Longziekten. spreekuur
|
|
- Sarah Meijer
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Verschijnt minimaal 4 x per jaar spreekuur Longziekten adviseur: dr. J.C.C.M. in 't Veen, longarts, St. Franciscus Gasthuis, Rotterdam Jaargang 4 - nr AUTEURs Mw. prof. dr. M. Drent, hoofd ILD care team, Ziekenhuis Gelderse Vallei, Ede, en hoogleraar interstitiële longaandoeningen (ILD), Universiteit Maastricht, Maastricht en mw. dr. C.F.M. Linssen, arts-microbioloog, Atrium Medisch Centrum Parkstad, Heerlen VRAAG Heeft bronchoalveolaire lavage, al dan niet met bepaling van de CD4/ CD8-ratio, nog een plaats in de diagnostiek bij de verdenking op sarcoïdose? antwoord Inleiding Sarcoïdose is een multisysteemaandoening die vooral bij jonge mensen voorkomt. Het is een immuungemoduleerde aandoening met een overactief immuunsysteem reagerend op een vaak onbekend antigeen. Sarcoïdose kan zich op vele manieren presenteren. In 90% van de gevallen is er sprake van betrokkenheid van de longen en/of mediastinale of hilaire lymfeklieren. Tevens kan de eerste presentatie gepaard gaan met hoge koorts, gewichtsklachten, huidafwijkingen en lymfadenopathie. Deze presentatie wordt ook wel het syndroom van Löfgren genoemd. Bij patiënten met vergrootte mediastinale en/of hilaire lymfeklieren is het belangrijk te weten of het om een kwaadaardige aandoening gaat, het een infectieuze herkomst heeft, of het om sarcoïdose gaat. Als het om het klassieke syndroom van Löfgren gaat, is aanvullende diagnostiek in de vorm van een biopsie niet noodzakelijk volgens de huidige richtlijnen. Bij twijfel, of er toch niet sprake is van een maligniteit, bijvoorbeeld bij enkelzijdige lymfadenopathie, is een biopsie te overwegen. Vroeger werd dan gekozen voor een mediastinoscopie. Nu is deze mogelijkheid vrijwel geheel vervangen door de endoscopische ultrasound (echografie) vanuit de slokdarm (EUS) of endobronchiale ultrasound (EBUS)-biopsie. 1,2 Indien er geen sprake is van vergrootte lymfeklieren gaat de voorkeur duidelijk uit naar bronchoalveolaire lavage (BAL) of biopsie. 2-5 Ook bij patiënten met primaire extrathoracale sarcoïdose, zoals uveïtis, treft men in de meerderheid een typisch celprofiel passend bij sarcoïdose in de BAL-vloeistof aan, zelfs wanneer er geen afwijkingen op de thoraxfoto zichtbaar zijn. 6 Bronchoalveolaire lavage BAL is een techniek waarmee cellen en niet-cellulaire bestanddelen uit de lagere luchtwegen kunnen worden verkregen. BAL is een veilige procedure met nauwelijks bijwerkingen. Aanvankelijk werd deze procedure therapeutisch gebruikt om de long letterlijk schoon te spoelen bij aandoeningen zoals alveolaire proteïnose. 3,5 Tevens werd BAL gebruikt om de immuunpathogenese van interstitiële longziekten (ILD) en luchtwegaandoeningen te onderzoeken. Tegenwoordig vormt BAL een belangrijk onderdeel van de diagnostiek bij patiënten met diffuse longaandoeningen en bij verdenking op een zogenoemde ventilatorassociated pneumonia (VAP). 7 BAL is vooral geïndiceerd bij patiënten met onduidelijke afwijkingen op de röntgenfoto van de thorax. De onderliggende aandoeningen kunnen van infectieuze, niet-infectieuze immunologische of kwaadaardige herkomst zijn. De informatie verkregen uit de analyse van BAL-vloeistof dient altijd in combinatie met uitgebreide klinische gegevens en adequate thoracale beeldvorming, zoals een hogeresolutiecomputertomografie (HRCT)-scan van de thorax te worden beoordeeld. Deze methode kan meer invasieve diagnostische procedures, zoals een biopsie bij sommige aandoeningen, vervangen door het aantonen van karakteristieke cellen of micro-organismen. Hoewel BAL niet altijd diagnostisch hoeft te zijn, kan een normale uitslag helpen bij het uitsluiten van een aantal aandoeningen die aanvankelijk waarschijnlijk werden geacht. In de follow-up van patiënten wordt BAL in de praktijk nauwelijks of niet gebruikt. 3,5 Bepalingen in BAL-vloeistof Het voordeel van BAL is dat een relatief groot oppervlak van de long kan worden benaderd en onderzocht. De verkregen cellen kunnen door middel van cytologische technieken en immuunhistochemische procedures worden geanalyseerd. Tot de routinebewerking behoren de bepaling van het totale aantal cellen, de differentiatie en indien mogelijk de bepaling van subtypen lymfocyten met behulp van monoklonale antilichamen. 3,5 In aanvulling op de gebruikelijke May-Grünwald-Giemsa-kleuring hebben speciale kleuringen en het kweken van BAL-vloeistof het aantonen van infecties (waaronder opportunistische) sterk verbeterd. Tevens kunnen niet-cellulaire componenten van de BAL-vloeistof worden bepaald. Deze kunnen afkomstig zijn van verschillende bronnen, zoals passieve transsudatie, actief transport en lokale productie door inflammatoire cellen. Het aantal te bepalen cytokinen en andere biologische mediatoren afkomstig uit de lage luchtwegen stijgt nog steeds. Tot op heden is echter nog van geen enkel niet-cellulair bestanddeel een klinische waarde aangetoond. Een mogelijke uitzondering hierop is de aanwezigheid van
2 JAARGAnG 4 - nr Tabel 1. Kenmerken van een patiënt met diffuse longafwijkingen. Persoonlijke gegevens Meest waarschijnlijke diagnose voorspeld met behulp van computerprogramma Naam patiënt Water Kans op een bacteriële infectie = 0% Leeftijd (15-80 jaar) 34 Geslacht Roken man vrouw ja nee Geboortedatum Patiëntennummer Aangezien bacteriële infectie onwaarschijnlijk is, is de uitkomst: 1 = sarcoïdose (99,2%*) Resultaten BAL-vloeistofanalyse 2 = extrinsieke allergische alveolitis of Vloeistof in ( ml) 200 drug-induced pneumonitis (0,3%) 3 = idiopathic pulmonary fibrosis (0,4%) Vloeistof uit (0-300 ml) 120 Totale celaantal x 10 4 /ml 16,1 Eosinofielen (%) 0,5 Neutrofielen (%) 1,0 Lymfocyten (%) 30,0 Macrofagen (%) 69,5 * De resultaten van de BAL-vloeistofanalyse dienen te worden beoordeeld op basis van alle beschikbare medische relevante informatie. Het is belangrijk op te merken dat dit programma alleen onderscheid maakt tussen de meest voorkomende interstitiële longaandoeningen, andere aandoeningen zijn niet getest. Als bijvoorbeeld het aantal eosinofiele granulocyten hoger is dan 25%, is de meest waarschijnlijke diagnose eosinofiele pneumonie. Het enige doel van dit programma is om de interpretatie te ondersteunen en BAL een aanvulling te laten zijn op andere belangrijke diagnostische procedures. De CD4/CD8-ratio in de BAL-vloeistof van de gepresenteerde patiënt was 1,2. Ondanks deze lage ratio is de meest waarschijnlijke diagnose sarcoïdose. Dat bleek overeen te komen met de bevindingen van de patholoog na beoordeling van een lymfeklierbiopt waarin niet-verkazende granulomen zichtbaar waren. paraproteïnen in BAL-vloeistof. Als deze in de BALvloeistof worden aangetroffen bij patiënten met diffuse longafwijkingen bij wie een infectieuze oorzaak werd uitgesloten, kan dit een aanwijzing zijn voor een pulmonale lokalisatie van aandoeningen, die gepaard kunnen gaan met paraproteïnemie, zoals maligne lymfomen of hematologische maligniteiten. 8 Factoren van invloed op de samenstelling van BAL-vloeistof Allerlei factoren zoals leeftijd, roken en het gebruik van geneesmiddelen (vooral immuunregulatoren), maar ook de lavagetechniek zelf kunnen invloed hebben op de samenstelling van de BAL-vloeistof. 