TRANSCRIPT VAN DE RAADSVERGADERING VAN DE GEMEENTE BEVERWIJK d.d. 9 maart 2017

TRANSCRIPT VAN DE RAADSVERGADERING VAN DE GEMEENTE BEVERWIJK d.d. 9 maart 2017 Opening De voorzitter: Dames en heren, welkom bij deze vergadering van de gemeenteraad van de gemeente Beverwijk. Neemt u allen uw plaats in, zou ik zeggen, want dan kunnen wij starten. 1. Vaststelling agenda De voorzitter: Het lijkt een overzichtelijke agenda, maar dat is altijd natuurlijk even kijken wat er verder gebeurt inderdaad. Dus ik moet daar heel voorzichtig in zijn. Ik weet dat de heer Toman en de heer Fiseler niet aanwezig kunnen zijn vanavond. En ik weet dat de heer Backer later komt, heeft hij mij gemeld. Hij heeft mij gemeld dat het niet zo veel later zou zijn, maar wel later. Dat gezegd hebbende, hebben wij een agenda met een aantal hamerstukken en een aantal bespreekpunten. Ik kom daar straks nog even op terug. We gaan straks kijken naar de ingekomen stukken. 2. Vragen van raadsleden De voorzitter: Er zijn geen vragen van raadsleden binnengekomen. 1. Vaststelling agenda (2) De voorzitter: En ten aanzien van de vaststelling van de agenda zijn er mogelijk een aantal opmerkingen of vragen. De heer Meiland, CDA. De heer Meiland: Ja, voorzitter. Ik wilde graag een motie indienen, vreemd aan de orde van de dag. De voorzitter: Dat kan volgens het reglement. Ik kijk u allen aan. Dat is prima om dat te doen. Dat betekent dat wij die motie dan aan het einde van de agenda plaatsen. Dus na het punt onder "Starterslening". Nog meer vragen over de agenda verder? Ja, mevrouw Makbouli, D66. Mevrouw Makbouli: Ja, ik weet even niet zo goed hoe het werkt. Ik wilde bij de mededelingen of... dat onderwerp iets zeggen. De voorzitter: Prima, dan gaan we u alvast intekenen bij de mededelingen. Dat kan. Ja, doen we. Oké. Dan heb ik zelf ook nog een, ja, een mededeling over de agenda. Mij heeft het verzoek bereikt van het college om onder geheimhouding een stuk, niet een stuk, een mededeling met u te delen. En ik heb mijzelf laten overtuigen dat dat op zich ook terecht is dat het onder geheimhouding is. Het gaat namelijk over ook een onder handen zijnde aanbesteding. En ja, dat zijn zaken die wat dat betreft denk ik, we duidelijk ook onder geheimhouding zouden moeten bespreken met elkaar. Dus ik wilde het u voorstellen, als u dat goed vindt, om dat geheel aan het einde van deze vergadering te doen. En dat betekent dan dat wij de mededeling gaan krijgen en dat u vervolgens daar ook opmerkingen of vragen over kunt doen, kunt maken. En dat wij vervolgens dan ook gaan afspreken of we de geheimhouding handhaven. Want u gaat daarover. Dat betekent dat we na dat punt ook besluiten met elkaar of de geheimhouding intact blijft of niet. Is dat akkoord wat u betreft? Goed, dan gaan we dat ook zo doen. Wellicht ten overvloede, dat punt is niet om overvloedig te Pagina 1 van 31

bespreken maar wel echt om duidelijk te maken wat er aan de hand is op een bepaald punt. Goed, dat gezegd hebbende, hebben we dus twee punten toegevoegd. 3. Mededelingen en ingekomen stukken De voorzitter: En dan ben ik in ieder geval bij de mededelingen. Ik heb begrepen mevrouw Makbouli, dat u een mededeling heeft of een vraag of hoe u het ook wil noemen. Mevrouw Makbouli. Mevrouw Makbouli: Dank u wel, voorzitter. In het Uitvoeringsplan veiligheid is als een van de aandachtsgebieden een deel van het centrum rondom de Koningstraat genoemd. In het uitvoeringsplan werd toen een individuele ondernemer met naam en toenaam genoemd. Wij hebben hier destijds een opmerking over gemaakt, omdat wij vinden dat de overheid voorzichtig moet zijn met het noemen van individuele ondernemers als daar niet een feitelijke juridische grondslag voor is. Vandaag werden wij verrast met een stuk in de krant, waarin wordt aangekondigd dat de overlast in de Koningstraat hard gaat worden aangepakt. Vanzelfsprekend zijn wij vóór het bestrijden van overlast, daar waar nodig. Toch hebben wij ons verbaasd over enkele elementen uit het krantenartikel. En het gaat dan in het bijzonder om de navolgende feiten. Eén: een individuele ondernemer uit Beverwijk wordt zonder dat hier een bestuurlijke maatregel of ander juridisch feit aan ten grondslag ligt, in het openbaar met naam en toenaam door de gemeente als boosdoener aangemerkt en misschien wel gecriminaliseerd. Een kleine buurt wordt gecriminaliseerd door de berichtgeving, zonder dat daar een nuance door de gemeente in wordt gegeven. En dit is schadelijk voor de subjectieve veiligheid van de inwoners. Er is kennelijk een memo, een hard copy, aan journalisten uitgedeeld, waarin een nadere toelichting op de overlast wordt gegeven, die niet aan de raad is gestuurd. En journalisten, op die wijze, weten meer dan wij. Vier is, dat het momenteel lijkt dat de communicatie tussen de desbetreffende ondernemer en de gemeente niet zo goed loopt. De gemeente, of de ondernemer, blijkt pas gisteren door een journalist te zijn ingelicht over de maatregelen en heeft al lang geen contact gehad met de gemeente, ondanks zijn pogingen daartoe. De voorzitter: Mevrouw Makbouli, ik... Mevrouw Makbouli: Gezien de... De voorzitter: Het is, het is ook mijn portefeuille, dus ik moet daar zorgvuldig mee omgaan, maar u moet dit ook echt kort houden. Anders lijkt het echt een vraag en u weet dat u dat volgens het reglement níet mag stellen op die manier. Dus graag afronding. Mevrouw Makbouli: Ik heb nog een zin. Gezien deze feiten zijn wij voornemens om op korte termijn schriftelijke vragen te gaan stellen hierover. De voorzitter: Dank u wel. En deze voorzitter zegt dat die vragen natuurlijk welkom zijn. Dat is uw goed recht. En de portefeuillehouder zegt hier in een zin: het was een forse berichtgeving in de krant. Misschien ligt dat net even iets anders. En gelukkig zijn we het eens over het feit dat er ook aanpak moet zijn. En ik zie de vragen, nou, tegemoet. Laten we het daarbij houden. Dank u wel. Oké. Dat zijn dan, is dan een ietwat langer mededeling / vraag. Ja, ik weet niet precies hoe ik het moet noemen. Maar de aankondiging in ieder geval van vragen die worden gesteld. We gaan het zien. Ik wilde met u de ingekomen stukken doornemen en kijken of daar opmerkingen zijn over de afdoening. En ik maak u daarbij ook attent dat ik de afgelopen keer eigenlijk ben vergeten - en dat was niet zo slim van mij - om aan u te vragen om kort de motivatie te geven waarom u dat wil. Dat is voor uw collega's belangrijk om even te beoordelen waarom u deze zaak op een bepaalde plek Pagina 2 van 31

