Grammatica. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/81961

Vergelijkbare documenten
Grammatica. Jolien Roelofs. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Grammatica - Samengestelde zinnen vmbo-b34

Grammatica - Zinsontleden h3. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Ontkenning niet of geen

Grammatica - Samengestelde zinnen vmbo-kgt34

Eenheden lengtematen. Miranda de Haan. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Spelling - Als-dan en zij-hun vmbo-b34

Werkwoorden oefenen S13

Grammatica - Tijden h3. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Ontkenning niet of geen

Vaardigheden - Vergaderen vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Breuken som en verschil

Grammatica - Woordsoorten herhaling vmbo-kgt34

Woorden, woorden en nog eens woorden. Wat kun je ermee?

Lezen - Moeilijke woorden in de krant vmbo-kgt34

Grammatica - Werkwoordelijk gezegde vmbo-kg12

Grammatica - Telwoorden vmbo-kgt34

Grammatica - Woordsoorten herhaling vmbo-kgt34

Microscoop vmbo-b12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Grammatica - Zinsontleden v3. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Gebarentaal. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Een logo voor de OS vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Grammatica - Bijwoordelijke bepaling vmbo-kg12

Grammatica - Bijwoord vmbo-kg12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Microscoop vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

H1 D-Toets Fictie en Grammatica

Een logo voor de OS vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Werkwoordelijk gezegde - B 1

Eenheden lengtematen. Miranda de Haan. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Organen van het menselijk lichaam

Reis door Europa vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Schrijven - Controleren en verbeteren vmbo-b34

Grammatica - Scheidbare werkwoorden vmbo-kg12

Luisteren en kijken - Instructiefilmpjes vmbo-b34

Klokkijken. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Werkwoordelijk gezegde - KGT 1

Meewerkend voorwerp hv12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Luisteren en kijken - Instructiefilmpjes vmbo-kgt34

Grammatica - Beknopte bijzin h3. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Luisteren en kijken - Lichaamstaal vmbo-kgt34

Grammatica - Stijl h3. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Grammatica - Scheidbare werkwoorden HV12

Olympisch stadion vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Fictie - Songteksten vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Boekverslag maken BBL

Voetafdruk vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Olympische Spelen - Olympische sporter

Spreken - Feedback HV12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Voetafdruk hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Fictie - Strips vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Ruimte voor de rivier vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Hindoeïsme: kastenstelsel vmbo12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Kenmerken ontwikkelingslanden vmbo-b34

Grammatica - Telwoorden vmbo-b34

Schrijven - Deelonderwerpen vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Spreken - Probleem oplossen vmbo-kgt34

Het magazijn. Marjolein Schuiling. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Olympisch stadion vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Rebus maken. Marjolijn Feddema. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Extra vmbo-b34-2. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Schrijven - Controleren en verbeteren vmbo-kgt34

Massamedia - 1 vmbo12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Extra Fiets vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Extra ECO1 vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Drijven of zinken? Miranda Bouma. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Normen en waarden vmbo12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Tekenen vmbo-b12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Grammatica - Werkwoordelijk gezegde HV12

Polen in Nederland vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Grammatica - Beknopte bijzin v3. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Technisch nederlands. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Meten. Kirsten Nederpel. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Soorten werk vmbo-b34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Literatuur - Boekverslag 1 vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Webquest Beroepen en Opleidingen

Interactie. Petra Berkhoff. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Grammatica - Bijwoordelijke bepaling hv12

Examenteksten vmbo-t. ankie cuijpers ; CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Schrijven - Samenvatten vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Sociale zekerheid vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Microscoop hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Dagtoerisme vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Samenvatting Nederlands Redekundig ontleden

Ontleden 1: zinsdelen herkennen en benoemen (onderwerp, werkwoordelijk gezegde en lijdend voorwerp)

Ordening - Vmbo GTL derde Klas

Fictie - Haiku's en elfjes vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Olympische sporter vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Grammatica - verwijswoorden vmbo-b34

Schrijven - Activerende tekst vmbo-kgt34

Lezen - Deelonderwerpen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Hoofdstuk 6 (Pincode)

Reclame commercial. Jeltine Wilkens. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Spelling - Leestekens HV12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Grammatica - Zinsontleding herhaling vmbo-kgt34

Marktvormen. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Koopkracht en inflatie vmbo12

Grammatica - Scheidbare werkwoorden HV12

Les bij artikel Pro-krant: Meteorieten stenen uit de ruimte

Lijn, lijnstuk en punt vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Vincent van gogh. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Transcriptie:

Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Jolien Roelofs 27 juli 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/81961 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

Inhoudsopgave 1. Introductie 2. - herhaling zinsdelen 2.1: oefening 1 2.2: oefening 2 2.3: oefening 3 2.4: tussentijdse evaluatie 3. - tussentoets 3.1 Meer oefeningen 4. - nieuwe stof 4.1 Samengesteld of enkelvoudig? 4.2: oefening 4 4.3: nevenschikkend of onderschikkend? 4.4: oefening 5 4.5: tussentijdse evaluatie 5. - eindtoets 5.1 Meer oefeningen 5.2: eindevaluatie 6. Bronnen Over dit lesmateriaal Pagina 1

1. Introductie Vandaag ga je aan de slag met grammatica. In deze les herhaal je de belangrijke begrippen die dit jaar aan bod zijn gekomen én leer je een paar nieuwe begrippen. Aan het einde van de les weet je precies hoe goed je bent in deze vaardigheid en waar je nog kunt oefenen. Je maakt alle oefeningen in de volgorde waarin ze worden aangeboden, totdat je bij de eindtoets bent. Succes! Pagina 2