3,5 Hiermee dient rekening te worden gehouden bij de beoordeling van de resultaten van de analyse. Zo zijn bijvoorbeeld epitheelcellen bijzonder gevoelig voor trauma. Beschadiging veroorzaakt door het inbrengen Tabel 2. Waarde van techniek in de differentiaaldiagnose van sarcoïdose versus andere aandoeningen. Maligniteit Tuberculose Infectie Andere ILD BAL EUS/EBUS /- - Biopsie +++ +/- +/- ++* * De opbrengst van de biopsie hangt onder andere af van de locatie van de biopsie en de techniek. van de bronchoscoop in de luchtwegen kan een aantal gevolgen hebben, zoals een toename van het aantal neutrofielen en erytrocyten in de BAL-vloeistof. Bij gezonde proefpersonen veroorzaakt roken onder andere een vermindering van de opbrengst van de BALvloeistof, een daling van de vitaliteit van de cellen, een stijging van het aantal cellen en een verandering van de niet-cellulaire componenten. Om de resultaten van BAL-vloeistofanalyse goed te kunnen interpreteren, dient men de opbrengst van de teruggezogen BALvloeistof, het totale aantal cellen en de celdifferentiatie per ml in absolute cijfers en percentages te weten. BAL-vloeistof verkregen van gezonde, niet-rokende controlepersonen bevat 80-90% alveolaire macrofagen, 5-15% lymfocyten, 0-3% neutrofielen en < 1% eosinofielen en mestcellen. Deze cellen, aanwezig in de long, zijn allemaal potentieel inflammatoire cellen. 3,5,9 BAL of biopsie Aanvankelijk werd de uitslag van de BAL-vloeistofanalyse als aanvulling gezien van histopathologisch onderzoek. De laatste tijd is de vraag gerezen of BAL bij de analyse van ILD een biopsie zou kunnen vervangen. BAL heeft duidelijk enkele voordelen vergeleken met biopsieprocedures. Het is een veilige, minimaal invasieve techniek met nauwelijks bijwerkingen, zelfs bij patiënten met een ernstige trombocytopenie. Een lavage bereikt bovendien een veel groter gebied van de longen dan een transbronchiale biopsie of een open longbiopsie. Daarom geeft BAL een betere indruk van de inflammatoire en immunologische veranderingen in de long dan een biopsie. 3,5 Bovendien neemt bij bepaalde aandoeningen de noodzaak van het verrichten van een biopsie af door de hoge sensitiviteit en specificiteit van BAL. Het aantonen van karakteristieke cellen in BAL-vloeistof kan helpen bij het bevestigen van een vermoedelijke diagnose. Enkele voorbeelden hiervan zijn de aanwezigheid van adenocarcinoomcellen typisch voor een bronchuscarcinoom of lymfangitis carcinomatosa, de aanwezigheid van Reed-Sternberg-reuscellen bij een pulmonale lokalisatie van de ziekte van Hodgkin, het aantreffen van met ijzer gevulde macrofagen bij een diffuse alveolaire bloeding zelfs als deze occult is of het melkachtige aspect van de teruggezogen BAL-vloeistof met de aanwezigheid van periodic acid Schiff (PAS)-positieve lichaampjes passend bij alveolaire proteïnose. 3,5 Histologisch onderzoek is niet nodig bij patiënten met een typische klinische presentatie van een Löfgrensyndroom. In dergelijke gevallen kan de diagnose op klinische gronden worden gesteld. Indien er twijfel zou bestaan, kan BAL of EUS/EBUS behulpzaam zijn. 1-5 BAL kan een infectie uitsluiten en celdifferentiatie kan een profiel opleveren zeer verdacht voor sarcoïdose (lymfocytose, zonder een verhoging van het aantal eosinofiele en neutrofiele granulocyten en soms een duidelijk verhoogde CD4/CD8-ratio). 9 Deze veranderingen zijn echter niet specifiek: veel andere ILD s kunnen gepaard gaan met lymfocytose in de BALvloeistof. Dit geldt ook voor aandoeningen waarbij een subklinische alveolitis kan worden aangetroffen, zoals de ziekte van Crohn (ook wel sarcoïdose van de darm genoemd) en primaire biliaire cirrose. 4 Bovendien kan de CD4/CD8-ratio normaal of verlaagd zijn in de BAL-vloeistof van sarcoïdosepatiënten. Een CD4/ CD8-ratio van > 3,5 is zeer specifiek voor sarcoïdose
3 Stap voor stap naar astmacontrole MijnAstma MijnAstma Helpt uw patiënt bij het verbeteren van astmacontrole MijnAstma is de eerste persoonlijke app die patiënten helpt om de controle over hun astma te verbeteren als ze ermee aan de slag gaan. Dit kan op hun (tablet)pc of smartphone. MijnAstma is gratis, makkelijk te gebruiken en kost nauwelijks tijd. Hoe werkt MijnAstma: Actuele informatie over weer, temperatuur, pollen en luchtvervuiling in de eigen regio Handige gepersonaliseerde herinneringen en tips die direct naar de patiënt worden gestuurd Bibliotheek met informatie over prikkels, reizen, lifestyle, etc. De Astma Controle Test en het dagrapport helpen astmacontrole door de tijd heen te volgen. Als daar aanleiding voor is, kunnen patiënten deze gemakkelijk naar hun zorgverlener mailen. Prod. januari exp. januari 2015 De app is beschikbaar in de Apple App S tore en bij Google Play. Wilt u meer informatie of de demoversie voor zorgverleners downloaden, ga dan naar Huis ter Heideweg 62, 3705 LZ Zeist info@gsk.nl,
4 JAARGAnG 4 - nr Figuur 1. Centraal op de foto een plasmacel. Deze cellen lijken op lymfocyten, hun kern is ovaal tot rond en ligt excentrisch. Hun cytoplasma is intens blauw gekleurd met een heldere zone bij de kern. May-Grünwald-Giemsa-kleuring, vergroting x. Figuur 2. Centraal op de foto vier schuimmacrofagen, te herkennen aan de vele vacuolen die zich in het cytoplasma bevinden. May-Grünwald-Giemsa-kleuring, vergroting x. (92-94%), de sensitiviteit is echter lager met waarden tussen 55-59%. 3 Voor de individuele patiënt is de diagnostische waarde van de CD4/CD8-ratio in de BALvloeistof beperkt door de grote variabiliteit. Niet een bepaald celtype, maar de verhouding tussen de verschillende typen aanwezig in de BAL-vloeistof met name de lymfocyten, neutrofielen en eosinofielen verschilt per longaandoening. De meest voorkomende interstitiële longaandoeningen, te weten sarcoïdose, extrinsieke allergische alveolitis (EAA) en idiopathische longfibrose (IPF) zijn met een hoge betrouwbaarheid te onderscheiden op grond van de sterk verschillende verhouding van de celtypen aanwezig in de BAL-vloeistof met behulp van een computerprogramma (te downloaden op onder link Informatiemateriaal cd en dvd s ). 9 Tabel 1 geeft aan welke gegevens verkregen uit de BAL-vloeistofanalyse nodig zijn om tot de meest waarschijnlijke diagnose te komen. De CD4/CD8-ratio is in individuele gevallen van minder belang gebleken. Bovendien kan BAL belangrijk zijn voor de exclusie van infecties. 9 Een hoog aantal neutrofielen in de BALvloeistof van sarcoïdosepatiënten is een aanwijzing voor een slechte prognose en kans op fibrosevorming. Indien de bovenstaande diagnostische procedures niet voldoende onderbouwing voor een bepaalde diagnose opleveren, bestaat de mogelijkheid de diagnose histopathologisch te bevestigen door bronchusbiopten, transbronchiale biopten, EUS/EBUS, een longbiopt of een biopt van ander aangetast weefsel, zoals de huid, de lever of de mediastinale lymfeklieren. 1,2 Indien een biopt van bijvoorbeeld de huid beschikbaar is met de aanwijzing voor granulomateuze afwijkin- Figuur 3. Centraal op de foto een cluster reactieve pneumocyten type II, te herkennen aan het donkere cytoplasma met excentrisch gelegen kern. Vaak bevatten deze cellen grote vacuolen en liggen ze in clusters bij elkaar. May-Grünwald-Giemsa-kleuring, vergroting x. gen passend bij sarcoïdose, is het niet nodig om ook nog een biopt van de lymfeklieren te verkrijgen. De diagnose is dan voldoende onderbouwd. EUS/EBUS dunnenaaldbiopsie van vergrote mediastinale lymfeklieren heeft een hoog rendement (± 80%) en vrijwel geen complicaties. 