Vademecum Duits (2014-2015) 1 Situering van het vak 1.1 Huidige situatie Duits is in Vlaanderen voor de meeste leerlingen de derde moderne taal die ze leren. De start komt vrij laat, in het tweede jaar van de 3 de graad. Bovendien zullen niet alle leerlingen die Duits kregen in de 2 de graad dit vak ook nog kunnen volgen in de 3 de graad. Motivering voor Duits is dan ook een belangrijke taak van de leraar. Hij moet ervoor zorgen dat de initiatie in de vreemde taal in de 2 de graad voldoende succesbelevingen garandeert, waarop in de derde graad kan worden verder gebouwd. Er moet dan ook optimaal gebruik gemaakt worden van de taalverwantschap tussen het Duits en het Nederlands en van de ervaring die leerlingen hebben opgedaan in het hanteren en beheersen van alle mogelijke vormen van leren bij het leren van Frans en Engels: gebruik van hulpmiddelen, gebruik van luister- en leesvaardigheidstrategieën, persoonlijke manieren van woordenschatverwerving, enz. 1.2 Beschikbare leerplannen Tweede graad Duits ASO alle studierichtingen: 2002/009 Leerplan voor één lesuur per week. Tweede graad Duits TSO Handel-talen: 2002/010 Leerplan voor één lesuur per week met uitbreiding en verdieping voor een tweede en een derde lesuur. Vanaf september 2005 maakte een lessentabelwijziging in Handel-talen meer Duits mogelijk. Om deze studierichting sterker te profileren kan men zowel in het eerste leerjaar als in het tweede 2 uur Duits aanbieden. Het huidige bovenvermelde leerplan is voor 1 tot 3 uur (30 tot 90 uur) bedoeld. Het bijkomende (complementaire uur) zal voor intensievere vaardigheidstraining kunnen worden gebruikt. Tweede graad Duits TSO Handel - complementair: 2002/010 Voor de invulling van de complementaire uren in deze studierichting kan het leerplan van de tweede graad Handel-talen worden gebruikt. Tweede graad Duits TSO Toerisme - complementair: 2002/010 Voor de invulling van de complementaire uren in deze studierichting kan het leerplan van de tweede graad Handel-talen worden gebruikt. Derde graad Duits ASO studierichtingen met component moderne talen: 2006/030 Twee uur per week + eventueel 1 door de school autonoom toe te kennen graaduur uit de cluster moderne talen. Dit leerplan vermeldt al de specifieke eindtermen en bevat tips voor vakkenoverschrijdend werken in de vrije ruimte. Het werd aangevuld met een eenvormige inleiding met visie op moderne vreemde talen. Het is een leerplan voor tweemaal 2 uur. Als de school aan Duits een graaduur toewijst, worden de bijkomende 25-30 lesuren voor intensievere vaardigheidstraining al of niet in vakkenoverschrijdend projectwerk gebruikt. Derde graad Duits ASO complementair, één uur per week Derde graad Duits ASO complementair, twee uur per week
Omdat het VVKSO in het kader van de vrije ruimte in de lessentabellen voor de studierichtingen zonder de component moderne talen geen Duits aanbeveelt, biedt zij voor deze keuze geen leerplan aan. Via de vakbegeleiders kan een adviesleerplan voor deze situaties verkregen worden. Voor de situatie met twee complementaire lesuren per week kan het leerplan voor de studierichtingen met de component moderne talen worden gebruikt (2004/035). Derde graad Duits TSO Secretariaat-talen: 2002/075 Drie uur per week. Derde graad Duits TSO Handel, Onthaal en public relations, Boekhouden-informatica complementair, Informaticabeheer complementair: 2003/002 Twee uur per week. Derde graad Duits TSO Boekhouden-informatica complementair en Informaticabeheer complementair: 2003/005 Een uur per week. Dit leerplan is een adviesleerplan: voor leerplannen Duits in complementaire uren volstaat de goedkeuring van het VVKSO. Derde graad Duits TSO Toerisme:2003/004 Twee uur per week. Derde graad Duits Hotel: 2003/003 Twee uur per week. Alle bovengenoemde leerplannen, maar ook alle ongewijzigde leerplannen voor een aantal specifieke studierichtingen binnen TSO en BSO zijn op het net beschikbaar en kunt u downloaden via www.vvkso.be, dan kiezen voor publicaties, leerplannen. 