Bepaling toezichtvorm gemeente Maastricht Financieel verdiepingsonderzoek

Vergelijkbare documenten
Bepaling toezichtvorm gemeente Roermond Financieel verdiepingsonderzoek

provincie limburg 1 9 OEL 2016 De raad van de gemeente Nederweert Postbus AA NEDERWEERT Cluster FIN Behandeld.

Bepaling toezichtvorm Gemeente Mook en Middelaar Financieel verdiepingsonderzoek

Bepaling toezichtvorm Gemeente Horst aan de Maas Financieel verdiepingsonderzoek

Bepaling toezichtvorm gemeente Maastricht Financieel verdiepingsonderzoek

Bepaling toezichtvorm Gemeente Stein Financieel verdiepingsonderzoek

Bepaling toezichtvorm Gemeente Echt-Susteren Financieel verdiepingsonderzoek

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

De raden van alle gemeenten in de provincie Limburg

Bepaling toezichtvorm gemeente Venray Financieel verdiepingsonderzoek

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Provinciale Staten van Flevoland Postbus AB LELYSTAD

Bepaling toezichtvorm gemeente Peel en Maas Financieel verdiepingsonderzoek

Bepaling toezichtvorm Gemeente Echt-Susteren Financieel verdiepingsonderzoek

Bepaling toezichtvorm gemeente Heerlen Financieel verdiepingsonderzoek

Bepaling toezichtvorm gemeente Maastricht Financieel verdiepingsonderzoek

De raden van alle gemeenten in de provincie Limburg

Bepaling toezichtvorm gemeente Nederweert Financieel verdiepingsonderzoek

Bepaling toezichtvorm Gemeente Sittard-Geleen Financieel verdiepingsonderzoek

Bepaling toezichtvorm Gemeente Roermond Financieel verdiepingsonderzoek

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. P& / 20 J W / Ob 0 7 JAN 2G14. Dat. ontv.: Routing

a a o~co zo1~ provincie HOLLAND ZUID Gedeputeerde Staten 11 DECEMBER 2014 Directie Leefomgeving en Bestuur Afdeling Bestuur Gemeente Molenwaard

Bepaling toezichtvorm Gemeente Bergen Financieel verdiepingsonderzoek

Ministerie van Binnen andse Zaken en Koninkrijksrelaties

Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 2

Bestuur en beleid. tweede ronde volgens het provinciebestuur,

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Bepaling toezichtvorm Gemeente Gennep Financieel verdiepingsonderzoek

Bepaling toezichtvorm gemeente Landgraaf Financieel verdiepingsonderzoek

FINANCIEEL PERSPECTIEF KADERNOTA

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Provinciale Staten van Flevoland Postbus AB LELYSTAD

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Gedeputeerde Staten. 1. de Gemeentewet; 2. de Algemene wet bestuursrecht; Gemeenteraad van Nissewaard Postbus AA SPIJKENISSE

GESPREKSNOTITIE VOORJAARSGESPREK 23 JUNI 2017 VS

C2.ľ3b bö DIV.STAN Bv// FPc

Meerjarenbegroting Gemeentefinanciën Bloemendaal

Brief Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 16 december 2015 over financieel toezicht: vorm en bevindingen 2016

provincie GELDERLAND Gemeente Oude IJsselstreek ^ iiii ~ Ontvangen: 07/03/ ink03751

12DEC. 2(M. Gedeputeerde Staten. Directie Leefomgeving en Bestuur Afdeling Bestuur. De raad van de gemeente RIDDERKERK Postbus AG RIDDERKERK

Financieel toezicht in Gelderland

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Financiële positie. Financieel perspectief. Financiële uitgangspositie

Bepaling toezichtvorm Gemeente Heerlen Financieel verdiepingsonderzoek

P R O V 1 N su È F R VS l! Ä N. Doe. nr.: Class, nr. * Ingek.: AfdelirrT. Beh. door; Afd. Hoofd AWB.. weken. voor kenn isg. aangenomen/tel.

Reactie college op onderzoek Jaarstukken 2017 Rekenkamercommissie

Bepaling toezichtvorm Gemeente Eijsden-Margraten Financieel verdiepingsonderzoek

Bepaling toezichtvorm Gemeente Sittard-Geleen

Begroting Bedragen x 1.000,00

zaaknummer

Bijlage 4. Stresstest. Kadernota mei Kadernota 2018 Bijlage 4: Stresstest 1

Provincie Noord-Holland

Bepaling toezichtvorm Gemeente Vaals Financieel verdiepingsonderzoek

Jaarrekening Gemeente Bunnik. Bunnik, 5 juni 2014 Open Huis gemeenteraad

Raming algemene uitkering gemeentefonds is te optimistisch. De raad van de gemeente Meierijstad Postbus DA VEGHEL

Inzicht verkrijgen kost tijd, geen inzicht hebben kost kapitalen

Provincie Noord-Holland

Inhoudsopgave. I Inleiding 3. II Financiële beschouwing begroting 2016 en meerjarenraming 3. III Kaders begroting

Accountantscontrole 2013

bedrag * begrotingsoverschot bij begroting

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsstuk. Onderwerp Decemberrapportage 2018 Nummer 2018/ Portefeuillehouder Snoek, M. Programma/beleidsveld 7.2 Algemene dekkingsmiddelen

Bepaling toezichtvorm Gemeente Simpelveld Financieel verdiepingsonderzoek

Beleidsregel weerstandsvermogen en weerstandscapaciteit. Vaststellen beleidsregel weerstandsvermogen en weerstandscapaciteit

Financieel onderzoek 2017 herindeling gemeenten Heerlen en Landgraaf. Provincie Limburg, januari 2017

Gemeentefinanciën Presentatie voor raadsleden 10 april 2018

Bepaling toezichtvorm Gemeente Meerssen Financieel verdiepingsonderzoek

Ja, de jaarrekening 14 april van het WNK ontvangen.

Bepaling toezichtvorm Gemeente Gennep Financieel verdiepingsonderzoek

Veiligheidsregio Noord-Holland Noord

Haarlem, 23 augustus Onderwerp: Begroting Bijlagen: ontwerpbesluit, begroting

voorstel aan de raad Kadernota 2015 Aan de raad van de gemeente Werkendam 1. Inleiding

Van deze gelegenheid maken wij gebruik het volgende op te merken:

Bepaling toezichtvorm gemeente Valkenburg aan de Geul Financieel verdiepingsonderzoek

Memo Reg.nr.: O-FIN/2013/16 / RIS

Begrotingscirculaire Gemeenten

Raadsvoorstel 26 juni 2014 AB RV

Kaders Financieel gezond Brummen

Bepaling toezichtvorm gemeente Weert Financieel verdiepingsonderzoek

Wie bewaakt mijn geld? Financiële controle en risicobeheersing binnen de gemeente Nuth

Bepaling toezichtvorm gemeente Kerkrade Financieel verdiepingsonderzoek

Onderwerp Bestuursrapportage 2016 en Begroting 2017

B ' Provincie Noord-Brabont. De raad van de gemeente Bergen op Zoom Postbus AA BERGEN OP ZOOM. Begroting Geachte raadsleden,

Agendapunt. Op grond van artikel 192 van de gemeentewet is de raad het bevoegd orgaan om de begroting tussentijds te wijzigen.

Advies aan B&W 6 november 2012

MEMORIE VAN TOELICHTING. (Meerjaren)begroting

BEGROTINGSCIRCULAIRE 2019

INFORMATIENOTITIE. College van Burgemeester en Wethouders. Informatienotitie ontwikkelingen Wmo-Jeugd budget

Financieel beeld van de gemeente Naarden, Muiden, Bussum September 2014

2. Financieel kader gemeenschappelijke regelingen in de regio van Hollands-Midden

ADDENDUM KADERBRIEF 2015 INZAKE HERZIENE MEERJARENBEGROTING OMBUIGINGSOPERATIE GEMEENTE TUBBERGEN

JAARREKENING Ja, IPA Acon heeft een goedkeurende verklaring afgegeven.