1,2 Jammer genoeg is er nooit een vergelijkende studie gedaan over de waarde van BAL versus EUS/EBUS (zie ook tabel 2). De laatste tijd zijn er steeds meer studies verschenen die de waarde van de PET-scan in de work-up van sarcoïdosepatiënten hebben aangetoond en deze mogelijkheid als zinvolle aanvulling zien. 10 Infecties lijkend op sarcoïdose Een niet-productieve hoest, kortademigheid en thoracale pijn zijn symptomen die veel voorkomen bij sarcoïdose van de long. Ze zijn echter niet specifiek voor deze aandoening en kunnen voorkomen bij verschillende infectieuze aandoeningen. Veel granulomateuze infecties kunnen lijken op de granulomen die ontstaan bij sarcoïdose en horen dan ook in de differentiaaldiagnose te staan van deze aandoening. Gedacht kan worden aan bijvoorbeeld de ziekte van Lyme (Borrelia burgdorferi), Q-koorts (Coxiella burnetii), Leishmania-species en Mycobacterium tuberculosis. In deze gevallen zal de analyse van BAL-vloeistof ook een lymfocytose laten zien die niet te onderscheiden is van sarcoïdose. Serologie (Borrelia burgdorferi, Coxiella burnetii, Leishmania spp.) of een polymerasekettingreactie (PCR) (Coxiella burnetii, Mycobacterium tuberculosis) kan dan uitkomst bieden. 11 Bovendien zijn sarcoïdosepatiënten die corticosteroïden gebruiken (of andere immuunmodulerende middelen) gevoelig voor het ontwikkelen van een opportunistische infectie. Indien een patiënt bij gebruik van deze middelen klinische achteruitgang vertoont, dient BAL te worden overwogen. De verkregen BAL-vloeistof kan dan worden gebruikt voor uitgebreid microbiologisch onderzoek, waaronder verschillende PCR s en een Aspergillus-antigeentest (Galactomanan). BAL-vloeistofanalyse als waardevolle aanvulling op de diagnostiek van ILD De meeste patiënten met niet-infectieuze immunologische ILD s vertonen niet-specifieke celprofielen. Bij deze diffuse longaandoeningen kan het veel moeilijker zijn om met behulp van de lavagegegevens tot een diagnose te komen. De lijst aandoeningen met een lymfocytair, neutrofiel, eosinofiel of gemengd celpatroon is groot. Bij patiënten met diffuse ILD kunnen duidelijke veranderingen in de celopbrengst en celdifferentiatie optreden vergeleken met gezonde proefpersonen. Zo kan sarcoïdose gepaard gaan met een toename van het aantal lymfocyten en een stijging van de CD4/CD8-verhouding in de BAL-vloeistof. 4,9 De aanwezigheid van plasmacellen (zie figuur 1) al of niet samen met schuimmacrofagen (zie figuur 2), een toename van het aantal lymfocyten en een lage CD4/ CD8-ratio doen het bestaan vermoeden van een EAA of een door medicijnen geïnduceerde pneumonitis. Andere ziektebeelden waarbij plasmacellen in de BALvloeistof kunnen worden aangetroffen, zijn cryptogene organiserende pneumonie, een chronische eosinofiele pneumonie, een maligne non-hodgkinlymfoom en een pneumocystenpneumonie. Bij IPF is het lavageprofiel vrij aspecifiek. In 70-90%
5 JAARGAnG 4 - nr van de gevallen wordt een toename van het aantal neutrofielen gevonden, in 40-80% een stijging van het aantal eosinofielen en in 10-20% een stijging van het aantal lymfocyten. Een geïsoleerde lymfocytose is zeldzaam bij idiopathische longfibrose en in dat geval dienen andere aandoeningen te worden uitgesloten, bijvoorbeeld een non-specific interstitial pneumonia (NSIP) van het cellulaire type. Een stijging van met name het aantal neutrofielen kan ook bij andere aandoeningen worden aangetroffen, zoals bij het adult respiratory distress syndrome (ARDS), een bacteriële pneumonie of bronchiolitis obliterans, of een zogenoemde crytogene organiserende pneumonie (COP). De aanwezigheid van zogenoemde reactieve type-iipneumocyten (zie figuur 3) kan dat vermoeden nog verder onderbouwen. 12 Een uitgesproken eosinofilie is een aanwijzing voor een eosinofiele alveolitis bij een eosinofiele pneumonie, het syndroom van Churg-Strauss, allergische bronchopulmonale aspergillose of een door medicijnen geïnduceerde eosinofiele longreactie. Dit hoeft niet gepaard te gaan met een verhoogd aantal eosinofiele granulocyten in het perifere bloed. 3,5 Onlangs is de meest recente richtlijn verschenen: An official American Thoracic Society Clinical practice Referenties: 1. Crinò L, Dansin E, Garrido P, Griesinger F, Laskin J, Pavlakis N, Stroiakovski D, Thatcher N, Tsai CM, Wu YL, Zhou C. Safety and efficacy of first-line bevacizumab-based therapy in advanced non-squamous non-small-cell lung cancer (SAiL, MO19390): a phase 4 study. Lancet Oncol Aug;11(8): Sandler A, Yi J, Dahlberg S, Kolb MM, Wang L, Hambleton J, Schiller J, Johnson DH. Treatment outcomes by tumor histology in Eastern Cooperative Group Study E4599 of bevacizumab with paclitaxel/carboplatin for advanced non-small cell lung cancer. J Thorac Oncol Sep;5(9): Verkorte samenvatting van de productkenmerken van Avastin Samenstelling: Avastin 25 mg/ml concentraat voor oplossing voor infusie. De flacons bevatten respectievelijk 100 mg bevacizumab in 4 ml of 400 mg bevacizumab in 16 ml. Avastin is verkrijgbaar in verpakkingen van 1 flacon. Indicaties: Avastin (bevacizumab) in combinatie met fluoropyrimidine-bevattende chemotherapie is geïndiceerd voor de behandeling van patiënten met gemetastaseerd colon- of rectumcarcinoom. Avastin in combinatie met paclitaxel is geïndiceerd voor de eerstelijnsbehandeling van patiënten met gemetastaseerde borstkanker. Avastin in combinatie met capecitabine is geïndiceerd voor de eerstelijnsbehandeling van patiënten met gemetastaseerde borstkanker bij wie behandeling met andere opties voor chemotherapie, waaronder taxanen of antracyclinen, niet geschikt wordt geacht. Patiënten die in de 12 voorafgaande maanden op taxanen- en antracycline-gebaseerde regimes in de adjuvante setting hebben ontvangen, dienen te worden uitgesloten van behandeling met Avastin in combinatie met capecitabine. Avastin, toegevoegd aan platina bevattende chemotherapie, is geïndiceerd voor eerstelijnsbehandeling van patiënten met niet-reseceerbare, gevorderde, gemetastaseerde of gerecidiveerde niet-kleincellige longkanker, anders dan met overheersend plaveisel cel histologie. Avastin (bevacizumab) in combinatie met interferon alfa-2a is geïndiceerd voor de eerstelijnsbehandeling van patiënten met gevorderde en/of gemetastaseerde niercelkanker. Avastin in combinatie met carboplatine en paclitaxel is geïndiceerd voor de eerstelijnsbehandeling van gevorderde (FIGO-stadia IIIB, IIIC en IV) epitheliaal ovarium-, tuba- of primair peritoneaalcarcinoom. Contra-indicaties: Avastin is gecontra-indiceerd bij overgevoeligheid voor het actieve bestanddeel of voor één van de hulpstoffen, bij overgevoeligheid voor Chinese hamsterovariumcel (CHO)-producten of andere recombinant humane of gehumaniseerde antilichamen en bij zwangerschap. Werkingsmechanisme: bevacizumab bindt aan de vasculaire endotheliale groeifactor (VEGF), de belangrijkste factor voor vasculogenese en angiogenese, en remt daardoor de binding van VEGF aan zijn receptoren, Flt-1 (VEGFR-1) en KDR (VEGFR-2), op het oppervlak van de endotheelcellen. Neutralisering