Gezamenlijk hierna te noemen: Partijen

Transcriptie

1 Nr. NB 6039 Bestuursovereenkomst tussen de Staat en de provincie Noord -Brabant betreffende het maken van aanvullende afspraken ten behoeve van de aanleg van de Rijksweg A4, Dinteloord-Bergen op Zoom De ondergetekenden: de Minister van Verkeer en Waterstaat, mevrouw drs. K.M.H. Peijs, handelende als bestuursorgaan en als vertegenwoord iger van de Staat der Nederlanden, hierna te noemen de Staat en de Provincie Noord-Brabant, ter uitvoering van het besluit van het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van 4 oktober 2005 en ingevolge artikel 176 van de Provinciewet gevolmachtigd door de Commissaris van de Koningin in de Provincie Noord- Brabant,vertegenwoordigd door het lid van voornoemd college belast met de portefeuille Infrastructuur (wegen en vaarwegen), dr. E.J. Janse de Jonge, hierna te noemen de Provincie Gezamenlijk hierna te noemen: Partijen overwegende, dat - de Staat voornemens is een standpunt in te nemen met betrekking tot de aanleg van het gedeelte van de Rijksweg A4 tussen Dinteloord en Bergen op Zoom; - de Provincie bij brief van 16 november 2004, kenmerk heeft aangegeven dat de Provincie samen met de gemeenten Bergen op Zoom, Steenbergen en Tholen en de provincie Zeeland een bedrag van 27 miljoen in de aanleg van vorengenoemd weggedeelte wenst te investeren (bijlage 1); - de Staat bij brief van de Staat aan de Provincie van 30 september 2005, kenmerk DGP/WV/u heeft verzocht om een aanvullende bijdrage van 15 miljoen in de aanlegkosten van het betrokken weggedeelte te willen verlenen (bijlage 2); - de Provincie bij haar brief van 7 oktober 2005, kenmerk te kennen heeft gegeven akkoord te gaan met de gevraagde extra bijdrage van 15 miljoen, onder de voorwaarden zoals deze zijn vermeld in de bijlage van vorengenoemde brief van de Staat (bijlage 3); - de Staat bij brief van 18 oktober 2005, kenmerk DGP/WV/U heeft geantwoord op eerder genoemde brief en onderschrijft dat genoemde overeenstemming geen invloed zal hebben op de in het MIT opgenomen projecten in de provincie Noord-Brabant (bijlage 4): - Partijen in deze overeenkomst nadere afspraken willen vastleggen in aanvulling op doch onder handhaving van het bepaalde in de voornoemde correspondentie. zijn overeengekomen als volgt: Artikel 1: Doel van partijen Partijen leggen met deze overeenkomst nadere afspraken vast over de bestuurlijke samenwerking bij de voorbereidingen van en de aanleg en openstelling van het gedeelte van de Rijksweg A4 tussen Dinteloord en Bergen op Zoom (verder te noemen: het Werk) in aanvulling op de reeds gemaakte afspraken zoals vastgelegd in de als bijlage bijgevoegde brieven van de Staat en de Provincie.