Wijzigingen Besluit begroting en verantwoording. Papendrecht 24 oktober 2016 Wouter Kalkman JaapJan Visser

Hoe financieel gezond is uw gemeente?

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerp-besluit pag. 4. Toelichting: pag. 5

Programma 10. Financiën

III /04/2014

Nota risicomanagement 2014

Toetsingsaspecten. Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente (merge Gelderse colleges van B&W) 1 april

Financieel toezicht De crisis voorbij?

GR-taken: Aanvullende diensten:

Financieel onderzoek 2016 herindeling gemeenten Nuth, Onderbanken en Schinnen. Provincie Limburg, oktober 2016

Transcriptie:

Bepaling toezichtvorm 2013-2016 gemeente Maastricht Financieel verdiepingsonderzoek Provincie Limburg, juni 2013

Verdiepingsonderzoek Maastricht 2013 2

Inhoudsopgave 1. Inleiding...5 2. Conclusie, aandachtspunten en samenvatting...7 2.1. Conclusie van het onderzoek...7 2.2. Aandachtspunten...8 2.3. Samenvatting...11 3. Aandachtsgebieden...15 3.1. Analyse begroting en meerjarenraming...16 3.2. Analyse vermogen...27 3.3. Analyse stuurinformatie...31 3.4. Analyse wet- en regelgeving...34 4. Financieel beleid en beheer...39 4.1. Lokale heffingen...40 4.2. Weerstandsvermogen...44 4.3. Onderhoud van kapitaalgoederen...49 4.4. Financiering...57 4.5. Bedrijfsvoering...62 4.6. Verbonden partijen...68 4.7. Grondbeleid...71 5. Het onderzoek...77 5.1. Inleiding...77 5.2. Doel en kaders financieel toezicht...79 5.3. Werkwijze...81 5.4. Reikwijdte van het onderzoek...83 5.5. Onderzoek naar het financieel verdiepingsonderzoek...84 6. Begrippen...85 7. Bronnen...91 Verdiepingsonderzoek Maastricht 2013 3

Verdiepingsonderzoek Maastricht 2013 4

1. Inleiding Het financieel verdiepingsonderzoek Voor u ligt het rapport van het financiële verdiepingsonderzoek van de gemeente Maastricht. Wij maken als het ware een foto van de financiële positie en financiële functie. Op basis van dit rapport doen Gedeputeerde Staten (GS) van Limburg een uitspraak over de toezichtvorm voor vier jaar. Het financieel verdiepingsonderzoek is een belangrijk onderdeel van de modernisering toezicht, waartoe GS in 2004 hebben besloten. Dit onderzoek gaat verder dan het traditionele begrotingsonderzoek. Het vernieuwende is, dat wij het verdiepingsonderzoek gebruiken om de toezichtvorm voor in principe vier jaar te bepalen. Het rapport geeft aan, wat de belangrijkste aandachtspunten voor de financiële positie en financiële functie zijn. En waar wij de gemeente op monitoren. Daarbij staan vier aandachtsgebieden centraal. Deze vier aandachtsgebieden én de onderwerpen uit de zeven verplichte paragrafen bij de begroting en de jaarstukken zijn de punten die in het financiële verdiepingsonderzoek aan de orde komen. Een nadere toelichting op de door ons gehanteerde werkwijze is opgenomen in paragraaf 5.3. Tot en met 2009 heeft er gelijktijdig met de verdiepingsonderzoeken een bestuurskrachtmeting plaatsgevonden door de Visitatiecommissie Bestuurskracht Gemeenten. Vanaf 2010 heeft er geen bestuurskrachtmeting meer plaatsgevonden bij de verdiepingsonderzoeken waardoor verwijzingen naar de bestuurskrachtmeting ook in dit rapport achterwege zijn gelaten. Verdiepingsonderzoek Maastricht 2013 5

Het rapport Het rapport heeft steeds dezelfde opbouw. We beginnen met de hoofdlijnen en werken die vervolgens verder uit. De lezer kan op die manier gemakkelijk kiezen of hij volstaat met de hoofdlijnen. Of dat hij ook de nadere detaillering van dit onderwerp wil lezen. De naam van hoofdstuk 2, Conclusie, aandachtspunten en samenvatting, geeft aan dat hier de kern van het financiële verdiepingsonderzoek is te vinden. Wij adviseren in elk geval hoofdstuk 2 (Conclusie, aandachtspunten en samenvatting) te lezen. Hoofdstuk 3, Aandachtsgebieden, en hoofdstuk 4, Financieel beleid en beheer, bevatten de verslagen van het onderzoek. Ook deze hoofdstukken kennen een opbouw, waarbij eerst de hoofdlijnen worden geschetst, waarna de detaillering volgt. Hoofdstuk 5, Het onderzoek, gaat dieper in op kaders rondom toezicht en het financieel verdiepingsonderzoek. De twee laatste hoofdstukken, Begrippen en Bronnen, geven nadere toelichtingen. 1. Inleiding 2. Conclusie, aandachtspunten en samenvatting 3. Aandachtsgebieden (uitwerking + analyse) 4. Financieel beleid en beheer (Paragrafen en detailgegevens) 5. Het onderzoek 6. Begrippen 7. Bronnen Verdiepingsonderzoek Maastricht 2013 6

2. Conclusie, aandachtspunten en samenvatting 2.1. Conclusie van het onderzoek Op 11 december 2012 hebben Gedeputeerde Staten van Limburg besloten om de gemeente Maastricht op basis van de begroting 2013 repressief toezicht 1 toe te kennen. Dit betekent dat de Provincie (college van Gedeputeerde Staten) de begroting en begrotingswijzigingen niet hoeft goed te keuren. Op basis van ons onderzoek concluderen wij dat de gemeente aan de voorwaarden van de modernisering toezicht voldoet. Maastricht komt daarmee in aanmerking voor meerjarig repressief toezicht. Dit betekent, dat, zodra Gedeputeerde Staten de onderzoeksconclusie overnemen, de periode vanaf de bekendmaking van het besluit van GS t/m het begrotingsjaar 2016 toezichtarm zal zijn. Meerjarig repressief toezicht Als Gedeputeerde Staten de onderzoeksconclusie overnemen (en daarmee dus besluiten de meerjarige repressieve status toe te kennen), zullen wij in de toezichtarme periode de gemeente op afstand volgen met behulp van risicoanalysemodellen. We letten dan vooral op de aandachtspunten uit dit onderzoeksrapport. Aan alle voorwaarden voldaan Wij zijn tot deze conclusie meerjarig repressief gekomen omdat uit ons onderzoek blijkt, dat de financiële positie van de gemeente aan alle voorwaarden van modernisering toezicht voldoet. 1 De tegenhanger van repressief toezicht, is preventief toezicht. Hierbij dient Gedeputeerde Staten wel goedkeuring te geven aan zowel begroting als begrotingswijzigingen. Verdiepingsonderzoek Maastricht 2013 7