van de biologische activiteit van VEGF verzwakt de vascularisatie van tumoren, normaliseert de achtergebleven tumorvasculatuur en remt de vorming van nieuwe tumorvasculatuur en daarmee de tumorgroei. Dosering en wijze van toediening: de aanbevolen dosering voor de behandeling van gemetastaseerd colon- of rectumcarcinoom (mcrc), toegediend als intraveneuze infusie, is 5 mg/kg of 10 mg/kg lichaamsgewicht eenmaal per 2 weken of 7,5 mg/kg of 15 mg/kg lichaamsgewicht eenmaal per 3 weken. De aanbevolen dosering voor de behandeling van gemetastaseerde borstkanker is 10 mg/kg lichaamsgewicht eenmaal per 2 weken of 15 mg/kg lichaamsgewicht eenmaal per 3 weken, toegediend als intraveneuze infusie. De aanbevolen dosis Avastin voor de behandeling van niet-kleincellige longkanker (NSCLC) is 7,5 mg/kg of 15 mg/kg lichaamsgewicht eenmaal per 3 weken, toegediend als intraveneuze infusie. De aanbevolen dosering voor de behandeling van gevorderde en/of gemetastaseerde niercelkanker is 10 mg/kg lichaamsgewicht eenmaal per 2 weken, toegediend als intraveneuze infusie. Bij epitheliaal ovarium-, tuba- of primair peritoneaalcarcinoom wordt Avastin naast carboplatine en paclitaxel toegediend tot 6 behandelingskuren, gevolgd door voortgezet gebruik van Avastin als monotherapie totdat ziekteprogressie optreedt óf gedurende maximaal 15 maanden óf totdat onacceptabele toxiciteit zich voordoet, afhankelijk van wat als eerste optreedt. De aanbevolen dosis van Avastin is 15 mg/kg lichaamsgewicht eenmaal per 3 weken, toegediend als intraveneuze infusie. Waarschuwingen: patiënten hebben mogelijk een verhoogd risico op het ontstaan van maag-darmperforatie wanneer zij behandeld worden met Avastin. Een ontsteking in de buikholte kan een risicofactor zijn voor maag-darmperforaties bij patiënten met mcrc, voorzichtigheid is geboden wanneer deze patiënten worden behandeld. Patiënten die behandeld worden met Avastin kunnen een verhoogd risico hebben op het ontwikkelen van fistels. Avastin kan het proces van wondgenezing nadelig beïnvloeden. Behandeling dient niet gestart te worden binnen ten minste 28 dagen na een ingrijpende operatie of voordat de operatiewond geheel genezen is. Een verhoogde incidentie van hypertensie is waargenomen bij met Avastin behandelde patiënten. In zeldzame gevallen is bij Avastin patiënten melding gemaakt van het ontwikkelen van symptomen die overeenkomen met het Reversibel Posterieur Leuko-encefalopathie Syndroom (RPLS). Patiënten met hypertensie in de anamnese kunnen een verhoogde kans hebben op het ontwikkelen van proteïnurie wanneer ze behandeld worden met Avastin. In klinische studies was de incidentie van arteriële trombo-embolische voorvallen hoger bij patiënten die Avastin kregen in combinatie met chemotherapie dan bij degenen die alleen chemotherapie kregen. Patiënten kunnen tijdens behandeling met Avastin risico lopen op ontwikkeling van veneuze tromboembolische aandoeningen, waaronder pulmonaire embolie. Patiënten die behandeld worden met Avastin hebben een verhoogd risico op bloedingen, vooral op tumorgeassocieerde bloedingen. Patiënten met NSCLC die behandeld worden met Avastin hebben mogelijk risico op ernstige, en in enkele gevallen fatale, pulmonaire bloedingen/hemoptyse. Voorvallen die samenhangen met congestief hartfalen (CHF) werden tijdens klinische onderzoeken gemeld. Een toename in het aantal voorvallen van ernstige neutropenie, febriele neutropenie of infectie met ernstige neutropenie zijn waargenomen bij patiënten die behandeld zijn met enkele myelotoxische chemotherapiekuren in combinatie met Avastin in vergelijking met chemotherapie alleen. Dit werd voornamelijk gezien in combinatie met platina- of taxanen-bevattende therapieën bij de behandeling van NSCLC en gemetastaseerde borstkanker. Patiënten kunnen een verhoogd risico hebben op het optreden van infusie-/ overgevoeligheidsreacties. Gevallen van osteonecrose van de kaak zijn gemeld. Bij de meerderheid van deze gevallen betrof het patiënten die voorafgaand of gelijktijdig waren behandeld met i.v.-bisfosfonaten. Na gebruik van bevacizumab in het oog, waarvoor het middel niet is geregistreerd, is een aantal ernstige oogaandoeningen gemeld. Interacties: er is geen klinisch relevante farmacokinetische interactie van gelijktijdig toegediende chemotherapie op de farmacokinetiek van Avastin waargenomen. Er is geen significant effect van bevacizumab op de farmacokinetiek van cisplatine, op de farmacokinetiek van irinotecan en de actieve metaboliet SN38 daarvan, op de farmacokinetiek van capecitabine en de metabolieten ervan, op de farmacokinetiek van oxaliplatine en op de farmacokinetiek van interferon alfa-2a. De veiligheid en effectiviteit van gelijktijdige toediening van radiotherapie en Avastin zijn niet vastgesteld. EGFR monoklonale antilichamen mogen niet in combinatie met bevacizumab-bevattende chemotherapie worden toegediend voor de behandeling van mcrc. Bijwerkingen: de meest ernstige bijwerkingen zijn maag-darmperforaties, bloedingen, waaronder pulmonaire bloedingen/ hemoptyse die vaker voorkomen bij patiënten met NSCLC, en arteriële trombo-embolie. De meest frequent waargenomen bijwerkingen in klinische onderzoeken bij patiënten die Avastin kregen zijn hypertensie, ovariumfalen, vermoeidheid of asthenie, diarree, spraakstoornis en buikpijn. Afleverstatus: U.R. Datum: 02/2012. Uitgebreide product informatie is beschikbaar op www. roche.nl of kan worden aangevraagd bij Roche Nederland B.V., Postbus 44, 3440 AA WOERDEN, Voor Roche Oncology services zie guideline: the clinical utility of bronchoalveolar lavage cellular analysis in interstitial lung disease. 5 Voor patiënten met verdenking op ILD bij wie BAL wordt uitgevoerd, wordt een differentiële celtelling op de BAL-vloeistof geadviseerd. Analyse van lymfocytensubgroepen wordt niet aanbevolen als onderdeel van een routine cellulaire analysebewerking van BAL-vloeistof. 5 Een normaal celprofiel in de BAL-vloeistof sluit tenslotte microscopische afwijkingen in het longweefsel niet uit. 3-5,8 Conclusie Na de eerste klinische en röntgenologische evaluatie van patiënten met verdenking op sarcoïdose of andere ILD, kan cellulaire analyse van BAL-vloeistof nuttige aanvullende informatie opleveren bij de diagnostische evaluatie. Het kan bijvoorbeeld aanvullende informatie geven bij interstitiële afwijkingen op een HRCTscan en een indicatie geven over de mate van inflammatie en een infectie aantonen of uitsluiten. Belangrijke overwegingen bij de vraag of men BAL wel of niet zal uitvoeren, zijn onder meer de mate van onzekerheid over het type ILD, de kans dat analyse van de BAL-vloeistof nuttige, klinisch relevante, informatie zal opleveren, cardiopulmonale stabiliteit van de patiënt, de aan- of afwezigheid van kans op bloedingen en de voorkeur van de patiënt. Herkenning van een overwegend inflammatoir cellulair patroon (verhoogde lymfocyten, eosinofielen en/of neutrofielen) in het differentiële celprofiel van de BAL-vloeistof helpt de clinicus vaak de differentiaaldiagnose van ILD te verkleinen, alhoewel deze patronen niet specifiek zijn. EUS/EBUS kan behulpzaam zijn indien mediastinale lymfeklieren aanwezig zijn. De keuze tussen BAL of EUS/EBUS is in dat geval een praktische overweging en vooral afhankelijk