Consumentenonderzoek optiekbranche 2005



Vergelijkbare documenten
Onderzoek naar de Optiekbranche Identificatie van segmenten en Structuuronderzoek

Rapportage Biebpanel. Tarieven en leenvoorwaarden

ALPHENPANEL OVER ZONDAGSOPENSTELLING

Zicht en Gehoor een onderzoek van seniorenorganisatie ANBO en Specsavers

Bibliotheek Hilversum

Internetpeiling ombuigingen

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie

Prijsmeter. Achtergrond prijsstelling

Hoofdstuk 6. Bezoek burgerzaken

Openingstijden Stadswinkels 2008

ONNA ONNA CAR CHALLENGE Een kwantitatief onderzoek naar de challenges van Nederlandse vrouwen tijdens het autorijden

Hoofdstuk 12. Financiële dienstverlening

de Bibliotheek Deventer

Life event: Een nieuwe baan

Tabellenboek 'Bekendheid van verzekerden met de polisvoorwaarden en de inhoud van de zorgverzekering

Bij wie is de fotospeciaalzaak in de toekomst nog in beeld

Consumentenbond Onderzoek Financiële Toezichthouders

OVERZICHT VOOR BRILLEN EN CONTACTLENZEN 2014

Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt nog steeds toe. Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers

Duurzame melk in supermarkten

OP AFSPRAAK WERKEN? Voor gemeentelijke diensten en producten

Rapport Het recht op informationele zelfbeschikking in de zorg

Internetpanel Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Resultaten peiling 30: Communicatie nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening

BURGERPANEL OIRSCHOT PEILING DIENSTVERLENING

Gezondheid: uw Europese ziekteverzekeringskaart altijd mee op vakantie?

Deelrapportage "Apotheken door Cliënten Bekeken" Vorige en huidige meting Apotheek Den Hoorn

Klanttevredenheidsonderzoek Warmtenet (2015)

Onderzoek Inwonerspanel: Geinbeat (Cityplaza) Festival

Verkorte voorbeeld vragenlijst vraagtypen. Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1

Rapportage onderzoek. een onderzoek onder klanten naar hun mening over

Klanttevredenheid WMO vervoer Haren 2013

ONDERZOEK THUIS ACCU. 29 oktober Is Nederland klaar voor de thuis accu?! Auteur Y. Lievens. Panelleden ISO gecertificeerd

Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok

Bibliotheken Noordoost en Noordwest Friesland

Klanttevredenheidsonderzoek. Particulier 2012, Zorg

18 december van 10. Op vakantie na een niertransplantatie; NP online enquête

HOOFDRAPPORTAGE ONDERZOEK TEVREDENHEID 2017 WMO VERVOER - VLISSINGEN.

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Compensatie eigen risico is nog onbekend

2013, peiling 4 december 2013

Onderzoek Inwonerspanel: Maatschappelijke stage (MAS)

Werkbelevingsonderzoek 2013

Onderzoek Houten Jongeren en Wonen

Rapportage onderzoek. een onderzoek onder klanten naar hun mening over

Reactienota naar aanleiding van het Inwonerpanel

EVALUATIEPEILING BURGERPANEL MOERDIJK

OMRUILEN KAN, GELD TERUG NIET GARANTIE BIJ OPTIEKZAKEN RECHT

OHRA, ONVZ, AZIVO, Salland, Univé, De Friesland. CZ, VGZ, Menzis. Zorg en Zekerheid, Zilveren Kruis, DSW, OVERZICHT VERGOEDINGEN ZORGVERZEKERAARS

Enquête Telefonische dienstverlening

Hoofdstuk 7. Financiële situatie

Klanttevredenheidsonderzoek

Burgerpanel Lansingerland

Rapportage cliënttevredenheidsonderzoek

Klanttevredenheidsonderzoek

Bewonerspanel over Fairtrade

Afvalenquête gemeente Elburg en gemeente Oldebroek Analyse van de gegevens

Resultaten peiling 17: detailhandel

Westfriese Bibliotheken

Rookmelders Omnibusonderzoek 2011

Klanttevredenheidsonderzoek

Stand van zaken jongeren en de e-sigaret en andere alternatieve rookwaren

Meerderheid van de Nederlanders is bekend met directe toegang fysiotherapie

De dienstverlening van Westerpark

Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren

AMERSFOORTSE ZORGVERZEKERING

Stand van zaken op de energiemarkt

OPTIEK. Branche. 1 De branchegegevens in dit hoofdstuk zijn afkomstig uit onderzoek van EIM van EIM,

[ENQUETE COMMUNICATIE]

Enquête over onderhoud

BURGERPANEL EEMNES PEILING AFVALBELEID

Internetpanel over de lokale media

Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen

Kiezersonderzoek 2017 Onderzoek naar stemgedrag van gemeentepanelleden

ZA6284. Flash Eurobarometer 413 (Companies Engaged in Online Activities) Country Questionnaire Belgium (Flemish)

Vara - Kassa 3 Resultaten Aflevering 13 Zomervakantie 1 31 Juli 2007

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015

Impact Crisis op Pensioen Gedrag

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Optometrie bij Briljant Groep

Bijlage 7 Consumentenonderzoek

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen

NATIONAAL WATER ONDERZOEK 2015 Een kwantitatief onderzoek naar de beleving en waardering van water

Praktische tips voor succesvol marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld

E-Health en de huisarts. Digitaal Stadspanel Rotterdam. Achtergrond. Methode. Contact met de huisarts


Ervaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017

SATON Optiek &BLUE. Affordable fashion for your eyes

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h

Samenvatting uit het Tevredenheidsonderzoek 2012 / 2013

Oogheelkunde. Brilvervangende. chirugie. Optiek. Contactlenzen. OMC Noord: Complete oogzorg onder één dak.

Mocht u onjuistheden tegenkomen, dan horen wij dat uiteraard graag. Aan dit overzicht kunnen geen rechten worden ontleend.

Resultaten internetpanel Dienst Regelingen

Overzicht bril- en contactlensvergoedingen zorgverzekeraars Inclusief arrangementen en collectieve pakketten

BURGERPANEL OIRSCHOT PEILING DE GROENE CORRIDOR

Onderzoek. Het provisieverbod & gebruik financieel adviseurs

RAPPORT BURGERPANEL HUIZEN PEILING WINKELEN EN BOODSCHAPPEN. GEMEENTE HUIZEN December 2013/Januari 2014

Transcriptie:

CONSUMENTENONDERZOEK OPTIEKBRANCHE 2005

Consumentenonderzoek optiekbranche 2005 Hoofdbedrijfschap Detailhandel, mei 2005

1 Inleiding 5 1.1 Verantwoording 5 1.2 Leeswijzer 5 2 Gebruikers optisch hulpmiddel 7 2.1 Gebruik naar type hulpmiddel 7 2.2 Prijzen / bestedingen 11 2.3 Selectie optiekzaak 16 2.4 Waarborg kwaliteit optiekzaken 18 2.5 Mening over optiekbranche / zaken 18 2.6 Visie op ooglaserbehandeling 20 3 Niet-gebruikers optisch hulpmiddel 21 3.1 Imago optiekbranche 21 3.2 Status zicht / controle 21 3.3 Aanschaf zonnebril 21 3.4 Voorkeur in toekomst 21 4 Ooglaserbehandelden 25 4.1 Keuze en tevredenheid 25 4.2 Nacontroles 25 5 Europees perspectief 27 5.1 Gebruik van optische hulpmiddelen 27 5.2 Prijzen / bestedingen 28 5.3 Optiekzaken 31 Verantwoording 27 Bijlage 27 HOOFDBEDRIJFSCHAP DETAILHANDEL CONSUMENTENONDERZOEK OPTIEKBRANCHE 2005 3