2.2. Aandachtspunten Maastricht komt in aanmerking voor meerjarig repressief toezicht voor de jaren 2013 tot en met 2016. Om het meerjarig toezicht te behouden tot het eind van de periode is het essentieel dat Maastricht bij de volgende begrotingen (2014, 2015 en 2016) ten minste tot en met 2016 sluitend presenteert. De aandachtspunten en aanbevelingen die we hebben, zijn in hoofdstuk 3 en 4 per onderwerp geformuleerd. Wij adviseren de gemeente deze punten op te pakken, omdat het een verdere verbetering van de financiële positie en financiële functie kan betekenen. De uitvoering van deze punten is geen voorwaarde voor het behoud van het meerjarig repressief toezicht. Wij hebben tijdens ons onderzoek wel een aantal risico s geconstateerd. Deze risico s willen wij hier benoemen en er kort op ingaan: Onderhoud kapitaalgoederen Zoals in de paragraaf 4.3, Onderhoud kapitaalgoederen, aangegeven wordt, is in de paragraaf in de begroting 2013 niet ingegaan op de wettelijk verplichte kapitaalgoederen: wegen, groen, riolering en water. Om een goed oordeel te kunnen geven is het van wezenlijk belang dat de gemeente in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen minimaal ingaat op de wettelijk verplichte kapitaalgoederen. Ook van belang is om in te gaan op het achterstallig onderhoud, hoe groot dat achterstallig onderhoud is en binnen welke termijn het achterstallig onderhoud is weggewerkt. Nu heeft de raad en wij als toezichthouder geen totaalbeeld van de kapitaalgoederen. Wij hebben in paragraaf 4.3 daarover gerapporteerd en aanbevelingen opgenomen. Die onduidelijkheid levert een risico op. De gemeente heeft aangegeven dat ze wel conform de leidraden werkt en conform de leidraden de budgetten in de begroting heeft opgenomen. Wij hebben geconstateerd dat de budgetten conform de leidraden zijn opgenomen in de begroting 2013. De gemeente heeft verder aangegeven dat er op dit moment geen achterstallig onderhoud is. Verbonden partijen De gemeente laat een groot deel van haar taken uitvoeren door samen te werken met andere organisaties: andere medeoverheden, non-profitorganisaties of private partijen. De gemeente verbindt zich bestuurlijk en financieel aan deze verbonden partijen. Het kan hierbij gaan om tijdelijke of langdurige samenwerkingsverbanden. Er kunnen veel voordelen behaald worden door deze samenwerkingsverbanden maar er kunnen ook risico s kleven aan het deelnemen. Maastricht heeft dat in het recente verleden al ervaren. Enkele voorbeelden zijn de MTB en de WOM Belvédère. Het is voor Maastricht van groot belang dat ze een actueel en goed beeld heeft van de ontwikkelingen bij alle verbonden partijen en dat de risico s in beeld zijn zodat de gemeente daarop alert kan reageren. Alleen zo kan de gemeente de vier cyclische activiteiten, sturen, beheersen, verantwoorden en toezicht, die in de kadernota Governance gemeente Maastricht staan goed uitvoeren. Wij adviseren de gemeente beter in beeld te brengen welk financieel risico de gemeente loopt bij verbonden partijen redenerend vanuit de risicoanalyse. Wij hebben hierover gerapporteerd in paragraaf 4.6, Verbonden partijen. Bezuinigingen / ombuigingstaakstellingen Maastricht heeft in het coalitieakkoord aangegeven voor een financieel solide beleid te gaan. Een van de punten was het presenteren van een sluitende meerjarenraming. In voorgaande meerjarenbegrotingen Verdiepingsonderzoek Maastricht 2013 8

zijn grote taakstellingen opgenomen oplopend tot ca 12 miljoen maar ook een taakstelling in het kader van welzijn en innovatie van welzijn en zorg, 2,5 miljoen, en het terugbrengen van het tekort op onderhoud en energie sportaccommodaties van 0,8 miljoen. Daarnaast heeft de gemeente om de begroting 2013 en de meerjarenraming 2014-2016 sluitend te krijgen aanvullende dekkingsvoorstellen gedaan: nullijn salarissen, verkoop woningen en vrijval budget bodemsanering. De komende tijd zullen diverse decentralisaties van het rijk naar gemeenten plaatsvinden in het sociale domein. Bij deze decentralisatie zullen kortingen plaatsvinden zodat de gemeente de taak met minder middelen moet uitvoeren. Hierdoor zal de gemeente gedwongen worden om het beleid aan te passen ten aanzien van deze gedecentraliseerde taken. Wij adviseren de gemeente de huidige en toekomstige bezuinigingen goed te monitoren en als de bezuinigingen niet gerealiseerd kunnen worden met vervangende besluiten te komen. Decentralisatie Op het gebied van de jeugdzorg, de Participatiewet en zorg aan langdurig zieken en ouderen kiest het kabinet voor decentralisatie van deze taken naar de gemeenten. Volgens het rijk zijn gemeenten de bestuurslaag die dit dichtbij de burgers het beste kan organiseren. De gemeenten kunnen voorzien in de noodzakelijke integraliteit en maatwerk én kunnen beter inspelen op de rol van het sociale netwerk rond de burger. Inzet daarbij is dat er één persoon is die mensen die dat nodig hebben namens de gemeente ondersteunt en begeleidt op basis van een integraal plan voor het hele huishouden. Op 1 januari 2015 gaan bovengenoemde decentralisaties in. De decentralisaties stellen forse eisen aan de uitvoeringskracht van gemeenten. Het gaat om bestuurlijke, ambtelijke en financiële slagkracht en de beschikbaarheid van capaciteit en expertise om deze taken goed uit te voeren. Daarom kiest het rijk bij de te decentraliseren taken voor samenwerking tussen verschillende gemeenten in de vorm van gemeenschappelijke regelingen. Voordat de uitvoering van de decentralisaties van start kan gaan moet er nog veel werk door de gemeenten uitgevoerd worden. De decentralisaties zijn een grote bestuurlijke, organisatorische en financiële opgave. Van gemeenten wordt een grote inzet verwacht. Open eind-regelingen Maastricht kent een aantal open eind-regelingen (o.a. leerlingenvervoer, WMO, bijzondere bijstand). Op een open eind-regeling kan altijd een beroep worden gedaan als de aanvrager aan de regels voldoet. De uitputting van de geraamde budgetten kan dan geen reden zijn tot weigering van de aanvraag. Als er meer aanvragen worden toegekend dan er budget voor is zal de gemeente in haar exploitatie ruimte moeten zoeken voor dekking. Wij adviseren de gemeente de open-eind regelingen goed te monitoren en als dat nodig is tijdig bij te sturen. Grondexploitatie Veel gemeenten hebben de afgelopen jaren forse verliezen geleden op de grondexploitatie. Ook Maastricht heeft een fors verlies moeten nemen. De gemeente heeft in 2011 een besluit genomen over de financiële gevolgen van de gewijzigde stedelijke programmering. De gemeente heeft een verlies van 55,2 miljoen, inclusief 8,9 miljoen Karosseer, genomen door onder andere afwaardering van gronden en voorzieningen te treffen (zie verder paragraaf 4.7 Grondbeleid). Is het einde in zicht? Ook wij hebben daar geen antwoord op. Wat wij wel kunnen zeggen is dat de grootste risico s bestaan of zelfs daadwerkelijke verliezen worden geleden bij gemeenten met een actieve grondpolitiek. En Maastricht voert een actief grondbeleid bij de 8 brandpunten om de ambities van de stadsvisie zo goed mogelijk te kunnen realiseren. Daarnaast hebben wij gezien dat Maastricht haar verantwoordelijkheid heeft genomen Verdiepingsonderzoek Maastricht 2013 9

door het verlies te nemen. Hoe vervelend dit ook is voor de gemeente, is dat toch een positieve constatering. Wij adviseren de gemeente alert te zijn en de ontwikkelingen goed te volgen en als dat nodig is passende maatregelen te nemen. Dit ook in relatie tot de algemene reserve (Beleid en Ontwikkeling / Vastgoed). Verdiepingsonderzoek Maastricht 2013 10