van de beschikbare technieken in het ziekenhuis en de mogelijkheden van de ondersteunende laboratoria. Indien er geen sprake is van vergrootte lymfeklieren, verdient BAL de voorkeur. Celdifferentiatie is dan voldoende. Er is in de algemene klinische praktijk geen meerwaarde voor het routinematig bepalen van de CD4/DC8-ratio, aangezien voor de individuele patiënt de uitslag weinig aanvullende waarde heeft. Met een celtelling alleen wordt al een hoge sensitiviteit en specificiteit bereikt in de differentiaaldiagnose tussen de meest voorkomende ILD s. Er bestaat geen standaard -BAL-vloeistofprofiel voor een bepaalde longaandoening. Er dient bovendien altijd rekening te worden gehouden met mogelijk verstorende factoren. De referenties zijn opvraagbaar bij de uitgever via spreekuur@bsl.nl. Colofon Avastin bijsluiterad advertentie long (80x100mm).indd :31 Spreekuur Longziekten Wordt minimaal 4 maal per jaar gratis gezonden aan longartsen (in opleiding). spreekuur@bsl.nl Uitgever Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media b.v. Postbus GA Houten Advertentieverkoop Paul Bakker, p.bakker@bsl.nl Ronald Hillebrand, r.hillebrand@bsl.nl Chris Janssen, c.janssen@springermedia.nl Adreswijzigingen adres_wijziging@bsl.nl De standaardpublicatievoorwaarden zijn in te zien op of kunnen bij de uitgever worden opgevraagd. Het overnemen en vermenigvuldigen van artikelen en berichten uit dit tijdschrift is slechts toegestaan met bronvermelding en na schriftelijke toestemming van de uitgever. Copyright ISSN
6 Avastin Sterker voor specifieke longkankerpatiënten 1,2 EGFR ADENO FITs MINIMALE wild-type platinum carcinoom hemoptoë <2,5ml Mediane totale overleving van >14 maanden in 2 onafhankelijke studies1,2 Avastin is opgenomen als eerstelijnsbehandeling in de Landelijke richtlijn behandeling NSCLC 3 AVA Avastin, toegevoegd aan platinumbevattende chemotherapie, is geïndiceerd voor eerstelijnsbehandeling van patiënten met niet-reseceerbaar, gevorderd, gemetastaseerd of gerecidiveerd niet-kleincellig longcarcinoom, anders dan met overheersend plaveiselcelhistologie. Zie voor meer productinformatie elders in deze uitgave.
Bronchoalveolaire lavage in de diagnostiek van diffuse longaandoeningen
Capita selecta Bronchoalveolaire lavage in de diagnostiek van diffuse longaandoeningen m.drent en u.costabel Bronchoalveolaire lavage (BAL) is een techniek waarmee cellen en niet-cellulaire bestanddelen
Nadere informatieAvastin wordt in combinatie met andere middelen tegen kanker gebruikt voor de behandeling van volwassenen met de volgende vormen van kanker:
EMA/175824/2015 EMEA/H/C/000582 EPAR-samenvatting voor het publiek bevacizumab Dit document is een samenvatting van het Europees openbaar beoordelingsrapport (EPAR) voor. Het geeft uitleg over de aanpak
Nadere informatiePROEFSCHRIFTBESPREKING
3 Diabetes en kanker: een gevaarlijke combinatie? De invloed van diabetes en kanker op overleving met een speciale focus op geneesmiddeleneffecten Diabetes and cancer: a dangerous liaison? The reciprocal
Nadere informatieMogelijkheden van de bronchoalveolaire lavage bij de diagnostiek van longaandoeningen
Mogelijkheden van de bronchoalveolaire lavage bij de diagnostiek van longaandoeningen De diagnostiek van longaandoeningen is erg complex. Met behulp van een combinatie van klinische symptomen, laboratoriumuitslagen,
Nadere informatieLONGGENEESKUNDE. St. Antonius Expertisecentrum voor Interstitiële Longziekten
LONGGENEESKUNDE St. Antonius Expertisecentrum voor Interstitiële Longziekten St. Antonius Expertisecentrum voor Interstitiële Longziekten De term interstitiële longziekten is een verzamelnaam voor meer
Nadere informatieBiologicals in de longziekten. Piet van Valenberg, longarts.
Biologicals in de longziekten. Piet van Valenberg, longarts. Biologicals Astma : anti IgE : omalizumab = Xolair Sarcoidosis : infliximab : anti-tnfalfa Bronchuscarcinoom Bronchus carcinoom Chemotherapie
Nadere informatieBIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Avastin 25 mg/ml concentraat voor oplossing voor infusie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke ml concentraat
Nadere informatieResultaten lymfocyten subsets BAL en
Resultaten lymfocyten subsets BAL 2017-2 en 2018-1 22 november 2018 Harrie Eidhof Lab Medlon Enschede Doel BAL-QS Toetsen van de vergelijkbaarheid met andere laboratoria (ref. waarden) Aantonen van de
Nadere informatieChapter 10. Samenvatting
Chapter 10 Samenvatting 123 Samenvatting Samenvatting De term atopische dermatitis (AD) is voor de kat in 1982 geïntroduceerd door Reedy, die bij een groep katten met recidiverende jeuk en huidproblemen
Nadere informatielongcarcinoom: stadiëring en behandeling
Hoe actueel is de CBO richtlijn? Niet-kleincellig longcarcinoom: stadiëring en behandeling Prof. dr. Harry J.M. Groen UMCG Groningen Wat moet er veranderen? TBNA? Plaats van EUS-FNA? Plaats van EBUS-FNA?
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting In dit proefschrift worden diagnostische en therapeutische aspecten van acute leukemie bij kinderen beschreven, o.a. cyto-immunologische en farmacologische aspecten en allogene
Nadere informatiePoliklinische behandeling met Infliximab
Poliklinische behandeling met Infliximab Interne geneeskunde Locatie Hoorn/Enkhuizen Poliklinische behandeling met Infliximab Inleiding: Infliximab gaat de ontsteking in de darm tegen en helpt eventuele
Nadere informatieHandleiding voor zorgprofessionals. Gebruik van LEMTRADA (alemtuzumab) bij patiënten met actieve relapsing remitting multiple sclerose (RRMS)
Handleiding voor zorgprofessionals Gebruik van LEMTRADA (alemtuzumab) bij patiënten met actieve relapsing remitting multiple sclerose (RRMS) Inhoudsopgave 1> LEMTRADA 03 2> Mogelijke risico s bij het gebruik
Nadere informatieDe rol van bevacizumab bij de behandeling van niet-kleincellig longcarcinoom
3 De rol van bevacizumab bij de behandeling van niet-kleincellig longcarcinoom Bevacizumab for the treatment of non-small cell lung cancer A.-M.C. Dingemans Samenvatting Bevacizumab remt angiogenese door
Nadere informatieDarmkanker. darmkanker nederland. lotgenotencontact voorlichting belangenbehartiging
Darmkanker en uw DNA darmkanker nederland lotgenotencontact voorlichting belangenbehartiging Darmkanker Nederland Darmkanker Nederland wordt gesteund door een Raad van Advies. Deze bestaat uit specialisten
Nadere informatieLuchtwegen: luchtpijp. luchtwegen spirometrie. Longblaasjes: Alveolen longvolumes diffusie
Interstitiële longziekten Prof. Dr. Guy Brusselle Dienst Longziekten UZ GENT BVP, 23/11/2013 Interstitiële longziekten (ILZ): Inleiding Kenmerken overzicht ILZ met gekende oorzaken ILZ met ongekende oorzaken:
Nadere informatieHoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 175
Samenvatting Chapter 11 174 Samenvatting In dit hoofdstuk worden de studies die in dit proefschrift worden beschreven samengevat en bediscussieerd. Dit proefschrift richt zich op kankercel specifieke middelen,
Nadere informatieSamenvatting SAMENVATTING
SAMENVATTING Een karakteristieke eigenschap van astma is ontsteking van de luchtwegen. Deze ontsteking wordt gekenmerkt door een toename van ontstekingscellen in het longweefsel. De overgrote meerderheid
Nadere informatieWat kunt u verwachten van geneesmiddelen?
