Visie op overdracht wegen Provincie Zuid-Holland Dienst Beheer Infrastructuur Versie 2.0: 16 november 2006
Visie op overdracht wegen - definitief - 16 november 2006 2 van 7 Leeswijzer Voor u ligt de notitie "Visie op overdracht wegen" met daarin 3 bijlagen, te weten een kaart met daarop de wegen weergegeven volgens de overdrachtsvisie, een matrix waarin per weg wordt aangegeven hoe de wegen zijn getoetst aan de visie en een overzicht van overdrachten welke reeds in gang zijn gezet. De provincie gaat niet actief overdragen. De notitie "Visie op overdracht wegen" geeft aan waarom welke wegen in beheer en eigendom behoren te zijn bij de provincie Zuid-Holland. De notitie dient als referentiedocument in geval er een verzoek tot overdracht van een weg wordt ingediend.
Visie op overdracht wegen - definitief - 16 november 2006 3 van 7 1. Inhoudsopgave 1. Aanleiding... 4 2. Typen wegen... 5 3. Beleidskader... 5 3.1 Wegen die niet in aanmerking komen voor overdracht... 5 3.2 Wegen die wel in aanmerking komen voor overdracht... 6 3.3 Wegen waarover nog discussie mogelijk is... 6 3.4 Verwerving van Wegen... 6 4. Uitgangspunten voor implementatie overdracht... 6 5. Financiële afwikkeling... 6 5. 1 Uitgangspunten voor een kostenberekening.... 7 6. Werkwijze, hoe te komen tot een overdrachtsagenda... 7 6.1 Werkwijze overdracht wegen.... 7 7. Afkortingen en definities... 7 8. Literatuur, referentiebronnen... 7 Bijlagen: 1. Kaart visie op overdracht wegen 2. Matrix visie overdracht wegen 3. Wegen waar men reeds stappen naar overdracht heeft genomen
Visie op overdracht wegen - definitief - 16 november 2006 4 van 7 1. Aanleiding In het Provinciaal Verkeer en Vervoer Plan (PVVP) is vastgesteld dat het eigendom en beheer van infrastructuur niet geheel in lijn is met de regisserende rol die de provincie Zuid-Holland voor zich ziet weggelegd wat betreft de regionale en bovenregionale infrastructuur. Daarom is in het PVVP opgenomen dat er een overdrachtsvisie op wegen zal worden opgesteld. Deze overdrachtsvisie bevat naast het voorliggende visiedocument alle relevante stukken om tot overdracht te komen. De behoefte aan een overdrachtsvisie komt voort uit de gedachte van opschaling van de provincie als verantwoordelijke voor de boven- en interregionale wegen. Het PVVP legt de provinciale verkeersverantwoordelijkheid op het gebied van de verbindingen tussen de regio's en niet op het gebied van lokale en intern regionale verbindingen. Wegen met een lokaal karakter passen niet in dit beeld. Terwijl sommige rijksautowegen juist wel in dit beeld passen. In een later stadium zal ook overwogen worden of het wenselijk is rijkswegen van een lagere orde door de provincie over te nemen. De kennis van het beheer en onderhoud van de provinciale wegen geeft inzicht in de praktijksituatie. Hiermee kon een nadere invulling gegeven worden aan termen als 'verbindingen tussen regio's' en 'bovenregionaal'. In de praktijk noodzakelijke wegennetwerken ten behoeve van Dynamisch Verkeersmanagement (DVM) en Coördinatie Alternatieve Routes (CAR) zijn gekoppeld aan het PVVP netwerk. Door de overdrachtsvisie moet de praktijksituatie van eigendom, beheer en investeren in eigen infrastructuur beter gaan aansluiten bij de visie uit het PVVP (en Nota Mobiliteit). Er is opdracht gegeven om door middel van deze nota een toetsinstrument te ontwikkelen dat gebruikt moet worden op het moment dat er over overdracht van wegen onderhandeld wordt. Het uitgangspunt ten aanzien van het overdragen van wegen is dat wij een passieve opstelling hebben t.o.v. de overdracht van wegen. Dit staat in deze visie voorop, daarnaast heeft deze visie tot doel de bepaling van de