kostensoorten kosten van het vermogen

Vergelijkbare documenten
rente van spaartegoeden wat krijg ik van de bank

procenten in de detailhandel

BASISKENNIS BOEKHOUDEN. 8. Belastingen

Bedrijfseconomisch rekenen in de retail 1

a. Stel de beginbalans op 1 januari 2006 samen volgens het model van bijlage I.

voorraadkosten d e 3 r s

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 7

Belastingen en de boekhouding

Economisch Instituut voor een Winkelorganisatie. Stein: ISBN: Auteurs: M.J. Duijzings-Biermans, M.W.M. Duijzings, F.L.J.

- Op gebouwen en machines die op 1 januari 2008 aanwezig zijn wordt in 2008 respectievelijk ,- en ,- afgeschreven.

exploitatiekosten en -overzicht

Het berekenen van kortingen en toeslagen, theorie

Cursus financieel management

MODULE 3: Het eigen adviesbureau De eigen winkel (vaardigheidstoets voor de opleidingen Modestyling en Interieuradviseur) Inhoud:

Beginner. Beginner. Beginner

3 Consumentenprijs, BTW en inkoopwaarde van de omzet

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 13

Manager retail (4) en Ondernemer retail (4) Financieel 2. Budgettering. Hoofdstuk 5 Liquiditeitsbegroting. Aangepaste versie

Een lening met een onroerend goed als onderpand. 5. Waarom is het handig een boekhouding bij te houden (noem 2 redenen).

exploitatiekosten en -overzicht

Inleiding. Exploitatiekosten. Break-even (analyse)

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 DEEL 1

TOELATINGSTOETS M&O. Datum

constante en variabele kosten

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 2

Bij een resultatenbegroting (ook wel exploitatiebegroting genoemd) wordt een overzicht gemaakt van de opbrengsten en van de kosten.

1 De inventarislijst en de balans

2 Veranderingen in de balans

Proefexamen BOEKHOUDEN

Welke BTW tarieven zijn er? 21% luxe goederen 6% primaire levensbehoefte 0% vrijgesteld (export, overheidsdiensten)

Elementaire kennis Bedrijfsadministratie

Als we geld lenen noemen we dat vreemd vermogen.

Hoofdstuk 1. Opgave , ,57. Opgave ,078. Opgave , ,

Hoofdstuk 1. Opgave , ,57. Opgave ,078. Opgave , ,

Bedrijfsadministratie - BAD deel 4a

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 3

Bedrijfsadministratie Deel I

Verdieping Management en Organisatie (M&O) 3havo/vwo

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 3

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 2

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 26 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

EENMANSZAAK DEEL 1. Periode 3 Hoofdstuk 2

Antwoorden hoofdstuk 4

Lever ook het kladpapier na afloop van het examen in bij de toezichthouder. Dit wordt vernietigd en niet meegenomen in de beoordeling.

061 Voorziening 448 Kosten milieuschade 076 Lening o/g 449 Interestkosten 077 Hypothecaire 450 Verkoopkosten

VOA STARTERSBORREL 10 MEI 2012

De familiebank - vanaf 2013

061 Voorziening 448 Kosten milieuschade 076 Lening o/g 449 Interestkosten 077 Hypothecaire 450 Verkoopkosten

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 1

PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

Elobase Detailhandel Ondernemingsbeleid/Organisatiebeleid Rekenwerkboek voor het theorie-examen kerntaak 1 Financieel 1 Ondernemer / Manager

Samenvatting M&O H14: Enkelvoudige interest

De resultatenrekening

BECO: DE BALANS - THEORIE

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 2

Management & Organisatie VWO 4 Hoofdstuk 3,9,12,14,16

Opgaven 4.4a en 4.4b horen bij paragraaf 4.2, Liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting.

Internetopgaven hoofdstuk 3

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering

Omzetsnelheid en omzetduur Het beheren van de voorraad doe je op basis van kengetallen. Kengetallen helpen je te bepalen of je voorraad optimaal is.

LANDBOUW EN NATUURLIJKE OMGEVING AGRARISCHE BEDRIJFSECONOMIE CSE KB

Noordhoff Uitgevers bv

Samenvatting Management & Organisatie Berekeningen

DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. MULO-III kandidaten maken de items 1 t/m 30. MULO-IV kandidaten maken de items 1 t/m 36. Intrest

Je eigen woning en de Belastingdienst in 2012

1. Debet 020 Inventaris Credit Datum Omschrijving Bedrag Datum Omschrijving Bedrag 1 feb Van balans ,-

Transitorische posten en voorafgaande journaalposten. De opgave 6.6a tot en met 6.6d horen bij paragraaf 6.2, Transitorische posten.

Samenvatting Economie hoofdstuk 3 management en organisatie

Boekingsboek. Overzicht van een aantal soorten boekingen.

Samenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld

werkschrift: bedrijfsadministratie Bestemd voor het kwalificatiedossier ondernemer detailhandel in de kwalificatiestructuur detailhandel

Het berekenen van kortingen en toeslagen, opgaven

M & O Case 3.10 Plentium De berekeningen staan in volgorde van hoe het op de begroting en op de balans staat.

9.1 Verwacht resultaat Exploitatie-begroting Omzet showroom en overig , , ,44

Uitwerkingen vragen en opgaven. 1 De balans. BA. H 1 Vragen. Uitwerking vragen

Basiskennis Calculatie (BKC ) Correctiemodel

Internetopgaven hoofdstuk 3

TOETS 1 - Basiskennis Calculatie (BKC)

Inleiding financiële administratie Ondersteunende administratieve beroepen Werkboek

PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

procenten in de detailhandel

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

werkschrift: bedrijfseconomisch rekenen: exploitatiekosten

Bovenstaande begrippen worden veelal weergegeven in onderstaand schema of overzicht. We noemen dit overzicht het exploitatieoverzicht.

Online ondernemen. Vak: economie Module bedrijfsplan E-DZIGN Kerntaak 3 Crebo Interieuradviseur Naam leerling Klas Periode

investeren goodwill EIW BV

De fiscale aspecten van een onroerende recreatiewoning

! Het kan voordelig zijn om de ingebruikname van een nieuw pand dat gaat worden gebruikt

Vermindering van BTW voor kleine ondernemers

1 De inventarislijst en de balans

Appendix Bedrijfseconomie Opgaven

Bij deze opgave horen de informatiebronnen 1 tot en met 3.

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 OPGAVE 3

Samengevat bereken je de nettowinst van een onderneming zo:

OPGAVEN BIJ VOORRAADBEHEER EN BESTELLEN

Als u premies betaalt voor kapitaalverzekeringen

BKB PRAKTIJKEXAMEN BASISKENNIS BOEKHOUDEN MAANDAG 11 JUNI Beschikbare tijd 4 uur. Op de netheid van het werk zal worden gelet.

Boekhouden en financiële administratie Examennummer: Datum: 8 februari 2014 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

verkoopprognoses omzetbudget en indexcijfers

Bedrijven zijn verplicht 1 maal per jaar een balans op te stellen en een winst & verliesrekening te maken. (voor de belastingdienst)

Transcriptie:

kostensoorten kosten van het vermogen rente kost ook geld De kosten van het vermogen bestaan uit de rentekosten over het in de detailhandelsonderneming geïnvesteerde vermogen. Deze rentekosten worden berekend over het eigen vermogen en het vreemd vermogen. De rente is de vergoeding voor het gebruik van dat vermogen. Het eigen vermogen is het eigen geld dat de ondernemer in de detailhandelsonderneming geïnvesteerd heeft. Het vreemd vermogen is het geld dat de ondernemer geleend heeft van anderen. Over het eigen vermogen zou de ondernemer rente moeten krijgen, omdat hij zijn eigen centjes (spaargeld) investeert in de onderneming. Deze vergoeding noemt men gewaardeerde interest. De vergoeding die de ondernemer betaalt voor het gebruiken van vreemd vermogen noemt men de rente van leningen. Totale kosten van vermogen = gewaardeerde interest + rente van leningen. voorbeeld 1 Hannah heeft totaal 150.000,- geïnvesteerd in haar winkel. Daarvan is 50.000,- eigen geld en is 100.000,- geleend bij de plaatselijke bank. De rente van de lening bedraagt 6,1%. Voor de gewaardeerde interest mag Hannah 3,2% rekenen. De kosten van het vermogen in het eerste jaar zijn dan: gewaardeerde interest: 50.000,- 100% x 3,2% = 1.600,- rente van lening: 100.000,- 100% x 6,1% = 6.100,- totale kosten van vermogen 1.600,- + 6.100,- = 7.700,- De rentekosten zijn afhankelijk van: de grootte van het gemiddeld geïnvesteerde vermogen: de K de rentevoet: de p Voor het vreemd vermogen is deze altijd bekend. de investeringsduur, uitgedrukt in jaren (een jaar heeft 360 dagen): de t De rentekosten kun je berekenen met de volgende formule: R k = K x p x t 100 x 1 * * De 1 staat voor een jaar; bij de renteberekening per maand staat er op die plaats 12; per dag staat er 360 (of 365/366). De rente wordt altijd uitgedrukt in een percentage per jaar. voorbeeld 2 Yousef heeft 120.000,- geleend bij de bank om de verbouwing van zijn winkel te financieren. Het rentepercentage bedraagt 7,2%. De lening werd op 1 mei van het afgelopen jaar afgesloten. Gedurende het afgelopen jaar heeft Yousef niet afgelost. De rentekosten van het afgelopen jaar betreffende de verbouwing van Yousef zijn (elke maand heeft 30 dagen): werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: exploitatiekosten UITWERKINGEN Pagina 37