4 CONSUMENTENONDERZOEK OPTIEKBRANCHE 2005 HOOFDBEDRIJFSCHAP DETAILHANDEL

1. INLEIDING Voor u ligt het resultaat van het consumentenonderzoek optiekbranche 2005 dat is verricht door Multiscope in opdracht van De Nederlandse Unie van Optiekbedrijven (NUVO) en het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD). Alle analyses zijn verricht op basis van een steekproef van 1902 Multiscope panelleden. Het hoofddoel van dit onderzoek is om optiekbedrijven te informeren over de wensen van Nederlandse consumenten ten aanzien van onder meer assortiment en services, zodat zij hier in de toekomst nog beter op kunnen inspelen. 1.1 VERANTWOORDING Om inzicht te krijgen in de houding en het gedrag van Nederlandse consumenten ten aanzien van optische hulpmiddelen, optiekzaken en ooglaserbehandelingen zijn in totaal 4500 panelleden geselecteerd uit de database van Multiscope. De panelleden zijn via e-mail benaderd met het verzoek om medewerking te verlenen aan een online enquête. Hiervoor is ze de gelegenheid geboden in de periode van 7 februari t/m 4 maart 2005. Multiscope heeft tijdelijk een pagina op haar site aangemaakt waarop deze online enquête geplaatst werd. De enquête is als bijlage bij de PDF-versie van dit rapport gevoegd. Deze PDF-versie is gratis te downloaden via www.hbd.nl en www.nuvo.nl. In totaal werden er 1953 enquêtes ingevuld en digitaal verzonden naar de database van Multiscope. Na een controle op onvolledig (of op een andere niet correcte wijze) ingevulde enquêtes bleven er 1902 geldige enquêtes over. Voor de nauwkeurigheid van overall uitspraken binnen een steekproefgrootte van 1902 betekent dit dat bij een betrouwbaarheid van 9 en een gevonden antwoord van bijvoorbeeld 5 de nauwkeurigheidsmarge 2,3% bedraagt. Met andere woorden: met een betrouwbaarheid van 9 kan gesteld worden dat het antwoord ligt tussen 47,7% en de 52,3%. Dit is de grootst mogelijke afwijking. Bij een gevonden percentage groter of kleiner dan 5 is deze nauwkeurigheidsmarge kleiner. Om zeker te zijn dat de respondenten uit onze steekproef een juiste afspiegeling vormen van de totale Nederlandse bevolking van 12 jaar en ouder, is de representativiteit gecontroleerd op geslacht, leeftijd en inkomensklasse. Dit is gebeurd op basis van CBS-gegevens. Ondanks een gestratificeerde aanschrijving van panelleden bleken de variabelen geslacht en leeftijd niet geheel representatief te zijn om ongewogen met analyseren te starten. Na berekening van de wegingsfactoren is daarom een weging uitgevoerd op deze variabelen, waarmee de uitkomsten representatief zijn voor de Nederlandse bevolking van 12 jaar en ouder. Met behulp van de weging zijn vervolgens alle analyses uitgevoerd. 1.2 LEESWIJZER Het rapport begint met hoofdstuk 2 waarin de aandacht uitgaat naar gebruikers van optische hulpmiddelen. Besproken worden onder meer de bestedingen, de selectie van optiekzaak en mening aangaande de optiekbranche. In hoofdstuk 3 staan de niet-gebruikers van optische hulpmiddelen centraal. Aan hen is bijvoorbeeld voorgelegd welk optisch hulpmiddel de voorkeur heeft wanneer het zicht achteruit zou gaan. In hoofdstuk 4 komen diegenen aan bod die een ooglaserbehandeling hebben ondergaan. Om de cijfers van dit consumentenonderzoek in Europees perspectief te plaatsen, heeft De Informatiekamer een analyse gemaakt van het 20/20 European Optical Industry Handbook van de uitgever Jobson Publishing. De meest recente cijfers hebben betrekking op 2002. Een samenvatting van het Handbook is opgenomen in hoofdstuk 5. Doordat de methodiek hiervan verschilt van de methodiek van het consumentenonderzoek, en beide onderzoeken bovendien betrekking hebben op verschillende jaren, kunnen de uitkomsten niet zonder meer met elkaar vergeleken worden. Het hoofdstuk geeft echter wel een goede indicatie van de positie van de Nederlandse optiekmarkt in Europa. HOOFDBEDRIJFSCHAP DETAILHANDEL CONSUMENTENONDERZOEK OPTIEKBRANCHE 2005 5

6 CONSUMENTENONDERZOEK OPTIEKBRANCHE 2005 HOOFDBEDRIJFSCHAP DETAILHANDEL

2. GEBRUIKERS OPTISCH HULPMIDDEL Van de Nederlandse bevolking maakt 64% gebruik van een bril en/of lenzen Gebruikersgemak is het belangrijkste criterium om voor een specifiek optisch hulpmiddel te kiezen Bijna drievijfde van de gebruikers koopt een optisch hulpmiddel bij een bekend ketenbedrijf Het prijsniveau is het belangrijkste criterium om voor een bepaalde optiekzaak te kiezen 87% van de gebruikers heeft geen plannen om een ooglaserbehandeling te ondergaan 2.1 GEBRUIK NAAR TYPE HULPMIDDEL Het onderzoek is uitgevoerd onder de Nederlandse bevolking van 12 jaar en ouder. Dit staat voor zo n 13,9 miljoen personen 1. Van dit deel van de bevolking maakt 64% gebruik van een bril en/of lenzen. Dit zijn zo n 8,9 miljoen personen. Grafieken 2 en 3 laten zien in welke mate gebruik gemaakt wordt van de diverse optische hulpmiddelen door die 8,9 miljoen Nederlanders. Grafiek 2 toont in welke mate de Nederlandse bevolking de optische hulpmiddelen naast elkaar gebruikt. Soms maakt iemand bijvoorbeeld bij de ene gelegenheid gebruik van een bril en bij een andere gelegenheid weer van lenzen. Van alle gebruikers maakt 7 slechts gebruik van één soort optisch hulpmiddel, 27% gebruikt twee hulpmiddelen naast elkaar en de resterende 3% heeft er meer dan twee die regelmatig worden gebruikt. 1 bron: www.cbs.nl, 2005 HOOFDBEDRIJFSCHAP DETAILHANDEL CONSUMENTENONDERZOEK OPTIEKBRANCHE 2005 7

De combinaties van optische hulpmiddelen die het meest voorkomen zijn naar volgorde in rangorde: bril met enkelvoudige glazen naast harde lenzen, bril met enkelvoudige glazen naast leesbril en zachte naast harde lenzen. Grafiek 3 geeft een overzicht van de optische hulpmiddelen die uiteindelijk door de Nederlander in de praktijk het meest worden gebruikt. Van de gebruikers geeft 37% aan dat men in het verleden wel eens een ander type optisch hulpmiddel gebruikt heeft dan datgene welke nu voornamelijk wordt gebruikt. In de grafiek 4 is te zien van welke optische hulpmiddelen in het verleden nog wel gebruik werd gemaakt, maar momenteel niet meer. Te zien is dat een bril met enkelvoudige glazen en harde lenzen de hulpmiddelen zijn waarbij verhoudingsgewijs de meeste Nederlanders redenen hadden om ze niet langer te gebruiken. 4 4 3 Hulpmiddel(en) in verleden gebruikt, nu niet meer 39% 34% 2 27% 2 22% 1 Bril enkelvoudige glazen Harde contactlenzen Zachte contactlenzen Leesbril Bril multifocale glazen Wat anderzijds de voornaamste criteria zijn geweest om een specifiek optisch hulpmiddel juist wel te gebruiken, tonen de grafieken 5 t/m 9. Hierbij zijn de belangrijkste afwegingen voor elk optisch hulpmiddel afzonderlijk per grafiek weergegeven. Duidelijk is dat gebruikersgemak bij alle hulpmiddelen als belangrijkste criterium wordt gezien. 5 Belangrijkste criterium bij keuze: 6 Belangrijkste criterium bij keuze: 7 Bril enkelvoudige glazen Bril multifocale glazen 5 5 3 4 4 44% 4 4 4 25 3 3 2 2 2 26% 1 2 2 1 14% 14% Kwaliteit zicht 11% Past bij uiterlijk 9% Kosten 6% Weinig risico 2% Meest modieus Anders 1 Gebruiksgemak Gebruiksgemak Kwaliteit zicht 7% Weinig risico 6% 6% Past bij uiterlijk Kosten 1% Meest modieus 9% Anders 1 8 Belangrijkste criterium bij keuze: 9 Harde lenzen 8 4 CONSUMENTENONDERZOEK OPTIEKBRANCHE 2005 3 36% 2 31% 5 4 4 3 Belangrijkste criterium bij keuze: Zachte lenzen 49% HOOFDBEDRIJFSCHAP DETAILHANDEL 2 2

Gebruiksgemak Kwaliteit zicht Past bij uiterlijk Kosten Weinig risico Meest modieus Anders Gebruiksgemak Kwaliteit zicht e: : % ders rs 6 Belangrijkste criterium bij keuze: 7 Bril multifocale glazen 5 7 Belangrijkste criterium bij keuze: 8 Belangrijkste criterium bij keuze: 9 4 Leesbril Harde lenzen 4 3 2 2 2 2 1 1 4 26% Gebruiksgemak 26% 1 Kwaliteit zicht Kosten 7% Weinig Past Kosten Meest risico 4% bij modieus 3% 3% uiterlijk Weinig risico 6% 6% Past bij uiterlijk 1% Meest modieus 13% 9% Anders Anders 4 2 3 2 36% 1 2 2 1 Belangrijkste criterium bij keuze: Leesbril 26% Gebruiksgemak Gebruiksgemak 31% Kwaliteit zicht 1 Kosten 17% Past bij uiterlijk 4% 8% Weinig risico Meest modieus 3% 3% Past 2% bij uiterlijk Kosten Meest Anders modieus 1% Weinig risico Anders 13% 5 4 4 3 2 2 1 Belangrijks Za 49% Gebruiksgemak Gebruiksgemak 2 Past bij uiterlijk : 9 Belangrijkste criterium bij keuze: Zachte lenzen 5 49% 4 4 3 2 2 1 2 12% % ders Gebruiksgemak Past bij uiterlijk Meest modieus 8% Kosten 2% 2% Kwaliteit zicht Weinig risico 7% Anders rs Criteria die in de grafieken van brildragers zijn samengevoegd tot de categorie anders hadden voornamelijk betrekking op het gegeven dat men geen lenzen kan gebruiken omdat de ogen deze niet kunnen verdragen of men allergisch is voor de lenzenvloeistof. Ook is gekozen voor een bril op advies van de oogarts of optometrist. Hoe lang de gemiddelde gebruiksduur is van de verschillende optische hulpmiddelen volgens hun gebruikers is te zien in de grafieken 10 t/m 14. 10 Gebruiksperiode: 11 Gebruiksperiode: 12 Bril enkelvoudige glazen Bril multifocale glazen 3 4 Ge 33% 3 3 2 2 2 1 2% Kwartaal - jaar 19% 19% 9% 18% 1-2 jaar 2-3 jaar 3-4 jaar 4-5 jaar Meer dan 5 jaar 2 2 1 13% 24% 13% 1 1-2 jaar 2-3 jaar 3-4 jaar 4-5 jaar Meer dan 5 jaar 2 1 3% Maand - kwartaal Kwartaal - jaar 13 Gebruiksperiode: 14 Gebruiksperiode: HOOFDBEDRIJFSCHAP DETAILHANDEL CONSUMENTENONDERZOEK OPTIEKBRANCHE Harde lenzen Zachte lenzen 2005 9 4 4 3 3 38%

