RUP Oudenaardebaan Stedenbouwkundige voorschriften Gemeente Kluisbergen Maart 2012

Vergelijkbare documenten
GRUP Vanpeteghem Stedenbouwkundige voorschriften Gemeente Staden Juni 2013

Gemengd regionaal bedrijventerrein Polderhoek te Zonnebeke

Gemeentelijk RUP Den Huilaert Gemeente Kortemark. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan Maart 2011

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan. Woodstar NV. Avelgem STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

RUP Cardiff nv Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017

Regionaal bedrijf Waeyaert - Vermeersch

Regionaal bedrijf Dubaere - Dubatex

GRUP Erogal Stedenbouwkundige voorschriften Gemeente Staden Juni 2013

Afbakening regionaalstedelijk gebied Aalst deelplan 7 Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Sterrenhoek (wijziging)

Gemeentelijk RUP zonevreemde bedrijven fase IV Johan Lasseel Gemeente Nazareth. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan Juni 2010

RUP Quintyn gebroeders bvba Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017

RUP TUINEN VANDEMAELE J. VOORSCHRIFTEN PLANIDENTIFICATIENUMMER: RUP_36010_214_00011_00001 DOSSIERNUMMER BIJ LNE: SCRPL1620

RUP Zonevreemde woningen in ruimtelijk kwetsbaar gebied Stedenbouwkundige voorschriften Gemeente Sint-Laureins Oktober 2011

13 DEELPLAN 13 - GRONDWERKEN GEERT MAES

GRUP Alheembouw Stedenbouwkundige voorschriften Gemeente Staden December 2013

16 DEELPLAN BOUWONDERNEMING CANNEYT

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan. Van Houcke NV. Gemeente Jabbeke. december 2010 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Van Houcke NV. provinciaal rup. bestemmingsplan. plangebied. art. 1 zone voor detailhandel. art. 2 zone voor wonen. art. 3 zone voor buffer.

Stedenbouwkundige voorschriften Februari Studiebureau Adoplan Ruimtelijke Planning en Stedenbouw Milieu en Mobiliteit

Bestaand regionaal bedrijf

Gemeente Meulebeke, Ingelmunster

10 DEELPLAN 10 - GARAGE VANDIERENDONCK

Historisch gegroeid bedrijf Verhelst te Knokke-Heist

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

specifiek regionaal watergebonden bedrijventerrein

Stedenbouwkundige voorschriften

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan. Stock Americain. Diksmuide. ONTWERP juni 2009 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan

1 DEELPLAN 1 - WILLTON PARKETVLOEREN

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan. Potyze. Stad Ieper. september 2011 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Stedenbouwkundige voorschriften

Historisch gegroeid bedrijf Dejaeghere te Langemark-Poelkapelle

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN artikel 14

RUP DROWA aanhangwagens bvba

M O T I VAT I E N O T A

PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN SNOECKLAAN ZONNESTRAAT STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN DECEMBER 2011

Þ PRUP Afbakening kleinstedelijk gebied Ninove Toelichtingsnota mei

INHOUDSTAFEL... 1 ALGEMENE VOORSCHRIFTEN...

Gemeentelijk RUP Lokaal bedrijventerrein Walderdonk, Wachtebeke

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

12 DEELPLAN 12 - TUINCENTRUM AVEVE CHRISTIAAN ROMMELAERE

RUP KLAARSTRAAT (HERZIENING EN UITBREIDING VAN HET RUP ZONEVREEMDE TERREINEN EN GEBOUWEN VOOR SPORT-, RECREATIE- EN JEUGDACTIVITEITEN-

1 Art. 1. Algemene bepalingen

Afbakening regionaalstedelijk gebied Turnhout deelplan 4 - Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Bentel

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan. Kleiputten. Meulebeke VOORSCHRIFTEN

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN artikel 14

DEEL II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

2 DEELPLAN 2 - BEDRIJFSVERZAMELGEBOUW DE AKKER

STAD BORGLOON RUP uitbreiding fruitveiling

RUP Jeugdverblijf Oud Klooster, begeleidingstehuis Ruyskensveld Campus Zwalm en basisschool Het Groene Lilare Gemeente Zwalm