120.000,- x 8 x 7,2 100 x 12 = 5.760,- voorbeeld 3 Een lening van 4.000,- wordt afgesloten op 23 januari en beëindigd op 11 juli van hetzelfde jaar. De rente op jaarbasis bedraagt 7,5%. Als je elke maand 30 dagen mag tellen, zijn de rentekosten: 4.000,- x 168 * x 7,5 100 x 360 = 140,- * Het aantal rentedagen is 7 + 30 + 30 + 30 + 30 + 30 + 11 = 168 dagen. Als je uitgaat van de werkelijke dagen per maand (geen schrikkeljaar), zijn de rentekosten: 4.000,- x 169 * x 7,5 100 x 365 = 138,90 * Het aantal rentedagen is 8 + 28 + 31 + 30 + 31 + 30 + 11 = 169 dagen. werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: exploitatiekosten UITWERKINGEN Pagina 38

opgaven 1. Luc Podbevsec heeft dit jaar 180.000,- geïnvesteerd in zijn detailhandelsonderneming. Daarvan is 50.000,- eigen vermogen en is 130.000,- verkregen via een lening bij de plaatselijke bank. De rente van deze lening bedraagt 4,8%. Voor de gewaardeerde interest hanteert Luc een percentage van 3,3%. De renteberekeningen zijn vanaf 1 januari van dit jaar. a. Bereken de gewaardeerde interest van dit jaar van deze detailhandelsonderneming. 50.000,- 100% x 3,3% = 1.650,-. b. Bereken de rente van de banklening van dit jaar van deze detailhandelsonderneming. 130.000,- 100% x 4,8% = 6.240,-. c. Bereken de totale kosten van het vermogen van dit jaar van deze detailhandelsonderneming. 1.650,- + 6.240,- = 7.890,-. 2. Martijn Ruitbroek heeft dit jaar 110.000,- geïnvesteerd in zijn detailhandelsonderneming in het centrum van Den Haag. Daarvan is 30.000,- eigen vermogen en is 80.000,- verkregen via een lening bij de plaatselijke bank. De rente van deze lening bedraagt 4,9%. Voor de gewaardeerde interest hanteert Martijn een percentage van 3,4%. De renteberekeningen zijn vanaf 1 januari van dit jaar. a. Bereken de gewaardeerde interest van dit jaar van deze detailhandelsonderneming. 30.000,- 100% x 3,4% = 1.020,-. b. Bereken de rente van de banklening van dit jaar van deze detailhandelsonderneming. 80.000,- 100% x 4,9% = 3.920,-. c. Bereken de totale kosten van het vermogen van dit jaar van deze detailhandelsonderneming. 1.020,- + 3.920,- = 4.940,-. werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: exploitatiekosten UITWERKINGEN Pagina 39

3. Glenn Coumans heeft dit jaar 160.000,- geïnvesteerd in zijn detailhandelsonderneming in het centrum van Stein. Daarvan is 40.000,- eigen vermogen en is 120.000,- verkregen via een lening bij de Postbank. De rente van deze lening bedraagt 5,4%. Voor de gewaardeerde interest hanteert Glenn een percentage van 3,5%. De renteberekeningen zijn vanaf 1 januari van dit jaar. a. Bereken de gewaardeerde interest van dit jaar van deze detailhandelsonderneming. 40.000,- 100% x 3,5% = 1.400,-. b. Bereken de rente van de banklening van dit jaar van deze detailhandelsonderneming. 120.000,- 100% x 5,4% = 6.480,-. c. Bereken de totale kosten van het vermogen van dit jaar van deze detailhandelsonderneming. 1.400,- + 6.480,- = 7.880,-. 4. Francien Smeets exploiteert een snoepspeciaalzaak. Dit jaar heeft Francien gemiddeld 25.000,- in haar zaak geïnvesteerd. Daarnaast heeft zij gemiddeld 28.000,- geleend bij de plaatselijke bank. Het rentetarief dat Francien bij de bank moet betalen is 8,5%. Voor de berekening van de gewaardeerde interest hanteert Francien een percentage van 4,2%. Bereken de totale kosten van het vermogen van dit jaar van deze snoepspeciaalzaak. Gewaardeerde interest is 25.000,- 100% x 4,2% = 1.050,-. Rente van lening is 28.000,- 100% x 8,5% = 2.380,-. Totale rentekosten zijn 3.430,- 5. Om een verbouwing aan het winkelpand te financieren, leent Igor 45.000,- bij de plaatselijke bank. Aan eigen spaargeld investeert hij nog eens 15.000,- in deze verbouwing. De rente van de lening bedraagt het eerste jaar 5,1% en de gewaardeerde interest is vastgesteld op 3,4%. De renteberekeningen gaan in op 1 januari van dit jaar. Bereken de totale kosten van het vermogen van dit jaar van deze verbouwing. 15.000,- 100% x 3,4% = 510,-. 45.000,- 100% x 5,1% = 2.295,-. 510,- + 2.295,- = 2.805,-. 6. Om de inventaris van haar winkel te vernieuwen leent Michelle Haagen 12.000,- bij de Rabobank. Van het eigen spaargeld koopt Michelle voor 7.000,- aan nieuwe inventaris. De rente van de lening bedraagt het eerste jaar 4,7% en de gewaardeerde interest is vastgesteld op 3,1%. De renteberekeningen gaan in op 1 januari van dit jaar. Bereken de totale kosten van het vermogen van dit jaar van de investeringen in de inventaris. 7.000,- 100% x 3,1% = 217,-. 12.000,- 100% x 4,7% = 564,-. 217,- + 564,- = 781,-. werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: exploitatiekosten UITWERKINGEN Pagina 40

7. Bereken de rentekosten van de onderstaande geleende bedragen. bedrag tijdsduur rentepercentage rentekosten a. 35.600,- 1 jaar 7,5 % 2.670,00 b. 189.650,- 2 jaar 8,2 % 31.102,60 c. 96.750,- 6 jaar 7,7 % 44.698,50 d. 155.600,- 8 jaar 6,9 % 85.891,20 e. 85.250,- 7 jaar 6,5 % 38.788,75 f. 95.100,- 11 jaar 9,0 % 94.149,00 g. 535.600,- 3 jaar 8,1 % 130.150,80 h. 1.635.600,- 6 jaar 7,2 % 706.597,20 i. 5.250,- 2,5 jaar 5,9 % 774,38 j. 258.250,- 5,5 jaar 8,3 % 117.891,13 8. Bereken de rentekosten van de onderstaande geleende bedragen. bedrag tijdsduur rentepercentage rentekosten a. 42.600,- 1 kwartaal 6,4 % 681,60 b. 28.400,- 3 kwartalen 5,6 % 1.192,80 c. 19.500,- 2 kwartalen 7,2 % 702,00 d. 15.800,- 9 kwartalen 8,4 % 2.986,20 e. 39.600,- 5 kwartalen 7,9 % 3.910,50 f. 58.500,- 6 kwartalen 6,9 % 6.054,75 g. 69.400,- 3 kwartalen 7,3 % 3.799,65 h. 79.250,- 1 kwartaal 6,7 % 1.327,44 i. 82.500,- 7 kwartalen 5,8 % 8.373,75 j. 99.500,- 5 kwartalen 5,6 % 6.965,00 9. Bereken de rentekosten van de onderstaande geleende bedragen. bedrag tijdsduur rentepercentage rentekosten a. 24.000,- 1 maand 6,3 % 126,00 b. 15.000,- 5 maanden 5,4 % 337,50 c. 21.000,- 9 maanden 7,2 % 1.134,00 d. 60.000,- 11 maanden 8,4 % 4.620,00 e. 50.000,- 10 maanden 4,8 % 2.000,00 f. 72.000,- 7 maanden 6,0 % 2.520,00 g. 4.800,- 3 maanden 4,2 % 50,40 h. 134.800,- 4,5 maanden 3,8 % 1.920,90 i. 38.625,- 3,5 maanden 3,25 % 366,13 j. 112.900,- 11 maanden 2,8 % 2.897,77 EIW BV werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: exploitatiekosten UITWERKINGEN Pagina 41

