9.1 Centrummaten en verdelingen[1]

Vergelijkbare documenten
9.1 Gemiddelde, modus en mediaan [1]

5.0 Voorkennis. Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram:

5.0 Voorkennis. Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram:

2.0 Voorkennis (64 36) Haakjes (Stap 1) Volgorde bij berekeningen:

Havo A deel 1 H2 Statistiek - Samenvatting

1.0 Voorkennis. Getallenverzameling = Verzameling van getallen met een bepaalde eigenschap

8.1 Centrum- en spreidingsmaten [1]

STATISTIEK. Een korte samenvatting over: Termen Tabellen Diagrammen

Y = ax + b, hiervan is a de richtingscoëfficiënt (1 naar rechts en a omhoog), en b is het snijpunt met de y-as (0,b)

Kerstvakantiecursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven HAVO kan niet korter

Paragraaf 5.1 : Frequentieverdelingen

S1 STATISTIEK. Tabellen & diagrammen Centrummaten & Spreiding

Overzicht statistiek 5N4p

Samenvatting Wiskunde Samenvatting en stappenplan van hfst. 7 en 8

Statistiek: Herhaling en aanvulling

HAVO 4 wiskunde A. Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen....

4.0 Voorkennis. Bereken het aantal manieren om de functies te verdelen:

META-kaart domein - Exponentieel verband havo4 wiskunde A H=bxg^t

Factor = het getal waarmee je de oude hoeveelheid moet vermenigvuldigen om een nieuwe hoeveelheid te krijgen.

2 Data en datasets verwerken

extra sommen Statistiek en Kans

Gemiddelde: Het gemiddelde van een rij getallen is de som van al die getallen gedeeld door het aantal getallen.

extra sommen Statistiek en Kans

Statistiek. Beschrijvend statistiek

2. In de klassen 2A en 2B is een proefwerk gemaakt. Je ziet de resultaten in de frequentietabel. 2A 2B

HAVO 4 wiskunde A. Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen. checklist SE1 wiskunde A.pdf

Bovenstaand schema kan je helpen bij het bepalen van het soort telprobleem en de berekening van het aantal mogelijkheden 2.

wiskundeleraar.nl

Inleiding Applicatie Software - Statgraphics

Inleiding Applicatie Software - Statgraphics. Beschrijvende Statistiek

Checklist Wiskunde A HAVO HML

18.1 Intro. ANTWOORDENBOEK Cijfers in orde 1. b 1366 c d 81 e 111 f g 20 miljoen h i 51,3 j 225

4 HAVO wiskunde A HOOFDSTUK voorkennis 1. soorten verdelingen 2. de normale verdeling 3. betrouwbaarheidsintervallen 4. groepen en kenmerken

Frans van Galen Dolly van Eerde Panamaconferentie Statistiek voor beginners

Samenvatting Tentamenstof. Statistiek 1 - Vakgedeelte

2.3 Frequentieverdelingen typeren

Les 1 Kwaliteitsbeheersing. Les 2 Kwaliteitsgegevens. Les 3 Introductie Statistiek. Les 4 Normale verdeling. Kwaliteit

Kwantitatieve methoden. Samenvatting met verwijzing naar Excel functies

Programma : 1. Presentatie 2. H 5.1 Statistiek zelf gegevens verzamelen en ermee werken 3. Vragen over H4, formules

Oplossingen hoofdstuk 8

Statistiek: Vorm van de verdeling 1/4/2014. dr. Brenda Casteleyn

Statistiek I Samenvatting. Prof. dr. Carette

STATISTIEK OEFENOPGAVEN

Empirische kansen = op ervaring gegrond; bereken je door relatieve frequenties te gebruiken. Wet van de grote aantallen.

