KANDIDAATVERSIE. Theorie-examen. Verzorgingshulp B

Vergelijkbare documenten
Kandidaatsversie. Theorie-examen. Verzorgingshulp B. Voorletters + Achternaam. Uw cursistennummer... Naam van de instelling

Voorletters + Achternaam. Uw kandidaatsnummer. Naam van de instelling waar u werkt : Kandidaatsversie. Theorie-examen.

Kandidaatsversie. Theorie-examen. Verzorgende C. Datum. Voorletters + Achternaam. Uw kandidaatsnummer. Naam van de instelling waar u werkt:..

Kandidaat-versie. Theorie-examen (proef) Crebonummer 94830

Voorletters + Achternaam. Uw kandidaat-nummer. Naam van de instelling waar u werkt : Adres instelling. Proefexamen. Kandidatenversie.

Kandidaat-versie. Theorie-examen (proef) Crebonummer 94830

Toetsnummer: CGO.V.11.5.proef. Kandidaatversie. Theorie-examen toets 5 (proef) Crebonummer Pagina 1 van 9. CGO.V.11.5.proef.01.

Voorletters + Achternaam. Uw kandidaatnummer. Naam van de instelling waar u werkt : Adres instelling. Proefexamen.

Voorletters + Achternaam. Uw kandidaat-nummer. Naam van de instelling waar u werkt : Adres instelling. Proefexamen. Kandidaat-versie.

Voorletters + Achternaam. Uw kandidaatsnummer. Naam van de instelling waar u werkt : Kandidaatsversie. Theorie-examen Verzorgende C

Examen voor helpenden zorg en welzijn, in de thuiszorg EXAMENOPGAVEN

Het begeleiden van een zorgvrager die weerstanden heeft bij veranderingen

Je voert een gesprek met een zorgvrager waarin jij hem adviseert over aanpassingen in zijn leefwijze.

ThiemeMeulenhoff Zorg Niveau Evalueert de zorgverlening Antwoordmodellen

opdrachten bij thema participatiesamenleving

verzorging CSPE KB 2010 minitoets bij opdracht 6

Feedbackformulier Leerling Praktijktoets 1 Persoonlijke verzorging

Kwaliteitszorg. Test jezelf.

ThiemeMeulenhoff Zorg Niveau Begeleiden op sociaal/maatschappelijk gebied Antwoordmodellen

Spreekopdrachten thema 7 Werken

Respectvol reageren op gevoelens

Het voorkomen, signaleren en behandelen van hospitalisatie

Zorgplan van een chronische zieke, een lichamelijk gehandicapte of revaliderende zorgvrager bespreken en vervolgens bijstellen

Casus 2 Dhr. Spannenburg

LESBRIEF BIJ STAGE LOPEN

Dit portfolio is eigendom van: Naam: Adres: Postcode en woonplaats: Telefoon: Naam studieloopbaanbegeleider: Telefoon:

De gekleurde bril Marcel Proust

ASSESSMENT VAK VERZORGING.

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting

EXAMEN KEUZEDEEL VERRIJKING LEERVAARDIGHEDEN Code: K INFORMATIE VOOR DE STUDENT

Feedbackformulier Leerling Praktijktoets 1 Persoonlijke verzorging Casus 3 Mw. Niemeijer

verzorging CSPE KB 2009 minitoets bij opdracht 12 A B X C D

ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL)

X C D X C D. verzorging CSPE KB minitoets bij opdracht 12

Methodisch werken met zorgleefplan, ondersteuningsplan of begeleidingsplan

Ondersteunen bij activiteiten

Communicatie in de zorg Niveau 3 + 4

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Het voeren van een evaluatiegesprek

KBS BIJ TH E M A 15 HUL P E N R E CH T

[ZORG EN DIENSTVERLENINGSOVEREENKOMST ] De Lichtenvoorde

Vragenlijst beroepsvaardigheden

Handleiding Proeve van Bekwaamheid voor de deelnemer. Dossiers VMBO

BPV-voorbereiding. Opleiding Helpende Zorg & Welzijn. naam. klas. mentor. Week 1 Het werkveld. Week 2 Competenties.

Deze vraag gaat over je eigen ervaring. Je krijgt op deze vraag geen feedback.

Cursushandleiding. Tja, wat zal ik zeggen, met cliënten in gesprek over spiritualiteit

Hierbij ontvangt u de studiewijzer voor de Basis opleiding Verzorgende 3 (1 e leerjaar).

Beroepsopdracht 3: Voeding en Hygiëne / Zorghulp / september

Haal het beste uit jezelf met het. Individueel Ontwikkelings Plan!

Coördinatie van zorg. Test jezelf.