Kwartaal - jaar 1-2 jaar 2-3 jaar 3-4 jaar 4-5 jaar Meer dan 5 jaar iode: e glazen de: glazen % 13% 9% 18% 1 jaar 4-5 jaar Meer dan 5 jaar 4-5 jaar Meer dan 5 jaar 11 Gebruiksperiode: 12 Bril multifocale glazen 4 12 3 Gebruiksperiode: 13 Gebruiksperiode: 27% 3 Leesbril 2 Harde lenzen 26% 2 2 2 2 1 1 13% 3% Maand - kwartaal Kwartaal - jaar 27% 26% 24% 13% 16% 11% 1 12% 1-2 jaar 2-3 jaar 3-4 jaar 4-5 jaar Meer dan 5 jaar 1-2 jaar 2-3 jaar 3-4 jaar 4-5 jaar Meer dan 5 jaar 4 2 3 1 2 2 1 3% Maand - kwartaal 1% Kwartaal - jaar 17% Kwartaal - jaar Gebruiksperiode: Leesbril 17% 17% 16% 21% 26% 12% 11% 1-2 jaar 2-3 jaar 3-4 jaar 4-5 jaar Meer dan 5 jaar 1-2 jaar 2-3 jaar 3-4 jaar 4-5 jaar Meer dan 5 jaar 14 4 3 2 2 1 de: n 14 4 Gebruiksperiode: Zachte lenzen e: n 3 38% 26% 2 21% 2 % 1 18% 18% jaar 4-5 jaar Meer dan 5 jaar 7% 2% Een dag Dag - week Week - maand Maand - kwartaal Kwartaal - jaar 3% 2% 1-2 jaar 2-3 jaar wartaal - jaar 3% 2% 1-2 jaar 2-3 jaar De grafieken 15 t/m 19 tonen hoe vaak gebruikers van een optisch hulpmiddel een controle laten uitvoeren voor de diverse hulpmiddelen. 15 Hoe vaak controle: Bril enkelvoudige glazen 16 Hoe vaak controle: Bril multifocale glazen 17 6 5 45 5 53% 4 4 46% 40 35 4 3 37% 30 2 28% 2 2 1 25 20 15 7% 12% 8% 8% 10 5 Vaker dan 1x per jaar 1x per jaar Minder dan 1x per jaar Nooit Vaker dan 1x per jaar 1x per jaar Minder dan 1x per jaar Nooit 0 10 CONSUMENTENONDERZOEK OPTIEKBRANCHE 2005 HOOFDBEDRIJFSCHAP DETAILHANDEL

17 Hoe vaak controle: Leesbril 18 Hoe vaak controle: 19 Harde lenzen Ho 4 4 6 4 3 4 4 3 39% 5 5 31% 33% 4 2 2 23% 2 2 26% 1 1 2 6% Vaker dan 1x per jaar 1x per jaar Minder dan 1x per jaar Nooit Vaker dan 1x per jaar 1x per jaar Minder dan 1x per jaar 2% Nooit Vaker dan 1x per jaar 19 Hoe vaak controle: Zachte lenzen 6 5 5 4 27% 2 16% Vaker dan 1x per jaar 1x per jaar Minder dan 1x per jaar 2% Nooit 2.2 PRIJZEN / BESTEDINGEN Tabel 20 geeft een overzicht van bestedingen aan de verschillende optische hulpmiddelen. Voor elk hulpmiddel is per prijscategorie te zien hoe hoog het percentage consumenten is, dat een bedrag binnen deze prijsrange heeft besteed, de laatste keer dat een optisch hulpmiddel werd gekocht. Zo heeft bijvoorbeeld van alle kopers van een bril met enkelvoudige glazen tussen de 1 en 50 euro besteed aan deze bril. Daarnaast wordt ook de gemiddelde besteding per optisch hulpmiddel getoond. HOOFDBEDRIJFSCHAP DETAILHANDEL CONSUMENTENONDERZOEK OPTIEKBRANCHE 2005 11

20 Bestedingen aan optische hulpmiddelen BRIL ENKELVOUDIG BRIL MULTIFOCAAL LEESBRIL HARDE LENZEN 1-50 2% 41% 51-100 12% 3% 18% 101-150 17% 12% 1 151-200 14% 8% 24% 201-250 9% 8% 8% 13% 251-300 11% 8% 4% 14% 301-350 1% 3% 351-400 8% 3% 401-450 3% 6% 1% 3% 451-500 4% 1% 1% 501-550 1% 4% 1% 2% 551-600 3% 6% 1% 2% 601-650 1% 4% 1% 1% 651-700 1% - 1% 701-750 1% 4% - 1% 751-800 - 3% - - 801-850 - 3% - - 851-900 - 1% - - 901-950 - 1% - - 951-1000 - 2% - - >1000 - - - 10 10 10 10 GEMIDDELDE 227 484 108 224 Toen bij de analyse de resultaten van zachte lenzen werden afgezet tegen de kosten die in de praktijk worden gerekend, moest helaas worden vastgesteld dat een groot deel van de respondenten zeer waarschijnlijk niet voldoende de instructie heeft gevolgd om te redeneren vanuit één enkel setje. Veel respondenten zijn ongetwijfeld uitgegaan van een doosje voor een (half) jaar. Hierdoor zijn de bedragen voor een setje en een (half) jaarpakket door elkaar gaan lopen en kunnen de cijfers voor de zachte lenzen helaas niet als betrouwbaar worden beschouwd. Dat is dan ook de reden dat deze cijfers niet zijn opgenomen in de tabel. De prijsgevoeligheidsmeter is een methode om de mening van consumenten aangaande het prijsniveau van (in dit geval) optische hulpmiddelen te meten. Het is mogelijk met deze methode de prijselasticiteit van de vraag naar een specifiek optisch hulpmiddel in te schatten. Om de prijsrange van de verschillende optische hulpmiddelen te kunnen vaststellen moesten respondenten vier vragen beantwoorden voor het hulpmiddel dat ze het meest gebruiken: Vanaf welke prijs was u het optisch hulpmiddel bij de aanschaf goedkoop gaan vinden? Vanaf welke prijs was u het optisch hulpmiddel bij de aanschaf duur gaan vinden? Vanaf welke prijs was u het optisch hulpmiddel bij de aanschaf zo goedkoop gaan vinden dat er twijfels aan de kwaliteit waren ontstaan? (té goedkoop) Vanaf welke prijs was u het optisch hulpmiddel bij de aanschaf zo duur gaan vinden dat u niet meer bereid was geweest die prijs voor het product te betalen? (té duur) Op basis van de respons aangaande de prijzen kunnen vervolgens per optisch hulpmiddel vier curven worden opgesteld: De cumulatieve verdeling van respondenten die het optisch hulpmiddel niet goedkoop vinden; De cumulatieve verdeling van respondenten die het optisch hulpmiddel niet duur vinden; De cumulatieve verdeling van respondenten die het optisch hulpmiddel te goedkoop vinden; De cumulatieve verdeling van respondenten die het optisch hulpmiddel te duur vinden. 12 CONSUMENTENONDERZOEK OPTIEKBRANCHE 2005 HOOFDBEDRIJFSCHAP DETAILHANDEL