2. - herhaling zinsdelen We starten met de zinsdelen die je al kent: 1. Persoonsvorm 2. Zinsdelen 3. Gezegde 4. Onderwerp 5. Lijdend voorwerp 6. Meewerkend voorwerp 7. Bijwoordelijke bepaling Voor elk zinsdeel staat er bij BRONNEN een filmpje waarin het zinsdeel wordt uitgelegd. Het is niet verplicht om alle filmpjes te bekijken: je kiest alleen de filmpjes over de zinsdelen waar je moeite mee hebt. Het is ook toegestaan om maar een gedeelte van de filmpjes te bekijken. 2.1: oefening 1 Oefening 1: persoonsvorm, zinsdelen, werkwoordelijk gezegde maken.wikiwijs.nl/p/questionnaire/standalone/2204670 Wat is de persoonsvorm? Wesley is altijd een eenvoudige jongen gebleven. Wat is de persoonsvorm? Ik heb ooit beroepsvoetballer willen worden. Wat is de persoonsvorm? In 1933 werd een model met konijnenvel bekleed. Wat is de persoonsvorm? Op een veiling werd het aapje voor 134.000 euro verkocht aan een Amerikaan. Wat is de persoonsvorm? Met dit elftal zullen wij volgend jaar kampioen gaan worden. Wat is de goede verdeling van de zinsdelen? In Groot-Brittannië heeft een kat een bionische prothese gekregen. a. In Groot-Brittannië heeft een kat een bionische prothese gekregen. b. In Groot-Brittannië heeft een kat een bionische prothese gekregen. c. In Groot-Brittannië heeft een kat een bionische prothese gekregen. d. In Groot-Brittannië heeft een kat een bionische prothese gekregen. Wat is de goede verdeling van de zinsdelen? Pagina 3

Criminelen stelen steeds vaker dure merken tandpasta. a. Criminelen stelen steeds vaker dure merken tandpasta. b. Criminelen stelen steeds vaker dure merken tandpasta. c. Criminelen stelen steeds vaker dure merken tandpasta. d. Criminelen stelen steeds vaker dure merken tandpasta. Wat is de goede verdeling van de zinsdelen? De buit wordt vaak verkocht aan helers in Polen en Roemenië. a. De buit wordt vaak verkocht aan helers in Polen en Roemenië. b. De buit wordt vaak verkocht aan helers in Polen en Roemenië. c. De buit wordt vaak verkocht aan helers in Polen en Roemenië. d. De buit wordt vaak verkocht aan helers in Polen en Roemenië. Wat is het werkwoordelijk gezegde? In de ruime garage kunnen twintig auto s gestald worden. Wat is het werkwoordelijk gezegde? Je kunt het grootste huis in Amerika voor 60 miljoen euro kopen. Wat is het werwoordelijk gezegde? De villa buiten Orlando heeft 23 badkamers, dertien slaapkamers, tien keukens en drie zwembaden. 2.2: oefening 2 Oefening 2: onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp maken.wikiwijs.nl/p/questionnaire/standalone/2205773 Het lijdend voorwerp kan met een voorzetsel beginnen. a. Juist b. Onjuist Het MV kan met een voorzetsel beginnen. a. Juist b. Onjuist In welke volgorde ontleed je een zin? Sleep de antwoorden naar de juiste plaats. 1. 2. Pagina 4

3. 4. 5. 6. 7. Beschikbare keuzes: BWB, OW, PV, ZINSDELEN, GEZEGDE, MV, LV Wat is de vraag die je gebruikt om het onderwerp te vinden? Wie/ +? Bij zinnen met een gezegde heb je geen lijdend voorwerp. Als je geen lijdend voorwerp hebt gevonden, vind je ook geen meewerkend voorwerp. a. Juist b. Onjuist Klik in onderstaande zinnen op het onderwerp. 1. Deze week zal ik dat werkstuk inleveren. 2. Wie heeft die rommel laten slingeren? 3. Hoe hebben jullie dit adres gevonden? 4. Zullen we jou je cijfers laten zien? 5. Hun tijd hebben ze goed besteed. Lees de zinnen goed en kijk welke infomatie erbij hoort. 1. Criminelen stelen steeds vaker dure merken tandpasta. 2. Daarmee kunnen ze snel en eenvoudig geld verdienen. 3. De buit wordt vaak verkocht aan helers in Polen en Roemenië. 4. Binnenkort zullen in veel winkels de dure merken achter plexiglas liggen. 5. De dieven verdwijnen soms met honderden tubes tegelijk. a. b. c. d. e. 4 zinsdelen, ow en lv. 6 zindelen, ow en lv. 5 zinsdelen, ow en mv. 5 zindelen, ow. 6 zinsdelen, ow. Hij heeft zijn wiskundeboek weer eens niet bij zich. a. Hij = OW Zijn wiskundeboek = LV b. Hij = LV Zijn wiskundeboek = OW Pagina 5

Zullen we jou je cijfers laten zien? a. We = OW Jou = MV Je cijfers = LV b. We = LV Jou = OW Je cijfers = MV c. We = OW Jou = LV Je cijfers = MV De kampioen stond maar enkele meters bij ons vandaan. a. De kampioen = LV Bij ons = OW b. De kampioen = OW Bij ons = LV c. De kampioen = OW Bij ons = ander zinsdeel 2.3: oefening 3 Oefening 3: naamwoordelijk gezegde en bijwoordelijke bepaling maken.wikiwijs.nl/p/questionnaire/standalone/2206586 Er zijn drie koppelwerkwoorden: 1. 2. 3. De twee delen van het naamwoordelijk gezegde zijn: 1. deel 2. deel Een werkwoordelijk gezede bestaat alleen uit: a. Eigenschappen b. ZWW c. Werkwoorden d. KWW e. HWW Pagina 6

In een naamwoordelijk gezegde moet een... zitten: a. KWW b. ZWW c. HWW Welk zinsdeel zit nooit in een zin met een naamwoordelijk gezegde? PVOWLVMVBWB Klik op het naamwoordelijk gezegde van elke zin. Let op: denk aan het werkwoordelijk + het naamwoordelijk deel. De opdracht is pas goed als je alle zinnen foutloos hebt gemaakt! 1. Wesley is altijd een eenvoudige jongen gebleven. 2. Ik heb ooit beroepsvoetballer willen worden. 3. Enkele jaren geleden was ik een onontdekt talent. 4. Inmiddels ben ik ouder en wijzer geworden. Hoeveel bijwoordelijke bepalingen staan er in de volgende zinnen? a. 4 b. 6 c. 5 d. 3 1. Wesley is altijd een eenvoudige jongen gebleven. 2. Ik heb ooit beroepsvoetballer willen worden. 3. Enkele jaren geleden was ik een onontdekt talent. 4. Inmiddels ben ik ouder en wijzer geworden. Hoeveel bijwoordelijke bepalingen staan er in de volgende zinnen? a. 6 b. 4 c. 7 d. 5 1. In 1933 werd een model met konijnenvel bekleed. 2. Op een veiling werd het aapje voor 134.000 euro verkocht aan een Amerikaan 3. Die was met zijn aankoop geweldig blij. Klik op de bijwoordelijke bepalingen van de zinnen: 1. Een pianolerares zal snel haar huis moeten verlaten. 2. Van het gepingel werden haar buren ziek. Pagina 7

