Mangement & Organisatie (M&O) In Balans HAVO Hoofdstuk 16, 17, 18 en 19

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 16 t/m 19

[ download de bijlage voor afbeeldingen, schema's en markeringen die niet gekopieerd konden worden]

Hoofdstuk 16 Marketing

Samenvatting M&O Hoofdstuk 16,17,18,19

Samenvatting door M woorden 5 mei keer beoordeeld

- Bij de juiste combinatie van de 4P s (marketingmix) kunnen marketingdoelen gerealiseerd worden. 1. Prijs 2. Product 3. Plaats 4.

-Het nastreven van continuïteit, en daarmee samenhangend bij een onderneming

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 6, Het product- en prijsbeleid

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 17 t/m 20

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 16 t/m 23

Desk research: Gebeurt vanachter het bureau. De onderzoeker maakt gebruik van materiaal dat al eerder voor andere doeleinden is gebruikt.

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5, Marketingbeleid

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5 en 6

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 23 t/m 27

Bijvoorbeeld prijzen zoals 89,99 lijkt veel goedkoper dan 90,00. Doordat het product goedkoper lijkt verkopen de winkels meer

5,6. Samenvatting door R woorden 7 juli keer beoordeeld

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 7 t/m 12

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 17 t/m 20

Samenvatting M&O H 12 t/m H19 + H27

5.1 Marketingbeleid. 5.2 Productbeleid

Hoofdstuk 20. Communicatiebeleid

Boekverslag door B woorden 9 mei keer beoordeeld

De vier p s worden in onderlinge samenhang toegepast, waardoor we spreken van de marketingmix.

M&O VWO 2011/

Samenvatting door een scholier 5552 woorden 2 juni keer beoordeeld

6,9. Samenvatting door een scholier 1802 woorden 9 september keer beoordeeld

6,2. Samenvatting door een scholier 1556 woorden 26 oktober keer beoordeeld

M&O H.17 Marketing 1. Marketingaspecten

Een product is het geheel van materiële en immateriële eigenschappen van een goed of een dienst.

Marketing is een onderdeel van het organisatiebeleid. Veel verkopen (afzet) voor een goede prijs (omzet)

voorbeeldhoofdstuk havo M&O

7,7. Begrippenlijst door een scholier 5003 woorden 17 januari keer beoordeeld

Samenvatting door een scholier 1651 woorden 29 maart keer beoordeeld

5, Marketingmix. 7.2 Omgevingsfactoren. Samenvatting door een scholier 2590 woorden 12 oktober keer beoordeeld. Onderdeel 3 Marketing

Praktische opdracht Management & Organisatie Eigen produkt verkopen

Marketing concept = het lokken van de consument om jou product te verkopen.

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 3 en 4: De Firma

Aan de slag met excel

Hoofdstuk 19. Prijs en distributiebeleid. Veel verkopen is niet moeilijk als je een hele lage prijs vraagt.

Dit bestand niet correct? Meld misbruik op Saxionstudent.nl Blok1

3 Productontwikkeling en de productlevenscyclus 69

Boekverslag door W woorden 20 juni keer beoordeeld. M&O Hoofdstuk

Werkstuk Economie marketing

6,9. Samenvatting door een scholier 2059 woorden 14 januari keer beoordeeld. 2. Wat is Marketing:

Management en Organisatie Hoofdstuk 20 communicatiebeleid 20.1 persoonlijke verkoop

4,8. Samenvatting door een scholier 1391 woorden 13 juni keer beoordeeld. H9 Marketingmix

3,3. Samenvatting door een scholier 4039 woorden 11 maart keer beoordeeld

Samenvatting Management & Organisatie de firma

Samenvatting Economie Consument & Producent

Commerciële calculaties

Commerciële calculaties

Marketingmix instrumenten Marketingcommunicatie

Samenvatting Management & Organisatie H3 + 4: De fima

Beoordelingsformulier

Samenvatting Management & Organisatie De Firma

ANTWOORDEN MARKETING. Antwoorden Marketing

7.6. Boekverslag door M woorden 22 juni keer beoordeeld

Marketingbeleid AFDELING

Eco samenvatting; hs 2 + 5

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 3

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstukken 12, 13, 14 en 17

Marketing: Het maken en uitvoeren van plannen voor het vergroten of het behouden van de afzet.