Voorbeeld 1: kansverdeling discrete stochast discrete kansverdeling

Pieperproef. Praktische opdracht voor wiskunde Klas 2 Havo. 2H_Pieperonderzoek LEERLINGEN JvdB en HB.versie van 8

DEEL II DOEN! - Praktische opdracht statistiek WA- 4HAVO

Toets combinatoriek en kansrekening

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen:

Onderzoeksmethodiek LE: 2

Statistiek: Stam-bladdiagram en boxplot 6/12/2013. dr. Brenda Casteleyn

Oplossingen toetsmodule hoofdstuk 11: Diagrammen en grafieken

Stoeien met Statistiek

Hieronder zie je hoe dat gaat. Opgave 3. Tel het aantal routes in de volgende onvolledige roosters van linksboven naar rechtsonder.

2.1.4 Oefenen. d. Je ziet hier twee weegschalen. Wat is het verschil tussen beide als het gaat om het aflezen van een gewicht?

OEFENPROEFWERK HAVO A DEEL 2

Steelbladdiagram In een steelbladdiagram staan alle leerlingen genoemd. Je kunt precies zien waar Wouter staat.

4.1 Procenten [1] In het linkerplaatje zijn 26 van de 100 vierkantjes rood gekleurd. 26 procent (26%) is nu rood. 26% betekent 26 van de 100.

Inhoud. Inleiding 15. Deel I Beschrijvende statistiek 17

2 Data en datasets verwerken

Samenvattingen 5HAVO Wiskunde A.

Hoofdstuk 8: De normale verdeling. 8.1 Centrum- en spreidingsmaten. Opgave 1:

Docentenhandleiding havo deel 3 CB. Docentenhandleiding Netwerk 3e editie. deel 3B havo

4.1 Cijfermateriaal. In dit getal komen zes nullen voor. Om deze reden geldt: = 10 6

2.1 Bewerkingen [1] Video Geschiedenis van het rekenen ( 15 x 3 = 45

uitwerkingen voorbeeldexamenopgaven statistiek wiskunde A havo

Antwoorden Hoofdstuk 1 Verschillen

TIP 10: ANALYSE VAN DE CIJFERS

klas 3 havo Checklist HAVO klas 3.pdf

Opgeloste Oefeningen Hoofdstuk 6: Steekproeven en empirische distributies

Hoe bereken je een kans? Voorbeeld. aantal gunstige uitkomsten aantal mogelijke uitkomsten P(G) =

1 a Partij is een kwalitatieve variabele, kindertal een kwantitatieve, discrete variabele. b,c

Bij de volgende vragen Bij een regelmatige veelhoek kun je het gemakkelijkst eerst de buitenhoeken berekenen en daarna pas de binnenhoeken.

2.1 Bewerkingen [1] Video Geschiedenis van het rekenen ( 15 x 3 = 45

3.1 Het herhalen van kansexperimenten [1]

Domein Statistiek en kansrekening havo A 2 Data en datasets verwerken

GEOGEBRAINSTITUUT. VlAANDEREN

WISKUNDE C VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

2 REKENEN MET BREUKEN Optellen van breuken Aftrekken van breuken Vermenigvuldigen van breuken Delen van breuken 13

UNIFORM EINDEXAMEN MULO 2014

De 10 e editie havo-vwo OB

4.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1]

Je kunt al: -de centrummaten en spreidingsmaten gebruiken -een spreidingsdiagram gebruiken als grafische weergave van twee variabelen

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen:

Paragraaf 10.1 : Populatie en Steekproef

klas 3 vwo Checklist VWO klas 3.pdf

Hoeveel vertrouwen heb ik in mijn onderzoek en conclusie? Les 1

Paragraaf 4.1 : Vermenigvuldig- en Somregel

VB: De hoeveelheid neemt nu met 12% af. Hoeveel was de oorspronkelijke hoeveelheid? = 1655 oud = 1655 nieuw = 0,88 x 1655 = 1456

gewicht in kg jongen/meisje aantal keer sporten per week bloedgroep zakgeld per maand in euro's

Extra oefeningen hoofdstuk 2: Natuurlijke getallen

bijspijkercursus wiskunde voor psychologiestudenten bijeenkomst 6 statistiek/gegevensverwerking los materiaal, niet uit boek [PW]

