Inhoudsopgave Voorwoord....................................................... IX Hoofdstuk 1 - Hoe gebruikt u dit boek? 1.1. Waar gaat dit boek precies over?............................... 3 1.1.1. Waarom is werkkapitaal zo belangrijk voor u?............. 3 1.2. Wat is werkkapitaal?......................................... 4 1.2.1. De populaire uitleg.................................. 4 1.2.2. De correcte uitleg................................... 4 1.2.3. Werkkapitaal verschilt per branche... 4 1.2.4. Uw dagelijkse beslissingen bepalen uw werkkapitaal.... 5 1.3. Het belang voor uw onderneming............................... 5 1.3.1. Onderzoek toont het belang voor het MKB aan............ 5 1.3.2. Waarom u het werkkapitaal goed moet beheersen.... 6 1.4. Dit boek helpt u om in enkele stappen meer grip te krijgen op uw werkkapitaal... 6 1.4.1. De gebruikte voorbeelden in dit boek.................... 7 1.4.2. Per hoofdstuk een stap verder......................... 8 Hoofdstuk 2 - Vijf praktijkgevallen die tot de verbeelding spreken 2.1. Vijf praktijkgevallen nader bekeken............................. 13 2.1.1. Een bestelbusje kopen of huren?...................... 13 2.1.2. Krediet aanvragen voor voorraadfinanciering?............ 14 2.1.3. Welke betalingsafspraken maken we voor een groot project?.. 15 2.1.4. Moeten we een grote bestelling voor de nieuwe collectie plaatsen?... 16 2.1.5. Ook meer werkkapitaal nodig bij een investering?......... 17 2.2. Wat kunnen we van deze praktijk gevallen leren?.................. 17 2.2.1. Beslissingen hebben gevolgen voor werkkapitaal... 17 2.2.2. Kosten zijn iets anders dan uitgaven... 17 2.2.3. Ken uw uitgangssituatie en kijk in de toekomst... 18 2.2.4. Bereken (of schat) de rentegevolgen van een beslissing.... 18 2.3. Drie alarmsignalen om in te grijpen... 18 2.3.1. Bestaat er een goed gemiddeld werkkapitaal?... 18 2.3.2. De boekhouding kan u niet altijd helpen... 18 2.3.3. Welke signalen geven aan dat het niet goed gaat?... 19 2.3.4. Er bestaat nog een extra alarmsignaal!.................. 19 2.4. Hoe nu verder?............................................ 19 I
Hoofdstuk 3 - Waaruit bestaat uw werkkapitaal? 3.1. Werkkapitaal bestaat uit uw vlottende activa minus vlottende passiva.. 23 3.1.1. Over activa..................................... 23 3.1.2. Over passiva................................... 23 3.1.3. Alles wat nog in geld omgezet moet worden... 23 3.2. Vlottende activa moeten nog in geld omgezet worden.............. 24 3.2.1. Voorraden grondstoffen... 24 3.2.2. Voorraden eindproduct.............................. 24 3.2.3. Vooruitbetalingen... 24 3.2.4. Onderhanden werk................................. 25 3.2.5. Debiteuren/vorderingen... 25 3.2.6. Kasgeld... 25 3.2.7. Banktegoed... 25 3.3. Vlottende passiva moet u nog betalen... 26 3.3.1. Crediteuren/schulden............................... 26 3.3.2. Vooruitontvangsten................................. 26 3.3.3. Te betalen belastingen.............................. 26 3.3.4. Rekening-courantkrediet bank........................ 26 Hoofdstuk 4 - Hoe is de situatie in uw bedrijf? 4.1. Hoe krijgt u de situatie in beeld?............................... 31 4.2. Wat is de aanleiding voor deze analyse?......................... 31 4.3. Hoe beïnvloeden uw bedrijfsprocessen uw werkkapitaal?........... 31 4.4. Hoe beheerst u uw werkkapitaal?.............................. 35 4.5. Hoe hoog is het werkkapitaal?... 36 4.6. Waar zitten de problemen (of uitdagingen)?...................... 36 Hoofdstuk 5 - Met kengetallen houdt u overzicht 5.1. Waarom eigenlijk kengetallen?................................ 41 5.1.1. U kiest uw eigen kengetallen.......................... 41 5.1.2. Een tegenvallend kengetal is pas het begin.............. 41 5.2. Kengetallen voor het hele werkkapitaal... 41 5.2.1. Kengetal current ratio... 41 5.2.2. Kengetal quick ratio................................ 42 5.2.3. Kengetal nettowerkkapitaal.......................... 42 5.2.4. Let op: bij deze kengetallen horen enkele maren... 42 5.2.5. Voorbeeld kengetallen totale werkkapitaal............... 43 5.3. Kengetallen voor werkkapitaalposten........................... 44 5.3.1. Debiteuren... 44 5.3.2. Onderhanden werk................................. 45 5.3.3. Kasgeld... 45 5.3.4. Banktegoed... 45 5.3.5. Vooruitbetalingen... 45 5.3.6. Voorraden grondstoffen en tussenvoorraden............. 45 II
