Anamnese en onderzoek van patiënten met aandoeningen van thorax en longen

Vergelijkbare documenten
HANDLEIDING THORAXONDERZOEK

Wie ben ik. Alain Dubois K.U. Leuven: basis opleiding Erasmus MC: vervolg opleiding tot longarts

Bijzondere aspecten van de bloeddrukmeting: pulsus paradoxus en pulsus alternans

Fysische Diagnostiek. De arts-patiënt relatie

Thorax 2. Studentenklapper Medisch Technisch Vaardigheidsonderwijs. !!! Deze les heeft een verplichte E-module!!!

Workshop Longauscultatie

Practicum Atriumfibrilleren

FYSISCH LICHAMELIJK ONDERZOEK

pneumonie herhalingscursus BKZ kinderverpleegkundigen 12 april 2018 dr. K.T. (Rien) Verbruggen

De beoordeling van de standaardfoto van de thorax. Dr. E. Geusens. E. Geusens UZ. Gasthuisberg - radiologie

De beoordeling van de standaardfoto van de thorax. Dr. E. Geusens. E. Geusens UZ. Gasthuisberg - radiologie

STAT: Lichamelijk onderzoek. Onderdelen: 1. Rug 2. Longen 3. Bloeddruk/pols 4. Zicht 5. Gehoor en evenwicht

Krans Anesthesie Beoordeling RX thorax Anesthesiologische aandachtspunten. Dr. G. De Winter Dr. E. Claes - Dr. G. Wellens

HOOFDSTUK 3: RÖNTGENBEOORDELING

Dyspnoe, een adembenemend symptoom. Drs. R. Hoekstra Longarts Klinische avond

Station Claudicatio. Meeus

Ik ben zo benauwd. Titia Klemmeier/Josien Bleeker

BART 9 MAANDEN. Huidig verhaal: 3 dagen: neusloop, wat hoesten dan plots erg kortademig, hoest++, kan flessen niet meer drinken

HET ADEMHALINGSSTELSEL

Differentieel diagnose. Pijn in de borst. Doelstellingen van de les. Diagnose van pijn op de borst. Alarmsymptomen. Behandeling

Echografie van de pleura en de longen

Longziekten en respiratoire revalidatie. Prof Dr W. Janssens

Tabellen bij de onderbouwing van Thema 5: Anamnese en lichamelijk onderzoek

Pijn op de borst Wel of niet van het hart?


Pijn op de borst Wel of niet van het hart?

Longvolumes en capaciteit

Samen in de lucht. Het kind met de piepende ademhaling. Guido Bothof, kinderarts i.o.

Hoesten. j.heynens

Les 15 Ademhaling 2. Ademhalingsstimulatie

Thema 4.2.1: Anatomie en fysiologie van de thorax, longen en het respiratoirsysteem

Verdiepingsmodule. Vaardigheid schouderonderzoek. Schoudersklachten: Vaardigheid schouderonderzoek. 1. Toelichting. 2. Doel, doelgroep en tijdsduur

COPD en longproblematiek. Angst voor inspanning Noodzaak voor inspanning

Beoordeling van dysfunctioneel ademen: verdeling van de adembeweging. Dr JJ van Dixhoorn Lezing ISARP, september 2003, Leuven

Voorwoord 1. Auteurs en leescommissie 3

Tussentoets Long (TT-2) Hart en Long 8WA03. Woensdag 3 april

ASTMA,COPD, ADEMHALING TREFWOORDEN:

Respiratie Functie en bouw van de luchtwegen. Een uitingsvorm van het gebruik van de hulpademhalingsspieren is neusvleugelen.

Opname en ontslag bij COPD

METEN VAN LONGVOLUMES. klinisch belang. Dr. C. Haenebalcke AZ St. Jan campus Brugge 21 april 2012

BENAUWDHEID BIJ KINDEREN

BENAUWDHEID BIJ KINDEREN

adviezen hernia-operatie COPD ZorgSaam

Luchtwegen: luchtpijp. luchtwegen spirometrie. Longblaasjes: Alveolen longvolumes diffusie

F. Thorax. Inhoudsopgave 01 F 02 F 03 F 04 F 05 F 06 F 07 F 08 F 09 F 10 F 11 F 12 F 13 F 14 F 15 F 16 F

X-thorax onderbelicht op IC. Mediastinum en Longen. Vraagstelling: X-thorax geeft patiënt betere zorg, want:

In deze brochure vindt u informatie over COPD, en over hoe u er best mee kunt omgaan.