wil gaan bespreken. Dat kan in een zin zijn, heel kort. Maar dat ga ik dan wel vragen. Ik heb hier op mijn lijstje staan wat betreft de punten, ook een punt D van mijnheer Ferraro. Klopt dat? De heer Ferraro: Ja, dat klopt. Maar volgens mij had, ik denk dat het netter is als de heer Berghuis eerst even... is. De voorzitter: Mijnheer Berghuis. U wilt iets met dit punt D. De heer Berghuis: Jazeker wel. En ik realiseer met dat ik dat niet heb opgeschreven. Ik had de griffie een mailtje gestuurd. Ik denk dan komt het goed. Maar dat is natuurlijk mijn fout. Dat had ik zelf moeten doen. Maar waar het om gaat. Bij punt, briefnummer D, of brief, letter D. Dat is een brief Young Art en die willen een nieuwe homebase. En dan denk je al snel: Jonghart past in het kader van cultuurbeleid... Mevrouw Van den Berg: Voorzitter... De voorzitter: Mevrouw Van den Berg heeft een urgente interruptie. Mevrouw Van den Berg: Voorzitter, mag ik gezien de aard van het onderwerp de vergadering verlaten, samen met de heer Bennink? De voorzitter: Dat lijkt me heel juist, want jullie zijn daar heel nauw bij betrokken. We geven jullie de gelegenheid om dit, deze raadskamer te verlaten, want dat is inderdaad zuiver. Het gaat in gezwinde spoed. En de deur gaat dicht. En die is nu dicht. Mijnheer Berghuis, gaat u door. De heer Berghuis: Er is een, er is een verzoek binnengekomen van Young Art. En dat, ja, dan zou je als snel denken dat heeft te maken met het cultuurbeleid. En voor een deel is dat ook zo. Maar voor een aantal delen ook niet. Het heeft ook raakvlakken met economie. Met onderwijs. En ik, ja, de vraag wordt nu gesteld aan de raad om hier subsidie voor te verlenen, maar dat is ook een beetje... De voorzitter: En het voorstel is? De heer Berghuis: Het voorstel, nou ja, het voorstel is, zou, nee, het voorstel zou geweest zijn om dit niet te agenderen voor een of andere commissie omdat er ook geen raadsvoorstel bij zit. Maar ik heb inmiddels vernomen dat het wel geagendeerd wordt voor de, tenminste dat is het voorstel vanuit de griffie, voor een... De voorzitter: Vanuit de agendacommissie. De heer Berghuis: Ja, en aan de agendacommissie. Maar voor de commissie, voor de raadscommissie info in mei. Daar mag het wat mij betreft gewoon blijven staan. Maar ik zou willen voorstellen om te gaan werken in dezen aan een initiatiefvoorstel. Of in ieder geval dat te overwegen. En deze casus wat nader te analyseren. Want het, ja het is maar de vraag of je dit met een subsidie moet regelen of dat je hier beleid voor moet gaan maken en geld ter beschikking moet gaan stellen. Als gemeente. De voorzitter: Als ik u mag onderbreken, betekent dat u zegt: ik kondig aan. Ik zie mijnheer Ferraro ook knikken. De heer Berghuis: Ja, ik... Pagina 3 van 31

De voorzitter: Maar die gaat ook iets aanvullen. Mijnheer Ferraro, VVD. Doet u dat even. De heer Ferraro: Nee, ik was op de hoogte van de mail van heer Berghuis. En dan komt mijn reactie. Dan vond ik het wel zo netjes dat hij eerst even zijn reactie gaf. Nee, ons voorstel is juist om dit door het college te laten, ten minste afhandeling ervan voor te bereiden, want wij zijn erg benieuwd vooral naar de zienswijze van het college en willen dat als uitgangspunt, of in ieder geval als startpunt, hebben. En nou ja goed. Zaken als initiatiefvoorstellen, dat zou er altijd uit kunnen komen. Maar dat is nog veel te vroeg. Dus wij willen overigens met die punten die de heer Berghuis aangeeft en op zich valide zijn, lijkt het ons juister om eerst het college daarmee aan de slag te laten gaan. Dat betekent ook wat ons betreft dan dat het nu van de agenda af gaat. Maar dat we eerst even wachten op die zienswijze en dat het dan vervolgens weer bij de agendacommissie zal worden aangegeven. De voorzitter: Ja, dat wordt wel een hele interessante zo. Ik denk dat de agendacommissie daar misschien zelf ook iets over zou kunnen vinden of voorstellen. En de raad is uiteindelijk degene die gewoon die agenda's ook vast kan stellen. De heer Berghuis: Voorzitter? De voorzitter: Ja, even mevrouw Van Vliet voor een aanvulling hoop ik. Mevrouw Van Vliet: Nou ja, de heer Berghuis noemde de datum van 2 mei waarop dat dan zou plaats kunnen vinden. Mijn vraag is: hebben we niet eerder al een infocommissie waarin die zou kunnen plaatsvinden? Waarom zouden we tot 2 mei wachten? De voorzitter: Mijnheer Ferraro, VVD. De heer Ferraro: Ik begrijp de haast en de spoed niet zo heel goed. De voorzitter: Ik zou willen voorstellen het volgende. Als het mag. Dit is even een poging want er zijn verschillende zeg maar, zaken die spelen. Mijnheer Berghuis zegt uitdrukkelijk van: ik heb een, ben voornemens om een soort initiatiefvoorstel te maken. Wat mij betreft hoeft het college niets te zeggen. Mijnheer Ferraro zegt: ik heb juist behoefte aan een punt op de horizon van het college. En dat kan betekenen dat je dat op 2 mei dan kunt bespreken. Of in mei. Maar dat weet u niet zeker. En mevrouw Van Vliet zegt van: ja, misschien zou het ook nog wel eerder kunnen. Maar dat is meer als suggestie om te kijken of we daarmee verder kunnen komen. Ik denk zelf dat het, op zich kun je die twee dingen nog tegelijkertijd doen ook. Je kunt een verzoek doen aan het college van nou: geeft u zelf eens aan hoe u daar tegenaan kijkt. En je kunt ook ruimte bieden voor een initiatiefvoorstel. Dat is op zich niet onmogelijk. Krijg je een hele rijke discussie van. En ik kijk eventjes u aan, of is dat nou niet het verstandigst om te doen, wat het alternatief is? Dat ik over elk voorstel eigenlijk dan gewoon vraag aan u om daarover te gaan stemmen? En dat zou eigenlijk wel jammer zijn misschien voor de rijkdom van de discussie. Mijnheer Berghuis, u had al het woord gevraagd. Ik geef u het woord weer even terug. De heer Berghuis: Ja, wat mij betreft kan beide. En ja, de reden dat ik dit meld is dat ik dit wel met andere fracties ook zou willen doen om zo'n breed mogelijk voorstel te maken. En ik kan mijnheer Ferraro voor een deel ook wel beantwoorden zonder dat ik collegelid ben. Ik heb gisteren met Young Art gesproken en die geven aan dat het college eigenlijk onvoldoende ruimte had om dit voorstel, zeg maar op, ja, binnen het Pagina 4 van 31