2.3. Samenvatting In paragraaf 5.3 Werkwijze zijn de belangrijkste aandachtsgebieden van ons onderzoek benoemd. Wij hebben dit verder geconcretiseerd door aan deze aandachtsgebieden kritische indicatoren te koppelen. Dit heeft geleid tot de volgende scorecard van de gemeente Maastricht. Begroting en meerjarenraming Wet- en regelgeving Materieel begrotingsevenwicht Voldoende Termijnen Goed Structureel begrotingsevenwicht Duurzaam financieel evenwicht Voldoende Voldoende BBV Voldoende Conclusie Meerjarig repressief Vermogen Stuurinformatie Weerstandsvermogen Goed Strategisch Goed Tactisch Voldoende Algemene reserve 10% Gun n.v.t. Operationeel Voldoende Toelichting op deze scorecard Het middenvak is groen: het zichtbare resultaat van een afweging tussen de vier aandachtsgebieden, waarbij het zwaartepunt op de financiële positie ligt. Met deze kleur, wordt net als bij een stoplicht, een duidelijk signaal afgegeven. Groen in de situatie van Maastricht betekent, dat wij de financiële positie en financiële functie als voldoende beoordelen en dat er geen blokkades zijn voor meerjarig repressief toezicht. Ondanks dat de financiële positie als voldoende wordt beoordeeld en de vermogenspositie solide is willen wij hier toch kort even stilstaan bij de algemene reserve in relatie tot het weerstandsvermogen en de algemene reserve Beleid en Ontwikkeling / Vastgoed. De twee algemene reserves (Beleid en Ontwikkeling / Vastgoed) zijn naar ons oordeel te laag. Dit is verder uitgewerkt in het aandachtsgebied Vermogen. Wij richten ons, als toezichthouders, in eerste instantie op de gemeentelijke financiën (externe blik op de gemeente). Ons algemene oordeel over de gemeentelijke financiële positie is, dat er een gezonde Verdiepingsonderzoek Maastricht 2013 11

financiële situatie is ten opzichte van de kaders die wij als Provincie stellen. De financiële positie van de gemeente voldoet aan alle voorwaarden om voor meerjarig repressief toezicht in aanmerking te komen. Wij vinden het bovendien belangrijk om naar de interne kant van de gemeente te kijken. De processen die ten grondslag liggen aan de ramingen moeten kwalitatief goed zijn. Met andere woorden: we hebben in ons verdiepingsonderzoek ook gekeken naar de stuurinformatie (systeem van bestuurlijke informatievoorziening), voor zover dat relevant is voor de financiële positie. Verder is er in ons verdiepingsonderzoek ook gekeken naar de naleving van relevante Wet- en regelgeving. Belangrijkste resultaten en aandachtspunten bij de vier aandachtsgebieden Begroting en meerjarenraming Gemeenten krijgen het de komende jaren moeilijk om hun financiële positie op orde te krijgen en te houden. Dit alles heeft te maken met de stapeling aan bezuinigingen en aan decentralisaties gekoppelde kortingen van het vorige en huidige kabinet. Hoe groot deze bezuinigingen voor Maastricht zullen zijn is nog niet bekend maar ze zullen omvangrijk zijn. Maastricht heeft in het verleden en bij de begroting 2013 een aantal krachtige maatregelen genomen om een stabiele basis te leggen voor de toekomst. Er is voor 22 miljoen bezuinigd vooral behaald door efficiency, door automatisering en regionale samenwerking, de grondexploitatie is op orde gebracht, er is 20 miljoen vrijgemaakt voor Culturele Hoofdstad, verlegging van de Noorderbrug 35 miljoen en investeringen in Brainport 2020 en de Beatrixhaven. Maastricht heeft in 2013 en verder een bezuiniging moeten realiseren van 4,3 miljoen vanwege een tegenvallende uitkering uit het gemeentefonds. Hierdoor kwam het structureel sluitend meerjarenperspectief onder druk te staan. Daartegenover bleek de ontwikkeling van het budget inkomensvoorzieningen positief. Voor 2012 was er op dit budget een positief overschot van ca. 5,6 miljoen. En wanneer het aantal bijstandsgerechtigden niet verder oploopt zal ook voor 2013 een positief resultaat gehaald worden ten aanzien van de inkomensvoorzieningen. Vanuit voorgaande meerjarenbegrotingen zijn grote taakstellingen opgenomen oplopend tot ca. 12 miljoen maar ook een taakstelling in het kader van welzijn en innovatie van welzijn en zorg, 2,5 miljoen, en het terugbrengen van het tekort op onderhoud en energie sportaccommodaties van 0,8 miljoen. Daarnaast heeft de gemeente om de begroting 2013 en de meerjarenraming 2014-2016 sluitend te krijgen aanvullende dekkingsvoorstellen gedaan: nullijn salarissen, verkoop woningen en vrijval bodemsanering. Verder constateren wij een aantal risico s die de begroting zouden kunnen gaan beïnvloeden. Het gaat om het onderhoud aan de kapitaalgoederen, verbonden partijen, decentralisaties, bezuinigingen / ombuigingstaakstellingen, open eind-regelingen en de grondexploitatie. Deze risico s zijn in de paragrafen 2.2 Aandachtspunten en 3.1 Analyse begroting en meerjarenraming verder uitgewerkt. Wij zullen deze risico s de komende jaren goed blijven volgen. Vermogen De vermogenspositie van Maastricht is solide. De raad heeft een nota reserves en voorzieningen in Verdiepingsonderzoek Maastricht 2013 12

juni 2009 vastgesteld. In deze nota is vastgelegd hoe de gemeente omgaat met reserves en voorzieningen. Het beleid met betrekking tot de reserves en voorzieningen wordt in sterke mate bepaald door de Gemeentewet, de verordening 212 en het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten. Als we naar de standen van de algemene reserves, bestemmingsreserves en voorzieningen kijken zien we dat over de jaren 2013-2016 de bedragen nagenoeg gelijk blijven. Alleen de bestemmingsreserves lopen met ca. 8 miljoen terug. De gemeente heeft in de nota reserves en voorzieningen geen relaties gelegd met de programma s uit de begroting. In de programma s geeft de gemeente wel aan wat de onttrekkingen en stortingen in de reserves zijn en als dat nodig is wordt daar een tekstuele toelichting bij gegeven. In het overzicht reserves en voorzieningen wordt per programma per reserve aangegeven welke stortingen en onttrekkingen voor het begrotingsjaar en de meerjarenraming worden gedaan. Als men kijkt naar de opbouw van de weerstandscapaciteit kan men concluderen dat de overige bestemmingsreserves op de (zeer) korte termijn slecht beperkt ingezet kunnen worden voor het opvangen van tegenvallers omdat vaak al verplichtingen zijn aangegaan waar deze reserves in voorzien. De gemeente heeft een algemene reserve die naar ons oordeel te laag is. Daarnaast heeft de gemeente wel het Vruchtboomfonds ter beschikking maar als daar uit geput wordt heeft dat consequenties voor de exploitatie omdat de rente uit het Vruchtboomfonds een structureel dekkingsmiddel is voor de exploitatie. De gemeente heeft zelf als beleid dat op het Vruchtboomfonds niet ingeteerd wordt en het fonds eeuwigdurend is. Verder wordt het saldo van het Vruchtboomfonds niet meegenomen in de weerstandscapaciteit. Gelet op het bovenstaande adviseren wij de raad een minimale omvang van de algemene reserves vast te stellen. Dit in relatie tot de overige risico s die de gemeente (kan lopen) loopt en omdat de algemene reserve een belangrijk onderdeel is van de weerstandscapaciteit. Wet- en regelgeving De gemeente voldoet in ruime mate aan belangrijke voorschriften zoals termijnen voor de begroting 2013 en jaarrekening 2011. Daarnaast past de gemeente het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeente in het algemeen voldoende tot goed toe. De informatiewaarde kan op een aantal plaatsen worden vergroot. In hoofdstuk 4 zijn aanbevelingen gedaan voor die onderdelen van de paragrafen waar de verordening en het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten niet worden gevolgd. De gemeente geeft in ruime mate invulling aan wet- en regelgeving. De raad heeft genoeg instrumenten om zijn kaderstellende en controlerende taak naar behoren te kunnen uitvoeren. Stuurinformatie Maastricht beschikt over goede instrumenten om in control te kunnen zijn. De raad kan met deze instrumenten op strategisch, tactisch en operationeel niveau sturen. De stuurinformatie is gemiddeld voldoende tot goed. In een aantal gevallen hebben we nog wel opmerkingen. Voor deze opmerkingen verwijzen we naar de paragrafen 3.1 en 3.2 en de zeven paragrafen van hoofdstuk 4 zodat een verdere verbetering van de stuurinformatie gerealiseerd kan worden. Wij willen uw aandacht vestigen Verdiepingsonderzoek Maastricht 2013 13

op de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen waar op tactisch en operationeel niveau de gemeente onvoldoende scoort. Ontwikkeling financiële positie Zoals in het kader Begroting en meerjarenraming hierboven aangegeven krijgen gemeenten het de komende jaren moeilijk om hun financiële positie op orde te krijgen en te houden. Daarnaast is de gemeente al een aantal jaren fors aan het bezuinigen. Het gaat om aanzienlijke bedragen. Verder worden er de komende jaren een aantal taken overgeheveld vanuit het rijk naar de gemeenten met forse financiële kortingen. Dit betekent dat de gemeenten deze taken moeten uitvoeren met minder middelen. Het vraagt veel van gemeenten en dus ook van Maastricht om in deze situatie het financieel evenwicht te bewaren. Gemeenten zullen de komende jaren moeilijke keuzen en besluiten moeten nemen om hun begroting materieel in evenwicht te houden. Verdiepingsonderzoek Maastricht 2013 14