Paragraaf 2.1 : Telproblemen visualiseren

2. Data en datasets verwerken. Boekje 2 havo wiskunde A, domein E: Statistiek

voorbeeldexamenopgaven statistiek wiskunde A havo

3 Cijfers in orde. Antwoorden- boekje. Met behulp van Excel. Stedelijk. Gymnasium. Nijmegen

2 Data en datasets verwerken

DOEN! - Praktische Opdracht Statistiek 4 Havo Wiskunde A

Samenvatting Moderne wiskunde - editie 8

SMART-finale 2017 Ronde 1: 5-keuzevragen

Transcriptie:

9.1 Centrummaten en verdelingen[1] De onderstaande frequentietabel geeft aan hoeveel auto s er in een bepaald uur in een straat geteld zijn. Aantal auto s per uur 15 16 17 18 19 20 21 frequentie 2 7 9 15 7 4 1 Het waarnemingsgetal 18 heeft de frequentie 15. Dit betekent dat het 15 keer is voorgekomen dat er in deze straat 18 auto s in een uur zijn geteld. Je kunt het gemiddelde aantal auto s per uur nu als volgt berekenen: 1. Bereken de totale frequentie (het totaal aantal waarnemingen). Totale frequentie = 2 + 7 + 9 + 15 + 7 + 4 + 1 = 45 2. Vermenigvuldig elk waarnemingsgetal met de bijbehorende frequentie en tel dit op. 2 x 15 + 7 x 16 + 9 x 17 + 15 x 18 + 7 x 19 + 4 x 20 + 1 x 21 = 799 3. Deel de uitkomst van stap 2 door de uitkomst van stap 1 Het gemiddelde aantal auto s per uur is 799/45 17,8 1

9.1 Centrummaten en verdelingen[1] Voorbeeld: Gegeven is de volgende rij getallen: 4 7 10 3 6 125 6 3 9 In deze rij zit één getal, dat erg afwijkt van de rest (het getal 125). Wanneer je nu het gemiddelde uit zou rekenen, zou dit erg vertekenen, door dit ene erg afwijkende getal. Mediaan = Het middelste getal van alle waarnemingsgetallen nadat deze naar grootte zijn gerangschikt. Bij een even aantal waarnemingsgetallen is de mediaan het gemiddelde van de middelste twee getallen. De getallen op volgorde zetten geeft; 3 3 4 6 6 7 9 10 125 Het middelste waarnemingsgetal is hier het 5 de getal. De mediaan is 6. Modus = het waarnemingsgetal met de grootste frequentie. Zijn er twee of meer getallen met dezelfde grootste frequentie dan is er geen modus. De getallen 3 en 6 komen allebei twee keer voor. Deze rij heeft dus geen modus. 2

9.1 Centrummaten en verdelingen[1] Voorbeeld: De onderstaande tabel geeft aan hoe vaak de kinderen uit groep 4 van een lagere school het afgelopen jaar naar het zwembad zijn gegaan. aantal 0 1 2 3 4 5 6 frequentie 5 7 12 15 13 8 6 Bereken het gemiddelde, de modus en de mediaan (de centrummaten) Berekenen gemiddelde: Totale frequentie = 4 + 7 + 12 + 15 + 13 + 8 + 6 = 66 4 x 0 + 7 x 1 + 12 x 2 + 15 x 3 + 13 x 4 + 8 x 5 + 6 x 6 = 204 Gemiddelde = 204/66 3,09 3

9.1 Centrummaten en verdelingen[1] Voorbeeld: De onderstaande tabel geeft aan hoe vaak de kinderen uit groep 4 van een lagere school het afgelopen jaar naar het zwembad zijn gegaan. aantal 0 1 2 3 4 5 6 frequentie 5 7 12 15 13 8 6 Modus = 3 (Dit getal komt het meeste voor) Mediaan: Getallen 1 t/m 5: 0 Getallen 5 t/m 12: 1 Getallen 12 t/m 24: 2 Getallen 24 t/m 39: 3 Getallen 39 t/m 52: 4 Getallen 52 t/m 60: 5 Getallen 61 t/m 66: 6 Er is een even aantal getallen. Het 33 ste getal is 3. het 34 ste getal is 3. De mediaan is nu: (3 + 3)/2 = 3. 4