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Steenbakkerij Floren en Cie NV

Albertknoop in Lanaken

stedenbouwkundige voorschriften

GEMEENTE MIDDELKERKE Deelgemeente SLIJPE

RUP Driegaaienstraat

VOORSCHRIFTEN RUP 19 LOKAAL BEDRIJVENTERREIN VAN DE WIELE. Stedenbouwkundige voorschriften ART. 0: ALGEMENE BEPALINGEN

Historisch gegroeid bedrijf

Zelzate. RUP Rijkswachtlaan. stedenbouwkundige voorschriften

historisch gegroeid bedrijf Aertssen te Stabroek

Historisch gegroeid bedrijf Steenfabrieken Nelissen NV

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN artikel 14

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN artikel 14

RUP Verschoore Stad Roeselare. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan Definitieve vaststelling 26 mei 2014

12. Verordenend grafisch plan en verordenende stedenbouwkundige voorschriften

Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Jeugdverblijf Oud Klooster, begeleidingstehuis Ruyskensveld Campus Zwalm en basisschool Het Groene Lilare

Ontwerp BPA NIEUWE ABELE WEST

DEEL II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

RUP nr. 2quater Zeedijk-Tennis Gemeente Middelkerke. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan februari 2016

Sectoraal RUP- zonevreemde bedrijven, tweede fase. Stedenbouwkundige voorschriften. Aangepast op naar aanleiding van het openbaar onderzoek

RUP Willaert Stad Roeselare. Stedenbouwkundige voorschriften Definitieve vaststelling 26 mei 2014

stedenbouwkundige voorschriften

13 Bedrijventerrein voor kantoren en kantoorachtigen en bedrijven van lokaal belang Keppekouter

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf t Kriekske te Halle Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften

stedenbouwkundige voorschriften

Vulsteke. Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan. Gemeente Staden. ontwerp mei 2015 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Legende 2. STAD WAREGEM Provinciaal RUP Europoint deelgebied 5. verordenend plan. Legende

Algemene voorschriften. VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften. 1. Op te heffen bepalingen. 2. Instandhoudingsregel. 3.

RUP RWZI SINAAI TE SINT-NIKLAAS stedenbouwkundige voorschriften voorontwerp

stedenbouwkundige voorschriften

Stedenbouwkundige. voorschriften

Stedenbouwkundige voorschriften

Verantwoording. Titel : Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan Site Dicogel. Subtitel : Gemeente Staden. Projectnummer : rup_30000_213_00063_00002

Spoorweginfrastructuur en natuurpark Oude Landen te Ekeren

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

stedenbouwkundige voorschriften

2. Stedenbouwkundige voorschriften. Toelichting Algemeen Begrippen

GEMEENTEBESTUUR ZEMST RUP NR 09 RECREATIEZONE OSSEBEEMDEN. Ontwerp definitieve vaststelling. Stedenbouwkundige voorschriften

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN. 57 GRUP VLEESHANDEL MARKEY Studiebureau Demey

Historisch gegroeid bedrijf Cordeel te Hoeselt

Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan

VOORSCHRIFTEN RUP 13/a WOONKORRELS OLSENE GROT & GROENEWEG/BAUTERSTRAAT. Verordenende voorschriften toelichting

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN. 59 GRUP ZONEVREEMDE BEDRIJVEN INGELMUNSTER Studiebureau Demey

RUP Heihoek. Stedenbouwkundige voorschriften. ontwerp. september 2011

stedenbouwkundige voorschriften

RUP ZONEVREEMDE WONINGEN

6 V e r o r d e n e n d g r a f i s c h p l a n ( c f r. a r t )

Transcriptie:

Stedenbouwkundige voorschriften Gemeente Kluisbergen Maart 2012

Opdracht: Opdrachtgever: Opdrachthouder: Gemeentebestuur Kluisbergen Parklaan 16 9690 Kluisbergen Adoplan bvba Vaartlaan 28/1 9800 Deinze Tel: 09/241.53.70 Fax: 09/241.53.79 office@adoplan.be www.adoplan.be