handel en verkoop CSPE KB 2010 minitoets bij opdracht 11

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 9, 10, 11, 12

Inhoud. Onderwijseenheid 1 Onderzoek en acquisitie 11. Onderwijseenheid 2 Verkopen 45

Marketing. De basisprincipes. Acco Leuven / Den Haag. Katheline De Lembre

Marketingplan. HAK Appelmoes. Opdrachtgever: Datum: 05/01/2010. Dhr. H.H. van Nieuwenhuijze. Inge van Wanrooij Caroline Krouwel

Communicatie is het uitwisselen van gedachten, gevoelens, ideeën en informatie tussen mensen. De

Inleiding. 1.2 Communicatie. Boekverslag door I woorden 12 januari keer beoordeeld

Proefexamen MARKETING

Ken je markt. graficus jr. Themamodules met voorbereiding op de ecommerce Webshop KEN JE MARKT

HOOFDSTUK 6: MARKETINGPROGRAMMA S OM MERKMEERWAARDE OP TE BOUWEN

verkoopprijs (laagseizoen)(reisbureau) consument commissie (9% van de verkoopprijs) verkoopprijs (touroperator) reisbureau (commissie 9%)

Concurrentiestrategieën

Samenvatting Economie Consument en Producent

Periode 1 Les 1. 4P s, 4C s & het SIVA-model

KINDER- EN JEUGDRECLAMECODE (KJC) G

1. Deze middle managementopleiding is opgezet vanuit een bepaalde visie over middle management.

7,3. Samenvatting door een scholier 5875 woorden 28 mei keer beoordeeld

handel en verkoop CSE GL

Communicatie = het uitwisselen van gedachten, gevoelens, ideeën en informatie tussen mensen

M&O - een nieuw vak. Management & Organisatie. Management. Organisatie. Een nieuw vak in de bovenbouw van havo/vwo

Het Marketingconcept: Tevreden klanten: Geintegreerde aanpak:

DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT

Inhoud. DEEL 1 Marketing en marketingomgeving Marketing en marketingconcept Marketingomgeving Markt- en vraagbegrippen 53

les 1 inleiding marketing HMC 1. Wat is marketing?

Hoofdstuk 12 Productontwikkeling en levenscyclusstrategieën

College 4. Video Kotler (25min) Bespreken video (20 min) Theorie H 11 Productbeleid (60 min)

Samenvatting Economie Consument en producent

2COLLEGE RUIVEN. Lesbrief Marketing. Consumptie. PSB en JKH

Layvish Live life, drink Layvish. Naam: Klas: 3B

detaillistenpromotie onderdelen promotiemix Hand-out detaillistenpromotie, paragraaf 9.1 promotie gepland Retailmarketing hoofdstuk 9, paragraaf 9.

Noordhoff Uitgevers bv

Maak een poster over social media. Laat je creativiteit de vrije rol.

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 4

Internationale Marketing H4. Week 1 1. Executive summary 2. Inhoudsopgave 3. Inleiding en achtergrond 4. Externe analyse

Creative Marketing 3 8 mei 2014 Karen Sikkema karen@olivgames.nl

FOOD2MARKET INNOVATIE TRAINING. 14 november 2013

FULL SERVICE RECLAME- EN DESIGNBUREAU

Transcriptie:

Mangement & Organisatie (M&O) In Balans HAVO Hoofdstuk 16, 17, 18 en 19 Hoofdstuk 16 Marketing 16.1 Strategische doelstellingen van elke organisatie: - het nastreven van continuïteit, en daarmee samenhangend bij een onderneming - het behalen van winst Marketingdoelstellingen: - het behalen van een bepaalde afzet - het vergroten van het marktaandeel - het behalen van een bepaalde winst - het verbeteren van het imago Strategisch: doelstellingen die voor een lange termijn zijn. Tactisch: doelstellingen voor een middellange termijn (enkele jaren). Onderdelen van het marketingbeleid: - productbeleid - prijsbeleid - promotiebeleid of communicatiebeleid - plaatsbeleid of distributiebeleid De hierboven genoemde marketinginstrumenten noemen we ook wel de 4 p s. 16.2 Marktonderzoek: het systematische onderzoek naar de afzetmogelijkheden van een bepaald product in een gebied gedurende een zekere periode. Bij marktonderzoek maken we onderscheid tussen: - deskresearch: gebeurt van achter het bureau. - fieldresearch: dit wordt gedaan wanneer deskresearch niet voldoende oplevert. De onderzoeker gaat dan op zoek naar informatie die nog niet in de onderneming (of op internet) aanwezig is. Bijvoorbeeld door een enquête in te laten vullen. 16.3 Afzet van een onderneming in een bepaald gebied Marktaandeel: totale afzet in een bepaald gebied x 100% Omzet van een onderneming in een bepaald gebied Marktaandeel: totale omzet in een bepaald gebied x 100 % Marktleider: de onderneming met het grootste marktaandeel. Marktpositie: de plaats die de onderneming met haar producten inneemt in de markt ten aanzien van de concurrentie.