Figuur 21 toont allereerst welke curven zijn voortgekomen uit de respons van Nederlanders die voornamelijk gebruik maken van een bril met enkelvoudige glazen. De gebruikte afkortingen worden in de beschijving onder de figuur toegelicht. 21 100,0 Bril enkele glazen 90,0 duur 80,0 te goedkoop Cumulatief % 70,0 60,0 50,0 40,0 MGP OPS IDP MDP goedkoop te duur 30,0 20,0 10,0 0,0 0 30 60 90 120 150 180 210 240 270 300 330 360 De belangrijkste elementen in figuur 21 zijn de vier snijpunten van de verschillende curven. De betekenis van deze snijpunten kan als volgt worden omschreven: MGP MDP OPS IDP marginaal goedkooptepunt, waar de te goedkoop beleving overgaat in goedkoop beleving. marginaal duurtepunt, waar de duur beleving overgaat in de te duur beleving de optimale prijsstelling. Het geringste aantal mensen vindt deze prijs te duur of te goedkoop, de prijs waartegen waarschijnlijk de minste bezwaren zullen bestaan het indifferentiepunt. Een prijs waarbij het aantal mensen dat het product goedkoop vindt gelijk is aan het aantal dat het product duur vindt. Dit punt wordt gezien als de normale prijs. De acceptabele prijsrange van het product ligt tussen MGP en MDP. Tussen MGP en IDP bevindt het goedkoop sector, tussen IDP en MDP het duur sector. In tabel 22 zijn alle snijpunten weergegeven van de verschillende soorten optische hulpmiddelen (de bijbehorende grafieken volgen daarna). Tevens is nogmaals de daadwerkelijk gemiddelde besteding per optisch hulpmiddel vermeld. Dit om deze eenvoudig te kunnen vergelijken met het OPS en het IDP. Te zien is dat de bestedingen ruim liggen boven zowel de optimale prijsstelling (OPS) als de prijs die als normale prijs wordt gezien (IDP). 22 Prijsgevoeligheid optische hulpmiddelen MGP OPS IDP MDP Besteding Bril enkele glazen 145,- 185,- 200,- 210,- 227,- Bril multifocale glazen 205,- 250,- 290,- 295,- 484,- Leesbril 25,- 30,- 40,- 45,- 108,- Harde lenzen 105,- 175,- 190,- 210,- 224,- Gezien de hoge prijsstellingen in de respons aangaande zachte lenzen, moest worden geconcludeerd dat ook hier een groot deel van de respondenten zeer waarschijnlijk niet voldoende de instructie heeft gevolgd om te redeneren vanuit één enkel setje. Hierdoor kunnen ook deze cijfers voor zachte lenzen helaas niet als betrouwbaar worden beschouwd. Ze zijn daarom niet in de tabel opgenomen en tevens wordt ook geen grafiek getoond voor dit optisch hulpmiddel. HOOFDBEDRIJFSCHAP DETAILHANDEL CONSUMENTENONDERZOEK OPTIEKBRANCHE 2005 13

Zoals aangegeven is ook voor de andere typen optische hulpmiddelen een prijsgevoeligheidsmeter opgesteld (waaruit zojuist al de snijpunten zijn gegeven). De resultaten hiervan zijn te zien in de volgende figuren. 23 100,0 Bril multifocale glazen Cumulatief % 90,0 80,0 70,0 60,0 50,0 40,0 30,0 duur te goedkoop goedkoop te duur 20,0 10,0 0,0 0 30 60 90 120 150 180 210 240 270 300 330 360 24 100,0 Leesbril Cumulatief % 90,0 80,0 70,0 60,0 50,0 40,0 30,0 duur te goedkoop goedkoop te duur 20,0 10,0 0,0 0 30 60 90 120 150 180 210 240 270 300 330 360 25 100,0 Harde lenzen Cumulatief % 90,0 80,0 70,0 60,0 50,0 40,0 30,0 duur te goedkoop goedkoop te duur 20,0 10,0 0,0 0 30 60 90 120 150 180 210 240 270 300 330 360 14 CONSUMENTENONDERZOEK OPTIEKBRANCHE 2005 HOOFDBEDRIJFSCHAP DETAILHANDEL

De grafieken 26 t/m 30 laten zien hoeveel procent goedkoper (dan nu is betaald) een optisch hulpmiddel moet zijn, wil men overwegen direct een 2 e hulpmiddel daarnaast te kopen. Ook hier zijn de aangegeven kortingspercentages afzonderlijk per hulpmiddel in een grafiek weergegeven. N.v.t. staat hierbij voor het antwoord dat men niet snel een extra optisch hulpmiddel zal aanschaffen. 26 Kortingspercentage voor 27 Kortingspercentage voor 28 2 e hulpmiddel: Bril enkelvoudig 2 e hulpmiddel: Bril multifocaal Kortin 2 e hu 3 4 2 2 26% 29% 3 34% 2 2 1 2 1 23% 2 12% 1 16% 13% 8% 8% 6% 6% 6% 3% 2% 2% 4% 3% 3% 1% 1% 3% 3% 1% 1% 1% 1% 1 2 2 3 4 4 5 > 5 n.v.t. 1 2 2 3 4 4 5 > 5 n.v.t. 1 2 28 Kortingspercentage voor 2 e hulpmiddel: Leesbril 29 Kortingspercentage voor 2 e hulpmiddel: Harde lenzen 30 Korting 2 e hulpm 2 3 4 2 23% 23% 33% 4 3 2 3% 1 2 21% 2 12% 9% 6% 3% 3% 3% 2% 1%.v.t. 1 2 2 3 4 4 5 > 5 n.v.t. 1 2 1 1 7% 6% 7% 4% 4% 2% 2% 1% 1% 1% 3% 3% 1 2 2 3 4 4 5 > 5 n.v.t. 1 2 30 Kortingspercentage voor 2 e hulpmiddel: Zachte lenzen 4 4 4 3 1% 2 2 1 13% 11% 9% 7% 6% 2% 2% 2% 2% 3% 3%.v.t. 1 2 2 3 4 4 5 > 5 n.v.t. HOOFDBEDRIJFSCHAP DETAILHANDEL CONSUMENTENONDERZOEK OPTIEKBRANCHE 2005 15

2.3 SELECTIE OPTIEKZAAK In figuur 31 is te zien dat ruim 4 van de gebruikers van een optisch hulpmiddel deze meestal koopt bij een optiekbedrijf dat geen deel uitmaakt van een keten. Bijna 6 koopt bij een vanuit de consument bekend ketenbedrijf. Welke ketenbedrijven dit voornamelijk zijn, is te zien in tabel 32. Naast het totale marktaandeel als vast ketenbedijf wordt ook per afzonderlijk optisch hulpmiddel getoond wat het aandeel per keten is. 31 Type optiekzaak 41% 59% Ketenbedrijf Niet-ketenbedrijf 32 Meest bezochte ketenbedrijven Ketenbedijf Bril Enkel Bril Multi Leesbril Harde Lenzen Zachte Lenzen Totaal Hans Anders 37% 38% 49% 6% 36% 37% Pearle 34% 31% 2 28% 17% 28% Specsavers 8% 12% 3% 9% 9% Eye Wish Gr. 8% 3% 17% 8% 7% Het Huis 8% 9% 2% 11% 6% 7% Brilservice 2% 1% 2% 3% 1% 2% Internetwinkel - - - - 7% 1% Anders 3% 4% 19% 32% 16% 9% 10 10 10 10 10 10 De namen van vaker genoemde internetwinkels zijn Lensexpress, My Lenses en Lenzenpost. Andere ketenbedrijven die in de grafiek zijn samengevoegd tot de categorie anders zijn Blokker, Citylens, Fieldmann, Hema, Kruidvat, Lens, Makro, Oculenti, Optilens en Prins. Een volledig overzicht van de genoemde namen van niet-ketenbedrijven waar meestal een optisch hulpmiddel wordt aangeschaft, is op te vragen bij de NUVO. Vanwege de vele diverse antwoorden kon dit overzicht hier niet in zijn totaliteit worden opgenomen. 33 Criteria keuze optiekzaak 34 Altijd dezelfde optiekzaak 4 3 3 2 4 24% 2 1 18% 76% 14% 8% 6% 4% 3% 1% Ja Nee Prijs Ervaring Locatie Vergoeding zorgverzekeraar Aanbiedingen Modieus assortiment Breedte assortiment Exclusiviteit assortiment Inrichting/uitstraling winkel Anders 16 CONSUMENTENONDERZOEK OPTIEKBRANCHE 2005 HOOFDBEDRIJFSCHAP DETAILHANDEL