GEZIEN EN VOORLOPIG AANGENOMEN DOOR DE GEMEENTERAAD IN ZITTING VAN OP BEVEL:... DE VOORZITTER DE SECRETARIS ZEGEL DER GEMEENTE HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN BEVESTIGT DAT ONDERHAVIG PLAN TER INZAGE VAN HET PUBLIEK OP HET GEMEENTEHUIS WERD NEERGELEGD VAN: TOT:. OP BEVEL:... DE BURGEMEESTER DE SECRETARIS ZEGEL DER GEMEENTE GEZIEN EN DEFINITIEF AANGENOMEN DOOR DE GEMEENTERAAD IN ZITTING VAN.. OP BEVEL:... DE VOORZITTER DE SECRETARIS ZEGEL DER GEMEENTE GEZIEN EN GOEDGEKEURD DOOR DE BESTENDIGE DEPUTATIE OP.. DE GEDEPUTEERDE, VERANTWOORDELIJK VOOR RUIMTELIJKE ORDENING VOOR STUDIEBUREAU ADOPLAN BVBA... SANNE VERVALLE, RUIMTELIJK PLANNER

Dit RUP vervangt de bestemming van het gewestplan Oudenaarde (K.B. 24 februari 1979). De voorschriften opgenomen in dit RUP vervangen de algemene voorschriften voor agrarisch gebied en woongebied van het gewestplan. VERORDENENDE ART. 1: ALGEMENE BEPALINGEN a. Werken en constructies in functie van openbaar nut en milieu-technische ingrepen - Werken en constructies in functie van openbaar nut en milieu-technische ingrepen kunnen in alle zones toegelaten worden, voor zover de schaal en de bouwkarakteristieken (inplanting, gabariet en materiaalgebruik) ervan geen afbreuk doen aan de kwaliteit van de betreffende bestemmingszone. b. Publiciteit - Publicitaire voorzieningen zijn toegelaten op de bedrijfspercelen. Voor publiciteit geldt: - De totale oppervlakte van de reclameborden wordt beperkt tot 10 m² (alles inbegrepen, zowel reclame op de gevels als borden op het terrein) per bedrijf; - Inplanting: op minstens 3 meter van de rooilijn; - Enkel bedrijfsgerichte publiciteit is toegelaten. c. Onverharde delen - Het niet-bebouwde en onverharde deel van het terrein dient als groene ruimte te worden aangelegd en als dusdanig onderhouden. d. Waterbeheerswerken - Alle constructies, werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de waterbeheerswerken zijn mogelijk in alle bestemmingszones voor zover de technieken van natuurtechnische milieubouw gehanteerd worden. Hiermee wordt o.a. het wijzigen van waterlopen en het aanleggen van waterbekkens bedoeld. - Het waterbergend vermogen van het plangebied mag door de aanleg van het bedrijventerrein niet verminderd worden. De afvoer van het hemelwater op de daken van de gebouwen en de verharde oppervlakken, moet worden opgevangen in voldoende gedimensioneerde reservoirs en bufferbekkens. Deze algemene bepalingen zijn van toepassing op alle bestemmingszones binnen de perimeter van dit RUP. Met technieken van natuurtechnische milieubouw wordt verwezen naar een geheel van technieken die gebruikt kunnen worden om bij de inrichting (en het beheer) van infrastructuurwerken (wegen, waterlopen) bestaande natuurwaarden zoveel als mogelijk te behouden of ze te ontwikkelen of te versterken, en meer algemeen om te komen tot "milieuvriendelijke" oplossingen voor ruimtelijke ingrepen. 1

