WIE HAD DAT VERWACHT? WAT GEBEURT HIER? DE OPKOMST VAN LEEFBAAR UTRECHT EN HOE DE GRIFFIE DAARMEE OMGING Ad Smits Voormalig griffier gemeente Utrecht
Velen van u zullen ongetwijfeld met verbijstering en ontzetting de Brexit en de verkiezing van Trump hebben ervaren. Niet voorspeld, niet verwacht en de toekomst is ongewis. Zo verging het ook Utrecht toen de Stadspartij Leefbaar Utrecht uit het niets in 1998 met 9 zetels in de raad kwam. Zij voerden fel oppositie en kwamen met tussentijdse verkiezingen in het jaar 2000, in verband met de samenvoeging van Utrecht met Vleuten-De Meern per 1 januari 2001, met 14 zetels terug in de raad. Veruit de grootste partij en het nemen van collegeverantwoordelijkheid was noodzakelijk en uiteraard door Leefbaar Utrecht ook gewenst. Zij namen volgens goed gebruik het voortouw in de coalitieonderhandelingen en er kwam een coalitie tot stand tussen Leefbaar Utrecht (14 zetels), PvdA (7 zetels), VVD (5 zetels) en de Vleutense partij Burger en gemeenschap (2 zetels). Leefbaar leverde drie wethouders. De schok onder de ambtenaren in het stadhuis was groot. De Leefbaarwethouders waren onervaren, hadden een meermalen uitgesproken wantrouwen jegens het ambtelijk apparaat, kwamen voort uit een anti-establishment mentaliteit, maar gingen vol zelfvertrouwen aan de slag. De factor van een ervaren burgemeester (Annie Brouwer) en twee in de politiek gepokt en gemazelde wethouders (Hans Spekman en Jan van Zanen) is van groot belang geweest voor het welslagen van deze coalitie, die ruim vijf en een half jaar (in verband met de vervroegde verkiezingen eind 2000) stand heeft gehouden. Na de reguliere gemeenteraadsverkiezingen in 2006 viel Leefbaar Utrecht terug naar drie zetels. Ook toen reageerde het ambtelijk apparaat geschokt, maar dan omgekeerd: dit hadden ze niet verdiend. Na de verkiezingen van 2010 bleef nog maar een enkele zetel over voor de Leefbaren. Het enige raadslid Oldenburg werd alom gewaardeerd voor zijn kennis en historisch geheugen; hij was tot 2014 ook de nestor van de raad. Bij de verkiezingen in 2014 deden de Leefbaren niet meer mee; de partij was inmiddels opgeheven. 128 JAARBOEK 2017
De start Bij het aantreden van de raad in 1998 was het monistische systeem nog aan de orde. De Leefbaren zaten in de oppositie en de wethouders stemden nog gewoon mee bij alle raadsbesluiten. Zij waren immers raadslid en tevens wethouder, iets wat in de huidige tijd moeilijk voorstelbaar is. Wie stemmen er voor het voorstel van het college?, zo vroeg de voorzitter. In het collegevak gingen alle vingers omhoog. Zij stemden voor hun eigen voorstel. Het dualisme bracht hierin verandering: er kwam een duidelijk onderscheid in de wetgevende, de beleidsbepalende, macht en de uitvoering ervan. In 2003 werd het dualisme in de lokale politiek ingevoerd. Leefbaar Utrecht zat toen al in het college. Zittende partijen maakten deze omwenteling direct mee. Dat was lastig, niet alleen voor de Leefbaar- raadsleden en -wethouders, maar ook voor alle andere betrokkenen. En zeker niet in de laatste plaats voor de burgemeester, die een andere rol kreeg als voorzitter van de raad; minder sturend optreden, niet de indruk willen wekken het college te veel invloed te willen geven, etc. Burgemeester Annie Brouwer, onlangs te vroeg overleden, had het er moeilijk mee. Wij hebben in het begin erg aan elkaar moeten wennen. Zij had tot dan toe in de raad naast zich de gemeentesecretaris, die haar ook ondersteunde in het college. Toen kreeg ze een vreemde snuiter naast