Grafiek 33 laat zien dat het prijsniveau het meest belangrijke criterium is bij een keuze voor een specifieke optiekzaak. Andere belangrijke criteria die meer dan eenmalig genoemd zijn en in de grafiek zijn samengevoegd tot de categorie anders : bekendheid met personeel van een optiekzaak, betrouwbaarheid, klantvriendelijkheid, snelheid van levering en tips van bekenden. Van alle gebruikers van een optisch hulpmiddel gaat meer dan driekwart altijd naar dezelfde optiekzaak. De tien belangrijkste redenen om steeds dezelfde optiekzaak te bezoeken staan in onderstaand overzicht (naar rangorde): TOP 10 REDENEN BEZOEK VASTE OPTIEKZAAK 1 Goede ervaringen 2 Bekendheid met zaak 3 Gewoonte / gemak 4 Gegevens bekend bij zaak 5 Dicht in de buurt 6 Serviceniveau 7 Vakkundigheid 8 Prijs / kwaliteit verhouding 9 Ruim assortiment 10 Betrouwbaarheid Wanneer wordt aangegeven niet altijd dezelfde optiekzaak te bezoeken, is dat meestal omdat een bezoek aan een specifieke optiekzaak afhankelijk is van een of meerdere van de vijf volgende zaken (naar rangorde): TOP 5 REDENEN GEEN BEZOEK AAN VASTE OPTIEKZAAK 1 Aanbieding / prijsverschil 2 Of ik in de buurt ben 3 Assortiment 4 Wachttijd 5 Laatste ervaring 35 Waar zonnebril gekocht 36 Bril enkelvoudige glazen 6 4 Reden aankoop zonnebril bij de aangegeven zaak 5 5 3 37% 37% 4 2 32% 2 24% 2 14% 1 14% 9% 6% 18% Opticien Ergens anders Geen zonnebril Prijs Kwaliteit van service Advies Assortiment Locatie Merken Anders Meer dan de helft van de gebruikers van een optisch hulpmiddel koopt een zonnebril bij een opticien. Naast de prijs is ook de kwaliteit van de service erg belangrijk bij de keuze voor de zaak waar een zonnebril wordt aangeschaft. Van de redenen die in grafiek 36 zijn samengevoegd tot de categorie anders is een aanbieding of korting veruit de meest belangrijke reden voor een specifieke zaak te kiezen. Regelmatig zijn er acties waarbij een zonnebril gratis aangeboden wordt bij aankoop van een gewone bril. HOOFDBEDRIJFSCHAP DETAILHANDEL CONSUMENTENONDERZOEK OPTIEKBRANCHE 2005 17

2.4 WAARBORG KWALITEIT OPTIEKZAKEN De figuren 37 t/m 40 geven inzicht in een aantal zaken met betrekking tot de waarborg van de kwaliteit van optiekzaken. Zo is er aandacht voor de mate waarin gebruikers van een optisch hulpmiddel op de hoogte zijn van het gegeven dat ook ongediplomeerden zich gewoon opticien mogen noemen, hoe belangrijk men het vindt dat een opticien gediplomeerd is, of de overheid diploma eisen moet stellen aan een opticien en in hoeverre er wordt gelet op kwaliteitskeurmerken bij de keuze van een optiekzaak. 37 Ik weet dat een opticien niet persé gediplomeerd hoeft te zijn 38 Diploma opticien belangrijk 4% 6 4 96% Ja Nee Ja Nee 39 Overheid moet eisen stellen 40 Let u op kwaliteitskeurmerk 6% 42% 58% 94% Ja Nee Ja Nee Van alle gebruikers van een optisch hulpmiddel geeft 79% zelf aan dat men geen enkel kwaliteitskeurmerk kan noemen in de optiekbranche. Van de 21% die dacht dit wel te kunnen, kwamen de meeste respondenten in de praktijk met respons als: gekwalificeerd, erkend en diploma s. Helaas verwijzen deze termen niet direct naar een concreet kwaliteitskeurmerk. Uiteindelijk gaf nog geen van de gebruikers antwoorden die echt refereren aan een kwaliteitskeurmerk. De genoemde keurmerken waren: ANVC en aansluiting bij branchevereniging (zoals NUVO). 2.5 MENING OVER OPTIEKBRANCHE / ZAKEN Aan alle gebruikers van een optisch hulpmiddel is gevraagd of zij middels het noemen van een aantal termen het beeld zouden kunnen uitdrukken dat zij hebben van de optiekbranche. Op basis van deze respons is het volgende overzicht samengesteld met tien termen die een zo goed mogelijke afspiegeling vormen van de totale repons (naar rangorde): 18 CONSUMENTENONDERZOEK OPTIEKBRANCHE 2005 HOOFDBEDRIJFSCHAP DETAILHANDEL

TOP 10 IMAGO OPTIEKBRANCHE 1 Service/behulpzaam 2 Duur 3 Klantvriendelijk 4 Deskundig/professioneel 5 Veel acties/prijsvechters 6 Kwaliteit 7 Trendy/modieus 8 Betrouwbaar 9 Concurrerend 10 Onmisbaar/noodzakelijk 41 Hinderlijk in optiekzaak 42 Prettig in optiekzaak 5 9 4 4 3 4 4 8 7 6 77% 73% 2 2 1 32% 26% 18% 1 14% 5 4 2 37% 3 6% 4% Ondeskundigheid Prijzen onduidelijk Weinig personeel Beperkte informatieverstrekking Weinig keuze Kan monturen niet zelf pakken Kille inrichting Anders Deskundigheid Voldoende tijd voor klant Korte wachttijd Overzichtelijke inrichting Anders De grafieken 41 en 42 tonen enerzijds wat gebruikers van een optisch hulpmiddel hinderlijk vinden en anderzijds wat ze juist als prettig ervaren bij een bezoek aan een optiekzaak. Naast de diverse getoonde categorieën is bij beide grafieken wederom een deel van respons samengevoegd tot de categorie anders. De belangrijkste andere zaken die als hinderlijk worden aangemerkt in een optiekzaak zijn een lange wachttijd, een lange levertijd en de opdringerigheid van personeel bij het maken van een keuze. Een breed assortiment, goede service en de vrijheid om zelf eerst rond te kijken zijn de zaken die voornamelijk in grafiek 42 zijn samengevoegd tot de categorie anders en worden dus als prettig ervaren. Op basis van de respons op de vraag wat gebruikers van een optisch hulpmiddel zouden willen verbeteren binnen de optiekbranche is het volgend overzicht met de tien meest genoemde verbeterpunten opgesteld (naar rangorde): TOP 10 VERBETERPUNTEN OPTIEKBRANCHE 1 Beter zicht op prijzen 2 Betere prijs / kwaliteitsverhouding 3 Meer personeel / kortere wachttijd 4 Enkel gediplomeerd/deskundig personeel 5 Levertijden verkorten 6 Breder assortiment 7 Overal afspraaksysteem invoeren 8 Inrichting zaak verbeteren 9 Kwaliteitskeurmerk beter tonen 10 Openingstijden verruimen HOOFDBEDRIJFSCHAP DETAILHANDEL CONSUMENTENONDERZOEK OPTIEKBRANCHE 2005 19

Van alle gebruikers van een optisch hulpmiddel geeft 46% aan dat ze geen idee hebben wat een optometrist is. Onderstaand de vijf meest genoemde omschrijvingen die door 54% van de gebruikers voor een optometrist is gegeven (naar rangorde): Iemand die de oogsterkte opmeet Iemand die gespecialiseerd is in oogafwijkingen Iemand die tussen de opticien en een oogarts in staat Iemand die gespecialiseerd is in ooglaserbehandelingen Iemand die brilglazen op sterkte maakt De juiste meest volledige omschrijving van een optometrist luidt overigens als volgt: een optometrist heeft een HBO-opleiding gevolgd om uitgebreide oogmetingen uit te voeren, afwijkingen of ziektes aan het oog op te sporen en zonodig door te verwijzen. Verder meet een optometrist brillen en lenzen aan. 2.6 VISIE OP OOGLASERBEHANDELING Figuur 43 laat zien dat 87% van alle gebruikers van een optisch hulpmiddel niet van plan is om in de (nabije) toekomst een ooglaserbehandeling te ondergaan. De tien meest gegeven redenen hiervoor zijn (naar rangorde): TOP 10 AFZIEN VAN OOGLASERBEHANDELING 1 Bril en/of lenzen bevallen prima 2 Angst dat er wat mis gaat 3 Nu nog te duur 4 Gewoon geen behoefte aan 5 Slechte berichten gehoord 6 Geen onnodige ingrepen 7 Effect op lange termijn onbekend 8 Te geringe afwijking 9 Is niet mogelijk bij mij 10 Ben al te oud daarvoor 43 Ooglaserbehandeling van plan 12% 1% 87% Nee, niet van plan Ik overweeg het Ja, beslissing al genomen De 1% van de gebruikers die al wel het besluit heeft genomen de ogen te laten laseren, geeft hiervoor met name als reden het gemak of dat de ogen geen lenzen (meer) verdragen en een bril niet als een optie wordt gezien omdat het ten koste van het uiterlijk gaat. Van de gebruikers van een optisch hulpmiddel overweegt 12% momenteel om een ooglaserbehandeling te ondergaan. De drie belangrijkste redenen voor deze overweging zijn geen gedoe meer met bril en/of lenzen, het hebben van hele slechte ogen of de mindere kosten op lange termijn. 20 CONSUMENTENONDERZOEK OPTIEKBRANCHE 2005 HOOFDBEDRIJFSCHAP DETAILHANDEL

