Fontys Hogeschool Werktuigbouwkunde



Vergelijkbare documenten
Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Fontys Hogescholen. Opleiding: Financial Services Management hbo bachelor Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Croho: Locatie: Eindhoven

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Avans Hogeschool, Tilburg

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar. Visitatiedata: 16 en 17 maart 2005

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

Hogeschool INHOLLAND, Diemen, Rotterdam en Den Haag

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Visitatiedata : 19 en 20 april 2005

Hogeschool INHOLLAND. Opleidingen: Voedingsmiddelentechnologie, bachelor Varianten: voltijd/duaal. Visitatiedata: 2 en 3 juni 2005

AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch

Hogeschool Diedenoort, Wageningen. Visitatiedata: 17 en 18 mei 2004

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

Fontys Hogescholen, Eindhoven

Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Fontys Hogescholen, locatie Eindhoven Opleiding: Fiscale Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

HBO Bedrijfskunde Bachelor of Business Administration (BBA)

AVANS Hogeschool, Tilburg

Christelijke Hogeschool Windesheim

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Hogeschool INHOLLAND. Visitatiedatum: 8 november 2006

Christelijke Hogeschool Nederland, Leeuwarden

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus RM GRONINGEN

Hogeschool Journalistiek, Fontys Tilburg. Visitatiedata: 15 en 16 maart 2005

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Financial Services Management HBO bachelor, locatie Arnhem Croho: Varianten: voltijd & deeltijd

Besluit. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus GB ZWOLLE

Bijlage 2. Protocol toetsing Associatedegreeprogramma. 15 december 2009

Avans Hogeschool, Breda

Hogeschool Zuyd, Maastricht

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER

Avans Hogeschool, Breda

Hogeschool Zeeland, Vlissingen

Hogeschool Rotterdam. Chemie, Chemische Technologie, Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek. Visitatiedata: 6 en 7 oktober 2004

Avans Hogescholen, s-hertogenbosch

Hogeschool INHolland, Amsterdam

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Opleiding: Commerciële Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd, deeltijd

Deze versie treedt in werking op 1 september 2016 en vervangt alle voorgaande versies.

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Locatie: Arnhem Opleiding: Bedrijfseconomie, hbo bachelor; Croho: Varianten: voltijd en deeltijd

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Visitatiedatum: 11 september 2007

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam

Fontys Hogescholen, Tilburg en Sittard

Hogeschool HBO Nederland

Hogeschool Utrecht. Huidtherapie, hbo-bachelor. Farmakunde, hbo-bachelor. Visitatiedatum: 16 maart 2006

Avans Hogeschool, s Hertogenbosch

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen. Postbus KB ENSCHEDE

Christelijke Hogeschool Windesheim

Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Sociaal Juridische Dienstverlening, hbo bachelor; Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Locaties: Rotterdam/Den Haag

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

Werkend Leren in de opleiding Werktuigbouw studiejaar

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

Hanzehogeschool Groningen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Locatie: Arnhem Opleiding: Communicatie, hbo bachelor Choho: Varianten: voltijd, deeltijd, duaal

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende.

Bijlage A Competenties van de opleiding

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool Rotterdam. Visitatiedata: 16 en 17 september Netherlands Quality Agency

Fontys Hogescholen, Eindhoven

NSE: Van vraag naar verbetering

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bacheior Engineering van de Zuyd Hogeschool

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek

Conceptkaders HBO5 3 november 2009

Hogeschool voor de Kunsten Utrecht

2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport

Management & Organisatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

Fontys Hogeschool Tilburg

Bedrijfskunde (AVD) Bedrijfskunde MER (AVD) Financiële Dienstverlening (AVD)

Hogeschool Zuyd. Bedrijfskundige Informatica. Visitatiedata: 21 en 22 oktober 2004

Hanzehogeschool Groningen

Hogeschool INHOLLAND, Delft

Hogeschool Rotterdam. Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, hbo-bachelor; Visitatiedatum: 10 oktober 2006

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Hanzehogeschool Groningen

Hogeschool Zuyd, Sittard

Hanzehogeschool Groningen

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool

Hogeschool INHOLLAND. Opleiding: Bedrijfskundige Informatica

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november

Fontys Hogescholen. Visitatiedata: 15 en 16 april NQA (Netherlands Quality Agency)

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Opleiding: Bedrijfskunde & Agribusiness, bachelor

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus RM GRONINGEN

Christelijke Hogeschool Windesheim, Zwolle Opleiding: Commerciële Economie, hbo bachelor; Croho: Varianten: Voltijd / Deeltijd / Duaal

Transcriptie:

Fontys Hogeschool Werktuigbouwkunde Opleiding: Werktuigbouwkunde, hbo-bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal/automotive Visitatiedata: 24 en 25 februari 2005 NQA (Netherlands Quality Agency) Utrecht, juli 2005

2 NQA Fontys Hogeschool, Eindhoven - Bachelor opleiding Werktuigbouwkunde

Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 8 1.4 Oordeelsvorming 9 1.5 Oordelen per onderwerp 10 1.6 Schematisch overzicht oordelen 12 1.7 Totaaloordeel 12 Deel B: Facetten 13 Onderwerp 1 Doelstellingen van de opleiding 15 Onderwerp 2 Programma 18 Onderwerp 3 Inzet van personeel 28 Onderwerp 4 Voorzieningen 31 Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 34 Onderwerp 6 Resultaten 36 Deel C: Bijlagen 39 Bijlage 1 Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 41 Bijlage 2 Deskundigheden panelleden 43 Bijlage 3 Bezoekprogramma 47 Bijlage 4 Kengetallen 50 Bijlage 5 Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal 52 NQA Fontys Hogeschool, Eindhoven - Bachelor opleiding Werktuigbouwkunde 3

4 NQA Fontys Hogeschool, Eindhoven - Bachelor opleiding Werktuigbouwkunde

Deel A: Onderwerpen NQA Fontys Hogeschool, Eindhoven - Bachelor opleiding Werktuigbouwkunde 5

