie meetprincipes [9]: P - POWER modus voor het detecteren van elektrische kabel ( live, imbalanced cables ). R - RADIO modus voor het detecteren van re-radiated radio signalen. G - GENERATOR modus voor het detecteren van geleidende kabels en pijpen die het opgelegde generator signaal dragen. Hiervoor is een aparte Signal Generator nodig die aangesloten wordt op de geleider. C.Scope geeft globale waarden aan voor de meetbereiken, maar geeft gelijk aan dat deze erg afhankelijk zijn van bodemgesteldheid, temperatuur, vochtigheid e.d.: P - POWER : 3 meter R - RADIO : 2 meter. G GENERATOR : 3 meter (6 meter met sonde) Kosten: ± 900,- (afhankelijk van type en leverancier) Gevoeligheid: 5% van de diepte Diepte nauwkeurigheid: 10% van de diepte. 57

59 Figuur 3: Het gebruik van een Cable Avoidance Tool (bron: C.Scope). V-4 Radiodetection CAT3 Radiodetection is een andere fabrikant van CAT s. De Radiodetection CAT3 kent dezelfde drie meetprincipes en heeft daarbij de mogelijkheid om alle drie de modi tegelijk te gebruiken [10]. Een meetsignaal kan op verschillende manieren op een leiding worden gezet: een direct signaal, een signaal via inductie, en een signaal via een sonde ( muis ). Zie hiervoor het overzicht in Figuur 4. Figuur 4 Methoden van signaaloverdracht op/in een leiding: Zoals blijkt uit Figuur 5 geeft Radiodetection dezelfde meetbereiken op als C.Scope. Daarbij kan volgens Radiodetection de diepte ook gemeten worden met een nauwkeurigheid van 5%. 58

60 Figuur 5: Bereiken en nauwkeurigheid van de Radiodetection CAT3. De prijzen van de CAT3 serie ligt in dezelfde range als de C.Scope CATs. RD4000 De RD4000 van Radiodetection is een apparaat speciaal voor radiodetectie. Er kan een range van frequenties worden ingesteld voor een zo goed mogelijk resultaat. Daarbij is de gevoeligheid voor signalen extra hoog. Het dieptebereik hangt af van de ingestelde frequentie, zoals te zien is in Figuur 6. Figuur 6: Meetbereiken van de RD4000 Het blijkt dat de RD4000 tot grotere diepten kan meten dan de CAT3. V-5 Andere CAT leveranciers 59

61 Andere leveranciers van CATs en Radiodetectors zijn onder andere: Leica (o.a. Digicat 200) Ridgit (o.a. SR 20, SR 60.) PACT (o.a. Tomcat 2) Het blijkt dat ieder apparaat zijn eigen snufjes en bijzonderheden heeft. De RidGids zijn in dit opzicht bijzonder omdat ze beschikken over antennes die de ligging en richting van de leiding aangeven [11], zie ook Figuur 7. Figuur 7: RidGid SR20 Geen van de CATs en radiodetectie apparatuur beschikt over plaatsbepalingsystemen zoals meetwielen of GPS. 60

62 VI Matrix aspecten nader bekeken VI-1 Enkele aspecten van de matrix nader bekeken Een belangrijk gegeven voor het gebruik van een techniek is de detecteerbaarheid. Detecteerbaarheid was tot nog toe de doorslaggevende factor waar men op heeft gefocusseerd in eerdere inventarisaties en onderzoekscommissies. Met de Matrix hopen we duidelijkheid te verschaffen in de noodzaak tot relativering van de detecteerbaarheid en nauwkeurigheid. VI-2 Detecteerbaarheid Opvallend is dat geen van de technieken voor 100% alle soorten kabels terugvindt op alle besproken dieptes. Op grond van de matrix lijkt het dat graven de hoogste score heeft en dat op het eerste gezicht lijkt grondradar er minder goed vanaf te komen. Een opvallend hoog scorende techniek lijkt het gebruik van radiodetectie. Figuur 8: Schematische visualisatie van het dieptebereik van grondradar. Vanuit de praktijk blijkt dat we bovenstaande bevindingen toch enigszins moeten nuanceren. Daarom is de matrix ook uitgebreid met factoren die met name bekend zijn bij uitvoerders, gebruikers en leveranciers van de verschillende technieken en tot nog toe niet als zodanig zijn meegenomen in de beoordeling van de afzonderlijke technieken. Graven heeft de hoogste score, maar heeft een aantal nadelen in de vorm van overlast, uiterst langzaam, puntinformatie en graven wordt veelal uitgevoerd op basis van voorkennis uit kabelsituatiekaarten. Dit laatste geldt ook voor Radiodetectie. Daarnaast is deze meetvorm gevoelig voor zwerfstromen, waar echter ook weer gebruik van gemaakt kan worden. 61

63 Ten aanzien van de negatieve score voor grondradar, de Nederlandse bodem bestaat niet enkel uit zand klei en veen. Het grootste deel bestaat uit mengverhoudingen met hier en daar gebieden van puur product. De figuur geeft aan dat radar niet alleen voor zandgrond geschikt is en dat deze in veel gevallen ook in niet zandgrond nog nuttige info levert. Een uiterst belangrijk verschil tussen het gebruik van radar en radiodetectie en proefsleuven is het volgende; Radiodetectie en graven zijn technieken die worden ingezet op basis van voorkennis. Eerst wordt een kaart geraadpleegd en vervolgens wordt deze informatie geverifieerd met behulp van deze technieken. Bij Grondradar zijn er meer mogelijkheden. Men kan met grondradar eenvoudig een dataset genereren van een locatie en vervolgens interpreteren op ligging van kabels en leidingen. Het probleem wat dan weer om de hoek komt kijken is de detecteerbaarheid. Heeft de radar op de locatie alle leidingen gedetecteerd of zijn er leidingen gemist? Wanneer een ervaren bureau het onderzoek heeft uitgevoerd kan deze uitstekend aangeven waar het onderzoek voldoende- en onvoldoende resultaat heeft geleverd. Door een dergelijk onderzoek aan te vullen met radiodetectie en/of proefsleuven kan de score van de detecteerbaarheid eenvoudig worden verhoogd. VI-2-1 Nauwkeurigheid Nauwkeurigheid kan soms tot vreemde discussies leiden, enerzijds wordt binnen de proefsleuf een nauwkeurigheid geëist op centimeterniveau (puntniveau) terwijl daarnaast een aanname van de ligging tussen de verschillende proefsleuven wordt geaccepteerd (lijnniveau). De wet WION gaat vooralsnog uit van een nauwkeurigheid van 1 meter. In principe is het vastleggen van een kabel of leiding op centimeterniveau een ondoenlijke taak. Zelfs wanneer een kabelsleuf over een bepaalde lengte open ligt zal het meetinterval in de lengte van de leiding (bijv. een flexibele leiding) enkele centimeters moeten bedragen om de leiding 3-dimensionaal op centimeterniveau te kunnen vastleggen. In de praktijk (aannemerij) wordt vaak de term schopbreedte gehanteerd en geaccepteerd. Een kabel wordt ten slotte niet met een theelepel opgegraven. VI-3 Vastlegging en Registratie Onder dit aspect zijn de volgende subcriteria benoemd welke in deze paragraaf hoofdstuk nader zullen worden toegelicht; Kwaliteit van de operator Vereist opleidingsniveau Mogelijkheid tot 'postprocessing' Detectie is verbonden aan positionering (meetwiel/gps etc) Foutgevoeligheid (aantal handmatige acties/procedure fouten) Controleerbaar (zonder op te zoeken) 62

64 VI-3-1 Afhankelijk van de kwaliteit van de operator Nagenoeg in alle gevallen zijn we afhankelijk van de kwaliteit van de operator. Zelfs het raadplegen van een kaart of het graven van een proefsleuf vereist een bepaalde praktijkervaring. In de praktijk is een goede grondwerker niet zo eenvoudig te krijgen als we verwachtten. Belangrijk is het om te weten dat de mate van bedrijfservaring van invloed is op het resultaat. VI-3-2 Vereist opleidingsniveau Opleidingsniveau is een belangrijk gegeven in relatie tot de innovatieve opspoormethodes en sceptici die de technieken nog kennen uit het verleden. Een veel gehoord argument tegen het gebruik van grondradar is de moeilijkheidsgraad van de techniek. Tot en met de jaren 90 was dit ook inderdaad het geval. Grondradar werd tot dan toe slechts toegepast door geofysici met een universitaire opleiding. Bijkomend probleem was dat naast het opleidingsniveau van het personeel er eveneens nagenoeg geen raakvlakken lagen met de ondiepe civiele techniek. Een geofysicus is eerder geneigd om zich bezig te houden met moeilijke vraagstukken op moeilijk bereikbare plaatsen (bijvoorbeeld in constructies, diepe bodem, en onder verharding). In de jaren 90 stonden er een tweetal bedrijven op die grondradar actief op de markt brachten voor de ondiepe civiele techniek zoals kabels, leidingen, verontreiniging, fundatieresten etc. Door deze verandering werden er meer en meer civieltechnici ingewijd in deze techniek, waardoor nu anno 2008 het werk wordt uitgevoerd door MBO geschoold personeel en er toch al ca. 15 tot 20 bedrijven actief grondradar beoefenen. Ten aanzien van het graven van proefsleuven wordt de specialisatie sterk ondergewaardeerd. Men verwacht al snel dat elke grondwerker, dan wel een minigraver een leiding onbeschadigd kan opgraven. In de praktijk blijkt, zoals al eerder vermeldt dat een goede grondwerker niet zo eenvoudig te krijgen is als we verwachtten. Met als gevolg dat Nederland wordt geplaagd door tal van schadegevallen. VI-3-3 Mogelijkheid tot nabewerking Met nabewerking wordt bedoeld; de mogelijkheid tot het verzamelen van gegevens in het veld welke na afloop van de metingen worden uitgewerkt tot een resultaat op kantoor. Belang hiervan is dat de verkregen gegevens niet enkel afhankelijk zijn van de operator die in het veld de gegevens heeft verzameld. De gegevens kunnen worden beoordeeld, gecontroleerd en worden geregistreerd door specialisten of derden in relatie tot het vastleggen op kaart. Tevens zijn de gegevens bruikbaar voor conflictsituaties. Nabewerking kan bij alle detectiemethoden nodig zijn. VI-3-4 Detectie is verbonden aan positionering Vergelijkbaar met het vorige subcriterium, wanneer het opspoormechanisme te koppelen is met geografische vastlegging, ontstaat de mogelijkheid tot postprocessing. 63