Examen VMBO-BB. verzorging CSPE BB. gedurende 240 minuten. Bij dit examen horen een bijlage, uitwerkbijlagen en digitale bestanden.

zorg en welzijn-breed CSPE KB 2011 minitoets bij opdracht 5

Het participeren in een voortgangsgesprek van een stagiaire

5 Assertiviteit. 1 Inleiding

De zorg moet steeds beter.

Weet wat je kan. Je laten horen

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Voorlichting, advies en instructie Niveau 3

Wat is een teleurstelling?

Het organiseren van een activiteit

Feedback geven. Feedback kan positief en negatief zijn. Negatieve feedback geven is moeilijk

voorwoord VOORBEELDPAGINA S Bestelnr De ander en ik

- Met zorgboerderij worden ook de tuinderij, winkel, bakkerij of kaasmakerij bedoeld.

Durf te vragen help mee aan veilige zorg

STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE

Intake formulier. Algemene persoonsgegevens. Datum aanmelding. Intakeformulier ingevuld door. Achternaam. Voornamen. Roepnaam. Straat en huisnummer

Speklappen en rookworsten

BPV werkboek. Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen niveau 4 BBL Crebonummer: BPV-werkboek 25262/versie sept.

ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT KD 2012

Zorg aan huis Wijkteams. Verzorging, verpleging en begeleiding voor jong en oud bij u thuis? - Vivium helpt u verder

Examen VMBO-BB. verzorging CSPE BB. gedurende 295 minuten. Bij dit examen horen bijlagen, uitwerkbijlagen en digitale bestanden.

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Gevorderd

STAGEBOEK MaS+ Samenwerking tussen leerlingen van Pleincollege Nuenen en van Novaliscollege Eindhoven. Klas :

EXAMENOPGAVEN. Crebonr: Opleiding: Sociaal Pedagogisch Werker 3, Sociaal Pedagogisch Werker 4. Eindtermen: 1,2,3,4,5,6,7,8,9,10,11,12,13,14,15

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en aan wie: een brief aan de minister

KBS BI J TH E M A 1 M ETHO DISCH H AN D E L E N E N

Organiseren van zorg Niveau 3

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek.

Foto: halfpoint. 123rf.com. methodisch werken

Eerstelijns Psychologenpraktijk Bilthoven Zuid Soestdijkseweg Zuid AD Bilthoven Tel:

De eigen grenzen bewaken

Inhoud en competenties leer-werkboeken

Afasie en logopedie informatie voor naasten/familie

leven met een chronische ziekte

NT /2004 SPREKEN EXAMEN. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Diversiteit en beroepsvaardigheden Leer jezelf kennen Basishouding en diversiteit Discriminatie Gedrag bij diversiteit Pesten. Hoofdstuk 2: werken

Naam. Datum. Noteer het aantal GFI punten op dit onderdeel Nadere omschrijving problematiek

Toelichting. U moet in het gesprek vertellen waarom u deze antwoorden heeft ingevuld. Daarom is het belangrijk dat u de Resultaatkaarten zelf invult.

Begeleiding in de zorg. Test jezelf.

Veel plezier in de winkel! Bedrijfskleding. je naam:... je klas:... datum:... jouw beoordeling: Klantgerichtheid

TOELICHTING RESULTAATKAARTEN TOELICHTING ORIËNTATIE OP DE NEDERLANDSE ARBEIDSMARKT

Het echte B-VCA examen dat u na de opleiding gaat maken omvat 40 vragen en daarvoor heeft u maximaal 60 minuten de tijd.

2 Functies in de zorg

6.2.1 Dealen met afleiding onderweg

Opstartlessen. Les 1. Kennismaken

Opdracht Rapporteren goed en vlot

beeldende vakken CPE GL en TL tekenen, handenarbeid, textiele werkvormen, audiovisuele vormgeving

voor elkaar ZAKBOEKJE RAPPORTEREN O A E P

EXTRA SCHRIJFOPDRACHTEN

Transcriptie:

Datum... Voorletters + Achternaam.. Uw kandidaatsnummer Naam van de instelling.. KANDIDAATVERSIE Theorie-examen Deelkwalificaties 5 en 4 Werken in de Thuiszorg/ Methodisch Handelen 2 en Beroepshouding Pagina 1 van 13 dkw. 05 02 /ns