6 NQA Fontys Hogeschool, Eindhoven - Bachelor opleiding Werktuigbouwkunde

Onderwerpen 1.1 Voorwoord In dit rapport doet het panel dat in opdracht van NQA de opleiding werktuigbouwkunde van de Fontys Hogeschool Werktuigbouwkunde Eindhoven heeft gevisiteerd, verslag van zijn werkwijze, bevindingen en conclusies. Het onderzoek vond plaats in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is feitelijk gestart in november 2004, het moment waarop de opleiding haar zelfevaluatierapport bij de NQA aanleverde. Een visitatiebezoek vond plaats op 24 en 25 februari 2005 en werd uitgevoerd door een panel dat bestond uit de volgende personen: de heer ir. E. Boer (dagvoorzitter en domeindeskundige) mevrouw S. J. van der Hulst (student-lid) de heer drs. L. Koekebakker (NQA-auditor) de heer drs. ing. J.M. van Zonneveld (domeindeskundige) Het panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (12 mei 2003). Het panel beschikt over domeinspecifieke deskundigheid, onderwijs- en auditdeskundigheid en deskundigheid over de internationale ontwikkelingen van de discipline (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: Deel A: een hoofdrapport, het onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken en de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie voldoende/onvoldoende. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. Deel B: een detailrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan hier uit van de vierpuntschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) zoals die door de NVAO is voorgeschreven. Dit detailrapport vormt de basis van het onderwerprapport. Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2 Inleiding Bij de Fontys Hogescholen staan ruim 35.000 studenten ingeschreven. De school biedt verspreid over het hele land onderdak aan 200 opleidingen op de gebieden communicatie, economie, educatie, gezondheidszorg, informatica, kunsten, logistiek, mens en maatschappij en techniek. Er werken circa 3600 personen, die samen 2800 fte bezetten. Fontys profileert zich als een moderne hogeschool met innovatieve onderwijsproducten. Het strategisch beleid heeft zij vastgelegd in de nota Idealisme in Learning Communities (2002). De nota beschrijft wat Fontys voor haar studenten, medewerkers en haar omgeving wil zijn: een learning community, een plaats voor waardeneducatie, een kennispoort en een organisatie die groot is in kleinschaligheid. NQA Fontys Hogeschool, Eindhoven - Bachelor opleiding Werktuigbouwkunde 7

In Fontys is in 2004 een omvangrijk veranderprogramma van start gegaan. Het programma heeft de naam Biloba meegekregen. De twee doelen ervan zijn: (1) de inrichting van bacheloropleidingen volgens een major/minormodel en (2) de transformatie van de huidige leeren onderwijsprocessen naar competentiegericht en flexibel leren, beoordelen en onderwijzen. Elke bachelor opleiding van Fontys bestaat na afloop van het programma in principe uit een major van 180 Ec in de hoofdrichting en een minor van 60 Ec in een andere studierichting. Fontys heeft haar opleidingen ondergebracht in 37 instituten. Een daarvan is de Fontys Hogeschool Werktuigbouwkunde Eindhoven. Het instituut brengt de opleiding werktuigbouwkunde in drie varianten uit: voltijd, deeltijd en duaal. Daarnaast is er de voltijdse studievariant werktuigbouwkunde automotive-engineering die valt onder de opleiding werktuigbouwkunde, maar wordt uitgevoerd in samenwerking met de Fontys Pedagogisch Technische Hogeschool en de Fontys Hogeschool Marketing Management. Bij de opleiding werktuigbouwkunde van de Fontys Hogeschool Werktuigbouwkunde in Eindhoven stonden tijdens de visitatieperiode 871 studenten ingeschreven, 680 voltijd, 110 deeltijd en 10 duaal. Bij de studievariant werktuigbouwkunde-automotive engineering studeerden 71 werktuigbouwkunde studenten. Er werkten 41 fte docenten bij de opleiding werktuigbouwkunde en 4 fte docenten bij de studievariant werktuigbouwkunde-automotive engineering. De student/fte-ratio kwam uit op 19,5. 1.3 Werkwijze De visitatie van de opleidingen door het panel heeft plaatsgevonden conform de werkwijze zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA en die hieronder wordt beschreven. Dit houdt tevens in dat het panel heeft vastgesteld dat het zelfevaluatierapport en de bijlagen een duidelijke basis bood voor het visitatiebezoek en dat de visitatie plaats vond op basis van het voor de opleidingen geldende domeinspecifieke referentiekader (zie facet 1.2). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke visitatiebezoek en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecheckt op kwaliteit en compleetheid (de screening) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Nadat het zelfevaluatierapport met de bijlagen in december 2004 in orde was bevonden, zijn de panelleden zich inhoudelijk gaan voorbereiden op het bezoek. Zij lazen het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden in een beoordelingsformat voorlopige oordelen op basis van argumenten en zij formuleerden vragen, die doorgegeven werden aan de NQA-auditor. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een voorbereidende vergadering is het visitatiebezoek concreet voorbereid. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. Het panel heeft dit getoetst aan de landelijke beroeps- en opleidingsprofielen (zie het detailrapport). 8 NQA Fontys Hogeschool, Eindhoven - Bachelor opleiding Werktuigbouwkunde

Het visitatiebezoek NQA heeft een Raamwerk bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het visitatiebezoek dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleidingen. Tijdens het visitatiebezoek is gesproken met een (representatieve) vertegenwoordiging van docenten, studenten, werkveld en afgestudeerden, met het instituuts- en opleidingsmanagement. Aan het begin en tijdens het bezoek is het ter inzage gelegde materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel zogenaamde schakelmomenten ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke oordelen. Het middagprogramma van de tweede dag had een meer open karakter. Een van de panelleden heeft aanvullend materiaal bestudeerd en besproken met enkele docenten en zich een beeld gevormd van de faciliteiten. Twee panelleden hebben gesproken met de directeur van het instituut en vertegenwoordigers van de taakgroep kwaliteit over het kwaliteitszorgsysteem en het vierde panellid heeft aanvullende gesprekken gevoerd met docenten van de opleiding over inhoud en opzet van het studieprogramma. Aan het einde van het bezoek, na het tweede gesprek met het instituuts- en opleidingsmanagement heeft de dagvoorzitter een mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een conceptrapportage opgesteld en die voorgelegd aan de panelleden. Het panel heeft vervolgens het definitieve concept vastgesteld. In het detailrapport wordt door NQA gerapporteerd op facetniveau. De opleiding heeft in maart 2005 een concept van dit rapport voor een check op feitelijke onjuistheden ontvangen. In het onderwerprapport wordt door NQA een oordeel op de onderwerpen en op de opleiding als geheel gegeven. Dit rapport is in mei 2005 aan de opleiding voorgelegd. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in juli 2005 en direct daarna ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 1.4 Oordeelsvorming In hoofdstuk 1.5 wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door de NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor oordeelsvorming een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere relevante opleidingen op een aantal aspecten. Het eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als sprake is van: weging van de oordelen op facetniveau; benchmarking; generieke bevindingen die het facetniveau overschrijden; bepaalde accenten respectievelijk best practices. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide) argumentatie NQA Fontys Hogeschool, Eindhoven - Bachelor opleiding Werktuigbouwkunde 9