2 Professionaliteit 2.1 Servicedocument Evalueren in het vak Duits In de loop van het schooljaar 2013-2014 werd het servicedocument Evalueren in het vak Duits gefinaliseerd. Dit document is het resultaat van heel wat overleg binnen de interdiocesane begeleidingsgroep Duits. Uitgangspunten bij het tot stand komen van dit document: de visietekst op het MVT-onderwijs van 20007 de opmerkingen vanuit de doorlichtingsverslagen van de voorbije 2 schooljaren de vragen van de scholen en de vakgroepen Duits i.v.m. evaluatie en rapportering (leerplangericht evalueren, evalueren van vakgebonden attitudes, verhouding DW-PW, de plaats van de taaltaken, aandacht voor alternatieve evaluatievormen, ) oog op de toekomst: differentiëren (de zwakkeren helpen om bij te benen, de sterkeren blijvend uitdagen) Enkele hoofdgedachten : Leerplandoelstellingen staan centraal 2
In de leerplannen Duits zijn de leerplandoelstellingen hoofdzakelijk geformuleerd als vaardigheidsdoelstellingen en stellen ze wat een leerling allemaal moet kunnen. Bij een betrouwbare evaluatie wegen de vaardigheden dan ook duidelijk zwaarder door. Evaluatie is een deel van het leerproces Evaluatie is nooit doel op zich, maar staat in functie van het terugkoppelingsproces. Zo neemt ze een sleutelpositie in het leer- en onderwijsproces in. Evaluatie biedt kansen op feedback zowel voor de leerling, als voor de leraar (reflecterend vermogen). In een kwaliteitsvolle evaluatie is er dus niet alleen aandacht voor het product, maar ook structurele aandacht voor het proces. Reproductie transfer taaltaken Kleinere kennistoetsen op reproductieniveau hebben als eerste doel de leerattitude van de leerling na te gaan. Kleinere tussentijdse toetsen op functionele kennis zijn voor het evaluatieproces slechts dan waardevol als ze het niveau van de reproductie overstijgen. Evaluatie richt zich dus vooral op het niveau van de transfer en het creatief-communicatieve. De taaltaak situeert zich in de creatief-communicatieve fase. Het gaat erom het geleerde adequaat te gebruiken in nieuwe en concrete situaties. De lerende toont zijn communicatieve competenties ten volle. Hij krijgt een opdracht waarbij hij op zelfstandige manier met het materiaal omgaat. Hij bouwt de taalhandeling zelfstandig op en selecteert daarvoor de woordenschat, de Redemittel, de bruikbare grammaticale structuren, de communicatieve strategieën, de interculturele competenties om zo de boodschap samenhangend en correct over te brengen of te interpreteren. Evaluatie is valide en transparant Een vraag of toets is slechts valide als zij/hij echt toetst wat zij/hij beweert te toetsen. Zo toetst men de communicatieve mondigheid van iemand niet met vertaling van losse woorden of kennis van de stamtijden van het werkwoord. Men toetst de gespreksvaardigheid van iemand niet door een voorbereide tekst te laten aflezen of een dialoog te laten uitschrijven. Evaluatie moet ook transparant zijn: wie geëvalueerd wordt, moet vooraf weten wat er van hem/haar verwacht wordt en welke de evaluatiecriteria en de bijhorende parameters zijn die de leraar hanteert. Ze worden dan ook vermeld bij spreek-, gespreks- en schrijfopdrachten. Evaluatie en differentiatie Differentiatie kan verschillende vormen aannemen. Bepaalde vormen van differentiatie moeten ook in de evaluatie herkenbaar zijn: Differentiatie op basis van de studierichting binnen hetzelfde leerplan In de 2 de graad tso worden er naast de basisleerplandoelstellingen ook uitbreidings- en/of uitdiepingsleerplandoelstellingen aangeboden. Voor tso-richtingen met 1 uur Duits volstaan de basisdoelstellingen, voor tso-richtingen met 2 of meer uur in de basisoptie moeten de uitbreidingsdoelstellingen gerealiseerd én geëvalueerd worden. Differentiatie in aso op basis van de pool (SET) In de talenrichtingen moeten de SET (Specifieke Eindtermen) gerealiseerd worden. Bedoeling van de SET is de basisdoelstellingen talen op een hoger beheersingsniveau te realiseren. De SET willen de talenrichtingen een duidelijker profiel geven. Dit moet in de evaluatie herkenbaar zijn. Gespreide evaluatie met permanente feedback De organisatie van de evaluatie behoort tot de autonomie van de school. Toch worden in het servicedocument suggesties gedaan voor een evaluatie, gespreid over meerdere toetsmomenten, waarbij permanente en eenduidige feedback bij oefeningen en evaluatiemomenten de leerling in zijn leerproces ondersteunt. Het geeft een beter beeld van de competenties van de leerling, van zijn vorderingen en zijn leermoeilijkheden. Alternatieve vormen van evaluatie 3