3 NIET-GEBRUIKERS OPTISCH HULPMIDDEL 36% van de Nederlanders maakt geen gebruik van een bril en/of lenzen Van de niet-gebruikers geeft 9% zelf aan geen goed zicht meer te hebben 43% van de niet-gebruikers heeft een oogmeting laten doen de afgelopen 5 jaar Van de niet-gebruikers zou meer dan de helft in de toekomst zonodig voor een bril kiezen 3.1 IMAGO OPTIEKBRANCHE Van de Nederlandse bevolking van 12 jaar en ouder maakt 36% in het geheel geen gebruik van een bril en/of lenzen. Dit zijn zo n 5 miljoen personen. Net als aan gebruikers is ook aan niet-gebruikers van een optisch hulpmiddel gevraagd een aantal termen te noemen waarmee ze het beeld uitdrukken dat zij hebben van de optiekbranche. Op basis van deze respons is het volgende overzicht samengesteld met tien termen die een zo goed mogelijke afspiegeling vormen van de totale repons (naar rangorde): TOP 10 IMAGO OPTIEKBRANCHE 1 Veel acties/prijsvechters 2 Duur 3 Concurrerend 4 Klantvriendelijk 5 Deskundig/professioneel 6 Ondoorzichtige prijzen 7 Betrouwbaar 8 Service/behulpzaam 9 Saai/oubollig 10 Trendy/modieus Opvallend bij deze top 10 is met name het tegenstrijdige beeld onder niet-gebruikers. Zo heeft de optiekbranche onder een deel van de niet-gebruikers een duur imago terwijl andere niet-gebruikers juist het beeld van prijsvechters voor ogen heeft. Ook het enerzijds trendy imago is niet in overeenstemming met het oubollige beeld dat eveneens naar voren komt. Wanneer de top 10 van niet-gebruikers wordt afgezet tegen die van gebruikers zien we dat de termen kwaliteit en onmisbaar/noodzakelijk niet terugkomen in het overzicht van niet-gebruikers. In het overzicht van gebruikers ontbreken juist saai/oubollig en ondoorzichtige prijzen in vergelijking met de top 10 van niet-gebruikers. HOOFDBEDRIJFSCHAP DETAILHANDEL CONSUMENTENONDERZOEK OPTIEKBRANCHE 2005 21

100 90 40 30 20 10 3.2 STATUS ZICHT / CONTROLE De grafieken 44 en 45 geven inzicht in de mate waarin niet-gebruikers van een optisch hulpmiddel de afgelopen 5 jaar een oogmeting hebben laten verrichten. Diegenen die hun ogen hebben laten meten is vervolgens gevraagd hoe vaak dit is gedaan de laatste 5 jaar. 44 Oogmeting in afgelopen 5 jaar 45 Hoe vaak oogmeting 46 14% 80 70 57% 43% 8 6% 60 50 Ja Nee Jaarlijks Vaker dan 1x per jaar Minder dan 1x per jaar 0 eting 46 Reden geen oogmeting 10 % 9 8 7 91% 6% 6 5 4 2 Minder dan 1x per jaar Zie uitstekend 4% 4% 3% 1% Wist niet precies waar ik moet zijn 4% Wist niet dat het kon zonder verwijzing Tijdgebrek Te duur Anders Wanneer niet-gebruikers hun ogen de afgelopen 5 jaar niet hebben laten opmeten is de belangrijkste reden meestal dat men uitstekend ziet. Naast de andere genoemde redenen in de grafiek is een gebrek aan interesse of zin de voornaamste reden die is opgegaan in de samengevoegde categorie anders in grafiek 46. 47 Momenteel goed zicht 48 Reden geen aanschaf bril en/of lenzen bij slecht zicht 3 9% 29% 29% 2 2 1 19% 18% 1 91% 8% Ja Nee Tijdgebrek Niet nodig Wist niet precies waar ik moest zijn Te duur Ten koste van mijn uiterlijk Anders 22 CONSUMENTENONDERZOEK OPTIEKBRANCHE 2005 HOOFDBEDRIJFSCHAP DETAILHANDEL

Van de niet-gebruikers van een optisch hulpmiddel geeft 9% aan op dit moment toch niet goed te kunnen zien. De belangrijkste redenen waarom men desondanks toch geen hulpmiddel aanschaft, worden getoond in grafiek 48. Daarnaast zijn de voornaamste redenen die zijn opgegaan in de samengevoegde categorie anders dat men zowel een bril als lenzen niet handig vindt of heeft het een medische achtergrond. 3.3 AANSCHAF ZONNEBRIL 49 Waar zonnebril gekocht 50 8 5 Reden aankoop zonnebril bij de aangegeven zaak 7 6 67% 4 4 3 44% 5 31% 4 2 2 2 23% 1 1 1 13% 12% 12% 7% Ergens anders Opticien Ik heb geen zonnebril Prijs Assortiment Kwaliteit van service Locatie Merken Advies Anders In de grafieken 49 en 50 is te zien waar niet-gebruikers een zonnebril kopen en welke reden ze daarvoor hebben. De redenen die zijn opgenomen in de categorie anders zijn allereerst juist een gebrek aan een concrete reden. Niet-gebruikers geven aan dat het vaak toeval was waar men de zonnebril heeft gekocht. De zaak was gewoon in de buurt. Verder wordt met name door niet-gebruikers die ergens anders een zonnebril hebben gekocht, aangegeven dat een goedkope bril ook goed genoeg is. De indruk bestaat dus kennelijk bij niet-gebruikers dat zonnebrillen bij een opticien altijd een stuk duurder zijn. In vergelijking met gebruikers kopen niet-gebruikers veel minder vaak een zonnebril bij een opticien (23% t.o.v. 5). Bij niet-gebruikers speelt het prijsniveau en het assortiment een grotere rol bij hun keuze voor de zaak waar men een zonnebril koopt. Afgezet tegen gebruikers is de kwaliteit van de service hierbij van ondergeschikt belang. HOOFDBEDRIJFSCHAP DETAILHANDEL CONSUMENTENONDERZOEK OPTIEKBRANCHE 2005 23

3.4 VOORKEUR IN TOEKOMST Grafiek 51 toont welk optisch hulpmiddel huidige niet-gebruikers waarschijnlijk zouden kiezen wanneer ze in de toekomst een oogafwijking krijgen. Grafiek 52 geeft inzicht in de belangrijkste redenen om voor een bepaald optisch hulpmiddel te kiezen. 51 Eerste keuze optisch hulpmiddel 52 6 3 Reden voor keuze optisch hulpmiddel 5 51% 33% 4 77% 2 26% 37% 2 1 2 12% 8% 2% 1% 4% Bril Contactlenzen Ooglaserbehandeling Niets Anders Gebruikersgemak Past best bij uiterlijk Weinig risico Meest modieus Kosten Kwaliteit van zicht Anders De respons die bij een keuze voor een specifiek optisch hulpmiddel is samengevoegd tot de categorie anders had met name betrekking op niet-gebruikers die aangaven waarschijnlijk zowel een bril als lenzen naast elkaar te gaan gebruiken. Bij de redenen om voor een bepaald optisch hulpmiddel te kiezen moet een onderscheid naar type hulpmiddel worden gemaakt bij de respons welke in de grafiek is samengevoegd tot de categorie anders. Zo wordt een keuze voor lenzen vaak uitgelegd door aan te geven dat een bril er niet uit ziet en/of een vervelend gevoel op de neus geeft. De niet-gebruikers die voor een bril kiezen zijn bang voor dingen in hun ogen, vinden een bril gemakkelijker af te doen, verdragen geen lenzen of vinden het dragen van een bril gewoon wel mooi. Niet-gebruikers die zouden kiezen voor een ooglaserbehandeling zijn met name over het praktisch aspect te spreken: waarom constant moeilijk doen met een bril of lenzen als het in één keer verholpen kan worden. Net als bij gebruikers van een optisch hulpmiddel is aan niet-gebruikers de vraag voorgelegd of ze konden beschrijven wat een optometrist is. Terwijl bij de gebruikers 46% aangaf geen idee te hebben wat een optometrist is, ligt dit percentage bij de niet-gebruikers met 64% duidelijk hoger. Waarschijnlijk omdat de kans groter is dat een gebruiker ooit zelf te maken heeft gehad met een optometrist dan dit het geval is bij een niet-gebruiker. Wanneer vervolgens wordt gekeken welke omschrijvingen 36% van de niet-gebruikers geven voor een optometrist is dit zeer vergelijkbaar met de respons van gebruikers: Iemand die de oogsterkte opmeet Iemand die gespecialiseerd is in oogafwijkingen Iemand die tussen de opticien en een oogarts in staat Iemand die gespecialiseerd is in ooglaserbehandelingen Iemand die brilglazen op sterkte maakt 24 CONSUMENTENONDERZOEK OPTIEKBRANCHE 2005 HOOFDBEDRIJFSCHAP DETAILHANDEL