3. De lerares wilde haar woonkamer niet isoleren. Welke combinaties zijn juist? 1. 2. 3. 4. a. b. c. d. De filmaap King Kong was precies 65 centimeter hoog In 1933 werd een model met konijnenvel bekleed. Die was met zijn aankoop geweldig blij. Mijn ouders willen in Eindhoven blijven wonen. NG + 0 BWB WG + 1 BWB WG + 2 BWB NG + 1 BWB 2.4: tussentijdse evaluatie Hoe gaat het nu? Geef je reactie op de volgende stellingen. Je kan bijvoorbeeld aangeven of je het ermee eens bent of niet en waarom. Nummer je antwoorden! 1. Ik snap goed wat ik moet doen. 2. Ik ben hard aan het werk. 3. Ik ben serieus aan het werk. 4. Ik vind de opdrachten moeilijk. 5. Ik heb vragen voor de docent. 6. Ik kan alle opdrachten maken binnen de tijd. Pagina 8

3. - tussentoets Als je alle stof hebt begrepen, mag je de tussentoets gaan maken. Deze tussentoets laat je zien of je de stof voldoende beheerst om door te gaan met de nieuwe stof. Je krijgt na het afronden van de tussentoets meteen de uitslag: onvoldoende of voldoende. Als het onvoldoende is, ga je eerst naar de extra oefeningen voordat je verder gaat naar de nieuwe stof. Waarom is dit belangrijk? Alle theorie sluit op elkaar aan, dus je moet eerst het één begrijpen voordat je aan het ander kan beginnen. Vooral het goed kunnen herkennen van de persoonsvorm en het onderwerp is van belang voor de volgende opdrachten. Tussentoets maken.wikiwijs.nl/p/questionnaire/standalone/2204678 Selecteer de juiste stellingen. 1. In een zin kan maar één BWB zitten. 2. Na het LV zoek je het BWB. 3. Het MV kan met een voorzetsel beginnen. 4. De MV-vraag is: Aan/Voor wie + WG + LV? 5. Als de PV meervoud is, is het O ook meervoud. 6. Voor de PV kan meer dan een zinsdeel staan. Zet de stappen van het redekundig ontleden in de juiste volgorde. a. MV b. BWB c. OW d. LV e. ZINSDELEN f. PV g. GEZEGDE Benoem de zinsdelen. Sleep steeds de goede afkorting naar de streep ACHTER het zinsdeel. In 1933 werd een model met konijnenvel bekleed. Beschikbare keuzes: WG, OW, BWB, BWB, WG Benoem de zinsdelen. Pagina 9

Op een veiling werd het aapje voor 134.000 euro verkocht aan een Amerikaan. Beschikbare keuzes: WG, WG, BWB, OW, MV, BWB Benoem de zinsdelen. In Groot-Brittannië heeft een kat een bionische prothese gekregen. Beschikbare keuzes: WG, LV, BWB, WG, OW Benoem de zinsdelen. Vorig jaar zijn we het beste elftal geweest. Beschikbare keuzes: NG, OW, NG, NG, BWB Benoem de zinsdelen. Die was met zijn aankoop geweldig blij. Beschikbare keuzes: NG, NG, BWB, OW Iets moeilijker: vul op de lege plekken de juiste afkorting van het zinsdeel in. Kies uit: WG, NG, OW, LV, MV, BWB. 1. Mijn ouders (OW) willen ( ) in Eindhoven ( ) blijven wonen (WG). 2. Enkele jaren geleden (BWB) was ( ) ik ( ) een onontdekt talent ( ). Welk werkwoord is de belangrijkste? Ik heb ooit beroepsvoetballer willen worden Pagina 10

a. willen b. heb c. worden Welk werkwoord is de belangrijkste? Dit weekend moet ik bij de overburen gaan babysitten. a. gaan b. moet c. babysitten Wat is de goede woordsoort? Kies uit: HWW, ZWW, KWW. 1. In Engeland is een lottomiljonair opnieuw vuilnisman geworden. 1. is = 2. geworden = 2. In enkele jaren tijd had hij al zijn geld verbrast. 1. had = 2. verbrast = 3. Het zal stil worden op het Amsterdamse pleintje. 1. zal = 2. worden = Typ achter de zinnen NG of WG. 1. Robert Geesink werd in 2010 eerste = 2. Ik ben gisteren naar Nijmegen geweest = 3. De docent heeft onze toetsen snel nagekeken = 4. Hij blijft een van de beste wielrenners van Nederland = 5. Lance Armstrong is vaak kampioen geweest = 3.1 Meer oefeningen Je hebt nu de tussentoets gemaakt. Als je minder dan 65% van de vragen goed hebt gemaakt (je hebt een onvoldoende), ga je nu verder met de extra oefeningen. Als je deze oefeningen hebt afgerond, mag je verder met het volgende hoofdstuk. Ga naar It's Learning - DTDL Leermiddelen - link Talent. Kies voor differentiatieboek - herhaling hoofdstuk 1, 2 of 3. Heb je de tussentoets voldoende gemaakt? Dan mag je kiezen: 1. Ga naar It's Learning - DTDL Leermiddelen - link Talent. Kies voor differentiatieboek - verdieping hoofdstuk 1, 2 of 3. 2. Je werkt meteen verder aan het volgende hoofdstuk Pagina 11