cultuurbeleid alleen maar te beoordelen. En dus Young Art is hiermee op pad gestuurd richting raad... eigenlijk door het college. De voorzitter: Mijnheer Berghuis, we gaan nu even terug naar echt de orde van zaken. Ik ga straks mijnheer Hazeveld het woord geven. We gaan hier níet een discussie krijgen over. We hebben het hier gewoon over de afdoening van een stuk. En hoe we daarmee omgaan. Er is een datum vastgesteld, voor in de raadscommissie. U zegt ik kondig aan om een initiatiefvoorstel te doen. Er is niemand die u daarin tegenhoudt eigenlijk. Dat kunt u doen. U wilt dat breed doen. En VVD verzoekt aan het college, wil ons ook wat meegeven als uitgangspunt voor de discussie. En ik geef nu nog het woord aan de heer Hazeveld. De heer Hazeveld: Ja, voorzitter. Ik hoor hier namelijk twee dingen door elkaar heen gaan. U vat het ook allemaal keurig samen. Maar ik denk toch dat we vanuit de raad daar ook een signaal op moeten geven. Vandaar dat ik even reageer. We zijn vooraf geïnformeerd. Dus laat dat duidelijk zijn. De heer Berghuis zegt nu dat hij met een initiatiefvoorstel zou willen komen of... Volgens mij is er ook sprake geweest om het een burgerinitiatief te laten zijn vanuit Young Art zelf. Dat zijn allemaal mogelijkheden die er altijd overblijven. Echter, waar het ons om gaat, is dat de problematiek zoals die geschetst is op enig moment, die roept bij ons zoveel vragen op dat als dit in een commissie behandeld gaat worden dat wij heel graag willen hebben dat het college zich daar eerst van tevoren goed over buigt. En aangeeft waar de raakvlakken liggen en wat de budgettaire consequenties daarvan zouden kunnen zijn. De voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Hazeveld, u ondersteunt in feite ook dat verzoek van de VVD. Zo zie ik het. Mijn voorstel zou zijn: niet laat duizend bloemen bloeien, maar we geven natuurlijk ruimte voor het initiatiefvoorstel van de heer Berghuis, heeft dat aangekondigd. Het college wordt uitgenodigd om ook hier een standpunt mee te geven voor de discussie, want het is een breed onderwerp. Laten we vasthouden aan het voorstel van de agendacommissie om dat in mei te bespreken. Dat wordt een bijzondere bespreking, maar dat weten we dan ook. En laten we dat hier ook met elkaar afspreken. Is dat goed? Oké. Dan doen we dat bij dezen. Dat was dan het kleine puntje D waar de heer Ferraro bij stond. Nog andere opmerkingen over de ingekomen stukken? Mevrouw Rood, Gemeentebelangen. Mevrouw Rood: Dank u voorzitter. Het gaat om stuk G, derde kwartaalrapportage IJmond Werkt. Zou ik graag in een commissie willen laten behandelen, omdat ik daar nog wat inhoudelijke vragen over heb. Dank u. De voorzitter: Is dat akkoord verder? Ik zie iedereen knikken. Ja, dat kan. Dan heeft u wat dat betreft uw ruimte gekregen. Nog andere opmerkingen over de ingekomen stukken? Dat is niet het geval. Hamerstukken 4. Toetreding contractgemeenten tot GR omgevingsdienst IJmond 5. 1e verordening tot wijziging verordening binnenhavengelden 2017 6. Uitwerking motie locatie kermis De voorzitter: Dan ga ik met jullie over naar punt, even kijken... We hebben een aantal agendapunten, nee, aantal hamerstukken, excuséz. Gemeenschappelijke regeling omgevingsdienst IJmond, toetreding contract gemeente, eerste verordening wijziging verordening binnenhavengelden 2017 en de uitwerking motie locatie kermis. Ik noem dat even voor de mensen die luisteren. Dat ze weten dat dat hamerpunten zijn. Pagina 5 van 31

7. Rekenkamercommissierapport Effectiviteit in sturing op verbonden partijen De voorzitter: Dan kom ik bij u met punt 7, rekenkamercommissierapport "Effectiviteit in sturing op verbonden partijen". Daar is, er hebben zich een aantal sprekers gemeld. Ik zie hier mevrouw Witte en de heer Meiland. En de heer Meiland had zich als eerste gemeld hiervoor. De heer Meiland, CDA, gaat uw gang. De heer Meiland: Dank u voorzitter. Ja, ik denk dat de reden daarvoor is dat wij voornemens zijn om een amendement, weliswaar een bescheiden amendement, in te dienen betreffende dit onderwerp. Tijdens de beraadslaging in de commissie gingen we er eigenlijk een beetje van uit dat het een hamerstuk zou worden. Toch heeft de fractie besloten dat er een klein amendement zou moeten komen. Nou is het niet dat de wereld door dit amendement anders gaat draaien of dat het klimaat zich gaat veranderen. Wilt u dat ik het voorlees, of is het voldoende als we het straks verspreiden? De voorzitter: Ik denk dat u even moet aangeven wat de portée is van het amendement, als u dat kunt. De heer Meiland: Ja, dat kan ik. De voorzitter: Als is het in een paar zinnen. De heer Meiland: Nou, de CDA-fractie is van mening dat het besluit iets te vrijblijvend is, en we zouden dat graag iets sterker zien. En dat kan in onze optie door de woorden waarbij er staat in het besluit: de keuzes aan het begin bepalen in hoge mate wat de betrokkenheid van de raad in een later stadium kan zijn. En woordje "kan" willen wij graag wijzigen in "zal". Dat vinden we iets dwingend. Nou hoop ik niet dat deze verandering zal leiden tot een literair debat, of een debat over de Nederlandse taal. Het is vrij bescheiden. We hebben namelijk al niet zo heel veel te vertellen over de gemeenschappelijke regelingen en ons amendement is bedoeld om het iets aan te sterken. Dat zullen wij dus indienen. De voorzitter: Dank u wel mijnheer Meiland. Dat is helder. Dan wil ik graag het woord geven aan mevrouw Witte, VVD. Mevrouw Witte: Ja, voorzitter. In de commissie hebben we er inderdaad over gesproken en het CDA kondigde toen het amendement aan. Wat de VVD-fractie betreft had het raadsbesluit als hamerstuk naar deze vergadering kunnen gaan, maar juist vanwege dat amendement is het natuurlijk hier terechtgekomen. En ik had ook contact opgenomen met het CDA maar wij zien dat toch anders. Dat woordje "zal" is niet zomaar een vrijblijvende wijziging. Kijk, bij het dictum staat: de keuzes aan het begin bepalen in hoge mate wat de betrokkenheid van de raad in een later stadium kan zijn. Dat is het gevolg van die keuzes. En die dwingendheid, of in ieder geval het advies dat daar iets nadrukkelijk mee gedaan moet worden, dat staat in het volgende zinnetje: geef het college opdracht de raad hier nadrukkelijk op te attenderen bij de oprichting. Dus ja, helaas kunnen wij dit amendement niet steunen. Hoe sympathiek ook. En ook hoeveel complimenten voor het werk wat eraan verricht is. De voorzitter: Dank u wel, mevrouw Witte. En nog een kleine opmerking. Want dat is ook, staat ook bij de stukken. Dat is die brief van de gemeente Zoetermeer in het kader van controle over de controle. Dat dus de accountant, ze hebben daar een motie aangenomen dat dus de accountant van de gemeente niet ook nog weer de accountant van de verbonden partijen moet gaan controleren. Voorzitter, ik heb me daar even in verdiept, maar dat doen wij niet. Dus dit is voor ons gewoon een geruststelling, dit doen wij niet in Beverwijk. Pagina 6 van 31