2 Artikel 2. Uitvoering en planning 1. De Staat zal zich inspannen om de voor de realisering van het Werk noodzakelijke procedure in het kader van de Tracéwet op een zo kort mogelijke termijn te doorlopen tot de vaststelling van een onherroepelijk Tracébesluit. De Staat zal ernaar streven dat het Werk in 2010 zal zijn gerealiseerd, met inachtneming van de nog af te ronden tracéwetprocedure en behoudens overmacht door bezwaren van derden. 2. Alle aan voorbereiding en de aanleg van het Werk gerelateerde kosten komen volledig voor rekening van de Staat, met uitzondering van de (organisatie en personele)kosten, die de Provincie vanuit de publieke taak geacht wordt te maken. Artikel 3: Samenwerking. 1. Partijen spannen zich in om, met inachtneming van ieders mogelijkheden en wettelijke bevoegdheden, het Werk te realiseren, danwel zo gunstig mogelijke voorwaarden te scheppen om de realisatie van het Werk mogelijk te maken en te bespoedigen. 2. De Staat zal het programma van functionele eisen van het Werk in overleg met de Provincie opstellen voor zover het eisen betreft terzake van provinciale wegen. 3. De Provincie zal zich voor zover passend binnen haar taken en bevoegdheden inspannen voor het tijdig beschikbaar stellen van benodigde provinciale vergunningen en overige provinciale besluiten ten behoeve van het werk, behoudens overmacht door bezwaren van derden. 4. De Provincie zal zich voor zover passend binnen haar taken en bevoegdheden inspannen voor de bestuurlijke medewerking van de gemeenten en waterschappen De Provincie zal de Staat daartoe desgevraagd bijstaan in overleg met voornoemde bestuurlijke partijen. 5. De Provincie zal voor zover passend binnen haar taken en bevoegdheden (planologische) medewerking verlenen aan het realiseren van inpassingsmaatregelen en natuurcompensatie ten gevolge van de aanleg van het Werk. 6. De Provincie zal voor zover passend binnen haar taken en bevoegdheden medewerking verlenen aan het aanpassen en verleggen van de provinciale wegen N 257 (Steenbergen (N 259) Grevelingendam (N 59)), N 268 (Dinteloord Roosendaal genaamd Noordlangeweg) en N 286 (Halsteren (N 259) Stavenisse) in verband met de kruisingen met en de aansluiting op het Werk. 7. De Provincie zal voor zover passend binnen haar taken en bevoegdheden medewerking verlenen bij de hervestiging van bedrijven en in het bijzonder de glastuinbouwbedrijven, die als gevolg van de aanleg van het Werk een andere locatie moeten zoeken. 8. De Staat zal het resultaat van de marktverkenning terugmelden aan de Provincie en zal jaarlijks de voortgang van het Werk en de financiële situatie melden aan de Provincie. 9. De Provincie zal -indien de Staat daartoe verzoekt- een bijdrage leveren in de vorm van personele ondersteuning bij de voorbereiding van de aanbestedingsdocumenten alsmede gedurende de aanbestedingsprocedure. Deze ondersteuning vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de Staat. In afwijking van artikel 2 lid 1 kan de Provincie de Staat verzoeken de personele kosten daarvan te vergoeden. 10. De in de leden 2, 3, 4, 5 en 6 genoemde werkzaamheden zullen niet leiden tot verhoging of anderszins ten laste komen van de bijdrage van de Provincie. Artikel 4. Bijdrage van de Provincie en aan het Werk

3 1. De Provincie zal aan de Staat ten behoeve van de aanleg van het Werk een vaste bijdrage van 27 miljoen verlenen. De in dit lid bedoelde bijdrage is toegezegd in de brief van de Provincie aan de Staat van 16 november 2004 (zie bijlage 1). 2. De Provincie zal ten behoeve van het Werk aanvullend aan de Staat betaalbaar stellen een bedrag van 15 miljoen (prijspeil 2004), zoals is aangegeven in de brief van de Provincie aan de Staat d.d. 7 oktober 2005, kenmerk (bijlage). Deze betaalbaarstelling vindt plaats onder de voorwaarden als vermeld in de bijlage van de brief van de Staat van 30 september 2005, kenmerk DGP/WV/u (bijlage). 3. De Provincie zal de betalingen aan de Staat als bedoeld in de leden 1 en 2 - als volgt doen: 2006: 10 miljoen; 2007: 5 miljoen; 2008: 5 miljoen; 2009: 10 miljoen; 2010: 12 miljoen. Betaling vindt plaats in het betreffende jaar uiterlijk één maand nadat de Staat een declaratie hiervoor bij de Provincie heeft ingediend onder verrekening van de IBOIindex vanaf Onverlet het bepaalde in deze overeenkomst is, indien de Provincie niet tijdig tot betaling overgaat van de in lid 3 bedoelde bedragen, de Provincie aan de Staat de wettelijke rente verschuldigd. Artikel 5. Beheer en onderhoud en overdracht. 1. Nadat het Werk is voltooid zal de openstelling geschieden door de Staat als (formeel) wegbeheerder. De Staat verricht daartoe de noodzakelijke handelingen en neemt daartoe de noodzakelijke besluiten. 2. Partijen zullen zich ertoe inspannen dat er vóór de datum van ingebruikname van het Werk als autosnelweg afspraken zijn gemaakt met de Provincie en met de betrokken gemeenten inzake het beheer en onderhoud van de aansluitingen en bijkomende infrastructurele voorzieningen (waaronder kunstwerken) op en in het aan te leggen weggedeelte ten behoeve van het onderliggende wegennet. 3. De Staat zal zich inspannen om voor de datum van ingebruikname van de weg als autosnelweg met de betrokken gemeenten afspraken te maken betreffende het beheer en onderhoud van de vervangende Rijksweg A4 tussen Dinteloord en Bergen op Zoom. Artikel 6. Onvoorziene omstandigheden 1. Onvoorziene omstandigheden welke van dien aard zijn dat de ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet kan worden verlangd, kunnen voor de partij die zich op die omstandigheden beroept aanleiding geven met elkaar in overleg te treden. 2. Partijen onderkennen de mogelijkheid dat zich omstandigheden kunnen voordoen die weliswaar de essentialia van de overeenkomst betreffen en uit dien hoofde tot ontbinding van de overeenkomst zouden kunnen leiden, doch die partijen ertoe nopen ter uitvoering van deze overeenkomst nadere afspraken met elkaar te maken. Zij verbinden zich alsdan op constructieve wijze met elkaar te overleggen en voorts al het mogelijke te doen ter verzekering van de (correcte) nakoming van deze overeenkomst. 3. Indien het in het tweede lid bedoelde overleg tot overeenstemming leidt zal herziening, wijziging of aanvulling van de overeenkomst worden vastgelegd in een