5.3.7. Voorraden eindproducten............................ 46 5.3.8. Crediteuren... 47 5.3.9. Vooruitontvangsten................................. 47 5.3.10. Rekening-courantkrediet bank........................ 47 5.4. Inzicht in werkkapitaalposten... 48 5.4.1. Inzicht in debiteuren................................ 48 5.4.2. Inzicht in voorraden... 48 5.5. Zet de kengetallen op een rijtje................................ 49 Hoofdstuk 6 - Praktische oplossingen voor meer grip op het werkkapitaal 6.1. Meer grip op uw vlottende activa... 53 6.1.1. Voorraden laag houden is niet makkelijk... 53 6.1.2. Kies flexibele leveranciers... 53 6.1.3. Probeer de vraag goed te voorspellen.................. 54 6.1.4. Beheers de voorraden... 56 6.1.5. Vooruitbetalingen... 57 6.1.6. Onderhanden werk................................. 57 6.1.7. Actief debiteurenbeheer............................. 58 6.1.8. Verminder contante betalingen... 59 6.1.9. Beheer uw banktegoed(en)... 59 6.2. Meer grip op uw vlottende passiva............................. 60 6.2.1. Ga slim om met crediteuren.......................... 60 6.2.2. Vooruitontvangsten als gratis financiering... 60 6.2.3. Het betalen van belastingen uitstellen................... 61 6.2.4. Onderhandel over uw rekening-courantkrediet bank........ 62 Hoofdstuk 7 - Werkkapitaal verlagen door uw bedrijf anders te organiseren 7.1. Anders organiseren helpt... 67 7.2. Kosten werkkapitaal in rekening brengen........................ 67 7.2.1. Kosten werkkapitaal doorberekenen aan klanten... 67 7.2.2. Liever korting vragen aan leveranciers.................. 68 7.2.3. Kosten werkkapitaal intern doorberekenen aan de betreffende afdeling.............................. 68 7.3. Uw financiering veranderen... 69 7.3.1. Verhoog uw eigen vermogen.......................... 69 7.3.2. Zet kort vreemd vermogen om in lang vreemd vermogen... 69 7.4. Maak laag werkkapitaal tot een bedrijfsdoelstelling... 70 7.5. Alle voorraden op één plaats concentreren... 70 7.6. Een slanke organisatie door te schrappen en uit te besteden... 71 7.7. Alleen op order produceren en bestellen... 72 III
Hoofdstuk 8 - Uw persoonlijke inkomsten en uitgaven plannen 8.1. Wat zijn de verbanden tussen privé en zakelijk?... 75 8.1.1. Toekomstige uitgaven en inkomsten voorspellen.......... 75 8.1.2. Het verband tussen zakelijk en privé... 75 8.1.3. Heeft u een eenmanszaak?.......................... 75 8.1.4. Bent u partner in een Vof?... 75 8.1.5. Bent u maat in een maatschap?... 76 8.1.6. Heeft u een BV?................................... 76 8.2. Uw persoonlijke begroting maken.............................. 77 8.2.1. Wat is de invloed van privé-uitgaven op de liquiditeitsplanning van uw bedrijf?... 77 8.2.2. Een of twee persoonlijke begrotingen maken?... 77 8.2.3. U kunt drie groepen privé-uitgaven onderscheiden... 77 8.2.4. Voorbeeldschema voor uw privé-uitgaven... 77 8.2.5. Hanteer dit schema voor uw privé-inkomsten... 79 8.2.6. Zet dan uw privé-uitgaven en privé-inkomsten tegenover elkaar................................... 79 8.3. Sparen of lenen?... 79 8.3.1. Sparen... 80 8.3.2. Lenen........................................... 80 Hoofdstuk 9 - De speciale positie van de DGA 9.1. Veel interne geldstromen mogelijk... 85 9.1.1. Uw bank kijkt over de juridische opdeling heen........... 86 9.1.2. Compenseer de nadelen van juridische opdeling... 86 9.1.3. Interne betalingen zijn gunstig........................ 86 9.1.4. Interne verrekening is alternatief... 86 9.2. Zo zien de geldstromen eruit... 87 9.2.1. Bedrijfspand in privé-eigendom of in aparte BV........... 87 9.2.2. Zakelijk gebruik van privéauto of andersom.............. 87 9.2.3. Financieringsstromen naar of vanuit het bedrijf........... 87 9.2.4. Pensioen in aparte pensioen-bv... 87 9.2.5. Dividenduitkering uit BV aan privé..................... 88 9.2.6. Salarisbetaling aan privé... 88 9.2.7. Rechten op handelsnaam, auteursrechten, octrooi, e.d. in aparte BV................................... 88 9.2.8. Deelnemingen in dochter-bv s........................ 88 IV