De voorzitter: Fijn dat u ons gerust stelt, mevrouw Witte. Er hebben zich geen andere sprekers gemeld. Jawel, toch nog een die zich niet heeft gemeld, maar wel de ruimte van mij krijgt. Ik ben in een vergeeflijke bui, mijnheer Hazeveld. Gaat uw gang. De heer Hazeveld: Ik dank u voorzitter. Maar ik wil slechts reageren op het amendement ook en op de woord... Want een klein woordje heeft soms grote gevolgen. En de wijziging die nu gemaakt wordt, is dat de keuze aan het begin "zal bepalend zijn". Dat is "zal", dat is limitatief. En "kan" houdt in dat het initiatief is. Oftewel: er zijn in de loop van de tijd nog nieuwe inzichten mogelijk in toe te passen hoe de invloed van de raad zou kunnen zijn. En in die mate denk ik dat de aanpassing niet in het voordeel van de raad is. En is het dus ook niet logisch om hem in te dienen en door te voeren en te steunen. Aangezien het altijd het belang van de raad vooraf, voorop moet staan. Dus dat even in reactie. Voor de rest zou ik een heel betoog kunnen houden over het effectiviteit sturing van verbonden partijen. We hebben geconstateerd dat er veel collegeregelingen zijn waarvan wij vinden dat de oude situatie van een AB weer terug mag keren. Maar goed, dat gaat in deze periode niet gebeuren. Dus ik hou dat als agendapunt voor een eventueel nieuwe periode. Dank u voorzitter. De voorzitter: Dank u wel mijnheer Hazeveld. Kunnen wij, u wil graag nog daarop reageren. Maar ik wilde ook graag eigenlijk, want we zijn gewoon met een bespreking bezig, aan het college vragen of daar behoefte is om nog een reactie te geven. Er wordt nee geknikt. Dan laten we dit aan de raad. Mijnheer Meiland, CDA, voor een reactie op de standpunten. De heer Meiland: Ja, nou, een hele korte nog. Want ik had het al een beetje begrepen, want inderdaad heeft de VVD bij monde van mevrouw Witte contact gehad en ik had beter mevrouw, mevrouw Cornelissen mee kunnen nemen natuurlijk naar deze discussie, want het gaat over de taal. Ja, voorzitter, het komt uit onze fractie omdat we er lang over nagedacht hebben en wij vinden: er is al zo, we hebben al zo weinig te vertellen over gemeenschappelijke regelingen. En als je dan iets gaat besluiten, vinden wij dat je het zo scherp mogelijk moet formuleren. In onze ogen is dit een scherpere formulering en alle dure woorden van de heer Hazeveld die neem ik op de koop toe, want ik moet ze allemaal nazoeken. Want ik kende er geen een. Maar dat geeft niet. We dienen deze, dit amendement in en we zien wel waar het aangenomen wordt en waar niet. De voorzitter: Dank u wel. Nog behoefte aan een reactie? Ik geloof het niet. Dat is wel duidelijk wat dat betreft. Ja, mevrouw Van den Berg, D66. Mevrouw Van den Berg: Voorzitter, ik zal een hele korte reactie geven, want volgens mij gaat het even niet over de semantische discussie of kunnen of zullen spannender is. Of dwingender is. Maar is het signaal wat het CDA wil afgeven, namelijk: we moeten er bovenop zitten op het moment dat zo'n gemeenschappelijke regeling wordt opgericht. En we moeten zorgen dat de raad op dat moment stuurt omdat die mogelijkheden daarna beperkter zijn. Nou, dat signaal ondersteunen wij. En aangezien zij zeggen, nou dat is sterker hiermee. Daar wil ik me best bij aansluiten. De semantische discussie daargelaten. De voorzitter: Oké. Kunnen we daarmee even dit, deze discussie afsluiten? Neen, want Gemeentebelangen, mevrouw Bilars, wil graag een bijdrage leveren. Mevrouw Bilars. Mevrouw Bilars: Nou, ik heb niet zoveel te vertellen hoor, mijnheer de burgemeester. Maar wij sluiten ons graag aan bij het betoog van mevrouw Witte, want daar zijn we het helemaal mee eens. De voorzitter: Dank u wel. Dat betekent dat wij dit genoegzaam hebben besproken volgens mij, en ik wil eerst beginnen met het amendement dan in stemming te brengen. Voordat ik dat doe, is er behoefte aan Pagina 7 van 31

stemverklaringen? Ik heb er eigenlijk al een paar gehoord wat dat betreft, dus. Is er nog behoefte aan een stemverklaring? Nee. Dan ben ik... De heer Hazeveld: Voorzitter... De voorzitter: Jawel, mijnheer Hazeveld. De heer Hazeveld: Ja, er zit zo'n ding tussen ons in, dat... De voorzitter: Ja, ik heb u in de gaten. De heer Hazeveld: Ja dat precies. Nou, kijk, een semantische discussie wordt het even genoemd. Het woordje "kan" en "zal" in dezen. Ik heb uitgelegd hoe ik die vertaling maak. Als ik de vertaling vrijer zou mogen maken, dat als er "zal" staat het college begrijpt dat in enig moment daarna de raad nog steeds aan zet kan zijn, of überhaupt zelfs een wijziging zou kunnen maken in de hoge mate van betrokkenheid welke zij in het begin heeft vastgesteld in haar keuzes, dan kan ik instemmen met het amendement. En anders zou dat niet kunnen. Dus ik hoor graag van het college of zij die vertaling zo zouden kunnen meenemen. De voorzitter: Nou, u heeft de bespreking weer geopend, merk ik. Terwijl ik een stemverklaring vroeg. Maar het is een vraag en ik kijk nog even het college aan of zij behoefte hebben om daar ook even op te reageren. Neen, daar is geen behoefte aan om dat te doen. Oké. Dat is dan dat. Mevrouw Van den Berg: Voorzitter... De voorzitter: Ja? Mevrouw Van den Berg: Ik ondersteun de intentie die de heer Hazeveld uitspreekt volledig. En ik denk dat dat ook het signaal is wat wij als raad geven. Dus ik denk dat dat goed is om dat te doen. De voorzitter: Nou, mevrouw Van den Berg probeert u daarin gerust te stellen. Ik stel voor dat we het hier echt even bij laten. Het college wil even, of kan geen bijdrage leveren. Ja, dat weet ik. Maar in dit geval wordt er wel een vraag aan het college gesteld en daar kan het college op reageren. Maar het college is inderdaad geen portefeuillehouder, dat weten we. Ik breng daarmee ook het amendement in stemming. Wie is er voor het amendement? CDA, D66, Partij van de Arbeid, GroenLinks. En ik zie ook, ja, Gemeentebelangen. Nee sorry Democraten Beverwijk. VVD tegen, Gemeentebelangen tegen. Het amendement is aangenomen. Dan breng ik in stemming de besluitvorming over het rapport effectiviteit in sturing op verbonden partijen. Dat zijn twee besluiten die aan u gevraagd worden. Wie is, wie heeft, is er nog behoefte aan een verklaring voor stemgedrag? Nee. Wie is voor deze besluiten? Ik constateer dat het met algemene stemmen is aangenomen. Dank u wel. Dan kunnen we dit punt afronden. 8. IJmondiaal beleidsplan schuldhulpverlening 2017-2020 De voorzitter: Dan ga ik met u naar punt 8, IJmondiaal beleidsplan schuldhulpverlening. Ik heb staan als eerste spreker mevrouw Van Vliet, D66. Mevrouw Van Vliet, gaat uw gang. Mevrouw Van Vliet: Dank u wel voorzitter. Dankzij de documentaireserie "Schuldig", over een aantal inwoners van Amsterdam-Noord, die kampen met schuldproblematiek, is de schuldhulpverlening weer nadrukkelijk op de agenda gezet. Een heleboel Nederlanders leefden in november en december mee met Dennis, eigenaar van Pagina 8 van 31