VERORDENENDE - Hergebruik van hemelwater is verplicht. Vervuild regenwater dient gebufferd en afgevoerd te worden naar de riolering of gezuiverd op eigen terrein alvorens lozing of hergebruik. e. Archeologie - Voorafgaand aan de ontwikkeling van het gebied, wordt met het oog op het identificeren van de potentieel waardevolle zoekzones, een archeologisch detectieonderzoek uitgevoerd. Dit detectieonderzoek wordt verricht aan de hand van boring en proefsleuven, die op statistisch relevante wijze verspreid worden over de gehele zone. Bij aanwezigheid van archeologische sporen worden op de zones die als archeologisch waardevol worden aangeduid, bijkomende archeologische opgravingen uitgevoerd. f. Bestaande gebouwen en constructies g. Veiligheid - Bestaande, hoofdzakelijk vergunde gebouwen en constructies die afwijken van de stedenbouwkundige voorschriften, kunnen in stand gehouden of verbouwd worden binnen het hoofdzakelijk vergund volume. Bij uitbreiding of herbouw gelden de voorschriften van voorliggend RUP. - Inrichtingen die vallen onder de toepassing van het samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de beheersing van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken en waarvoor een veiligheidsrapport vereist is als gevolg van de toepassing van de milieuwetgeving, zijn niet toegelaten. Deze bepaling slaat op inrichtingen die vallen onder toepassing van de Seveso-wetgeving. 2

VERORDENENDE ART. 2: ZONE VOOR LOKALE BEDRIJVEN (categorie van gebiedsaanduiding: bedrijvigheid) Bestemming Deze zone is bestemd voor lokale bedrijven met een van volgende hoofdactiviteiten: productie, verwerking en bewerking van goederen; verwerking en bewerking van grondstoffen; logistiek (op- en overslag, voorraadbeheer, groupage en fysieke distributie); dienstverlenende bedrijven (bedrijven die diensten leveren aan andere bedrijven). Volgende activiteiten zijn toegelaten: gemeenschappelijke en complementaire voorzieningen inherent aan het functioneren van een bedrijventerrein inclusief interne wegenis, infiltratievoorzieningen, wateropvang- en afvoer; herstellen, heraanleggen, of verplaatsen van bestaande ondergrondse en bovengrondse nutsleidingen en aanleggen van nieuwe leidingen; aanleg van fiets- en voetgangersverbindingen; reliëfwijzigingen noodzakelijk voor realisatie van de bestemming; kantoren in functie van een bedrijfsactiviteiten die fysiek op dezelfde site aanwezig is. Volgende activiteiten zijn niet toegelaten: kleinhandel; autonome kantoren. Kleinhandel en kantoren die niet gekoppeld zijn aan een bedrijfsactiviteit horen niet thuis op een bedrijventerrein. Inrichting Bij de eerste aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning of verkavelingsvergunning met betrekking tot de ontwikkeling van de bestemming en bij iedere daaropvolgende aanvraag dient een inrichtingsstudie gevoegd te worden. De inrichtingsstudie dient zowel de huidige als de gewenste indeling van het volledige bedrijventerrein weer te geven. In het bijzonder dient de inrichtingsstudie de percelering (rekening houdend met zorgvuldige ruimtegebruik), de maatregelen naar waterbeheersing (de nodige voorzieningen inzake waterafvoer en buffering), de wijze van aansluiting op de N8, de interne circulatie en parkeerproblematiek, de milieutechnische maatregelen, de beeldkwaliteit, de visuele integratie van het plangebied in het landschap en de impact van de beoogde werken op de omgeving nauwkeurig weer te geven. De inrichtingsstudie zal inzake waterbeheersing dienen aan te geven hoe de nodige voorzieningen en buffering binnen het plangebied zullen worden gerealiseerd. De inrichtingsstudie is niet nodig voor werken met betrekking tot de aanwezige zonevreemde woningen binnen de zone, zo lang deze niet gekoppeld zijn aan een bedrijfsactiviteit. 3