10. Bereken de rentekosten van de onderstaande geleende bedragen. bedrag tijdsduur rentepercentage rentekosten a. 16.250,- 1 maand 12,5 % 169,27 b. 8.250,- 15 maanden 7,8 % 804,38 c. 6.750,- 5 maanden 10,7 % 300,94 d. 254.500,- 18 maanden 7,2 % 27.486,00 e. 155.750,- 27 maanden 9,8 % 34.342,88 f. 11.500,- 19 maanden 10,1 % 1.839,04 g. 535.600,- 32 maanden 7,2 % 102.835,20 h. 335.600,- 36 maanden 8,3 % 83.564,40 i. 15.750,- 25 maanden 9,75 % 3.199,22 j. 58.250,- 45 maanden 8,75 % 19.113,28 EIW BV 11. Bereken de rentekosten van de onderstaande geleende bedragen (een jaar heeft 52 weken). bedrag tijdsduur rentepercentage rentekosten a. 12.000,- 1 week 6,6 % 15,23 b. 18.000,- 15 weken 5,2 % 270,00 c. 24.000,- 33 weken 7,8 % 1.188,00 d. 36.000,- 23 weken 8,1 % 1.289,77 e. 30.000,- 42 weken 4,9 % 1.187,31 f. 33.000,- 28 weken 5,2 % 924,00 g. 9.600,- 38 weken 2,7 % 189,42 h. 35.600,- 96 weken 3,3 % 2.168,86 i. 23.750,- 26 weken 6,8 % 807,50 j. 8.250,- 50 weken 7,1 % 563,22 12. Bereken de rentekosten van de onderstaande geleende bedragen (een jaar heeft 360 dagen). bedrag tijdsduur rentepercentage rentekosten a. 2.400,- 12 dagen 6,25 % 5,00 b. 4.800,- 50 dagen 5,50 % 36,67 c. 21.500,- 75 dagen 7,10 % 318,02 d. 63.750,- 120 dagen 4,75 % 1.009,55 e. 44.400,- 268 dagen 4,85 % 1.603,09 f. 36.000,- 315 dagen 6,05 % 1.905,75 g. 5.100,- 196 dagen 4,25 % 118,01 h. 3.565,- 72 dagen 9,54 % 68,02 i. 18.450,- 45 dagen 6,75 % 155,67 j. 65.800,- 90 dagen 8,25 % 1.357,13 werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: exploitatiekosten UITWERKINGEN Pagina 42

13. Bereken de rentekosten van de onderstaande geleende bedragen (een maand heeft het juiste aantal dagen; geen schrikkeljaar). bedrag tijdsduur rentepercentage rentekosten a. 3.400,- 18 dagen 6,15 % 10,31 b. 2.800,- 44 dagen 5,60 % 18,90 c. 12.600,- 90 dagen 7,20 % 223,69 d. 62.400,- 110 dagen 4,65 % 874,45 e. 14.600,- 245 dagen 4,65 % 455,70 f. 26.000,- 328 dagen 6,25 % 1.460,27 g. 7.200,- 188 dagen 4,45 % 165,03 h. 4.965,- 98 dagen 6,25 % 83,32 i. 28.750,- 175 dagen 5,75 % 792,59 j. 35.250,- 125 dagen 6,75 % 814,85 14. Bereken de rentekosten, als er gedurende de onderstaande periode in hetzelfde jaar 45.000,- tegen 5,2% wordt geleend. Een jaar heeft 360 dagen; 1 maand heeft 30 dagen. 17 juli - 28 augustus 41 dagen = 2.340 x 41 360 = 266,50 7 juni - 2 oktober 115 dagen = 2.340 x 115 360 = 747,50 12 januari - 18 mei 126 dagen = 2.340 x 126 360 = 819,00 3 maart - 16 augustus 163 dagen = 2.340 x163 360 = 1.059,50 21 april - 29 juli 98 dagen = 2.340 x 98 360 = 637,00 15 oktober - 23 december 68 dagen = 2.340 x 68 360 = 442,00 11 september - 21 november 70 dagen = 2.340 x70 360 = 455,00 29 mei - 31 december 211 dagen = 2.340 x 211 360 = 1.371,50 23 augustus - 8 september 15 dagen = 2.340 x15 360 = 97,50 14 februari - 30 april 76 dagen = 2.340 x76 360 = 494,00 15. Bereken de rentekosten, als er gedurende de onderstaande periode in hetzelfde jaar 95.000,- tegen 6,2% wordt geleend. Stel de maand en het jaar op het juiste aantal dagen, geen schrikkeljaar. 25 juli - 21 augustus 27 dagen = 5.890 x27 365 = 435,70 6 juni - 22 oktober 138 dagen = 5.890 x138 365 = 2.226,90 22 januari - 28 mei 126 dagen = 5.890 x126 365 = 2.033,26 31 maart - 23 augustus 145 dagen = 5.890 x145 365 = 2.339,86 15 april - 31 juli 107 dagen = 5.890 x107 365 = 1.726,66 5 mei - 28 november 207 dagen = 5.890 x207 365 = 3.340,36 27 september - 12 november 46 dagen = 5.890 x46 365 = 742,30 werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: exploitatiekosten UITWERKINGEN Pagina 43

31 maart - 26 mei 56 dagen = 5.890 x56 365 = 903,67 23 augustus - 2 december 101 dagen = 5.890 x101 365 = 1.629,84 18 februari - 30 april 71 dagen = 5.890 x71 365 = 1.145,73 16. Bereken de rentekosten van de onderstaande geleende bedragen (een maand heeft het juiste aantal dagen; geen schrikkeljaar). begindatum einddatum tijdsduur bedrag rente rentekosten a. 8 januari 12 maart 63 dagen 12.000,- 4,2 % 86,99 b. 15 juli 11 december 149 dagen 24.500,- 6,3 % 630,09 c. 25 mei 3 oktober 131 dagen 16.800,- 5,4 % 325,60 d. 6 april 20 december 258 dagen 32.800,- 7,2 % 1.669,30 e. 20 juni 15 juli 25 dagen 42.000,- 3,6 % 103,56 f. 29 juli 4 december 128 dagen 16.000,- 4,25 % 238,47 g. 9 maart 3 augustus 147 dagen 44.500,- 6,50 % 1.164,92 h. 9 oktober 27 december 79 dagen 12.800,- 5,10 % 141,29 i. 5 mei 30 oktober 178 dagen 82.800,- 6,75 % 2.725,59 j. 31 januari 4 november 277 dagen 52.000,- 5,85 % 2.308,59 17. Angelie Bosch, eigenaresse van een kindermodezaak, leent op 17 februari bij de plaatselijke bank 20.000,-. Op 26 augustus betaalt zij het geleende geld, inclusief de verschuldigde rente terug. Het rentetarief dat de bank hanteert voor dergelijke leningen is 7,75% per jaar. Bereken de verschuldigde rente van deze lening als: a. een maand 30 en een jaar 360 dagen telt, 20.000,- 100% x 7,75% 360 x 189 dagen = 813,75. b. het juiste aantal dagen per maand en per jaar als uitgangspunt geldt bij de renteberekening (geen schrikkeljaar). 20.000,- 100% x 7,75% 365 x 190 dagen = 806,85. 18. Van een lening van 160.000,-, met een looptijd van tien maanden, wordt na acht maanden 60.000,- afgelost. Het rentetarief is 6%. Bereken de totale rentekosten van deze lening aan het einde van de looptijd. Eerste acht maanden: 160.000,- 100% x 6,0% 12 x 8 mnd = 6.400,-. Laatste twee maanden: 100.000,- 100% x 6,0% 12 x 2 mnd = 1.000,-. Totale rentekosten zijn 7.400,-. 19. Van een lening van 175.000,-, met een looptijd van tien maanden, wordt na zes maanden 85.000,- afgelost. Het rentetarief is 6,6%. Bereken de totale rentekosten van deze lening aan het einde van de looptijd. Eerste zes maanden: 175.000,- 100% x 6,6% 12 x 6 mnd = 5.775,-. Laatste vier maanden: 90.000,- 100% x 6,6% 12 x 4 mnd = 1.980,-. Totale rentekosten zijn 7.755,-. werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: exploitatiekosten UITWERKINGEN Pagina 44