Respiratie NExCOB scholing december 2015 Ton Haans Verpleegkundig specialist

Cardiologie. Pericarditis. Ontsteking van het hartzakje

Uitgangsvraag (consensus based, mei 2015) Welke diagnostiek is zinvol om te verrichten bij patiënten met dyspneu in de palliatieve fase?

Demo. De osteopathische encyclopedie. The International Academy of Osteopathy I.A.O. Geachte mevrouw, mijnheer,

fysiotherapie na een longoperatie

Het piepende kind. Nascholing huisartsen. 20 mei Annejet Plaisier. kinderarts

Hoe vaak kan het bronchiaal toilet uitgevoerd te worden?

RX THORAX: BASIC. Dr. Sarah Claerhoudt, DVM, PhD 21/2/2019

CHECKLIST TUTORSHIP INWENDIGE ZIEKTEN EN RAADPLEGING ALGEMENE INWENDIGE GENEESKUNDE

Kinderfysiotherapeutische (on)mogelijkheden bij zuigelingen met CF. L. van der Giessen, kinderfysiotherapeute

Nationaal nascholingscongres anesthesiologie

Respiratie 3. Functie en bouw van de luchtwegen

basisstof 1 gaswisseling bij dieren om te onthouden

gericht bouwen aan kennis

Dat lucht op; Fysiotherapeutische behandelmogelijkheden bij luchtwegproblemen en EMCB

TITELOVERZICHT BSL Academy Geneeskunde

Koffie Nog maar 1u 25 min.

Proefexamen Pathologie. Deelexamen 1. In dit proefexamen worden vragen gesteld over: Hoofdstuk 1 t/m 8

Hyperventilatie. Ziekenhuis Gelderse Vallei

Wat is COPD? 1 van

Kortademigheid bij zuigelingen en peuters, salbutamol of amoxycilline: wat maakt het verschil?

RX thorax: wat kan je allemaal

Oefeningen en adviezen bij COPD

Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen

Traumatische luchtweg reconstructie

Ademhalingsoefeningen bij een longaandoening. Afdeling fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis

Onderzoek van de mammae

Rekoefeningen voor de Gehandicapte schutter

Beeldvorming bij gemetastaseerd mamma- en longcarcinoom Sebastiaan Franken, Fellow mammaradiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis

Je kunt simpele uitleg geven over wat hartfalen is Je kunt benoemen welke concrete zorgtaken dit met zich meebrengt: - qua observaties - qua

De zieke patiënt Pijn op de borst, Beroerte, Ademhalingsproblemen

LONGGENEESKUNDE. Longontsteking BEHANDELING

Luchtgenoten. Wie zijn wij

Duiken en longziekten. Dr. S. Kloeppel Adembenemend februari 2015

Assess & Correct. Assessments 9/11/18. Deel II ASSESSMENTS. Ademhaling assessment. Mobiliteit assessment. Motorische assessment

Ellen Rijckmans & Sebastian Scherer Tutor: Jella De Ville

Morbide obesitas. BMI= body mass index kg / m 2 Normaal te zwaar > 30 obesitas > 40 morbide obesitas

Klaplong (Pneumothorax)

Deze richtlijn werd in 2010 geschreven op basis van de richtlijn 'Hoesten' van pallialine.nl door

Chiropractie Brunssum intake formulier nieuwe klant

Keelpijn? Droge hoest?

Dokter, is het mijn hart of zijn het mijn longen?

Palliatieve zorg bij COPD

Spanningshoofdpijn, Spierspanningshoofdpijn, Tension Headache, Cervicogene Cephalia

Staging van het Bronchuscarcinoom

Overzicht Airway Clearance Technieken. Dr Lianne van der Giessen

Klacht: acute buikpijn Wilt u uw shirt uit doen, uw broek mag u aanhouden alleen de gulp openen. Mag u gaan liggen.