Evaluatie maakt integraal deel uit van het onderwijsleerproces en zal ook altijd aanzet bieden tot reflectie bij alle betrokkenen. Om dit reflectieproces te optimaliseren, kan er aandacht zijn voor alternatieve vormen van evaluatie als zelfevaluatie, peer evaluatie, co-evaluatie, portfolio, Die vormen van evaluatie moeten, door hun grotere bewustmaking, de leercompetentie van de leerling vergroten en de leerling aanspreken op zijn verantwoordelijkheid in het eigen leerproces. 2.2 Evaluatie van leerplangebonden attitudes, aanvullend document bij het Servicedocument De leerplandoelstellingen vormen steeds het uitgangspunt van de evaluatie. Naast doelen op het gebied van kennis, inzichten en vaardigheden, worden meestal ook attitudes nagestreefd. In de leerplannen Duits komen een aantal vakgebonden attitudes voor die mee in de evaluatie van het vak moeten worden opgenomen. Aangezien attitudes niet rechtstreeks waarneembaar zijn, werden ze eerst uitgeschreven in concrete attitudegedragingen. Vervolgens werden ze in een matrix gegoten, opgebouwd uit 4 niveaus: van onvoldoende tot uitstekend. Hierdoor heeft de beoordelaar de kans om een genuanceerde keuze te maken. Er is bewust gekozen voor een formulering in de je-vorm. De matrix is daardoor niet alleen meer leerlingbetrokken, hij biedt de leraar ook de kans om via knip- en plakwerk de leerling direct leerbevorderende feedback te geven. Het is in geen geval de bedoeling om de volledige matrix te hanteren. Hij functioneert alleen maar als inspiratiebron en houdt in die zin ook geen rekening met de schooleigen situaties. Elke vakgroep zal daarom zelf zijn eigen afgeslankte versie moeten maken. Beide bovengenoemde documenten worden niet zomaar op de vikom-website ter beschikking gesteld. Na toelichting op school of per SG worden ze door de pedagogisch begeleider wél ter beschikking van de vakgroep gesteld. 2.3 Jaarplan en schoolagenda Een jaarplan is een realistische weerspiegeling van het leerplan: uit het jaarplan moet blijken dat alle onderdelen van het leerplan aan bod komen en dat de leerplandoelstellingen worden gerealiseerd. Een jaarplan is in geen geval een letterlijke overname van de inhoudstafel van een handboek! In de schoolagenda van de leraar wordt best genoteerd welke onderdelen van de leerstof in de les behandeld werden en welke vaardigheden ingeoefend werden. Ook overhoringen en huiswerkopdrachten worden vermeld. 2.4 Vakgroepwerking binnen en buiten de eigen school Vermits de leerplannen Duits graadleerplannen zijn, dienen binnen de vakgroep duidelijke afspraken te worden gemaakt om de verticale samenhang te vrijwaren. Leerlijnen kunnen slechts uitgetekend worden, wanneer door de vakgroep nagedacht wordt over de longitudinale doelstellingen per studierichting. Om gelijkvormigheid in parallelgroepen te bewaren is ook horizontaal overleg een must. Maar ook overleg tussen de vakcoördinatoren Frans, Engels en Duits moet worden gestimuleerd: het komt het talenbeleid op school alleen maar ten goede. Vermits de vakgroep Duits in de eigen school meestal erg klein is, is het interessant om één keer per jaar schooloverstijgend een vakvergadering te houden. De pedagogische begeleiding organiseert ook twee regionale vakvergaderingen per schooljaar: daar hebben collega s de 4