Pagina 12

4. - nieuwe stof 4.1 Samengesteld of enkelvoudig? Samengestelde en enkelvoudige zinnen Enkelvoudige zin Een enkelvoudige zin is een zin met 1 persoonsvorm. Weet je nog hoe je de persoonsvorm van een zin kunt herkennen? Precies: door de tijd waarin de zin staat te veranderen. Het woord dat dan verandert, is de persoonsvorm. Alle zinnen die je tot nu toe hebt ontleed, waren enkelvoudige zinnen. Bv.: De opdracht heb ik gisteren gemaakt. Samengestelde zin Een samengestelde zin is een zin met 2 persoonsvormen. Ook hier kun je voorgaande truc gebruiken om de persoonsvormen te vinden. Samengestelde zinnen zijn langer en herken je vaak aan een komma in het midden van de zin. Voegwoorden worden ook gebruikt om samengestelde zinnen te maken. Bv.: Ik heb de opdracht gisteren gemaakt, omdat ik vandaag een belangrijke wedstrijd heb. In een samengestelde zin is er sprake van: 1. HZ+HZ: een hoofdzin en een hoofdzin 2. HZ+BZ: Een hoofdzin en een bijzin (of andersom) Hoe herken je deze hoofdzinnen en bijzinnen? Is het je trouwens opgevallen dat het niet mogelijk is om 2 bijzinnen in een zin te hebben? Heel belangrijk! Hoofdzinnen: het onderwerp en persoonsvorm staan direct naast elkaar. Er staat geen enkel zinsdeel tussen. Bijzinnen: het onderwerp en persoonsvorm staan los van elkaar. Er staat een ander zinsdeel tussen, zoals de bijwoordelijke bepaling. 4.2: oefening 4 Oefening 4: samengestelde en enkelvoudige zinnen maken.wikiwijs.nl/p/questionnaire/standalone/2205782 Op welke plaats staat de PV in een hoofdzin? Pagina 13

a. Vooraan en niet naast het OW b. Achteraan en niet naast het OW c. Vooraan en naast het OW d. Achteraan en naast het OW Wat is het verschil tussen een enkelvoudige en samengestelde zin? Zoek de juiste combinaties. 1. Samengestelde zin 2. Enkelvoudige zin a. b. 1 PV Meer dan 1 PV Klik op het goede antwoord: is de zin samengesteld of enkelvoudig? 1. Na het eten ruimen wij altijd de vaatwasser in. E / S 2. Nederlanders kijken eerst goed, voordat ze iets kopen. E / S 3. Ik zeg altijd wat ik denk. E / S 4. Bij het zwemmen in zee krijgen sommige kinderen kramp of ze worden onwel. E / S 5. Dat komt vaak door het koude water. E / S Noteer de PV's van de volgende zinnen. 1. Omdat het stuur blokkeerde, sloeg de auto over de kop. 2. De bestuurder kon zelf uit het voertuig klimmen, maar werd voor controle naar het ziekenhuis gebracht. 3. Je moet het zeggen, als je het niet begrijpt. 4. Waarom heb je niet gezegd dat je een ander feestje had? 5. Ik wilde bellen, maar ik had je nummer niet. Zin 1: + Zin 2: + Zin 3: + Zin 4: + Zin 5: + Maak zelf nu 3 zinnen: Zin 1 en 2: samengestelde zinnen Zin 3: enkelvoudige zin Pagina 14

4.3: nevenschikkend of onderschikkend? Nevenschikking en onderschikking Als een zin 2 hoofdzinnen heeft, noem je dat een nevenschikkende zin. Bv.: De club is gisteren kampioen geworden, dus ze krijgen de beker mee naar huis. Tip: de woorden dus, of, en, want, maar zorgen voor nevenschikkende zinnen. Als een zin een hoofdzin en een bijzin heeft, noem je dat een onderschikkende zin. Bv.: De club is gisteren geen kampioen geworden, omdat de spits een penalty miste. Tip: alle andere woorden dan dus, of, en, want, maar kunnen voor onderschikkende zinnen zorgen. 4.4: oefening 5 Oefening 5: nevenschikking en onderschikking maken.wikiwijs.nl/p/questionnaire/standalone/2205783 Wat hoort bij elkaar? 1. Nevenschikkende zin 2. Onderschikkende zin a. b. 2 hoofdzinnen Hoofdzin en bijzin Bekijk de zinnen en kies het juiste antwoord. 1. Niemand kon me vertellen hoe het ongeluk gebeurd was. 2. We gaan even winkelen en daarna pikken we een terrasje. 3. Als het warme weer aanhoudt, mogen boeren niet meer beregenen. 4. Je krijgt kramp, omdat je te weinig conditie hebt. 5. Ik heb weinig tijd, maar jij kunt al beginnen. 6. Toen onze schuur in brand stond, belden de buren 112. Pagina 15

Vul het juiste voegwoord in om de samengestelde zinnen compleet te maken. 1. Hij heeft me bedrogen dat zal ik hem betaald zetten! 2. We waren erg verbaasd hij zijn ontslag aankondigde. 3. Hij leek erg zelfverzekerd, dat was helemaal niet het geval. 4. Hij was bang, pakte hij de kronkelende slang niet op. 5. Onze leraar geeft ons de toets terug, wij daarom vroegen. Klik op de persoonsvormen en het juiste antwoord onder de zin. 1. Niemand kon me vertellen hoe het ongeluk gebeurd was. 2.We gaan even winkelen en daarna pikken we een terrasje. 3. Als het warme weer aanhoudt, mogen boeren niet meer beregenen. 4. Je krijgt kramp, omdat je te weinig conditie hebt. 5. Ik heb weinig tijd, maar jij kunt al beginnen. 6. Toen onze schuur in brand stond, belden de buren 112. 4.5: tussentijdse evaluatie Hoe gaat het nu? Geef je reactie op de volgende stellingen. Je kan bijvoorbeeld aangeven of je het ermee eens bent of niet en waarom. Nummer je antwoorden! 1. Ik snap goed wat ik moet doen. 2. Ik ben hard aan het werk. 3. Ik ben serieus aan het werk. 4. Ik vind de opdrachten moeilijk. 5. Ik heb vragen voor de docent. 6. Ik kan alle opdrachten maken binnen de tijd. Pagina 16