20. Jacob Abrahim leent bij de bank 5.000,-. De lening gaat in op 6 augustus. In hetzelfde jaar lost Jacob op 28 november de gehele schuld af. De rente bedraagt 6,0%. a. Hoeveel rente betaalt Jacob als de bank elke maand op 30 dagen stelt? tijdsduur = 24+30+30+28 = 112 dagen 5.000,- 100% x 6,00 360 x 112 = 93,33. b. Hoeveel rente betaalt Jacob als de bank het juiste aantal dagen per maand telt? tijdsduur = 25+30+31+28 = 114 dagen 5.000,- 100% x 6,00 365 x 114 = 93,70. 21. Etiënne van Oorschot leent bij de plaatselijke Rabobank 12.000,-. De lening gaat in op 15 maart. De rente bedraagt 7,1%. In hetzelfde jaar lost Etiënne de gehele schuld af op 22 december. a. Hoeveel rente betaalt Etiënne als de bank elke maand op 30 dagen stelt? tijdsduur = 15+30+30+30+30+30+30+30+30+22= 277 dagen 12.000,- 100% x 7,10 360 x 277 = 655,57. b. Hoeveel rente betaalt Etiënne als de bank het juiste aantal dagen per maand telt? tijdsduur = 16+30+31+30+31+31+30+31+30+22= 282 dagen 12.000,- 100% x 7,10 365 x 282 = 658,26. 22. Kay Weijers leent bij zijn peetoom 8.000,-. De lening gaat in op 16 september. Het jaar erna, op 11 oktober, lost Kay de gehele schuld af. De rente bedraagt 3,5%. a. Hoeveel rente betaalt Kay als zijn peetoom elke maand op 30 dagen stelt? tijdsduur = 14+12x30+11= 385 dagen 8.000,- 100% x 3,50 360 x 385 = 299,44. b. Hoeveel rente betaalt Kay als zijn peetoom het juiste aantal dagen per maand telt? tijdsduur = 14+365+11= 390 dagen 8.000,- 100% x 3,50 365 x 390 = 299,18. 23. Ineke van Beek leent bij haar broer 18.000,-. De lening gaat in op 12 maart. Het jaar erna, op 28 december, lost Ineke de gehele schuld af. De rente bedraagt 3,9%. a. Hoeveel rente betaalt Ineke als haar broer elke maand op 30 dagen stelt? tijdsduur = 360+18+30+30+30+30+30+30+30+30+28= 646 dagen 18.000,- 100% x 3,90 360 x 646 = 1.259,70 b. Hoeveel rente betaalt Ineke als haar broer het juiste aantal dagen per maand telt? tijdsduur = 365+19+30+31+30+31+31+30+31+30+28= 656 dagen 18.000,- 100% x 3,90 365x 656= 1.261,68 werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: exploitatiekosten UITWERKINGEN Pagina 45

24. Een startende groenteboer heeft bij de bank per 1 januari een lening gekregen van 45.000,-. Hij neemt de lening in z n geheel op. De eerste aflossing hoeft hij pas per 1 januari van het komende jaar te doen. De rentebetaling is jaarlijks op 30 juni en 31 december. Het rentetarief dat de bank hanteert voor dergelijke leningen is 7,75% per jaar. Een jaar heeft 360 dagen. Bereken de te betalen rente per 30 juni en 31 december. tijdsduur tot 30 juni is 6 maanden. 45.000,- 100% x 7,75% 12 x 6 = 1.743,75 rente tweede half jaar is gelijk 1.743,75. Totale rentekosten 3.487,50. EIW BV 25. Modedetaillist Seijfers heeft een goed najaar met zijn herenmodezaak gehad. Op 1 december zet hij 25.000,- op de bank tegen een rente van 7,5% per jaar. Op 1 maart heeft hij die 25.000,- weer nodig om diverse betalingen te doen. Een jaar heeft 360 dagen. Bereken het bedrag aan rente dat de heer Seijfers per 1 maart ontvangt. De tijdsduur bedraagt 3 maanden. De rente bedraagt 25.000,- 100% x 7,5% 12 x 3 = 468,75. 26. De geldlening van Jan Dirksen is per 1 januari 60.000,-. Het rentepercentage is 6,9%. De rente wordt achteraf betaald op 31 december. Jan lost jaarlijks op 31 oktober 6.000,- af. Bereken de rentekosten van deze geldlening van het hele jaar. Periode 1 De schuld is: 60.000,- De rente voor een geheel jaar is: 4.140,- De maandrente is: 345,- De rente na 10 maanden is: 3.450,- Periode 2 De schuld is: 60.000,- De rente voor een geheel jaar is: 3.726,- De maandrente is: 310,50 De rente na 2 maanden is: 621,- De verschuldigde rente over het hele jaar bedraagt: Periode 1: 3.450,- Periode 2: 621,- Totale rente 4.071,- werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: exploitatiekosten UITWERKINGEN Pagina 46

27. Op 1 januari bedraagt de schuld van de heer A. Nijsen aan de bank 24.000,-. Deze lening heeft een rentepercentage van 9,75%; eens per halfjaar, op 30 juni en 31 december, moet de rente achteraf betaald worden. Op 31 maart wordt er 4.000,- afgelost en op 30 november 6.000,-. Een jaar heeft 360 dagen. a. Hoe groot is de schuld per 30 juni, nadat de rente betaald is? b. Hoe groot is de schuld per 31 december, nadat de rente betaald is? c. Bereken het bedrag aan rente dat per 30 juni aan de bank betaald wordt. d. Bereken het bedrag aan rente dat per 31 december aan de bank betaald wordt. 24.000 20.000 20.000 14.000 1 jan. 31 mrt 30 juni 30 nov 31 dec. 3 mnd 3 en 5 mnd 1 mnd a. 20.000,-. b. 14.000,-. c. Tot 31 maart 24.000,- 100% x 9,75% 12 x 3 = 585,-. Na 31 maart 20.000,- 100% x 9,75% 12 x 3 = 487,50. Samen 1.072,50. d. Tot 30 november 20.000,- 100% x 9,75% 12 x 5 = 812,50. Na 30 november 14.000,- 100% x 9,75% 12 x 1 = 113,75. Samen 926,25. 28. Willem Eijkenboom exploiteert een groentezaak in het centrum van Oss. Hij heeft per 1 januari van het jaar een lening bij de plaatselijke bank van 80.000,-. Het rentepercentage is 6,3% per jaar. Op 1 mei lost Willem 20.000,- af. Bereken de rentekosten van het hele jaar. 80.000 60.000 1 januari 1 mei 31 december 4 mnd 8 mnd Periode 1 De schuld is: 80.000,- De rente voor een geheel jaar is: 5.040,- De maandrente is: 420,- De rente na 4 maanden is: 1.680,- Periode 2 De schuld is: 60.000,- De rente voor een geheel jaar is: 3.780,- De maandrente is: 315,- De rente na 8 maanden is: 2.520,- De verschuldigde rente over het hele jaar bedraagt: Periode 1: 1.680,- Periode 2: 2.520,- Totale rente 4.200,- werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: exploitatiekosten UITWERKINGEN Pagina 47

29. Koos Moerenhulst exploiteert een sportwinkel in het centrum van Dalfsen. Hij heeft per 1 januari van het jaar een lening bij de bank van 50.000,-. Het rentepercentage is 6,6% per jaar. Op 1 juni lost Koos 10.000,- af. Bereken de rentekosten van het hele jaar. 50.000 40.000 1 januari 1 juni 31 december 5 mnd 7 mnd Periode 1 De schuld is: 50.000,- De rente voor een geheel jaar is: 3.300,- De maandrente is: 275,- De rente na 5 maanden is: 1.375,- Periode 2 De schuld is: 40.000,- De rente voor een geheel jaar is: 2.640,- De maandrente is: 220,- De rente na 7 maanden is: 1.540,- De verschuldigde rente over het hele jaar bedraagt: Periode 1: 1.375,- Periode 2: 1.540,- Totale rente 2.915,- 30. Joost de Jong heeft op 1 januari een lening van 35.000,- opgenomen tegen een rente van 6,25% per jaar. De rente moet per kwartaal achteraf betaald worden. Met de bank is afgesproken dat Joost 1.500,- per einde van iedere maand aflost, te beginnen op 31 januari. Per 1 juni verlaagt de bank het rentetarief met 0,45% per jaar. a. Hoe groot is de schuld van Joost aan het einde van elk kwartaal van het eerste jaar? b. Bereken het bedrag aan rente dat Joost op het eind van elk kwartaal van het eerste jaar aan de bank moet overmaken (afronden op hele euro s nauwkeurig). datum schuld maandrente 1-1 35.000 182,29 januari 1-2 33.500 174,48 februari 1-3 32.000 166,67 maart 1-4 30.500 158,85 april 1-5 29.000 151,04 mei 1-6 27.500 132,92 juni 1-7 26.000 125,67 juli 1-8 24.500 118,42 augustus 1-9 23.000 111,17 september 1-10 21.500 103,92 oktober 1-11 20.000 96,67 november 1-12 18.500 89,42 december werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: exploitatiekosten UITWERKINGEN Pagina 48