zich die allerlei opvattingen had over hoe het hoogste orgaan zou moeten functioneren. Het wende snel en zij pakte haar nieuwe rol met verve op. Nieuwelingen in de raad De raad zowel als het college werd tot 2003 ondersteund door het Bureau gemeentesecretaris. Dat was zo overal in Nederland, zij het dat dit bureau in veel gemeenten andere namen had. De raden werden door deze bureaus op zich goed ondersteund, maar veelal vanuit het collegeperspectief. Dat veranderde toen er griffies kwamen. De duale raad en de griffiers hadden nieuwe opvattingen over hoe de raad in het nieuwe systeem moest functioneren. Zo ook in Utrecht waar de Leefbaar-coalitie moest wennen aan de nieuwe duale verhoudingen en aan de griffie, als uitsluitende ondersteuning van de raad. Dat ging met vallen en opstaan. JAARBOEK 2017 129
Als belangrijkste taak heb ik in die periode gezien het winnen van vertrouwen. Daartoe heb ik vele gesprekken gevoerd met de fractievoorzitters en met raadsleden, want het was niet alleen een nieuwe en ongewisse periode voor de Leefbaren, maar voor alle partijen. Vele sessies zijn georganiseerd, waarbij de nieuwe rollen en taken van de raad met elkaar werden gewisseld. Uiteindelijk mondden dit soort sessies, waar veel abstracties werden besproken vanuit de literatuur en de vakbladen, veelal uit in heel concrete vragen als: mogen de wethouders nog wel bij de fractievergaderingen zijn, kunnen we nog coalitieoverleg voeren, etc.? Samengevat: hoe gaan we dit in de alledaagse praktijk vorm en inhoud geven? Het winnen van vertrouwen was in de nieuwe duale verhoudingen extra gecompliceerd omdat Leefbaar in de coalitie zat en zoals gezegd niet zo veel fiducie had in de loyaliteit van het ambtelijk apparaat. Maar het voortdurend bouwen aan dat vertrouwen is de enige weg geweest: het voeren van persoonlijke gesprekken ( waar zit je mee; hoe kan ik je helpen? ), het concreet hulp bieden bij complexe procedurele vraagstukken, het meedenken bij inhoudelijke vraagstukken, etc. De onervarenheid van de nieuwe Leefbaar-raadsleden loste zich in de tijd vanzelf op. De raadsleden leerden snel, zo ook de wethouders in het college. En ook viel het wel mee met het gemis aan landelijke ondersteuning voor deze nieuwe lokale partij. In de raad ontstond van lieverlee, zeker bij de coalitiepartijen, een sfeer van onderlinge solidariteit, waarbij men elkaar hielp en adviseerde. Men leerde on the job. Ook de taak- en rolopvatting van de griffie heeft er mijns inziens aan bijgedragen dat de Leefbaren in de duale verhoudingen hun mannetje stonden. Wat vraagt dat van de griffier? Voor het vervullen van de griffiersfunctie dienen mijns inziens een aantal fundamentele eigenschappen en competenties aanwezig te zijn, die nu terugkijkend allemaal erg geholpen hebben bij het nieuwe functioneren in de nieuwe verhoudingen van de raad, met Leefbaar Utrecht als nieuwe lokale en grootste partij: De griffier staat de raad en zijn raadsleden met raad en daad bij; is dienstbaar aan de raad en zijn leden en opereert vanuit een proactieve rol. De core business van de griffier is het stipt op orde hebben van de procesgang, de stukkenstroom en alles wat daar in logistieke zin bij hoort (agenda s, notulen, etc.). Dat moet efficiënt, tijdig en accuraat gebeuren, zodat de raadsleden hun werk optimaal kunnen doen. 130 JAARBOEK 2017