5. - eindtoets Als je alle stof hebt begrepen, mag je de eindtoets gaan maken. Deze eindtoets laat je zien of je de stof voldoende beheerst om deze Wikiwijs af te sluiten. Je krijgt na het afronden van de eindtoets meteen de uitslag: onvoldoende of voldoende. Als het onvoldoende is, ga je eerst naar de extra oefeningen voordat je de Wikiwijs afsluit. Waarom is dit belangrijk? Alle theorie komt dit jaar en volgend jaar terug in so's en tentamens. De tentamens tellen mee voor je eindexamen, dus het is belangrijk dat je de stof beheerst. In het centraal examen heb je deze kennis nodig om in de schrijfopdrachten correcte zinnen te schrijven. Eindtoets maken.wikiwijs.nl/p/questionnaire/standalone/2204679 Selecteer de juiste stellingen. 1. In een zin zit altijd een BWB. 2. Een MV begint nooit met een voorzetsel. 3. Na het MV zijn alle zinsdelen BWB. 4. De LV-vraag is: Wie/wat + WG + O? 5. PV en O zijn beide meervoud of beide enkelvoud. Welke vraag/uitleg hoort bij welke stap? 1. PV 2. ZINSDELEN 3. OW 4. LV 5. MV 6. BWB a. b. c. d. e. f. Alle vragen behalve wie/wat. Aan/voor wie + gezegde + OW + LV? Kijk welke woorden/woordgroepen vóór de PV passen. Zet de zin in een andere tijd: het zinsdeel dat verandert, is de/het... Wie/wat + gezegde + OW? Wie/wat + gezegde? Benoem de zinsdelen. Sleep de afkorting van het zinsdeel naar de zin (achter het zinsdeel dat je bedoelt). De filmaap King Kong was precies 65 centimeter hoog. Pagina 17

Beschikbare keuzes: NG, NG, OW Benoem de zinsdelen. Met dit elftal zullen wij volgend jaar kampioen gaan worden. Beschikbare keuzes: BWB, OW, NG, NG, NG, BWB Benoem de zinsdelen. Sommige mensen willen altijd veel geld verdienen. Beschikbare keuzes: OW, WG, BWB, WG, LV Benoem de zinsdelen. Een pianolerares zal haar huis moeten verlaten. Beschikbare keuzes: WG, LV, OW, WG Benoem de zinsdelen. Anderen zouden alleen maar gelukkig willen worden. Beschikbare keuzes: NG, NG, NG, OW, BWB Benoem de zinsdelen. Kies uit: WG, NG, OW, LV, MV, BWB. 1. Van het gepingel ( ) werden ( ) haar buren ( ) ziek ( ). 2. De lerares ( ) wilde ( ) haar woonkamer ( ) niet ( ) isoleren ( ). Pagina 18

Welk werkwoord is de belangrijkste? Je zou je haar eens moeten laten knippen! a. knippen b. laten c. zou d. moeten Welk werkwoord is de belangrijkste? Mijn vader is altijd een Brabander gebleven. a. gebleven b. is Wat is de goede woordsoort? Kies uit: HWW, ZWW, KWW. 1. Je kunt het grootste huis in Amerika voor 60 miljoen euro kopen. 1. kunt = 2. kopen = 2. In de ruime garage kunnen twintig auto s gestald worden. 1. kunnen = 2. gestald = 3. worden = 3. Inmiddels ben ik ouder en wijzer geworden. 1. ben = 2. geworden = Op welke plaats staat de PV in de bijzin? a. Vooraan en naast het OW b. Vooraan en niet naast het OW c. Achteraan en naast het OW d. Achteraan en niet naast het OW Klik op het juiste antwoord: is de zin samengesteld of enkelvoudig? 1. Nederlanders kunnen niet op vakantie zonder lekkernijen van eigen bodem. E / S 2. Wie het weet, mag het zeggen. E / S 3. Het helpt of het helpt niet. E / S 4. Dat komt, omdat ze hun boterham met pindakaas of hagelslag niet willen missen. E / S 5. Ook schijnen veel mensen een beetje bang te zijn voor buitenlands voedsel. E / S Vul de PV's van de volgende zinnen in. Pagina 19

1. Een op de tien jongeren denkt dat vissticks kunnen zwemmen. 2. Kom je meteen naar huis, als de lessen zijn afgelopen? 3. We zijn wat later, omdat de trein vertraging heeft. 4. Kom je om half negen of ben je een kwartiertje later? 5. Van mooie, opzwepende muziek word ik echt stil. Zin 1: + Zin 2: + Zin 3: + Zin 4: + Zin 5: Wat hoort bij elkaar? 1. Nevenschikkende zin 2. Onderschikkende zin a. b. 2 hoofdzinnen Hoofdzin en bijzin Bekijk de zinnen goed en kies het juiste antwoord. 1. Kinderen zwemmen steeds slechter, constateert de Reddingsbrigade Nederland. 2. Twee mannen zijn aangehouden, omdat zij zeep in een fontein hebben gegooid. 3. Hierdoor ontstond enorm veel schuim en dat liep over de weg. 4. Toen ik zaterdagavond thuiskwam, zat mijn vader op mij te wachten. 5. Hij was boos, omdat ik een uurtje te laat was. 6. Nadat hij geslapen had, was zijn humeur sterk verbeterd. Lees de zinnen en vul het juiste voegwoord in om de samengestelde zinnen compleet te maken. 1. De meeste partijen vinden dat er dit jaar bezuinigd moet worden, de kosten hoger zijn uitgevallen dan begroot. 2. De vakbonden zijn daar tegen, ze willen meer geld voor de werknemers. 3. er een crisis is, merken de meeste mensen er niet zo veel van. 4. De VVD wil minder sociale voorzieningen daar is GroenLinks op tegen. Pagina 20

5. Weet jij al je straks wilt stemmen? Klik op de persoonsvormen en het juiste antwoord onder de zin. 1. Kinderen zwemmen steeds slechter, constateert de Reddingsbrigade Nederland. 2. Twee mannen zijn aangehouden, omdat zij zeep in een fontein hebben gegooid. 3. Hierdoor ontstond enorm veel schuim en dat liep over de weg. 4. Toen ik zaterdagavond thuiskwam, zat mijn vader op mij te wachten. 5. Hij was boos, omdat ik een uurtje te laat was. 5.1 Meer oefeningen Je hebt nu de eindtoets gemaakt. Als je minder dan 65% van de vragen goed hebt gemaakt (je hebt een onvoldoende), ga je nu verder met de extra oefeningen. Als je deze oefeningen hebt afgerond, heb je de Wikiwijs afgesloten. Als je behoefte hebt aan extra uitleg of opdrachten meld je dit bij je docent. Ga naar It's Learning - DTDL Leermiddelen - link Talent. Kies voor de grammaticatrainer en vink alle onderdelen aan Heb je de eindtoets voldoende gemaakt? Dan mag je aan de slag op de website van Talent. Je kiest zelf een onderdeel van de website dat je nog wil oefenen. Ga naar It's Learning - DTDL Leermiddelen - link Talent. Kies voor het differentiatieboek - verdieping hoofdstuk 4, 5 of 6 Ga naar It's Learning - DTDL Leermiddelen - link Talent. Kies voor de grammaticatrainer en vink de onderdelen aan die je wil oefenen 5.2: eindevaluatie Hoe is het gegaan? Geef je reactie op de volgende stellingen. Je kan bijvoorbeeld aangeven of je het ermee eens bent of niet en waarom. Nummer je antwoorden! 1. Ik heb alle opdrachten en toetsen goed begrepen. 2. Ik heb bij alle opdrachten en toetsen hard gewerkt. 3. Ik ben serieus aan het werk geweest. 4. Ik vond de opdrachten en/of toetsen moeilijk. 5. Ik had af en toe vragen voor de docent. Pagina 21