65 VI-3-5 Foutgevoeligheid en Controleerbaarheid In principe bevat elke methodiek een mate van foutgevoeligheid. Rekening houdend met de fouten kunnen het aandachtspunten worden die men kan meenemen in correct gebruik van de afzonderlijke methoden. Navolgend een aantal ervaringen uit de praktijk bij proefsleuven, radaronderzoek en radiodetectie. Opgemerkt moet worden dat hier een voorbeeld wordt geschetst hoe het fout kan gaan, het gaat natuurlijk in de regel goed. VI-4 Enkele aspecten van de technieken nader bekeken VI-4-1 proefsleuven Bij het graven van een proefsleuf wordt veelal gebruik gemaakt van LBO geschoold personeel. Het optekenen van de bevindingen kan plaats vinden op handmatige schetsen of op elektronische wijze. Veel gemaakte fouten zijn; sleuf is niet op de juiste plaats uitgevoerd, sleufdimensies zijn onvoldoende, de vastlegging is onnauwkeurig, de waarneming is niet correct opgetekend. Wanneer dit echter vakkundig is uitgevoerd is dit vaak afdoende voor het terugvinden van de kabel op basis van de gemaakte schets. De schets wordt vervolgens opgetekend door vaak een ander persoon, namelijk door een operator op kantoor. De fout die hierbij kan ontstaan is het niet op kaart aanwezig zijn van het gebruikte vaste punt. Daarnaast moet de handmatige schets worden geïnterpreteerd. Veel gemaakte fouten zijn; De schets wordt verkeerd geïnterpreteerd Gebruikte meetpunten staan niet op kaart Gebruikte meetpunt staat niet correct op kaart Bij correct basismateriaal en ervaren en op elkaar ingespeeld personeel is de kans op fouten veel kleiner. De mogelijke fouten zijn echter niet eenvoudig te controleren. De afwijkingen in het basismateriaal, hetgeen buiten is aangetroffen en de afzonderlijke handmatige acties staan op zichzelf en bevatten nagenoeg geen controlemiddelen. VI-4-2 Radiodetectie Naast de fouten die kunnen ontstaan in het niet correct gebruiken van kaartmateriaal moet men bij radiodetectie rekening houden met het feit dat met name gericht wordt gezocht naar 1 afzonderlijke leiding en niet naar een bundel kabels. Fouten die kunnen ontstaan zijn; de vastlegging is onnauwkeurig, de waarneming is niet correct opgetekend, de verkeerde leiding wordt gevolgd, Omgevingsfactoren beïnvloeden de meting, De apparatuur wordt verkeerd toegepast. 64

66 Een ervaren kracht kan echter meerdere kilometers per dag vastleggen. Nadeel blijft echter dat de vastlegging van de gevonden waarden handmatig worden vastgelegd. De data wordt niet opgeslagen en is dus niet naderhand te controleren. VI-4-3 Grondradar Bij grondradar was tot voor kort een heel belangrijke factor de kwaliteit van de instellingen waarin de data wordt verzameld. Deze instellingen verschilden zelfs bij uiterst ervaren radaroperators. Vrij nieuw is de ontwikkeling in gebruiksgemak. Momenteel heeft IDS een systeem op de markt gebracht waarbij de instellingen automatisch worden gegenereerd. Testen hebben uitgewezen dat de kwaliteit vergelijkbaar is met instellingen uitgevoerd door een ervaren operator. Daarnaast is de kwaliteit van het te gebruiken systeem erg verschillend. Op het moment van dit schrijven is er nog geen officieel warenonderzoek uitgevoerd en is slechts bij een handvol mensen bekend welk radarsysteem een goed resultaat behaald in de Nederlandse bodemsoorten. De navolgende omschrijvingen zijn persoonlijke reacties van ervaren operators uit de praktijk; Systeem A: uitstekende kwaliteit, redelijk gebruiksgemak, Systeem B: goede kwaliteit, uitstekend gebruikgemak, Systeem C: goede kwaliteit, redelijk gebruiksgemak, Systeem D: slechte kwaliteit, uitstekend gebruiksgemak. Naast de kwalitatieve verschillen zijn er tijdens het uitvoeren van een grondradaronderzoek twee mogelijkheden om het onderzoek uit te voeren met bijbehorende foutgevoeligheid. Optie 1, actieve opsporing Hierbij wordt een radarsysteem toegepast als gerichte opsporing van verwachte kabels/leidingen vanuit voorkennis. De fouten die kunnen ontstaan zijn vergelijkbaar met radiodetectie; de vastlegging is onnauwkeurig, de waarneming is niet correct opgetekend, Omgevingsfactoren beïnvloeden de meting, De apparatuur wordt verkeerd toegepast. Ook hier kan een ervaren kracht meerdere kilometers per dag vastleggen, maar niet zo gericht en snel als met radiodetectie. De data kan worden opgeslagen waardoor een mate van controleerbaarheid ontstaat (zie de uitleg hieronder). Voordeel ten opzichte van Radiodetectie is het feit dat grondradar niet een signaal volgt, maar een soort grafisch profiel van de bodem genereert. Hierin kunnen zich diverse leidingen manifesteren. Men kan dus meerdere leidingen opsporen en ook onverwachte leidingen aantreffen en karteren. Optie 2, Geplande data-opname. 65

67 In dit geval wordt er voorafgaand een meetplan vastgesteld, bijvoorbeeld een 2 meter bij 2 meter grid. Op basis van dit meetplan wordt de data verzameld en opgeslagen. De verzamelde gegevens worden op kantoor verwerkt tot een resultaat. Voor de verwerking van deze data is geen standaard software, diverse bedrijven hebben hun eigen softwarelijn opgezet. Afhankelijk van de procedure dataopslag, dataverwerking tot resultaat, kunnen handmatige stappen in het proces de foutgevoeligheid vergroten. Een groot (veelal onbenut) voordeel is de controleerbaarheid. De verzamelde radarprofielen, kunnen worden beschouwd als dwarsdoorsneden van de ondergrond waarlangs de meetantenne is bewogen. Hierdoor ontstaat er ook een geografische koppeling. Radar reageert ook op fysieke verschillen aan maaiveld. Deze fysieke verschillen zijn herkenbaar in de radarbeelden en op het bovenaanzicht. Zodoende kunnen ontstane fouten in geografische vastlegging van de meetlijnen worden herkend en worden hersteld. Een gegeven dat niet direct met foutgevoeligheid te maken heeft maar toch vermeldt wordt is het volgende; Een verzamelde data-set kan eveneens worden beoordeeld op datakwaliteit. Door helder grenzen in het onderzochte gebied aan te geven waar de data ontoereikend is geweest, kan een resultaat zienderogen worden vergroot door een volgende stap in te bouwen middels proefsleuven of radiodetectie. Mogelijke fouten; de vastlegging is onnauwkeurig, Omgevingsfactoren beïnvloeden de meting, De apparatuur wordt verkeerd toegepast. Wanneer deze meetvorm goed wordt toegepast, kan blind kilometers data worden verzameld. Voorbeelden zijn 2 Hectare vlakdekkend in een 2x2 grid of 15 kilometer spoor s nachts in een beperkt tijdskader van 4 a 5 uur. Met een goede softwarelijn en ervaren personeel is het resultaat binnen een week beschikbaar. VI-5 Invloed van externe omstandigheden Externe omstandigheden kunnen elke vorm van fysieke kabel en leidingregistratie zowel positief als negatief beïnvloeden. Onder dit criterium zijn een aantal subcriteria benoemd, in dit hoofdstuk zullen deze criteria nader worden toegelicht; Zwerfstromen Afdekkende lagen, bodemopbouw (ondergronds) Verharding Vochtigheidsgraad oppervlak Grondwaterstand Bovengrondse objecten VI-5-1 Elektromagnetische velden Bij het detecteren kunnen elektromagnetische velden de metingen beïnvloeden. Negatief als ze ontwikkeld worden door bijvoorbeeld spoor in de omgeving. Positief als het signaal op de te detecteren kabel staat of bewust toegepast wordt om een leiding te kunnen detecteren. 66