een dierenwinkel, Ditte, de ex-diva, en Ron en Ramona die uit hun huis werden gezet. Maar ook hulpverlener Paul, de schuldeiser en een deurwaarder genaamd Ed, gaven een inkijkje in hun dagelijkse werkzaamheden rondom de schuldenproblematiek. De serie gaf inzicht in de noodzaak van een andere aanpak van schuldhulpverlening. Waarbij het niet draait om straffen, maar juist om gedragsverandering. Het bevorderen van de eigen kracht en zelfredzaamheid vergroten. Daar waar het kan, informele zorg. Daar waar het moet, formele zorg. Een sluitende ketenaanpak, en dat zien wij terug in dit beleidsplan. En waarom is dit belangrijk? We willen armoede bestrijden en mensen meer mogelijkheden geven om deel te nemen aan het sociale en maatschappelijke leven. Nadruk van het voorliggende beleidsplan ligt bij de preventie van schulden. Elke euro die wij besteden aan schuldhulpverlening, leidt tot kostenbesparing op andere plekken. Schuldhulpverlening draait om maatwerk. Integraliteit en eigen verantwoordelijkheid. De sociale teams krijgen in de komende periode een grotere rol bij de toegang voor schuldhulpverlening en de preventie van schulden. En D66 ziet dit als een goede ontwikkeling. Voorzitter, eerst een algemene opmerking over het voorliggend beleidsplan. We hebben het ook al genoemd tijdens de IJmondiale behandeling vorige week. Dat het beleidsplan integrale schuldhulpverlening 2012-2015, van de IJmondgemeente niet, of te laat, zo u wilt, geëvalueerd is. Een gemiste kans. Juist om de kwaliteit van de schuldhulpverlening te bevorderen, wat een evaluatie in de IJmondcommissie op zijn plaats geweest. Toch danken wij de ambtenaren dat zij op zo'n korte termijn ons alsnog een soort van korte evaluatie hebben doen toekomen. En dat gezegd hebbende willen we specifiek aandacht vragen voor de jongeren. En schuldhulpverlening. In het voorliggende beleidsplan staan diverse plannen om preventief aan de slag te gaan met jongeren en schuldhulpverlening. En dat moedigen we van harte aan. Maar uitonderzoek van het Nibud blijkt op dit, dat op dit moment een op de vijf jongeren al een schuld of betalingsachterstand van 2500 euro of meer heeft. Bij deze jongeren is preventief beleid dus eigenlijk al te laat. In het beleidsplan staat niks genoemd over schuldhulpverlening, toegespitst op de doelgroep jongeren. En dit zou wat D66 betreft een gemiste kans zijn. Toen ik ging uitzoeken of er beleid is, specifiek voor jongeren, kwam ik erachter dat er per 1 maart een IJmondiaal project is gestart. Dat heet Work it. Het biedt interventie aan jongeren tussen de 16 en de 25 jaar en richt zich op het verkrijgen en behouden van werk en inkomen. Ontzettend goed. Maar jammer dat het niet terug is te vinden in het beleidsplan. Ook begreep ik dat er in Velsen een pilot loopt en dat heet Jongerenteam Velsen. Waar jongeren tussen de 18 en de 23 worden begeleid, die te maken hebben met meervoudige problematiek. En mijn vraag aan de wethouder is dan ook: zou Beverwijk zich kunnen aansluiten bij deze pilot, of een soortgelijke pilot kunnen starten? Tot zover mijn bijdrage. Dank u wel. De voorzitter: Dank u wel, mevrouw Van Vliet. Dan is nu het woord aan de heer Gezer, Partij van de Arbeid. Gaat uw gang. De heer Gezer: Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, mensen worden door allerlei redenen geconfronteerd met de schuldenproblematiek. De oplopende schulden kunnen leiden tot beperking van de participatie van de betrokkenen in de samenleving. De financiële problemen kunnen tevens negatieve gevolgen hebben voor schoolprestaties van kinderen. Bovendien brengen problematische schulden veel extra lasten en kosten met zich mee voor de samenleving. Mensen zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk om een oplossing te vinden voor het schuldenprobleem. Als dat niet lukt, dan kunnen zij bij de gemeente terecht voor ondersteuning op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. Het is belangrijk dat gemeenten adequaat beleid hebben op het gebied van schuldhulpverlening. Voorzitter, het voorliggende beleidsplan is tot stand gekomen zonder een evaluatie van het beleidsplan 2013-2016. Het college heeft op verzoek van de IJmondcommissie toch nog een memo opgesteld met een beknopte evaluatie van het gevoerde beleid. Uit de evaluatie blijkt dat de ervaringen en de aanbevelingen van de ketenpartners meegenomen zijn in het beleidsplan. Er wordt veel nadruk gelegd op preventie en vroege signalering. In het nieuwe beleidsplan is er Pagina 9 van 31

een belangrijke rol weggelegd voor de sociale teams. Hiermee wordt de schuldhulpverlening beter toegankelijk en laagdrempelig. De PvdA-fractie heeft vertrouwen in de nieuwe aanpak. We hopen dat preventie en vroegsignalering de schuldenproblematiek vroegtijdig aan het licht brengt, zodat sneller de gepaste ondersteuning geboden kan worden. De vroegsignalering kan de omvang van de schulden beperkt houden. In het beleidsplan komt naar voren dat de meeste schulden beginnen met een betalingsachterstand van huur, energie en ziektekostenverzekering. Er is goed geanticipeerd op dit verschijnsel door afspraken te maken met woningcorporaties, energieleveranciers en binnenkort ook met de zorgverzekeraars. Voorzitter, het liefst ziet de PvdA-fractie dat preventie, preventieve aanpak van de schuldhulpverlening, de huisuitzetting zoveel mogelijk tegenhoudt. Huisuitzetting heeft namelijk grote impact op de betrokkenen, met name op kinderen. De PvdA-fractie vraagt het college om er alles aan te doen dat de mensen met schulden geholpen worden zonder dat ze het huis worden uitgezet. Tot zover in eerste instantie, voorzitter. De voorzitter: Dank u wel, mijnheer Gezer. Dan is nu het woord aan Gemeentebelangen, mevrouw Rood, heeft het woord. Mevrouw Rood: Dank u voorzitter. Het nadeel van een IJmondiaal overleg is vaak dat je het in je eigen raad ook nog eens gaat herhalen. Maar dat zullen meerderen met mij meemaken. Ik heb het volgende dus ook al eerder aangegeven en vind het in het kader van de schuld... De heer (VVD): De microfoon even wat lager. Mevrouw Rood: Zo beter? De voorzitter: Gaat uw gang. Het was de hulp vanuit de VVD. Heel goed. Mevrouw Rood: Ik vind het in het kader van de schuldpreventievisie zoals we die lezen belangrijk genoeg om dit toch nog eens in het midden te gooien. We zijn toch wel benieuwd hoe de wethouder en natuurlijk onze collega-raadsleden hier tegenaan kijken. Mijnheer Gezer gaf al ongeveer hetzelfde aan als waar ik nu mee ga komen. Wij gaan een klein stapje verder. In onze gemeente is het net zoals bij vele gemeenten in Nederland voor de minima mogelijk een gemeente-extra pakket af te sluiten. Dat is een collectieve zorgverzekering, die dan vervolgens op de uit te keren uitkering wordt ingehouden. In het kader van de integrale aanpak hebben wij al eerder naar voren gebracht dat we er voorstander van zijn om eens te kijken of we binnen onze gemeente of zelfs IJmondiaal de mogelijkheid kunnen onderzoeken vaste lasten zoals huur aan woningbouwverenigingen en energiekosten in datzelfde pakket toe te voegen. Niet om daar een soort kwantumkorting op te krijgen, maar om deze basiskosten op voorhand in te houden op de in te... op de te verstrekken uitkering. Hiermee zouden we de basisbehoefteschulden voor een groot deel van de mensen kunnen voorkomen. De contacten met woningbouwverenigingen en energieleveranciers zijn er al voor wat betreft de vroegsignalering. Het is misschien vooruitstrevend gedacht, maar we hebben het niet voor niets over preventie. Met deze regeling zou je veel ellende kunnen voorkomen. Ik denk dan aan huisuitzetting en afsluiten van energielevering. We blijven van mening dat voorkomen ook weer in dit geval beter is dan genezen. En dan had mevrouw Van Vliet het nog over initiatieven voor jongeren. Ik meende een convenant te hebben zien langskomen dat onlangs ondertekend is, maar daar zal onze wethouder het fijne over weten denk ik. Dank u voorzitter. De voorzitter: Dank u wel, mevrouw Rood. Dan is het woord nu aan de heer Van Popta, GroenLinks. Pagina 10 van 31

