BRIEF-P. Vragenlijst executieve functies voor 2- tot 5-jarigen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum

Vergelijkbare documenten
BRIEF-P. Vragenlijst executieve functies voor 2- tot 5-jarigen. HTS Report. Elizabeth Smit ID Datum

BRIEF. Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum

BRIEF. Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Zelfrapportageversie

BRIEF. Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen. HTS Report. Otto Peterszoon ID icode TE9Q Datum

BRIEF-A. Vragenlijst executieve functies voor volwassenen. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum

BRIEF-A. Vragenlijst executieve functies voor volwassenen. HTS Report. Elizabeth Smit ID Datum Zelfrapportageversie

BRIEF-A. Vragenlijst executieve functies voor volwassenen. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportageversie

BRIEF Executieve Functies Gedragsvragenlijst

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID Datum Informant:

CDI-2. Screeningsvragenlijst voor depressie bij kinderen en jongeren. HTS Report. Meisje Test ID Datum

FEEL-KJ. Vragenlijst over emotieregulatie bij kinderen en jongeren. HTS Report. Julia de Vries ID Datum

SRS-2. Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum

CSBI. Vragenlijst over seksueel gedrag bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum

CSBI. Vragenlijst over seksueel gedrag bij jonge kinderen. HTS Report. Liesje Lot ID Datum Informantenversie

FEEL-E. Vragenlijst over emotieregulatie bij volwassenen. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Liesbeth Bakker ID Datum

SRS-A. Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen bij volwassenen. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Liesbeth Bakker ID Datum Ouderversie

FEEL-E. Vragenlijst over emotieregulatie bij volwassenen. HTS Report. Simon Janzen ID Datum Zelfrapportage

BRIEF Executieve Functies Gedragsvragenlijst

HTS Report IST. Intelligentie Structuur Test. Jeroen de Vries ID Datum Standaard. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

IST Standaard. Intelligentie Structuur Test. meneer 1

HTS Report STAXI-2. Vragenlijst over boosheid. Simon Janzen ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report. Positiviteitstest. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report STAXI-2. Vragenlijst over boosheid. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

FEEL-KJ. Vragenlijst over emotieregulatie bij kinderen en jongeren. HTS Report. Joris van Doorn ID Datum

Gedrag in goede banen leiden: over de rol van executieve functies bij kinderen en pubers

3/4/13. Executieve functies GEDRAG IN GOEDE BANEN LEIDEN: OVER DE ROL VAN EXECUTIEVE FUNCTIES BIJ KINDEREN EN PUBERS

HiPIC. Hiërarchische persoonlijkheidsvragenlijst voor kinderen. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum Nederlandse versie

IDS-2. Intelligentie- en ontwikkelingsschalen voor kinderen en jongeren. HTS Report. Jeroen De Vries ID Datum

HTS Report DESIGMA - A. Design a Matrix. Tom Billiet ID Datum Advanced 1. Editie. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

DAPP-BQ. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum

HTS Report IST-A. Intelligentie Structuur Test Assessmentversie. John Doe ID Datum Standaard. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report DESIGMA - A. Design a Matrix. Jeroen de Vries ID Datum Advanced 1. Editie. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

IDS-2. Intelligentie- en ontwikkelingsschalen kinderen en jongeren. HTS Report. Jeroen De Vries ID Datum

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Otto Peterszoon ID Datum Leerkrachtversie

Diagnostiek van executieve functies bij adolescenten

IDS-2. Intelligentie- en ontwikkelingsschalen voor kinderen en jongeren. HTS Report. Jeroen De Vries ID Datum Executieve functies

CRE-W. Instrument over creatief denken in organisaties. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum Basisrapport

DAPP-BQ. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum

NVE-K. Nederlandse vragenlijst voor eetgedrag bij kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum

HTS Report. d2-r. Aandachts- en concentratietest. David-Jan Punt ID Datum Standaard. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

VK+ Zelfrapportage. Vragenlijst over veerkracht. Henk Smit

FEEL-KJ. Vragenlijst over emotieregulatie bij kinderen en jongeren. HTS Report. David-Jan Punt ID Datum

HTS Report NEO-FFI-3. Persoonlijkheidsvragenlijst. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HiPIC. Hiërarchische persoonlijkheidsvragenlijst voor kinderen. HTS Report. Jacob Jones ID icode Datum Nederlandse versie

HTS Report NEO-PI-3. Persoonlijkheidsvragenlijst. Jeroen de Vries ID Datum Basisrapport. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report VK+ Vragenlijst over veerkracht. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report. d2-r. Aandachts- en concentratietest. Jeroen de Vries ID Datum Standaard. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report SRS-A. Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen bij volwassenen. Profielvergelijking. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