6. Ik heb alle opdrachten en toetsen binnen de tijd gemaakt. 7. Voor u heb ik de volgende tip:... Als je alles het ingevuld, bekijk je even het filmpje. Pagina 22

6. Bronnen De bronnen zijn bedoeld om de stof uit deze Wikiwijs beter te begrijpen. Het zijn filmpjes waarin met voorbeelden de theorie wordt uitgelegd. Deze bronnen gebruik je naast het boek en de aantekeningen die je in de lessen Nederlands hebt gehad. Ook thuis kun je nog eens rustig de filmpjes bekijken van de onderwerpen die je lastig vindt. Heb je zelf een nuttig filmpje gevonden dat je met de klas wil delen? Mail de link door en hij wordt erbij gezet! Wat heb je aan grammatica? kn.nu/ww.52be459 (youtu.be) In dit filmpje wordt uitgelegd waarom onze taal grammatica nodig heeft. Waarom grammatica nuttig en belangrijk is! kn.nu/ww.52be459 (youtu.be) In dit filmpje wordt uitgelegd waarom onze grammatica nuttig is. Zinsdelen: onderwerp kn.nu/ww.28b2fba (youtu.be) In dit filmpje vind je de mondelinge uitleg over het onderwerp. Zinsdelen: werkwoordelijk gezegde kn.nu/ww.9df872d (youtu.be) In dit filmpje vind je de mondelinge uitleg over het werkwoordelijk gezegde. Zinsdelen: lijdend voorwerp kn.nu/ww.0e43087 (youtu.be) In dit filmpje vind je de mondelinge uitleg bij het lijdend voorwerp. Zinsdelen: meewerkend voorwerp kn.nu/ww.0df2267 (youtu.be) In dit filmpje vind je de mondelinge uitleg bij het meewerkend voorwerp. Zinsdelen: bijwoordelijke bepaling kn.nu/ww.f9c087f (youtu.be) In dit filmpje vind je de mondelinge uitleg bij de bijwoordelijke bepaling. Zinsdelen: naamwoordelijk gezegde Pagina 23

kn.nu/ww.f9c087f (youtu.be) In dit filmpje vind je de mondelinge uitleg bij het naamwoordelijk gezegde. Samengestelde en enkelvoudige zinnen kn.nu/ww.f9c087f (youtu.be) In dit filmpje vind je de mondelinge uitleg bij de samengestelde en enkelvoudige zinnen. Pagina 24

Antwoorden Antwoorden: Oefening 1: persoonsvorm, zinsdelen, werkwoordelijk gezegde Wat is de persoonsvorm? Wesley is altijd een eenvoudige jongen gebleven. Wat is de persoonsvorm? Ik heb ooit beroepsvoetballer willen worden. Wat is de persoonsvorm? In 1933 werd een model met konijnenvel bekleed. Wat is de persoonsvorm? Op een veiling werd het aapje voor 134.000 euro verkocht aan een Amerikaan. Wat is de persoonsvorm? Met dit elftal zullen wij volgend jaar kampioen gaan worden. Wat is de goede verdeling van de zinsdelen? In Groot-Brittannië heeft een kat een bionische prothese gekregen. 1. In Groot-Brittannië heeft een kat een bionische prothese gekregen. 2. In Groot-Brittannië heeft een kat een bionische prothese gekregen. 3. In Groot-Brittannië heeft een kat een bionische prothese gekregen. 4. In Groot-Brittannië heeft een kat een bionische prothese gekregen. Wat is de goede verdeling van de zinsdelen? Criminelen stelen steeds vaker dure merken tandpasta. Pagina 25

1. Criminelen stelen steeds vaker dure merken tandpasta. 2. Criminelen stelen steeds vaker dure merken tandpasta. 3. Criminelen stelen steeds vaker dure merken tandpasta. 4. Criminelen stelen steeds vaker dure merken tandpasta. Wat is de goede verdeling van de zinsdelen? De buit wordt vaak verkocht aan helers in Polen en Roemenië. 1. De buit wordt vaak verkocht aan helers in Polen en Roemenië. 2. De buit wordt vaak verkocht aan helers in Polen en Roemenië. 3. De buit wordt vaak verkocht aan helers in Polen en Roemenië. 4. De buit wordt vaak verkocht aan helers in Polen en Roemenië. Wat is het werkwoordelijk gezegde? In de ruime garage kunnen twintig auto s gestald worden. Wat is het werkwoordelijk gezegde? Je kunt het grootste huis in Amerika voor 60 miljoen euro kopen. Wat is het werwoordelijk gezegde? De villa buiten Orlando heeft 23 badkamers, dertien slaapkamers, tien keukens en drie zwembaden. Antwoorden: Oefening 2: onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp Het lijdend voorwerp kan met een voorzetsel beginnen. 1. Juist 2. Onjuist Het lijdend voorwerp begint NOOIT met een voorzetsel! Pagina 26