Artrose in de schouder

Samenvatting Biologie Thema 3 Verbranding en ademhaling

Maligne pleura exsudaat

Gesloten vragen Functionele Anatomie II

MANUELE THERAPIE. Onderzoek Patiënt

Preventieve en correctieve mobiliserende gymnastiek bij chronische respiratoire aandoeningen

Transcriptie:

Anamnese en onderzoek van patiënten met aandoeningen van thorax en longen Prof Dr Guy JOOS en Dr Katrien HERTEGONNE Dienst Longziekten Vakgroep Inwendige Geneeskunde Gebaseerd op een tekst van J Kips en P Postmus, Leerboek Longziekten, Red. Hoogsteden, Dekhuijzen, Joos en Postmus, Elsevier/Bunge, 1999

Anamnese - algemeen - specifiek Klinisch onderzoek - algemeen - inspectie, palpatie, percussie, auscultatie

Anamnese - algemene oriënterende informatie Beroep - cfr asbestose, pneumoconiose, beroepsgebonden astma Hobby s - o.a. contact met scheikundige of dierlijke producten (bv duivenmelkerslong) Rookgewoonten - 1 packyear = het roken van 1 pakje sigaretten (20) per dag gedurende 1 jaar Familiale anamnese

European Lung White Book

Specifieke anamnese - pijn (1) Oppervlakkige pijn thv thoraxwand, toenemend bij bewegen, en bij lokale druk - vb. huid (bv herpes zoster), ribben (bv fractuur), spieren (bv spierscheur) Pleurale pijn, bij aantasting pleura parietalis. Scherpe, oppervlakkig gelocaliseerde pijn, toenemend bij diep inademen of hoesten (daardoor vaak oppervlakkig ademen = inhibitiedyspnoe). - vb. pleuritis, pneumothorax, pneumonie, longinfarct, subfrenisch abces

Specifieke anamnese - pijn (2) Pijn afkomstig van de mediastinale organen is meestal diep gelokaliseerde doffe pijn, doorgaans niet ademhalingsgebonden. - vb. myocardinfarct, pericarditis, longembolen, aneurysma dissecans, tracheitis, slokdarmspasmen

Specifieke anamnese - hoesten (1) Complex manoeuver, beschermt long tegen inademen van schadelijke stoffen en verwijdert overtollig bronchiaal secreet Reflex, met hoestreceptoren thv larynx, trachea en grote bronchi (maar ook thv uitwendige gehoorgang, neus en paranasale sinussen, pericard, diafragma, oesofagus, pleura en farynx) Productief of niet Acuut of chronisch

Acuut Specifieke anamnese - hoesten (2) - infectie, inademen van prikkelende dampen of aspireren vreemd voorwerp Chronisch - roken (ook passief!), astma, postnasale drip, linker hartdecompensatie, bronchuscarcinoom

Specifieke anamnese - sputum Normaal wordt dagelijks 100 ml secreet gevormd in de lagere luchtwegen Sputum meestal gevolg van een acute of chronische ontsteking van de luchtwegmucosa (ook van bovenste LW of van longparenchym) Aspect - mucoid vs. purulent - hemoptoe (dd. haematemesis) Hoeveelheid

Specifieke anamnese - dyspnoe Subjectieve gewaarwording van een bemoeilijkte ademhaling of tekort aan lucht. Meestal zal de patiënt zich niet kortademig voelen in rust, wel bij inspanning Kwantificatie: graad I-IV Orthopnoe: dyspnoe die toeneemt bij neerliggen en verbetert bij rechtzitten (li decompensatie) Nachtelijke dyspnoe: dyspnoe die vnl. s nachts optreedt (astma, li decompensatie)

Graad I: normaal Dyspnoe - classificatie (1) Graad II: de pt kan op vlakke weg meestappen met iemand van dezelfde leeftijd en geslacht, maar kan niet meer volgen bij beklimmen van een helling of bestijgen van een trap

Dyspnoe - classificatie (2) Graad III: de pt is niet meer in staat mee te stappen met de normale persoon op een vlakke weg. Hij moet wandelen op eigen tempo en zelfs regelmatig stoppen. Graad IV: de pt is niet meer in staat zelf een beperkt aantal stappen te doen, zonder dat hij kortademig wordt. Dyspnoe treedt op bij de geringste inspanning, zoals het wassen of het aankleden.