mogelijkheid elkaar te ontmoeten en materiaal uit te wisselen. Deze vakvergaderingen worden altijd tijdig in de Maandberichten meegedeeld. 2.5 Activerende werkvormen en ICT Uitleg, gegeven door de leraar, is belangrijk in het leerproces, maar volstaat voor leerlingen dikwijls niet. Er moeten activiteiten voorzien worden waardoor leerlingen de kans krijgen zich de leerstof eigen te maken. Wanneer de leerlingen zelf verantwoordelijkheid dragen voor hun leerproces, gaan ze zich ook meer betrokken voelen. Ook de rol van de leraar verandert: naast zijn traditionele rol als expert zal hij ook optreden als coach om de leerlingen optimaal bij hun leerproces te begeleiden. Wanneer Duits binnen de vrije ruimte wordt aangeboden, is dit ideaal om projecten rond Begeleid Zelfstandig Leren te organiseren. In het leerplan derde graad ASO staan suggesties hieromtrent en ook bij www.elov.be staan bij Cursusmateriaal enkele (uitgewerkte) projecten. De informatie- en communicatietechnologie biedt aan de taalleraar nieuwe mogelijkheden om te werken in de richting van ontdekkend en zelfstandig leren. De computer kan ook een boeiend leermiddel zijn dat kansen biedt voor differentiatie. 2.6 Eindtermen Er zijn geen eindtermen ontworpen voor een situatie Duits als derde moderne vreemde taal. Wel zijn er specifieke eindtermen (SET) voor de derde graad ASO in richtingen met de component Moderne talen. Deze eindtermen Moderne talen hebben betrekking op kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes van leerlingen bij het leren van een vreemde taal. Er wordt naar verwezen binnen het leerplan Duits derde graad ASO. Net zoals voor de andere vakken zijn de nieuwe vakoverschrijdende eindtermen (VOET) ook voor Duits van toepassing. Bij het werken aan de realisatie van de leerplandoelstellingen voor elke vaardigheid zullen de leerlingen ook kunnen werken aan de realisatie van een aantal sleutelcompetenties van de stam en de context socio-relationele ontwikkeling en aan leren leren. Aan de realisatie van een aantal VOET binnen andere contexten zullen ze kunnen werken via het aangeboden tekstmateriaal en afhankelijk van de prioriteiten van de school en de missie-visie. 2.7 Onderzoekscompetentie De onderzoekscompetentie maakt deel uit van de specifieke eindtermen van de derde graad voor de moderne vreemde talen (SET) en dit voor elke richting ASO met de component Moderne Talen. De SETs zijn verdeeld over de verschillende vreemde talen, maar de onderzoekscompetentie dient niet te worden gerealiseerd via het vak Duits. Toch zijn in het leerplan ASO 3 de graad D/2006//030 verwijzingen naar SET 16, 17 en 18, meer bepaald in de rubrieken 5.2 (Voorbeelden van vakkencombinerende samenwerking) en 5.3 (Bijkomende voorbeelden voor vakkencombinerende projecten met buitenlandse partners) die als onderwerp Vrije Ruimte hebben (p. 23-28). Via gerichte opdrachten krijgen leerlingen een onderzoeksprobleem, waarrond ze informatie verzamelen, ordenen, verwerken. Ze bereiden voor, plannen, organiseren en evalueren. Tenslotte presenteren ze de resultaten en reflecteren daarbij kritisch over verscheidene standpunten. Belangrijk is dat daar ook aangepaste evaluatiesystemen bijhoren zoals procesevaluatie, zelfevaluatie, peer- en co- evaluatie. 5
Ook werkvormen als teamwork en pairwork zijn onontbeerlijk. We willen hier wel waarschuwen voor al te grote belasting voor de leerlingen (en leraren): de projecten hoeven niet al te ambitieus of grootschalig te worden om goed te zijn. Kleinere, haalbare opdrachten, waarin gaandeweg aangeleerd wordt hoe je een onderzoeksvraag formuleert, hoe je gericht informatie verzamelt, ordent en bewerkt, hoe je rapporteert (powerpointpresentatie, samenhangende tekst met bronvermelding, duidelijke inhoudsopgave, voetnoten e.d.), hoe je kritisch reflecteert, verdienen de voorkeur. 