9.1 Centrummaten en verdelingen[2] De meeste waarnemingen bevinden zich aan de linkerkant. Deze verdeling is linksscheef. De meeste waarnemingen bevinden zich aan de rechterkant. Deze verdeling is rechtsscheef. 5

9.2 Spreiding en boxplot [1] gemiddelde Mediaan Bart 5,8 6,8 7,0 7,2 7,7 6,9 7,0 Marieke 4,5 6,0 7,0 8,0 9,0 6,9 7,0 Ruth 4,0 5,7 7,0 8,3 9,5 6,9 7,0 Het gemiddelde en de mediaan van de resultaten van deze drie leerlingen zijn gelijk. Bij Bart liggen de cijfers veel dichter bij elkaar dan bij Marieke en Ruth. Bij Bart is er weinig spreiding. Bij Marieke en Ruth is er meer spreiding. Spreidingsbreedte = grootste getal kleinste getal Spreidingsbreedte Bart = 7,7 5,8 = 1,9 Spreidingsbreedte Marieke = 9,0 4,5 = 4,5 Spreidingsbreedte Ruth = 9,5 4,0 = 5,5 6

9.2 Spreiding en boxplot [2] Gegevens kunnen ook worden weergegeven in een boxplot. In dit boxplot is aangegeven: dat de kortste tijd om een afstand af te leggen voor een jongen 25 minuten is; dat 25% van de jongens tussen de 25 en 28 minuten nodig heeft; dat de volgende 25% van de jongens tussen de 28 en 30 minuten nodig heeft; dat de volgende 25% van de jongens tussen de 30 en 30,5 minuten nodig heeft; dat de langzaamste 25% van de jongens tussen de 30,5 en 35 minuten nodig heeft; dat de langste tijd om deze afstand af te leggen voor een jongen 35 minuten is. 7

9.2 Spreiding en boxplot [2] Gegevens kunnen ook worden weergegeven in een boxplot. In dit boxplot is aangegeven: De kleinste waarneming voor een meisje is 28 minuten; Het eerste kwartiel (Q 1 ) is 29,5 minuten; De mediaan is 30,5 minuten; Het derde kwartiel (Q 3 ) is 34 minuten; De grootste waarneming voor een meisje is 37 minuten. Elke groep van dit boxplot bevat 25% van de waarnemingen. 8

9.2 Spreiding en boxplot [3] Jaap heeft geen zin om de telefoon op te nemen en laat de telefoon altijd rinkelen. Hij houdt bij hoeveel keer de telefoon rinkelt voor men op hangt. 7, 3, 8, 6, 8, 5, 4, 5, 3, 6, 2, 6, 9, 1, 2, 7, 5, 8, 7, 6. Maak een boxplot bij deze gegevens. Stap 1: Zet de getallen in volgorde van grootte: 1, 2, 2, 3, 3, 4, 5, 5, 5, 6, 6, 6, 6, 7, 7, 7, 8, 8, 8, 9 Het kleinste getal is 1. Het grootste getal is 9 Er zijn twintig getallen. Het 10 de en 11 de getal zijn 6, dus de mediaan is 6. Stap 2: Splits in twee even grote groepen: 1, 2, 2, 3, 3, 4, 5, 5, 5, 6. Het 5 de en 6 de getal zijn 3 en 4. Q 1 = 3,5. 6, 6, 6, 7, 7, 7, 8, 8, 8, 9. Het 5 de en 6 de getal zijn 7 en 7. Q 3 = 7. 9

9.2 Spreiding en boxplot [3] Jaap heeft geen zin om de telefoon op te nemen en laat de telefoon altijd rinkelen. Hij houdt bij hoeveel keer de telefoon rinkelt voor men op hangt. 7, 3, 8, 6, 8, 5, 4, 5, 3, 6, 2, 6, 9, 1, 2, 7, 5, 8, 7, 6. Maak een boxplot bij deze gegevens. Stap 3: Maak de boxplot: 10