datum a. schuld b. kwartaalrente 31 maart 30.500,- 523,44 eerste kwartaal 30 juni 26.000,- 442,81 tweede kwartaal 30 september 21.500,- 355,26 derde kwartaal 31 december 17.000,- 290,01 vierde kwartaal 31. Berth Resterend exploiteert een speelgoedwinkel in het centrum van Heerlen. Zij heeft per 1 januari van het jaar een lening bij de plaatselijke bank van 40.000,-. Het rentepercentage is 6,5% per jaar. Op 1 oktober lost Berth 8.000,-. af. Bereken de rentekosten van het hele jaar. 40.000 32.000 1jan. 1 okt 31 dec. 9 mnd 3mnd Periode 1 De schuld is: 40.000,00 De rente voor een geheel jaar is: 2.600,00 De maandrente is: 216,67 De rente na 9 maanden is: 1.950,00 Periode 2 De schuld is: 32.000,00 De rente voor een geheel jaar is: 2.080,00 De maandrente is: 173,33 De rente na 3 maanden is: 520,00 De verschuldigde rente over het hele jaar bedraagt: Periode 1: 1.950,- Periode 2: 520,- Totale rente 2.470,- 32. Charel Prior van Slijterij Prior in Maassluis heeft op 1 januari een lening afgesloten. Het geleende bedrag bedraagt 84.000,-. Charel lost op 1 juni 15.000,- en op 1 oktober nog eens 18.000,- af. Het rentepercentage is 5,4% per jaar. Bereken de rentekosten van het hele jaar. 84.000 69.000 51.000 1 jan. 1 juni 1 okt 31 dec. 5 mnd 4 mnd 3 mnd Periode 1 De schuld is: 84.000,- De rente voor een geheel jaar is: 4.536,- De maandrente is: 378,- De rente na 5 maanden is: 1.890,- werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: exploitatiekosten UITWERKINGEN Pagina 49

Periode 2 De schuld is: 69.000,00 De rente voor een geheel jaar is: 3.726,00 De maandrente is: 310,50 De rente na 4 maanden is: 1.242,00 Periode 3 De schuld is: 51.000,00 De rente voor een geheel jaar is: 2.754,00 De maandrente is: 229,50 De rente na 3 maanden is: 688,50 De verschuldigde rente over het gehele jaar bedraagt: Periode 1: 1.890,00 Periode 2: 1.242,00 Periode 3: 688,50 Totale rente 3.820,50 33. Gladys Tang heeft op 1 maart een lening afgesloten bij de plaatselijke bank. Het geleende bedrag bedraagt 28.000,-. Gladys lost op 1 juli 6.000,- en op 1 september nog eens 3.000,- af. Het rentepercentage is 4,8% per jaar. Bereken de rentekosten van het hele jaar. 0 28.000 22.000 19.000 1 jan. 1 mrt 1 juli 1 sept 31 dec. 2 mnd 4 mnd 2 mnd 4 mnd Periode 1 De schuld is: 28.000,- De rente voor een geheel jaar is: 1.344,- De maandrente is: 112,- De rente na 4 maanden is: 448,- Periode 2 De schuld is: 22.000,- De rente voor een geheel jaar is: 1.056,- De maandrente is: 88,- De rente na 2 maanden is: 176,- Periode 3 De schuld is: 19.000,- De rente voor een geheel jaar is: 912,- De maandrente is: 76,- De rente na 4 maanden is: 304,- werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: exploitatiekosten UITWERKINGEN Pagina 50

De verschuldigde rente over het gehele eerste jaar bedraagt: Periode 1: 448,- Periode 2: 176,- Periode 3: 304,- Totale rente 928,- 34. Joost den Akker opent een nieuwe winkel in het centrum van Oegstgeest. Voor het financieren van de winkelinventaris heeft Joost per 1 januari van het afgelopen jaar een lening bij de Rabobank afgesloten. De grootte van de lening bedraagt 150.000,-. Het rentepercentage is voor 5 jaren vastgesteld op 7,2% per jaar. Joost zal elk jaar op 1 oktober 10.000,- aflossen. a. Bereken de rentekosten van het afgelopen jaar. 150.000 140.000 1 jan. 1 okt 31 dec. 9 mnd 3 mnd Periode 1 De schuld is: 150.000,- De rente voor een geheel jaar is: 10.800,- De maandrente is: 900,- De rente na 9 maanden is: 8.100,- Periode 2 De schuld is: 140.000,- De rente voor een geheel jaar is: 10.080,- De maandrente is: 840,- De rente na 3 maanden is: 2.520,- De verschuldigde rente over het hele jaar bedraagt: Periode 1: 8.100,- Periode 2: 2.520,- Totale rente 10.620,- b. Bereken de rentekosten van het tweede jaar. 140.000 130.000 1 jan. 1 okt 31 dec. 9 mnd 3 mnd Periode 1 De schuld is: 140.000,- De rente voor een geheel jaar is: 10.080,- De maandrente is: 840,- De rente na 9 maanden is: 7.560,- Periode 2 werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: exploitatiekosten UITWERKINGEN Pagina 51

De schuld is: 130.000,- De rente voor een geheel jaar is: 9.360,- De maandrente is: 780,- De rente na 3 maanden is: 2.340,- De verschuldigde rente over het hele jaar bedraagt: Periode 1: 7.560,- Periode 2: 2.340,- Totale rente 9.900,- Joost heeft gedurende dezelfde periode aan eigen vermogen 25.000,- in zijn detailhandelsonderneming geïnvesteerd. De gewaardeerde interest bedraagt 4,2% per jaar. c. Bereken de gewaardeerde interest in het eerste jaar. 25.000,- 100% x 4,2% = 1.050,- d. Bereken de totale kosten van het vermogen in het eerste jaar. 10.620,- + 1.050,- = 11.670,- e. Bereken de totale kosten van het vermogen in het tweede jaar. 9.900,- + 1.050,- = 10.950,-. werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: exploitatiekosten UITWERKINGEN Pagina 52

kosten van diensten van derden verzekeren kost ook geld Kosten van diensten van derden zijn kosten die je als ondernemer maakt, als je diensten koopt van bijvoorbeeld de accountant, de leverancier van elektriciteit, gas en water, de leverancier van telefonie en digitale diensten, de transporteur en/of de verzekeringstussenpersoon. In dit werkschrift gaan we vooral in op de berekeningen van de verzekeringskosten. De verzekeringskosten bestaan uit de verzekeringspremie en de poliskosten (administratiekosten). De som van deze twee bedragen wordt verhoogd met de assurantiebelasting, die bij elke verzekering berekend wordt. voorbeeld Jan Wouters verzekert de inventaris van zijn winkel. De premie bedraagt 2,4 promille. Het verzekerd bedrag bedraagt 22.500,-. De poliskosten bedragen 7,20. Het tweede jaar van verzekeren ontvangt Jan een brief waarin medegedeeld wordt, dat de verzekering verlengd wordt. De polis wordt niet opnieuw aangemaakt, waardoor er in het tweede jaar geen poliskosten zijn. Wel wordt er het tweede jaar 2,25 aan administratiekosten berekend. De assurantiebelasting bedraagt 21%. De verzekeringskosten van het eerste jaar zijn: Premie 22.500 1.000 x 2,4 = 54,00 Poliskosten 7,20 + 61,20 Assurantiebelasting 21% 61,20 100 x 21 12,85 + Totale verzekeringskosten 74,05 De verzekeringskosten van het tweede jaar zijn: Premie 22.500 1.000 x 2,4 = 54,00 Administratiekosten 2,25 + 56,25 Assurantiebelasting 21% 56,25 100 x 21 11,81 + Totale verzekeringskosten 68,06 werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: exploitatiekosten UITWERKINGEN Pagina 53

opgaven 35. Supermarkteigenaar Paul Vrancken heeft zijn boekhouder de volgende nota s gegeven: elektriciteit, inclusief btw h-tarief 362,95 gas, water, inclusief btw h-tarief 773,50 telefoon, inclusief btw h-tarief, m.u.v. vast tarief 48,75 228,67 vervoersdiensten, inclusief btw h-tarief 402,22 reisbureau: vakantie Spanje 998,75 Bereken aan de hand van de bovenstaande nota s, welk bedrag de boekhouder tot de kosten van deze supermarkt mag rekenen. elektriciteit 362,95 121% x100% = 299,96 gas en water 773,50 121% x100% = 639,26 telefoon ( 228,67 48,75) 121% x 100% = 148,69 vervoerdiensten 402,22 121% x100% = 332,41 reisbureau nihil 0,00 Totaal 1.420,32 36. John Wouters, eigenaar van een telefoonwinkel, geeft op het einde van het jaar zijn boekhouder diverse nota s die hij gedurende het jaar betaald heeft. De nota s zijn: elektriciteit inclusief btw h-tarief 1.685,57 gas en water inclusief btw h-tarief 1.478,59 telefoon exclusief btw h-tarief 623,56 DHL-diensten inclusief btw h-tarief 3.391,50 reisbureau vakantie Mexico inclusief btw h-tarief 3.975,50 administratiekantoor inclusief btw h-tarief 2.595,75 verzekeringskosten 2.850,75 Bereken aan de hand van de bovenstaande nota s, welk bedrag de boekhouder tot de kosten van deze telefoonwinkel mag rekenen. elektriciteit 1.685,57 121% x100% = 1.393,03 gas en water 1.478,59 121% x100% = 1.221,98 telefoon 623,56 = 623,56 DHL diensten 3.391,50 121% x100% = 2.802,89 reisbureau 0,00 administratiekantoor 2.595,75 121% x100% = 2.145,22 verzekeringskosten blijft 2.850,75 Totaal 11.037,43 werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: exploitatiekosten UITWERKINGEN Pagina 54