SRS-A. Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen bij volwassenen. HTS Report. Elizabeth Smit ID Datum Zelfrapportageversie

NVE-K Ouderrapportage

SRS-2. Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen. HTS Report. Erik van Zon ID Datum Informantenrapportage over 3-jarigen

SRS Informantenrapportage

Breinsleutels Jonge kind

MRI. fmrt. HELP mijn kind heeft huiswerk! Frontaal kwab. In het lichaam kijken zonder het te hoeven openen. Hersenen

De Kleine Prins Expertisecentrum

Executieve functies. Problemen met executieve functies 11/01/17

HTS Report NVE. Nederlandse vragenlijst voor eetgedrag. meneer 3 ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

IDS-2. Intelligentie- en ontwikkelingsschalen voor kinderen en jongeren. HTS Report. Jeroen De Vries ID Datum

NVE-K Kindrapportage. Nederlandse vragenlijst voor eetgedrag bij kinderen. Bloem Jones

IDS-2. Intelligentie- en ontwikkelingsschalen voor kinderen en jongeren. HTS Report. Jeroen De Vries ID Datum

DAPP-BQ Screening. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. Elizabeth Smit

DAPP-BQ Standaard. Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie. Elizabeth Smit

Dyslexie en dyscalculie in het hoger secundair onderwijs

Executieve functies en emotieregulatie. Annelies Spek Klinisch psycholoog/senior onderzoeker Centrum autisme volwassenen, GGZ Eindhoven

Neuropsychologisch. Anne M. Buunk Neuropsycholoog UMCG Wetenschappelijk onderzoek gevolgen SAB

HTS Report. d2-r. Aandachts- en concentratietest. Jan Janssen ID Datum Standaard. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

Waarom arme mensen domme dingen doen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Het creëren van een gemeenschappelijke visie m.b.t. executieve functies voor het jonge kind; handvatten voor morgen!

Ziekte van Huntington

SIVT. Sociale informatieverwerkingstest. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum SIVT voor adolescenten (13-17) 1.

HTS Report CFT 20-R. Cattell s Fluid Intelligence Test, Scale 2 Revisie. Profielvergelijking. Standaard 1. Editie. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

Acute (Fase na) Niet- Aangeboren Hersenletsel. Dr. S. Rasquin 14 januari 2015

Executieve functies ontwikkelen met denkspellen.

Diagnostiek en onderzoek naar autisme bij dubbele diagnose. Annette Bonebakker, PhD, klinisch neuropsycholoog CENTRUM DUBBELE PROBLEMATIEK DEN HAAG

Executieve functies, wat zijn dat:

Bijlage 25: Autismespectrumstoornis in DSM-5 (voorlopige Nederlandse vertaling) 1

Kennisgroep Speciaal. Zie voor uitgebreide informatie:

Beter bij de Les. Marthe van der Donk, Ariane Tjeenk-Kalff, Anne-Claire Hiemstra-Beernink

SUMMARY IN DUTCH. Summary in Dutch

Executieve functies en zelfsturing

het neuropsychologisch denkkader binnen een schoolsetting Claudia König Klinisch psycholoog, RCKJP

Vragenlijst over stressreducerende activiteiten

Executive functioning bij kinderen met een ontwikkelings- of gedragsstoornis

Samenvatting (Summary in Dutch)

Executieve functies - compenseren Programma. - Voorkennis opfrissen - Compenseren van zwakke zelfsturing - Toepassen in je eigen klas - Reflectie

Help, ik kan het niet alleen!

Koppeling leren leren met executieve functies

PT Zelfrapportage. Positiviteitstest. Luise Moysen

Beste ouders, Hartelijke groet, Sharon Duijveman

Samenvatting (summary in Dutch)

Bijlage 9: Executieve functies 1

Informatie voor ouders over executieve functies

Drs. Dirma Terlouw, BSc.