functie van wegen. Voorgeschiedenis Op 1 januari 1993 is de Wet herverdeling wegenbeheer (Whw) in werking getreden. De Whw had tot doel een einde te maken aan de onoverzichtelijke en weinig efficiënte wijze waarop het wegbeheer in Nederland was verdeeld. Om aan de versnippering een einde te maken zijn veel weggedeelten van eigenaar gewisseld per 1 januari 1993. De herverdelingsoperatie bracht met zich mee dat (landelijk) circa 10.000 kilometer weg van wegbeheerder wisselde. De herverdeling van het wegenbeheer tussen het Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen leidde tot een evenwichtiger verdeling van de wegen. Verder maakte het een efficiënter en doelmatiger beheer mogelijk. De Whw heeft geen werking op veranderingen in de functie van wegen die na 1993 zijn ontstaan. Ontwikkelingen van na 1993, bijv. functieverandering van wegen of nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen kunnen overdracht van beheer nodig maken. Zo kunnen provinciale of rijkswegen van functie wijzigen bijvoorbeeld door het beschikbaar komen van vervangende verbindingen, "vervangende rijkswegen" of verkeersordenende maatregelen. Gemeentelijke- en waterschapswegennetten kunnen veranderen door bijvoorbeeld wijziging van de bebouwde komgrens. Daarnaast is men tijdens de herverdelingsoperatie van 1993 een beperkt aantal wegvakken van geringe omvang niet overgedragen door toenmalige capaciteitsproblemen bij de eenheid Grondzaken. Deze kunnen alsnog op basis van vrijwilligheid worden overgedragen aan de meest logische wegbeheerder. Het voorgaande leidt tot de vraag welke visie de provincie heeft als het gaat om het wegennet dat zij in beheer wil hebben. Op basis hiervan wordt uitgewerkt: 1. Welke wegen de provincie in beheer wil houden (en of krijgen) 2. Welke wegen of wegdelen in aanmerking komen voor overdracht en aan wie.
Visie op overdracht wegen - definitief - 16 november 2006 5 van 7 2. Typen wegen Binnen het provinciale wegennet zijn de volgende wegen te onderscheiden Wegen die in het PVVP-deel B zijn aangemerkt als Zuidvleugelweg of Zuidvleugelweg van bijzonder belang. Wegen met een ontsluitende functie zonder regionale verbindingsfunctie, Daarnaast zijn wegen met een "CAR" functie (Coördinatie Alternatieve Routes) en wegen die binnen het DVM netwerk vallen van groot belang voor de mobiliteit binnen de provincie. Overige wegen van met name lokaal belang. Deze kaart is bijgevoegd. Bijlage 1 3. Beleidskader Het provinciale beleid richt zich op het niveau van het bovenregionaal belang. Hierdoor kan de provinciale regietaak op een efficiënte wijze worden ingevuld. Dit is in belang voor de bereikbaarheid van Zuid-Holland en vooral voor de economisch belangrijke centra in Zuid-Holland. Door alle wegen binnen de provincie te toetsen aan deze visie, ontstaat een matrix die op een overzichtelijke wijze weergeeft waarom een weg wel of niet in aanmerking komt voor overdracht. Opgemerkt dient te worden dat door nieuwe ontwikkelingen in en van de omgeving afwijkingen van deze visie het gevolg kunnen zijn. 3.1 Wegen die niet in aanmerking komen voor overdracht De volgende wegen moeten hun provinciale status behouden om de sturing van de mobiliteit op een effectieve centrale wijze mogelijk te houden. Wegen die in het PVVP-deel B zijn aangemerkt als Zuidvleugelweg of Zuidvleugelweg van bijzonder belang (kaart 1 PVVP-deel B, pagina 19). Wegen die passen in het dynamisch verkeersmanagement netwerk en onderdeel zijn van het netwerk in de verkeerscentrale "Zuid West Nederland". Wegen die aangewezen zijn om nu en in de toekomst als alternatieve route te dienen zoals bedoeld in het project "Coördinatie Alternatieve Routes".