Instructies voor de kandidaat Informatie over de toets Tijdsduur (standaard) : 75 minuten Maximum te behalen punten : 30 Bij 20 21 punten : voldoende (6) Aantal casussen : 3 Aantal vragen : 20 Op het voorblad vult u de gevraagde gegevens in. Let op: gebruik de achternaam die u bij uw geboorte hebt gekregen. Niet de achternaam van uw echtgenoot! Alle antwoorden moeten met pen ingevuld worden (blauw of zwart) Bij elke vraag staat het aantal punten dat u voor deze vraag kunt behalen. Bijvoorbeeld: vraag 13 2 pnt De toets bestaat uit een aantal casussen (praktijksituaties). Elke casus omvat een aantal open vragen en meerkeuzevragen. Meerkeuzevragen Bij de meerkeuzevragen omcirkelt u slechts één (1) antwoord. Open vragen Bij de open vragen schrijft u de antwoorden op in de opengelaten ruimte onder de vraag. Wanneer deze ruimte te klein is, schrijft u verder op de achterkant van het blad. Zet er dan wel het nummer van de vraag bij. Antwoord slechts op wat gevraagd wordt. Bijvoorbeeld als er 3 voorbeelden gevraagd worden, geef dan 3 voorbeelden en niet meer. Alleen de eerste 3 antwoorden worden beoordeeld. De overige niet. Geef korte, puntsgewijze antwoorden bij vragen die beginnen met Noem, Geef of Schrijf op. Wanneer wordt gevraagd iets te beschrijven of te motiveren geef dan een uitgebreider antwoord. Algemene tips: Lees eerst alle casussen en vragen door en begin dan pas met het geven van antwoorden. Lees het antwoord dat u geeft altijd goed na. Moet u 3 antwoorden geven, kijk dan kritisch na of het 3 verschillende antwoorden zijn. Pagina 2 van 13 dkw. 05 02 /ns

Theorie-examen deelkwalificatie thuiszorg 5 en 4 Werken in de thuiszorg / Methodisch Handelen 2 en Beroepshouding Casus 1 Annet werkt bij de 24 jarige Jan Thoma. Twee jaar geleden kreeg Jan een ernstig motorongeluk. Hij heeft een dwarslaesie. Hij is vanaf zijn borstkas volledig verlamd. Vanwege zijn handicap moet Jan medicijnen gebruiken. Jan neemt Annet in vertrouwen. Hij vertelt haar dat hij samen met vrienden drugs gebruikt.. Annet zegt hem dat de combinatie medicijnen en drugs dodelijk kan zijn. Op deze informatie reageert Jan onverschillig. Opgave 1 Is de volgende bewering goed of fout? Respect hebben voor de zorgvrager betekent dat jij zijn waarden en normen overneemt. Omcirkel je antwoord: Goed / Fout Pagina 3 van 13 dkw. 05 02 /ns

Opgave 2 Annet is tegen het gebruik van drugs. Jan en Annet denken in dit geval verschillend over waarden en normen. Algemene vraag. Beschrijf in eigen woorden het begrip waarden en het begrip normen. Waarden zijn: Normen zijn: Max. Pagina 4 van 13 dkw. 05 02 /ns

Opgave 3 Jan is vanaf zijn borstkas volledig verlamd waardoor zijn zelfzorgmogelijkheden beperkt zijn. Welke zelfzorgbeperkingen kun jij bij hem verwachten? Noem er 2. 2 Zelfzorgbeperkingen Opgave 4 Is de volgende bewering goed of fout? Een zorgvrager heeft professionele zorg nodig wanneer hij geen zelfzorgmogelijkheden heeft en er geen mantelzorg is. Omcirkel het juiste antwoord: Goed / Fout Pagina 5 van 13 dkw. 05 02 /ns

Opgave 5 Jan gebruikt medicijnen en drugs. Annet wil dit rapporteren in het zorgdossier. Zij moet een objectieve rapportage maken. Algemene vraag. Wanneer is een rapportage objectief? Noem 3 kenmerken. Opgave 6 Annet hoort van Jan dat hij met zijn vrienden drugs gebruikt. Dit is een voorbeeld van een.. Omcirkel a of b a subjectieve waarneming b objectieve waarneming Opgave 7 Omcirkel je antwoord Het feit dat Jan drugs gebruikt betekent: a. dat de zorgbehoefte verandert en het zorgplan aangepast moet worden b. dat aan het zorgplan niets veranderd hoeft te worden c. dat de zorgbehoefte verandert, maar het zorgplan verandert niet. Pagina 6 van 13 dkw. 05 02 /ns

Opgave 8 Als Annet na een paar dagen weer bij Jan komt, merkt ze dat hij traag reageert en een versufte indruk maakt. Ze vraagt of hij drugs gebruikt heeft. Jan geeft geen antwoord maar lacht een beetje. Annet vindt dat ze haar leidinggevende moet inschakelen. Geef 2 redenen waarom Annet haar leidinggevende inschakelt. Pagina 7 van 13 dkw. 05 02 /ns