Hoofdstuk 10 - Zakelijke inkomsten en uitgaven plannen met een liquiditeitsbegroting 10.1. Waar is een liquiditeitsbegroting goed voor?... 91 10.1.1. Naar voren kijken.................................. 91 10.1.2. De liquiditeitsbegroting.............................. 91 10.2. Over kosten en uitgaven gesproken.......................... 91 10.3. Zo maakt u een goede start bij het opstellen... 92 10.3.1. Splits de schattingen in grote posten................... 92 10.3.2. Een addertje onder het gras.......................... 92 10.3.3. Waarop baseert u uw toekomstverwachtingen?... 93 10.4. Hanteer dit stappenplan om het praktisch te houden............... 93 10.4.1. Stap 1. Herken seizoenspatronen in de omzet en bepaal uw strategische beslissingen... 93 10.4.2. Stap 2. Maak een omzetprognose...................... 94 10.4.3. Stap 3. Schat de variabele uitgaven.................... 94 10.4.4. Stap 4. Vaste uitgaven en managementafhankelijke uitgaven schatten.................................. 95 10.4.5. Stap 5. Inkomsten en uitgaven die samenhangen met investeren en financieren... 95 10.4.6. Stap 6. Het totaalbeeld bekijken....................... 95 10.4.7. Stap 7. Trek conclusies en stuur bij... 95 10.5. Met de antwoorden op de volgende vragen verzamelt u de gegevens.. 96 10.5.1. Algemene vragen.................................. 96 10.5.2. Over ontvangsten.................................. 96 10.5.3. Over uitgaven..................................... 96 Hoofdstuk 11 - Betalingsverkeer: zo kunt u sneller ontvangen en later betalen 11.1. Algemene adviezen... 101 11.1.1. Wikkel uw betalingsverkeer via één bankrekening af...... 101 11.1.2. Bied uw klanten zo vroeg mogelijk een betaalmogelijkheid.. 101 11.1.3. Zo weinig mogelijk tijd tussen betaling en bijschrijving... 101 11.1.4. Agendeer uitgaande betalingen...................... 102 11.2. Optimaal inzetten van betaalmiddelen... 102 11.2.1. Kiezen uit de verschillende betaalmiddelen............. 102 11.2.2. Acceptgiro of internetbankieren...................... 102 11.2.3. Automatische incasso... 103 11.2.4. Gespreide betaling................................ 103 11.2.5. Online afrekenen... 103 11.2.6. Internationale klanten.............................. 103 11.3. Zelf snel betalen of beter wachten?... 103 11.3.1. Welke factoren spelen een rol?... 104 11.3.2. Over kredietbeperking en betalingskorting.............. 104 11.3.3. Gespreide betaling (de afbetaling in termijnen).......... 104 11.3.4. De uitgestelde betaling............................. 105 11.3.5. Een belangrijke conclusie... 105 V
Hoofdstuk 12 - Zo laat mogelijk belastingen betalen 12.1. Belastingen blijken forse geldstromen... 109 12.1.1. U kunt belasting betalen op twee manieren naar achteren schuiven........................................ 109 12.1.2. De rentewinst die u kunt behalen..................... 109 12.2. De btw later betalen....................................... 110 12.2.1. Kwartaalaangifte btw in plaats van maandaangifte... 110 12.2.2. De voordelen van kwartaalaangifte btw................ 110 12.2.3. Switchen tussen maand- en kwartaalaangifte en weer terug. 110 12.2.4. Btw-aangifte één keer per jaar?...................... 110 12.2.5. Hoe moet u uw btw-aangiftetijdvak wijzigen?............ 111 12.3. Gespreide (maandelijkse) betaling van voorlopige aanslagen (IB/VpB, Zkvz)............................................ 111 12.3.1. Profiteren van betalingskorting....................... 111 12.4. Bezwaar maken tegen te hoge voorlopige aanslagen (IB/VpB, Zkvz).. 