De heer Van Popta: Ja, dank u wel voorzitter. Ja, schuldhulpverlening. Ik wil beginnen met het belang van goede schuldhulpverlening. Met alles wat er natuurlijk aan vast zit. Kan moeilijk worden overschat. Het is sterk verbonden met het minimabeleid. Maar omdat de schuldhulpverlening nu in IJmondiaal verband is behandeld, is het nu zeg maar als apart onderwerp in deze raad weer teruggekomen. Het was natuurlijk logischer geweest om het mee te nemen bij de behandeling van het minimabeleid. We willen in ieder geval het college en ook de betrokken ambtenaren denk ik bedanken voor de beantwoording van onze schriftelijke vragen. We zijn in ieder geval, ja, verheugd te constateren dat het college het onderwerp schuldhulpverlening heeft geëvalueerd met de betrokken instanties. De ketenpartners. En op die manier ook de praktijkervaringen zeg maar, meegenomen kunnen zijn in het opstellen van het nieuwe beleid. En ook de beantwoording van de schriftelijke vragen van de kant van het CDA heeft ons geholpen in onze beeldvorming. Nou, die beleidsnota, beleidsplan heet het, staat vol met goede uitgangspunten en goede doelstellingen. Ik zal ze niet allemaal herhalen, maar nou ja. Er staan heel veel goede dingen in. Maar de belangrijkste vraag van de fractie van GroenLinks is eigenlijk hoe het nou in de praktijk daadwerkelijk aan toe gaat. En daar hebben we niet echt een goed beeld van nog gekregen. Je kunt zeggen ja, de evaluatie ontbreekt. Verschillende partijen hebben dat al geroepen natuurlijk. Die ja, dat gevoel hadden we zelf ook, hebben we ook die schriftelijke vragen gesteld. Is ook later een memo gekomen, een soort beknopte evaluatie. Maar echt goed beeld krijg je daar nog niet van. Gaat het nu goed met de schuldhulpverlening in Beverwijk? Is de gemeente echt in staat om mensen te helpen? Missen we nog zaken? En dat, ja dat, misschien ja. Kijk, de vraag aan het college is: kunnen ze daar iets meer over zeggen, van wat is het beeld bij het college over de schuldhulpverlening? Zeg maar echt in de praktijk. Dus los van de nota's. We hebben natuurlijk raad eerder gesproken over het minimabeleid en daar zat ook een groot stuk bij van de evaluatie van de kadernota minimabeleid. Maar ook in dat stuk was de informatie betreffende evaluatie van de schuldhulpverlening vrij summier. Maar er stond wel iets in bijvoorbeeld, er is een begin gemaakt met een startpunt geldzaken, waar mensen informatie kunnen inwinnen, of hulp kunnen vragen. Nou ja, dan is de vraag: wordt er veel gebruik van gemaakt? Dus de evaluatie blijft ja, een belangrijk aspect van dit soort beleidsontwikkeling. Nou ik denk het wel ja. Je kan constateren, dat zien we zelf ook, dat de signalen die afkomstig zijn uit het veld, de sociale teams, dat je eigenlijk bij heel veel sociale problemen een kwestie is dat schulden, financiële problemen altijd een rol spelen. Dus het is best wel cruciaal om hierop in te zetten als gemeente. Opvallend is natuurlijk wel de constatering dat we het aantal gevallen van echte schuldhulpverlening iets zien dalen de afgelopen jaren. Maar in de, in het beleidsplan staat natuurlijk ook dat de problematiek is toegenomen. We zien een lichte daling van het aantal gevallen, maar de problematiek die daarmee samenhangt is alleen maar groter geworden. Nou, dat is goed denk ik om te constateren, want ja, die dalende trend hadden we ook al gezien. Maar ja, we hadden ons niet gerealiseerd dat de kwesties zelf steeds groter en complexer worden. Preventie is natuurlijk een belangrijk aandachtspunt. Kan niemand tegen zijn. Als GroenLinks hebben we wel een kritische kanttekening. En dat is met preventie heb je een soort risico dat de verwachtingen ten aanzien van de zelfredzaamheid, dat die kunnen leiden tot stigmatiseren van mensen. Kijk, niet alle mensen zijn in staat om hun problemen zeg maar, ja, of te vermijden dat ze helemaal niet in de problemen komen. Of op te lossen als ze zich in een vroeg stadium bevinden. Dus er mag geen klimaat ontstaan van dat we zo zeggen: ja, eigen schuld dikke bult. We moeten ons als gemeente en als gemeenteraad denk ik bewust blijven dat ondersteuning van inwoners met problemen zonder enige vorm van vooringenomenheid moet gebeuren. Veel problemen, of het nu om de gezondheid gaat of om armoede of om schulden, die hangen voor een groot deel samen ook met sociaaleconomische omstandigheden waarin mensen verkeren. Dus er mag nooit een klimaat ontstaan waarin je zegt van: ja, dat is allemaal je eigen schuld, en je had het zelf moeten voorkomen en als gemeente gaan we daar zeg maar, een soort harde vorm van beleid op loslaten. Tot slot hebben we drie suggesties ten aanzien van het onderwerp schuldhulpverlening. De eerste gaat over de nazorg. In de nota wordt natuurlijk een termijn genoemd van een half jaar dat mensen nog terecht kunnen na beëindiging van Pagina 11 van 31