37. Bulent Cesur, eigenaar van een verswinkel, geeft op het einde van het jaar zijn boekhouder diverse nota s die hij gedurende het jaar betaald heeft. De nota s zijn: elektriciteit inclusief btw h-tarief 2.385,50 gas en water inclusief btw h-tarief 967,50 telefoon exclusief btw h-tarief 606,50 administratiekantoor inclusief btw h-tarief 3.145,75 verzekeringskosten 2.250,75 Verdere gegevens de telefoonkosten zijn voor 25% privé, de rekeningen van gas en water zijn voor 60% privé, de elektriciteitsrekening is voor 20% privé. Bereken aan de hand van de bovenstaande nota s, welk bedrag de boekhouder tot de kosten van deze verswinkel mag rekenen. elektriciteit 2.385,50 121% x100%x 0,8 1.577,19 gas en water 967,50 121% x100% x 0,4 319,84 telefoon 606,50 x 0,75 454,88 administratiekantoor 3.145,75 119% x100% 2.599,79 verzekeringskosten 2.250,75 Totaal 7.202,45 38. Lisanne Wanders, eigenaresse van een modeboetiek, geeft op het einde van het jaar haar boekhouder diverse nota s die zij gedurende het jaar betaald heeft. De nota s zijn: elektriciteit inclusief btw h-tarief 2.718,50 gas en water inclusief btw h-tarief 1.750,50 telefoon exclusief btw h-tarief 862,75 reisbureau vakantie Turkije inclusief btw h-tarief 998,50 administratiekantoor inclusief btw h-tarief 1.565,75 verzekeringskosten 1.850,75 Bereken aan de hand van de bovenstaande nota s, welk bedrag de boekhouder tot de kosten van deze modeboetiek mag rekenen. elektriciteit 2.718,50 121% x100% = 2.246,69 gas en water 1.750,50 121% x100% = 1.446,69 telefoon 862,75 862,75 reisbureau nihil 0,00 administratiekantoor 1.565,75 121% x100% = 1.294,01 verzekeringskosten blijft 1.850,75 Totaal 7.700,89 werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: exploitatiekosten UITWERKINGEN Pagina 55

39. Joris Willems, eigenaar van een herenmodezaak, heeft de volgende nota s verzameld: elektriciteit inclusief btw h-tarief 2.678,50 gas en water inclusief btw h-tarief 1.567,50 telefoon exclusief btw h-tarief 325,90 administratiekantoor inclusief btw h-tarief 1.945,50 verzekeringskosten 1.850,75 Verdere gegevens de telefoonkosten zijn voor 35% privé, de rekeningen van gas en water zijn voor 50% privé, de elektriciteitsrekening is voor 25% privé. Bereken aan de hand van de bovenstaande nota s, welk bedrag de boekhouder tot de kosten van deze herenmodezaak mag rekenen. elektriciteit 2.678,50 121% x100%x0,75 = 1.660,23 gas en water 1.567,50 121% x100%x0,50 = 647,73 telefoon 325,90x0,65 = 211,84 administratiekantoor 1.945,50 121% x100% = 1.607,85 verzekeringskosten 1.850,75 = 1.850,75 Totaal 5.978,40 40. Supermarkt Eussen sluit een goederen- en inventarisverzekering voor bedrijven af. De inventaris wordt verzekerd voor 185.000,-. De voorraad wordt verzekerd voor 80.000,-. De premie voor de inventaris bedraagt 2,8 promille en die voor de goederenvoorraad is 3 promille. De premie wordt verhoogd met: poliskosten: eerste jaar 7,50, administratiekosten: vanaf tweede jaar 1,50, assurantiebelasting: 21%. a. Hoeveel bedragen de kosten van de goederen- en inventarisverzekering voor supermarkt Eussen in het eerste verzekeringsjaar? Premie I 2,80 x 185 518,- Premie G 3,- x 80 240,- Poliskosten 7,50 765,50 Assurantiebelasting 21% van 765,50 160,76 Kosten G/I-verzekering eerste jaar 926,26 b. Hoeveel bedragen de kosten van de goederen- en inventarisverzekering voor supermarkt Eussen in het tweede verzekeringsjaar? Premie I 2,80 x 185 518,- Premie G 3,- x 80 240,- Poliskosten 1,50 759,50 Assurantiebelasting 21% van 759,50 159,50 Kosten G/I-verzekering tweede jaar 919,- werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: exploitatiekosten UITWERKINGEN Pagina 56

41. Erwin Rutten, eigenaar van een ijzerwarenspeciaalzaak, sluit een bedrijfsschadeverzekering af. De premie is 2,45 promille van de brutowinst. De te verwachten consumentenomzet is 360.000,-. De te verwachten brutowinst is 35%. De inventaris wordt verzekerd voor 185.000,-. De voorraad wordt verzekerd voor 80.000,-. De premie voor de inventaris bedraagt 2,8 promille en die voor de goederenvoorraad is 3 promille. De premie wordt verhoogd met: poliskosten: eerste jaar 7,50, assurantiebelasting: 21%. Voor de btw geldt het h-tarief. Hoeveel bedragen de kosten van deze bedrijfsschadeverzekering? Brutowinst 360.000,- 1,21 x 0,35 = 104.132,23 Premie 2,45 x 104.132,23 1.000 = 255,12 Poliskosten 7,50 262,62 Assurantiebelasting 21% van 262,62 55,15 Kosten bedrijfsschadeverzekering 317,77 42. Mike Brouns, zelfstandige ondernemer, sluit op één polis een voorraad- en inventarisverzekering af. Gegevens: de premie voor de voorraad bedraagt 2,4 promille, de premie voor de inventaris is 2,0 promille, de poliskosten zijn 6,-, de assurantiebelasting bedraagt 21%, de voorraad heeft een waarde van 25.000,-, de inventaris heeft een waarde van 18.000,-. Bereken de totale verzekeringskosten van deze zelfstandige ondernemer. Premie I 2,00 x 18,- 36,00 Premie G 2,40 x 25,- 60,00 Poliskosten 6,00 102,00 Assurantiebelasting 21% van 102,- 21,42 Kosten G/I-verzekering tweede jaar 123,42 43. Marc Wesseling exploiteert een meubelzaak in Stein. Hij heeft een nieuwe bestelauto aangeschaft om zijn klanten de aangekochte meubels te leveren. De bestelauto heeft een waarde van 35.000,- (exclusief btw h-tarief). Marc heeft een autoverzekering afgesloten. De verzekeringspremie bedraagt 17,8 promille. De poliskosten bedragen 6,-. De assurantiebelasting bedraagt 21%. werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: exploitatiekosten UITWERKINGEN Pagina 57

a. Bereken de totale kosten van de afgesloten autoverzekering in het eerste jaar. Premie 17,8 x 35 623,00 Poliskosten 6,00 629,00 Assurantiebelasting 21% van 629,- 132,09 Kosten eerste jaar 761,09 Het tweede verzekeringsjaar levert iets minder kosten op. Er wordt namelijk geen nieuwe polis gemaakt. De verzekerde krijgt een brief waarin staat, dat tegen tijdige betaling de verzekering verlengd wordt. Dit heeft als voordeel, dat er in het tweede jaar geen poliskosten worden berekend. Deze worden nu vervangen door 2,80 administratiekosten. b. Bereken de totale kosten van de verzekering in het tweede verzekeringsjaar. Premie 17,8 x 35 623,00 Administratiekosten 2,80 625,80 Assurantiebelasting 21% van 625,80 131,42 Kosten eerste jaar 757,22 44. Amro Simic exploiteert een pizzeria in Venray. Hij heeft een nieuwe scooter gekocht voor het leveren van bestellingen aan klanten. Deze scooter wil hij verzekeren; de verzekeringswaarde van de scooter is 1.650,-. Volgens de verzekeringsagent bedraagt de premie 8,8 promille. De poliskosten bedragen 5,50. De assurantiebelasting bedraagt 21%. Bereken de totale kosten van deze scooterverzekering. Premie 8,8 x 1,65 14,52 Poliskosten 5,50 20,02 Assurantiebelasting 21% van 20,02 1,50 Kosten scooterverzekering 21,52 45. Johan Alverman is eigenaar van een boek- en tijdschriftenwinkel in Dordrecht. Johan heeft zijn winkelpand verzekerd tegen brandschade, stormschade en waterschade. De waarde van het winkelpand is begroot op 240.000,-. De verzekeringspremie bedraagt per jaar 4,4 promille. De poliskosten bedragen 7,-. De assurantiebelasting is 21%. Bereken de totale kosten van deze verzekering. Premie 4,4 x 240,- 1.056,00 Poliskosten 7,00 1.063,00 Assurantiebelasting 21% van 1.063,- 223,23 Kosten verzekering 1.286,23 werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: exploitatiekosten UITWERKINGEN Pagina 58