111 12.4.1. Hoezo voorlopige aanslag?........................ 112 12.4.2. Sparen bij fiscus niet meer interessant?... 112 12.4.3. Hoe wijzigt u de voorlopige aanslag?.................. 113 12.5. Uitstel van aangifte als bijbetaald moet worden (IB/ VpB, Zkvz)...... 113 12.5.1. Waarom uitstel aanvragen?... 113 12.5.2. De rol van de adviseur bij uitstel aanvragen... 113 12.6. Uitstel van betaling vragen bij aantoonbare betalingsproblemen..... 114 12.6.1. Ook met de Belastingdienst valt gelukkig te praten....... 114 12.6.2. Wat zijn de belangrijkste voorwaarden?................ 115 12.6.3. Er komt wel heel wat bij kijken... 115 12.6.4. Nadat u uitstel heeft aangevraagd.................... 115 12.7. Verschuiven van belastbare winst of inkomen naar de toekomst door willekeurige (versnelde) afschrijvingen..................... 116 12.7.1. Opletten in de inkomstenbelasting!... 116 12.7.2. Zoals gebruikelijk is ook deze regel aan voorwaarden gebonden... 117 12.7.3. Uitzonderingen op de regel... 117 12.8. Verschuiven van belastbare winst of inkomen naar de toekomst middels fiscale oudedagsreserve (IB) en pensioen in eigen beheer (BV)......................................... 117 12.8.1. Over de fiscale oudedagsreserve..................... 117 12.8.2. Over de pensioen-bv.............................. 118 12.9. Niet fiscaal afrekenen op de boekwinst van verkochte activa (IB en VpB).............................................. 118 12.9.1. Voorkom belastingbetaling door te herinvesteren... 118 12.9.2. Het hoeft niet meteen; u mag een reservering maken..... 119 12.9.3. Op sommige bedrijfsmiddelen kunt u niet afschrijven... 119 12.9.4. Waar moet u op letten?... 119 12.10. Voorziening vormen voor toekomstig onderhoud (IB en VpB)... 120 12.10.1. Hoe werkt dit?... 120 12.10.2. Zo regelt u het goed............................... 120 VI
Hoofdstuk 13 - Communiceren en onderhandelen met uw bank; wat moet u weten? 13.1. Uw bank en u: een langdurige haat- liefdeverhouding.............. 125 13.2. Drie goede redenen om de bank te mijden...................... 125 13.2.1. Reden 1: de kosten... 126 13.2.2. Reden 2: de kredietlimiet... 126 13.2.3. Reden 3: krediet krijgen is niet makkelijk en bewerkelijk... 126 13.2.4. De risico s op een rijtje............................. 126 13.3. Hoe reageren op negatieve signalen van de bank?................ 127 13.3.1. U krijgt een rating toegekend........................ 127 13.3.2. Hoe kunt u de uitkomst van een rating beïnvloeden?... 127 13.3.3. De bank slaat alarm, hoe reageert u?... 128 13.4. Welke zekerheden kunt u de bank bieden?... 128 13.5. De belangrijkste cijfers... 129 13.5.1. Solvabiliteit en aansprakelijk vermogen................ 130 13.5.2. Current ratio en nettowerkkapitaal.................... 130 13.5.3. Liquiditeitsprognose en aflossingscapaciteit... 130 13.6. Hoe bereidt u uw kredietaanvraag of verhogingsaanvraag voor?..... 131 13.6.1. Verzamel met deze checklist alle gegevens............. 131 13.6.2. Oefen het kredietgesprek........................... 132 13.7. Vast en/of flexibel krediet?... 132 13.7.1. Voorkom dat u voor iedere (tijdelijke) geldbehoefte naar de bank moet................................ 132 13.7.2. Houd rekening met (komende) bankgaranties........... 132 13.8. Onderhandelen met uw bank... 133 13.8.1. Schep een goede uitgangspositie... 133 13.8.2. Weet hoe het zit.................................. 133 13.8.3. Zorg ervoor dat de liquiditeitstoeslag tijdelijk is... 134 13.8.4. Probeer het Euribor-rentetarief te krijgen............... 134 13.8.5. Betalingsverkeer tegen zo laag mogelijke kosten... 134 Hoofdstuk 14 - Een actieplan opstellen 14.1. Wat doe ik het eerst?... 137 14.2. Welke norm voor de hoogte van het nettowerkkapitaal kies ik?...... 137 14.3. Wat is het bedrag waarmee ik mijn werkkapitaal wil optimaliseren?... 138 14.4. Welke bedrijfsprocessen wil ik verbeteren?... 138 14.5. Hoe houd ik grip op een laag nettowerkkapitaal?................. 138 VII