Ontwikkelingen in zorg en welzijn Wat betekent dit voor de arbeidsmarkt? Algemeen De sector zorg en welzijn verandert. In de media wordt vaak het accent gelegd op economische motieven, maar de stijgende zorgkosten en de dreigende tekorten (op lange termijn), zijn slechts een deel van het verhaal. De aankomende jaren wordt het de uitdaging om innovatieve oplossingsrichtingen te bedenken die leiden tot een meer effectieve en efficiënte uitvoering van de zorg. Welke ontwikkelingen hebben invloed op de eisen die aan personeel in de zorg worden gesteld? Wat is de impact van het regeerakkoord? Wat betekent dat voor toeleiden en opleiden? Trends en ontwikkelingen binnen zorg en welzijn De meeste onderstaande ontwikkelingen zijn algemeen bekend. Deze opsomming heeft als toegevoegde waarde dat het aantoont dat de ontwikkelingen niet op zichzelf staan, maar dat het om parallelle ontwikkelingen gaat. Ontwikkelingen in zorg en welzijn Bijgewerkt: 23 juli 2013 1
Duidelijk wordt ook dat de verschillende maatschappelijke trends en ontwikkelingen invloed hebben op de kwaliteit en de kwantiteit van de veranderende zorgvraag: Demografische ontwikkelingen. Het aantal ouderen in de Nederlandse bevolking neemt toe terwijl het jongeren aandeel afneemt. Dit betekent dat meer ouderen een zorgvraag hebben en de beroepsbevolking afneemt. Figuur 1. Ontwikkeling van het percentage personen van 65 jaar en ouder, volgens de vier scenario s, 2000-2100 (Bron: CBS Bevolkingsstatistiek; De Jong & Hilderink, 2004, De Jong, 2008) Toestroom vanuit de opleidingen. Het aantal jongeren dat kiest voor een baan in de verzorgende en verpleegkundige beroepen neemt licht toe. Dat lijkt echter niet voldoende te zijn voor het volume van de stijgende zorgvraag op lange termijn. Daar staat tegenover dat de arbeidsmarkt een zelfregulerend vermogen heeft. Door innovatieve zorgconcepten, toepassing van technologie, veranderingen in het functiebouwwerk, verhoging van de pensioenleeftijd en meer toestroom naar de zorg door de economische crisis, zal er minder zorg nodig zijn. Er zijn daarom verschillende scenario s denkbaar met betrekking tot tekorten en benodigde functies over 5-20 jaar. Decentralisatie van de overheid heeft als gevolg dat de gemeenten meer verantwoordelijkheden krijgen (Wmo). De oudere van de toekomst verandert mee met de maatschappelijke veranderingen. Thema s als mondigheid, zelfstandigheid, ICT en technologie, diversiteit, multi-morbiditeit en tegelijkertijd ook een stijgende levensverwachting hebben invloed op de toekomstige zorgvraag. Visie op zorg. De ouderen van de toekomst vragen om een kleinschalige, integrale, toegankelijke zorginfrastructuur in zijn directe leefomgeving, technologie. Mede hierdoor kan hij zo lang mogelijk fit en zo zelfstandig mogelijk leven waarbij hij zelf sturing geeft bij het samenstellen van maatgerichte zorgarrangementen. Zorgarrangementen valt in dit verband te typeren als een totaalpakket aan voorzieningen in de ketenzorg gericht op fysieke en sociaal emotionele gezondheid. Ontwikkelingen in zorg en welzijn Bijgewerkt: 23 juli 2013 2
Preventie en een gezonde levensstijl zijn hierbij belangrijke elementen om zorgkosten te drukken en het welzijn en gezondheid te bevorderen. De sterke ontwikkeling van ICT en technologie maken het mogelijk om, op afstand, centraal in de buurt zorg te bieden. Hierdoor is minder personeel nodig. De huidige economische crisis die meer is dan alleen een conjunctureel dipje dwingt ons kritisch te kijken naar het duurzaam besteden van onze financiële middelen. Ontschotting, deregulering en nieuwe vormen van samenwerking zijn noodzaak in de sector. Meer zorg voor minder geld De veranderende zorgvraag vraagt om andere zorgconcepten. Er is voldoende en goed opgeleid personeel nodig om tegemoet te komen aan de veranderende zorgvraag en het daarmee gepaard gaande veranderend zorgaanbod. En last but not least Er moet meer zorg