Datum... Voorletters + Achternaam.. Uw kandidaatsnummer Naam van de instelling.. KANDIDAATVERSIE Theorie-examen Deelkwalificaties 5 en 4 Werken in de Thuiszorg/ Methodisch Handelen 2 en Beroepshouding Pagina 1 van 13 dkw. 05 02 /ns
Instructies voor de kandidaat Informatie over de toets Tijdsduur (standaard) : 75 minuten Maximum te behalen punten : 30 Bij 20 21 punten : voldoende (6) Aantal casussen : 3 Aantal vragen : 20 Op het voorblad vult u de gevraagde gegevens in. Let op: gebruik de achternaam die u bij uw geboorte hebt gekregen. Niet de achternaam van uw echtgenoot! Alle antwoorden moeten met pen ingevuld worden (blauw of zwart) Bij elke vraag staat het aantal punten dat u voor deze vraag kunt behalen. Bijvoorbeeld: vraag 13 2 pnt De toets bestaat uit een aantal casussen (praktijksituaties). Elke casus omvat een aantal open vragen en meerkeuzevragen. Meerkeuzevragen Bij de meerkeuzevragen omcirkelt u slechts één (1) antwoord. Open vragen Bij de open vragen schrijft u de antwoorden op in de opengelaten ruimte onder de vraag. Wanneer deze ruimte te klein is, schrijft u verder op de achterkant van het blad. Zet er dan wel het nummer van de vraag bij. Antwoord slechts op wat gevraagd wordt. Bijvoorbeeld als er 3 voorbeelden gevraagd worden, geef dan 3 voorbeelden en niet meer. Alleen de eerste 3 antwoorden worden beoordeeld. De overige niet. Geef korte, puntsgewijze antwoorden bij vragen die beginnen met Noem, Geef of Schrijf op. Wanneer wordt gevraagd iets te beschrijven of te motiveren geef dan een uitgebreider antwoord. Algemene tips: Lees eerst alle casussen en vragen door en begin dan pas met het geven van antwoorden. Lees het antwoord dat u geeft altijd goed na. Moet u 3 antwoorden geven, kijk dan kritisch na of het 3 verschillende antwoorden zijn. Pagina 2 van 13 dkw. 05 02 /ns
Theorie-examen deelkwalificatie thuiszorg 5 en 4 Werken in de thuiszorg / Methodisch Handelen 2 en Beroepshouding Casus 1 Annet werkt bij de 24 jarige Jan Thoma. Twee jaar geleden kreeg Jan een ernstig motorongeluk. Hij heeft een dwarslaesie. Hij is vanaf zijn borstkas volledig verlamd. Vanwege zijn handicap moet Jan medicijnen gebruiken. Jan neemt Annet in vertrouwen. Hij vertelt haar dat hij samen met vrienden drugs gebruikt.. Annet zegt hem dat de combinatie medicijnen en drugs dodelijk kan zijn. Op deze informatie reageert Jan onverschillig. Opgave 1 Is de volgende bewering goed of fout? Respect hebben voor de zorgvrager betekent dat jij zijn waarden en normen overneemt. Omcirkel je antwoord: Goed / Fout Pagina 3 van 13 dkw. 05 02 /ns
Opgave 2 Annet is tegen het gebruik van drugs. Jan en Annet denken in dit geval verschillend over waarden en normen. Algemene vraag. Beschrijf in eigen woorden het begrip waarden en het begrip normen. Waarden zijn: Normen zijn: Max. Pagina 4 van 13 dkw. 05 02 /ns
Opgave 3 Jan is vanaf zijn borstkas volledig verlamd waardoor zijn zelfzorgmogelijkheden beperkt zijn. Welke zelfzorgbeperkingen kun jij bij hem verwachten? Noem er 2. 2 Zelfzorgbeperkingen Opgave 4 Is de volgende bewering goed of fout? Een zorgvrager heeft professionele zorg nodig wanneer hij geen zelfzorgmogelijkheden heeft en er geen mantelzorg is. Omcirkel het juiste antwoord: Goed / Fout Pagina 5 van 13 dkw. 05 02 /ns
Opgave 5 Jan gebruikt medicijnen en drugs. Annet wil dit rapporteren in het zorgdossier. Zij moet een objectieve rapportage maken. Algemene vraag. Wanneer is een rapportage objectief? Noem 3 kenmerken. Opgave 6 Annet hoort van Jan dat hij met zijn vrienden drugs gebruikt. Dit is een voorbeeld van een.. Omcirkel a of b a subjectieve waarneming b objectieve waarneming Opgave 7 Omcirkel je antwoord Het feit dat Jan drugs gebruikt betekent: a. dat de zorgbehoefte verandert en het zorgplan aangepast moet worden b. dat aan het zorgplan niets veranderd hoeft te worden c. dat de zorgbehoefte verandert, maar het zorgplan verandert niet. Pagina 6 van 13 dkw. 05 02 /ns
Opgave 8 Als Annet na een paar dagen weer bij Jan komt, merkt ze dat hij traag reageert en een versufte indruk maakt. Ze vraagt of hij drugs gebruikt heeft. Jan geeft geen antwoord maar lacht een beetje. Annet vindt dat ze haar leidinggevende moet inschakelen. Geef 2 redenen waarom Annet haar leidinggevende inschakelt. Pagina 7 van 13 dkw. 05 02 /ns