hun schuldhulptraject. Maar het belang van nazorg is denk ik heel groot. Dus die termijn zou misschien wel wat langer kunnen zijn. Dat is ja, met name het belang van nazorg zouden we willen benadrukken. Dan het inzetten van ervaringsdeskundigen. Je ziet als je een beetje rondkijkt in het land dat er, ja er zijn best wel een hoop verhalen. Een hoop mensen die oproepen van ja, je moet eigenlijk ervaringsdeskundigen inzetten. Want daarmee kun je zeg maar een brug slaan tussen de mensen die problemen hebben met schulden en de gemeenten en de hulpverlening. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid die stimuleert ook projecten op dat gebied. We dachten ja, misschien kun je ook in Beverwijk proberen om die inzet van ervaringsdeskundigen te gaan promoten. Dan kun je denken in het kader van de participatiewet. Misschien kun je daar ook ervaringsdeskundigen vinden, opleiden, inzetten. Dus dat willen we ook meegeven. Als laatste, misschien een overbodige suggestie. Maar je ziet landelijk ook een aantal ontwikkelingen, waar de regering zeg maar, ook ja, al doende bezig is om het beleid aan te passen. Omdat je toch tegen problemen aanloopt op het gebied van de wanbetalersregeling, of de Wet vereenvoudiging belastingvrije voet. Dus ik denk dat het belangrijk is als gemeente om daar kennis van te nemen en om dat door te vertalen in je eigen beleid. Maar goed, ongetwijfeld zal het college c.q. de ambtenaren daar zich wel bewust van zijn. Dus dan sluit ik af met het belang van schuldhulpverlening kan moeilijk worden overschat. Dank u wel, voorzitter. De voorzitter: Dank u wel, mijnheer Van Popta. Dan is nu het woord aan het college. Wethouder Erol. Spoed u naar het spreekgestoelte. Wethouder, gaat uw gang. De heer Erol: Voorzitter, dank u wel. Voorzitter, ik had een inleiding voorbereid voor een A, drie A4'tjes. Om daarmee te beginnen met het onderwerp maar omwille van tijd, ik stel voor dat ik A3-viertjes even opzij leg. Anders duurt het avond veel te lang. Voorzitter, de gemeente Beverwijk is een sociale gemeente bij hart en nieren. Dames en heren, zoals jullie bekend - dat is ons profiel. En wij zullen daar uit het profiel, zoals u de afgelopen jaren van ons gewend bent, zullen we nog steeds daar blijven in investeren. Aan de toekomst ook. De voorliggende voorstel zoals het nu voorligt, voorzitter in de IJmondcommissie uitvoerig aan de orde is geweest. Terecht. Vanavond hebben jullie ook weer, op aantal punten, nog eens een keer aandacht bevestigd om naar de toekomst nog extra op te letten. Het voorstel voorzitter, dat zei ook eigenlijk een van de sprekers: voorkomen beter dan genezen. Dat is de rode draad van het integrale beleidsplan zoals het nu voorligt. Niet alleen bij voor gemeente Beverwijk, maar ook alle IJmond drie gemeentes geldt dat. Daarbij zijn met drie woorden, maar drie woorden, deze nota samen te vatten: integraal, maatwerk, maar ook op preventie. Dat zijn de kernwoorden die, zoals nota verwoord staan, gaan we komende jaren in de IJmond aan de slag. Een aantal van u, met name D66 mevrouw Van Vliet met vlammende betoog, dank u voor uw hartverwarmende woorden. Dat raakt mij zeker ook persoonlijk. Wordt de aandacht gevestigd over de gedragsverandering, evaluatie en met name over de jongeren. En mevrouw Van Vliet vroeg: goh, hoe doen we het? Wat doen we nou eigenlijk in de IJmond? Ook in Beverwijk? Mevrouw Van Vliet, zoals u weet bij de evaluatie van minimabeleid - want vorig jaar heeft u vastgesteld, hebben we daar uitvoering over verteld over de problematiek met name over de, onder de jongeren. We hebben een pilot gestart, al drie, twee jaar terug. Bij Kennemer college, en de bedoeling was nu het project. En het project hebben we met een landelijke bekende tv-presentatrice hebben we dat gepresenteerd. Het programma heette Kabbel... Dubbeltje op zijn kant. In de afgelopen twee jaar hebben we 64 klassen bezocht met betrekking tot dit project. Om de gedragsproblematiek te praten. Om jongeren bewust van te maken van de problematiek. Ook hun eigen situatie. Terecht dat u daar aandacht voor vraagt. Maar wij doen het hier zeker. En ook staat het stil, die nu net pas gestarte integrale, IJmondiale project, Work it, door Socius. Ik ben ontzettend blij dat het project opgepakt is. De komende jaren zeker daarvoor te investeren. En doet u daarbij de suggestie, de pilot althans, ja inderdaad pilot die bij de versie die loopt, om daarmee wellicht aan te haken. Zoals u weet, de IJmondiale beleidsplan, dat wil zeggen: wat in bepaalde projecten, als een pilot goed werkt, kunnen we ons voordeel mee Pagina 12 van 31

doen. We nemen de suggestie mee, we zullen er zeker voordeel doen als er goede uitkomsten zijn van pilot, waar wij hier in Beverwijk ook misschien wellicht in Heemskerk, ons voordeel mee kunnen doen, zullen we zeker niet nalaten. De heer Gezer, namens Partij van de Arbeid, heeft het over de participatie en betrokkenheid van de jongeren, maar ook de gezinnen. Met name u vestigt de aandacht preventie, maar vooral de huisuitzettingen vindt u heel erg belangrijk. Ook de toekomst van de kinderen die daar gepaard gaat. De heer Gezer, ik kan u wel verzekeren, zeker, wij als gemeente Beverwijk - andere gemeenten doen het zeker. Misschien weet u dat al. In Noord in verband, alle betrokken partners houden elke casus, elke situatie houden we in de gaten. Tot en met de huisvesting, de vaste lasten van elektriciteit tot huur, houden we in de gaten zodat proberen dat te voorkomen dat de huisuitzetting plaatsvindt. Daar zitten we helemaal bovenop. Terecht dat u daarop aandacht vraagt. Maar we zullen zeker komende jaren en blijven daar ook op letten. En de sociale teams zullen ook voor ons helpen om dit integraal aanpak - wat onder andere onderwerpen problemen wat u aankaart - in de toekomst nog beter te ondersteunen. En beter onze inwoners preventief aan de voorkant te kunnen helpen. Voorzitter, mevrouw Rood, namens de Gemeente, Gemeentebelangen, heeft een suggestie gedaan over preventieve aanpak. Ik neem deze suggestie even mee. Ik kon dat niet even snel precies volgen wat u concreet voorstelde. Wellicht straks bij het drinken van een kopje koffie helpt u mij daar ook wat u precies daarmee bedoelt. Kunnen we dat ons voordeel mee doen. Maar in dit geval, misschien het GEP-pakket, zoals het minima, hebben we dat gerealiseerd. Misschien bedoelt u dat. We hebben dat pakket eigenlijk al jarenlang hier in praktijk, maar als u anders bedoelt, dan hoor ik het graag van u. De voorzitter: Mevrouw Rood, Gemeentebelangen. Mevrouw Rood: Ik bedoelde eigenlijk het uitbreiden van het GEP-pakket. Daar komt het in het kort op neer. De voorzitter: Wethouder. De heer Erol: Zie als college een suggestie. Wellicht kunnen we dat meenemen bij de verdere ontwikkeling. Maar zoals u weet, u heeft er, uw raad heeft een minimabeleid vastgesteld. Met alle nieuwe mogelijkheden, nieuwe zeg maar ontwikkelingen daarbij. Nogmaals, dat is een suggestie, als dat mogelijkheden voor zich doen. De financiële zin daar ruimte moeten zijn. Als dat zo is, wij zullen daar zeker aandacht vestigen waar nodig te betrekken. De voorzitter: Is dat een toezegging, wethouder? De heer Erol: Nou voorzitter, het is een toezegging, alleen het is geen toezegging dat ik dan met een nieuw minimabeleid kom. De voorzitter: Dat begrijpt mevrouw Rood, ja. De heer Erol: Dus in die zin moeten we dat even in het juiste kader neerzetten, anders kom, moet ik dan met een nieuw beleid komen. Dat is niet de bedoeling. De voorzitter: Gaat u door. De heer Erol: Tot slot voorzitter. De heer Van Popta van GroenLinks. Een uitstekende analyse. Zeker zijn constateringen die raakt mij van hart. En zegt hij eigenlijk in de kern: hoe gaat dat nou eigenlijk in praktijk in de gemeente Beverwijk? Wat zijn de aantallen. We hebben daar weinig kennis van gekregen. De heer Van Popta, met name ook uw eigen verzoek. Persoonlijk moet ik u daar complimenteren. Het college heeft een Pagina 13 van 31