is te vinden in het detailrapport. Daar waar een argumentatie/beoordeling voor de deeltijdse en de duale leerroute afwijkt van de voltijd, is dit expliciet vermeld. Indien niet vermeld, gelden voor de deeltijdse en de duale leerroute dezelfde argumentatie/oordelen als voor de voltijdopleiding, aangezien de deeltijdopleiding inhoudelijk voornamelijk zijn gebaseerd op dezelfde inhouden als de voltijdopleiding. Volgorde en onderwijsmethodieken kunnen daarbij verschillen. 1.5 Oordelen per onderwerp 1.5.1 Doelstellingen opleiding De drie facetten van dit onderwerp zijn voldoende beoordeeld. Het oordeel over het onderwerp doelstellingen opleiding is daarom positief. De opleiding werktuigbouwkunde ontwikkelt een nieuw studieprogramma. Het inhoudelijk kader van het nieuwe curriculum bestaat uit 11 door de opleiding zelf opgestelde competentieaspecten: analyseren, bedrijfsprocessen managen, communiceren, ethisch handelen, coöpereren, interdisciplinair werken, internationaal opereren, ondernemen, ontwerpen, persoonlijk ontwikkelen, en processen realiseren. De opleiding heeft de competentieaspecten vastgelegd in het Beleidsdocument competentiegericht ontwikkelen (2003) en beschreven in het Dictaat competentieontwikkeling en ontwikkelingsportfolio (2003). Elke beschrijving bestaat uit een definitie van het betreffende aspect, een omschrijving van het daarbij behorende competente gedrag en een opsomming van de kennis, de vaardigheden en de houdingen die voor de ontwikkeling van het competente gedrag noodzakelijk zijn. De opleiding heeft de elf aspecten gerelateerd aan de in 2002 landelijk overeengekomen opleidingscompetenties. Ook zijn ze in 2003 voorgelegd aan de raad van advies, die ermee heeft ingestemd. De competentieaspecten zijn op vier niveaus uitgewerkt. Uitgangspunt is niveau 4, het niveau van de beginnend werktuigbouwkundig ingenieur. De niveaus 1 t/m 3 zijn daarvan afgeleid. Tot de vernieuwing volledig is voltooid, is in de jaren die niet zijn vernieuwd het bestaande curriculum van kracht. De beoogde eindkwalificaties voor dit curriculum ontleent de FHW aan het in 1993 landelijk overeengekomen document Kernkwalificaties werktuigbouwkunde. De elf competentieaspecten vormen het inhoudelijk kader van de duale leerroute en van de studievariant werktuigbouwkunde-automotive engineering. 1.5.2 Programma Aan vijf van de acht tot dit onderwerp behorende facetten is het oordeel voldoende toegekend. Drie facetten: eisen hbo, samenhang en duur zijn goed beoordeeld. Het oordeel over het onderwerp programma is daarom positief. De oordelen van het panel hebben betrekking op het oude curriculum en de onderdelen van het nieuwe curriculum die tijdens het visitatiebezoek waren ingevoerd. 1.5.3 Inzet van personeel Aan de drie facetten van het onderwerp inzet personeel is het oordeel voldoende toegekend. Het oordeel over het onderwerp inzet personeel is daarom positief. 10 NQA Fontys Hogeschool, Eindhoven - Bachelor opleiding Werktuigbouwkunde

De docenten leggen een verbinding tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Er zijn voldoende gekwalificeerde docenten om het programma uit te voeren. 1.5.4 Voorzieningen Aan het facet materiële voorzieningen is het oordeel goed toegekend, aan het facet studiebegeleiding en informatievoorziening het oordeel voldoende. Het oordeel over het onderwerp voorzieningen is daarom positief. De huisvesting en de materiële voorzieningen zijn goed. De studieloopbaanbegeleiding die de opleiding haar studenten biedt, bevindt zich in een overgangsfase. Het begeleidingssysteem wordt herzien en aangepast aan het nieuwe op competenties gerichte curriculum. 1.5.5 Interne kwaliteitszorg. Aan de drie facetten van het onderwerp interne kwaliteitszorg is het oordeel voldoende toegekend. Het oordeel over het onderwerp interne kwaliteitszorg is daarom positief. De opleiding werktuigbouwkunde in Eindhoven beschikt over een eigen kwaliteitszorgsysteem. Zij voert op gezette tijden evaluaties uit over alle relevante aspecten van de opleiding. Bij deze evaluaties zijn medewerkers, alumni, studenten en het afnemende beroepenveld van de opleiding betrokken. De uitkomsten ervan vormen de basis voor verbetermaatregelen. 1.5.6 Resultaten. Het oordeel over de twee facetten bij het onderwerp resultaten is voldoende. Het eindoordeel over het onderwerp resultaten is daarom positief. De opleiding heeft voor de voltijdse leerroute streefcijfers geformuleerd. Het feitelijke rendement voldoet aan deze streefcijfers. De eindkwalificaties die de studenten tijdens hun studie bij de opleiding werktuigbouwkunde in Eindhoven realiseren, zijn in overeenstemming met de beoogde eindkwalificaties. NQA Fontys Hogeschool, Eindhoven - Bachelor opleiding Werktuigbouwkunde 11

1.6 Schematisch overzicht oordelen Opleiding: werktuigbouwkunde van de Fontys Hogeschool Werktuigbouwkunde Eindhoven Onderwerp/Facet Oordelen voltijd Oordelen deeltijd Oordelen duaal Oordelen Automotive Engineering Doelstellingen 1.1 voldoende voldoende voldoende voldoende 1.2 voldoende voldoende voldoende voldoende 1.3 voldoende voldoende voldoende voldoende Totaaloordeel positief positief positief positief Programma 2.1 goed voldoende goed goed 2.2 voldoende voldoende voldoende voldoende 2.3 goed goed goed goed 2.4 voldoende voldoende voldoende voldoende 2.5 voldoende voldoende voldoende voldoende 2.6 goed goed goed goed 2.7 voldoende voldoende voldoende voldoende 2.8 voldoende voldoende voldoende voldoende Totaaloordeel positief positief positief positief Personeel 3.1 voldoende voldoende voldoende voldoende 3.2 voldoende voldoende voldoende voldoende 3.3 voldoende voldoende voldoende voldoende Totaaloordeel positief positief positief positief Voorzieningen 4.1 goed goed goed goed 4.2 voldoende voldoende voldoende voldoende Totaaloordeel positief positief positief positief Kwaliteitszorg 5.1 voldoende voldoende voldoende voldoende 5.2 voldoende voldoende voldoende voldoende 5.3 voldoende voldoende voldoende voldoende Totaaloordeel positief positief positief positief Resultaten 6.1 voldoende voldoende voldoende voldoende 6.2 voldoende voldoende voldoende n.v.t. Totaaloordeel positief positief positief positief 1.7 Totaaloordeel Op grond van voorgaand schema en de inhoudelijke onderbouwing waaruit blijkt dat de opleiding op alle zes onderwerpen positief scoort, is de conclusie dat het totaaloordeel over de opleiding positief is. 12 NQA Fontys Hogeschool, Eindhoven - Bachelor opleiding Werktuigbouwkunde

Deel B: Facetten NQA Fontys Hogeschool, Eindhoven - Bachelor opleiding Werktuigbouwkunde 13