Het MV kan met een voorzetsel beginnen. 1. Juist Je stelt de vraag aan wie/voor wie? Het kan dan zo zijn dat het meewerked voorwerp met aan of voor begint. 2. Onjuist In welke volgorde ontleed je een zin? Sleep de antwoorden naar de juiste plaats. 1.PV 2.ZINSDELEN 3.GEZEGDE 4.OW 5.LV 6.MV 7.BWB Wat is de vraag die je gebruikt om het onderwerp te vinden? Wie/ +? Juist antwoord: Wat is de vraag die je gebruikt om het onderwerp te vinden? Wie/wat+gezegde (alternatieven: gz, wg, ng)? Bij zinnen met een gezegde heb je geen lijdend voorwerp. Juist antwoord: Bij zinnen met een naamwoordelijk (alternatieven: ng)gezegde heb je geen lijdend voorwerp. Pagina 27

Als je geen lijdend voorwerp hebt gevonden, vind je ook geen meewerkend voorwerp. 1. Juist Als je niks hebt om te 'geven', heb je ook geen ontvanger. 2. Onjuist Bekijk nog een de uitleg over het lijdend voorwerp. Klik in onderstaande zinnen op het onderwerp. 1. Deze week zal ik dat werkstuk inleveren. 2. Wie heeft die rommel laten slingeren? 3. Hoe hebben jullie dit adres gevonden? 4. Zullen we jou je cijfers laten zien? 5. Hun tijd hebben ze goed besteed. Lees de zinnen goed en kijk welke infomatie erbij hoort. 1. a 2. b 3. c 4. e 5. d Hij heeft zijn wiskundeboek weer eens niet bij zich. 1. Hij = OW Zijn wiskundeboek = LV 2. Hij = LV Zijn wiskundeboek = OW Zullen we jou je cijfers laten zien? 1. We = OW Jou = MV Je cijfers = LV Je hebt de goede vragen gesteld! 2. We = LV Jou = OW Je cijfers = MV Probeer het nog eens! Pagina 28

3. We = OW Jou = LV Je cijfers = MV Probeer het nog eens! De kampioen stond maar enkele meters bij ons vandaan. 1. De kampioen = LV Bij ons = OW Probeer het nog eens! 2. De kampioen = OW Bij ons = LV Bij is een...? (voorzetsel!) 3. De kampioen = OW Bij ons = ander zinsdeel Goed zo! Antwoorden: Oefening 3: naamwoordelijk gezegde en bijwoordelijke bepaling Er zijn drie koppelwerkwoorden: 1. 2. 3. Juist antwoord: Er zijn drie koppelwerkwoorden: 1. zijn (alternatieven: worden, blijven) 2. worden (alternatieven: zijn, blijven) 3. blijven (alternatieven: zijn, worden) De twee delen van het naamwoordelijk gezegde zijn: Pagina 29

1. deel 2. deel Juist antwoord: De twee delen van het naamwoordelijk gezegde zijn: 1. naamwoordelijk (alternatieven: werkwoordelijk)deel 2. werkwoordelijk (alternatieven: naamwoordelijk)deel Een werkwoordelijk gezede bestaat alleen uit: 1. Eigenschappen 2. ZWW 3. Werkwoorden 4. KWW 5. HWW In een naamwoordelijk gezegde moet een... zitten: 1. KWW 2. ZWW 3. HWW Welk zinsdeel zit nooit in een zin met een naamwoordelijk gezegde? PVOWLV MVBWB Klik op het naamwoordelijk gezegde van elke zin. Let op: denk aan het werkwoordelijk + het naamwoordelijk deel. De opdracht is pas goed als je alle zinnen foutloos hebt gemaakt! 1. Wesley is altijd een eenvoudige jongen gebleven. 2. Ik heb ooit beroepsvoetballer willen worden. 3. Enkele jaren geleden was ik een onontdekt talent. 4. Inmiddels ben ik ouder en wijzer geworden. Pagina 30

Hoeveel bijwoordelijke bepalingen staan er in de volgende zinnen? 1. 4 2. 6 3. 5 4. 3 1. Wesley is altijd een eenvoudige jongen gebleven. 2. Ik heb ooit beroepsvoetballer willen worden. 3. Enkele jaren geleden was ik een onontdekt talent. 4. Inmiddels ben ik ouder en wijzer geworden. Hoeveel bijwoordelijke bepalingen staan er in de volgende zinnen? 1. 6 2. 4 3. 7 4. 5 1. In 1933 werd een model met konijnenvel bekleed. 2. Op een veiling werd het aapje voor 134.000 euro verkocht aan een Amerikaan 3. Die was met zijn aankoop geweldig blij. Klik op de bijwoordelijke bepalingen van de zinnen: 1. Een pianolerares zal snel haar huis moeten verlaten. 2. Van het gepingel werden haar buren ziek. 3. De lerares wilde haar woonkamer niet isoleren. Welke combinaties zijn juist? Pagina 31

1. a 2. c 3. d 4. b Hoe gaat het nu? Geef je reactie op de volgende stellingen. Je kan bijvoorbeeld aangeven of je het ermee eens bent of niet en waarom. Nummer je antwoorden! 1. Ik snap goed wat ik moet doen. 2. Ik ben hard aan het werk. 3. Ik ben serieus aan het werk. 4. Ik vind de opdrachten moeilijk. 5. Ik heb vragen voor de docent. 6. Ik kan alle opdrachten maken binnen de tijd. Heb je de antwoorden genummerd? Antwoorden: Oefening 4: samengestelde en enkelvoudige zinnen Op welke plaats staat de PV in een hoofdzin? 1. Vooraan en niet naast het OW 2. Achteraan en niet naast het OW 3. Vooraan en naast het OW 4. Achteraan en naast het OW Wat is het verschil tussen een enkelvoudige en samengestelde zin? Zoek de juiste combinaties. 1. b 2. a Klik op het goede antwoord: is de zin samengesteld of enkelvoudig? 1. Na het eten ruimen wij altijd de vaatwasser in. E / S 2. Nederlanders kijken eerst goed, voordat ze iets kopen. E / S Pagina 32