3. Aandachtsgebieden Zoals wij in de inleiding van deze rapportage al hebben aangegeven, zijn de belangrijkste aandachtsgebieden om te komen tot een meerjarige uitspraak over de vorm van toezicht: - Begroting en meerjarenraming (paragraaf 3.1); - Vermogen (paragraaf 3.2); - Stuurinformatie (paragraaf 3.3). - Wet- en regelgeving (paragraaf 3.4); Leeswijzer tabellen: In hoofdstuk 3 en 4 (met uitzondering van de paragrafen 3.3 en 3.4) vatten we de onderzoeksresultaten ook samen in tabellen aan het begin van de paragraaf. Deze resultaten hebben betrekking op: Financiële aspecten Hierbij ligt met name de nadruk op de kwaliteit van de ramingen van begroting en meerjarenraming. Betekenis symbolen en afkortingen in dit veld (tevens ook in het veld algemeen oordeel): = positief; = neutraal; = negatief. Stuurinformatie Hierbij kijken we naar de kwaliteit van stuurinformatie. Die maken we op strategisch, tactisch en operationeel niveau inzichtelijk. De scores die de gemeente kan behalen zijn: goed, voldoende, onvoldoende en slecht. Algemeen oordeel In dit veld bekijken we de financiële scores en de scores op stuurinformatie integraal. Ontwikkeling Met dit veld geven wij aan, of sprake is van ontwikkelingen die het beeld binnen de meerjarenraming kunnen beïnvloeden. Deze ontwikkelingen moeten wel concreet zijn. Bijvoorbeeld op basis van een besluit door college en/of de raad. Betekenis van de symbolen in dit veld: = ontwikkelingen laten een duidelijke verbetering zien; = er zijn geen ontwikkelingen die het beeld bijstellen; = ontwikkelingen laten duidelijke verslechtering zien. Verdiepingsonderzoek Maastricht 2013 15

3.1. Analyse begroting en meerjarenraming Onderzoek Begroting Meerjaren- raming Strategisch Tactisch Operationeel Algemeen oordeel Ontwikkeling Begroting en meerjarenraming Goed Voldoende Goed Conclusie Gemeenten krijgen het de komende jaren moeilijk om hun financiële positie op orde te krijgen en te houden. Dit alles heeft te maken met de stapeling aan bezuinigingen en aan decentralisaties gekoppelde kortingen van het vorige en huidige kabinet. Hoe groot deze bezuinigingen voor Maastricht zullen zijn is nog niet bekend maar ze zullen omvangrijk zijn. Maastricht heeft een begroting vastgesteld waar het begrotingsjaar 2013 en alle jaren van de meerjarenraming (2014-2016) sluitend zijn. In deze paragraaf hebben wij een aantal risico s gesignaleerd. Vanuit voorgaande meerjarenbegrotingen zijn grote taakstellingen opgenomen oplopend tot ca 12 miljoen maar ook een taakstelling in het kader van welzijn en innovatie van welzijn en zorg, 2,5 miljoen, en het terugbrengen van het tekort op onderhoud en energie sportaccommodaties van 0,8 miljoen. Daarnaast heeft de gemeente om de begroting 2013 en de meerjarenraming 2014-2016 sluitend te krijgen aanvullende dekkingsvoorstellen gedaan: nullijn salarissen, verkoop woningen en vrijval bodemsanering. Bij het onderhoud van de kapitaalgoederen hebben wij geen totaalbeeld. Het is niet duidelijk of er achterstallig onderhoud is en zo ja binnen welke termijn dit weggewerkt is en hoeveel extra budget hier in de exploitatie voor is opgenomen. Wij kunnen dus niet bepalen of het budget toereikend is om het kwaliteitsniveau dat de raad heeft vastgesteld te realiseren. Bij de verbonden partijen besteedt de gemeente in 2013 extra aandacht aan de WOM Belvédère, MTB, Projectbureau A2, GEM Malberg. De gemeente besteedt extra aandacht aan partijen waar een hoog financieel en beleidsmatig belang aan verbonden is. Wij zouden graag zien, en dat komt in de paragraaf niet tot uitdrukking, dat de gemeente beter in beeld brengt welk financieel risico de gemeente loopt bij deze partijen redenerend vanuit de risicoanalyse. Verder worden de taken op het gebied van jeugdzorg, de Participatiewet en de zorg aan langdurig zieken en ouderen overgeheveld naar de gemeenten. Voor de Participatiewet zal dit per 1 januari 2014 plaatsvinden. Het is op dit moment niet duidelijk welke consequenties dit voor de gemeente heeft. Eind mei 2013 moet duidelijk zijn of en zo ja, met welke gemeenten Maastricht gaat samenwerken om de decentralisaties uit te voeren. Ook de grondexploitatie baart ons zorgen. De gemeente heeft in 2011 haar verlies genomen door 55,2 miljoen af te waarderen op gronden en voorzieningen te treffen. De gemeente voert een actief Verdiepingsonderzoek Maastricht 2013 16

grondbeleid met betrekking tot de 8 brandpunten. Gemeenten die een actief grondbeleid voeren lopen de meeste risico s. Daarom adviseren wij u bij de laatste twee risico s de ontwikkelingen goed te blijven volgen en als dat nodig is passende maatregelen te nemen. Op basis van onze analyse de volgende aanbevelingen zorg voor een materieel sluitende begroting 2014, 2015 en 2016 inclusief meerjarenraming; zorg ervoor dat structurele lasten gedekt zijn met structurele baten; monitor alle bezuinigingen / ombuigingen en neem tijdig passende maatregelen als dat nodig is; ga in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen in op de wettelijke verplichtingen vanuit het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten. Zie verder paragraaf 4.3 Onderhoud kapitaalgoederen; kwantificeer de risico s die in de paragraaf weerstandsvermogen benoemd worden; ga in de paragraaf verbonden partijen in op de financiële risico s die de gemeente loopt bij verbonden partijen redenerend vanuit de risicoanalyse. Waarom onderzoek naar de begroting en meerjarenraming? Wij onderzoeken de gemeentelijke financiële positie, omdat dit essentieel is voor een meerjarige uitspraak over de toezichtvorm. In de Gemeentewet (art. 203) en Gemeenschappelijk Toezichtkader (GTK) staan een aantal toetsingskaders die van belang zijn om voor repressief toezicht in aanmerking te komen. Kwaliteit van de ramingen, zowel in de begroting als meerjarenraming, is belangrijk in onze beoordeling. Speciale aandacht hebben wij daarbij ook voor ontwikkelingen en risico s die de financiële positie sterk kunnen beïnvloeden, zoals grondexploitaties. Daarom beoordelen wij de budgettaire positie van de gemeente, oftewel het evenwicht tussen de jaarlijkse uitgaven en inkomsten, inclusief meerjarenraming. Hoofdzaak is, dat de begroting reëel sluitend moet zijn. Is dit niet het geval dan moet er een reëel perspectief op evenwicht zijn. Daarnaast kijken wij naar behaalde resultaten, zoals deze zijn vastgesteld in de jaarrekeningen. Wanneer er sprake is van structurele jaarrekeningtekorten, kan dat een reden zijn om de gemeente onder preventief toezicht te stellen. Onderzoek en bevindingen Bij ons onderzoek kijken we zowel terug als vooruit. Zo hebben behaalde resultaten vanaf 2009 meegewogen in de beeldvorming over de begroting 2013 en bijbehorende meerjarenraming 2014-2016. Het is belangrijk dat de gemeente nieuw beleid kan oppakken, en toch de financiële positie gezond kan houden. Maastricht wil ruimte creëren voor investeringen. Men kan hierbij denken aan Frontenpark: eerste fase is gericht op het publiekstoegankelijk maken van de Lage Fronten maar ook wordt de interieurrestauratie van het stadhuis opgepakt. De geraamde kosten van de eerste fase van de Lage Fronten bedraagt ca. 3,0 miljoen. De kosten worden gedeeld door de provincie Limburg en de gemeente Maastricht. De gemeente dekt haar deel vanuit het Fonds Bovenwijkse voorzieningen en vanuit de resterende middelen meerjarenplan 2011 en 2012 groen. Daarnaast zijn er investeringen in de begroting opgenomen waar wel geld voor gereserveerd is: de verlegging van de Noorderbrug, Culturele Hoofdstad, Brainport 2020 en de Beatrixhaven. Verdiepingsonderzoek Maastricht 2013 17