46. Jacques Worms exploiteert een supermarkt in Monnikendam. Hij heeft het winkelpand verzekerd tegen brand- en stormschade. De verzekeringspremie bedraagt 2,8 promille. Op dezelfde polis wordt een verzekering voor glasschade beschreven. De premie voor deze glasschadeverzekering is 1,0 promille. Het winkelpand heeft een waarde van 496.000,-. De poliskosten bedragen 4,80 en de assurantiebelasting bedraagt 21%. Bereken de verzekeringskosten van Jacques Worms. Premie 3,8 x 496,- 1.884,80 Poliskosten 4,80 1.889,60 Assurantiebelasting 21% van 1.896,60 398,29 Kosten eerste jaar 2.294,89 47. Evita ter Linde is eigenaresse van een snoepspeciaalzaak in Alkmaar. Afgelopen jaar heeft zij een consumentenomzet behaald van 899.640,-. Voor de btw geldt het h-tarief. De inkoopwaarde van de omzet bedraagt 69% van de omzet. Evita heeft een bedrijfsschadeverzekering afgesloten. De poliskosten bedragen 6,60. De premie bedraagt 2,3 promille. De assurantiebelasting is 21%. Bereken de verzekeringskosten van deze bedrijfsschadeverzekering. Brutowinst 899.640,- 1,21 x 0,31 = 230.486,28 Premie 2,3 x 230.486,28 : 1000 530,12 Poliskosten 6,60 536,72 Assurantiebelasting 21% van 536,72 112,71 Kosten bedrijfsschadeverzekering 649,43 48. Jan Moerdijk exploiteert een sportzaak in Leeuwarden. Hij behaalde het afgelopen jaar een consumentenomzet van 852.000,-. Voor de btw geldt het h-tarief. Het brutowinstpercentage van het afgelopen jaar is 35%. Jan heeft het afgelopen jaar bij zijn verzekeringstussenpersoon een bedrijfsschadeverzekering afgesloten. De premie van deze verzekering bedraagt 2,2 promille. De poliskosten bedragen 8,-. De assurantiebelasting is 21%. a. Bereken de brutowinst van het afgelopen jaar van deze sportzaak. 852.000,- 1,21 x 0,35 = 246.446,28 b. Bereken de totale kosten van de bedrijfsschadeverzekering van deze sportzaak. Premie 2,2 x 246.446,28 : 1000 542,18 Poliskosten 8,00 550,18 Assurantiebelasting 21% van 550,18 115,54 Kosten bedrijfsschadeverzekering 665,72 werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: exploitatiekosten UITWERKINGEN Pagina 59

49. Joost Nievergeld exploiteert een winkel in huishoudelijke artikelen in Leusden. Joost heeft het afgelopen jaar een consumentenomzet van 1.320.000,- behaald. Voor de btw geldt het h-tarief. Het brutowinstpercentage van het afgelopen jaar is 37,5%. Joost heeft het afgelopen jaar een bedrijfsschadeverzekering afgesloten. De premie van deze verzekering bedraagt 2,4 promille. De poliskosten bedragen 7,40. De assurantiebelasting is 21%. a. Bereken de brutowinst van het afgelopen jaar van deze winkel in huishoudelijke artikelen. 1.320.000,- 1,21 x 0,375 = 409.090,91 b. Bereken de totale kosten van de bedrijfsschadeverzekering van deze winkel in huishoudelijke artikelen. Premie 2,4 x 409.090,91 : 1000 981,82 Poliskosten 7,40 989,22 Assurantiebelasting 21% van 989,22 207,74 Kosten bedrijfsschadeverzekering 1.196,96 werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: exploitatiekosten UITWERKINGEN Pagina 60

50. Jacob Ibrahimovic exploiteert een doe-het-zelfzaak in Woerden. De winkelinventaris en de voorraad heeft Jacob verzekerd bij Delta-Loyd. De verzekeringen van de winkelinventaris en de voorraad staan op dezelfde polis. De premie voor de inventaris bedraagt 3,2 promille. De premie voor de voorraad bedraagt 2,8 promille. De winkelinventaris heeft een waarde van 42.000,-. De voorraad heeft een waarde van 55.000,-. De poliskosten bedragen 5,80. De assurantiebelasting bedraagt 21%. a. Bereken de verzekeringskosten van de winkelinventaris en de voorraad van deze doe-het-zelfzaak. Premie Inventaris 3,2 x 42,- 134,40 Premie Voorraad 2,8 x 55,- 154,00 Poliskosten 5,80 294,20 Assurantiebelasting 21% van 294,20 61,78 Kosten verzekering 355,98 Jacob heeft verder een bedrijfsschadeverzekering afgesloten. De premie van de bedrijfsschadeverzekering is 2,4 promille. De poliskosten zijn 5,80. De assurantiebelasting is 21%. De jaaromzet van Jacob bedraagt 675.000,-. De brutowinst bedraagt 210.000,-. b. Bereken de verzekeringskosten van de bedrijfsschadeverzekering van deze doe-hetzelfzaak. Premie 2,4 x 210,- 504,00 Poliskosten 5,80 509,80 Assurantiebelasting 21% van 509,80 107,06 Kosten bedrijfsschadeverzekering 616,86 c. Bereken de totale kosten van de verzekeringen van deze doe-het-zelfzaak. 316,27 + 548,04 = 864,31 werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: exploitatiekosten UITWERKINGEN Pagina 61

kosten van belastingen belasting kost ook geld De belastingen waarmee je als ondernemer rekening moet houden, zijn de belastingen die: geheven worden over het inkomen, de winst of het vermogen, De uitgaven aan belastingen die geheven worden over het inkomen, de winst of het vermogen worden in een onderneming niet als kosten beschouwd. rechtstreeks verband houden met de bedrijfsvoering, De uitgaven aan de belastingen die rechtstreeks verband houden met de bedrijfsvoering, worden in een onderneming wel als kosten beschouwd. Tot deze groep behoren ook de lokale belastingen en de heffingen. Sommige uitgaven worden niet-fiscaal als exploitatiekosten aangemerkt. Zo zijn geldboetes en een deel van de representatiekosten niet-fiscale exploitatiekosten. door de verbruikers gedragen moeten worden. De uitgaven aan de belastingen die door de verbruikers gedragen moeten worden, worden door de eigenaar van een onderneming in opdracht van de overheid geïnd en afgedragen en mogen daarom niet als kosten aangemerkt worden. systeem van omzetbelasting Als ondernemer moet je over jouw omzet omzetbelasting betalen aan de Belastingdienst. De manier waarop de omzetbelasting wordt geheven, wordt de btw genoemd. De letters btw staan voor: belasting over de toegevoegde waarde. De omzetbelasting is geregeld in de Wet op de omzetbelasting. Het systeem van de heffing van de omzetbelasting, in het spraakgebruik de btw, komt erop neer dat je als ondernemer: omzetbelasting verschuldigd bent over de omzet, van de door jou verschuldigde omzetbelasting het gedeelte aftrekt, dat rust op de voor jouw onderneming ingekochte goederen en diensten (voorbelasting), dat door jou betaald is. Het saldo tussen de verschuldigde omzetbelasting en de voorbelasting, draag je af aan de Belastingdienst. Als de voorbelasting hoger is dan de verschuldigde belasting, krijg je het verschil terug. Het recht op aftrek van de voorbelasting geldt alleen maar als je dit kunt aantonen met behulp van de (inkoop)facturen. De omzetbelasting moet worden voldaan via elektronische aangifte. voorbeeld 1 Maxmodefashion, een leverancier van overhemden, levert een partij overhemden voor 2.400,- aan Stephan Schiffer, de eigenaar van een modezaak. De factuur geeft de volgende totaaltelling aan: Geleverd partij overhemden 2.400,- Btw 21% 504,- Factuurbedrag 2.904,- Maxmodefashion is 504,- btw verschuldigd aan de Belastingdienst. werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: exploitatiekosten UITWERKINGEN Pagina 62