Visie op overdracht wegen - definitief - 16 november 2006 6 van 7 3.2 Wegen die wel in aanmerking komen voor overdracht De volgende wegen kunnen worden overgedragen naar gemeenten en waterschappen, gelet op het ontbreken van een bovenregionaal belang. Wegen die in hoofdzaak een lokale of regionale functie hebben en niet in één van de belangrijke netwerken opgenomen zijn. wegen/wegvakken, die door schaalvergroting/ gemeentelijke herindeling interne gemeentelijke wegen (zijn) (ge)worden wegen/wegvakken, die door het aanleggen van nieuwe wegen of vaststellen van andere hoofdroutes hun doorgaande functie hebben verloren of gaan verliezen wegen/wegvakken, die door nieuwe ruimtelijke ontwikkeling in de bebouwde kom zijn terechtgekomen 3.3 Wegen waarover nog discussie mogelijk is Wegen die thans geen regionale verbindingsfunctie hebben maar in de toekomst wel als een belangrijk tracé kunnen worden gebruikt voor het ontsluiten van economisch belangrijke centra of een verbinding kunnen vormen tussen twee economisch belangrijke stroomwegen. Wegen die grenzen aan de buurprovincies, dit in verband met afstemming van de functie van de weg op de buurwegen. 3.4 Verwerving van Wegen. Rijksautowegen van lagere orde, die een aanvulling kunnen vormen op het provinciale netwerk, dit zijn de in het PVVP benoemde Zuidvleugelwegen van bijzonder belang. (Bijvoorbeeld N57, N59, N11 en N44) 4. Uitgangspunten voor implementatie overdracht Bij overdrachten staan twee algemene uitgangspunten centraal: 1 Eerste uitgangspunt is een voor alle betrokken partijen redelijke en billijke opstelling (lusten en lasten moeten elkaar neutraliseren). 2 Wanneer overdrachten aan de orde zijn kan er slechts tot overdracht worden overgegaan nadat er een wilsovereenkomst is bereikt tussen de betrokken partijen. Opgemerkt wordt dat niet-openbare wegen buiten het kader van de overdrachten volgens deze notitie vallen. 5. Financiële afwikkeling Indien een weg wordt overgedragen naar een andere beheerder betekent dit dat de aan die weg verbonden lasten eveneens worden overgedragen. Voor de overdragende partij ontstaat aldus een vermindering van de financiële last, terwijl er voor de overnemende partij de uitgaven zullen toenemen. Om dit lastenverschil te compenseren is het logisch dat de overdragende partij een vergoeding verstrekt aan de overnemende partij. Iedere overdracht is maatwerk waarbij verwacht wordt dat de weg in goede staat wordt overdragen. De kosten worden bepaald naar aanleiding van de toestand van de weg. In de praktijk wordt vaak uit efficiencyoverwegingen besloten om een bedrag wat nodig is voor achterstallig onderhoud te bepalen en dit eenmalig af te kopen.
Visie op overdracht wegen - definitief - 16 november 2006 7 van 7 5. 1 Uitgangspunten voor een kostenberekening. Staat van onderhoud tijdens overdrachtsprocedure Jaarlijkse beheerkosten volgens normkosten rapport "Beheer en Onderhoud Transparant" waarbij uitgegaan wordt van een gewenningsperiode van 5 jaren. 6. Werkwijze, hoe te komen tot een overdrachtsagenda Indien er in de toekomst besloten wordt om actief wegen te gaan overdragen, dan dienen de wegen te worden getoetst aan deze visie. Na accordering wordt er een planning opgesteld wanneer en aan wie de weg overgedragen gaat worden. Deze planning dient te worden ondersteund door een financiële planning. Uitvoering van de overdrachtsagenda zal bij de districten komen te liggen. 6.1 Werkwijze overdracht wegen. Thans wordt bij een aanvraag 'overdracht van de weg', getoetst of de weg volgens de visie in aanmerking komt voor overdracht. Wegen kunnen overgedragen worden middels: Met een vergoeding voor achterstallig onderhoud; Met een vergoeding voor toekomstig onderhoud; Om niet. 7. Afkortingen en definities DVM PVVP Zuidvleugelweg CAR Bovenregionaal Overdrachtsdossier Dynamisch verkeersmanagement; op het bestaande wegennet de bereikbaarheid en de verkeersveiligheid verbeteren door het geven van verkeersinformatie, het verbeteren van de doorstroming en/of het geven van een voorrangsbehandeling aan bepaalde groepen weggebruikers Provinciaal Verkeer - en VervoersPlan Boven- en interregionale wegen onder verantwoordelijkheid van de provincie Zuid-Holland (valt onder het PVVP) Coördinatie Alternatieve Routes (het verkeer tijdens een incident gestructureerd alternatieve routes aanbieden) Wegen die niet onder eigendom en/of beheer en onderhoud van gemeenten c.q. waterschappen vallen Visiedocument + alle relevante te produceren stukken 8. Literatuur, referentiebronnen 1. Richtlijnen inzake de overdracht van wegen na de effectuering van de wet herverdeling wegen. (jan. 1998)