VERORDENENDE Minstens volgende inrichtingsprincipes dienen gerespecteerd te worden: de perceelsoppervlakte per bedrijf bedraagt maximaal 5.000 m². de maximale bouwhoogte bedraagt 12,00m; bebouwing dient worden opgericht op minstens 6,00m van de plangrenzen indien het om bebouwing gaat van max. 6,00m hoogte. Bij elke bijkomende 2,00m bouwhoogte, dient een extra meter afstand tot de plangrenzen worden aangehouden; de maximale bouwhoogte geldt niet voor eventueel noodzakelijke schoorstenen, verluchtingskanalen en antennes gekoppeld aan de bedrijfsvoering, voor zover deze maximum 2 % van de totale bebouwbare oppervlakte beslaan en mits deze ingeplant worden op minimum dezelfde afstand van de RUP-grenzen, als hun hoogte; het bouwvolume, de dakvormen, de gekozen materialen en de kleur van de materialen moeten een optimale esthetische integratie van de bedrijfsgebouwen garanderen in hun omgeving; gebouwen dienen maximaal gegroepeerd te worden waar de bedrijfsactiviteit dit toelaat, bedrijfsgebouwen worden uitgebreid aansluitend op een bestaand gebouw en er wordt maximaal gebouwd in meerdere lagen daar waar de bedrijfsactiviteit dit toelaat; kantoren en toonzalen worden toegelaten op voorwaarde dat deze gekoppeld zijn aan de productieactiviteit van individuele bedrijven en voor zover deze activiteiten geen intensieve loketfunctie hebben en geen autonome activiteiten uitmaken; toonzalen mogen maximum 25% van de bebouwde gelijkvloerse oppervlakte bedragen ongeacht op welk niveau zijn worden ingericht. Er kan per bedrijfsperceel één bedrijfswoning opgericht worden op voorwaarde dat deze geïntegreerd zijn in de bedrijfsgebouwen en dat ze een maximale vloeroppervlakte van 200m² hebben. De woonfunctie dient altijd ondergeschikt te zijn aan de bedrijfsfunctie; Bedrijven die palen aan de N8 of aan de Berchemstraat, zijn niet toegelaten om buitenopslagruimte te voorzien aan de tussen de bedrijfsgebouwen en de vernoemde straten. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan de architecturale kwaliteit van de bedrijfsgebouwen en terreinaanleg langsheen deze wegen. Via het vastleggen van een maximale perceelsoppervlakte wordt ervoor gezorgd dat er zich enkel lokale bedrijven vestigen. Er wordt een maximale bouwhoogte vastgelegd om de impact op het landschap te beperken. De afwerking van de bedrijven richting de N8 en de Berchemstraat vraagt een kwalitatieve oplossing zowel voor de gebouwen als de terreinaanleg. 4

VERORDENENDE Overdruk: indicatieve ontsluiting De interne wegenis van de zone voor lokale bedrijven dient gebundeld te ontsluiten ter hoogte van de indicatieve aanduidingen. Deze ontsluiting moet aansluiten op het kruispunt van de Berchemstraat en de N8 of op de bestaande dreef die het bedrijf Van Maercke ontsluit. De as van deze indicatieve ontsluitingen kan max. 10 m worden verplaatst in functie van de technische realiseerbaarheid van deze ontsluitingen of op basis van adviezen van de wegbeheerders. De bedrijven die grenzen aan deze ontsluitingsweg dienen ontsloten te worden via deze weg en niet via de N8 of de Berchemstraat. De interne wegenis dient achteraan aan te sluiten op de zone voor regionale bedrijvigheid. Overdruk: fase 2 De zone gelegen binnen deze overdruk kan pas ontwikkeld worden nadat minstens 75% van de bedrijfspercelen in de zone niet getroffen door de overdruk zijn ingevuld én nadat de ontsluitingsweg op de N8 en de Berchemstraat, alsook de zone voor buffer (zie art. 5) is gerealiseerd. Zodoende worden geen bijkomende rechtstreekse ontsluitingen op de N8 gegenereerd. Op deze wijze kunnen de regionale bedrijven op termijn ontsluiten via dezelfde ontsluitingsweg. Deze fasering laat toe om eerst een kwalitatieve inrichting van de eerste zone te bekomen met inbegrip van de nodige wegenis en buffering. Een bedrijfsperceel is ingevuld wanneer de kavel ofwel verkocht is, ofwel bebouwd is met een bedrijfsgebouw. 5