Casus 2 Noor verleent zorg bij het echtpaar Brix. Mevrouw en meneer zijn ernstig ziek. Ze hebben twee thuiswonende zoons waar ze niet mee kunnen opschieten. Noor werkt 3 ochtenden per week 2 uur. De afspraak is dat de zoons hun eigen slaapkamers schoonhouden. Mevrouw Brix vindt dat ze met deze afspraak niets te maken heeft. Alles moet gedaan worden, ook die twee slaapkamers. Noor probeert een goed contact op te bouwen met het echtpaar Brix maar dat lukt niet. Mevrouw heeft kritiek op alles wat Noor doet en ze doet dat op een agressieve manier. Opgave 9 Algemene vraag Wat kun je doen om er voor te zorgen dat de communicatie met zorgvragers goed verloopt? Noem 3 voorwaarden. Pagina 8 van 13 dkw. 05 02 /ns

Opgave 10 Noor voelt zich bij het echtpaar Brix niet op haar gemak. Ze is ook niet assertief genoeg om hier iets aan te veranderen. Vertel met je eigen woorden wat assertief gedrag is. Opgave 11 Is de volgende bewering goed of fout? Je hoeft bij rapporteren geen rekening te houden met het beroepsgeheim. Omcirkel je antwoord Goed / Fout Opgave 12 Wat kan een nadeel zijn van een schriftelijke rapportage? Omcirkel het juiste antwoord a. Je kunt een geschreven rapportage nog eens nalezen. b. Je krijgt niet direct een reactie van een collega. c. Alle zorgverleners krijgen dezelfde informatie. d. Je kunt de informatie zo objectief mogelijk beschrijven. Pagina 9 van 13 dkw. 05 02 /ns

Opgave 13 Algemene vraag In de thuiszorg kennen we verschillende soorten gepland overleg. Noem 2 soorten gepland overleg en schrijf er achter wie er aan deelnemen. Soort overleg: Noem 2 deelnemers per overleg 1. 1. 2. 2. 1. 2. Pagina 10 van 13 dkw. 05 02 /ns

Opgave 14 Noor bespreekt haar situatie in het overleg. Haar collega s vinden dat ze assertief moet reageren. Noem 3 punten die horen bij assertief reageren. Opgave 15 Is de volgende bewering goed of fout? Bewering In je een werkplan houd je rekening met de ziekteverschijnselen van de zorgvrager. Omcirkel het juiste antwoord: Goed / Fout Opgave 16 Is de volgende bewering goed of fout? Bewering Bij een overdracht moet de zorgverlener alleen feitelijke gegevens rapporteren. Omcirkel het juiste antwoord: Goed / Fout Pagina 11 van 13 dkw. 05 02 /ns

Casus 3 Rachida helpt mevrouw Vossen bij de huishouding. Mevrouw is suikerpatiënt. Ze mag absoluut geen zoetigheid eten. Rachida maakt de koelkast schoon en ze vindt slagroomgebakjes en een doos met bonbons. Ze schrikt en zegt tegen mevrouw Vossen: U mag echt geen zoetigheid hebben. Mevrouw zegt boos: Het is een traktatie voor de visite en verder gaat het jou niets aan. Rachida houdt er een naar gevoel aan over. Als ze de volgende dag nog gebak en bonbons in de koelkast ziet, besluit ze alles weg te gooien. Nu loopt mevrouw Vossen geen gevaar meer. Opgave 17 Je kunt vraagtekens zetten bij de beroepshouding van Rachida. Algemene vraag Waaraan kun je zien dat een verzorgingshulp B een goede beroepshouding heeft? Noem 3 kenmerken van een goede beroepshouding. Opgave 18 Rachida vertelt haar leidinggevende dat mevrouw Vossen veel zoetigheid eet. Haar collega vindt dat Rachida zich niet aan haar beroepsgeheim houdt. Heeft haar collega gelijk of ongelijk? Omcirkel je antwoord Ja, de collega heeft gelijk / Nee, de collega heeft geen gelijk Pagina 12 van 13 dkw. 05 02 /ns

Opgave 19 Als werknemer heeft Rachida rechten en plichten. Kruis in het schema aan of een omschrijving een recht is of een plicht. Antwoord Schema Omschrijving Recht Plicht Je moet het werk bij de zorgvrager kunnen doen in de tijd die er voor staat. Taken die niet tot je takenpakket horen, mag je niet uitvoeren. De zorgverlener moet bij de zorgvrager en bij de leidinggevende melden wat er fout gaat. De zorgverlener moet zich op tijd ziek melden. De zorgverlener moet dure cadeautjes van de zorgvrager weigeren. Het werk dat je doet moet volgens de regels van de ARBO wet uitgevoerd kunnen worden Opgave 20 Is de volgende bewering goed of fout? In de ARBO wet staat dat de werkgever er voor moet zorgen dat zieke werknemers weer zo snel mogelijk aan de slag kunnen. Omcirkel het antwoord: Goed / Fout Pagina 13 van 13 dkw. 05 02 /ns