16.4 Marktsegmentatie: als een onderneming voor een bepaald product de totale markt opsplitst in een aantal kleine, min of meer homogene deelmarkten. Bij bepaling van de doelgroepen onderscheiden we drie mogelijkheden: - ongedifferentieerde marketing: dan brengt de onderneming maar 1 product in 1 enkele variant op de markt. - Gedifferentieerde marketing: dan brengt de onderneming een product in verschillende varianten op de markt. - Geconcentreerde marketing: hierbij richt een onderneming zich op 1 of meerdere deelmarkten. Bij ongedifferentieerd en gedifferentieerde marketing richt de onderneming zich op vrijwel de gehele markt. Bij geconcentreerde marketing concentreert de onderneming zich op een bepaald segment. 16.5 Niet-commerciële organisaties: - Overheid - Belangengroeperingen - Onderwijsinstellingen - Liefdadigheidsinstellingen Hoofdstuk 17 Productiebeleid 17.1 Product: het geheel van materiële en immateriële eigenschappen van een goed of een dienst. Materiële eigenschappen: eigenschappen die in het product zelf aanwezig zijn (vorm, gewicht, smaak & capaciteit) en eigenschappen die de producent zelf heeft toegevoegd (verpakking, garantie & service). Immateriële eigenschappen: eigenschappen die de consument aan het product verbindt (status, imago, exclusiviteit & goede naam). Productmix: - kwaliteit - vormgeving - verpakking - garantie & service Vergelijkend warenonderzoek: hierbij word onder andere gelet op gebruikszekerheid, duurzaamheid, veiligheid, geur en prijs. Kwaliteit: van een product omvat alle eigenschappen van en product waaraan de gebruiker waarde hecht. Vormgeving: speelt geen belangrijke rol hoe een product eruit ziet. Verpakking: van goederen heeft 2 aspecten: 1. een technisch aspect: dat een product moet worden verpakt. 2. een commercieel aspect: hoe de verpakking eruit ziet.

Garantie & service: vooral bij duurzame goederen is dit belangrijk, de leverancier moet instaan voor de kwaliteit van zijn geleverde producten. Ook service speelt een belangrijke rol, want wanneer je goede service biedt komen mensen om jou product te kopen terwijl ze het ergens anders goedkoper kunnen kopen. Geschillen commissies: organisatie waarbij de consument zijn beklag kan doen wanneer er een conflict ontstaat tussen kopen en verkoper. 17.2 A-merk: bekend merk, afnemer is bereid om er meer voor te betalen. B-merk: minder bekend dan een A-merk, is ook wat goedkoper dan een A-merk. Paraplumerk: wanneer een fabrikant al zijn producten onder 1 naam op de markt brengt, bijv. Phillips. Private label: producten die in opdracht van derden en onder een andere merknaam dan de eigen merknaam van de fabrikant, door die opdrachtgevers onder de door hen gekozen namen op de markt worden gebracht. Voordelen voor het voeren van een fabrikantenmerk door de detaillist: - niet de detaillist, maar de fabrikant zorgt voor de reclame. - De garantieverplichtingen kan hij doorberekenen aan de fabrikant. - Door het voeren van merkartikelen krijgt de detaillist vaan een goede naam. Voordelen voor het voeren van een huismerk: - de consument krijgt een binding met de detaillist waar hij het product koopt. - De winstmarge is meestal groter dan bij een fabrikantmerk. - Het is concurrerend ten opzichte van andere winkels. - De naam van een winkel staat op de verpakking. De fabrikant van merkartikelen volgen verschillende strategieën: - er word aan de detaillist geleverd onder het huismerk van de detaillist. - Uitsluitend het fabrikantenmerk wordt geleverd. - De fabrikant kiest voor een combinatie van beide methoden. 17.3 Levenscyclus van een product bestaat uit 5 fasen: 1. Introductiefase is de meest kritieke fase in de levenscyclus. Zal het product aanslaan? Omdat de producent de ontwikkelingskosten snel terug wil verdienen, is de prijs meestal hoger dan in de latere fasen. 2. Groeifase nu neemt de omzet snel toe. 3. Rijpheidsfase er is nog wel groei in de afzet van het product, maar het tempo begint af te nemen. 4. Verzadigingsfase nu is de groei van het product er vrijwel uit. 5. Neergangsfase nu neemt de omzet snel af en daalt de winst fors. De duur van de levenscyclus en de grootte van de afzet worden bepaald door: - de snelheid van de technische ontwikkelingen. - De concurrentie - De mate waarin het nieuwe product door de afnemers wordt geaccepteerd.