Stephan Schiffer verkoopt dezelfde partij overhemden en realiseert een consumentenomzet van 5.324,-. Van de gerealiseerde consumentenomzet moet hij: 21/121 x 5.324,- = 924,- op zijn aangifte omzetbelasting als verschuldigde btw aangeven. Stephan Schiffer mag op die aangifte de betaalde 504,- als voorbelasting aftrekken. Hij zal dus per saldo 420,- via de aangifte omzetbelasting afdragen. Uiteindelijk hebben de consumenten 924,- aan omzetbelasting betaald, waarvan 504,- door Maxmodefashion en 420,- door Stephan Schiffer wordt afgedragen. Voor Stephan Schiffer is die 420,- de belasting over de toegevoegde waarde. De onderstaande berekening is hiervan het bewijs: Consumentenomzet 5.324,- Btw 21% 924,- Omzet 4.400,- Inkoopwaarde 2.400,- Toegevoegde waarde 2.000,- Over de toegevoegde waarde is 420,- belasting verschuldigd. Dat klopt precies, immers: 21% van 2.000,- = 420,-. Je kunt dus stellen dat Stephan Schiffer per saldo belasting verschuldigd is over de toegevoegde waarde. Een ondernemer kan, naast de betaalde btw op de inkopen, ook de betaalde btw op exploitatiekosten via de aangifte omzetbelasting terugvorderen. Samenvattend: de door de ondernemer zakelijk ontvangen btw moet hij aan de fiscus afdragen, de door de ondernemer zakelijk betaalde btw kan hij van de fiscus terugvorderen. werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: exploitatiekosten UITWERKINGEN Pagina 63

opgaven 51. Winkelier Franssen moet in januari de volgende betalingen verrichten: aanslag inkomstenbelasting afgelopen jaar 7.750,- voorlopige aanslag inkomstenbelasting 850,- aanslag motorrijtuigenbelasting bedrijfsauto eerste kwartaal 85,- afdracht omzetbelasting vorig boekjaar 3.750,- aanslag onroerendzaakbelasting winkelpand 750,- afdracht loonheffing december afgelopen jaar 2.750,- Bereken het bedrag van de te betalen kosten van belastingen van januari. Motorrijtuigenbelasting en onroerendzaakbelasting = 85,- + 750,- = 835,- 52. Robert Hebner exploiteert een bloemenzaak in Katwijk aan Zee. Hij heeft het afgelopen jaar de volgende bedragen aan belastingen betaald: voorlopige aanslag inkomstenbelasting 18.860,- aanslag onroerendzaakbelasting winkelpand 3.200,- afdracht omzetbelasting 15.240,- aanslag motorrijtuigenbelasting van de bestelauto 780,- Bereken het bedrag van de te betalen kosten van belastingen van het afgelopen jaar. inkomstenbelasting van het vorig jaar 0,- aanslag onroerend zaakbelasting winkelpand 3.200,- afdracht omzetbelasting 0,- aanslag motorrijtuigenbelasting van de bestelauto 780,- Totaal 3.980,- 53. Ron Leunissen exploiteert een kantoorboekhandel in Oss. Hij heeft dit jaar de volgende bedragen aan belastingen betaald: definitieve aanslag inkomstenbelasting afgelopen jaar 5.750,- voorlopige aanslag inkomstenbelasting van komend jaar 32.000,- aanslag onroerendzaakbelasting winkelpand 2.800,- afdracht omzetbelasting 16.250,- aanslag motorrijtuigenbelasting van de bestelauto 850,- precariorechten 1.250,- Bereken het bedrag van de te betalen kosten van belastingen van dit jaar. definitieve aanslag inkomstenbelasting afgelopen jaar 0,- voorlopige aanslag inkomstenbelasting van komend jaar 0,- aanslag onroerendzaakbelasting winkelpand 2.800,- afdracht omzetbelasting 0,- aanslag motorrijtuigenbelasting van de bestelauto 850,- precariorechten 1.250,- Totaal 4.900,- werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: exploitatiekosten UITWERKINGEN Pagina 64

54. Een detaillist heeft de volgende facturen/aanslagen ontvangen: telefoon: 488,75, inclusief 58,- btw, Van de telefoonrekening wordt 30% als privégebruik aangemerkt. onroerendzaakbelasting: 14.800,-, 30% van de ruimte van het winkelpand wordt gebruikt als privéwoning. navordering omzetbelasting: 3.000,-, sponsoring plaatselijke fanfare: 250,-, onderhoud zakenauto: 2.600,-, exclusief btw h-tarief. De zakenauto wordt voor 70% als privé gebruikt. Bereken het bedrag uit deze facturen/aanslagen dat als exploitatiekosten mag worden aangemerkt. telefoon 430,75 x 0,70 = 301,53 onroerendzaakbelasting 14.800,- x 0,70 = 10.360,00 navordering omzetbelasting 0,00 sponsoring 250,00 onderhoud zakenauto 2.600,- x 0,30 780,00 Totaal 11.691,53 55. De heer J. Delbressine is eigenaar van een doe-het-zelfzaak met 8 personeelsleden. In het eerste kwartaal doet hij, onder andere, de onderstaande uitgaven: biermand voor een trouwe klant 29,95 (inclusief btw h-tarief), etenswaren voor de personeelskantine 375,60 (inclusief btw l-tarief), werkkleding voor deeltijdpersoneel 824,75 (inclusief btw h-tarief), parkeergelden 24,75 (inclusief btw h-tarief), verkeersboetes 112,50 (inclusief btw 0-tarief), feestavond voor personeel 1.275,- (geen btw), advertentiekosten 2.130,50 (inclusief btw h-tarief), congres over nieuwe bouwtechnieken 1.500,- (exclusief btw h-tarief), nota energiebedrijf 505,75 (inclusief btw h-tarief). Verdere gegevens Representatiekosten en kantinekosten zijn maar voor 73,5% fiscale kosten. Boetes en parkeergelden zijn fiscaal niet aftrekbaar. a. Bereken het bedrag van de niet-fiscale kosten van het eerste kwartaal. biermand 29,95 1,21 x 0,265 6,56 kantine 375,60 1,06 x 0,265 = 93,90 feestavond 1.275,- x 0,265 = 337,88 parkeergelden 24,75 1,21 20,45 verkeersboetes 112,50 Totaal 571,29 b. Bereken het bedrag dat de heer J. Delbressine op grond van de beschikbare gegevens kan terugvorderen bij de Belastingdienst (afronden op hele euro s). werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: exploitatiekosten UITWERKINGEN Pagina 65

biermand voor een trouwe klant 29,95 121 x21 5,20 etenswaren voor de personeelskantine 375,60 106 x 6 21,26 werkkleding voor deeltijdpersoneel 824,75 121 x21 143,14 parkeergelden 24,75 121 x21 4,30 verkeersboetes 0,00 feestavond voor personeel 0,00 advertentiekosten 2.130,50 121 x21 369,76 congres over nieuwe bouwtechnieken 1.500,- x 0,21 315,00 nota energiebedrijf 505,75 121 x21 87,78 Totaal 946,44 56. Een Levi's spijkerbroek kost in de winkel 69,95. Kleding valt onder het hoge btw-tarief. De inkoopprijs, exclusief btw, van de Levi's spijkerbroek is 35,-. In een willekeurige week worden er 45 broeken verkocht. a. Bereken het bedrag van de verschuldigde btw van deze verkochte partij spijkerbroeken. De verschuldigde btw is (45 x 69,95) 121 x 21% = 546,30. b. Bereken het bedrag van de voorbelaste btw van deze verkochte partij spijkerbroeken. De voorbelaste btw bedraagt 35,- 100 x 21% = 7,35. Totaal 45 x 7,35 = 330,75. c. Bereken het btw-bedrag dat via de aangifte omzetbelasting afgedragen moet worden. De af te dragen btw is 546,30-330,75 = 215,55. d. Controleer het antwoord van vraag c. door de btw te berekenen over de gerealiseerde brutowinst van deze verkochte partij spijkerbroeken. De omzet is (45 x 69,95) 121 x 100%= 2.601,45. De inkoopwaarde is 1.575,-. De brutowinst is 2.601,45-1.575,-. = 1.026,45. En 21% van dit bedrag is 215,55. Klopt dus! 57. Een boormachine kost in een bouwmarkt 129,95. De inkoopprijs, exclusief btw h-tarief, van deze boormachine is 57,50. Tijdens een demonstratieverkoop worden er 16 boormachines verkocht. a. Bereken het bedrag van de verschuldigde btw van deze demonstratieverkoop. De verschuldigde btw is (16 x 129,95) 121 x 21% = 360,85. b. Bereken het bedrag van de voorbelaste btw van deze demonstratieverkoop. De voorbelaste btw bedraagt (16 x 57,50) 100 x 21% = 193,20. c. Bereken het btw-bedrag dat via de aangifte omzetbelasting afgedragen moet worden. De af te dragen btw is 360,85-193,20 = 167,65. werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: exploitatiekosten UITWERKINGEN Pagina 66