3. Ik zeg altijd wat ik denk. E / S 4. Bij het zwemmen in zee krijgen sommige kinderen kramp of ze worden onwel. E / S 5. Dat komt vaak door het koude water. E / S Noteer de PV's van de volgende zinnen. 1. Omdat het stuur blokkeerde, sloeg de auto over de kop. 2. De bestuurder kon zelf uit het voertuig klimmen, maar werd voor controle naar het ziekenhuis gebracht. 3. Je moet het zeggen, als je het niet begrijpt. 4. Waarom heb je niet gezegd dat je een ander feestje had? 5. Ik wilde bellen, maar ik had je nummer niet. Zin 1: + Zin 2: + Zin 3: + Zin 4: + Zin 5: + Juist antwoord: Noteer de PV's van de volgende zinnen. 1. Omdat het stuur blokkeerde, sloeg de auto over de kop. 2. De bestuurder kon zelf uit het voertuig klimmen, maar werd voor controle naar het ziekenhuis gebracht. 3. Je moet het zeggen, als je het niet begrijpt. 4. Waarom heb je niet gezegd dat je een ander feestje had? 5. Ik wilde bellen, maar ik had je nummer niet. Zin 1: blokkeerde + sloeg Zin 2: kon + werd Zin 3: moet + begrijpt Zin 4: heb + had Zin 5: wilde + had Pagina 33

Maak zelf nu 3 zinnen: Zin 1 en 2: samengestelde zinnen Zin 3: enkelvoudige zin Heb je goed gekeken naar de persoonsvormen? Als het goed is, heb je meerdere persoonsvormen in zin 1 en 2 en maar 1 persoonsvorm in zin 3! Antwoorden: Oefening 5: nevenschikking en onderschikking Wat hoort bij elkaar? 1. a 2. b Bekijk de zinnen en kies het juiste antwoord. 1. Niemand kon me vertellen hoe het ongeluk gebeurd was. 2. We gaan even winkelen en daarna pikken we een terrasje. 3. Als het warme weer aanhoudt, mogen boeren niet meer beregenen. 4. Je krijgt kramp, omdat je te weinig conditie hebt. 5. Ik heb weinig tijd, maar jij kunt al beginnen. 6. Toen onze schuur in brand stond, belden de buren 112. Vul het juiste voegwoord in om de samengestelde zinnen compleet te maken. 1. Hij heeft me bedrogen dat zal ik hem betaald zetten! 2. We waren erg verbaasd hij zijn ontslag aankondigde. Pagina 34

3. Hij leek erg zelfverzekerd, dat was helemaal niet het geval. 4. Hij was bang, pakte hij de kronkelende slang niet op. 5. Onze leraar geeft ons de toets terug, wij daarom vroegen. Juist antwoord: Vul het juiste voegwoord in om de samengestelde zinnen compleet te maken. 1. Hij heeft me bedrogen en dat zal ik hem betaald zetten! 2. We waren erg verbaasd toen (alternatieven: omdat) hij zijn ontslag aankondigde. 3. Hij leek erg zelfverzekerd, maar dat was helemaal niet het geval. 4. Hij was bang, daarom pakte hij de kronkelende slang niet op. 5. Onze leraar geeft ons de toets terug, omdat wij daarom vroegen. Klik op de persoonsvormen en het juiste antwoord onder de zin. 1. Niemand kon me vertellen hoe het ongeluk gebeurd was. 2.We gaan even winkelen en daarna pikken we een terrasje. 3. Als het warme weer aanhoudt, mogen boeren niet meer beregenen. 4. Je krijgt kramp, omdat je te weinig conditie hebt. 5. Ik heb weinig tijd, maar jij kunt al beginnen. 6. Toen onze schuur in brand stond, belden de buren 112. Hoe gaat het nu? Geef je reactie op de volgende stellingen. Je kan bijvoorbeeld aangeven of je het ermee eens bent of niet en waarom. Nummer je antwoorden! 1. Ik snap goed wat ik moet doen. Pagina 35

2. Ik ben hard aan het werk. 3. Ik ben serieus aan het werk. 4. Ik vind de opdrachten moeilijk. 5. Ik heb vragen voor de docent. 6. Ik kan alle opdrachten maken binnen de tijd. Heb je de antwoorden genummerd? Hoe is het gegaan? Geef je reactie op de volgende stellingen. Je kan bijvoorbeeld aangeven of je het ermee eens bent of niet en waarom. Nummer je antwoorden! 1. Ik heb alle opdrachten en toetsen goed begrepen. 2. Ik heb bij alle opdrachten en toetsen hard gewerkt. 3. Ik ben serieus aan het werk geweest. 4. Ik vond de opdrachten en/of toetsen moeilijk. 5. Ik had af en toe vragen voor de docent. 6. Ik heb alle opdrachten en toetsen binnen de tijd gemaakt. 7. Voor u heb ik de volgende tip:... Als je alles het ingevuld, bekijk je even het filmpje. Heb je de antwoorden genummerd? Pagina 36

Over dit lesmateriaal Colofon Auteur Jolien Roelofs Laatst gewijzigd 27 juli 2016 om 08:39 Licentie Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Leerniveau VSO; VMBO theoretische leerweg, 3; Leerinhoud en Nederlandse Taal; doelen Eindgebruiker leerling/student Moeilijkheidsgraad gemiddeld Studiebelasting 1 uur en 30 minuten Trefwoorden grammatica, nederlands, vmbo3 Bronnen Bron Wat heb je aan grammatica? https://youtu.be/vvyxrwhbgqq Waarom grammatica nuttig en belangrijk is! https://youtu.be/vvyxrwhbgqq Zinsdelen: onderwerp https://youtu.be/tfzxj3g18uq?list=plh2iw nzipob_mowyqlkvrfrxlqc0cxi Zinsdelen: werkwoordelijk gezegde https://youtu.be/hns6hncdp0a?list=plh2iw nzipob_mowyqlkvrfrxlqc0cxi Zinsdelen: lijdend voorwerp https://youtu.be/f0lo7cbw0xi?list=plh2iw nzipob_mowyqlkvrfrxlqc0cxi Zinsdelen: meewerkend voorwerp https://youtu.be/7me7zpt_hx0?list=plh2iw nzipob_mowyqlkvrfrxlqc0cxi Zinsdelen: bijwoordelijke bepaling https://youtu.be/yfqr4ap5axi?list=plh2iw nzipob_mowyqlkvrfrxlqc0cxi Type Link Link Link Link Link Link Link Pagina 37

Zinsdelen: Bron naamwoordelijk gezegde https://youtu.be/yfqr4ap5axi?list=plh2iw nzipob_mowyqlkvrfrxlqc0cxi Samengestelde en enkelvoudige zinnen https://youtu.be/yfqr4ap5axi?list=plh2iw nzipob_mowyqlkvrfrxlqc0cxi Link Type Link Pagina 38