Wat kunt u verwachten van geneesmiddelen? Mogelijkheden geneesmiddelen bij interstitiële longaandoeningen (ild), waaronder longfibrose en sarcoïdose prof. dr. Marjolein Drent, longarts Hoogleraar interstitiële
Nadere informatieGeneesmiddelentherapie
https://www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Geneesmiddelentherapie Versie 2016 13. Biologische geneesmiddelen Er zijn de laatste jaren nieuwe perspectieven geïntroduceerd met stoffen biologische
Nadere informatieOntwikkelingen en behandelmogelijkheden bij de patiënt met oesofagus- of maagcarcinoom. 17-9-2015 dr. Marije Slingerland, internist-oncoloog
Ontwikkelingen en behandelmogelijkheden bij de patiënt met oesofagus- of maagcarcinoom 17-9-2015 dr. Marije Slingerland, internist-oncoloog Doelgerichte therapie bij het lokaal gevorderd en gemetastaseerd
Nadere informatieHilaire pathologie. 4.1 Inleiding Radiologische kenmerken Oefencasus 12
1 Hilaire pathologie.1 Inleiding 2.2 Radiologische kenmerken 2.2.1 Hilaire lymfeklierzwellingen 2.2.2 Endobronchiale afwijkingen.3 Oefencasus 12 2 Hoofdstuk Hilaire pathologie. 1 Inleiding De hilus is
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/44702 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Von Bartheld, M.B. Title: Advancements in pulmonary endosonography : the new standard
Nadere informatieMaligne pleura exsudaat
Maligne pleura exsudaat Regionale richtlijn IKL, Versie: 1.1 Laatst gewijzigd : 25-10-2005 Methodiek: Consensus based Verantwoording: IKL werkgroep bronchuscarcinomen Inhoudsopgave Algemeen...1 Diagnostiek...2
Nadere informatieInterstitiële longziekten Onderzoek.
Interstitiële longziekten Onderzoek www.nwz.nl Inhoud Wat zijn interstitiële longziekten? 3 Onderzoeken 3 Afspraak longarts 5 Uw vragen 6 Notities 7 2 U heeft mogelijk een zogenoemde interstitiële longziekte.
Nadere informatieF. Thorax. Inhoudsopgave 01 F 02 F 03 F 04 F 05 F 06 F 07 F 08 F 09 F 10 F 11 F 12 F 13 F 14 F 15 F 16 F
F. Thorax nhoudsopgave 01 F 02 F 03 F 04 F 05 F 06 F 07 F 08 F 09 F 10 F 11 F 12 F 13 F 14 F 15 F 16 F Aspecifieke thoracale pijn... 1 Minder belangrijk thoraxtrauma... 1 Medische controle voor indiensttreding
Nadere informatieINFLECTRA (infliximab) RISICO MINIMALISATIE MATERIALEN BETREFFENDE INFLECTRA (INFLIXIMAB) VOOR DE VOORSCHRIJVERS. Biologics
INFLECTRA (infliximab) Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring RISICO MINIMALISATIE MATERIALEN BETREFFENDE INFLECTRA (INFLIXIMAB) VOOR DE VOORSCHRIJVERS De risico minimalisatie materialen
Nadere informatieTRIPLE NEGATIEF BORSTKANKER. Nieuwe ontwikkelingen en onderzoek. Rianne Oosterkamp, internist-oncoloog Medisch Centrum Haaglanden
TRIPLE NEGATIEF BORSTKANKER Nieuwe ontwikkelingen en onderzoek Rianne Oosterkamp, internist-oncoloog Medisch Centrum Haaglanden Triple negatief borstkanker TNBC Geen ER Geen PR Geen HER2 (Nog) geen target
Nadere informatieInstructies voor het gebruik van Ustekinumab-Stelara
Instructies voor het gebruik van Ustekinumab-Stelara Inhoud 1. Inleiding 2. Wie is geschikt voor deze therapie 3. Voor het starten met de behandeling 4. Starten met Stelara 5. Toediening 6. Effectiviteit
Nadere informatieDe diagnose. van sarcoïdose
De diagnose van sarcoïdose Sarcoïdose is een diagnose die tot stand komt door exclusie van alternatieve diagnoses. Door de diversiteit aan verschijningsvormen en het potentiële chronische karakter is een
Nadere informatieUW BEHANDEL- GIDS VOOR ADCETRIS
AANBEVELINGEN VOOR PATIËNTEN UW BEHANDEL- GIDS VOOR ADCETRIS (Brentuximab vedotin) NY/ADC/19/0010 INHOUD 1 Inleiding....3 2 Wat is Adcetris?....4 3 Hoe werkt Adcetris?...5 4 Hoe wordt Adcetris toegediend?....6
Nadere informatieBijgevoegd vindt u de risico minimalisatie materialen.
Begeleidende brief voor HCP Betreft: Risico minimalisatie materialen betreffende, infliximab voor voorschrijvers Geachte Heer / Mevrouw, REMSIMA (Infliximab) 100 mg poeder voor concentraat voor oplossing
Nadere informatieBelangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel
Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel Prasugrel behoort tot de farmacotherapeutische groep van de bloedplaatjesaggregatieremmers (heparine niet meegerekend), een groep waaronder ook clopidogrel
Nadere informatieBIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Avastin 25 mg/ml concentraat voor oplossing voor infusie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke ml concentraat
Nadere informatieKlinische Dag NVvH 2 oktober 2014 Disclosure belangen M. Roeven
Klinische Dag NVvH 2 oktober 2014 Disclosure belangen M. Roeven Geen (potentiële) belangenverstrengeling Azacitidine, een gekke oorzaak van crazy paving M. Roeven; M. Cruijsen; W. van der Velden, Casus
Nadere informatiePegfilgrastim. Het afbeeldingonderdeel met relatie-id rid12
Pegfilgrastim Jacqueline Wallage AIOS Anesthesiologie 21 augustus 2017 Het afbeeldingonderdeel met relatie-id rid2 is niet aangetroffen in het bestand. Casus Man met lymfoom en darmperforatie Na CHOP-kuur
Nadere informatieArtsenbrochure. bij de behandeling van patiënten met Cryopyrin-Associated Periodic Syndromes (CAPS) met Ilaris
Artsenbrochure bij de behandeling van patiënten met Cryopyrin-Associated Periodic Syndromes (CAPS) met Ilaris Risico minimalisatie materiaal betreffende Ilaris (canakinumab) voor artsen De risico minimalisatie
Nadere informatieUstekinumab. (Stelara) Dermatologie
Ustekinumab (Stelara) Dermatologie Inhoudsopgave Inleiding 4 1. Hoe werkt Ustekinumab (Stelara) 4 2. Wat moet u weten voordat u Ustekinumab (Stelara) gebruikt 5 Gebruik Ustekinumab (Stelara) niet 5 Wees
Nadere informatieNiet-cardiogeen longoedeem bij chemotherapie voor acute myeloide leukemie. MDO IC Radboud UMC. N.Postma
Niet-cardiogeen longoedeem bij chemotherapie voor acute myeloide leukemie MDO IC Radboud UMC! N.Postma Casus Man, 1952! Diagnose AML - WBC 20 Start hydrea/rasburicase Casus IC opname bij dreigende respiratoire
Nadere informatiebij patiënten met een ernstige, actieve vorm van de ziekte die nog niet eerder met methotrexaat zijn behandeld;
EMA/502328/2014 EMEA/H/C/000955 EPAR-samenvatting voor het publiek tocilizumab Dit document is een samenvatting van het Europees openbaar beoordelingsrapport (EPAR) voor. Het geeft uitleg over de aanpak
Nadere informatieInfliximab (Inflectra ) Bij de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa
Infliximab (Inflectra ) Bij de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa Ziekenhuis Gelderse Vallei Uw behandelend arts en/of verpleegkundige heeft met u gesproken over het gebruik van Infliximab (Inflectra
Nadere informatieEvaluatie van cytologisch onderzoek bij de bronchoalveolaire lavage
Originele artikelen Evaluatie van cytologisch onderzoek bij de bronchoalveolaire lavage dr. P.H.M. Kuijper, klinisch chemicus, L.H.M. Verhoef, arts-microbioloog, D.R.A.J. De Munck en J.D.J. Janssen, longartsen
Nadere informatieLongkanker; state of the art
24 mei 2005 Jaarbeurs Utrecht Longkanker; state of the art Ivonne Schoenaker Verpleegkundig consulent oncologie Isala Klinieken / Zwolle Longkanker: The ugly facts Per jaar wordt bij 8000 nieuwe patiënten
Nadere informatieInfliximab (Remicade) bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa
Infliximab (Remicade) bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Polikliniek Maag-Darm-Leverziekten Uw behandelend arts of IBD-verpleegkundige heeft met u gesproken over het gebruik van Infliximab (Remicade).
