a tegen 1/(1+0,2*(R/r)^2)

Vergelijkbare documenten
Een kogel die van een helling afrolt, ondervindt een constante versnelling. Deze versnelling kan berekend worden met de formule:

4900 snelheid = = 50 m/s Grootheden en eenheden. Havo 4 Hoofdstuk 1 Uitwerkingen

Profielwerkstuk Natuurkunde Weerstand en temperatuur

NATUURKUNDE OLYMPIADE EINDRONDE 2013 PRAKTIKUMTOETS

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2)

Vraag Antwoord Scores. Het verschil is (0,0017 uur, dat is) 6 seconden (of nauwkeuriger) 1

V A D E M E C U M M E C H A N I C A. 2 e 3 e graad. Willy Cochet Pagina 1

Probeer de vragen bij Verkennen zo goed mogelijk te beantwoorden.

Verslag Natuurkunde De snelheid van een karretje.

Samenvatting snelheden en

In het internationale eenhedenstelsel, ook wel SI, staan er negen basisgrootheden met bijbehorende grondeenheden. Dit is BINAS tabel 3A.

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1

snelheid in m/s Fig. 2

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Eindtoets Experimentele Fysica 1 (3A1X1) - Deel 2. 6 november 2015 van 10:00 12:00 uur

Trillingen en geluid wiskundig

Arbeid, vermogen en rendement

Case 1 en Case simulink

4. Maak een tekening:

6,9. Samenvatting door een scholier 833 woorden 13 december keer beoordeeld. Natuurkunde 1.1

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2004-I

Eindexamen havo wiskunde B pilot 2013-I

Testen en metingen op windenergie.

11.0 Voorkennis. Optellen alleen bij gelijknamige termen: 3a 3 + 4a 3 = 7a 3. Bij macht van een macht exponenten vermenigvuldigen: (a 5 ) 4 = a 20

Exact Periode 5 Niveau 3. Dictaat Licht

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt 1 scorepunt toegekend.

natuurkunde havo 2016-I

Vraag Antwoord Scores. methode 1 Omdat de luchtweerstand verwaarloosd wordt, geldt: v( t) = gt. ( ) ( ) 2

Phydrostatisch = gh (6)

Inhoud. Inleiding 2. Materiaal & Methode 3. Resultaten 5. Theoretisch Kader 6. Discussie 7. Bronnen 9. Appendix Onderzoeksvraag 2

Elektrische energie en elektrisch vermogen

HAVO & VHBO 1995 Natuurkunde tijdvak 1

Meting zonnepaneel. Voorbeeld berekening diodefactor: ( ) Als voorbeeld wordt deze formule uitgewerkt bij een spanning van 7 V en 0,76 A:

Eindexamen vwo natuurkunde I

Tentamen Mechanica ( )

Eindexamen vwo natuurkunde 2013-I

Foutenberekeningen Allround-laboranten

Natuurkunde Olympiade 2018 UITWERKING

Eindexamen natuurkunde pilot vwo I

Materialen in de Electronica Practicum 2 : Een zonnecel en een diode (dinsdag 21 april 2015)

spanning. * Deel het verschil daarvan en deel dat getal door de gewenste stroom om de weerstandswaarde te krijgen.

natuurkunde bezem vwo 2016-I

UITWERKINGEN OEFENVRAAGSTUKKEN 5 HAVO. natuurkunde

VAARDIGHEDEN EXCEL. MEETWAARDEN INVULLEN In de figuur hieronder zie je twee keer de ingevoerde meetwaarden, eerst ruw en daarna netjes opgemaakt.

Natuurkunde Olympiade Eindronde 2014 Praktikum toets Black box uitwerking

Havo 4 - Practicumwedstrijd Versnelling van een karretje

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn

NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Eindronde practicumtoets A. 5 juni beschikbare tijd: 2 uur (per toets A of B)

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2003-I

Elektro-magnetisme Q B Q A

ALGEMEEN HAVO. Afronden Afronden bij optellen Grafieken & Tabellen

Eindexamen natuurkunde / scheikunde 1 compex vmbo gl/tl I

De wet van Ohm. Student booklet

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag

natuurkunde vwo 2018-II

Case 1 en Simulink. 1. Diodefactor bepalen. I = I sc - I s (e!