uitgebreide evaluatie gemaakt, met name over de minimabeleid. Op de minimabeleid op pagina - ik heb hem toevallig even voor me. Ik had wel verwacht van uw betrokkenheid over de onderwerp zou er vragen over stellen. Op pagina 21 van evaluatie is een uitgebreide van 2012 tot 2015, van aantallen, per onderwerp, aan u daar voorgelegd. En u heeft daar ook ingestemd hoe dat in de gemeente Beverwijk met schuldhulpverleningstrajecten het loopt. We werken maar tegenwoordig genomen welke aantallen in de afgelopen jaren er waren. Dus wij kunnen dat niet een prognose maken richting uw raad. Hoe zou de schuldhulpverlening de komende jaren gaan ontwikkelen? Want zo is het onderwerp niet bedoeld. Maar we doen ons uiterste best, door u ingezette andere beleidsstukken te voorkomen dat de gezinnen of de kinderen in zo'n vervelende situatie terecht kunnen komen. En dan ziet u we daar eigenlijk jaar in jaar uit bovenop zitten, welke trajecten er waren, welke maatregelen zijn er genomen. Ik nodig u van harte uit om daar nog een keer kennis van te nemen. De heer Van Popta: Mijnheer de voorzitter. De voorzitter: De heer Van Popta, GroenLinks. De heer Van Popta: Misschien aanvullend. Het ging niet zozeer om de aantallen hoor, maar veel meer om het gevoel wat bij het college leeft van ja, gaat het nu goed of gaat het niet goed? Zijn we in control of zijn we niet in control? De voorzitter: Wethouder? De heer Erol: Mijnheer Van Popta, als er en onderwerp is wat deze portefeuillehouder of dit college raakt, dat is dan dit problematiek onder andere. Gevoel, we hebben het zeker goed gaat. Maar nogmaals, wij kunnen de toekomstige problemen niet nu kunnen regelen. Maar het gaat heel erg goed. Maar het kan nog steeds beter. Want daar ziet u eigenlijk aantallen. De als bijlage uitvoeringsagenda aantal onderwerpen is benoemd, waar we komende jaren gaan oppakken om dit integrale beleid nóg beter uitvoering aan te kunnen geven. Voorzitter, nogmaals, namens het college dank voor u raad, voor uw bijdrage, constructief. Maar vooral een positieve insteek en stimulerende bijdrage. En dat was wat mij betreft namens het college eerste termijn bijdrage. Dank u wel. De voorzitter: Dank u wel, wethouder Erol. Ik kijk even ook rond of er behoefte is aan een tweede... Ja? Ik zie dat bij de heer Hazeveld. Als... De heer Hazeveld: Voorzitter, voorzitter... Ik wil even een schorsing hebben. De voorzitter: U wilt een... heeft u een, een schorsing hoe lang ongeveer? De heer Hazeveld: Drie minuten, maximaal vijf. De voorzitter: Dan maken we vijf minuten schorsing. De heer Hazeveld: Ik dank u. De voorzitter: Bij dezen. Pagina 14 van 31

Schorsing De voorzitter: Dames en heren, wilt u naar uw plaatsen terugkeren? Ja? De heer Kinik. Graag, de heer Backer gaat weer zitten. Heel goed. Mijnheer Weel, mijnheer Meiland. Dank u wel. Er was een schorsing aangevraagd door de heer Hazeveld. Wil de heer Hazeveld of iemand anders daar iets over opmerken? Mijnheer Hazeveld. De heer Hazeveld: Ja, voorzitter, daar wil ik zeker wat over opmerken. Ik wil graag ook een tweede termijn. Het probleem... De voorzitter: Dan is dit al uw tweede termijn denk ik. Gaat uw gang. De heer Hazeveld: Dank u wel. Dan ga ik even staan. Daar hebben we dit mooie spreekgestoelte voor, tenslotte. Voorzitter, ik vroeg een schorsing aan omdat wij dit onderwerp in de IJmondcollege hebben besproken en we daar als totale lokale partij uit drie gemeentes een standpunt hadden ingenomen aan het einde dat het niet behandelrijp was. Daar hadden we onze argumenten voor. Ik heb daar wel al bij gezegd toentertijd dat het in Beverwijk, want wij hebben onze minimanota. We hebben dit niet losgekoppeld, dat zou te erg zijn, besproken hebben en ons daar is gemeld dat het hier fantastisch en geweldig en goed gaat. En we hadden dus ook veel moeite met een paar dingen, en dat is het IJmondiale karakter hiervan. Want is het nu zo dat Velsen of Heemskerk het been bij gaan trekken bij Beverwijk, of dat wij minder gaan doen om op hetzelfde niveau uit te komen? Nou, daar zijn opmerkingen en vragen gesteld. Maar goed, het niet behandelrijp zijn kan ik in deze vergadering hier niet vasthouden vind ik. Zeker niet na de beantwoording van de wethouder. Dus ik wil graag met die behandeling dan toch meedoen in tweede termijn. Mede om wat gezegd is. Maar ik wil dan even aanhalen waar het om gaat. Sociaal bij hart en nieren. Voorkomen beter dan genezen. Integraal maatwerk preventie. Logische woorden in onze context, in de Beverwijkse context en de Beverwijkse maat. En dan komt 'ie. En dat doen we allemaal IJmondiaal. Maar dan komt dus mijn vraag dan toch maar voor die tweede termijn. Gaan Velsen en Heemskerk het been bijtrekken naar het Beverwijkse model, of gaan wij daarin matigen? Het preventiemodel zoals in de nota staat kan IJmondiaal, was vastgesteld in de IJmondcommissie al. En de trajecten kunnen verschillend per gemeente gaan lopen. Wat echter ook naar voren kwam toen, is de aanpak. Die is per gemeente verschillend. Er werd zelfs gezegd dat een evaluatie moeilijk is omdat het moeilijk te vergelijken is. Verschillende werkwijzen. Heemskerk heeft een eigen medewerker. Wij hebben het uitbesteed aan een partij. Velsen heeft het uitbesteed aan een andere partij. Nou, het was op een gegeven moment als je het op papier leest, dan zeg je: het is visie versus uitvoering. En natuurlijk kunnen de drie gemeentes een gelijkwaardige visie hebben. Daar mag het niet in verschillen. Dat kan alleen maar goed zijn. Maar de uitvoering, dat is wat anders. En die verschilt dus ook. Dus om dit stuk nu een IJmondiaal stuk te noemen, dat roept dan die vragen op. Wat wij hebben bepleit als lokale partij, is een gelijk fundament. Dat roepen we al tweeënhalf jaar. Zorg er nou eens voor dat je een prospectus model over die drie gemeentes maakt, en kijk dan of dat het platform is als je het IJmondiaal wil gaan noemen. En als je naar die ene IJmond toe wil gaan groeien. Dat wil ik hier toch nog even benadrukken en bevragen. Omdat er verschillend wordt gewerkt. Dat is de reden, voorzitter, dat wij in tweede termijn, dat ik in tweede termijn toch wat wilde zeggen. Het gaat nu versterkt naar de sociale wijkteams. Daar hebben we een zorgpunt van gemaakt. En die is eigenlijk nooit, nog niet weggenomen. We kunnen goede hoop hebben, maar we zijn gerapporteerd ergens in september, dat het allemaal nog niet zo goed ging. We zijn een half jaartje verder. En nu zou het dan zo fantastisch gaan dat we dit, deze grootse problematiek, want dat is het. Zodra je hier instapt ontdek je dat dit grootse problematiek is. Je kunt daar niet even naar binnen stappen en weer eruit stappen. Dan moet je die problematiek ook beet pakken. Dat ben ik met de heer Gezer eens. Doe dat goed, of doe het niet. Een van beide dan toch maar. En het idee van Gemeentebelangen, dat verdient alle steun. En de Pagina 15 van 31