De financiële perspectieven De komende jaren krijgen gemeenten te maken met moeilijke financiële ontwikkelingen. We kunnen wel spreken van een stapeling aan bezuinigingen en aan decentralisaties gekoppelde kortingen uit het regeer- en gedoogakkoord van het kabinet Rutte I, het Lenteakkoord, het regeerakkoord van het kabinet Rutte II en de nieuwe maatregelen naar aanleiding van de CPB-berekeningen van februari 2013. Het totaal valt nog niet te overzien, maar zeker is dat de bezuinigingen zeer omvangrijk en langdurig zijn. De economische situatie versterkt voor gemeenten deze effecten doordat lasten juist stijgen en ook inkomsten, die niet van het Rijk komen, onder druk staan. Het vraagt veel van gemeenten om in deze situatie het financieel evenwicht te bewaren, Gemeenten zullen de komende jaren moeilijke keuzen en besluiten moeten nemen om hun begroting materieel in evenwicht te houden. Maastricht geeft aan dat met de inspanningen en investeringen van de afgelopen jaren de stad een stabiele basis heeft gelegd voor een vitale toekomst. De gemeente heeft hiervoor een aantal krachtige maatregelen genomen: er is voor 22 miljoen bezuinigd vooral behaald door efficiency, door automatisering en regionale samenwerking, de grondexploitatie is op orde gebracht, er is 20 miljoen vrijgemaakt voor Culturele Hoofdstad, verlegging van de Noorderbrug 35 miljoen en investeringen in Brainport 2020 en de Beatrixhaven. Maastricht heeft in 2013 en verder een bezuiniging moeten realiseren van 4,3 miljoen vanwege een tegenvallende uitkering uit het gemeentefonds. Hierdoor kwam het structureel sluitend meerjarenperspectief onder druk te staan. Daartegenover bleek de ontwikkeling van het budget inkomensvoorzieningen positief. Voor 2012 was er op dit budget een positief overschot van ca. 5,6 miljoen. En wanneer het aantal bijstandsgerechtigden niet verder oploopt zal ook voor 2013 een positief resultaat gehaald worden ten aanzien van de inkomensvoorzieningen. De gemeente geeft aan te anticiperen op de ontwikkelingen in 2013 en volgende jaren door een verantwoord financieel beleid te voeren. Dit doet de gemeente door koers te houden en de begrotingsdiscipline te handhaven maar ook door te investeren in vertrouwen. Met koers houden bedoelt de gemeente geen lastenverhoging, voortzetting van het armoedebeleid en handhaving van de diverse regelingen voor mensen in een kwetsbare positie. Daarnaast kiest Maastricht nadrukkelijk voor een stad waar het voor alle inwoners goed wonen, werken en leven is en waar iedereen meedoet. Maastricht wil zich als een stedelijke woonstad, een internationale kennisstad en een verleidelijke cultuurstad profileren. Hieronder kijken we nog naar een aantal onderwerpen die de begroting zouden kunnen gaan beïnvloeden. Risico s Onderhoud kapitaalgoederen Zoals in de paragraaf 4.3, Onderhoud kapitaalgoederen, aangegeven wordt, is in de paragraaf in de begroting 2013 niet ingegaan op de wettelijk verplichte kapitaalgoederen: wegen, groen, riolering en water. Om een goed oordeel te kunnen geven is het van wezenlijk belang dat de gemeente in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen minimaal ingaat op de wettelijk verplichte kapitaalgoederen. Ook van belang is om in te gaan op het achterstallig onderhoud, hoe groot dat achterstallig onderhoud is en binnen welke termijn het achterstallig onderhoud is weggewerkt. Nu heeft de raad en wij als toezichthouder geen totaalbeeld van de kapitaalgoederen. Wij hebben in paragraaf 4.3 daarover Verdiepingsonderzoek Maastricht 2013 18

gerapporteerd en aanbevelingen opgenomen. Die onduidelijkheid levert een risico op. De gemeente heeft aangegeven dat ze wel conform de leidraden werkt en conform de leidraden de budgetten in de begroting heeft opgenomen. Wij hebben geconstateerd dat de budgetten conform de leidraden zijn opgenomen in de begroting 2013. Op ambtelijk niveau is aangegeven dat er op dit moment geen achterstallig onderhoud is. Middels technische inspecties en schouwen wordt de kwaliteit van de openbare ruimte bewaakt. De gemeente geeft daarnaast aan dat ze op haar hoede moet blijven omdat de budgetten onder druk staan en op onderdelen wordt in kwaliteit teruggegaan. In de leidraden groen en verhardingen die medio 2013 worden opgesteld zal een en ander expliciet gemaakt worden. De gemeente heeft bovenstaande informatie opgenomen in de jaarrekening 2012. Verbonden partijen De gemeente laat een groot deel van haar taken uitvoeren door samen te werken met andere organisaties: andere medeoverheden, non-profitorganisaties of private partijen. De gemeente verbindt zich bestuurlijk en financieel aan deze organisaties. Het kan hierbij gaan om tijdelijke of langdurige samenwerkingsverbanden. Er kunnen veel voordelen behaald worden door deze samenwerkingsverbanden maar er kunnen ook risico s kleven aan het deelnemen. Maastricht heeft dat in het recente verleden al ervaren. Enkele voorbeelden zijn de MTB en de WOM Belvédère. Het is voor Maastricht van groot belang dat ze een actueel en goed beeld heeft op de ontwikkelingen bij alle verbonden partijen en dat de risico s in beeld zijn zodat de gemeente daarop alert kan reageren. Alleen zo kan de gemeente de vier cyclische activiteiten, sturen, beheersen, verantwoorden en toezicht, die in de kadernota Governance gemeente Maastricht staan goed uitvoeren. Wij adviseren de gemeente beter in beeld te brengen welk financieel risico de gemeente loopt bij verbonden partijen redenerend vanuit de risicoanalyse. Wij hebben hierover gerapporteerd in paragraaf 4.6 Verbonden partijen. Bezuinigingen / ombuigingstaakstellingen Maastricht heeft in het coalitieakkoord aangegeven voor een financieel solide beleid te gaan. Een van de punten was het presenteren van een sluitende meerjarenraming. In voorgaande meerjarenbegrotingen zijn grote taakstellingen opgenomen oplopend tot ca. 12 miljoen maar ook een taakstelling in het kader van welzijn en innovatie van welzijn en zorg, 2,5 miljoen, en het terugbrengen van het tekort op onderhoud en energie sportaccommodaties van 0,8 miljoen. Daarnaast heeft de gemeente om de begroting 2013 en de meerjarenraming 2014-2016 sluitend te krijgen aanvullende dekkingsvoorstellen gedaan: nullijn salarissen, verkoop woningen en vrijval budget bodemsanering. De komende tijd zullen diverse decentralisaties van het rijk naar gemeenten plaatsvinden in het sociale domein. Bij deze decentralisatie zullen kortingen plaatsvinden zodat de gemeente de taak met minder middelen moet uitvoeren. Hierdoor zal de gemeente gedwongen worden om het beleid aan te passen ten aanzien van deze gedecentraliseerde taken. Wij adviseren de gemeente de huidige en toekomstige bezuinigingen goed te monitoren en als de bezuinigingen niet gerealiseerd kunnen worden met vervangende besluiten te komen. Decentralisatie Op het gebied van de jeugdzorg, de Participatiewet en zorg aan langdurig zieken en ouderen kiest het kabinet voor decentralisatie van deze taken naar de gemeenten. Volgens het rijk zijn gemeenten de bestuurslaag die dit dichtbij de burgers het beste kan organiseren. De gemeenten kunnen voorzien in de noodzakelijk integraliteit en maatwerk én kunnen beter inspelen op de rol van het sociale netwerk rond de Verdiepingsonderzoek Maastricht 2013 19