Dyspnoe - oorzaken Cardiale pathologie (li hartdecompensatie) Pulmonaire pathologie (obstructief en restrictief longlijden, pleurapathologie met inhibitiedyspnoe) Thoraxwandpathologie (verminderde expansiemogelijkheden van thoraxwand tgv neurologische of musculoskeletale afwijkingen) Anemie Psychoneurotische oorzaken

Anamnese - algemeen - specifiek Klinisch onderzoek - algemeen - inspectie, palpatie, percussie, auscultatie

Klinisch onderzoek - inleiding Onderzoekskamer: - temperatuur comfortabel, verlichting voldoende (bij voorkeur daglicht), afscherming tov omgevingslawaai Onderzoekstafel, bij voorkeur enkel met hoofdeinde tegen muur Bij onderzoek thorax dient bovenlichaam volledig ontbloot. De onderzoeker mag geen koude handen hebben Stethoscoop: - lengte 25 cm, dubbelslangsysteem geeft betere weergave dan enkelslangstethoscoop

Bell = evaluation low-pitched sounds Diaphragm = more receptive to high -pitched (lung sounds)

Klinisch onderzoek - theoretische en anatomische achtergronden (1) Eenvoudig terug te vinden oriëntatieplaatsen op de thoraxwand: - angulus Ludovici - dorsaal: C7 - horizontale lijn door angulus inferior van scapulae (lijn loopt op niveau Th 8) Oriëntatielijnen - ventraal: midsternale of mediane lijn, medioclaviculaire lijn, voorste axilaire lijn - dorsaal: spinale lijn, paravertebrale lijn, scapulaire lijn (ventraal vanaf angulus inferior scapulae)

Klinisch onderzoek - theoretische en anatomische achtergronden (2) Projectie van longen op thorax: apex 2 4 cm boven het binnenste 1/3 van clavicula onderrand kruist 6 e rib midclaviculair en 8 e rib midaxillair dorsaal ligt onderrand van long meestal rond de processus spinosus van wervel Th10 (rechts meestal 1-2 cm hoger dan links) longkwabben gescheiden door schuine fissuren: bij lokaliseren van afwijkingen enkel boven-, midden-, en onderveld te onderscheiden

Projectie van longen op thorax: 1. Apex 2 tot 4 cm boven mediane 1/3 clavicula 2. De onderrand kruist de 6 e rib midclaviculair en de 8 e midaxillair

Projectie van longen op thorax: 3. De onderrand ligt rond de proc spinosus van Th10 4. De onderrand kan afzakken tot Th12 na diepe inademing

Klinisch onderzoek - algemeen Ga systematisch te werk Inspectie / palpatie / percussie / auscultatie Volg vast patroon dat thorax volledig bestrijkt (bv van apex naar longbasis) Vergelijk steeds Li en Re Onderzoek van dorsaal gedeelte thorax best bij zittende patiënt. Patiënt kruist armen, met handen op contralaterale schouders Onderzoek van voorzijde thorax gaat best bij een zittende of liggende patiënt

Klinisch onderzoek - inspectie en palpatie (1) Kleur van de patiënt: cyanose? Cyanose is een blauwachtige verkleuring van de huid, door een toegenomen hoeveelheid gereduceerd hemoglobine (> 5g/100 ml bloed). Let vnl op lippen en oorlellen. Vorm van vingernagels: clubbing? Aanwezigheid van trommelstokvingers en horlogeglasnagels

Klinisch onderzoek - inspectie en palpatie (2) Observeer frequentie, ritme en gemak van ademen - normale AH frequentie: 14-20/min - uitademing normaal iets langer dan inademing (verhouding 6/5) - kortademigheid registreren: kortademig na het uitkleden of reeds bij het praten? Maakt patiënt gebruik van de hulpademhalingsspieren (m scalenus, pectoralis, sternocleidomastoideus)?

Klinisch onderzoek - inspectie en palpatie (3) Vorm en symmetrie van de thorax - toegenomen voorachterwaartse diameter met horizontale stand van ribben is typisch voor hyperinflatie bij chronisch obstructief bronchiaallijden - verminderde adembewegingen aan één zijde suggereren meestal pathologie langs die kant Structurele afwijkingen: - kyfoscoliose / pectus carinatum / pectus excavatum

Door het meten van de thoraxomvang bij in- en expiratie wordt informatie gekregen over de mate waarin thoraxexcursies belangrijk zijn

De beoordeling van adembewegingen kan goed gedaan worden wanneer de patiënt op de onderzoeksbank ligt en de onderzoeker aan het voetuiteinde staat

Klinisch onderzoek - inspectie en palpatie (4) Let op de aanwezigheid van oppervlakkige venentekening op de ventrale thoraxwand, al dan niet in combinatie met opzetting van de venae jugularis, armvenen en oedeem van de hals, gelaat of schouders. dit pleit voor een vena-cava-superior syndroom