9.3 Spreidingsdiagrammen [1] Dit plaatje is een spreidingsdiagram. Van een groep personen is onderzocht hoe lang ze zijn en wat de lengte van hun armen is. De punten zijn de elementen (personen) van de onderzochte populatie. Elk element is op twee kenmerken (lichaamslengte en lengte armen) onderzocht. 11

9.3 Spreidingsdiagrammen [2] Er is sprake van correlatie als er een samenhang bestaat tussen twee rijen waarnemingsgetallen. De lijn die zo goed mogelijk bij de puntenwolk past is de trendlijn. 12

9.4 Tellen met en zonder herhaling [1] Voorbeeld 1: Bij een bepaald model fiets heeft de klant de volgende keuzes: De kleur van de fiets kan rood, groen of blauw zijn; De fiets kan geen, 3, 5 of 7 versnellingen hebben; De fiets kan een dames- of herenfiets zijn. Het aantal mogelijke soorten van dit model is nu: 3 4 2 = 24 Definitie vermenigvuldigingsregel: Bestaat een experiment uit drie handelingen, waarbij de eerste handeling op p manieren kan worden uitgevoerd, de tweede op q manieren en de derde op r manieren, dan zijn er voor het gehele experiment p q r manieren. 13

9.4 Tellen met en zonder herhaling [1] Voorbeeld 2: Bereken het aantal uitkomsten met drie keer een 2. (222) = 1 2 2 = 4 Voorbeeld 3: Bereken het aantal uitkomsten waarbij alle getallen groter dan 3 zijn. (>3>3>3) = 2 1 3 = 6 14

9.4 Tellen met en zonder herhaling [2] Voorbeeld 1: Een bestuur bestaat uit 6 personen. Uit deze 6 personen wordt eerst een voorzitter, dan een secretaris en tot slot een penningmeester gekozen. Bereken het aantal manieren om de functies te verdelen: Aantal = 6 5 4 = 120 Let op: Als je de voorzitter kiest, mag deze gekozen worden uit 6 personen; Als je de secretaris kiest, zijn er nog 5 personen over om uit te kiezen; Als je de penningmeester kiest, zijn er nog 4 personen over om uit te kiezen. Er wordt nu gekozen zonder herhaling. Een persoon die eenmaal gekozen is, mag niet meer opnieuw gekozen worden. 15

9.4 Tellen met en zonder herhaling [2] Voorbeeld 2: Een internetwinkel die boeken verkoopt, geeft elk boek een unieke productcode. De productcode bestaat uit 2 letters 2 cijfers 3 letters; Alle cijfers mogen gebruikt worden; Alle letters (behalve de I en de O mogen gebruikt worden); Bereken het aantal mogelijke productcodes. Aantal = 24 24 10 10 24 24 24 = 796.262.400 Let op: Als je een letter of cijfer gekozen hebt, mag je deze de volgende keer weer opnieuw kiezen. Er wordt nu gekozen met herhaling. Een letter of cijfer die eenmaal gekozen is, mag weer opnieuw gekozen worden. 16

9.4 Tellen met en zonder herhaling [3] Voorbeeld 1: Vanuit punt A kun je via P of Q naar punt B. Als je via punt P gaat, zijn er 3 4 = 12 manieren. Als je via punt Q gaat, zijn er 3 2 = 6 manieren. In totaal zijn er dus 12 + 6 = 18 manieren om van punt A naar punt B te gaan. Definitie: Kan handeling I op p manieren en handeling II op q manieren dan kan: Handeling 1 EN handeling II op p q manieren (vermenigvuldigingsregel); Handeling 1 OF handeling II op p + q manieren (somregel). 17

9.4 Tellen met en zonder herhaling [3] Voorbeeld 2: Bereken het aantal uitkomsten met twee keer het getal 2 en een keer het getal 4 (224) + (242) + (422) = 1 2 1 + 1 1 2 + 1 2 2 = 2 + 2 + 4 = 8 18