gerealiseerd worden voor minder geld. Deze uitdaging is een maatschappelijk vraagstuk dat van verschillende partijen inspanningen vergt. De gemeente heeft er baat bij haar burgers zo gezond mogelijk te houden. Datzelfde geldt voor zorgverzekeraars: voorkomen is beter dan genezen want dat drukt de uitgaven. De burger zelf wil een toegankelijk zorgaanbod dat in zijn eigen buurt wordt verstrekt en het hem mogelijk maakt zijn eigen zorgarrangementen samen te stellen. Op deze wijze kan hij zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. Zorginstellingen zelf zullen hun grenzen letterlijk en figuurlijk opzoeken door in de regio samen te werken om zo passende zorgarrangementen te ontwikkelen. Samenwerking is ook geboden om optimaal gebruik te maken van beschikbaar personeel en netwerken in de nabijheid van de zorgvragers. De uitdaging voor het onderwijs Voor het onderwijs is het belangrijk om voldoende mensen op te leiden die kunnen voldoen aan de veranderende zorgvraag. Meebewegen is daarom het devies. De kwalitatieve aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt is noodzakelijk om in de personeelsbehoefte te kunnen blijven voorzien. De uitdaging voor het onderwijs is om de opleidingen zo vorm te geven dat: er meer toestroom naar de zorg komt om de tekorten op lange termijn tegen te gaan; het studierendement wordt vergroot om zoveel mogelijk (potentieel) personeel te verkrijgen; personeel voorbereid is op de veranderingen in de zorg: breed opgeleid, flexibel inzetbaar, om kunnen gaan met E-health technologie en veranderende zorgvragen; er minder uitstroom van personeel uit de zorg plaatsvindt: juiste mens op de juiste plek. Het Regeerakkoord, het Sociaal Akkoord en het Zorgakkoord In het algemeen kan gesteld worden dat de akkoorden veel van de bovengenoemde ontwikkelingen versnellen of versterken. Een aantal uitspraken in het regeerakkoord zijn inmiddels bijgesteld: het Sociaal Akkoord. Naast forse bezuinigingen en veranderingen in het zorgstelsel blijkt uit de maatregelen ook dat er een wijziging in het krachtenveld plaatsvindt. Forse bezuinigingen: 5 miljard bezuinigingen in het zorgstelsel, overheveling van AWBZ naar Wmo, bezuinigingen in de thuiszorg (bijgesteld naar 40% bezuinigingen), diverse kosten in de cure (zie onder). Ontwikkelingen in zorg en welzijn Bijgewerkt: 23 juli 2013 3
De AWBZ wordt sterk versoberd en opgesplitst naar de Wmo, de Zorgverzekeringswet en de gemeentelijke jeugdzorg. Deze beleidslijn treft vooral doelgroepen als ouderen en gehandicapten. Uit de overgebleven AWBZ-middelen worden alleen cliënten met een ZZP van vijf en hoger bekostigd. Nu gaat men ervan uit dat 50% gebruik kan maken van intramurale zorg en 50% hulp in de thuissituatie. Dit heeft mede betrekking op ZZP 4. De Wmo is bedoeld voor begeleiding en verzorging (ZZP 1-4, de jeugd- GGZ valt tevens onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten). Er wordt ingezet op zorg in de directe leefomgeving van de zorgvragers. Het beleid vanuit de overheid en partijen in de zorg richt zich op de eigen kracht van de zorgvrager en de hulp uit zijn netwerk. Extra investering (220 mln.) op wijkverpleegkundigen. Zorg en begeleiding op maat en kwaliteit staat voorop. Eigen bijdragen van cliënten in de extramurale zorg wordt bijgesteld: minder eigen bijdragen dan in januari werd aangekondigd. Doelmatigheid: specialisering van ziekenhuizen en concentratie van preferente zorg. Ontmoedigingsbeleid ten aanzien van gebruik van Eerste Hulpposten (EHP) en integratie van huisartsenposten en EHP binnen ziekenhuizen. Gevolgen voor de arbeidsmarkt op een rij 1. Kwantitatieve effecten Veranderingen/bezuinigingen in de ouderenzorg, gehandicaptenzorg en GGZ en de kinderopvang leiden naar verwachting tot overschotten in de agogische beroepen op niveau 3, 4 en 5, en 2 in de zorg en welzijn. Overschotten in specifieke branches als jeugdzorg en kinderopvang door ontgroening. Er is vooral vraag naar hoger geschoold personeel als gevolg van de veranderende zorgconcepten en meer specialistische zorg in de ziekenhuizen. Ziekenhuizen vragen vooral naar verpleegkunde niveau 4 en steeds vaker naar niveau 5. Door de vergrijzing zijn er vanaf 2020 meer zorgvragers. Maar er is dan minder personeel beschikbaar. Dit betekent dus tekorten op langere termijn. 