Klinisch onderzoek - inspectie en palpatie (5) Met behulp van palpatie: wordt gezocht naar drukpijnlijke punten evalueert men eerder opgemerkte abnormaliteiten evalueert men thoraxexcursies tijdens het ademen (evt met lintmeter) onderzoekt men lymfeklierstations van oksel, hals, en fossa supraclavicularis gaat men de stemfremitus na

Door middel van palpatie kan worden gezocht naar drukpijnlijke punten

De thoraxecxursies kunnen goed gemeten worden door achter de patiënt te gaan staan en de handen in de flanken te leggen

Onderzoek van de lymfeklierstations in de oksel

Klinisch onderzoek - inspectie en palpatie (6) Stemfremitus: Het stemgeluid van de patiënt wordt als een palpabele vibratie doorgeleid door het bronchopulmonale systeem heen naar de thoraxwand. Deze vibratie wordt doorgaans gepalpeerd met de ulnaire zijde van de hand, terwijl men de patiënt met een diepe stem 99 laat zeggen NB: vrij ongevoelige techniek, enkel het ontbreken ervan aan één zijde is duidelijk te constateren.

Bepaling van de stemfremitus door middel van de vlakke hand op symmetische plaatsen van de thorax

Klinisch onderzoek - percussie (1) = het bekloppen van de thorax waardoor het onderliggend weefsel gaat trillen, zodat geluid en vibraties worden opgewekt De ontstane tonen zeggen iets over het weefsel tot op ongeveer 5 tot 7 cm diepte Percussie gebeurt door het bekloppen van het gestrekte distale of middenste interfalyngeale gewricht van de linker middenvinger (die stevig op de thorax gedrukt wordt) met de tip van de rechtervinger, en dit door een soepele beweging vanuit de rechterpols

Percussie van de thorax door met de middelvinger van de rechterhand te kloppen op de distale phalanx van de middelvinger (plessimetervinger) van de linkerhand, die vast tegen het lichaam van de patiënt rust

De clavicula wordt zonder plessimetervinger gepercuteerd

Klinisch onderzoek - percussie (2) Percussietoon kan normaal (sonoor), mat (gedempt) of hypersonoor of tympanisch zijn Mat: over orgaan dat geen lucht bevat - bv overgang long-lever, boven hart Matte toon elders = long bevat minder lucht (zoals bij pneumonie, atelectase) of long wordt door vast weefsel van de binnenzijde van de thorax verwijderd (zoals door pleuravocht, pleuraverdikking) Hypersonoor: onderliggende organen bevatten meer lucht dan normaal (zoals bij pneumothorax; bilaterale hypersonoriteit is meestal aan emfyseem te wijten)

Klinisch onderzoek - percussie (3) Vaststellen grenzen tussen organen (zgn begrenzende percussie) - bv. ondergrens long bepalen en de beweeglijkheid ervan voor en na maximaal diepe inademing (no 4 6 cm)

Verschuiving van de longgrens bij diepe inspiratie

Klinisch onderzoek - auscultatie = het beluisteren van het door turbulentie in de trachea en bronchi ontstane geluid, voortgeleid via het tussenliggende weefsel naar de borstwand Auscultatie omvat: Luisteren naar ademgeruis Detecteren van bijgeruisen (adventitia) Bij vermoeden van abnormaliteiten: luisteren naar de door de thorax voortgeleide stemgeluiden van de patiënt (bronchofonie)

Klinisch onderzoek - normale auscultatoire geluiden (1) normaal of vesiculair ademgeruis - dit wordt bij gezonde mensen over alle longvelden gehoord. - is een zacht geruis tijdens inademing, en nog zachter tijdens uitademing - de verhouding hoorbare inademing over uitademing is 3/1

Klinisch onderzoek - normale auscultatoire geluiden (2) bronchiaal ademgeruis: - de intensiteit van dit geruis is luider en scherper - het geruis is hoorbaar tijdens de volledige inademing en uitademing (verhouding 5/6) - onder normale omstandigheden enkel te horen boven de trachea en de grote bronchi: ventraal: driehoek met basis naar de hals en punt langsheen rechter sternumwand, ± 3 e intercostaalruimte dorsaal: tussen de schouderbladen

Diagrams of normal breath sounds Tracheal IN EX Bronchovesicular Vesicular Thickness of line = intensity of the sound Angle between upstroke and horizontal line = pitch