14 NQA Fontys Hogeschool, Eindhoven - Bachelor opleiding Werktuigbouwkunde

Facetten Onderwerp 1 DOELSTELLINGEN VAN DE OPLEIDING Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen VT: Voldoende DT: Voldoende Du: Voldoende AE: Voldoende Criteria: - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). De oordelen zijn gebaseerd op de volgende argumenten: De Fontys Hogeschool Werktuigbouwkunde in Eindhoven ontwikkelt voor de opleiding werktuigbouwkunde een nieuw curriculum. Het inhoudelijk kader van het nieuwe curriculum bestaat uit 11 door de opleiding zelf opgestelde competentieaspecten: analyseren, bedrijfsprocessen managen, communiceren, ethisch handelen, interdisciplinair werken, internationaal opereren, ondernemen, ontwerpen, persoonlijk ontwikkelen, en processen realiseren. De opleiding heeft de competentieaspecten vastgelegd in het Beleidsdocument competentiegericht ontwikkelen (2003) en beschreven in het Dictaat competentieontwikkeling en ontwikkelingsportfolio (2003). Elke beschrijving bestaat uit een definitie van het betreffende aspect, een omschrijving van het daarbij behorende competente gedrag en een opsomming van de kennis, de vaardigheden en de houdingen die voor de ontwikkeling van het competente gedrag noodzakelijk zijn. De competentieaspecten zijn op vier niveaus uitgewerkt. Uitgangspunt is niveau 4, het niveau van de beginnend werktuigbouwkundig ingenieur. De niveaus 1 t/m 3 zijn daarvan afgeleid. In het Dictaat heeft de opleiding de elf competentieaspecten gekoppeld aan de achttien in 2002 landelijk overeengekomen opleidingscompetenties. De achttien opleidingscompetenties zijn gepubliceerd in het rapport Beroeps- en opleidingscompetenties van de werktuigbouwkundig ingenieur (2002). Dit rapport, dat is opgesteld door de werkgroep Competent W van het Cluster Engineering, het samenwerkingsverband van de hbo-techniekopleidingen in Nederland, bevat het landelijk beroepsprofiel van de werktuigbouwkundig ingenieur en de achttien opleidingscompetenties die afgestudeerden moeten beheersen om het beroep adequaat en zelfstandig uit te kunnen voeren. Het panel heeft aan de hand van de door de opleiding opgestelde beschrijvingen kunnen vaststellen dat afgestudeerden die de elf competentieaspecten hebben gerealiseerd ook de achttien landelijke opleidingscompetenties hebben bereikt. De Fontys Hogeschool Werktuigbouwkunde beschikte tot eind 2004 over een eigen raad van advies. De raad is in januari 2005 opgeheven. De FHW wil de raad NQA Fontys Hogeschool, Eindhoven - Bachelor opleiding Werktuigbouwkunde 15

vervangen door een innovatieraad. De Fontys Hogeschool Werktuigbouwkunde heeft de raad van advies in 2003 de elf competentieaspecten voorgelegd. De directie van de FHW en de docenten met wie het panel tijdens het bezoek heeft gesproken, vertelden dat de raad toen met de elf competentieaspecten heeft ingestemd. De leden van de raad vonden de aspecten en de uitwerking ervan in het Dictaat relevant en een goed uitgangspunt voor onderwijsontwikkeling. In januari 2004 heeft de FHW over de elf competentieaspecten en de uitwerking ervan in het voltijdse curriculum een debat georganiseerd. Aanwezig waren beroepsvertegenwoordigers, studenten en docenten. Uit het verslag dat naar aanleiding van dit debat is gemaakt, blijkt dat de aanwezigen vertrouwen hebben in de door de FHW ingeslagen weg. Ook stemde men in met de door de FHW geformuleerde elf competentieaspecten. Van het nieuwe curriculum zijn het eerste en tweede jaar van de voltijdse variant ontwikkeld en ingevoerd. In het studiejaar 2005-2006 volgt het derde en in het studiejaar 2006-2007 het vierde jaar. Vanaf 2006 wordt ook het curriculum van de deeltijdse variant vernieuwd. Tot de vernieuwing is voltooid, is in de jaren die niet zijn vernieuwd het bestaande curriculum van kracht. De beoogde eindkwalificaties voor dit curriculum ontleent de FHW aan het in 1993 landelijk overeengekomen document Kernkwalificaties werktuigbouwkunde. De elf competentieaspecten vormen het inhoudelijk kader van de duale leerroute en van de studievariant werktuigbouwkunde-automotive engineering. Facet 1.2 Niveau bachelor VT: Voldoende DT: Voldoende Du: Voldoende AE: Voldoende Criteria: - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. De oordelen zijn gebaseerd op de volgende argumenten: De opleiding werktuigbouwkunde van de FHW leidt haar studenten op tot werktuigbouwkundig ingenieur. Afgestudeerde werktuigbouwkundig ingenieurs vinden volgens het zelfevaluatierapport hun werkterrein in de zogenoemde productlevenscyclus, een proces dat het ontwerpen, het vervaardigen, het gebruiken, het onderhouden en het beëindigen van producten (werktuigen) omvat. De eindtermen in het in 1993 landelijk overeengekomen en vastgestelde document Kernkwalificaties werktuigbouwkunde vormen voor het bestaande curriculum het inhoudelijke kader. In de visitatieperiode werd dit curriculum uitgevoerd in de deeltijdse variant en in het derde en vierde jaar van de voltijdse variant. De 16 NQA Fontys Hogeschool, Eindhoven - Bachelor opleiding Werktuigbouwkunde