68 VI-5-2 Afdekkende lagen Met name grondradar kan invloed ondervinden van een storende laag boven de te traceren kabel of leiding. Anderszins kan hiervan ook gebruik gemaakt worden. In sommige gevallen is het diepte bereik niet genoeg maar is de leiding wel te volgen doordat de vergraving wordt aangetroffen. Voorbeelden van storende lagen zijn vaak nieuw aangebrachte bovenlagen zoals (te) zout cunetzand, hoogovenslakken met hoog metaalgehalte. VI-5-3 Verharding Grondradar en radiodetectie kunnen door verhardingslagen heen kabels vastleggen. Daarnaast zijn er verhardingstypen waar het niet bij lukt. Er kan geen betrouwbare radardata worden verzameld onder stelconplaten. De nadelige invloed van verharding ten aanzien van graven of prikken behoeft geen uitleg. VI-5-4 Vochtigheidsgraad oppervlak Met name grondradar is hiervoor gevoelig en dan met name bij gronden met grotere bijmenging van klei. Bij radiodetectie is de invloed het sterkst wanneer zonder zender moet worden gewerkt. De aanwezigheid van plassen op het maaiveld dragen eveneens bij tot nadelige resultaten, maar ook bij het graven van proefsleuven. VI-5-5 Grondwaterstand Grondwaterstand is eveneens een beperkende factor voor grondradar en proefsleuven. Bij het graven van een proefsleuf moet deze tijdelijk worden verlaagd. Bij grondradar is de grondwater stand met name beperkend voor het dieptebereik van het radarsignaal. Het is echter geen reflecterende spiegel zoals in het verleden wel eens is aangenomen. VI-5-6 Bovengrondse objecten In principe zal elke fysieke vorm van leidingregistratie nadelig worden beïnvloed door bovengrondse objecten. Daar waar de kabels en leidingen van bovenaf worden afgeschermd door een object zal een maatregel moeten worden getroffen door ofwel het object te verwijderen dan wel door het object zijdelings te benaderen. In veel gevallen zal er grond ontgraven moeten worden. VI-5-7 Herkenning van materiaaleigenschappen Een veel voorkomende vraag voor de inzet van een innovatieve techniek is de mate van identificatie. Ten aanzien van identificatie zijn criteria als diameter, vorm en materiaalsoort in de matrix opgenomen. Ten aanzien van identificatie is het met gebruik van radiodetectie mogelijk om een uniek signaal op de op te sporen leiding te plaatsen. Het terugvinden van die ene specifieke (metalen) leiding is dan ook het best te realiseren met radiodetectie, mits deze te benaderen is op een bekend punt. Leveranciers grondradar pretenderen dat het mogelijk is grondradar te gebruiken als identificatiemiddel. Ervaren gebruikers nuanceren deze uitspraak sterk. In een homogene laboratorium opstelling is identificatie mogelijk. Maar in de werkelijkheid beïnvloeden de omgevingsparameters het radarsignaal te sterk om dit in de praktijk toe te kunnen passen. 67

69 Naast identificatie komen eveneens vragen aan de orde ten aanzien van praktische factoren zoals; het terugvinden van verloopstukken, kabel en/of leidingbreuken, het vastleggen van gestapelde infra, afzonderlijke kabels in bundel en het terugvinden "onbekende" kabels of leidingen. VI-6 Logistiek en tijd Een veel gehoorde opmerking op de inzet van grondradar is dat het zolang duurt. Vaak wordt hierbij gerefereerd aan de eerder toegelichte geplande dataopname (actieve opsporing of geplande data-opname). Zodoende dat het criterium tijd is toegevoegd aan de matrix. Dit criterium is onderverdeeld in de volgende subcriteria; Directe detectie en volgen Postprocessing vlakdekkende informatie snelheid VI-6-1 Directe detectie en volgen Directe detectie en volgen (ofwel actieve opsporing) houdt het volgende in; Men zoekt de leiding op en volgt de leiding. Dit kan met de volgende methoden worden toegepast; Aflezen vanaf een kaart, Graven van een sleuf en vervolgens de gevonden leiding in de lengterichting opgraven, Detectie met radiodetectie en met behulp van signaalherkenning de metallische leiding volgen, Detectie met radiodetectie en sonde, door de sonde te volgen kan de buis worden gevolgd. Deze vorm van kabeldetectie wordt veelvuldig toegepast, met name in lopende werken. De meetvorm wordt nagenoeg altijd voorafgegaan door voorstudie, waarna vervolgens gericht wordt gezocht naar bekende kabels. VI-6-2 Nabewerking en vlakdekkende informatie Al eerder toegelicht is de geplande dataopname, deze detectiemethode wordt meestal toegepast wanneer er ook leidingen worden verwacht die niet op kaart staan ofwel om de risico s op onverwachte omstandigheden tot een minimum te beperken. Het is geen reguliere procedure die veelvuldig wordt toegepast, simpelweg doordat deze meetprocedure ofwel onbekend is, geen geld voor beschikbaar is, of omdat er teveel onzekerheden worden verwacht. 68

70 Figuur 9: Voorbeeld geplande dataopname of postprocessing Deze meetvorm wordt het meest uitgevoerd met behulp van grondradar. Andere meetsystemen zoals radiodetectie hebben het in potentie in zich maar zijn hier niet voor ingericht (koppeling van meetwaarden met een positioneringsysteem zoals een meetwiel of GPS). Het principe berust op het feit dat de data in het veld volgens een gericht meetplan worden verzameld die vervolgens op kantoor worden uitgewerkt. VI-6-3 Snelheid De eerder genoemde directe detectie heeft als voordeel dat de kabelpositie direct in het veld beschikbaar is. De meest gemaakte fout is echter de correcte weergave op de kaart. Een voordeel is wel dat een unieke leiding afzonderlijk kan worden gevolgd. Ten aanzien van postprocessing is de positie niet direct beschikbaar, maar er is meer controle. VI-7 Risico s Voorafgaand aan civieltechnische werken zoals wegenbouw, bouwrijp maken of reconstructies moeten bepaalde voorbereidingen worden getroffen. Bepalende factoren hierin in is de oorspronkelijke situatie zoals bodemopbouw, draagkracht en de ondergrondse obstakels. Eén van de zaken die vooraf bekend horen te zijn is de situatie van de bestaande kabels en leidingen. Het gewicht van de risico s met betrekking tot kabels en leidingen word vooralsnog niet zwaar gewogen. Bij een ongunstige situatie kan dit echter tot uiteenlopende risico s leiden, die zich veelal uiten in een hogere kostenpost bij de uitvoering van het werk. Wanneer wel wordt gekozen voor een goede voorbereiding valt al snel de keuze op het plaatsen van proefsleuven. Echter bij het fysiek benaderen 69

71 (d.m.v. prikken en graven) van de ondergrondse kabel zal men daar eveneens de gevolgen van moeten dragen. Voorbeelden van deze gevolgen zijn; Kans op schade Kans op ongevallen Kans op overlast (buiten gebruik stellen, weg opbreken) 70

72 VII Uitvoerders van detectietechnieken Onderstaande tabel geeft een overzicht van bedrijven en hun activiteiten op het gebied van detectietechnieken. Sommige bedrijven richten zich meer op K&L detectie dan anderen. Het voert echter te ver om daar in dit onderzoek onderscheid in te maken. De tabel is slechts een momentopname en is niet compleet. Naam bedrijf ARCADIS BCC DEEP BV Deltaris Fugro Groundtracer Omschrijving activiteit Infrastructuur, milieu, gebouwen. Multidisciplinair. gespecialiseerd in hydrografie en geofysica. Aardoppervlak en de (zee)bodem. Multidisciplinair. bodem, water en milieu Bouw, infrastructuur, milieu, water, industrie en energie. Multidisciplinair. Gespecialiseerd in gebruik van groundtracer, m.n. voor archeologie en bodemonderzoek. M.J.Oomen rioleringen en de civiele betonbouw. Multidisciplinair. Mas Top Medusa MV- Ingenieurs Roos+Bijl T&A Survey Gespecialieerd meetbedrijf in K&L detectie. Gespecialieerd meetbedrijf, met name bodems, wegen, leidingen en kabels. Gespecialieerd in milieukundige aspecten van bodem en bouwstoffen. Website nl nl m Geofox- Lexmond Grontmij racer.com n.nl aven.nl Diverse, o.a. (GSSI, Mala & Zond) GPR Groundtracer nieursbureau. nl Gespecialiseerd in ondergrondse opsporingstechnieken Gebruikte technieken * Diverse, o.a. GPR (GSSI & IDS) GPR (GSSI) Diverse GPR Diverse, o.a. (GSSI, Mala & Zond) GPR Radiodetect ie GPR (Zond) GPR (IDS) graven Diverse, o.a. pulse Ekko & 3D-radar 71

73 Naam bedrijf Omschrijving activiteit Website Gebruikte technieken * van Ledden Grond-,weg- en waterbouw. Multidisciplinair. eninfra.nl GPR (Zond) graven Infra Volkerrail Railinfra. Multidisciplinair. il.nl/ GPR (Zond) graven * Het gebruik van traditionele technieken als graven en lichten van putdeksels wordt niet expliciet genoemd. Verder zijn er tal van kabel aannemers die gebruik maken van één of meer ondergrondse detectie technieken. 72