Significante cijfers en meetonzekerheid

Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde

Resultaten voor hoofdstuk 4: Zener Regulator

Meetfouten, afronding, voorvoegsels en eenheden

Uitwerkingen van de opgaven in Basisboek Natuurkunde

2.1 Wat is licht? 2.2 Fotonen

Eindexamen wiskunde B vwo I

In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur).

Eindexamen havo wiskunde B 2013-I

Rekenkunde, eenheden en formules voor HAREC. 10 april 2015 presentator : ON5PDV, Paul

Exact Periode 5. Dictaat Licht

De hoogte tijd grafiek is ook gegeven. d. Bepaal met deze grafiek de grootste snelheid van de vuurpijl.

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2000-II

Vrijdag 19 augustus, uur

Trea Winter van Faassen

2010-I. A heeft de coördinaten (4 a, 4a a 2 ). Vraag 1. Toon dit aan. Gelijkstellen: y= 4x x 2 A. y= ax

toelatingsexamen-geneeskunde.be

12 Elektrische schakelingen

Eindexamen vwo natuurkunde II

Het thermisch stemmen van een gitaar

Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

Fase 2: De waarnemingen Fase 3: De resultaten... 4

m C Trillingen Harmonische trilling Wiskundig intermezzo

Eindexamen wiskunde B havo II (oude stijl)

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 4 november Brenda Casteleyn, PhD

wiskunde B pilot havo 2015-I

vwo: Het maken van een natuurkunde-verslag vs

Naam: Klas Practicum elektriciteit: I-U-diagram van lampje Nodig: spanningsbron, schuifweerstand (30 Ω), gloeilampje, V- en A-meter, 6 snoeren

Eindexamen natuurkunde 1 vwo I

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2000-II

Eindexamen havo wiskunde B pilot II

Opgave 1 Koolstof-14-methode

Eindexamen natuurkunde 1 havo I

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Eindtoets Experimentele Fysica 1 (3A1X1) - Deel november 2016 van 14:30 16:30 uur

Werken met eenheden. Introductie 275. Leerkern 275

Als l groter wordt zal T. Als A groter wordt zal T

Eindexamen vwo natuurkunde pilot 2014-II

Werkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA)

Tentamen Fysica in de Fysiologie (8N070) deel AB herkansing, blad 1/5

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 1

Oplossing examenoefening 2 :

Eindexamen havo natuurkunde II

Klassieke en Kwantummechanica (EE1P11)

wiskunde B pilot vwo 2017-II

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2001-I

Transcriptie:

Kegelproefje Een proefje met het laten rollen van een dubbele kegel (met bodemstraal R) over een iets schuinstaande rails, leek me wel aardig om te doen. Twee uur verder met meten en doen: Kom ik op een theoretische en een gemeten waarde van de versnelling van het kegeltje als functie van de straal waarover hij rolt. De versnelling is in het echt iets kleiner dan volgens de theorie. De onzekerheid is zo groot, dat je niet goed kunt zien of de gemeten waarden wel netjes de theorie volgen, al lijkt het wel het geval De baan waarover ik nu gemeten heb, is 0,66m lang. Door deze nog iets te verlengen kom je wat nauwkeuriger uit. Ik ben voor de theorie uitgegaan van een wrijvingloze situatie, wat natuurlijk vreemd is, als de kegel moet rollen. Voor de kegel geldt: 1 I = mr 5 Met I het traagheidsmoment, M de massa van de kegel en R de straal van de bodem van de kegel. Zonder wrijving geldt de wet van behoud van mechanische energie: 1 1 mgh = mv + Iω Invullen van het traagheidsmoment en wat rommelen, levert een formule voor v als functie van de straal r waarover de kegel rolt. v gh = R 1+ 5 r Uitgaande van een eenparig versnelde beweging kom ik dan op: 1 h a = g 1 R s 1 + 5 r met s de weg die de kegel aflegt, h het hoogteverschil tussen start en einde van de gemeten beweging. Dat zijn de blauwe punten. De paarse punten geven de gemeten (en met gemeten getallen berekende) waarden aan. Een verwerking naar een rechte lijn volgens de theorie geeft het volgende plaatje: a (m/s^) 0,1400 0,100 0,1000 0,0800 0,0600 0,0400 0,000 a tegen 1/(1+0,*(R/r)^) kegelen 0,0000 0 0,00 0,004 0,006 0,008 0,01 0,01 0,014 r (m) a (m/s^) 0.100 0.1000y = 0.16x 0.0800 R = 0.949 0.0600 0.0400 0.000 0.0000 0.0000 0.000 0.4000 0.6000 0.8000 1.0000 1/(R/r)^ (-) Hieruit blijkt dat a=0,16x