Hoofdstuk 18 Prijs- en distributiebeleid 18.1 Vraaggeoriënteerde prijsbepaling: hierbij neemt de organisatie de prijs die de consument wil betalen als uitgangspunt. Mogelijkheden zijn: - Penetratiepolitiek: het doel hiervan is de prijs zo laag mogelijk vast te stellen daar daardoor in korte tijd een groot gedeelte van de markt van het nieuwe product wordt voorzien. - Afroompolitiek: hierbij begint de onderneming met een hoge prijs. - Psychologische prijzen: prijsgrenzen -> 99,95 ipv 100 - Prijskortingen: maanden met uitverkoop, of acties zoals 1 voor 1,50 en 4 voor 5. 18.2 Subsidiegever is vaak een overheidsorgaan, hierbij zijn 3 mogelijkheden om de prijs te bepalen: - levering tegen kostprijs: zoals bij paspoorten/rijbewijzen, hierbij is ook kostendekking. - levering tegen een niet-monetaire prijs: de dienst of product wordt beschikbaar gesteld tegen een prijs beneden de kostprijs. - Gratis: bijvoorbeeld bij bibliotheken. Profijt beginsel: door de overheid, degene die bepaalde producten of diensten gebruikt, moet daarvoor betalen. 18.3 Groothandel kan een belangrijke rol spelen voor detailhandel: - hij zorgt ervoor altijd voldoende producten in voorraad te hebben en levert snel. - Doordat hij in grote hoeveelheden inkoopt, kan hij grote kortingen bij fabrikanten bedingen. - Hij zorgt ervoor dat de detaillist op de hoogte wordt gebracht van nieuwe producten. - Hij levert in het algemeen op rekening. Groothandel werkt meestal regionaal. Kleinhandel levert de producten aan de consument, en is handig om zich in de onmiddellijke omgeving van de consument te vestigen. Distributie: verspreiding van de producten over de afnemers.

18.4 Distributiekanaal: de weg die het product aflegt van producent naar consument. Hierbij maken we onderscheid tussen: - directie distributie: hierbij gaan de producten dus direct van de producent naar de afnemer en word er dus geen gebruik gemaakt van tussen schakels. - indirecte distributie: hierbij zitten tussen de producent en de afnemer 1 of meerdere tussen schakels Of de producent bij de distributie van zijn goederen gebruik maakt van 1 of meerdere tussen schakels hangt af van: - de omzet die bij een bepaald distributiekanaal kan worden behaald. - De kosten van dat distributiekanaal. Als wapen in de concurrentiestrijd tussen producent en consument zijn de volgende mogelijkheden aanwezig: - kredietverlening - bijzondere aanbiedingen - geven van cadeaus - hoge kortingen - snelle leveringen - het maken van reclame in dit verband maken we onderscheid tussen: - pushdistributie: hierbij doet de producent er van alles aan om zin producten door de detaillist in zijn assortiment te laten opnemen. - Pulldistributie: hierbij bewerkt de producent de consument over de hoofden van de detaillisten heen, bijvoorbeeld door acties te voeren of reclame. In praktijk wordt meestal gebruikgemaakt van de push- en pullstategie. Tegelijkertijd probeert de producent de detaillist over te halen zijn producten in diens assortiment op te nemen en bewerkt hij via reclame de consument.