4. OOGLASERBEHANDELDEN 4.1 KEUZE EN TEVREDENHEID Van de Nederlandse bevolking van 12 jaar en ouder heeft bijna 2% een ooglaserbehandeling ondergaan. Dit zijn ongeveer 275.000 personen. Door het relatief lage percentage Nederlanders dat tot op heden dus een ooglaserbehandeling heeft ondergaan, zijn de analyses aangaande de ooglaserbehandelden ook uitgevoerd op basis van een verhoudingsgewijs laag absoluut aantal respondenten. Om die reden het advies om de resultaten besproken in dit hoofdstuk zo veel mogelijk als indicatief te zien. De drie voornaamste redenen waarom is gekozen een ooglaserbehandeling te ondergaan, zijn (in volgorde meest genoemd): Op advies van de oogarts (vaak bij staar en diabetes) Ik wilde geen bril meer dragen Ik kon geen lenzen meer verdragen De drie belangrijkste invloedsferen die hebben geleid tot de keuze voor een specifiek lasercentrum om de ooglaserbehandeling te laten uitvoeren zijn (in volgorde meest genoemd): Advies van de oogarts Tips van bekenden Gewoon dichtstbijzijnde mogelijkheid gekozen 53 Wanneer ooglaserbehandeling 54 uitgevoerd 3 8 Tevreden over resultaat ooglaserbehandeling 2 29% 7 6 69% 2 23% 5 1 18% 4 2 Langer dan 3 jaar 1-3 jaar 1/2 jaar - 1 jaar Minder dan een half jaar Heel tevreden 9% 14% 8% Tevreden Ontevreden Heel ontevreden De grafieken 53 en 54 laten zien hoe lang geleden de ooglaserbehandelingen zijn uitgevoerd en tonen de mate van tevredenheid aangaande het resultaat van deze behandeling. Er is geen verband geconstateerd tussen de mate van tevredenheid en wanneer een ooglaserbehandeling is uitgevoerd. 3.2 NACONTROLES Na de uitvoering van een ooglaserbehandeling is het verstandig om later nog één of meerdere nacontroles te laten uitvoeren. Grafiek 55 laat zien door wie deze nacontroles bij ooglaserbehandelden doorgaans worden verricht. De respons die is samengevoegd tot de categorie anders had als kern dat nacontroles zijn uitgevoerd in het lasercentrum waar ook de ooglaserbehandeling had plaatsgevonden. Grafiek 56 toont de mate van tevredenheid aangaande de uitvoer van nacontroles. HOOFDBEDRIJFSCHAP DETAILHANDEL CONSUMENTENONDERZOEK OPTIEKBRANCHE 2005 25

55 Uitvoer nacontrole 56 Tevreden over uitvoer nacontrole 7 8 6 6 7 69% 5 6 4 5 4 2 12% 19% Oogarts Opticien Optometrist Weet ik niet Anders Heel Tevreden Ontevreden Heel tevreden ontevreden 2 18% 3% Omdat het aantal nacontroles na een ooglaserbehandeling voornamelijk afhankelijk is van hoe lang geleden de behandeling is uitgevoerd en daarnaast ook per individu erg wisselde, kon door de spreiding binnen de geworven data helaas geen zinvol inzicht worden geboden in de verdeling van het aantal nacontroles dat in 2004 is uitgevoerd. Wel lijkt de mate van tevredenheid over de nacontrole net wat groter te zijn wanneer deze is uitgevoerd door een oogarts of optometrist in vergelijking met een opticien. 26 CONSUMENTENONDERZOEK OPTIEKBRANCHE 2005 HOOFDBEDRIJFSCHAP DETAILHANDEL

5 EUROPEES PERSPECTIEF De bestedingen per hoofd van de bevolking zijn in Nederland relatief hoog Een hoog percentage Nederlanders maakt gebruik van optische hulpmiddelen De uitgaven van Nederlanders aan optische hulpmiddelen zijn relatief hoog Nederland onderscheidt zich niet in de frequentie waarmee optische hulpmiddelen worden aangeschaft Ook is de optiekdichtheid van Nederland niet onderscheidend in vergelijking met de andere Europese landen 5.1 GEBRUIK VAN OPTISCHE HULPMIDDELEN In de Europese landen gebruikt veertig tot zestig procent van de inwoners een optisch hulpmiddel. Koplopers zijn Frankrijk, Engeland, Finland en Zweden (figuur 57). De landen Portugal, Ierland, Italië en Oostenrijk hebben relatief minder inwoners die gebruik maken van optische hulpmiddelen. Nederland behoort met 53% tot de eerste vijf. Uit het consumentenonderzoek is gebleken dat in Nederland 64% gebruik maakt van een bril en/of lenzen (zie paragraaf 2.1). Dat dit hoger is dan de bovengenoemde 53% komt waarschijnlijk doordat het consumentenonderzoek is uitgevoerd bij mensen van 12 jaar en ouder. Het gebruik van optische hulpmiddelen is bij kinderen tot 12 jaar laag. 57 % dat optische hulpmiddelen gebruikt FRANKRIJK ENGELAND FINLAND ZWEDEN NEDERLAND NOORWEGEN DUITSLAND GRIEKENLAND BELGIË ZWITSERLAND DENEMARKEN SPANJE OOSTENRIJK ITALIË IERLAND PORTUGAL 0 10 20 30 40 50 60 70 HOOFDBEDRIJFSCHAP DETAILHANDEL CONSUMENTENONDERZOEK OPTIEKBRANCHE 2005 27

Uit figuur 58 blijkt, dat in de weergegeven landen de bewoners na hun 45ste verjaardag meer gebruik gaan maken van optische hulpmiddelen. Vrijwel altijd wordt er dan gekozen voor een bril. Het zijn vooral de jongeren, en dan met name vrouwen, die kiezen voor contactlenzen. In Spanje gebruiken relatief minder ouderen een optisch hulpmiddel. In dit rapport is geen informatie opgenomen over de leeftijdsopbouw van de Nederlandse gebruiker van optische hulpmiddelen. De uitkomsten van het consumentenonderzoek geven echter wel een beeld van de leeftijdsverdeling per hulpmiddel. De bril met enkelvoudige glazen wordt vooral gedragen door mensen tussen de twintig en veertig jaar. De bril met multifocale glazen wordt bijna uitsluitend gedragen door 50-plussers. Datzelfde geldt voor de leesbril. Alle leeftijdscategorieën maken in ongeveer gelijke mate gebruik van lenzen, met uitzondering van de 65-plussers, die hier bijna geen gebruik van maken. De zachte lenzen zijn vooral populair bij 20- tot 35-jarigen. 58 % dat optische hulpmiddelen gebruikt naar leeftijd 10 9 8 7 DUITSLAND GRIEKENLAND SPANJE ENGELAND 6 5 4 2 1-14 16-29 30-44 45-59 60+ 5.2 PRIJZEN / BESTEDINGEN Zoals verwacht zijn in de landen met de meeste inwoners, de totale bestedingen aan optiek het grootst. De optiekmarkt in Duitsland is het grootst, op de voet gevolgd door Frankrijk, hoewel Duitsland eenderde meer inwoners heeft dan Frankrijk. De bestedingen per hoofd van de bevolking zijn dan ook in Frankrijk aanmerkelijk hoger. Ook in Nederland, Zwitserland, Denemarken en Noorwegen zijn de bestedingen per hoofd relatief hoog. In Spanje, Portugal, Griekenland, België en Ierland zijn ze relatief laag. De oorzaak hiervan kan zijn dat er minder mensen in deze landen zijn die optische hulpmiddelen gebruiken (zoals in Portugal en Ierland), dat de mensen minder geld besteden aan deze hulpmiddelen (bijvoorbeeld de Grieken) of dat men minder frequent een hulpmiddel aanschaft (zoals in Griekenland en Ierland). 28 CONSUMENTENONDERZOEK OPTIEKBRANCHE 2005 HOOFDBEDRIJFSCHAP DETAILHANDEL

59 omvang optiekmarkt TOTALE BESTEDINGEN OPTISCHE ARTIKELEN (MLN) POPULATIE (MLN) BESTEDINGEN PER HOOFD ZWITSERLAND 479 7,3 66 DENEMARKEN 350 5,4 65 NOORWEGEN 256 4,6 56 FRANKRIJK 3.110 60 52 NEDERLAND 798 16,1 50 ENGELAND 2.870 58,7 49 ZWEDEN 395 8,9 44 FINLAND 228 5,2 44 ITALIË 2.540 58 44 OOSTENRIJK 341 8,2 42 DUITSLAND 3.300 82 40 SPANJE 1.267 40,5 31 IERLAND 111 3,9 28 BELGIË 285 10,3 28 PORTUGAL 262 10,2 26 GRIEKENLAND 164 10,6 15 De bestedingen per hoofd weerspiegelen de totale bestedingen aan optische hulpmiddelen gedeeld door alle inwoners van een land, dus inclusief de niet-gebruikers van optische hulpmiddelen. Om te bekijken hoeveel de gebruikers van optische hulpmiddelen uitgeven, is de gemiddelde aankoopsom interessant. Samen met de Fransen, Zweden, Zwitsers, Denen, Finnen en Noren geven de Nederlanders relatief veel geld uit aan optische hulpmiddelen (zie figuur 60). Gemiddeld wordt er in deze landen meer dan 300 euro hieraan uitgegeven. In Italië, Griekenland en Portugal wordt er gemiddeld nog geen 150 uitgegeven aan een optisch hulpmiddel. De gemiddelde aankoopsom die uit het consumentenonderzoek naar voren komt (zie paragraaf 2.2) varieert per hulpmiddel. Voor de leesbril wordt gemiddeld de laagste prijs betaald ( 108). De harde lenzen en de bril met enkelvoudige glazen kosten gemiddeld circa 225. De bril met multifocale glazen is met 484 gemiddeld het duurst. 60 gemiddelde aankoopsom optische hulpmiddelen DENEMARKEN NOORWEGEN ZWITSERLAND ZWEDEN FINLAND FRANKRIJK NEDERLAND BELGIË DUITSLAND IERLAND OOSTENRIJK SPANJE ENGELAND PORTUGAL GRIEKENLAND ITALIË HOOFDBEDRIJFSCHAP DETAILHANDEL CONSUMENTENONDERZOEK OPTIEKBRANCHE 2005 29