Vragenlijst voor Inventarisatie van Sociaal gedrag van Kinderen (VISK)

Capaciteitenrapport Naam: Alexander de Vries Datum: 19 juni 2008

Nederlandse samenvatting

Transcriptie:

BRIEF-P Vragenlijst executieve functies voor 2- tot 5-jarigen HTS Report ID 5107-7039 Datum 18.07.2017 Ouderversie Informant: Jeroen de Vries Vader

BRIEF-P Inleiding 2 / 10 INLEIDING De BRIEF-P is een vragenlijst waarmee executieve functies op gedragsniveau in kaart worden gebracht bij kinderen van 2 tot en met 5 jaar. De gedragsbeschrijvingen zijn onderverdeeld in vijf schalen: Inhibitie, Flexibiliteit, Emotieregulatie, Werkgeheugen en Plannen en organiseren. Deze schalen worden samengevat in drie algemene indices (de Inhibitie-zelfcontrole-index, de Flexibiliteit-emotiecontroleindex en de Metacognitie-index) en een totaalscore. Daarnaast bevat de BRIEF twee validiteitsschalen (Negativiteit en Inconsistentie) om de betrouwbaarheid van de rapportage vast te stellen. In dit rapport wordt inzichtelijk gemaakt welke executieve functies minder goed ontwikkeld zijn en op welke gebieden ondersteuning nodig is. De antwoorden op de vragenlijst zijn vergeleken met de normgroep: Nederlandse populatie, meisjes, 4-5 jaar, informanten: ouders. Structuur van dit rapport Interpretatie Profielformulier Schaalscores Het interpreteren van testresultaten is voorbehouden aan gekwalificeerde professionals met voldoende kennis van het gebruik en de toepassing van psychologische tests. Volg altijd de richtlijnen van de desbetreffende beroepsvereniging.

BRIEF-P Interpretatie 3 / 10 INTERPRETATIE De BRIEF-P is binnen het diagnostisch proces te gebruiken als onderdeel van de informatieverzameling over het gedrag van een kind. Afwijkende schaalscores zijn indicatief voor pathologische symptomatologie en dienen aanleiding te zijn tot aanvullend onderzoek. Met nadruk wordt hier opgemerkt dat op basis van uitsluitend de BRIEF-P nooit een diagnose gesteld kan worden. Wel kan de vragenlijst als diagnostisch hulpmiddel worden gebruikt wanneer informatie uit de BRIEF-P wordt gecombineerd met bijvoorbeeld een medisch onderzoek, informatie over het intellectueel en sociaal functioneren en/of een uitgebreid gesprek met de ouders of een leerkracht. Om inzicht te krijgen in de mate waarin een kind problemen op het gebied van executief functioneren vertoont, worden ruwe schaalscores omgezet naar T-scores. Voor alle schalen en indices van de BRIEF-P geldt: Een T-score van 65 of hoger weerspiegelt een score van anderhalve standaarddeviatie boven het gemiddelde en wordt getypeerd als klinisch. Een clinicus kan aan de hand van de analyse van de individuele items nagaan welke situaties een verhoogde score op de schaal opleveren en daar verder naar handelen. Een T-score van 60 of hoger betekent dat de ruwe schaalscore van het kind meer dan één standaarddeviatie afwijkt van het gemiddelde. Een score tussen 60 en 65 kan beschouwd worden als subklinisch. Hoewel een score in dit gebied dus geen klinische significantie heeft, is het wel een alarmbel voor de clinicus om de subklinische score in het diagnostisch proces nader te onderzoeken. Een T-score lager dan 60 kan gezien worden als normaal. Dit wil zeggen dat de ruwe schaalscore van het kind geen klinische relevantie weerspiegelt.