eindtermen zijn destijds gevalideerd door een speciaal voor dit doel ingesteld werkveldplatform. Voor het programma van de studievariant werktuigbouwkunde-automotive engineering, de duale variant en het nieuwe op competenties gerichte curriculum, dat zich tijdens de visitatieperiode uitstrekte over het eerste en tweede leerjaar van de voltijdse variant, heeft de opleiding elf competentieaspecten geformuleerd. Zij heeft deze competentieaspecten vastgelegd in het Beleidsdocument competentiegericht ontwikkelen (2003) en beschreven in het Dictaat competentieontwikkeling en ontwikkelingsportfolio (2003). De opleiding heeft de 11 competentieaspecten in het zelfevaluatierapport gekoppeld aan de achttien opleidingscompetenties in het landelijk overeengekomen rapport Beroeps- en opleidingscompetenties van de werktuigbouwkundig ingenieur. Uit deze beschrijving blijkt dat afgestudeerden die de elf competentieaspecten hebben gerealiseerd ook de achttien landelijke opleidingscompetenties hebben bereikt. Het rapport Beroeps- en opleidingscompetenties van de werktuigbouwkundig ingenieur is in 2002 door deskundigen uit de beroepspraktijk gevalideerd. In het zelfevaluatierapport relateert de opleiding de elf competentieaspecten aan de generieke kwalificaties van de hbo-bachelor, zoals geformuleerd in het rapport Prikkelen, presteren, profileren: eindrapport van de commissie Accreditatie Hoger Onderwijs (september 2001) en aan de Dublin-descriptoren. In een schema heeft zij de Dublin-descriptoren, de generieke kernkwalificaties voor de hbobacheloropleidingen, de landelijk overeengekomen opleidingscompetenties en de elf competentieaspecten met elkaar verbonden. Het panel heeft vastgesteld dat de 11 competentieaspecten aansluiten bij de eisen die door vakgenoten in het domein engineering aan de opleiding werktuigbouwkunde worden gesteld en bij de algemene en internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor in het hbo. Facet 1.3 Oriëntatie hbo-bachelor VT: Voldoende DT: Voldoende Du: Voldoende AE: Voldoende Criteria: - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hboopleiding vereist is of dienstig is. De oordelen zijn gebaseerd op de volgende argumenten: De Fontys Hogeschool Werktuigbouwkunde ontleent de eindkwalificaties van het bestaande curriculum voor de opleiding werktuigbouwkunde aan het rapport Kernkwalificaties werktuigbouwkunde (1993). Voor het nieuwe curriculum, de NQA Fontys Hogeschool, Eindhoven - Bachelor opleiding Werktuigbouwkunde 17

studievariant werktuigbouwkunde-automotive engineering en de duale variant heeft de opleiding elf competentieaspecten geformuleerd. Zij heeft deze getoetst aan het rapport Beroeps- en opleidingscompetenties van de werktuigbouwkundig ingenieur (2002). Beide documenten zijn landelijk overeengekomen en door experts gevalideerd. Ze hebben daardoor een breed draagvlak. De FHW-invulling ervan is besproken met de raad van advies en tijdens een in 2004 voor dit doel belegde conferentie. De afgestudeerden van de opleiding en de vertegenwoordigers van stagebiedende organisaties met wie het panel tijdens het visitatiebezoek heeft gesproken, vertelden dat de afgestudeerden die de beoogde eindkwalificaties hebben bereikt, inzetbaar zijn in werktuigbouwkundige startfuncties als ontwerper/constructeur, technisch in- en verkoper, assistent productiemanager, procesingenieur, kwaliteitsmedewerker en assistent productmanager. Onderwerp 2 PROGRAMMA Facet 2.1 Eisen hbo VT: Goed DT: Voldoende Du: Goed AE: Goed Criteria: - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. De oordelen zijn gebaseerd op de volgende argumenten: De Fontys Hogeschool Werktuigbouwkunde ontwikkelt voor haar opleiding werktuigbouwkunde een nieuw studieprogramma. De ontwikkeling is gevorderd tot en met het tweede jaar van de voltijdse variant. Het derde en vierdejaars programma wordt in de komende jaren vernieuwd. De invoering daarvan is tussen februari 2005 en september 2007. Wanneer de invoering van het nieuwe voltijdse studieprogramma is voltooid, wordt ook het studieprogramma van de deeltijdse leerroute vernieuwd. De studievariant werktuigbouwkunde-automotive engineering beschikt over een eigen studieprogramma. Dit is opgezet in nauw overleg met de Fontys PTH en de Fontys Hogeschool Marketing Management. Uitgangspunt voor de studieonderdelen werktuigbouwkunde-automotive engineering zijn de elf, door de FHW ontwikkelde competentieaspecten. 18 NQA Fontys Hogeschool, Eindhoven - Bachelor opleiding Werktuigbouwkunde

In de vier studieprogramma s (voltijd, deeltijd, duaal en automotive engineering) die de opleiding aanbiedt, zijn het verwerven en toepassen van kennis steeds terugkerende elementen. Kennisverwerving ondersteunt de competentieontwikkeling van de studenten en gebeurt vooral door de bestudering van beroepsgerichte literatuur in vakboeken en vaktijdschriften. De opleiding schrijft bij alle onderwijseenheden literatuur voor, maar de studenten vinden ook zelf literatuur, bijvoorbeeld via het internet. De voorgeschreven literatuur is volgens het panel toereikend. De studenten komen door de literatuur in aanraking met alle fasen van de productlevenscyclus. Deze cyclus loopt van het idee over een product of de behoefte eraan (human mechanical engineering) via het ontwerpstadium (ontwerpen) naar het produceren (industrial engineering). In het begin van de opleiding ligt het accent op de kennis van elementen in de werktuigbouwkunde (techniek, proces en organisatie), gaandeweg verschuift het naar de kennis van systemen. Het panel heeft tijdens het visitatiebezoek aan de hand van de door de opleiding ter inzage gelegde werkboeken geconstateerd dat de docenten in hun onderwijs beroepsgericht studiemateriaal en beroepsrelevante casuïstiek gebruiken. Deze zijn onder meer afkomstig uit de stageverslagen en de afstudeerwerken van de studenten of rechtstreeks uit de beroepspraktijk. De opleiding schakelt gastdocenten in. In het studiejaar 2003-2004 gebeurde dat onder meer voor de onderdelen kansrijk innoveren, technisch fysisch inzicht, besturingstechniek, organisatie van de gezondheidszorg en medische instrumentatie. Een van de uitgangspunten van de opleiding is dat binnenschools leren alleen niet voldoende is. De studenten moeten een aantal van de beoogde competentieaspecten ontwikkelen in het werkveld zelf. Dat gebeurt in de voltijdse variant door stages. In het nieuwe curriculum zijn stages geprogrammeerd in het tweede en derde studiejaar, met een omvang van 100 dagen elk (30 Ec). De doelen van de stages zijn oriëntatie op de beroepspraktijk en de beroepsmogelijkheden, het opdoen van werkervaring in een professionele organisatie en toepassing in de werksituatie van wat op school is geleerd en het planmatig uitwerken van opdrachten. In het bestaande curriculum stond het hele derde jaar in het teken van de stage. Uit eigen onderzoek van de opleiding, dat tijdens het bezoek ter inzage lag, blijkt dat de nieuwe programmering door de bedrijven en de studenten positief is ontvangen. De deeltijdstudenten verwerven een deel van de competenties in het bedrijf waar zij werken. De eigen werkplek is voor deze studenten onderwerp van studie, onderzoek en toepassing van wat zij binnenschools leren. Zij schrijven tijdens hun studie vier zogenoemde personal papers waarin zij de geleerde theorie op hun werkplek toepassen. Voor de duale studenten is het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) het instrument dat hun leerproces stuurt. Op grond van het POP worden met de duale studenten afspraken gemaakt over de projecten die zij in het eigen bedrijf uitvoeren en de literatuur die zij bestuderen. De stage van de werktuigbouwkunde-automotive studenten is geplaatst in het derde jaar van de studie en heeft een omvang van een half jaar (30 Ec). Alle werktuigbouwkundestudenten voeren aan het eind van hun studie een afstudeeropdracht uit. Door deze opdrachten bewijzen de studenten dat ze in staat zijn zelfstandig een extern geworven praktijkprobleem op te lossen. De NQA Fontys Hogeschool, Eindhoven - Bachelor opleiding Werktuigbouwkunde 19