2.7 Begeleiding- ondersteuning - nascholing De Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst (DPB) heeft als taak scholen te begeleiden en te ondersteunen. Daarnaast is er ook de decretale verplichting om nascholing en begeleiding beter op mekaar af te stemmen. Daarom is er binnen de DPB Mechelen-Brussel een Ondersteunings-en Nascholingsdienst (OND) voor het basis- secundair en buitengewoon onderwijs. Deze dienst centraliseert de (meestal vakgebonden) ondersteunings- en nascholingsactiviteiten die door de DPB voor alle scholen binnen ons bisdom worden georganiseerd. Scholen krijgen op die manier al van bij het begin van het schooljaar een overzicht, zodat ze hun begeleiding en nascholing optimaal kunnen plannen. Naast de ondersteuningsactiviteiten door de pedagogisch begeleiders wordt ook nascholing georganiseerd, gegeven door externen, maar rekening houdend met de suggesties vanuit het veld en steeds in samenspraak met de pedagogische begeleiding. Op die manier vervullen we als begeleidingsdienst onze decretale verplichting om nascholing en begeleiding beter om mekaar af te stemmen en om op geïntegreerde wijze tegemoet te komen aan de noden van de scholen. Sinds juni 2009 hebben we met onze Ondersteunings- en Begeleidingsdienst een stek op de nascholingswebsite van het VSKO. Wanneer u op de website www.nascholing.be kiest voor DPB-OND Mechelen-Brussel, en vervolgens voor Secundair vindt u het aanbod. Inschrijvingen gebeuren via de schoolcode waarover iedere school beschikt. Wanneer leraars via de school voor individugerichte activiteiten worden ingeschreven, krijgen ze een inschrijvingsbevestiging gemaild en kunnen ze via een toegekende code achteraf ook het evaluatieformulier invullen en hun attest ophalen. Uiteraard krijgt ons aanbod ook een plaats op de website van het Vicariaat Onderwijs van het bisdom Mechelen-Brussel: www.vikom.be. Kies voor Dienst Pedagogische Begeleiding, DPB- OND. Je kan ook rechtstreeks via deze link doorklikken: http://www.vikom.be/dienst-pedagogische-begeleiding/algemeen/ons-aanboddpb-ond Via de maandelijkse mededelingen wordt u op de hoogte gehouden van de geplande begeleidings- en nascholingsactiviteiten en de inschrijvingsmodaliteiten voor het vak Duits. 3 Leermiddelen en vaklokaal Er is een ruime keuze aan leermiddelen op de markt, vooral voor Duits in ASO, beperkter voor Duits in TSO, waar vaktaal in de derde graad een belangrijke rol speelt. Het materiaal dat door Vlaamse uitgeverijen wordt verspreid is conform de leerplannen. Ook de Duitse uitgeverijen blijven interessant materiaal aanbieden. Meer en meer scholen werken met vaklokalen i.p.v. klaslokalen : de pedagogische begeleiding juicht dit alleen maar toe. Het spreekt dan ook vanzelf dat leraren in een vaklokaal Duits moeten kunnen beschikken over een CD/DVD-speler en een flink aantal vertalende 6
woordenboeken. De beschikbaarheid van een aantal computers met internetaansluiting in het vaklokaal kan het onderwijs Duits alleen maar ten goede komen. 6 Aanvangsbegeleiding De vakbegeleider zal individueel contact opnemen met de startende leraar indien de schooldirectie op het aanbod van de aanvangsbegeleiding wenst in te gaan. Vanuit een coachende rol, vanuit de basiscompetenties van de leraar SO, vanuit de ondersteuningsbehoeften van de individuele leraar en ingebed in de schooleigen aanvangsbegeleiding zal de begeleider de startende leraar in een traject ondersteunen. Aan de scholen wordt gevraagd, indien zij wensen in dit begeleidingstraject te stappen, de gegevens m.b.t. nieuwe leraren door te geven, zodat de vakbegeleider een ontmoeting met de starters in de eigen school kan hebben. In functie van de noden van de leraar wordt nadien bepaald welke ondersteuningsactiviteiten (e-mail, klasbezoek, vakvergadering, intervisie, persoonlijk gesprek, vormingssessie,...) kunnen volgen. 7 Maandberichten Duits Maandelijks worden vanuit de diocesane begeleidingsdienst vakmededelingen naar de scholen gemaild. De pedagogisch begeleider geeft hierin informatie over nascholingsactiviteiten, interessante leermiddelen, regionale vakvergaderingen, Het is voor de leraren een uitstekend middel om op de hoogte te blijven van de actuele situatie van het vak. Voor Duits wordt via deze weg ook lesmateriaal doorgegeven. De lectuur van de Maandberichten wordt dan ook sterk aanbevolen. Je vindt ze terug op www.vikom.be à Secundair onderwijs à Vak- en studiegebieddocumenten à Duits Met de beste wensen voor een succesvol en fijn schooljaar! Leen Pil Pedagogisch begeleider Duits Kattebroekstraat 70 1700 Dilbeek Tel.: 02/466 90 11 of 0472/91 36 19 Leen.Pil@vikom.be 7