BRIEF-P Interpretatie 4 / 10 Totaalscore 71 Totaalscore De totaalscore van de BRIEF-P ligt in het klinische gebied. De totaalscore is bruikbaar als een algemene indicatie voor executief functioneren, omdat deze score gebaseerd is op alle schalen. Wanneer de scores op de schalen zich op eenzelfde niveau bevinden, is de totaalscore een accurate weergave van het niveau van executieve disfunctie. Echter, wanneer er een groot verschil bestaat tussen verschillende indices, dan kan de totaalscore niet als overzichtsmaat worden gebruikt. Inhibitie-zelfcontrole-index 67 Inhibitie-zelfcontrole-index De T-score op de Inhibitie-zelfcontrole-index ligt in het klinische gebied. De Inhibitie-zelfcontroleindex bestaat uit de schalen Inhibitie en Emotieregulatie en geeft het vermogen weer om handelingen, reacties, emoties en gedrag door middel van inhibitie te reguleren. Inhibitie-zelfcontrole vormt een essentiële bouwsteen voor ontwikkelende probleemoplossingsvaardigheden bij voorschoolse kinderen. Een ander aspect gerelateerd aan deze index is de discipline om op een taak gericht te blijven ondanks afleidbare factoren en ondanks verleidingen om te stoppen en zich met interessantere of aangenamere zaken bezig te houden. Dat is sterk verwant aan de ultieme vorm van zelfcontrole: jezelf onthouden van een onmiddellijke beloning ten faveure van een grotere beloning op een later moment in de tijd. Het vermogen om af te maken waaraan je begint en korte termijn beloningen uit te stellen is essentieel om langetermijndoelen te kunnen bereiken. 70 Inhibitie 57 Emotieregulatie Inhibitie De T-score op de Inhibitieschaal ligt in het klinische gebied. De schaal Inhibitie meet de impulscontrole van het kind (het vermogen om impulsen te onderdrukken) en het vermogen om zijn gedrag op het juiste moment te stoppen. Deze gedragsfunctie wordt beschreven als het centrale kenmerk van het gecombineerde type ADHD en is een centraal symptoomdomein voor dit ADHDsubtype. Kinderen met niet-aangeboren hersenletsel in het prefrontale gebied vertonen vaak onbeheerst of impulsief gedrag. Zorgverleners en leerkrachten zijn vaak met name bezorgd over de intrusiviteit van het gedrag en het gevaar voor de persoonlijke veiligheid van kinderen die hun impulsen niet goed kunnen controleren. Kinderen met inhibitieproblemen vertonen soms een hoge mate van fysieke activiteit, hebben een neiging tot verstoring of onderbreking van sociale- en

BRIEF-P Interpretatie 5 / 10 groepsactiviteiten en hebben een verminderd vermogen tot eerst denken, dan doen. Emotieregulatie De T-score op de Emotieregulatieschaal ligt in het normale gebied. De schaal Emotieregulatie meet het vermogen van het kind om de eigen emotionele responsen te reguleren. Het gaat hierbij dus niet om de regulerende functie van emoties (bijvoorbeeld het verdriet van een kind dat ervoor zorgt dat een disciplinerende maatregel van een verzorger verandert), maar om emoties als gereguleerde staat. Een zwakke emotieregulatie kan zich uiten in emotionele labiliteit of explosiviteit. Kinderen met problemen in dit domein hebben buitenproportionele emotionele reacties op ogenschijnlijk kleine gebeurtenissen. Zorgverleners, leerkrachten en onderzoekers kunnen rapporteren dat een kind gemakkelijk huilt of hysterisch lacht bij weinig provocatie, of dat een kind driftbuien heeft van een frequentie en ernst die niet bij de leeftijd horen. Hoewel een zwakke emotieregulatie niet tot de kernsymptomen behoort van autismespectrumstoornissen en ADHD, komt het bij die stoornissen frequent voor, ook bij afwezigheid van comorbide angst- of depressieve stoornissen, en is het een van de probleemdomeinen met een grote impact voor de directe omgeving. Flexibiliteit-emotiecontrole-index 59 Flexibiliteit-emotiecontrole-index De T-score op de Flexibiliteit-emotiecontrole-index ligt in het normale gebied. De Flexibiliteitemotiecontrole-index geeft het vermogen weer om flexibel te bewegen tussen handelingen, reacties, emoties en gedrag. Deze index is samengesteld uit de schalen Flexibiliteit en Emotieregulatie en vormt een belangrijke component van gedragsregulatie: het indiceert het vermogen om gedrag en emotionele reacties op verschillende onvoorziene gebeurtenissen en omgevingseisen te reguleren. 59 Flexibiliteit 57 Emotieregulatie Flexibiliteit De T-score op de Flexibiliteitschaal ligt in het normale gebied. De schaal Flexibiliteit meet het vermogen van het kind om gemakkelijk van een situatie, activiteit, perspectief of aspect van een probleem over te schakelen naar een ander indien dat nodig is. Belangrijke aspecten van flexibiliteit zijn het vermogen om overgangen te maken, flexibel problemen op te lossen en de focus van aandacht of gedachte te verplaatsen. Lichte problemen ten aanzien van mentale flexibiliteit kunnen leiden tot inefficiëntie op gebied van het oplossen van problemen. Ernstigere problemen met mentale flexibiliteit kunnen zich uiten in stereotiepe gedragingen of interesses en zich herhalend gedrag of spel. Kinderen met een verminderd vermogen tot mentale flexibiliteit hebben vaak consistente routines nodig en bij veranderingen in die routine vragen ze keer op keer wat er gaat gebeuren, of wanneer een bepaalde gebeurtenis zal plaats vinden. Beperkte, repetitieve en stereotiepe gedrags-, interesseen activiteitenpatronen maken deel uit van de diagnostische criteria voor pervasieve