burger. Inzet daarbij is dat er één persoon is die mensen die dat nodig hebben namens de gemeente ondersteunt en begeleidt op basis van een integraal plan voor het hele huishouden. Op 1 januari 2015 gaan de bovengenoemde decentralisaties in. De decentralisaties stellen forse eisen aan de uitvoeringskracht van gemeenten. Het gaat om bestuurlijke, ambtelijke en financiële slagkracht en de beschikbaarheid van capaciteit en expertise om deze taken goed uit te voeren. Daarom kiest het rijk bij de te decentraliseren taken voor samenwerking tussen verschillende gemeenten in de vorm van gemeenschappelijke regelingen. Voordat de uitvoering van de decentralisaties van start kan gaan moet er nog veel werk door de gemeenten uitgevoerd worden. De decentralisaties zijn een grote bestuurlijke, organisatorische en financiële opgave. Van gemeenten wordt een grote inzet verwacht. Open eind-regelingen Maastricht kent een aantal open eind-regelingen (o.a. leerlingenvervoer, WMO, bijzondere bijstand). Op een open eind-regeling kan altijd een beroep worden gedaan als de aanvrager aan de regels voldoet. De uitputting van de geraamde budgetten kan dan geen reden zijn tot weigering van de aanvraag. Als er meer aanvragen worden toegekend dan er budget voor is zal de gemeente in haar exploitatie ruimte moeten zoeken voor dekking. Wij adviseren de gemeente de open-eind regelingen goed te monitoren en als dat nodig is tijdig bij te sturen. Grondexploitatie Veel gemeenten hebben de afgelopen jaren forse verliezen geleden op de grondexploitatie. Ook Maastricht heeft een fors verlies moeten nemen. De gemeente heeft in 2011 een besluit genomen over de financiële gevolgen van de gewijzigde stedelijke programmering. De gemeente heeft een verlies van 55,2 miljoen, inclusief 8,9 miljoen Karosseer, genomen door onder andere afwaardering van gronden en voorzieningen te treffen (zie verder paragraaf 4.7 Grondbeleid). Is het einde in zicht? Ook wij hebben daar geen antwoord op. Wat wij wel kunnen zeggen is dat de grootste risico s bestaan of zelfs daadwerkelijke verliezen worden geleden bij gemeenten met een actieve grondpolitiek. En Maastricht voert een actief grondbeleid bij de 8 brandpunten om de ambities van de stadsvisie zo goed mogelijk te kunnen realiseren. Daarnaast hebben wij gezien dat Maastricht haar verantwoordelijkheid heeft genomen door het verlies te nemen. Hoe vervelend dit ook is voor de gemeente, is dat toch een positieve constatering. Wij adviseren de gemeente alert te zijn en de ontwikkelingen goed te volgen en als dat nodig is passende maatregelen te nemen. Dit ook in relatie tot de algemene reserve (Beleid en Ontwikkeling / Vastgoed). Overige ontwikkelingen Wet Hof Tot en met 2017 zijn afspraken gemaakt over het EMU-saldo dat de medeoverheden kunnen hebben. De bestaande afspraak dat de medeoverheden een EMU-tekort van maximaal 0,5% van het BBP mogen hebben, blijft tot en met 2015 gehandhaafd. Eind 2015 vindt dan een evaluatie plaats, maar tijdens het bestuurlijk overleg van 18 januari 2013 is nu voorlopig afgesproken dat de medeoverheden in 2016 een EMU-tekort van 0,4% BBP kunnen hebben en in 2017 van 0,3% BBP. De afspraken over de Wet Hof hebben twee voordelen die voor alle medeoverheden in gelijke mate gelden. Ten eerste krijgen de medeoverheden tot en met 2017 meer ruimte om te investeren doordat zij een EMU-tekort kunnen hebben. Ten tweede zullen de sancties waarmee medeoverheden onder de Wet Hof te maken kunnen krijgen, tot en met 2017 niet worden ingezet. Verdiepingsonderzoek Maastricht 2013 20

Schatkistbankieren De bepalingen in het wetsvoorstel dat medeoverheden hun overtollige kasmiddelen bij de schatkist stallen, worden aangevuld met de mogelijkheid om deze middelen bij andere medeoverheden uit te zetten. Bij medeoverheden, waarmee een toezichtrelatie bestaat, mogen geen middelen worden uitgezet. Door het bieden van deze mogelijkheid kan een nadeel van het schatkistbankieren worden beperkt. Dat nadeel is dat schatkistbankieren minder rendement oplevert. Schatkistbankieren is vooral voor gemeenten met veel uitgezette middelen van belang. Naast de aantasting van de autonomie zit het gevolg van het schatkistbankieren vooral in het rendement dat uitzetting in de schatkist oplevert. Verder zijn er afspraken gemaakt waardoor de administratieve ballast van het schatkistbankieren in de praktijk minder wordt. BTW-Compensatiefonds Het BCF wordt niet afgeschaft, maar de bezuiniging van 550 miljoen in het regeerakkoord die hiermee verband houdt, blijft wel in stand. Deze bezuiniging wordt nu gerealiseerd door een korting tot dit bedrag op het provincie- en gemeentefonds. Handhaving van het BCF heeft als voordeel dat er geen administratieve lasten ontstaan om allerlei interne procedures aan te passen. Dit betekent een flinke besparing in capaciteit en geld. Dit is een eenmalig voordeel. Een tweede voordeel is dat er geen eenmalig tekort in 2014 ontstaat. Dit tekort zou bij afschaffing ontstaan door het verschil in begrotingsstelsels, waardoor de medeoverheden al in 2014 de btw voor eigen rekening zouden moeten nemen, maar pas vanaf 2015 door verhoogde uitkeringen van het rijk daar (gedeeltelijk) compensatie voor zouden ontvangen. Het open einde karakter van het BCF vervalt. Het BCF gaat zich ontwikkelen conform het accrespercentage dat voor het gemeentefonds geldt. Dat betekent dat alle compensabele btw geclaimd kan blijven, maar als de gezamenlijke btw claims van alle gemeenten en provincies het vastgestelde plafond overschrijden, het bedrag van de overschrijding op het provincie- en gemeentefonds wordt gekort. Bij een onderschrijding gebeurt het omgekeerde. Uit onze begrotingsanalyse blijkt dat de gepresenteerde begroting 2013 en de meerjarenraming 2014-2016 voldoende robuust zijn. Als er zich toch onverwachte tegenvallers voordoen kunnen deze, afhankelijk van hun grootte, opgevangen worden in de exploitatie zelf, door bijvoorbeeld de risicobuffer. Verder is het eigen vermogen een post die incidentele tegenvallers kan opvangen. Voor tegenvallers die niet direct binnen de exploitatie kunnen worden opgevangen is het noodzakelijk om te beschikken over voldoende weerstandscapaciteit. Dit aspect is beoordeeld in paragraaf 4.2 (Weerstandsvermogen). Daarnaast heeft Maastricht een aantal reserves in het leven geroepen om risico s en / of schommelingen te kunnen opvangen: algemene reserve grondzaken, egalisatiereserve kosten dwangbevelen, egalisatiereserve NHMM, egalisatiereserve sociale zekerheid, etc. Overige aspecten Naast bovengenoemde punten kijken wij ook of er andere beleids- en beheersaspecten zijn die de begroting en meerjarenraming positief of negatief kunnen beïnvloeden. In de zeven in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten opgenomen paragrafen die we in hoofdstuk 4 bespreken, komen onderwerpen aan de orde die ook een financieel effect hebben voor de begroting en meerjarenraming. In tabel 3.1.1 hebben we die bevindingen samengevat. Verdiepingsonderzoek Maastricht 2013 21