74 VIII Ervaringen van uitvoerders VIII-1 In deze bijlage worden samenvattingen gegeven van interviews met ARCADIS en MAS-TOP. Tevens wordt ingegaan op het data-verwerkingssysteem van Cable-Track. VIII-2 ARCADIS Arcadis voert projecten uit voor het in kaart brengen van de ondergrondse infrastructuur. Omdat Arcadis diverse gespecialiseerde meetbedrijven inhuurt voor het uitvoeren van metingen, heeft Arcadis een goed beeld van de huidige stand van techniek. Uit een gesprek met de grondradarspecialist van Arcadis, dhr. K. Meinen, kwamen de volgende punten: Meinen ziet twee ontwikkelingen die de huidige situatie kunnen verbeteren: Het koppelen van radiodetectie aan een positioneringunit (zoals ook het geval is bij grondradars). Door het vastleggen van de gegevens met behulp van een positioneringunit (bijvoorbeeld een meetwiel) kunnen de resultaten immers d.m.v. software in kaart worden gebracht. Het slim combineren van grondradars, radiodetectie en/of nagraven (Werkwijze ARCADIS). Met name als bekende leidingen gevolgd moeten worden kan dit meer duidelijkheid geven dan het gebruik van slechts één van deze technieken. De huidige stand van de techniek kan worden verbeterd door meerdere meettechnieken te integreren in één apparaat. Het gebruik van GPS als positioneringmethode geeft tussen gebouwen soms problemen. Grondradar en systemen als GroundTracer hebben last van storende invloeden van gebouwen, prikkeldraad, gaten volgegooid met puin, etc. De fijngevoeligheid van grondradar in zandgronden (zand > 50%) kan als volgt worden samengevat: Diameter van de leiding (cm) > 80 Herkenbaar tot diepte (m) 1 1,5 2 5 Bovenstaande tabel geldt voor vrijwel alle materialen. Moeilijk te detecteren zijn sterk gecorrodeerde oude leidingen in moeilijkere bodemtypen vanwege de onscherpe overgang (diffusie van ijzeroxide) in de bodem. In andere bodemsoorten kan minder diep gemeten worden maar hoe diep is moeilijk voorspelbaar. Zo is in kleigrond de meetdiepte afhankelijk van het vochtpercentage. Hoewel sommige fabrikanten pretenderen dat met hun grondradar systeem de dikte van de leiding en het materiaaltype afgeleid kunnen worden, is Meinen s ervaring dat dit in de praktijk vaak niet mogelijk is. 73

75 Een laboratoriumopstelling benadert de werkelijkheid vaak niet. Wél kan de diepte met een nauwkeurigheid van 5% bepaald worden. De nauwkeurigheid in het horizontale vlak is volgens Meinen over het algemeen een schop-breedte. Radiodetectie kan alleen worden toegepast bij leidingen waar een signaal op gezet kan worden. In die gevallen heeft radiodetectie een groot voordeel boven grondradar omdat de leidingen (ook dunne!) tot op een diepte van 10 m met een horizontale nauwkeurigheid van iets meer dan een schopbreedte gevolgd kunnen worden. De dieptebepaling bij radiodetectie is van veel invloeden afhankelijk en wordt daarom in de praktijk niet vaak toegepast. Meinen, net als andere geïnterviewden, benadrukt dat de procedures van meten van grote invloed zijn op het eindresultaat. Door met overleg en inzicht te meten kunnen betere resultaten worden behaald. Zijn voorkeur gaat uit naar systemen van GSSI omdat daarmee het uit te zenden signaal hardware matig aan te passen is. Dit vergt wel meer inzicht in de materie. Daarentegen kan een systeem van Mala, dat minder onderscheidend is, ook zijn voordelen hebben, met name bij de minder geoefende bediener. Meinen pleit voor een certificatiesysteem van kabelopspoorbedrijven zodat de klant vóóraf meer zicht heeft op de kwaliteit van de metingen. Arcadis rekent voor een dag meten met de grondradar 750, - tot 1.500,- (één of twee man). Het uitwerken van de resultaten vergt 2-3 dagen en kost 3.000,- tot 5.000,-. In een dag kan echter enkele kilometers data worden verzameld. VIII-3 Mas Top Mas Top Infra BV detecteert en markeert ondergrondse kabels en leidingen [12]. Mos Top maakt gebruik van de volgende detectie technieken: Radio Frequency Locators Ground Penetrating Radar (GPR) het lichten van afsluiters, brandkraan en overige putdeksels Dhr. F. Mastop benadrukt net als Meinen dat een goede voorbereiding ( hoe en waar leg je het meetgrid ) en deskundige kennis van de ondergrond erg belangrijk is. Dat bepaalt voor een groot deel de resultaten. Hij ziet grondradar als één van de tools die gebruikt kan worden in een reeks van handelingen. Vóórdat grondradar wordt ingezet worden eerst tekeningen goed bestudeerd, putdeksel gelicht, proefsleuven gegraven en wordt gebruik gemaakt van CAT s (in Engeland verplicht). Hij heeft goede ervaringen met de Radiodetection RD4000. Mastop was zeer te spreken over de PipeHawk II grondradar. Het apparaat maakt meerdere parallelle scans en pas als een signaal in meerdere scans wordt aangetroffen wordt dit signaal als een lineair feature (kabel of pijp) 74

76 gemarkeerd. Een ander voordeel van de PipeHawk vindt hij de robuustheid. Mastop was minder te spreken over apparaten die in gammele kinderwagens zijn gebouwd of over de grond gesleept worden. In goede grond kan gemeten worden tot 3 m diepte met een nauwkeurigheid van 10 cm (horizontaal en verticaal). Over diameters wilde Mastop geen uitspraken doen, maar hij merkt op dat tot een diepte van 1 m (waar de meeste kabels en leidingen liggen) meeste K&L worden opgemerkt. Voor één dag meten zijn ongeveer twee dagen van uitwerken nodig. VIII-4 CableTrack CableTrack is een software applicatie voor het registreren van metingen op digitale kaarten (vooral voor radiodetectie, maar grondradar kan ook). Het hart van het systeem is de I-box: een GPS-ontvanger en zender die in verbinding met de database staat. Volgens heeft het systeem de volgende voordelen: Met CableTracks krijgt u concreet inzicht in preventie met proefsleuven, kabelzoekers en grondradar. U ziet bij welke werken er wèl preventie is toegepast, en bij welke niet U ziet waar er proefsleuven zijn gegraven, en met welke onderlinge afstanden U ziet direct hoe intensief er met kabelzoekers naar kabels en leidingen is gezocht (locaties, afstanden, zoekstanden) U ziet automatisch hoe zorgvuldig de preventie heeft plaatsgevonden. Alle werken worden onderling vergeleken, en het systeem laat direct zien of de preventie relatief zorgvuldig is uitgevoerd, of misschien juist niet. U legt dan proefsleuven vast door ze met uw GSM te fotograferen en vervolgens door te zenden naar de i-box. Ze worden dan automatisch voorzien van locatiegegevens en doorgestuurd naar CableTracks. Het vastleggen van het gebruik van kabelzoekers gaat ook automatisch. U heeft daarvoor kabelzoekers met Bluetooth nodig. In veel gangbare modellen kan dit op aanvraag worden ingebouwd. Voor het vastleggen van grondradar maakt CableTracks gebruik van interfaces met bedrijven die dit onderzoek voor u kunnen verzorgen. 75

77 Figuur 10: I-box en het resultaat van CableTrack. Op de website van CableTrack ( ) wordt de volgende informatie gegeven: Cable Track vergelijkt op haar website de voor- en nadelen van proefsleuven, kabelzoekers (CAT s) en grondradar, en wordt informatie gegeven welke preventie vanaf 2008 verplicht is. Deze informatie staat hieronder weergegeven: Voor- en nadelen van proefsleuven, kabelzoekers en grondradar? Helaas bestaat er nog steeds geen ideale techniek om - voorafgaand aan het graven - werkelijke alle kabels en leidingen exact te lokaliseren. Het gaat dus om het roeien met de riemen die er wèl zijn'. Het gaat daarbij in de praktijk altijd om een combinatie van proefsleuven, kabelzoekers en grondradar (GPR). Hieronder worden deze technieken kort beschreven. 76

78 Welke preventie is vanaf 2008 verplicht? Begin 2008 wordt de Wiuon van kracht. Dit is de Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten, ook wel bekend als de 'nieuwe grondroerdersregeling'. De wet beoogt om de veiligheid bij alle mechanische graafwerkzaamheden te verhogen. Voor hoofdaannemers zijn de belangrijkste gevolgen dat al dit soort werken voortaan vooraf moeten worden aangemeld bij het Kadaster, dat de tekeningen die u van de netbeheerders krijgt, tijdens het graven ook fysiek op het werk aanwezig moeten zijn, en dat u, alvorens te beginnen, de precieze liggingposities van ondergrondse kabels, buizen en leidingen dient te checken. De wet laat u vrij om zelf per werk te bepalen met welke techniek(en) u de opgegeven kabelposities controleert. De opties zijn proefsleuven, kabelzoekers en grondradar. Ook eist de Wiuon dat dit met een bepaalde zorgvuldigheid gebeurt, namelijk volgens het inzicht van een 'ervaren grondwerker'. De navolging van de wet zal worden gecontroleerd door het Agentschap Telecom. Dit is een landelijk opererende inspectiedienst. In het overzicht hieronder ziet u de belangrijkste wetsartikelen: 77

79 IX Presentatie KLO De volgende pagina s geven de presentatie van de KLO Werkgroep Detectietechnieken Grondradar, een update weer. Met toestemming overgenomen. 78

80 79

81 80

82 81

83 82

84 83

85 84

86 85

O10. Innovatieve opsporingstechnieken ondergrondse infrastructuur

O10. Innovatieve opsporingstechnieken ondergrondse infrastructuur tussenrapport O10-08-01 O10 Innovatieve opsporingstechnieken ondergrondse infrastructuur Fase 1: Inventariseren en analyseren van technieken en het opstellen van een programma van eisen COB-137 omslag_tussenrapporto10_wt.indd

Nadere informatie

COB O10. Innovatieve Opsporingstechnieken Ondergrondse Infrastructuur Innovatieve opsporingstechnieken ondergrondse infrastructuur COB O10

COB O10. Innovatieve Opsporingstechnieken Ondergrondse Infrastructuur Innovatieve opsporingstechnieken ondergrondse infrastructuur COB O10 COB O10 Innovatieve Opsporingstechnieken Ondergrondse Infrastructuur 1 Opzet Rapport Inventarisatie van wensen belanghebbende partijen Vergelijking update van bestaande innovatieve opsporingstechnieken

Nadere informatie

BETER INZICHT IN DE OPENBARE RUIMTE. Slim meten is vooruit denken!