Nadere informatieBehandeling met infliximab Ter behandeling van de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa
Behandeling met infliximab Ter behandeling van de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Afdeling maag-darm-leverziekten Inleiding Uw arts heeft een behandeling met infliximab voorgesteld. Infliximab is
Nadere informatieRisico minimalisatie materialen betreffende Inflectra (infliximab) voor de voorschrijvers
Inflectra (infliximab) Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring Risico minimalisatie materialen betreffende Inflectra (infliximab) voor de voorschrijvers De risico minimalisatie materialen
Nadere informatieMaligne hematologie. Asia Ropela, internist-oncoloog St.Jansdal ziekenhuis 22 maart 2014
Maligne hematologie Asia Ropela, internist-oncoloog St.Jansdal ziekenhuis 22 maart 2014 Indeling Leukemie acuut AML (acute myeloïde leukemie) ALL (acute lymfoïde leukemie) chronisch CML (chronische myeloïde
Nadere informatieHumira (adalimumab) Informatie folder
Humira (adalimumab) Informatie folder Interne geneeskunde Locatie Hoorn/Enkhuizen Humira (adalimumab) informatiefolder Inleiding Humira gaat de ontsteking in de darm tegen en helpt eventuele lekkage uit
Nadere informatieArtsenbrochure. bij de behandeling van patiënten met jichtartritis met Ilaris
Artsenbrochure bij de behandeling van patiënten met jichtartritis met Ilaris Risico minimalisatie materiaal betreffende Ilaris (canakinumab) voor artsen De risico minimalisatie materialen voor Ilaris (canakinumab),
Nadere informatieNEDERLANDSE 8 SAMENVAT TING VooR NIET-INGEWIJDEN PTER A H C
Nederl andse samenvat ting voor nie t-inge wijden 8 CHAPTER nederlandse samenvatting Inleiding In 2006 rookte 28% van de Nederlandse bevolking gemiddeld 15 sigaretten per dag. Jaarlijks overlijden circa
Nadere informatieOLIJFdag 3 oktober 2015
OLIJFdag 3 oktober 2015 Nieuwe behandelingen bij eierstokkanker Els Witteveen Internist-oncoloog Huidige en nieuwe inzichten Intraperitoneale toediening Toevoeging van bevacizumab Dose dense toediening
Nadere informatieRISICO MINIMALISATIE MATERIAAL BETREFFENDE FLIXABI (INFLIXIMAB) VOOR VOORSCHRIJVERS
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke
Nadere informatiePeriodieke Koorts Met Afteuze Faryngitis En Adenitis (PFAPA)
www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Periodieke Koorts Met Afteuze Faryngitis En Adenitis (PFAPA) Versie 2016 1. WAT IS PFAPA 1.1 Wat is het? PFAPA staat voor Periodic Fever Adenitis Pharyngitis
Nadere informatieInfliximab. (Inflectra /Remicade /Remsima ) Informatiefolder. bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa. N-ICC folder IFX uitgave november 2014
Infliximab (Inflectra /Remicade /Remsima ) bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Informatiefolder N-ICC folder IFX uitgave november 2014 Deze folder is tot stand gekomen door samenwerkende IBD verpleegkundigen
Nadere informatieLONGGENEESKUNDE. St. Antonius Expertisecentrum voor Interstitiële Longziekten
LONGGENEESKUNDE St. Antonius Expertisecentrum voor Interstitiële Longziekten St. Antonius Expertisecentrum voor Interstitiële Longziekten De term interstitiële longziekten is een verzamelnaam voor meer
Nadere informatieHypereosinofiel syndroom
Hypereosinofiel syndroom R. Fijnheer Meander Medisch Centrum/UMCUtrecht HES Incidentie: 2-4 per 1.000.000 per jaar Man> vrouw Leeftijd: 30-70 erg in belangstelling: glivec, mepolizumab etc. Lastig voor
Nadere informatieFamiliaire Mediterrane Koorts
www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Familiaire Mediterrane Koorts Versie 2016 2. DIAGNOSE EN BEHANDELING 2.1 Hoe wordt het gediagnosticeerd? Over het algemeen wordt de volgende aanpak gehanteerd:
Nadere informatieBiobank voor Interstitiële Longziekten. Marjolijn Struik Biobank Coördinator
Biobank voor Interstitiële Longziekten Marjolijn Struik Biobank Coördinator Interstitiële Longziekten Zeldzame longziekten >100 diagnoses Sarcoïdose Longfibrose ±20.000 patiënten in Nederland Oorzaak vaak
Nadere informatieBehandeling met ustekinumab. Risico minimalisatie materiaal: Veiligheidsinformatie betreffende ustekinumab voor patiënten
Behandeling met ustekinumab Risico minimalisatie materiaal: Veiligheidsinformatie betreffende ustekinumab voor patiënten Belangrijke informatie Deze materialen beschrijven aanbevelingen om belangrijke
Nadere informatieFamiliaire Mediterrane Koorts
https://www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Familiaire Mediterrane Koorts Versie 2016 2. DIAGNOSE EN BEHANDELING 2.1 Hoe wordt het gediagnosticeerd? Over het algemeen wordt de volgende aanpak
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 101 Chapter 7 SAMENVATTING Maligne tumoren van de larynx en hypopharynx ( keelkanker ) zijn de zesde meest voorkomende type kankers van het hele lichaam, en de meest voorkomende
Nadere informatieBijlage III. Wijzigingen die zijn aangebracht aan relevante delen van de samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter
Bijlage III Wijzigingen die zijn aangebracht aan relevante delen van de samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter Opmerking: Deze wijzigingen aan de relevante delen van de Samenvatting van
Nadere informatieInstructies voor het gebruik van Enbrel (etanercept)
Instructies voor het gebruik van Enbrel (etanercept) Inhoudsopgave 1 Inleiding... 1 2 Voor wie is deze therapie geschikt?... 1 3 Voor het starten met de behandeling... 1 4 Starten met Enbrel... 2 5 Toediening...