Hoofdstuk 19 Communicatiebeleid 19.1 Business-to-businessmarketing: persoonlijke verkoop en komt het meeste voor bij bedrijven onderling. Vertegenwoordigers voeren de volgende taken uit: - contact houden met afnemers - verstrekken van informatie aan afnemers - serviceverlening - verzamelen van informatie voor de eigen onderneming Persoonlijke verkoop heeft als voordelen boven massacommunicatie: - de onderneming kan persoonlijk inspelen op de wensen van iedere klant. - Er is een veel beter discussie mogelijk over de eigenschappen van het product. - Er kan veel beter worden teruggekoppeld (feedback) van de klant naar de onderneming over de wensen van de klanten. Massacommunicatie heeft als voordelen boven persoonlijke verkoop: - is per bereikte afnemer veel goedkoper dan persoonlijke verkoop. - De onderneming kan een veel groter aantal personen in 1 keer bereiken. - Massacommunicatie gaat veel sneller. 19.2 Product reclame: speelt in onze samenleving een grote rol. Individuele reclame: maakt een fabrikant reclame voor zijn eigen product. Collectieve reclame: maken de fabrikanten van een bepaalde productsoort samen reclame. Bekende slogans hiervan zijn: - eet meer fruit. - Snoep verstandig, eet een appel. - Melk de witte motor - Bloemen houden van mensen Thema reclame: het doel is merkbekendheid te kweken en te onderhouden. Actie reclame: kortetermijn doestelling. Sampling: het verspreiden van monsters bij het introduceren van een product. 19.3 Mediadoelstellingen: doestellingen waarin wordt vastgelegd welke groepen de organisatie wil bereiken, met welke middelen zij dat wil doen en op welke termijn. Communicatiemiddelen kan je in 4 verschillende groepen indelen wat betreft hun verschijningsvorm: - visuele communicatiemiddelen: alle communicatiemiddelen waarbij de ontvanger de boodschap uitsluitend met zijn ogen waarneemt, dus ziet of leest. Bijvoorbeeld boeken, kranten, folders. - Audiovisuele communicatiemiddelen: communicatiemiddelen waarbij geluid en beeld zijn gecombineerd. Bijvoorbeeld de tv, of het schoolbord. - Multimediale communicatiemiddelen: als er meer dan 1 medium wordt gebruikt om een boodschap over te brengen. Bijvoorbeeld op het internet. - Interactieve communicatiemiddelen: hierbij betrekken we de ontvanger bij de boodschap. De ontvanger kan zelf invloed uitoefenen. Bijvoorbeeld van het invullen van een enquêteformulier.

19.4 Stakeholders: alle belanghebbenden met wie de onderneming rekening moet houden, zoals de overheid, leveranciers, detaillisten en consumenten. Belangrijkste media voor met Stakeholders: - dagbladen en huis-aan-huisbladen - folders en mailings - radio- en tv-bladen en tijdschriften - vakbladen en hobbytijdschriften - adresboeken/zoeksystemen - televisie, bioscoop en kabelkrant - radio en geluidsinstallatie - interactieve media - buitenmedia - reclameartikelen - winkelmedia - sponsoring 19.5 Public relations: is het beïnvloeden van personen van wie de mening over de onderneming van belang kan zijn. 19.6 Een organisatie moet een beslissing nemen via welk medium wordt geprobeerd de doelgroep te bereiken. Van belang daarbij zijn de volgende factoren: - de doelgroep waarop de organisatie zich richt - de kosten van het medium - de aard van het product 19.7 Ideële reclame: de opvattingen en/of gedragingen van mensen te beïnvloeden, vaak bij niet-commerciële organisaties. Zelfregulering: als een branche zichzelf regels oplegt. Reclamecode: hierin zijn de eisen van zelfregulering vastgelegd. Doel reclamecode: dat de consument niet mag worden misleid en dat de reclame niet aanstootgevend is. Reclame code commissie: hier kan je terecht met klachten over een reclame. Reclame raad: voor klachten over reclames op tv en radio. Milieu reclame code: geeft gedragsregels voor reclameboodschappen waarin milieuaspecten verwerkt zitten. Bijzondere marketingbegrippen die vooral bij non-profit organisaties voorkomen: - conversiemarketing: heeft als doel de negatieve houding van afnemers om te buigen naar een positieve houding. - Demarketing: heeft als doel de belangstelling voor een product vergroten om zo de afzet te stimuleren. - Contramarketing: wanneer door bijvoorbeeld de overheid acties worden ondernomen die gericht zijn op het verminderen of verdwijnen van ongewenst gedrag.