Vesicular breath sound

Klinisch onderzoek - pathologische ademgeruisen Afwijkingen van de intensiteit, duur of lokalisatie van de normale ademgeruisen kunnen wijzen op onderliggende pathologie: - verscherpt (versterkt) expirium - verscherpt of afwezig ademgeruis - verlengd expirium - verlengd inspirium - bronchiaal ademgeruis is pathologisch indien het buiten gebied van trachea en hoofdbronchi wordt gehoord

Klinisch onderzoek - bijgeruisen (adventitia) Discontinue geruisen (crepitaties, crackles) Continue geruisen (rhonchi, wheezes) Het pleurawrijfgeruis

Klinisch onderzoek - bijgeruisen (adventitia) Discontinue geruisen: crepitaties, crackles (1) - intermitterende, explosieve, kortdurende geluiden - kan nagebootst worden door aan het oor een plukje haar tussen de vingers te wrijven - worden inspiratoir waargenomen - ontstaan doordat aantal alveoli en kleine luchtwegen tijdens inspirium plots opengaan - fijne eindsinspiratoire crepitaties kunnen bij oudere, obese of bedlegerige mensen nog normaal zijn

Klinisch onderzoek - bijgeruisen (adventitia) Discontinue geruisen: crepitaties, crackles (2) - fijne eindinspiratoire crepitaties bij beginnende linksdecompensatie of pneumonie - grovere crackles die zich uitbreiden over de gehele inademing kunnen wijzen op longfibrose - grove in- en expiratoire crackles ( Velcro ronchi ) worden gehoord bij bronchiëctasieën

Klinisch onderzoek - bijgeruisen (adventitia) Rhonchi - continue geruisen - piepende rhonchi of wheezing = droge rhonchi met hoge frequentie, wijzend op luchtwegvernauwing - diffuse wheezes wijzen op diffuse luchtwegvernauwing (bv astma), terwijl gelokaliseerde wheezing aan een gelokaliseerde vernauwing doet denken (bv tumor) - droge rhonchi met lage frequentie worden soms brommende rhonchi genoemd. Kan gevolg zijn van secreet in de luchtwegen; laat de patiënt krachtig hoesten.

Klinisch onderzoek - bijgeruisen (adventitia) Pleurawrijven - laagfrequente geluiden die in- en expiratoir hoorbaar zijn - cfr over elkaar wrijven van 2 stukken leer of wandelen in verse sneeuw - berust op het over elkaar wrijven van pleurabladen met een pathologisch onregelmatig oppervlak (bv fibrinebeslag)

Klinisch onderzoek - voortgeleide stemgeluiden: bronchofonie (1) Geluiden gegenereerd zoals stemfremitus, bij bronchofonie wordt geausculteerd in plaats van gepalpeerd, terwijl de patiënt 33 zegt ( auscultatie van de stem ) Normaal wordt dan met de stethoscoop een onverstaanbaar gebrom gehoord. Verminderde bronchofonie wijst op de afwezigheid van luchthoudend longweefsel onder de stethoscoop, of een grotere afstand tussen long en stethoscoop.

Klinisch onderzoek - voortgeleide stemgeluiden: bronchofonie (2) Versterkte bronchofonie kan optreden boven een gebied dat minder lucht bevat, maar wel nog open luchtwegen heeft (bv pneumonie). Bij extreme vormen, worden de woorden zelfs verstaanbaar, ook indien gefluisterd ( pectoriloquy ) (laten fluisteren, bv 66 )

Een correct en volledig klinisch onderzoek van de thorax vormt de basis voor de adequate diagnostiek van tal van longaandoeningen

TABEL : Fysische bevindingen bij enkele frequente longaandoeningen AANDOENING INSPECTIE PERCUSSIE AUSCULTATIE BRONCHOFONIE * Pneumothorax (Licht)verminderde hypersonoor verminderd ademgeruis verminderd beweeglijkheid van aangetaste helft * Pleuravocht idem gedempt verminderd verminderd * Pneumonie Lichte tot ernstige (licht) gedempt crepitaties en bronchiaal versterkt dyspnoe ademgeruis, evt ronchi * Astma aanval Lichte tot zeer geen afwijkingen verlengd expirium geen afwijkingen ernstige dyspnoe wheezing Secundair AH-spieren * Emfyseem Tonvormige thorax hypersonoor ademgeruis niet specifiek laagstaande longgrenzn verlengd expirium beweeglijkheid soms brommende ronchi soms piepende ronchi