voltijdstudenten voeren de afstudeeropdracht uit in het betreffende bedrijf, de deeltijden de duale studenten in hun eigen organisatie. In elk studiejaar is in de programma s van de voltijdse leerroute ruimte gereserveerd voor het oefenen van werktuigbouwkundevaardigheden. Deze vaardigheden worden apart geleerd. Ook de deeltijdse studenten oefenen werktuigbouwkundige vaardigheden, maar minder. Zij komen er in hun werk mee in aanraking. De deeltijdse studenten met wie het panel heeft gesproken, pleitten voor meer practica in hun studie. De beroepsvaardigheden presenteren, vergaderen, samenwerken, onderhandelen, conflicthantering, leiding geven, projectmatig werken en ethisch en maatschappelijk verantwoord handelen leren de voltijdstudenten in de projecten. De studenten beoordelen deze beroepsvaardigheden van elkaar en zij krijgen feedback van hun docenten. Daarnaast worden ze uitgedaagd hun bijdrage aan het project, de rol die ze daarin hebben gehad, actief te evalueren. In het studieprogramma van de deeltijdse studenten komen geen projecten voor. In de Fontys Studentenenquête 2004 oordelen de studenten positief over de beroepsgerichtheid van de opleiding (score 3,5, schaal 1-5). Facet 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma VT: Voldoende DT: Voldoende Du: Voldoende AE: Voldoende Criteria: - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. De oordelen zijn gebaseerd op de volgende argumenten: Voltijd Het programma van de voltijdse leerroute is gespreid over een propedeutische fase van 1 jaar en een hoofdfase van drie jaar. De functies van de propedeutische fase zijn oriëntatie, verwijzing en selectie. Deze fase bestaat voor de studenten uit een vooruitblik op het onderwijs in de hoofdfase en een confrontatie met hun toekomstige beroep. Bovendien wil de opleiding met de propedeuse een basis leggen voor verdere studie. Het overkoepelende doel van de hoofdfase is het ontwikkelen van de competenties die het beroep van afgestudeerden vraagt. Het nieuwe studieprogramma van de propedeutische fase omvat 15 onderwijseenheden. In acht daarvan oriënteren de studenten zich op het beroep, op de keuzemogelijkheden in de hoofdfase en oefenen ze sociaal communicatieve 20 NQA Fontys Hogeschool, Eindhoven - Bachelor opleiding Werktuigbouwkunde

vaardigheden. De onderwerpen van deze acht oriënterende onderwijseenheden zijn oriëntatie op werktuigbouwkunde, oriëntatie op human mechanical engineering, oriëntatie op industrial engineering en oriëntatie op ontwerpen. Naast deze acht eenheden zijn er vier thematisch ingerichte onderwijseenheden. De thema s van deze eenheden zijn fysisch en technisch inzicht, productanalyse, procesbeheersing en productontwerp. Vaste onderdelen van de vier themablokken zijn beroepsgerichte theorie, practica en een project. In de drie overige onderwijseenheden van de propedeuse gaat de aandacht uit naar werktuigbouwkundige vaardigheden, wiskunde, rekenen, statica en ict. De opleiding heeft voor alle onderwijseenheden in de propedeuse leerdoelen geformuleerd. De leerdoelen zijn gerelateerd aan de 11 competentieaspecten en de uitwerking daarvan in vier niveaus. In de Elsevier/NIPOenquête van 2003 zeggen de studenten dat de opleiding erin slaagt in het eerste jaar een beeld van het vakgebied te geven (score 6,3 schaal 1-10). Dit oordeel heeft betrekking op het oude programma. De studenten met wie het panel heeft gesproken, vertelden desgevraagd dat ook het nieuwe propedeuseprogramma hun voldoende mogelijkheden biedt om te achterhalen wat aard en inhoud zijn van het beroep en of de opleiding werktuigbouwkunde voor hen wel de juiste is. De opleiding heeft de hoofdfase opgedeeld in zes perioden van 20 weken (semesters), drie binnenschoolse, twee buitenschoolse perioden en een afstudeerfase. In de hoofdfase kiezen de studenten een uitstroomprofiel. Dat wil zeggen: zij kiezen een expertisegebied en een productoriëntatie. Er zijn drie expertisegebieden: human mechanical engineering, ontwerpen en industrial engineering. De drie productoriëntaties zijn autotechniek, algemene werktuigbouwkunde en medische technologie. In elke binnenschoolse periode doorlopen de studenten een basisblok, waarin zij over de gekozen expertiseoriëntatie beroepsgerichte kennis verwerven. Ze voeren een project uit en ze doorlopen een verdiepingsblok. De thema s van de projecten zijn duurzame mobiliteit, intelligentie in producten en processen, en duurzaam ondernemen en innoveren. De beroepsproducten die de studenten in de projecten ontwikkelen, moeten passen in de gekozen productoriëntatie. Tijdens de projecten biedt de opleiding de studenten ter ondersteuning projectcolleges aan. Het panel heeft tijdens het bezoek vastgesteld dat de opleiding voor alle onderwijseenheden in het nieuwe hoofdfaseprogramma leerdoelen formuleert. Hiervoor gebruikt zij het zogenoemde vertaalschema. In dit schema is de relatie tussen de competentieaspecten en de leerdoelen beschreven. Het panel heeft voorts vastgesteld dat de opleiding het vertaalschema gebruikt om na te gaan of het nieuwe programma de studenten de mogelijkheid biedt om zich de elf competentieaspecten eigen te maken. In het bestaande curriculum onderscheidt de opleiding drie afstudeerrichtingen: algemene werktuigbouwkunde, commerciële techniek en medische technologie. Deeltijd Het programma van de deeltijdse leerroute bestaat uit vier studietrajecten: (1) mechatronica en regeltechniek, (2) energie en milieu, (3) construeren en ontwerpen en (4) product en materiaaltechnologie. De trajecten 1 en 2 vormen samen het profiel NQA Fontys Hogeschool, Eindhoven - Bachelor opleiding Werktuigbouwkunde 21