Casus 2 Noor verleent zorg bij het echtpaar Brix. Mevrouw en meneer zijn ernstig ziek. Ze hebben twee thuiswonende zoons waar ze niet mee kunnen opschieten. Noor werkt 3 ochtenden per week 2 uur. De afspraak is dat de zoons hun eigen slaapkamers schoonhouden. Mevrouw Brix vindt dat ze met deze afspraak niets te maken heeft. Alles moet gedaan worden, ook die twee slaapkamers. Noor probeert een goed contact op te bouwen met het echtpaar Brix maar dat lukt niet. Mevrouw heeft kritiek op alles wat Noor doet en ze doet dat op een agressieve manier. Opgave 9 Algemene vraag Wat kun je doen om er voor te zorgen dat de communicatie met zorgvragers goed verloopt? Noem 3 voorwaarden. Pagina 8 van 13 dkw. 05 02 /ns
Opgave 10 Noor voelt zich bij het echtpaar Brix niet op haar gemak. Ze is ook niet assertief genoeg om hier iets aan te veranderen. Vertel met je eigen woorden wat assertief gedrag is. Opgave 11 Is de volgende bewering goed of fout? Je hoeft bij rapporteren geen rekening te houden met het beroepsgeheim. Omcirkel je antwoord Goed / Fout Opgave 12 Wat kan een nadeel zijn van een schriftelijke rapportage? Omcirkel het juiste antwoord a. Je kunt een geschreven rapportage nog eens nalezen. b. Je krijgt niet direct een reactie van een collega. c. Alle zorgverleners krijgen dezelfde informatie. d. Je kunt de informatie zo objectief mogelijk beschrijven. Pagina 9 van 13 dkw. 05 02 /ns
Opgave 13 Algemene vraag In de thuiszorg kennen we verschillende soorten gepland overleg. Noem 2 soorten gepland overleg en schrijf er achter wie er aan deelnemen. Soort overleg: Noem 2 deelnemers per overleg 1. 1. 2. 2. 1. 2. Pagina 10 van 13 dkw. 05 02 /ns
Opgave 14 Noor bespreekt haar situatie in het overleg. Haar collega s vinden dat ze assertief moet reageren. Noem 3 punten die horen bij assertief reageren. Opgave 15 Is de volgende bewering goed of fout? Bewering In je een werkplan houd je rekening met de ziekteverschijnselen van de zorgvrager. Omcirkel het juiste antwoord: Goed / Fout Opgave 16 Is de volgende bewering goed of fout? Bewering Bij een overdracht moet de zorgverlener alleen feitelijke gegevens rapporteren. Omcirkel het juiste antwoord: Goed / Fout Pagina 11 van 13 dkw. 05 02 /ns
Casus 3 Rachida helpt mevrouw Vossen bij de huishouding. Mevrouw is suikerpatiënt. Ze mag absoluut geen zoetigheid eten. Rachida maakt de koelkast schoon en ze vindt slagroomgebakjes en een doos met bonbons. Ze schrikt en zegt tegen mevrouw Vossen: U mag echt geen zoetigheid hebben. Mevrouw zegt boos: Het is een traktatie voor de visite en verder gaat het jou niets aan. Rachida houdt er een naar gevoel aan over. Als ze de volgende dag nog gebak en bonbons in de koelkast ziet, besluit ze alles weg te gooien. Nu loopt mevrouw Vossen geen gevaar meer. Opgave 17 Je kunt vraagtekens zetten bij de beroepshouding van Rachida. Algemene vraag Waaraan kun je zien dat een verzorgingshulp B een goede beroepshouding heeft? Noem 3 kenmerken van een goede beroepshouding. Opgave 18 Rachida vertelt haar leidinggevende dat mevrouw Vossen veel zoetigheid eet. Haar collega vindt dat Rachida zich niet aan haar beroepsgeheim houdt. Heeft haar collega gelijk of ongelijk? Omcirkel je antwoord Ja, de collega heeft gelijk / Nee, de collega heeft geen gelijk Pagina 12 van 13 dkw. 05 02 /ns
Opgave 19 Als werknemer heeft Rachida rechten en plichten. Kruis in het schema aan of een omschrijving een recht is of een plicht. Antwoord Schema Omschrijving Recht Plicht Je moet het werk bij de zorgvrager kunnen doen in de tijd die er voor staat. Taken die niet tot je takenpakket horen, mag je niet uitvoeren. De zorgverlener moet bij de zorgvrager en bij de leidinggevende melden wat er fout gaat. De zorgverlener moet zich op tijd ziek melden. De zorgverlener moet dure cadeautjes van de zorgvrager weigeren. Het werk dat je doet moet volgens de regels van de ARBO wet uitgevoerd kunnen worden Opgave 20 Is de volgende bewering goed of fout? In de ARBO wet staat dat de werkgever er voor moet zorgen dat zieke werknemers weer zo snel mogelijk aan de slag kunnen. Omcirkel het antwoord: Goed / Fout Pagina 13 van 13 dkw. 05 02 /ns