BETER INZICHT IN DE OPENBARE RUIMTE. Slim meten is vooruit denken! BETER INZICHT IN DE OPENBARE RUIMTE Slim meten is vooruit denken! INHOUDSOPGAVE Drukte in de ondergrond 3 Het delen van informatie 4 Het gebruik van nieuwe technieken 5 Nog een stapje verder 6 Bronvermelding

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1 Inleiding d-Radarsysteem 4

Inhoudsopgave. 1 Inleiding d-Radarsysteem 4 Datum 4 juni 2009 Kenmerk 1509544 Pagina 2 van 10 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 3d-Radarsysteem 4 3 Interpretatie radardata 6 3.1 Resultaten 3d-radarmeting op het schouwpad 6 3.2 Resultaten 3d-radarmeting

Nadere informatie

Grondradar onderzoek op Schiermonnikoog (oktober 2006).

Grondradar onderzoek op Schiermonnikoog (oktober 2006). Grondradar onderzoek op Schiermonnikoog (oktober 2006). Van 16 t/m 18 oktober 2006 is door Medusa Explorations bv uit Groningen in opdracht van Rijkswaterstaat een bodemonderzoek uitgevoerd in de duinen

Nadere informatie

Samen verminderen we graafschade. Wat moet u weten?

Samen verminderen we graafschade. Wat moet u weten? Samen verminderen we graafschade Wat moet u weten? Gaat u graven, heien, een damwand slaan? Dan is het goed vooraf te weten wat u in de bodem kunt tegenkomen. Zo voorkomt u graafschade. Minder graafschade

Nadere informatie

SCHADE VOORKOMEN AAN KABELS EN LEIDINGEN VERDIEPINGSSESSIE 2

SCHADE VOORKOMEN AAN KABELS EN LEIDINGEN VERDIEPINGSSESSIE 2 SCHADE VOORKOMEN AAN KABELS EN LEIDINGEN VERDIEPINGSSESSIE 2 ONDERWERPEN Proces Opbouw Schema bouwproces contracten werkvoorbereidingsfase Beoordelen gebiedsinformatie uitvoeringsfase Lokaliseren Grondroeren

Nadere informatie

De nieuwe dimensie in meten ZO EXACT WAS HET NOG NOOIT

De nieuwe dimensie in meten ZO EXACT WAS HET NOG NOOIT De nieuwe dimensie in meten ZO EXACT WAS HET NOG NOOIT ONZE THUISMARKTEN: BOUW & VASTGOED CIVIELE TECHNIEK & INFRASTRUCTUUR TELECOM STEDEN & GEMEENTEN SPOORWEGEN ONDERGRONDSE INFRASTRUCTUUR ARCHEOLOGIE

Nadere informatie

Detectie kabels en leidingen spoorwegnet met grondradar -- een blijvende zoektocht? --

Detectie kabels en leidingen spoorwegnet met grondradar -- een blijvende zoektocht? -- Detectie kabels en leidingen spoorwegnet met grondradar -- een blijvende zoektocht? -- Naam auteur: Henk Leerkes Organisatie: ProRail Samenvatting Langs en onder het spoorwegnet in Nederland ligt naar

Nadere informatie

Samen verminderen we graafschade

Samen verminderen we graafschade Samen verminderen we graafschade Wat moet u weten? ATEL drieluik Samen verminderen we graafschade 2015 v03.indd 1 29/01/15 15:21 Gaat u graven, heien, een damwand slaan? Dan is het goed vooraf te weten

Nadere informatie

Zorgvuldig Grondroeren Een voorschot op de vernieuwde richtlijn

Zorgvuldig Grondroeren Een voorschot op de vernieuwde richtlijn Zorgvuldig Grondroeren Een voorschot op de vernieuwde richtlijn Eddy Westdijk CROW Richard van Ravesteijn Hompe en Taselaar BV Sandra Brouwer Hompe en Taselaar BV Samenvatting De bestaande CROW-richtlijnen

Nadere informatie

digitale scan zonder schop of kraan een beter plan

digitale scan zonder schop of kraan een beter plan digitale scan zonder schop of kraan een beter plan Kristof Sterckx Projectverantwoordelijke Lies Steel Sales Engineer 28/03/2017 www.digitaleproefsleuf.be Over ons Landmeetbureau Nauwkeurig meten, inventariseren

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee). Ontwikkeling melkveebedrijven in Utrecht, Gelderland en Brabant Analyse van mogelijke groei van melkveebedrijven op basis van gegevens van CBS en provincies Het CBS inventariseert jaarlijks de feitelijk

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 3 1.1 DOEL 3 1.2 AANPAK 3 1.3 OPBOUW RAPPORT 4 2 INVENTARISATIE TECHNIEKEN 5

INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 3 1.1 DOEL 3 1.2 AANPAK 3 1.3 OPBOUW RAPPORT 4 2 INVENTARISATIE TECHNIEKEN 5 AUTEURSRECHTEN Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij

Nadere informatie

SCHADE VOORKOMEN AAN KABELS EN LEIDINGEN VERDIEPINGSSESSIE 1

SCHADE VOORKOMEN AAN KABELS EN LEIDINGEN VERDIEPINGSSESSIE 1 SCHADE VOORKOMEN AAN KABELS EN LEIDINGEN VERDIEPINGSSESSIE 1 ONDERWERPEN Proces Opbouw Schema bouwproces contracten Initiatieffase Onderzoeksfase Beoordelen gebiedsinformatie ontwerpfase Lokaliseren Dialoog

Nadere informatie

Graaf Incidentenformulier

Graaf Incidentenformulier (afwijkende ligging, schades en bijna-schades) met kabels en/of leidingen (in te vullen door uitvoerder/ onderaannemer) Gegevens over incident (per betrokken netbeheerder één formulier invullen) Kadaster-

Nadere informatie

Registratie van boringen.

Registratie van boringen. Werkgroep Z-coördinaat. Registratie van boringen. Door: werkgroep Z-coördinaat Datum: 20 oktober 2016. Versie: 1.1. blad : 1 (9) 1 Inleiding. In dit document wordt beschreven hoe de loop van, als bijvoorbeeld,

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING WIJZE VAN ONDERZOEK Inventarisatie Onbekende K&L Vervallen geleideverlichting...

INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING WIJZE VAN ONDERZOEK Inventarisatie Onbekende K&L Vervallen geleideverlichting... Rapportnummer : 21862 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 3 2 WIJZE VAN ONDERZOEK... 4 2.1 Inventarisatie... 4 2.2 Onbekende K&L... 4 2.3 Vervallen geleideverlichting... 4 3 TEKENINGEN... 5 4 REGISTER... 6 5

Nadere informatie

Competency Check. Datum:

Competency Check. Datum: Competency Check Naam: Sample Candidate Datum: 08-08-2013 Over dit rapport: Dit rapport is op automatische wijze afgeleid van de resultaten van de vragenlijst welke door de heer Sample Candidate is ingevuld.

Nadere informatie

Asset Management. Alles in één: registreren, analyseren en rapporteren

Asset Management. Alles in één: registreren, analyseren en rapporteren Asset Management Alles in één: registreren, analyseren en rapporteren 1 Inleiding Met het asset managementsysteem van Inter Act, genaamd @ssets, kunnen op eenvoudige wijze storingen, onderhoudswerkzaamheden

Nadere informatie

Graafschade bij aanleg Glasvezel

Graafschade bij aanleg Glasvezel Graafschade bij aanleg Glasvezel Colofon Aan Van Nummer Datum 11 juli 2011 Copyright Agentschap Telecom 2011 Inhoud 1 Inleiding 4 2 Reikwijdte WION 5 3 Onderzoek 6 4 Conclusie 8 5 Aanbevelingen 9 Pagina

Nadere informatie

Figuur 1: gekleurde pixels op een digitale sensor

Figuur 1: gekleurde pixels op een digitale sensor Wat zijn megapixels en waarom moet ik mij daar druk om maken? De afgelopen jaren zijn alle camera fabrikanten bezig geweest met een zogenaamde Megapixel oorlog. De ene fabrikant adverteerde met de nieuwste

Nadere informatie

Enquête Revitalisering Bedrijventerrein Overvecht. Rapportage. Uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Utrecht

Enquête Revitalisering Bedrijventerrein Overvecht. Rapportage. Uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Utrecht Enquête Revitalisering Bedrijventerrein Overvecht Rapportage Uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Utrecht Uitgevoerd door: ETIN Adviseurs s-hertogenbosch, mei 2009 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 1.1 Populatie

Nadere informatie

DE REVOLUTIE VAN G O-ICT

DE REVOLUTIE VAN G O-ICT DE REVOLUTIE VAN G O-ICT GEO-ICT ZORGT VOOR REVOLUTIE IN DE GEULEN SNELLE ONTWIKKELINGEN De afgelopen jaren is de hele manier waarop de ondergrondse infrastructuur wordt aangepakt op de schop gegaan, om

Nadere informatie

Appraisal. Datum:

Appraisal. Datum: Appraisal Naam: Sample Candidate Datum: 08-08-2013 Over dit rapport: Dit rapport is op automatische wijze afgeleid van de resultaten van de vragenlijst welke door de heer Sample Candidate is ingevuld.