Tabel 3.1.1 Financiële effecten uit de paragrafen Paragraaf Begroting Meerjarenraming Lokale heffingen Weerstandsvermogen Onderhoud van kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering Verbonden partijen Grondbeleid Betekenis symbolen en afkortingen: = positief, = neutraal; = negatief. Uit de tabel blijkt dat er in de paragrafen geen opvallende bijzonderheden zijn die het beeld van de financiële positie sterk kunnen beïnvloeden. Indien er sprake was van een probleem of risico dat financieel niet goed is opgenomen in de begroting en / of meerjarenraming, was dit aangegeven met een somber kijkend gezichtje. Er wordt neutraal en positief gescoord. Alleen bij het onderdeel onderhoud kapitaalgoederen is bij de meerjarenraming negatief gescoord. Dit heeft te maken met het feit dat bij de begroting 2013 en de meerjarenraming geen inzicht is gegeven of de financiële feiten ook zijn doorvertaald in de meerjarenraming. Daarnaast is er geen inzicht geboden in het achterstallig onderhoud en zo ja binnen welke termijn dit is weggewerkt en hoeveel extra budget hiervoor in de exploitatie is opgenomen. Het financiële beeld sinds 2009 Het gaat in deze paragraaf vooral om de financiële cijfers en uitkomsten. Daarom kijken we nu nog wat uitgebreider naar de begroting 2013 en de meerjarenraming 2014-2016 en naar de afgelopen drie jaren 2009-2011. 2009 De begroting 2009 is opgesteld voordat de economische crisis begon. De kaderbrief 2008 is mede gebaseerd op de geactualiseerde stadsvisie. In de kaderbrief wordt nadrukkelijk aangegeven dat het noodzakelijk was de stadsvisie te actualiseren en ook de 22 beleidsafspraken uit het coalitieakkoord. Verder stelde de gemeente voor enkele beleidsintensiveringen door te voeren en deze hebben vooral betrekking op cultuur, economie en bereikbaarheid. De kaderbrief werd voor alle jaren (2009-2012) sluitend vastgesteld. De gemeente heeft gebruik gemaakt van een aantal technische maatregelen. Maastricht had in 2009 maatschappelijke investeringen ter waarde van 60 miljoen op de balans staan, die niet hoeven te worden vervangen. De gemeente heeft deze investeringen afgewaardeerd ten laste van het Vruchtboomfonds en daardoor kunnen de vrijvallende kapitaallasten op termijn naar voren worden gehaald. De begroting 2009 en de meerjarenraming 2010-2012 zijn sluitend vastgesteld. De vermogenspositie van de gemeente was solide. Het totale eigen vermogen plus de voorzieningen bedroeg ca. 500 miljoen. De algemene reserve, exclusief het Vruchtboomfonds, bedroeg ca. 11,5 miljoen. Gedurende het jaar 2009 werd duidelijk dat de economische crisis de gemeenten en dus ook Maastricht zou raken. Dit werd in de managementrapportage I-2009 duidelijk zichtbaar. Het verwachte nadelig jaarresultaat 2009 zou uitkomen op 5,3 miljoen. Het tekort werd veroorzaakt door het Verdiepingsonderzoek Maastricht 2013 22

ontstane gat in de begroting van 3,1 miljoen, een tekort op het gemeentefonds van 1,0 miljoen en een tekort van 1,2 miljoen door autonome en beleidsontwikkelingen. Verder werden toenemende risico s op financiële consequenties bij de open-eind regelingen geconstateerd. In de managementrapportage II-2009 werd melding gedaan van een tekort van 2,43 miljoen. Het tekort heeft vooral betrekking op zaken waar de gemeente geen directe invloed op kon uitoefenen. Daarnaast heeft Maastricht in 2009 haar Essent-aandelen verkocht. De gerealiseerde opbrengst van de verkoop Essent-aandelen ad. 16,577 miljoen is in het Vruchtboomfonds gestort. Zoals al aangekondigd in de managementrapportage II-2009 sluit de jaarrekening 2009 af met een tekort van 2,43 miljoen. Voor het tekort zijn dekkingsvoorstellen gedaan en via de managementsrapportages is de raad geïnformeerd over de realisatie hiervan. 2010 De kaderbrief 2009 liet het begrotingsjaar 2010 sluitend zien. De jaren 2011 tot en met 2013 vertoonden tekorten van respectievelijk 1,961 miljoen, 0,672 miljoen en 0,165 miljoen. In de kaderbrief wordt aangegeven dat de doorwerking van de financiële crisis op de economie in volle gang is. Ook Maastricht wordt hard geconfronteerd met de gevolgen van deze crisis. Maastricht is van een echte industriestad omgebouwd naar een diensten- en kennisstad. Daardoor is Maastricht minder kwetsbaar als het in een van de sectoren even tegenzit. Dus dan stijgt de werkloosheid minder snel. Maar de financiën van de stad werden niet alleen door de crisis geraakt maar ook door de stedelijke programmering, de te verwachten groei WWB ers, gevolgen van het bestuursakkoord van de VNG met het Rijk en het tijdelijk buiten werking zetten van de normeringsystematiek van het gemeentefonds. Verder heeft de gemeente in haar begroting veel last van de stijgende lasten bij de WMO, onderhoud openbare ruimte en de MTB. Bij de begroting 2010 zijn de jaren 2010 en 2013 sluitend aangeboden en de jaren 2011 en 2012 sluiten respectievelijk met een tekort van 0,333 miljoen en 0,939 miljoen. Bij de managementrapportage 2010 werd uitgegaan van een tekort van 5,3 miljoen. Het college heeft na de managementrapportage beheersmaatregelen getroffen (aanhouden vacaturestop, opschonen reserves en voorzieningen en nog te betalen posten) om dit tekort zoveel mogelijk in te dammen. In de jaarrekening bedraagt het resultaat 0,073 miljoen. Het positief resultaat is exclusief het incidenteel negatief resultaat ad 23,782 miljoen, als gevolg van de vertaling van de financiële consequenties van de stedelijke herprogrammering. Conform het besluit van de raad van maart 2011 moet er een bedrag ad 55,2 miljoen worden afgeboekt. De verwerking van dit verlies heeft in overleg met de accountant plaatsgevonden. De dekking van dit bedrag vindt plaats uit verschillende bronnen (ISV, BWS middelen, grondexploitatie en het Vruchtboomfonds). 2011 In de kaderbrief 2010 geeft de gemeente aan dat de financiële en economische crisis hard heeft toegeslagen. Ook Maastricht stond aan de vooravond van bezuinigingen die een ongekende omvang hebben. Maastricht heeft keuzes moeten maken. De kaasschaaf volstond niet meer. In de kaderbrief 2010 wordt het begrotingsjaar sluitend aangeboden en het jaar 2012 met een positief saldo van 0,127 miljoen. De jaren daarna, 2013 en 2014, worden met tekorten aangeboden, respectievelijk 0,247 en 0,747 miljoen tekort. De insteek in de kaderbrief 2010 is om in de begroting 2011 structureel 4,0 miljoen te bezuinigen vanaf 2011, onderverdeeld naar 2,5 miljoen takenreductie, 1,0 miljoen efficiency en 0,5 miljoen inkomstenverhoging. De begroting 2011 is sluitend aangeboden en de jaren 2012-2014 hebben kleine tekorten. De gemeente wil door efficiencyverbeteringen en het verlagen van de apparaatskosten flink bezuinigen. In totaliteit wil de gemeente hiermee structureel 11,0 miljoen Verdiepingsonderzoek Maastricht 2013 23