Van de totale bestedingen gaat het grootste bedrag naar brillen, waarbij het aandeel van de brillenglazen het grootst is, gevolgd door de monturen (figuur 61). 61 aandelen optische hulpmiddelen in de totale bestedingen 10 9 8 7 6 5 4 ANDERS ZONNEBRILLEN CONTACTLENZEN BRILLEGLAZEN BRILMONTUREN 2 Engeland Frankrijk Duitsland Italië Spanje In de meeste landen wordt er gemiddeld een keer in de drie tot vier jaar een optisch hulpmiddel aangeschaft (figuur 62). De Grieken vormen hierop een positieve uitzondering, zij kopen een keer in de twee jaar een optisch hulpmiddel. Nederlanders kopen gemiddeld één keer in de drieënhalf jaar een optisch hulpmiddel. Uit het consumentenonderzoek blijkt in Nederland de gebruiksperiode sterk te verschillen per hulpmiddel (zie paragraaf 2.1). Voor brillen geeft de meerderheid een gebruiksduur van twee tot drie jaar aan. Bij de leesbril is dit één tot drie jaar. De gebruiksduur van harde lenzen is zeer divers, terwijl de zachte lenzen doorgaans binnen een jaar vervangen worden. 62 aantal jaren tussen aankoop optisch hulpmiddel GRIEKENLAND ENGELAND ITALIË IERLAND OOSTENRIJK NEDERLAND SPANJE NOORWEGEN DENEMARKEN FRANKRIJK DUITSLAND PORTUGAL ZWEDEN ZWITSERLAND FINLAND BELGIË 0 1 2 3 4 5 30 CONSUMENTENONDERZOEK OPTIEKBRANCHE 2005 HOOFDBEDRIJFSCHAP DETAILHANDEL

5.3 OPTIEKZAKEN Door het aantal inwoners te delen door het aantal optiekzaken krijgen we het gemiddeld aantal inwoners per vestiging (figuur 63). Wanneer dit relatief weinig mensen zijn, noemen we de vestigingsdichtheid hoog, zijn dit er veel dan noemen we de dichtheid laag. In België is de dichtheid het hoogst, met slechts 4.200 inwoners per vestiging. In Zweden is de dichtheid het laagst, met gemiddeld ruim 10.000 inwoners per vestiging. In Nederland bedient een vestiging gemiddeld 8.200 inwoners. 63 aantal inwoners per vestiging FRANKRIJK IERLAND NOORWEGEN ENGELAND DUITSLAND NEDERLAND FINLAND FRANKRIJK ZWITSERLAND OOSTENRIJK DENEMARKEN ITALIË SPANJE PORTUGAL GRIEKENLAND BELGIË 0 2.000 4.000 6.000 8.000 10.000 12.000 HOOFDBEDRIJFSCHAP DETAILHANDEL CONSUMENTENONDERZOEK OPTIEKBRANCHE 2005 31

32 CONSUMENTENONDERZOEK OPTIEKBRANCHE 2005 HOOFDBEDRIJFSCHAP DETAILHANDEL

BIJLAGE VRAGENLIJST VOOR ONLINE CONSUMENTENONDERZOEK (SELECTIEVRAGEN) 1 Maakt u gebruik van een bril en/of lenzen? Ja Nee 2 Heeft u een ooglaserbehandeling ondergaan? Ja Nee - Respondenten die zowel bij vraag 1 als 2 Nee hebben geantwoord gaan door naar de vragen 3 t/m 13. - Respondenten die zowel bij vraag 1 als 2 Ja hebben geantwoord gaan in eerste instantie door naar de vragen 14 t/m 20 en vervolgens naar vragen 21 t/m 52. - Respondenten die bij vraag 1 Ja hebben geantwoord en bij vraag 2 Nee gaan door naar de vragen 21 t/m 52. - Respondenten die bij vraag 1 Nee hebben geantwoord en bij vraag 2 Ja gaan door naar de vragen 14 t/m 20. (NIET GEBRUIKERS OPTISCH HULPMIDDEL - VRAGEN) 3 Welk beeld/imago heeft de optiekbranche in uw ogen? Geef maximaal 3 termen waar u als eerste aan denkt. Ter verduidelijking: het gaat hier dus niet om termen als bril of lenzen. 4 Heeft u in de afgelopen 5 jaar een oogmeting laten doen? Ja Nee ga naar vraag 6 5 Hoe vaak heeft u in de afgelopen 5 jaar een oogmeting laten doen? Jaarlijks Vaker dan 1x per jaar Minder dan 1x per jaar ga naar vraag 7 6 Waarom heeft u in de afgelopen 5 jaar geen oogmeting laten doen? Meerdere antwoorden mogelijk Ik zie uitstekend Tijdgebrek Te duur Ik wist niet precies waar ik moet zijn of hoe het werkt Ik wist niet dat dit kon zonder een verwijzing van een (huis)arts Anders, namelijk HOOFDBEDRIJFSCHAP DETAILHANDEL CONSUMENTENONDERZOEK OPTIEKBRANCHE 2005 33

Vraag 7 en 8 niet voorleggen aan respondenten die bij vraag 6 Ik zie uitstekend hebben geantwoord. 7 Kunt u momenteel goed zien? Ja ga naar vraag 9 Nee 8 Waarom bent u nog niet overgegaan tot de aanschaf van een bril of lenzen? Meerdere antwoorden mogelijk Tijdgebrek Te duur Ik wist niet precies waar ik moet zijn of hoe het werkt Ik vind dat het ten koste van mijn uiterlijk zal gaan Ik vind het gewoon niet nodig Anders, namelijk 9 Als u in de toekomst een oogafwijking krijgt (of blijft houden) waar zult u dan waarschijnlijk in eerste instantie voor kiezen? Een bril Contactlenzen Ooglaserbehandeling Anders, namelijk Niets 10 Wat is uw belangrijkste reden voor de keuze die u aangaf bij de vorige vraag? De kosten Het gebruikersgemak Het is het meest modieus Het past het best bij mijn uiterlijk Kwaliteit van het zicht Het geeft weinig risico Anders, namelijk 11 Wat is volgens u een optometrist? Ik heb geen idee 12 Waar heeft u uw zonnebril(len) gekocht? Meerdere antwoorden mogelijk Opticien Ergens anders Ik heb geen zonnebril einde vragenlijst 13 Waarom koopt u uw zonnebril(len) bij de zaak (of zaken) die u zojuist aangaf? De prijs Kwaliteit van de service Assortiment Merken Advies Locatie Anders, namelijk einde vragenlijst niet gebruikers 34 CONSUMENTENONDERZOEK OPTIEKBRANCHE 2005 HOOFDBEDRIJFSCHAP DETAILHANDEL

(OOGLASERBEHANDELDEN - VRAGEN) 14 Waarom heeft u ervoor gekozen een ooglaserbehandeling te ondergaan? 15 - Hoe lang geleden is uw (laatste) ooglaserbehandeling uitgevoerd? Minder dan een half jaar ½ - 1 jaar 1-3 jaar Langer dan 3 jaar 16 Hoe bent u tot de keuze van het specifieke lasercentrum gekomen waar u de ooglaserbehandeling heeft laten uitvoeren? 17 Hoe tevreden bent u over het resultaat van de ooglaserbehandeling? Heel tevreden Tevreden Ontevreden Heel ontevreden 18 Hoe vaak heeft u in 2004 een nacontrole gehad van uw ooglaserbehandeling? Vul het aantal keer in 1 2 3 4 5 5-10 10-20 Meer dan 20 0 0 0 0 0 0 0 0 19 Door wie laat u de nacontrole(s) uitvoeren? Meerdere antwoorden mogelijk Oogarts Optometrist Opticien Anders, namelijk Weet ik niet 20 Hoe tevreden bent u over de uitvoering van de nacontroles? Heel tevreden Tevreden Ontevreden Heel ontevreden Respondenten die bij vraag 1 Ja hebben geantwoord gaan door naar vraag 21 t/m 52. Voor respondenten die bij vraag 1 Nee hebben geantwoord is het einde vragenlijst. (GEBRUIKERS OPTISCH HULPMIDDEL - VRAGEN) 21 Welk hulpmiddel(len) gebruikt u nu wel eens? Meerdere antwoorden mogelijk Bril met (enkelvoudige) glazen Bril met multifocale glazen Harde lenzen Zachte lenzen Leesbril HOOFDBEDRIJFSCHAP DETAILHANDEL CONSUMENTENONDERZOEK OPTIEKBRANCHE 2005 35