Nadere informatie

EIGENSCHAPPEN CONVERGED HARDWARE

EIGENSCHAPPEN CONVERGED HARDWARE EIGENSCHAPPEN CONVERGED HARDWARE Eigenschappen Converged Hardware 1 van 8 Document Informatie Versie Datum Omschrijving Auteur(s) 0.1 29-09-2015 Draft Remco Nijkamp 0.2 29-09-2015 Volgende Versie opgesteld

Nadere informatie

Geofysica: mooie plaatjes vullen de gaatjes!?

Geofysica: mooie plaatjes vullen de gaatjes!? www.medusa-online.com Geofysica: mooie plaatjes vullen de gaatjes!? Nut en noodzaak van geofysica in bodemonderzoek Han Limburg, voorzitter SIG-Grondradar & Geofysica, Geobusiness Nederland SIKB congres

Nadere informatie

Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 4: Lineaire regressie

Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 4: Lineaire regressie Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 4: Lineaire regressie Inleveren: Uiterlijk 15 februari voor 16.00 in mijn postvakje Afspraken Overleg is toegestaan, maar iedereen levert zijn eigen werk in. Overschrijven

Nadere informatie

Etiketformaat aanpassen

Etiketformaat aanpassen Compad P R A K T I J K T I P 1 Etiketformaat aanpassen Uw software wordt geleverd met een aantal standaard rapporten en etiketten. Het kan voorkomen dat u een afwijkend etiket formaat wil gebruiken dan

Nadere informatie

Ter attentie van de syndicus / de eigenaars. Maak uw gebouw klaar voor de toekomst met ultrasnelle glasvezel

Ter attentie van de syndicus / de eigenaars. Maak uw gebouw klaar voor de toekomst met ultrasnelle glasvezel Ter attentie van de syndicus / de eigenaars Maak uw gebouw klaar voor de toekomst met ultrasnelle glasvezel 10/2016 Alles wat u moet weten over glasvezel tot in de woning Deze gids legt u uit hoe deze

Nadere informatie

De KLIC vergroot het vakmanschap van het graafteam. Samen voorkomen we graafschades in Nederland

De KLIC vergroot het vakmanschap van het graafteam. Samen voorkomen we graafschades in Nederland De KLIC vergroot het vakmanschap van het graafteam Samen voorkomen we graafschades in Nederland Datum: 2016/2017 Inhoud Achtergrond Wat is de KLIC? Welke informatie moet op de graaflocatie aanwezig zijn?

Nadere informatie

1. Aanvrager. 2. Projectgegevens. 3. Gegevens aannemer 1/5

1. Aanvrager. 2. Projectgegevens. 3. Gegevens aannemer 1/5 Dit formulier graag volledig ingevuld sturen naar e- mailadres. U kunt het formulier ook per post sturen naar Gemeente Hoeksche Waard, Postbus 2003, 3290 EA Oud- Beijerland. Voor meer informatie kunt u

Nadere informatie

Skills matrix - Methodiek voor technische training en kennismanagement

Skills matrix - Methodiek voor technische training en kennismanagement Dit artikel beschrijft een methodiek om opleidingscurricula te maken voor technische bedrijfsopleidingen waarbij technische vaardigheden getraind moeten worden. De methode is met name bruikbaar om flexibele

Nadere informatie

Graafschade voorkomen we samen. Trends en uitdagingen om graafschade te voorkomen

Graafschade voorkomen we samen. Trends en uitdagingen om graafschade te voorkomen Graafschade voorkomen we samen Trends en uitdagingen om graafschade te voorkomen Nationaal Buisleidingen Platform 2019 www.klo.nu Even voorstellen Benaissa el Hammadi Werkzaam als assetmanager bij Stedin

Nadere informatie

Albert Reiling Coördinator kabels en leidingen Gemeente Eindhoven

Albert Reiling Coördinator kabels en leidingen Gemeente Eindhoven Albert Reiling Coördinator kabels en leidingen Gemeente Eindhoven Vraagstelling Ondiep leggen ja of nee? Waarom wil men niet minder diep laten leggen. voor volgende grondroerders meer graafschades wortelopdruk

Nadere informatie

Rostar CAS: online personeelsplanningssoftware voor dienstenchequekantoren. software consultancy training

Rostar CAS: online personeelsplanningssoftware voor dienstenchequekantoren. software consultancy training Rostar CAS: online personeelsplanningssoftware voor dienstenchequekantoren software consultancy training De markt heeft nood aan een flexibele en complete planningsoplossing. De invoering van de dienstencheques

Nadere informatie

JFZINTERTOOLS INFO CNC BESTURING 1

JFZINTERTOOLS INFO CNC BESTURING 1 JFZINTERTOOLS INFO CNC BESTURING 1 Korte samenvatting voor het instellen en beginnen van CNC freeswerk. Naar aanleiding van de voorafgaande instructie uren aan de CNC freesmachine. Deze handleiding is

Nadere informatie

EINDRAPPORT O10_ER_11_47157 O10. Kabels en leidingen detecteren zonder graven. Waartoe zijn innovatieve detectiebedrijven in staat?

EINDRAPPORT O10_ER_11_47157 O10. Kabels en leidingen detecteren zonder graven. Waartoe zijn innovatieve detectiebedrijven in staat? EINDRAPPORT O10_ER_11_47157 O10 Kabels en leidingen detecteren zonder graven Waartoe zijn innovatieve detectiebedrijven in staat? EINDRAPPORT O10_ER_11_47157 O10 Kabels en leidingen detecteren zonder

Nadere informatie

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning aan de Charloisse Lagedijk 931 te Rotterdam

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning aan de Charloisse Lagedijk 931 te Rotterdam Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning aan de Charloisse Lagedijk 931 te Rotterdam Opdrachtnr. : HA-15151 / 331107 Datum rapport : 30 maart 2018 Veldrapport betreffende grondonderzoek

Nadere informatie

Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties

Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties in de architectenbranche QUICKSCAN mei 2013 Inhoud Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties 3 Resultaten 6 Bureau-intermediair I Persoonlijk urenbudget 6 Keuzebepalingen

Nadere informatie

TECHNIEKEN VOOR BAGGERVOLUMEBEPALINGEN STAND VAN ZAKEN THEMADAG BAGGERNET 15 JANUARI 2015

TECHNIEKEN VOOR BAGGERVOLUMEBEPALINGEN STAND VAN ZAKEN THEMADAG BAGGERNET 15 JANUARI 2015 TECHNIEKEN VOOR BAGGERVOLUMEBEPALINGEN STAND VAN ZAKEN THEMADAG BAGGERNET 15 JANUARI 2015 HYDROGRAFIE IN NEDERLAND 2 INDELING Inleiding Probleemstelling Meettechnieken in vogelvlucht Nieuwe methoden Conclusies

Nadere informatie

ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT?

ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT? ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT? Wim Biemans Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit Economie & Bedrijfswetenschappen 4 juni, 2014 2 Het doen van wetenschappelijk onderzoek Verschillende

Nadere informatie

Invoeren Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten (WION)

Invoeren Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten (WION) Samenvatting: Inleiding: De Nederlandse bodem ligt vol met kabels en leidingen. Om graafschade te voorkomen en de veiligheid van de graver en de directe omgeving te bevorderen, heeft het Ministerie van

Nadere informatie

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning en bijgebouw aan de Elderinkweg 9a te Hengelo GLD

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning en bijgebouw aan de Elderinkweg 9a te Hengelo GLD Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning en bijgebouw aan de Elderinkweg 9a te Hengelo GLD Opdrachtnr. : HA-14136 Datum rapport : 17 maart 2017 Veldrapport betreffende grondonderzoek

Nadere informatie

Handleiding voor snelle installatie

Handleiding voor snelle installatie Handleiding voor snelle installatie ESET NOD32 Antivirus v3.0 ESET NOD32 Antivirus biedt de beste beveiliging voor uw computer tegen kwaadaardige code. Gebouwd met de ThreatSense scanmachine, die geïntroduceerd

Nadere informatie

Specialist in lekdetectie en geofysisch onderzoek

Specialist in lekdetectie en geofysisch onderzoek Specialist in lekdetectie en geofysisch onderzoek www.texplor.nl BENELUX Texplor Benelux bv is gespecialiseerd in (permanente) lekdetectie op het gebied van milieu, bouw en civiel. Texplor voert geofysische

Nadere informatie

Resultaat Gericht Vastgoed Onderhoud. Inventariseren, inspecteren en analyseren project Mozartlaan

Resultaat Gericht Vastgoed Onderhoud. Inventariseren, inspecteren en analyseren project Mozartlaan Inventariseren, inspecteren en analyseren project Mozartlaan Resultaat Gericht Vastgoed Onderhoud Bij de nulmeting verzamel je alle gegevens die je nodig hebt om onderhoudsscenario s en activiteitenplannen

