Een praktijkgericht onderzoek bij verpleegkundigen naar het objectiveren van cognitieve functies Marloes Peeters Verpleegkundig Specialist GGZ mpjpeeters@vvgi.nl 12-12-2014
Agenda Probleem Vraagstelling Methoden Resultaten Conclusie Discussie Ontwikkelde good practice Implementatie / vervolg Afsluiting
Probleem Onvoldoende in kaart brengen cognitieve functies door verpleegkundigen (observatiepunten / observatiescorelijst). Aansluiten op behoefte van de patiënt (en diens omgeving). Verpleegkundigen op zoek naar praktisch toepasbaar model. Vraag ook bij overige professionals.
Vraagstelling Levert een aanvullend observatie instrument een bijdrage aan het systematisch in kaart brengen van cognitieve functies door verpleegkundigen bij klinische patiënten met een cognitieve stoornis ten gevolge van alcohol?
Methoden Literatuurverkenning Enquêtes Interviews
Resultaten literatuurverkenning Observatie methodieken verpleegkundigen: Ongestructureerd. Aanvulling andere diagnostische methoden. Voordelen tov andere diagnostische methoden. Draagt bij aan professionalisering van het beroep en verbetert de multidisciplinaire samenwerking. Meetinstrumenten: Observatieschaal NOSCA (A. Persoon). Geen vergelijkend onderzoek. Geen andere instrumenten bekend (nationaal/internationaal) Benchmark.
Resultaten Enquetes / Interviews Resultaten enquêtes Observeren verloopt wisselend (diverse manieren). Zien belang van methodisch observeren om te komen tot diagnostiek. Helft ziet observatieschaal als instrument als voordeel. Niet bekend met NOSCA. Enkele zien wel meerwaarde. Resultaten interviews Ongestructureerde wijze. Kennis van verpleegkundigen is onvoldoende (sprake van interpretatie). Observatie dagelijks leven, door verpleegkundigen is belangrijk. Behoefte aan instrument, echter wel sprake van observatie van gedrag. Deels onbekend NOSCA.
Conclusie Een van weinige instrumenten NOSCA. Observaties belangrijk diagnostiekfase. NOSCA: eenduidiger / concreter. Enquêtes en interviews blijkt dat er behoefte is aan bijdrage van een meetinstrument. Inzet pilot.
Discussie Literatuur beperkte informatie. Eén observatieschaal NOSCA (gevalideerd) Geen vergelijkend onderzoek naar NOSCA. Klein praktijkgericht onderzoek (oa. weinig respondenten).
Ontwikkelde good practice Pilot met NOSCA binnen opname- en diagnostiekafdeling (feb juni 2014): Observeren / rapporteren middels 8 domeinen. Nulmeting en herhaalde meting BE (NOSCA, A. Persoon) Resultaten: (Nul)metingen BE s Enquêtes Interviews
Nulmeting BE s Cognitieve domeinen: Bewustzijn Aandacht Perceptie Oriëntatie Geheugen Denken / Hogere cognitieve functies Taal Meetmomenten Praxis
Enquêtes Objectiever, eenduidiger, concreter en onderbouwd. Meer behoefte aan een observatieschaal. Overzichtelijke, duidelijk, meerwaarde. Zien belang van methodisch observeren om te komen tot diagnostiek. Nadelen: somatiek / veel tijd. Bevindingen gehele team. 100% respons.
Interviews Domeinen: Voldoende / NPO. Nadelen: welk domein / interpretatie / Overige gebieden Meerwaarde NOSCA: Meer onderbouwd. Gestructureerde teambesprekingen. Meer gestructureerd. BE s: Onderbouwing / Nog weg vinden / Teveel inbreng. Algemeen: Verbetering / eenduidig / gerichter / gestructureerder / ondersteuning voor verpleegkundigen. Te korte duur van pilot.
Implementatie / Vervolg Implementatie binnen de opname- en diagnostiekafdeling. Scholing / implementatie binnen: 1. Korsakov behandelafdeling. 2. Behandelafdeling cognitief. 3. Voortgezette behandelafdeling. Nascholingen. Verzameling gegevens (originele NOSCA) elke 6 weken. Vervolgonderzoek NOSCA??
Literatuur Agency for Healthcare Research and Quality (AHRQ). (2013). National guideline clearinghouse (NGC). Assessing cognitive functioning. Retrieved from yhttp://www.guideline.gov/content.aspx?id=43917&search=cognitive+observation: Arts, N. (2004a). Het syndroom van korsakov (I): Ontstaan en geheugenstoornissen. Patient Care, 8, 2-9. Arts, N. (2004b). Het syndroom van korsakov (II): Centraal executieve stoornissen en behandeling. Patient Care Neuropsychiatrie & Gedragsneurologie, Cruijsen van der, M. W. L. (2008). Observeren van het cognitief functioneren bij geriatrische patiënten: Een kwalitatieve studie naar de systematiek van het observeren. Verpleegkunde : Nederlands-Vlaams Tijdschrift Voor Verpleegkundigen, 23, 32-40. Eling, P., & Kessels, R. (2012). Klinische neuropsychologie: Een historische schets. Hoeymans, N., Poos, M., & Gommer, A. (2010). Welke ziekten veroorzaken de grootste ziektelast (in DALY's). Volksgezondheid Toekomst Verkenning.Nationaal Kompas Volksgezondheid, Kok, R., Verhey, F., & Schmand, B. (2004). Meetinstrumenten bij cognitieve stoornissen. Tijdschrift Voor Psychiatrie, 46(10), 665-670. Peeters, M. (2013). Toetsopdracht EBP: Observeren van cognitieve stoornissen <br />binnen de korsakov Kliniek.. Unpublished manuscript. Persoon, A., Joosten, L., van de Vrie, W., Rikkert, M. G. M. O., & van Achterberg, T. (2006). Nederlandstalige observatieschalen voor onderzoek van cognitief functioneren van ouderen. Tijdschrift Voor Gerontologie En Geriatrie, 37(5), 242-252. Persoon, A., Banningh, L. J., van de Vrie, W., Olde Rikkert, M. G., & van Achterberg, T. (2009). Daily observation of cognitive functioning in hospitalised patients on acute geriatric wards. Journal of Clinical Nursing, 18(13), 1930-1936. Persoon, A., Banningh, L. J., van de Vrie, W., Rikkert, M. G., & van Achterberg, T. (2011). Development of the nurses' observation scale for cognitive abilities (NOSCA). ISRN Nursing, 2011, Persoon, A., Schoonhoven, L., Melis, R. J., van Achterberg, T., Kessels, R. P., & Rikkert, M. G. (2012). Validation of the NOSCA - nurses' observation scale of cognitive abilities. Journal of Clinical Nursing, 21(21-22), 3025-3036. Persoon, A., Van der Cruijsen, M., Schlattmann, N., Simmes, F., & Van Achterberg, T. (2011). How older people nurses assess cognitive function through daily observation. International Journal of Older People Nursing, 6(2), 102-109.
Afsluiting Bedankt voor jullie aandacht! Overige vragen / opmerkingen? Marloes Peeters Verpleegkundig Specialist GGZ mpjpeeters@vvgi.nl 12-12-2014