Nadere informatieAnnex I Wetenschappelijke conclusies en redenen voor wijziging van de voorwaarden verbonden aan de vergunningen voor het in de handel brengen
Annex I Wetenschappelijke conclusies en redenen voor wijziging van de voorwaarden verbonden aan de vergunningen voor het in de handel brengen Wetenschappelijke conclusies Rekening houdend met het beoordelingsrapport
Nadere informatieOntwikkelingen longkanker en maligne mesothelioom
Ontwikkelingen longkanker en maligne mesothelioom Wat is de stand van zaken Frank Jacobs sept 2017 Disclosures Frank Jacobs (potentiële) belangenverstrengeling geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting nederlandse samenvatting Algemene inleiding Primair bot lymfoom is een zeldzame aandoening. Het is een extranodaal subtype van het grootcellig B non Hodgkin lymfoom, dat zich
Nadere informatiePeriodieke Koorts met Afteuze Faryngitis en Adenitis (PFAPA)
www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Periodieke Koorts met Afteuze Faryngitis en Adenitis (PFAPA) Versie 2016 1. WAT IS PFAPA 1.1 Wat is het? PFAPA staat voor Periodic Fever Adenitis Pharyngitis
Nadere informatieAdalimumab (Humira ) Bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa
Adalimumab (Humira ) Bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Ziekenhuis Gelderse Vallei Uw behandelend arts en/of verpleegkundige heeft met u gesproken over het gebruik van Adalimumab (Humira ). In
Nadere informatieGepersonaliseerde aanpak bij longkanker
Gepersonaliseerde aanpak bij longkanker Dr. André VERSTRAETEN Dr. Elke GOVAERTS Dienst longziekten Pneumo-oncologie - Longkanker is de belangrijkste oorzaak van kankergerelateerde mortaliteit in beide
Nadere informatieDit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Belangrijke informatie voor beroepsbeoefenaren
De gezondheidsautoriteiten van de Europese Unie hebben het in de handel brengen van het geneesmiddel Kadcyla verbonden aan bepaalde voorwaarden. Het verplichte farmacovigilantieplan ter minimalisatie van
Nadere informatiePatiënteninformatie. Infliximab (Remicade)
Patiënteninformatie Infliximab (Remicade) Infliximab (Remicade) Ter voorbereiding op uw afspraak informeren we u met deze folder over dit medicijn voor reumatische aandoeningen. Daarnaast zetten we een
Nadere informatie10 e Post O.N.S. Meeting. Els Meuleman Verpleegkundig specialist oncologie Slingeland Ziekenhuis Doetinchem
10 e Post O.N.S. Meeting Els Meuleman Verpleegkundig specialist oncologie Slingeland Ziekenhuis Doetinchem Breast cancer update Update behandelopties bij hormoongevoeligheid Update behandelopties bij Her
Nadere informatieVedolizumab (Entyvio ) bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa
Vedolizumab (Entyvio ) bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Ziekenhuis Gelderse Vallei Uw behandelend arts heeft met u gesproken over het gebruik van Vedolizumab (Entyvio ). In deze folder krijgt
Nadere informatieInfliximab (Remicade )
MDL Infliximab (Remicade ) bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Inhoudsopgave Algemeen...4 Werking...4 Voorzorgsmaatregelen...5 Gebruik...6 Bijwerkingen...7 Interactie met andere geneesmiddelen...8
Nadere informatieBehandeling met infliximab bij sarcoïdose
LONGGENEESKUNDE Behandeling met infliximab bij sarcoïdose BEHANDELING Behandeling met infliximab bij sarcoïdose Uw arts heeft u voorgesteld uw sarcoïdose te behandelen met het medicijn infliximab (Remicade
Nadere informatieDosisgids bestemd voor de arts voor de behandeling van Reumatoïde Artritis (RA) met RoACTEMRA
De Europese gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel RoACTEMRA. Het verplicht plan voor risicobeperking in België, waarvan deze informatie
Nadere informatieLees de bijsluiter of neem contact op met uw arts of apotheker voor praktische informatie over het gebruik van Keytruda.
EMA/524789/2017 EMEA/H/C/003820 EPAR-samenvatting voor het publiek pembrolizumab Dit document is een samenvatting van het Europees openbaar beoordelingsrapport (EPAR) voor. Het geeft uitleg over de wijze
Nadere informatieCover Page. The following handle holds various files of this Leiden University dissertation:
Cover Page The following handle holds various files of this Leiden University dissertation: http://hdl.handle.net/1887/61127 Author: Hulle, T. van der Title: The diagnostic and therapeutic management of
Nadere informatieVEGF-gerichte fluorescentie endoscopie bij patiënten met locally advanced rectum carcinoom
Toedienlijst Bevacizumab-IRDye 800CW Studie NL 43407.042.13 - RAPIDO TRACT VEGF-gerichte fluorescentie endoscopie bij patiënten met locally advanced rectum carcinoom Specialisme : MDL geneeskunde en Medische
Nadere informatieThuishospitalisatie Herceptin. Pilootproject ikv projectoproep FOD UZ Leuven ism Khobra huisartsenkring en Wit-Gele Kruis Vlaams-Brabant
Thuishospitalisatie erceptin Pilootproject ikv projectoproep FOD UZ Leuven ism Khobra huisartsenkring en Wit-Gele Kruis Vlaams-Brabant erceptin en borstkanker Dr Kevin Punie ER2 0-5% Borstkanker is een
Nadere informatieCover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/19745 holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19745 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Faaij, Claudia Margaretha Johanna Maria Title: Cellular trafficking in haematological
Nadere informatieNederlandse samenvatting en toekomstperspectieven
Nederlandse samenvatting en toekomstperspectieven Per jaar krijgen in Nederland tenminste 2150 patiënten een rectum tumor. Vijf jaar na behandeling leeft ongeveer de helft van die patiënten nog. Hierbij
Nadere informatieRemicade. Interne geneeskunde
Remicade Interne geneeskunde Uw behandelend arts of verpleegkundige heeft met u gesproken over het gebruik van Infliximab (Remicade ). In deze folder krijgt u informatie over de werking en het gebruik
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
Samenvatting Dikkedarmkanker is een groot gezondheidsprobleem in Nederland. Het is de derde meest voorkomende vorm van kanker bij mannen en de tweede meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. In 2008
Nadere informatieCover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/33832 holds various files of this Leiden University dissertation
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/33832 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Krens, Lisanne Title: Refining EGFR-monoclonal antibody treatment in colorectal
Nadere informatieSamenvatting proefschrift Dirk-Jan Slebos
Samenvatting proefschrift Dirk-Jan Slebos Pathophysiology and airway inflammation in Bronchiolitis Obliterans after lung transplantation Promotie 12 november 2003 Rijksuniversiteit Groningen Promotor:
Nadere informatieDosisgids bestemd voor de arts voor de behandeling van Reumatoïde Artritis (RA) met RoACTEMRA
De Europese gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel RoACTEMRA. Het verplicht plan voor risicobeperking in België, waarvan deze informatie
Nadere informatieBELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE
Aanbevelingen Neem de volledige medische voorgeschiedenis van de patiënt in overweging, inclusief enig eerder of gelijktijdig gebruikte biological BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE Er is geen ervaring
Nadere informatieFysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten
Fysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten 5 april 2017 Sarcoïdose ontsporing afweersyteem ophoping afweercellen: granulomen overal in lichaam: longen, lymfesysteem, huid,
Nadere informatieBelangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel)
Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel) EFIENT (prasugrel) behoort tot de farmacotherapeutische groep van de bloedplaatjesaggregatieremmers (heparine niet meegerekend), een groep waaronder
Nadere informatieNiet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 5 jaar.
Niet-technische samenvatting 2015129-1 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Evaluatie en behandeling van pulmonale arteriële hypertensie. 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal
Nadere informatieImmuuntherapie: resultaten tot nu toe bij patiënten met een longcarcinoom Willemijn Theelen
Immuuntherapie: resultaten tot nu toe bij patiënten met een longcarcinoom 15-06-2017 Willemijn Theelen w.theelen@nki.nl Risicofactoren Longcarcinoom Roken in 90% de oorzaak Passief roken : 1,2-1,3 x verhoogd
Nadere informatieRichtlijn voor diagnostiek en behandeling van premaligne afwijkingen van de bovenste adem- en voedingsweg
V Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van premaligne afwijkingen van de bovenste adem- en voedingsweg naar Algemeen 526 Epidemiologie 527 1. Screening 527 2. Diagnostiek 527 2.1 Anamnese 527 2.2
Nadere informatieKEYTRUDA (pembrolizumab)
Risico minimalisatie materiaal betreffende Keytruda (pembrolizumab) voor patiënten KEYTRUDA (pembrolizumab) Patiënteninformatiefolder Risico minimalisatie materiaal betreffende Keytruda (pembrolizumab)
Nadere informatieKeytruda (pembrolizumab)
EMA/235911/2019 EMEA/H/C/003820 Een overzicht van Keytruda en waarom het is geregistreerd in de EU Wat is Keytruda en wanneer wordt het voorgeschreven? Keytruda is een geneesmiddel tegen kanker dat wordt
Nadere informatieImage-guided stereotactic radiotherapy for early stage lung cancer: techniques and clinical outcomes. Samenvatting
169 Image-guided stereotactic radiotherapy for early stage lung cancer: techniques and clinical outcomes Samenvatting Radiotherapie speelt een belangrijke rol in de curatieve behandeling van patiënten
Nadere informatieBlau Syndroom/Juveniele Sarcoïdose
www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Blau Syndroom/Juveniele Sarcoïdose Versie 2016 1. WAT IS DE ZIEKTE VAN BLAU/JUVENIELE SARCOÏDOSE 1.1 Wat is het? Het Blau syndroom is een genetische aandoening.
Nadere informatie