2. Kwalitatieve effecten Door bezuiniging is er structurele inzet van mantelzorgers en vrijwilligers nodig. Deze hebben deskundigheid nodig om adequaat met de zorgvraag om te kunnen gaan. Zorgverzekeraars en de gemeenten hebben de regie m.b.t. de kwaliteit van de te leveren zorg en diensten. Kwaliteitszorg als sturingsinstrument maakt goed opgeleid personeel van uitermate groot belang. Inventarisatie van benodigde competenties is essentieel. Een professional of instantie krijgt de regie over, bijvoorbeeld, een multi-problem gezin of ouderen met zorgvraag. Andere competenties van (toekomstig) personeel zijn nodig als gevolg van andere zorgconcepten (zorg in de buurt en daarmee ook zorg, welzijn en technologie). Ontwikkelingen in zorg en welzijn Bijgewerkt: 23 juli 2013 4
Forse investering in zittend personeel is noodzakelijk, zodat ook zij kunnen voldoen aan de veranderende zorgvraag: duurzaamheid. Sociaal Akkoord en de voor Calibris relevante onderdelen Behoud van werkgelegenheid: sectorale plannen Sociale partners hebben aangegeven dat zij hun verantwoordelijkheid op de arbeidsmarkt verdergaand oppakken door: instroom te bevorderen van jongeren behoud van vakkrachten toeleiden van-werk-naar-werk van die werknemers die hun baan dreigen te verliezen (via (inter)sectorale mobiliteit en scholing) kansen te bieden aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt én aan jongeren om werkervaring op te doen. Hiertoe zijn (inter)sectorale plannen nodig. Randvoorwaarden voor cofinanciering door het kabinet en sociale partners zijn opgesteld. In 2014 en 2015 besteedt het kabinet jaarlijks 300 mln. (voor alle domeinen!) aan het stimuleren van intersectorale scholing en toeleiding van-werk-naar-werk. De sectorale plannen worden in de loop van 2013 geconcretiseerd. In het Actieteam zullen onder meer decentrale CAO-partijen, gemeenten, UWV, SZW en de ambassadeur Jeugdwerkloosheid participeren. Extra inspanningen voor jongeren en ouderen Naar aanleiding van het overleg tussen kabinet en sociale partners in december 2012, is voor 2013 en 2014 (in totaal) 117 mln. extra beschikbaar gesteld voor re-integratie van ouderen en jongeren. Hiervan is 50 mln. beschikbaar voor jongeren, waarvan 25 mln. voor de regionale aanpak van de jeugdwerkloosheid, de andere helft om jongeren langer te laten doorleren (voortbouwend op het school-ex-programma). De regionale stakeholders hebben hun plannen hiervoor uiterlijk 1 juli 2013 moeten indienen bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Voor oudere werklozen is voor 2013 en 2014 in totaal 67 mln. beschikbaar. In grote lijnen wordt dit bedrag fifty-fifty verdeeld over re-integratiemiddelen en netwerkbijeenkomsten, inclusief intensievere dienstverlening in de vorm van matchingsactiviteiten. Het UWV stelt momenteel een concreet activiteitenplan op. Iedereen die kan werken, gaat werken: zorgdragen voor plaatsen van mensen met een beperking op de arbeidsmarkt Sociale partners hebben voorgesteld om samen met gemeenten 35 werkbedrijven op te richten die zorgdragen voor de plaatsing van mensen met een beperking. Deze werkbedrijven worden een belangrijke drager van de Participatiewet. Hiervoor is vanuit de overheid in 2013 en 2014 respectievelijk 20,- mln. en 95 mln. beschikbaar (in mindering gebracht op huidige regelingen). De gemeenten hebben de regie. De werkbedrijven hebben een commerciële inslag. Sociale partners en UWV vormen het bestuur. Sabine Terheggen, Landelijk strategisch adviseur Calibris Ontwikkelingen in zorg en welzijn Bijgewerkt: 23 juli 2013 5