De griffier dient oog te hebben voor welke achterliggende stukkenrelevant kunnen zijn voor het te nemen besluit (informatievoorziening). Hierbij is een goed contact met het ambtelijk apparaat van het college en het college zelf nuttig, veelal onontbeerlijk; de griffier maakt daar gebruik van. De griffier is onafhankelijk, neutraal, integer en onkreukbaar, en moet het vertrouwen hebben van de hele raad. Dat vertrouwen ontstaat niet zomaar, maar moet verdiend worden en groeien in de dagelijkse praktijk in de omgang met de raadsleden. Dit heeft de voortdurende aandacht nodig van de griffier. De griffier is open en transparant; zijn deur staat altijd open. Hij communiceert met alle raadsleden, geeft hen vertrouwen, is geïnteresseerd en ondersteunt. De griffier helpt de raadsleden in technische en juridische zin met moties, amendementen en initiatiefraadsvoorstellen. Hij doet dit voor alle fracties en/of raadsleden, die erop mogen vertrouwen dat de inhoud vertrouwelijk blijft. De griffier heeft de instelling en mentaliteit dat alle raadsleden hem even zeer genegen zijn. Hij maakt geen onderscheid in politieke voorkeuren en persoonlijke sympathieën. Deze instelling is gevormd door een groot democratisch hart voor de gekozen volksvertegenwoordiging, het hoogste orgaan in de gemeente. De griffier heeft een medeverantwoordelijkheid voor het functioneren van de raad tijdens de vergaderingen en bewaakt het externe imago van de raad; hij spreekt, indien nodig, raadsleden in een persoonlijk gesprek aan op hun gedrag, met het oog op het imago van de volksvertegenwoordiging naar buiten. De griffier onderhoudt goede contacten met de burgemeester en ondersteunt en adviseert hem tijdens vergaderingen; hij bereidt de vergaderingen met de burgemeester gedegen voor. De griffier onderhoudt vanuit zijn eigen rol en verantwoordelijkheden goede contacten met het college, de gemeentesecretaris en het ambtelijk apparaat van het college, met het oogmerk een soepele procesgang te bewerkstelligen. Het structureel inplannen en het houden van een zogenaamd driehoeksoverleg (burgemeester, gemeentesecretaris, griffier) is daarbij uiterst nuttig. De griffier voelt zich medeverantwoordelijk voor het beheer van het gebouw waar de raad zijn vergaderingen houdt en waar de fractiekamers zijn. Hij zorgt voor goede voorzieningen, een goede ambiance en fungeert daar namens de raad als gastheer of gastvrouw, waar iedereen zich welkom voelt. JAARBOEK 2017 131
Tot slot De komst van de Leefbaren in de raad en de invoering van het dualisme heeft in het functioneren als griffier energie gekost. Maar dat heeft veel voldoening gegeven in die zin dat ondanks het historische wantrouwen van de Leefbaren jegens het ambtelijk apparaat en de griffie, de goede verhoudingen en het vertrouwen al vrij snel groeiden. Mijn laatste zin in het eerste goede en openhartige gesprek dat ik met Henk Westbroek (Leefbaar Utrecht) had was: Henk, ik ga je helpen. Deze zin citeerde hij nog bij mijn afscheid als griffier. De nieuwe constellatie met de Leefbaren heeft voor mij veel betekend en ik heb daarvan veel geleerd. In latere jaren kwamen ook andere nieuwe partijen in de raad, zoals onder meer de Partij voor de Dieren en Student en Starter. Veelal onervaren raadsleden traden aan en moesten zich een weg zien te vinden in de procedures en processen. Het op weg helpen van die nieuwelingen heeft mij veel voldoening gegeven. Want met een groot democratisch hart maakt het niet uit welke democratisch gekozen partij je helpt. En als je die nieuwe raadsleden dan na verloop van tijd ziet schitteren in de raad en in het debat, dan ben je trots dat je daar een steentje aan bij hebt kunnen dragen. 132 JAARBOEK 2017