Dus g*h/s is 0,16 Met de gemeten waarden voor h van 0,01 m en s van 0,66 m komt ik dan voor g op ongeveer 8,4 Erg ruw maar voor een verkenning wel acceptabel. (rollende voorwerp niet exact een kegel, waardoor I ietsje anders is en dat heeft zijn weerslag op de te berekenen waarde van g. Van de leerlingen verwachten we: Dat ze de staven evenwijdig leggen. Dat ze voldoende punten nemen en voldoende verspreid, om de relatie goed zichtbaar te maken. Dat ze de baan niet te schuin leggen, zodat ze de tijd goed kunnen meten. Dat ze elke breedte tenminste vijf keer herhalen om een redelijk gemiddelde te vinden en zicht te krijgen op de spreiding. Dat ze afwijkende metingen (door schommelen kegel) verwerpen. Dat ze a tegen 1/.(1+0,*(R/r)^) uitzetten om de relatie aan te kunnen tonen Dat er van de metingen een ruwe meetonzekerheid bepaald wordt. At met bijvoorbeeld de twee uiterste lijnen een maat bepaald wordt voor de onzekerheid in g.

De afstandwet voor de lichtintensiteit van een LED Opdracht 1 & positie afstand U(x) led uit U(x) corr [U(x)]^1/ 1/[U(x)]^1/ x x x + d x + d ln(u(x)) ln(x+d) (cm) (cm) (m) (Volt) (Volt) (Volt) (cm) (m) 5,0 0,0 0,000 7,6 0,001 7,619,760 0,36 3,3 0,033,03 3,41 6,0 1,0 0,010 5,30 0,001 5,99,30 0,434 4,3 0,043 1,67 3,15 7,0,0 0,00 3,86 0,001 3,859 1,964 0,509 5,3 0,053 1,35,94 8,0 3,0 0,030,74 0,001,739 1,655 0,604 6,3 0,063 1,01,76 9,0 4,0 0,040,07 0,001,069 1,438 0,695 7,3 0,073 0,73,6 10,0 5,0 0,050 1,58 0,001 1,579 1,57 0,796 8,3 0,083 0,46,49 11,0 6,0 0,060 1,7 0,001 1,69 1,16 0,888 9,3 0,093 0,4,38 1,0 7,0 0,070 1,03 0,001 1,09 1,014 0,986 10,3 0,103 0,03,7 13,0 8,0 0,080 0,850 0,001 0,849 0,91 1,085 11,3 0,113 0,16,18 14,0 9,0 0,090 0,713 0,00 0,711 0,843 1,186 1,3 0,13 0,34,10 15,0 10,0 0,100 0,60 0,00 0,600 0,775 1,91 13,3 0,133 0,51,0 16,0 11,0 0,110 0,517 0,00 0,515 0,718 1,393 14,3 0,143 0,66 1,94 17,0 1,0 0,10 0,451 0,00 0,449 0,670 1,49 15,3 0,153 0,80 1,88 18,0 13,0 0,130 0,399 0,00 0,397 0,630 1,587 16,3 0,163 0,9 1,81 19,0 14,0 0,140 0,348 0,003 0,345 0,587 1,703 17,3 0,173 1,06 1,75 0,0 15,0 0,150 0,311 0,003 0,308 0,555 1,80 18,3 0,183 1,18 1,70 1,0 16,0 0,160 0,80 0,003 0,77 0,56 1,900 19,3 0,193 1,8 1,65,0 17,0 0,170 0,51 0,003 0,48 0,498,008 0,3 0,03 1,39 1,59 3,0 18,0 0,180 0,6 0,003 0,3 0,47,118 1,3 0,13 1,50 1,55 4,0 19,0 0,190 0,09 0,003 0,06 0,454,03,3 0,3 1,58 1,50