Nadere informatie

INMETEN VAN BOORPUNTEN EN WATERPASSEN

INMETEN VAN BOORPUNTEN EN WATERPASSEN 5 10 Protocol 2013 15 INMETEN VAN BOORPUNTEN EN WATERPASSEN 20 25 30 35 40 45 Versie 2.0, 27-9-2001 Pagina 1 van 8 50 Inhoud 1 PLAATS VAN DIT PROTOCOL IN HET KWALITEITSZORGSYSTEEM...2 1.1 VKB protocollen

Nadere informatie

Plan van aanpak Portfolio

Plan van aanpak Portfolio Plan van aanpak Portfolio 1 Plan van aanpak Project Portfolio Persoonlijke website Opdrachtgever: Potentiële toekomstige werkgevers Datum: Auteur(s): Projectleden: 02/09/2013 Anthony Timmers Anthony Timmers

Nadere informatie

stimuleert ondernemerschap BRochure STEVE

stimuleert ondernemerschap BRochure STEVE BRochure STEVE 2015/2016 DreamStorm presenteert STEVE het introductie programma ondernemend leren Steve is een individueel lesprogramma voor studenten in het Middelbaar Beroeps Onderwijs. In 12 lesuren

Nadere informatie

Onderzoek Alumni Bètatechniek

Onderzoek Alumni Bètatechniek Onderzoek Alumni Bètatechniek 0 meting - Achtergrond Eén van de knelpunten op de Nederlandse arbeidsmarkt is een tekort aan technisch geschoolden. De Twentse situatie is hierin niet afwijkend. In de analyse

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Beleving van wachten bij verkeerslichten

Beleving van wachten bij verkeerslichten (Bijdragenr. 129) Beleving van wachten bij verkeerslichten Jaap Vreeswijk Peek Traffic bv Bas van der Bijl Grontmij (voorheen stagiair bij Peek Traffic bv) Korte samenvatting De wachttijdbeleving van automobilisten

Nadere informatie

Onderzoek: het beste spoor naar strak spoor. dr. ir. Paul Hölscher

Onderzoek: het beste spoor naar strak spoor. dr. ir. Paul Hölscher Onderzoek: het beste spoor naar strak spoor dr. ir. Paul Hölscher 1 oktober 2018 Overzicht: twee onderzoeken 1. Risicokaart spoorzakking Bruno Coelho rol van stijfheid ondergrond en baan op zakkingen (zakkingen

Nadere informatie

Wegonderzoek volgens de Wegenscanners

Wegonderzoek volgens de Wegenscanners Wegonderzoek volgens de Wegenscanners De Wegenscanners willen informatie over de weg verbeteren. Daarbij maken we gebruik van onze visie: onderzoek van globaal naar detailniveau en koppel daarbij puntinformatie

Nadere informatie

Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën

Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën Pagina 1 Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën Je gaat een profielwerkstuk maken. Dan is euthanasie een goed onderwerp. Het is misschien niet iets waar je dagelijks over praat of aan denkt, maar

Nadere informatie

Consultatiedocument Standaard 4400N Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden 30 juli 2015

Consultatiedocument Standaard 4400N Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden 30 juli 2015 Dit document maakt gebruik van bladwijzers Consultatiedocument Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden 30 juli 2015 Consultatieperiode loopt tot en met 21 september 2015

Nadere informatie

AANPASSINGEN / TOEVOEGINGEN VOOR HANDBOEK HOGE DRUK 7 E DRUK, JULI 2008

AANPASSINGEN / TOEVOEGINGEN VOOR HANDBOEK HOGE DRUK 7 E DRUK, JULI 2008 Algemeen In het gehele handboek is het woord spuitkop vervangen door nozzle of is verwijderd. De definitie van een nozzle is aangepast. Zie hiervoor onderstaande aanpassingen. Een opsomming van de pagina

Nadere informatie

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning aan de Paardendorpseweg 2 te Zelhem

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning aan de Paardendorpseweg 2 te Zelhem Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning aan de Paardendorpseweg 2 te Zelhem Opdrachtnr. : HA-14646 Datum rapport : 28 juli 2017 Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve

Nadere informatie

Tilburg en Kunst. Onderzoek Jongerenpanel Tilburg. Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Tilburg. DIMENSUS beleidsonderzoek November 2013

Tilburg en Kunst. Onderzoek Jongerenpanel Tilburg. Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Tilburg. DIMENSUS beleidsonderzoek November 2013 Tilburg en Kunst Onderzoek Jongerenpanel Tilburg Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Tilburg DIMENSUS beleidsonderzoek November 2013 Projectnummer 529 1 Inhoud Samenvatting 3 Inleiding 5 1 Jongeren

Nadere informatie

Modelonzekerheid in GeoTOP

Modelonzekerheid in GeoTOP Modelonzekerheid in GeoTOP TNO Geologische Dienst Nederland Versiehistorie Documentversie GeoTOP versie Toelichting 24 juni 2014 GeoTOP v1.2 De in dit document beschreven modelonzekerheid is opgenomen

Nadere informatie

Het sector initiatief welke moet leiden tot CO2 reductie door met een CO2 bril naar software ontwikkeling te kijken

Het sector initiatief welke moet leiden tot CO2 reductie door met een CO2 bril naar software ontwikkeling te kijken Dit document beschrijft Het sector initiatief welke moet leiden tot CO2 reductie door met een CO2 bril naar software ontwikkeling te kijken Auteur: Kees Jonker Speer IT B.V. 26 augustus 2016 Inleiding

Nadere informatie

Pieter Jonkers Studentnummer: 695247 22 06 2011

Pieter Jonkers Studentnummer: 695247 22 06 2011 MONTESSORI LYCEUM AMSTERDAM Smartboard De mening van de Leerlingen Pieter Jonkers Studentnummer: 695247 22 06 2011 Inhoud 1. Inleiding... 3 Aanleiding... 3 Doel van het onderzoek... 3 2. Onderzoeksvraag...

Nadere informatie

6. Project management

6. Project management 6. Project management Studentenversie Inleiding 1. Het proces van project management 2. Risico management "Project management gaat over het stellen van duidelijke doelen en het managen van tijd, materiaal,

Nadere informatie

LED Digitale display. Algemeen installatiediagram. Sensoren bereik. Display. 0.3-0.0 Gevaar. 1.5-1.1 Veilig. 2.5-1.6 Veilig. 1.0-0.4 Alarm.

LED Digitale display. Algemeen installatiediagram. Sensoren bereik. Display. 0.3-0.0 Gevaar. 1.5-1.1 Veilig. 2.5-1.6 Veilig. 1.0-0.4 Alarm. Algemeen installatiediagram LED Digitale display Display Hoofdunit 2.5-1.6 1.5-1.1 1.0-0.4 Alarm 0.3-0.0 Gevaar Belemmering Achteruitrijdlicht Links Midden links Middel rechts Rechts Sensoren bereik Sensor

Nadere informatie

TuinHulp.com, Nieuwe Webservice voor Hoveniersbedrijven 2014

TuinHulp.com, Nieuwe Webservice voor Hoveniersbedrijven 2014 Even voorstellen: Mijn naam is Marcel van Leeuwen, ben van oorsprong hovenier, en tuincentrum deskundige. Sinds eind jaren negentig ontwerp en publiceer ik ook websites. Nadat ik ben overgestapt naar Wordpress

Nadere informatie

Project Fasering Documentatie Applicatie Ontwikkelaar

Project Fasering Documentatie Applicatie Ontwikkelaar Project Fasering Documentatie Applicatie Ontwikkelaar Auteurs: Erik Seldenthuis Aminah Balfaqih Datum: 31 Januari 2011 Kerntaak 1 Ontwerpen van applicaties De volgordelijke plaats van de documenten binnen

Nadere informatie

Afkoppelen De Noord. Inloopbijeenkomst project "Afkoppelen De Noord 23 mei 2012

Afkoppelen De Noord. Inloopbijeenkomst project Afkoppelen De Noord 23 mei 2012 Inloopbijeenkomst project "Afkoppelen De Noord 23 mei 2012 Programma 19.15 uur inloop 19.30 uur introductie door Pieter van der Plas, projectleider gemeente Katwijk 19.40 uur presentatie afkoppelsysteem

Nadere informatie

Internetpanel Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Resultaten peiling 30: Communicatie nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Internetpanel Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Resultaten peiling 30: Communicatie nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Internetpanel Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Resultaten peiling 30: Communicatie nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 1. Inleiding Vanaf 2015 verandert het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (vanaf

Nadere informatie

Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs

Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs Van 24 t/m 28 maart vond de Week van Passend Onderwijs plaats. De Week is een initiatief van het ministerie van OCW en 22 onderwijsorganisaties,

Nadere informatie

Stadjers over afval Afval app en Diftar

Stadjers over afval Afval app en Diftar Stadjers over afval Afval app en Diftar Laura de Jong Mei 2016 Marjolein Kolstein www.os-groningen.nl BASIS VOOR BELEID Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Inleiding... 2 2. Stadjers over een afval app...