proces engineer, de trajecten 3 en 4 het profiel product engineer. Een studietraject verwijst naar een op zichzelf staand deel van het werkgebied van de afgestudeerde werktuigbouwkundige. De twee profielen verwijzen naar werktuigbouwkundige functies. Het onderwijs in de trajecten en de profielen wordt ondersteund door onderwijs in de vakken wiskunde, informatica en bedrijfskunde. De kennis die de studenten binnenschools verwerven, koppelen zij door de personal papers aan hun eigen beroepspraktijk. De studietrajecten, de ondersteunende vakken, de personal papers en het afstudeerjaar vormen de ingenieursopleiding. Het theorieonderwijs is gelijk aan het theorieonderwijs in de voltijdse leerroute van het cohort 2001-2002. Het practicumonderwijs heeft dezelfde opzet, maar is beperkter van omvang. Er is geen propedeutische fase. Duaal De duale variant, de Werkopleiding Ing, is een ingenieursopleiding van 2,5 jaar, speciaal opgezet voor mbo-afgestudeerden die werken in de werkbouwkundige praktijk. De studenten stellen in nauw overleg met de docenten een individueel studieplan op, dat bestaat uit projecten en beroepsgerichte kennis. Het studieplan mag niet strijdig zijn met de bestaande onderwijs- en examenregeling en wordt daarom ter goedkeuring voorgelegd aan de examencommissie van de opleiding. Het panel heeft aan de hand van de door de opleiding ter inzage gelegde documenten kunnen vaststellen dat de duale studenten de 11 competentieaspecten realiseren. Studievariant werktuigbouwkunde-automotive engineering De opleiding heeft de studiestof van de variant werktuigbouwkunde-automotive engineering geordend in vier leerlijnen: een kennislijn, een vaardighedenlijn, een persoonlijke ontwikkelingslijn en een methodisch werkenlijn. In de laatste leerlijn zijn de inhouden ondergebracht in 10 thema s: ondernemen, maken, sturen, vertalen, modern materialen, veiligheid, onderzoek en ontwikkeling, mechatronica, producttechnologie en telemetrie. Aan elk thema is een project gekoppeld. In de vaardighedenlijn voeren de studenten praktijkopdrachten uit. In de eerste periode van het propedeutische jaar bijvoorbeeld construeren ze een monster kart. In de kennislijn verwerven de studenten de conceptuele kennis, waaronder wiskunde, natuurkunde, werktuigen en sterkteleer. Het programma is tot en met het tweede studiejaar ontwikkeld. Uitgangspunt voor het programma zijn de elf competentieaspecten. Facet 2.3 Samenhang in het opleidingsprogramma VT: Goed DT: Goed Du: Goed AE: Goed Criteria: - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. 22 NQA Fontys Hogeschool, Eindhoven - Bachelor opleiding Werktuigbouwkunde

De oordelen zijn gebaseerd op de volgende argumenten: Voltijd De samenhang in het studieprogramma van de voltijdse leerroute wordt door de opleiding vanuit twee perspectieven bewaakt. Het eerste perspectief is het competentie-ontwikkelingsperspectief. Uitgangspunt voor de opleiding is dat de studenten zich geleidelijk ontwikkelen tot werktuigbouwkundig ingenieur. Op basis van dit uitgangspunt heeft de opleiding de 11 competentieaspecten geformuleerd en uitgewerkt in vier niveaus. Door deze uitwerking weet de opleiding precies bij welke programma-eenheid en op welk niveau de competentieaspecten aan de orde zijn en worden getoetst. Het tweede perspectief heeft betrekking op de afstemming per periode van de onderwijsinhoud op elkaar. Een belangrijk kenmerk van het nieuwe voltijdse studieprogramma is dat het thematisch is opgezet. De thematische ordening zorgt ervoor dat de studiestof en de projecten per periode zijn afgestemd op de thema s en de kennis door de studenten contextgebonden wordt verworven. Dit geldt ook voor de vakken wiskunde en natuurkunde. De studiestof die in deze vakken aan de orde komt, is gekoppeld aan beroepstaken van de werktuigbouwkundig ingenieur. In de Fontys Studentenenquête 2004 oordelen de studenten in het nieuwe curriculum positiever over de samenhang dan de studenten die het bestaande curriculum doorlopen (3,5 en 3,2, schaal 1-5). Deeltijd In de deeltijdvariant is de beroepsgerichte studiestof geclusterd in vier studietrajecten en vervolgens in twee met elkaar samenhangende profielen: Proces Engineer en Product Engineer. De deeltijdstudenten voeren geen projecten uit. De samenhang tussen theorie en praktijk ontstaat voor de deeltijdstudenten omdat zij tijdens hun studie vier personal papers schrijven. In deze papers verbinden zij de in de opleiding verworven theoretische kennis met de gang van zaken in hun eigen beroepspraktijk. De deeltijdstudenten met wie het panel tijdens het bezoek heeft gesproken, oordelen positief over de samenhang. Vooral de personal papers helpen hen de samenhang tussen de theorie en de praktijk te doorgronden. Duaal De rode draad in het duale studieprogramma is de praktijk van de studenten. De studenten voeren projecten uit, ontwikkelen beroepsproducten en verwerven de daarvoor noodzakelijke kennis en vaardigheden. De docenten van de opleiding ondersteunen de studenten bij de voorbereiding en de uitvoering van de projecten en het verwerven van kennis. Daarnaast helpen ze de studenten te reflecteren op de ervaringen en de resultaten. In de Fontys Studentenenquête 2004 waren geen aparte gegevens over de duale leerroute opgenomen. De studenten vertelden het panel tijdens het bezoek dat er een goede wisselwerking bestaat tussen de studie en hun eigen beroepspraktijk. NQA Fontys Hogeschool, Eindhoven - Bachelor opleiding Werktuigbouwkunde 23

Studievariant werktuigbouwkunde-automotive engineering De rode draad in het programma van de studievariant werktuigbouwkundeautomotive engineering is het beroep. In alle programma-eenheden wordt een koppeling gelegd met de toekomstige werkzaamheden van de studenten, doordat opdrachten, praktijkvoorbeelden en casuïstiek zijn ontleend aan de beroepspraktijk van de werktuigbouwkunde-automotive engineer. De samenhang wordt door de studenten positief beoordeeld (Fontys Studentenquête 2004: score 3,5, schaal 1-5). Facet 2.4 Studielast VT: Voldoende DT: Voldoende Du: Voldoende AE: Voldoende Criteria: - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. De oordelen zijn gebaseerd op de volgende argumenten: Om een efficiënte leerroute van studenten te bevorderen heeft de opleiding de studiejaren onderverdeeld in perioden van 20 weken (semesters). Er zijn acht semesters. De voltijdse studenten werktuigbouwkunde en automotive engineering brengen twee of drie daarvan buitenschools door. De overige zijn binnenschools. De deeltijdstudenten die beschikken over een relevante werkplek en beroepservaring komen in aanmerking voor stagevrijstelling. De duale studenten volgen een geheel op hun situatie afgestemde leerroute. In elk binnenschools semester is ruimte voor theoretisch onderwijs, practica, projecten, toetsing en studieloopbaanbegeleiding. Roosters en studiemateriaal worden tijdig verstrekt en de studielast wordt berekend. De opleiding onderzoekt achteraf de gerealiseerde studielast. De docenten bespreken de uitkomsten hiervan in de teams. De opleiding onderneemt actie als daartoe aanleiding bestaat. Dit geldt ook voor de studievariant werktuigbouwkundeautomotive engineering. In de programma s van de drie leerroutes (voltijd, deeltijd en duaal) en van de studievariant werktuigbouwkunde-automotive engineering heeft de opleiding drempels gelegd die een evenwichtige competentieontwikkeling van de studenten moeten bevorderen. De studenten moeten aan omschreven eisen in de onderwijs- en examenregeling voldoen voordat zij kunnen overstappen van de propedeuse naar de hoofdfase en voordat zij toegelaten worden tot de stage en (in het bestaande programma) tot de gekozen afstudeerrichting. Het panel heeft geconstateerd dat de docenten voor elke periode een werkboek samenstellen. Hierin is voor de studenten informatie opgenomen over het onderwijs in de betreffende periode. Voor de stage en de afstudeerfase zijn aparte werkboeken beschikbaar. Het panel heeft voorts geconstateerd dat aan het eind van elke periode 24 NQA Fontys Hogeschool, Eindhoven - Bachelor opleiding Werktuigbouwkunde