Als het omgekeerde van de wortel van de gemeten spanning wordt uitgezet tegen de afstand ontstaat de linker onderstaande grafiek. Uit vergelijking (3) volgt dat de gevraagde waarde van gelijk is aan de asafsnede gedeeld door de richtingscoëfficiënt. Dit levert de waarde = 0,033 m. Deze waarde is gebruikt voor de laatste 4 kolommen van de tabel. Wordt van vergelijking () aan beide kanten de logaritme genomen, dan volgt: ln ln ln ln () Op dubbel logaritmisch papier zal dit een richtingscoëfficiënt van moeten opleveren. De laatste twee kolommen zijn in de rechter onderstaande grafiek tgene elkaar uitgezet. Uit de metingen blijkt dat de richtingscoëfficiënt 1,97 is. Dit komt dus uitstekend overeen.,500,50,00,000 1,50 1,500 y = 1,9675x 4,491 1,00 0,50 1,000 y = 9,9034x + 0,3113 0,00 4,00 3,50 3,00,50,00 1,50 1,00 0,50 0,00 0,50 0,500 1,00 1,50 0,000 0,000 0,050 0,100 0,150 0,00,00,50

Opdracht 3 Voor = 4,0 cm is de diameter van de lichtvlek opgemeten (,6 cm). Vervolgens is de PD de eerder gemeten afstand = 3,3 cm naar de LED verplaatst. Op die positie is een spanning van 6,68 V gemeten. Uit die gemeten waarde voor de spanning en de gegeven weerstandswaarde (1 MΩ) is de stroom door de FD te berekenen (I). Dit levert het aantal elektronen op door de PD (n). Met de aanname dat elk foton een elektron vrijmaakt voor geleiding is het aantal fotonen dat op de PD valt nu ook bekend (n). Het oppervlak van de lichtvlek en de PD zijn te bepalen, het aantal uitgezonden fotonen per seconde door de LED is nu dus te bepalen (N). Met betrekking (4) is de energie per foton te berekenen (E) en daarmee dus ook de totale uitgezonden energie per seconde (Etot). Met het gegeven elektrische vermogen van de LED (P) van 47 mw is het rendement eenvoudig te bepalen. BEPALING RENDEMENT LED grootheid waarde eenheid opmerking constantes waarde P 4,70E 0 Watt Gegeven elektrisch vermogen LED h 6,63E 34 U(x) 6,68E+00 V Gemeten c 3,00E+08 R 1,00E+06 Ω Gegeven waarde van R labda 6,35E 07 I 6,68E 06 A stroom door PD, wet van Ohm e 1,60E 19 n 4,18E+13 aantal elektronen per seconde PD d,60e+00 cm gemeten diameter lichtvlek r 1,30E+00 cm straal lichtvlek A 5,31E+00 cm^ oppervlakte lichtvlek,75e 01 cm lengte of breedte PD APD 7,56E 0 cm^ oppervlakte PD N,93E+15 aantal fotonen per seconde E 3,13E 19 J energie per foton Etot 9,18E 04 J/s totale uitgezonden energie per seconde η η (%) 1,95E 0 1,95E+00