VERORDENENDE ART. 3: ZONE VOOR REGIONALE BEDRIJVEN (categorie van gebiedsaanduiding: bedrijvigheid) Bestemming Deze zone is bestemd voor regionale bedrijven met een van volgende hoofdactiviteiten: productie, verwerking en bewerking van goederen; verwerking en bewerking van grondstoffen; logistiek (op- en overslag, voorraadbeheer, groupage en fysieke distributie); dienstverlenende bedrijven (bedrijven die diensten leveren aan andere bedrijven). Volgende activiteiten zijn toegelaten: gemeenschappelijke en complementaire voorzieningen inherent aan het functioneren van een bedrijventerrein inclusief interne wegenis, infiltratievoorzieningen, wateropvang- en afvoer; herstellen, heraanleggen, of verplaatsen van bestaande ondergrondse en bovengrondse nutsleidingen en aanleggen van nieuwe leidingen; aanleg van fiets- en voetgangersverbindingen; reliëfwijzigingen noodzakelijk voor realisatie van de bestemming; kantoren in functie van een bedrijfsactiviteiten die fysiek op dezelfde site aanwezig is. Volgende activiteiten zijn niet toegelaten: kleinhandel; autonome kantoren. Inrichting Bij de eerste aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning of verkavelingsvergunning met betrekking tot de ontwikkeling van de bestemming en bij iedere daaropvolgende aanvraag dient een inrichtingsstudie gevoegd te worden. De inrichtingsstudie dient zowel de huidige als de gewenste indeling van de volledige bedrijfssite waarop de aanvraag betrekking heeft weer te geven. In het bijzonder dient de inrichtingsstudie de inplanting van de gebouwen (rekening houdend met zorgvuldige ruimtegebruik), de maatregelen naar waterbeheersing (de nodige voorzieningen inzake waterafvoer en buffering), de wijze van aansluiting op de N8, de interne circulatie en parkeerproblematiek, de milieutechnische maatregelen, de beeldkwaliteit, de visuele integratie van het plangebied in het landschap en de impact van de beoogde werken op de omgeving nauwkeurig weer te geven. De inrichtingsstudie zal inzake waterbeheersing dienen aan te geven hoe de nodige voorzieningen en buffering binnen de bedrijfssite zullen worden gerealiseerd. De regionale bedrijven Van De Wiele Rubber NV en Vanmaercke NV zijn reeds lang gevestigd op deze locatie. Het is wenselijk deze bedrijven te bestendigen en hun uitbreidingskansen te geven op maat van de draagkracht van de kern van Berchem. Het voorzien van een administratieve zetel is mogelijk indien dit gekoppeld is aan een andere activiteit zoals bv. productie, onderhoudscomplex voor voertuigen, distributiecentrum, Kleinhandel en kantoren die niet gekoppeld zijn aan een bedrijfsactiviteit horen niet thuis op een bedrijventerrein. 6

VERORDENENDE Volgende inrichtingsprincipes zijn van toepassing: De perceelsoppervlakte per bedrijf bedraagt minstens 5.000m² de maximale bouwhoogte bedraagt 12,00m; bebouwing dient worden opgericht op minstens 6,00m van de plangrenzen indien het om bebouwing gaat met 6,00m hoogte. Bij elke bijkomende 2,00m bouwhoogte, dient een extra meter afstand tot de plangrenzen worden aangehouden; de maximale bouwhoogte geldt niet voor eventueel noodzakelijke schoorstenen, verluchtingskanalen en antennes gekoppeld aan de bedrijfsvoering, voor zover deze maximum 2 % van de totale bebouwbare oppervlakte beslaan en mits deze ingeplant worden op minimum dezelfde afstand van de RUP-grenzen, als hun hoogte; het bouwvolume, de dakvormen, de gekozen materialen en de kleur van de materialen moeten een optimale esthetische integratie van de bedrijfsgebouwen garanderen in hun omgeving; gebouwen dienen maximaal gegroepeerd te worden waar de bedrijfsactiviteit dit toelaat, bedrijfsgebouwen worden uitgebreid aansluitend op een bestaand gebouw en er wordt maximaal gebouwd in meerdere lagen daar waar de bedrijfsactiviteit dit toelaat; kantoren en toonzalen worden toegelaten op voorwaarde dat deze gekoppeld zijn aan de productieactiviteit van individuele bedrijven en voor zover deze activiteiten geen intensieve loketfunctie hebben en geen autonome activiteiten uitmaken; toonzalen mogen maximum 25% van de bebouwde gelijkvloerse oppervlakte bedragen ongeacht op welk niveau zijn worden ingericht. Er kan per bedrijfsperceel één bedrijfswoning opgericht worden op voorwaarde dat deze geïntegreerd zijn in de bedrijfsgebouwen en dat ze een maximale vloeroppervlakte van 200m² hebben. De woonfunctie dient altijd ondergeschikt te zijn aan de bedrijfsfunctie; Het is niet toegelaten om buitenopslagruimte te voorzien aan de tussen de bedrijfsgebouwen en de Berchemstraat. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan de architecturale kwaliteit van de bedrijfsgebouwen en terreinaanleg langsheen deze wegen. 7