BRIEF-P Interpretatie 6 / 10 ontwikkelingsstoornissen dan wel autismespectrumstoornissen. Emotieregulatie De T-score op de Emotieregulatieschaal ligt in het normale gebied. De schaal Emotieregulatie meet het vermogen van het kind om de eigen emotionele responsen te reguleren. Het gaat hierbij dus niet om de regulerende functie van emoties (bijvoorbeeld het verdriet van een kind dat ervoor zorgt dat een disciplinerende maatregel van een verzorger verandert), maar om emoties als gereguleerde staat. Een zwakke emotieregulatie kan zich uiten in emotionele labiliteit of explosiviteit. Kinderen met problemen in dit domein hebben buitenproportionele emotionele reacties op ogenschijnlijk kleine gebeurtenissen. Zorgverleners, leerkrachten en onderzoekers kunnen rapporteren dat een kind gemakkelijk huilt of hysterisch lacht bij weinig provocatie, of dat een kind driftbuien heeft van een frequentie en ernst die niet bij de leeftijd horen. Hoewel een zwakke emotieregulatie niet tot de kernsymptomen behoort van autismespectrumstoornissen en ADHD, komt het bij die stoornissen frequent voor, ook bij afwezigheid van comorbide angst- of depressieve stoornissen, en is het een van de probleemdomeinen met een grote impact voor de directe omgeving. Metacognitie-index 72 Metacognitie-index De T-score op de Metacognitie-index ligt in het klinische gebied. De Metacognitie-index is samengesteld uit de schalen Werkgeheugen en Plannen en organiseren. De index geeft het vermogen van een kind weer om het oplossen van problemen te initiëren, plannen, organiseren en vol te houden. Belangrijk daarbij is dat het kind in staat is zijn taakgerichtheid en strategieën zelf aan te sturen en dat het daarbij in voldoende mate zijn werkgeheugen kan inzetten om cognitieve acties of gedrag in goede banen te leiden. De index hangt direct samen met het vermogen om actief problemen op te lossen en handelingen in verschillende contexten te kunnen implementeren. 76 Werkgeheugen 63 Plannen en organiseren Werkgeheugen De T-score op de Werkgeheugenschaal ligt in het klinische gebied. De items op deze schaal meten de capaciteit om informatie in het geheugen vast te houden, zodat een taak adequaat kan worden uitgevoerd of een functionele reactie kan worden gegeven. Het werkgeheugen is essentieel bij de uitvoering van taken die uit meerdere stappen bestaan of voor het omzetten van complexe instructies in een actieplan. Zorgverleners zien bij kinderen met een zwak werkgeheugen vaak problemen om zich dingen te herinneren (bijvoorbeeld aanwijzingen), zelfs al is het maar voor enkele seconden. Ze vergeten wat ze tijdens hun bezigheden aan het doen zijn of ze vergeten wat ze moesten doen nadat

BRIEF-P Profielformulier 9 / 10 PROFIELFORMULIER Vragenlijst executieve functies voor 2- tot 5-jarigen Ouderversie Nederlandse populatie, meisjes, 4-5 jaar, informanten: ouders - T-score (50+10z) Totaalscore 117 71 Totaalscore Inhibitie-zelfcontrole-index 48 67 Inhibitie-zelfcontrole-index 32 70 Inhibitie 16 57 Emotieregulatie Flexibiliteit-emotiecontrole-index 32 59 Flexibiliteit-emotiecontrole-index 16 59 Flexibiliteit 16 57 Emotieregulatie Metacognitie-index 53 72 Metacognitie-index 35 76 Werkgeheugen 18 63 Plannen en organiseren

BRIEF-P Schaalscores 10 / 10 SCHAALSCORES Vragenlijst executieve functies voor 2- tot 5-jarigen Ouderversie Nederlandse populatie, meisjes, 4-5 jaar, informanten: ouders - T-score (50+10z) Totaalscore Schaalscores Ruwe score Normscore Totaalscore 117 71 Inhibitie-zelfcontrole-index Inhibitie-zelfcontrole-index 48 67 Inhibitie 32 70 Emotieregulatie 16 57 Flexibiliteit-emotiecontrole-index Flexibiliteit-emotiecontrole-index 32 59 Flexibiliteit 16 59 Emotieregulatie 16 57 Metacognitie-index Metacognitie-index 53 72 Werkgeheugen 35 76 Plannen en organiseren 18 63 Validiteitsschalen Negativiteit Inconsistentie 7 Score is zeer verhoogd 8 Score is inconsistent