Nadere informatie

Bijlage Richtlijnen t.b.v. het uitvoeren van werkzaamheden in de nabijheid van distributieleidingen (DN) en aansluitleidingen (AN)

Bijlage Richtlijnen t.b.v. het uitvoeren van werkzaamheden in de nabijheid van distributieleidingen (DN) en aansluitleidingen (AN) 1 van 5 Bijlage Richtlijnen t.b.v. het uitvoeren van werkzaamheden in de nabijheid van distributieleidingen (DN) Alle contacten met betrekking tot het beheer van distributieleidingen (DN) worden verzorgd

Nadere informatie

Archeologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68

Archeologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68 Archeologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68 Archeologische begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68 Definitief ISSN 1573-5710

Nadere informatie

Titel: Keuring en inspectie van aardingsgarnituren (TenneT GS) Procesdeskundige: Procesbeheerder: (Sr)IV (KEV) IV (KEV) Afdeling:

Titel: Keuring en inspectie van aardingsgarnituren (TenneT GS) Procesdeskundige: Procesbeheerder: (Sr)IV (KEV) IV (KEV) Afdeling: Keuring en inspectie van aardingsgarnituren (TenneT GS) Omschrijving Titel: Keuring en inspectie van aardingsgarnituren (TenneT GS) Proceseigenaar: Procesdeskundige: Procesbeheerder: (Sr)IV (KEV) IV (KEV)

Nadere informatie

Pensioen: werk in uitvoering

Pensioen: werk in uitvoering Ledenonderzoek Pensioen: werk in uitvoering Uitkomsten AWVN-pensioenenquête Pensioen: werk in uitvoering Uitkomsten AWVN pensioenenquête augustus 2014 2014 AWVN De inhoud en het ontwerp van dit document

Nadere informatie

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning met eventueel nieuw te bouwen hal aan de Handwijzersdijk nabij 2 te Hengelo

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning met eventueel nieuw te bouwen hal aan de Handwijzersdijk nabij 2 te Hengelo Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning met eventueel nieuw te bouwen hal aan de Handwijzersdijk nabij 2 te Hengelo Opdrachtnr. : HA-14101 / 16531 Datum rapport : 13 maart 2017 Veldrapport

Nadere informatie

Het profiel van West

Het profiel van West Het profiel van West Digitaal Panel West 6 e panelmeting In opdracht van: Stadsdeel West Projectnummer: 11247 Jannes ten Berge Rogier van der Groep Esther Jakobs Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300

Nadere informatie

Internetpanel Dienst Regelingen

Internetpanel Dienst Regelingen Internetpanel Dienst Regelingen Resultaten peiling 20: evaluatie panel December 2012 1. Inleiding Het Internetpanel Dienst Regelingen bestaat nu bijna vijf jaar. Dat vinden de opdrachtgever Dienst Regelingen

Nadere informatie

Qlik Sense Healthcare. Document 16052

Qlik Sense Healthcare. Document 16052 Qlik Sense Healthcare Document 16052 Inhoud 1. Introductie... 3 1.1 Qlik Sense... 3 1.2 Qlik Sense Healthcare... 3 1.3 Qlik Sense als product... 3 2 Overview healthcare module... 4 2.1 De opbouw van de

Nadere informatie

Bepalende factoren voor Constructieve veiligheid

Bepalende factoren voor Constructieve veiligheid Bepalende factoren voor Constructieve veiligheid Projectvoorstel Projectleider: ir. K.C. Terwel Delft, 19 december 2012 Aan: Bouwend Nederland VNConstructeurs NLingenieurs Samenvatting Constructieve veiligheid

Nadere informatie

Masterpiece Autonomie bij de geriatrische zorgvrager na invoering van het Baxtersysteem

Masterpiece Autonomie bij de geriatrische zorgvrager na invoering van het Baxtersysteem Masterpiece Autonomie bij de geriatrische zorgvrager na invoering van het Baxtersysteem Een beeld vormen en in kaart brengen van de autonomie bij de geriatrische zorgvrager na invoering van het Baxtersysteem

Nadere informatie

Coffeeshop in de buurt Ervaringen van direct omwonenden

Coffeeshop in de buurt Ervaringen van direct omwonenden Coffeeshop in de buurt Ervaringen van direct omwonenden De gemeente Dordrecht zet zich in om overlast in het algemeen, en van coffeeshops in het bijzonder, te verminderen. Dordrecht telt in totaal acht

Nadere informatie

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden Projectnummer: 10203 In opdracht van: Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer drs. Merijn Heijnen dr. Willem Bosveld Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012 GL

Nadere informatie

Ter attentie van de syndicus / de eigenaars. Maak uw gebouw klaar voor de toekomst met ultrasnelle glasvezel

Ter attentie van de syndicus / de eigenaars. Maak uw gebouw klaar voor de toekomst met ultrasnelle glasvezel Ter attentie van de syndicus / de eigenaars Maak uw gebouw klaar voor de toekomst met ultrasnelle glasvezel Alles wat u moet weten over glasvezel tot in de woning Deze gids legt u uit hoe deze technologie

Nadere informatie

Gelderland-Zuid Nijnnegen. reg.nr.: BM/JJ^} procesverantw.:^^ 2 2 AUG 2013. clnr.;'>.iii'.: afycuaan: Onderwerp Bestemmingspian Stadsbrug -1 -

Gelderland-Zuid Nijnnegen. reg.nr.: BM/JJ^} procesverantw.:^^ 2 2 AUG 2013. clnr.;'>.iii'.: afycuaan: Onderwerp Bestemmingspian Stadsbrug -1 - Nijnnegen reg.nr.: BM/JJ^} procesverantw.:^^ Gemeente Afdeling Stadsontwikkeling T.a.v. dhr. MuntjeweriT PB9105 6500 HG NIJMEGEN clnr.;'>.iii'.: afycuaan: )MEN 2 2 AUG 2013 NIJME:GEN Prof. Bellefroidstraat

Nadere informatie

Onderzoek. Het provisieverbod & gebruik financieel adviseurs

Onderzoek. Het provisieverbod & gebruik financieel adviseurs Onderzoek Het provisieverbod & gebruik financieel adviseurs Rapportage Publieksmonitor: module provisieverbod December 2012 Samenvatting (1/2) 1. Bekendheid provisieverbod laag Nog niet veel Nederlanders

Nadere informatie

Enquête leesvaardigheid maart 2015

Enquête leesvaardigheid maart 2015 Enquête leesvaardigheid maart 2015 In het voorjaar van 2015 heeft de kerngroep Engels een enquête gehouden onder de docenten Engels. 97 docenten hebben de enquête ingevuld. Het bevraagde onderwerp betrof

Nadere informatie

Registratie Data Verslaglegging

Registratie Data Verslaglegging Registratie Data Verslaglegging Registratie Controleren en corrigeren Carerix helpt organisaties in het proces van recruitment en detachering. De applicatie voorziet op een eenvoudige wijze in de registratie

Nadere informatie

Quickscan Bedrijven. n en milieuzonering Binnenweg 31 te Tw. wello Project

Quickscan Bedrijven. n en milieuzonering Binnenweg 31 te Tw. wello Project Quickscan Bedrijven n en milieuzonering Binnenweg 31 te Tw wello Project projectnummer project Binnenweg 31 te Twello opdrachtgever Te Kiefte Architecten versie concept datum 5 december 2011 auteur ing.

Nadere informatie

Uitnodiging KLO Reflectiesessie Zorgvuldig graven, een kwestie van DOEN KLO Speerpunt Verantwoordelijkheid 19 november 2014

Uitnodiging KLO Reflectiesessie Zorgvuldig graven, een kwestie van DOEN KLO Speerpunt Verantwoordelijkheid 19 november 2014 Uitnodiging KLO Reflectiesessie Zorgvuldig graven, een kwestie van DOEN KLO Speerpunt Verantwoordelijkheid 19 november 2014 Geachte heer, mevrouw, Wij willen u van harte uitnodigen om deel te nemen aan

Nadere informatie

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Gemeente Deventer Team Kennis en Verkenning Jaap Barink Juni 2015 Inhoud Samenvatting... 4 Inleiding... 6 1. Indienen melding...

Nadere informatie

Voor schademeldingsformulier 2017 e.v.

Voor schademeldingsformulier 2017 e.v. 0.1 Invulinstructie schadeformulier Datum 11 januari 2018 Versie 1.0 ConceptMateriebeleid PPB-LVGeo- en Vastgoedinformatie en Advies Invulinstructie schadeformulier Versiehistorie Versie datum locatie

Nadere informatie

Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie

Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie Externe veiligheid Definitief In opdracht van: Vos Zand en Grind BV Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 20 juli 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding...

Nadere informatie

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3 Rapportage Burgerpanel meting 3: Juni 2013 In opdracht van: Contactpersoon: Gemeente Horst aan de Maas Dhr. F. Geurts Utrecht, juli 2013 DUO Market Research drs. Aart van Grootheest drs. Marjan den Ouden

Nadere informatie

Uitvoeren van werkzaamheden in grondkabeltracés van de Luchtverkeersleiding Nederland

Uitvoeren van werkzaamheden in grondkabeltracés van de Luchtverkeersleiding Nederland Uitvoeren van werkzaamheden in grondkabeltracés van de Luchtverkeersleiding Nederland Pagina 1 van 8 Gemaakt op 17-9-2012 10:03:00 Versie 1.2 Inhoudsopgave 1. Doel 2. Omvang 3. Referenties 4. Definities

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

Tijd 13.00 uur 17.00 uur Ons kenmerk Zeepkist4/9_N_11_46915

Tijd 13.00 uur 17.00 uur Ons kenmerk Zeepkist4/9_N_11_46915 Verslag 1 e bijeenkomst startup Veiligheid tunnels ProjectOmschrijving Datum 29 maart 2011 Plaats CURNET/COB, Gouda Tijd 13.00 uur 17.00 uur Ons kenmerk Zeepkist4/9_N_11_46915 Op het gebied van de veiligheid

Nadere informatie