4 nader te sluiten wijzigings - c.q. aanvullende overeenkomst. Artikel 7. Ontbindende voorwaarde. Indien de Staat na overleg met de Provincie in relatie tot de door de private partijen gedane biedingen besluit dat de aanleg van het Werk niet haalbaar is, zullen partijen over de overeenkomst in overleg treden en zonodig de overeenkomst beëindigen. Artikel 8. Aanvullende ontbindende voorwaarde Elk der partijen is gerechtigd deze overeenkomst geheel of gedeeltelijk buiten rechte te ontbinden: wanneer de besluiten of andere rechtshandelingen die op grond van wettelijke regelingen vereist zijn om te kunnen overgaan tot realisatie van het Werk dan wel de inhoud daarvan aan de nakoming van de in deze overeenkomst aangegane verplichtingen geheel of gedeeltelijk in de weg staat; Artikel 9 Looptijd van de overeenkomst. 1. Deze overeenkomst treedt in werking op de dag van ondertekening, en is gesloten voor de periode die eindigt per de datum dat het Werk is gerealiseerd en opengesteld conform het bepaalde in deze overeenkomst 2. Rechtsgevolgen welke voortvloeien uit deze overeenkomst en die naar hun aard geacht worden door te werken of eventueel ontstaan na de beëindiging van deze overeenkomst, worden afgehandeld overeenkomstig het bepaalde in deze overeenkomst. Artikel 10. Slotbepaling. 1. Alle correspondentie met betrekking tot deze overeenkomst dient door de Provincie gericht te worden aan: Ministerie van Verkeer en Waterstaat ter attentie van de Hoofdingenieur-directeur van de regionale Directie Noord-Brabant van de Rijkswaterstaat Postbus MJ s-hertogenbosch onder vermelding van het nummer van deze overeenkomst. 2. Alle correspondentie met betrekking tot deze overeenkomst dient door het Rijk gericht te worden aan: Provincie Noord Brabant Project A4-Zuid ter attentie van de directeur van de directie Economie & Mobiliteit Postbus MC s-hertogenbosch onder vermelding van het nummer van deze overeenkomst. Partijen informeren elkaar tijdig schriftelijk, met ontvangstbevestiging, over wijzigingen in de adressering. Aldus opgemaakt en in 2-voud ondertekend, te te

5 De Minister van Verkeer en Waterstaat Namens Gedeputeerde Staten van Noord - Brabant drs. K.M.H. Peijs dr. E.J. Janse de Jonge