VERORDENENDE ART. 4: ZONE VOOR ACHTERUITBOUW (categorie van gebiedsaanduiding: bedrijvigheid) Bestemming Deze zone is bestemd voor de aanleg van groen, opritten, verhardingen en parkeergelegenheden. Inrichting Bij de inrichting van de achteruitbouwzone dient met volgende inrichtingsprincipes rekening gehouden te worden: Er is per bedrijf een groenaanleg verplicht van minstens 20% van de oppervlakte van de achteruitbouwzone waarop het bedrijf gelegen is; Gebouwen en opslag zijn niet mogelijk binnen deze zone; Het aantal toegangen tot het openbaar domein wordt per kavel beperkt tot 1. De toegang heeft een maximale breedte van 10 meter. Indien het bedrijfsperceel lokale bedrijvigheid grenst aan de ontsluitingsweg, kan geen toegang tot het openbaar domein voorzien worden doorheen de zone voor achteruitbouw. De toegang tot het perceel dient dan via de ontsluitingsweg voorzien te worden. Deze achteruitbouwzone zorgt voor een duidelijke scheiding tussen het privaat en openbaar domein. Door deze een groene inrichting te geven, wordt de landschappelijke waarde van het bedrijventerrein versterkt. 8

VERORDENENDE ART. 5: ZONE VOOR BUFFER (categorie van gebiedsaanduiding: bedrijvigheid) Bestemming Deze zone is bestemd voor de aanleg van een met planten voorziene buffer rond de bedrijvenzone. Deze bufferzone dient om de activiteiten visueel af te schermen en om een milieuhygiënische buffer te vormen t.o.v. de omgeving. Inrichting De buffer wordt beplant met inheemse, streekeigen en standplaatsgerichte struiken en hoogstammige bomen. Het wordt onderhouden als een dicht groenscherm. Bebouwingen, verhardingen en opslag zijn niet toegelaten. Enkel volgende werken en handelingen zijn toegestaan: Werken en handelingen met het oog op de aanleg en het onderhoud van de buffer. De aanleg van open grachten in functie van de buffering en afwatering van het bedrijventerrein. Het herstellen, (her)aanleggen, of verplaatsen van ondergrondse nutsleidingen is mogelijk. De aanleg van één fietsdoorsteek met een breedte van max. 3m naar de achterliggende oude spoorwegbedding. Ten laatste in het plantseizoen volgend op het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning voor een bedrijf gelegen binnen de perimeter van dit RUP, moet de zone voor buffer die gelegen is op de bedrijfsgrond van de vergunningsaanvrager integraal beplant zijn. De zone voor buffer moet zorgen voor een duidelijke integratie van het bedrijventerrein in zijn omgeving. Deze wordt bekomen door het terrein af te schermen van het open landbouwgebied en het aanliggend woongebied. De realisatie van een toegang specifiek voor zwakke weggebruikers doet geen afbreuk aan de werking van de buffer. 9