de daarin geprogrammeerde onderwijseenheden worden afgerond en getoetst en iedere toets leidt tot een beoordeling op basis waarvan studiepunten worden toegekend. De beoordelingscriteria zijn vermeld in de werkboeken. Elke toets kan jaarlijks twee maal worden gedaan. De voltijdstudenten vertelden het panel tijdens het bezoek dat de opleiding goed te doen is. Zij besteden gemiddeld 30 tot 40 uur per week aan hun studie. Voor de deeltijd en de duale studenten, zo bleek tijdens het bezoek, hangt de studeerbaarheid van het programma samen met de aard van het werk dat zij doen, de omvang daarvan en hun privé-omstandigheden. De deeltijdstudenten vinden vooral in het begin de studie erg zwaar. In de eerste twee studiejaren worden zij wekelijks drie avonden en op zaterdagmorgen in de hogeschool verwacht. In laatste studiejaren gaan zij wekelijks twee avonden naar school. In de Fontys Studentenenquête 2004 spreken de studenten zich positief uit over de haalbaarheid van het programma binnen de gestelde tijd (score 3,4 schaal 1-5) en de spreiding van de studielast (score 3,3, schaal 1-5). Facet 2.5 Instroom VT: Voldoende DT: Voldoende Du: Voldoende AE: Voldoende Criteria: - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. De oordelen zijn gebaseerd op de volgende argumenten: Voor aspirant studenten die de opleiding werktuigbouwkunde van Fontys Hogeschool Werktuigbouwkunde in Eindhoven willen instromen, gelden geen bijzondere eisen. Een diploma van havo, vwo (met de profielen natuur en gezondheid of natuur en techniek), mbo (niveau 4, WEB) of een document dat hieraan gelijkwaardig is, geeft toelating tot de opleiding. Kandidaten die 21 jaar of ouder zijn en niet aan de toelaatbaarheidsvoorwaarden voldoen, kunnen een toelatingsonderzoek doen. Bij dit onderzoek worden de vakken wiskunde, natuurkunde, Nederlands en Engels getoetst op het niveau dat gelijkwaardig is aan het niveau van de wettelijk voorgeschreven vooropleidingen. Voor de voorlichting aan aspirant-studenten organiseert de opleiding verschillende activiteiten, zoals meeloopdagen, open dagen en voorlichtingsbijeenkomsten op toeleverende scholen. De studievariant werktuigbouwkunde automotive engineering organiseert eigen voorlichtingsactiviteiten. In het studiejaar 2004-2005 stroomden 196 voltijd studenten en 23 deeltijdstudenten de opleiding binnen. Vierenvijftig studenten begonnen aan de studievariant werktuigbouwkunde-automotive engineering. Er meldden zich geen nieuwe duale studenten. Van de voltijd studenten (automotive engineering en werktuigbouwkunde) NQA Fontys Hogeschool, Eindhoven - Bachelor opleiding Werktuigbouwkunde 25

waren er 50% afkomstig van het havo, 15% van het vwo, 30% van het mbo en 5% met een andere vooropleiding. Mbo-afgestudeerden met een diploma van de opleiding werktuigbouwkunde, electrotechniek kunnen hun studie bij de FHW in 3,5 jaar afronden. Zij krijgen vrijstelling voor de oriënterende stage in het tweede studiejaar. Alle overige studenten die tijdens de propedeuse aantonen dat zij bepaalde competenties beheersen, kunnen verzoeken om versnelling van hun programma. In de propedeuse zijn de werkvormen afgestemd op de werkvormen in de vooropleiding: klassikaal les, practica alleen of in koppels, colleges, instructies en projecten. Nieuw voor veel studenten is het werken in projectgroepen van 6-8 personen en daaraan gekoppeld het met elkaar evalueren van de bereikte resultaten, het vastleggen ervan in een ontwikkelingsportfolio en het reflecteren op studieervaringen. In verband hiermee worden de eerste jaars studenten extra begeleid. De studenten met wie het panel heeft gesproken, oordelen positief over deze begeleiding. Tot het studiejaar 2004-2005 beschikte de opleiding over een deficiëntiecursus wiskunde. Die cursus is afgeschaft en vervangen door een voor alle studenten verplichte cursus rekenvaardigheid. Verder stelt de opleiding gemengde groepen samen. In deze groepen helpen de studenten met verschillende opleidingen elkaar. De studenten met wie het panel tijdens het bezoek heeft gesproken, oordeelden positief over deze aanpak van de opleiding. Het deeltijdprogramma is gericht op studenten met een middelbare beroepsopleiding als vooropleiding en ervaring in de werktuigbouwkundige beroepspraktijk. Met aspirant deeltijdstudenten die een afwijkende vooropleiding hebben, wordt een aannamegesprek gehouden en worden vrijstellingen dan wel extra taken afgesproken. Studenten met onvoldoende wis- en natuurkunde in hun vooropleiding krijgen het advies bij Fontys een aanvullende cursus te volgen. De duale opleiding biedt maatwerk op individueel niveau. De duale variant is alleen toegankelijk voor beroepsbeoefenaren in het MKB met ruime werkervaring in de werktuigbouwkundige beroepspraktijk en minimaal een vooropleiding op mbo-niveau. Aan de toelating gaat een assessmentperiode van 6 weken vooraf. In deze periode worden de studenten getest op hun geschiktheid voor de studie. Facet 2.6 Duur VT: Goed DT: Goed Du: Goed AE: Goed Criteria: - De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten. 26 NQA Fontys Hogeschool, Eindhoven - Bachelor opleiding Werktuigbouwkunde